Conjunctuur in goede doen, maar voor hoelang nog? Geen monsterwinsten, wel herstel winstgevendheid



Vergelijkbare documenten
Perscommuniqué. Het Federaal Planbureau evalueert de gevolgen van de duurdere dollar en de hogere olieprijzen voor de Belgische economie

Derde kwartaal Conjunctuurenquête Nederland. Nederland totaal

Hoofdstuk 2: Het Taylor-Romer model

Communiqué. Verloop van de Belgische uitvoermarkten

GEEN AARDSCHOK IN DE BOUW, MAAR HERSTEL IS NIET VOOR MORGEN!

De economische groei bedroeg 0,2 % in het eerste kwartaal van Over het hele jaar 2018 nam het bbp met 1,4 % toe

Het ondernemersvertrouwen neemt in november verder toe

De economische groei bedraagt 0,2 % in het eerste kwartaal van 2016

Tweede kwartaal Conjunctuurenquête Nederland. Provincie Zeeland

Oktober Macro & Markten. 1. Rente en conjunctuur :

VBO-ANALYSE. Focus Conjunctuur. Te veel onzekerheden verhullen een veelbelovende toekomst. November 2014 Morgane Haid

Facts & Figures. over de lokale besturen n.a.v. de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2018

Conjunctuurherstel buigt, maar breekt niet

UNIZO KMO-BAROMETER. KMO-Barometer mrt 07 jun 07. dec 06

Conjunctuurbeoordeling van de bouwsector

COEN in het kort. Inhoud rapport. Toelichting. Nederland. Herstel komt in zicht. Conjunctuurenquête Nederland I rapport vierde kwartaal 2014

Het ondernemersvertrouwen stabiliseert in november

Winstgroei en buffers ondersteunen investerings herstel

West-Vlaamse bouwbarometer blijft in het rood

Polsslag Ondernemend Limburg juli 2015: +4,8 Ondernemersvertrouwen op hoogste peil in 4 jaar Nog geen hitterecords voor Limburgse economie

VBO-analyse. over de verhouding tussen het loonaandeel en de winsten van bedrijven

LICHT HERSTEL VAN DE CONJUNCTUURBAROMETER IN APRIL

Het ondernemersvertrouwen herstelt zich in november

Conjunctuurbarometer van de Nationale Bank van België

DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM OPGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED

De macro-economische vooruitzichten voor de wereldeconomie: evenwichtige groei in Europa, terugval in de Verenigde Staten en Japan

De economische groei bedraagt 0,4 % in het eerste kwartaal van Over het hele jaar 2017 neemt het bbp met 1,7 % toe

PERSCONFERENTIE. Technologische industrie blijft groeien

Afbrokkeling van het ondernemersvertrouwen in augustus

Bedrijfsleven optimistischer

CPB Notitie. Economierapportage maart De wereldeconomie. Datum : 27 maart 2003 Aan : De Minister van Economische Zaken

ECONOMISCHE VOORUITZICHTEN 2003

Regionale economische vooruitzichten

POL juli 2017: +17,7

Ondernemersvertrouwen stabiliseert in februari

Datum : 3 juli 2003 Aan : De Minister van Economische Zaken

Conjunctuurbarometer van de Nationale Bank van België

Dienstensector houdt vertrouwen

CRB CCR SR/LVN Conclusies van de sociale gesprekspartners op basis van de documentatienota Macro economische context

Eindexamen economie 1 vwo 2001-I

Grafiek 1: Evolutie van de voornaamste aandelenindices in de VS, Eurozone, China en de groeilanden in vergelijking met de evolutie van de goudprijs.

Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2014

Grafiek 1 Verslechtering concurrentiepositie Nederlandse industrie in termen van loonkosten per eenheid produkt (procentuele mutaties)

Ondernemersvertrouwen neemt in november zeer licht toe

Nulgroei in 2014: opluchting, maar geen opleving

Stemming onder ondernemers in het MKB

Van Lieshout & Partners Nieuwsbrief 3 e kwartaal Bron: Reuters

Conjunctuurenquête Nederland. Tweede kwartaal Coenrapportomslag eerstekwartaal.indd 1

Persbericht. Jobcreatie in Limburgse bouwsector. Limburgse bouwondernemingen sturen positieve signalen uit

Coen in het kort. Inhoud rapportage. Toelichting. Provincie Limburg. Negatief beeld bij alle indicatoren

Economische activiteit

Derde kwartaal Conjunctuurenquête Nederland. Provincie Gelderland

Een goed 2015, een aarzelend

Conjunctuurbarometer van de Nationale Bank van België

Conjunctuurenquête Technologische industrie. november 2016

Voorjaarsprognoses : Europees herstel houdt aan ondanks nieuwe risico's

Conjunctuurbarometer van de Nationale Bank van België

Examen VWO. Economie 1 (nieuwe stijl)

De economische groei bedraagt 0,5 % in het eerste kwartaal van 2017

Uitleg theorie AS-AD model. MEV Wat betekent AS-AD. Aggregated demand: de macro-economische vraag.

Conjunctuurenquête Nederland. Tweede kwartaal Bedrijfsleven onveranderd positief

KMO-Barometer 100,8 100,6 Q Dit is het gemiddelde van de laatste 4 kwartalen.

De economische groei zou 1,6 % bedragen in 2008 en 1,2 % in 2009

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015

Conjunctuurbericht. April 1999

Module 8 havo 5. Hoofdstuk 1 conjunctuurbeweging

Orderboekje historisch gezien op vrij hoog niveau

Eindexamen vwo economie II

Conjunctuur - nulgroei in 2015

Polsslag Ondernemend Limburg januari 2017

PERSBERICHT Woensdag 23 december 2015

5,8. Praktische-opdracht door een scholier 1585 woorden 12 december keer beoordeeld

Productiegroei industrie afgenomen in derde kwartaal

Macro-economische Ontwikkelingen

Herstel zet zich door, maar groeipotentieel is te laag

rapportage Producentenvertrouwen kwartaal 1. Deze resultaten zijn tevens gepubliceerd in de tussenrapportage economische barometer (5 juni 2002)

Datum : 4 december 2003 Aan : De Minister van Economische Zaken

De economische groei bedraagt 0,3 % in het eerste kwartaal van De economische activiteit stijgt met 1,1 % over het hele jaar 2014

KMO-Barometer 97,0 96,9 Q4 2012

Nederlandse economie in zicht

Vierde kwartaal Conjunctuurenquête Nederland. Provincie Zeeland

NATIONALE REKENINGEN Eerste kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen

Vierde kwartaal Conjunctuurenquête Nederland. Provincie Limburg

Omzet industrie daalt door lagere prijzen

Persbericht ABP, eerste halfjaar 2008

KMO-Barometer 101,0 100,8. Dit is het gemiddelde van de laatste 4 kwartalen.

Economische najaarsprognoses 2013: geleidelijk herstel, externe risico's

Herstel in de industrie zet door. Samenvatting. Totale industrie. Omzet stijgt. Eerste kwartaal 2014

CPB Notitie. Economierapportage september De wereldeconomie

CIRCULAIRE. Samenvatting. Indexsprong informatie onder voorbehoud. 4 mei 2015

Nederlandse economie in zicht

NATIONALE REKENINGEN Derde kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen

De jonge uitkeringstrekkers ten laste van de RVA

Conjunctuurenquête Nederland. Vierde kwartaal 2015

Resultaten Conjunctuurenquete 2014

Fedecom Economische Barometer. Deelnemers Fedecom Economische Barometer. De sombere voorspellingen komen in het 2 e kwartaal uit!

Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid

KMO-Barometer 100,6 100,5

GROEI TECHNOLOGIEBEDRIJVEN STAGNEERT IN 2012

Macro-economische Ontwikkelingen

Transcriptie:

Jeroen Langerock Perschef Brussel, 15 juni 2006 PERSBERICHT Conjunctuur in goede doen, maar voor hoelang nog? Geen monsterwinsten, wel herstel winstgevendheid De economische groei versnelt in een tempo dat we sinds twee jaren niet meer hebben gezien. Dankzij deze versnelling komt het groeicijfer op jaarbasis van de Belgische economie in de buurt van haar potentieel groeitempo (2,2 à 2,5%). De zesmaandelijkse conjunctuurenquête van het VBO bevestigt dit groeiherstel. Zowat 80% van onze sectoren beoordeelt de huidige economische situatie als positief en geen enkele sector verwacht een verslechtering in het komende halfjaar. Deze opleving is in grote mate te danken aan de hogere groei bij onze belangrijkste handelspartners. De resultaten van onze enquête geven echter geen groot enthousiasme te zien aangezien de sectoren vrezen voor de sterke euro en de hoge energieprijzen. We mikken voor 2006 op een reële BBP-groei van 2,2%, zo zegt Caroline Ven, directeur van het economisch departement van het VBO. Voor bijkomende informatie inzake dit persbericht: Persdienst T + 32 2 515 08 77 F + 32 2 515 09 15 jl@vbo-feb.be VBO vzw Ravensteinstraat 4 B - 1000 Brussel T + 32 2 515 08 11 F + 32 2 515 09 99 info@vbo-feb.be www.vbo.be Lid Unice Economische opleving, maar zorgen over de export Terwijl zes maanden geleden slechts 37% positief was over de economische situatie, is nu 79% van de sectoren positief gestemd. Ook over de nabije toekomst zijn er meer optimistische sectoren: 58% nu in vergelijking met 53% eind 2005. Geen enkele sector verwacht een minder zwaar orderboek in de tweede jaarhelft van 2006, maar van een hoerastemming is geen sprake. Alle sectoren vinden dat de euro te duur is geworden ten opzichte van de Amerikaanse dollar. De Belgische ondernemingen vrezen dat hun exportprestaties te lijden zullen hebben onder de dure euro. Ook de loonkostenhandicap ten opzichte van hun directe concurrenten blijft een zorgenkind. Het verlies aan concurrentiekracht stelt zich dus nog steeds even scherp op het terrein, aldus Caroline Ven. Opgelet voor hoge energiekosten De bedrijfsinvesteringen zouden in de komende maanden sterk opveren. Zowat driekwart van de sectoren verwachten meer investeringen. Grote problemen op het vlak van de productiecapaciteit zouden uitblijven, maar moelijkheden om geschikt personeel te vinden voor knelpuntberoepen blijven aan de orde. Voor het eerst sinds 2000 zijn er meer sectoren die positief gestemd zijn over de werkgelegenheidsvooruitzichten dan negatief. Pessimisme is er wel in verband met de energiekosten. 88% van de sectoren beoordeelt de huidige situatie als ongunstig De persberichten zijn beschikbaar op de VBO-site: www.vbo.be. U kan ze systematisch verkrijgen via e-mail door u te abonneren via de rubriek pers van de site.

> Vervolg 1 van het persbericht van 15 juni 2006 en bijna evenwel van hen gaat er zelfs vanuit dat ze in het komende semester nog zal verslechteren. De energiefactuur houdt dus een groot economisch risico in, zo geeft Philippe Donnay, economisch adviseur van het VBO, nog mee. Geen monsterwinsten, wel herstel winstgevendheid In sommige middens wordt de laatste tijd met scherp geschoten op de superwinsten van bepaalde bedrijven. Het VBO heeft de resultaten van de ondernemingen in België vanuit een macro-economisch en langetermijnperspectief bestudeerd. De winstgevendheid van het Belgisch bedrijfsleven, uitgezuiverd van afschrijvingen, gaat sinds eind van de jaren 1980 bijna systematisch achteruit. Pas vanaf 2002 zien we een herstel dat de rendabiliteit terug in de buurt van het gemiddelde over de laatste twintig jaar brengt. Het beeld van uitzonderlijke winsten klopt dus niet, zo benadrukt Caroline Ven. Bovendien zijn de meeste tot nog toe bekendgemaakte winstcijfers geconsolideerde resultaten, voor de hele groep dus. Ze slaan met andere woorden niet enkel op België. Het risico van te sterke loonstijgingen is de verdere afbouw van bedrijfsactiviteiten in ons land. Bovendien kan winst snel omslaan in verlies, maar loonsverhogingen zijn er voor altijd. Winsten zijn trouwens de motor van onze welvaart en doorgaans de voorbode van meer investeringen en jobs. Winst maken verdient een beter onthaal dan wat we de laatste tijd hebben gezien, zo besluit Caroline Ven. De persberichten zijn beschikbaar op de VBO-site: www.vbo.be. U kan ze systematisch verkrijgen via e-mail door u te abonneren via de rubriek pers van de site.

FOCUS Conjunctuur Bijlage bij Infor VBO nr. 22 22 juni 2006 Optimisme, maar geen euforie Macro-economische kerngegevens INHOUD Macro-economische kerngegevens Enquêteresultaten Besluit Economisch departement www.vbo.be De Belgische economische groei zette zijn versnelling in het eerste halfjaar van 2006 voort. Volgens het Instituut voor de Nationale Rekeningen is de economische activiteit in het eerste kwartaal 2006 met 0,8% toegenomen ten opzichte van het voorgaande kwartaal, na een groei van 0,6% in de loop van de laatste drie maanden van 2005. Hierdoor lag het reële BBP in het eerste kwartaal van dit jaar 2,2% hoger dan een jaar geleden, wat overeenstemt met zijn potentieel groeitempo. Een versnelling van deze omvang was er sinds het eerste semester 2004 niet meer geweest. Zoals wij in onze jongste Focus Conjunctuur opmerkten, bereikte de Belgische economische groei medio 2005 zijn dieptepunt. De groei van de particuliere consumptie versnelde in het 4de kwartaal van 2005 tot 1,9% (in volume) ten opzichte van het jaar voordien. De verbetering van het consumentenvertrouwen kwam begin 2006 evenwel ten einde en sinds februari brokkelde het opnieuw af tot het peil van 6 maanden geleden. De gezinnen schatten vooral hun financiële situatie en hun spaarvermogen minder gunstig in ten gevolge van de nieuwe klim van de energieprijzen (tot meer dan 70 USD voor een vat olie). De investeringen in woningbouw groeiden in 2005 nog met 3,0% in volume, maar de woningbouwactiviteit zal dit jaar nadeel ondervinden van de stijging van de rentetarieven. De rente op de tienjarige Staatsobligaties steeg al tot 4,0% begin juni, bijna een procentpunt hoger dan een jaar geleden. De synthetische conjunctuurindicator van de Nationale Bank van België die het vertrouwen van de ondernemingen weerspiegelt, is echter blijven klimmen en bereikte in april-mei het hoogste peil sinds 2000, het laatste jaar van sterke economische groei. Tegen de achtergrond van de activiteitsversnelling in de verwerkende nijverheid steeg de bezettingsgraad van het productievermogen tot 82,9% in april, tegenover nog 80,5% in januari, en het bereikte daarmee het hoogste peil sinds het eerste halfjaar van 2001. Naar verwachting zullen de bedrijfsinvesteringen gunstig blijven evolueren. De overheidsinvesteringen zitten op hun beurt sterk in de lift bij het naderen van de gemeenteraadsverkiezingen. Ondanks het hoge vertrouwenspeil van de ondernemingen zullen we toch niet hetzelfde groeitempo halen als in 2000. Daar zijn verscheidene redenen voor. Ten eerste moet onze exportsector opnieuw opboksen tegen een waardevermeerdering van de euro t.a.v. de Amerikaanse dollar. De appreciatie van de euro bedraagt ongeveer 8,0% sinds het begin van het jaar. Dit komt bovenop de ongunstige ontwikkeling van onze uitvoerprijzen doordat de loonkosten in België sterker stijgen dan die bij onze voornaamste handelspartners. Toch is de Belgische uitvoer van goederen (in volume) in de eerste twee maanden van 2006 sterk gegroeid (+5,7%) in vergelijking met dezelfde periode een jaar voordien. Maar deze goede prestatie moet geanalyseerd worden in het licht van de invoergroei tijdens dezelfde periode (+6,4%), wat betekent dat de groeibijdrage van de netto-uitvoer net zoals vorig jaar negatief is.

FOCUS Conjunctuur Bijlage bij Infor VBO nr. 22 22 juni 2006 1 Economische activiteit Enquêteresultaten 2 Export In deze rubriek worden de resultaten besproken van een halfjaarlijkse enquête bij enkele conjunctuurgevoelige sectoren. Zowel voor de huidige als de toekomstige situatie werd aan de sectoren gevraagd een beoordeling te geven van de verschillende economische variabelen (economische activiteit, werkgelegenheid,...) gaande van negatief, neutraal tot positief. In de grafieken 1 tot 6 zijn er dus telkens negen plaatsen waar een sector zich kan situeren, m.n. in het kwadrant rechtsboven, indien zowel de huidige als de toekomstige situatie positief worden beoordeeld; in het kwadrant linksboven, indien de huidige situatie positief wordt beoordeeld, maar de verwachtingen negatief zijn, enz. Door de specifieke aard van de activiteiten in de banksector hebben de antwoorden van deze sector (met uitzondering van de structurele aspecten in grafiek 8) betrekking op hun beoordeling van de gehele economie en niet zozeer op de ontwikkelingen in de banksector zelf. De halfjaarlijkse conjunctuurenquête van het VBO bij de sectoren bevestigt de economische opleving die blijkt uit de vertrouwensindicator van de Nationale Bank van België. 3 Rendabiliteit In onze vorige editie beoordeelde 37% van de sectoren de huidige toestand als positief. Dit percentage is nu opgelopen tot 79%, wat aantoont dat het klimaat de jongste 6 maanden nog is verbeterd. Alleen de sector metaalproducten beoordeelt het huidige economische klimaat nog als negatief. 58% van de sectoren vindt dat de toestand in de komende 6 maanden verder gunstig zal evolueren, tegen 53% een half jaar terug. Geen enkele sector voorziet een verslechtering. 4 Investeringen De conjunctuuromslag is vooral te danken aan het groeiherstel bij onze voornaamste handelspartners. Geen enkele sector voorziet nog een verslechtering van zijn exportorderboekje, maar de resultaten van onze enquête geven evenmin enthousiasme te zien. De waardevermeerdering van de euro zou immers op de prestaties van onze exportbedrijven drukken. Alle sectoren (tegen 63% in december 2005) menen dat het peil van de euro te hoog is in vergelijking met de Amerikaanse dollar. De Europese munt is eind mei met 7,8% in waarde gestegen t.o.v. de USD sinds het begin van het jaar en ligt nu 1,4% hoger dan vorig jaar. Deze handicap komt bovenop het competitiviteitsverlies van de Belgische economie als gevolg van de ontsporing van onze loonkosten vergeleken met onze voornaamste handelspartners. In dat verband vinden de sectoren dat de loonkosten negatief evolueren (63%) en zijn zij ook ongerust over de toestand in de komen-

FOCUS Conjunctuur Bijlage bij Infor VBO nr. 22 22 juni 2006 de 6 maanden. De kwestie van het herstel van het concurrentievermogen van onze economie is dus nog altijd actueel en vormt een echt probleem voor onze ondernemingen. 5 Werkgelegenheid Dit klimaat van economische opleving in een context van concurrentiekrachtverlies leidt min of meer tot een gematigd positieve ontwikkeling van de rendabiliteit van de ondernemingen. Het merendeel van de sectoren schat deze het komende halfjaar neutraal in en geen enkele sector is negatief gestemd over de toekomst. De grafische nijverheid oogst nog altijd de vruchten van herstructureringen de voorbije jaren. Ook de sectoren staal, gas & elektriciteit, ICT en mechanica zijn positief. Ondanks de stijging van de langetermijnrente die wellicht zal aanhouden, voorziet de bouwsector een verdere verbetering van zijn rendabiliteit. Ook de financiële instellingen schatten de rendabiliteitsontwikkeling van de ondernemingen eerder positief in. Een en ander heeft een aanzienlijke verbetering van de investeringsprojecten in de komende maanden tot gevolg: 74% van de sectoren beoordeelt de investeringsvooruitzichten in de komende 6 maanden als positief (tegen 42% in december 2005) zonder dat er grote capaciteitsproblemen zullen zijn. 37% van de sectoren (vooral afgestemd op binnenlandse activiteit) geeft problemen in dat verband aan, maar niet overwegend op het stuk van de productiecapaciteit. Het gaat vooral om moeilijkheden op het vlak van het aanbod van arbeidskrachten (knelpuntberoepen). 6 Loonkosten De conjunctuurverbetering zal naar verwachting tot uiting komen in een voorzichtige verbetering van de werkgelegenheid. 32% (voorheen 11%) van de sectoren denkt dat de situatie zal verbeteren, terwijl 21% (voorheen 32%) de werkgelegenheidsontwikkeling negatief inschat. Het saldo van de positieve en negatieve antwoorden is dus positief, wat sinds juni 2000 niet meer het geval is geweest. De sectoren die een verslechtering van de werkgelegenheid verwachten, zijn gas & elektriciteit, kleding, textiel en cement. 7 Capaciteitsproblemen Wat de energiekosten betreft, geven de sectoren duidelijk hun vrees te kennen. 88% verklaart dat de toestand momenteel ongunstig is en nauwelijks minder sectoren (81%) zeggen dat de toestand de komende 6 maanden nog zal verslechteren. Alleen de textielsector denkt dat de toestand zal verbeteren. De energieprijs wordt als een groot risico voor de economische vooruitzichten aangezien. 8 Structurele aspecten LEGENDE Au: automobiel; B: banken; Bo: bouw; Ce: cement; Ch: chemie; D: distributie; E: elektrotechniek en elektronica; En: energie; G: grafische industrie; H: hout; I: interim; ICT: ict; K: kleding; Mch: mechanica en mechatronica; Mm: metalen en materialen; Mp: metaalproducten; P: papier; S: staal; T: textiel; V: voeding

FOCUS Conjunctuur Bijlage bij Infor VBO nr. 22 22 juni 2006 9 Reële BBP-groei 10 Verdeling van de netto toegevoegde waarde BESLUIT De Belgische economie plukt in 2006 mee de vruchten van de internationale conjunctuurherleving. Na een matige groei van 1,5% van het reële BBP in 2005, zal zij dit jaar verstevigen tot 2,2%, ongeveer het niveau van de potentiële groei van onze economie. Van overdreven optimisme kan echter geen sprake zijn. Ondanks de duidelijke herleving van de uitvoer, merken we dat de groei ervan toch minder uitgesproken is dan de groei van onze belangrijkste afzetmarkten. De Belgische exporteurs verliezen verder marktaandeel en dit vooral ten gevolge van de relatief ongunstige kostenontwikkeling wegens de sterkere stijging van de loonkosten dan bij onze belangrijkste handelspartners. Dit kostennadeel komt bovenop de negatieve gevolgen van de duurder geworden euro t.o.v. de Amerikaanse dollar. Ook zullen de duurdere olieprijzen wegen op de groei van de binnenlandse vraag, ten eerste aangezien zij de koopkracht van de consumenten drukken, maar ook omdat zij zullen leiden tot een verdere verstrakking van het monetaire beleid. Overigens zijn de langetermijnrentetarieven al met bijna 1% gestegen ten opzichte van een jaar geleden, wat de stevige dynamiek in de woningbouw zou kunnen afremmen. Positief is alvast dat de rendabiliteit van de ondernemingen zich aan het herstellen is. Dit is broodnodig willen de ondernemingen bijkomende investeringsprojecten aanvatten en dus ook meer jobs creëren, zoals ook blijkt uit de halfjaarlijkse VBO-enquête. Een toename van de werkgelegenheid is immers een veel belangrijkere stimulerende determinant van de particuliere consumptie dan een stijging van de brutolonen. Het is dan ook onbegrijpelijk dat de recente verbetering van de ondernemingswinsten in sommige middens wordt voorgesteld alsof dit ten koste van de werknemer zou zijn. Integendeel, werknemers moeten zich veeleer zorgen maken indien hun bedrijf verliesgevend is. Dan is het voortbestaan van de activiteit en dus van hun job immers in gevaar. Onze economie heeft nood aan enkele jaren van aanhoudende verbeterde activiteit en rendabiliteit, zodat het opnieuw interessant wordt om in België te ondernemen en te investeren. De zeer korte periodes van conjunctuurherleving, onmiddellijk gevolgd door een terugval, gekoppeld aan een te sterke (loon)kostendynamiek van de voorbije jaren, staan een duurzame stijging van de investeringen en bijgevolg van de werkgelegenheid echter in de weg. Overigens moet de ontwikkeling van de bedrijfswinsten in hun juiste context worden geplaatst. Ten eerste zijn er op dit ogenblik nog geen macro-economische cijfers bekend over de globale winstontwikkeling van de bedrijven. De cijfers waarnaar wordt gerefereerd zijn die van enkele internationaal opererende beursgenoteerde bedrijven. Deze gepubliceerde winsten zijn niet noodzakelijk representatief voor hun Belgische activiteiten noch voor de hele economie. Indien we de winstcijfers met betrekking tot Belgische activiteiten op macro-economisch niveau beschouwen (beschikbaar tot 2004), m.a.w. hun aandeel in de welvaartskoek (1), noteren we sinds 2002 een geleidelijk herstel. Daarbij moet onmiddellijk worden gesteld dat de bedrijfswinsten sinds de hoogconjunctuur aan het einde van de jaren tachtig stelselmatig zijn afgebrokkeld tot een historisch dieptepunt in 2001. De verbetering sindsdien bracht hun aandeel opnieuw op het gemiddelde peil van de jongste 20 jaar. Ten tweede kennen de bedrijfswinsten een zeer volatiel verloop, met jaren van sterke stijgingen en dalingen, daar waar de lonen een systematisch gestage groei kennen. Ook in slechte economische tijden stijgen de lonen, al is het door de automatische indexering ervan. Ten slotte komen de bedrijfswinsten niet enkel de grote aandeelhouders ten goede. Naast het positieve effect ervan op de investeringen en de werkgelegenheid, vloeien bedrijfswinsten ook terug naar de bevolking via hun financieel vermogen: de kleine aandeelhouders, de collectieve beleggingsfondsen, het pensioensparen e.d. Al bij al belooft 2006 een positief jaar te worden voor onze economie. Laten we dan ook deze groeiherleving niet in de kiem smoren door haar bijkomende kostenhandicaps op te leggen. (1) Aandeel van het netto-exploitatieoverschot van de financiële en niet-financiële instellingen in de netto toegevoegde waarde.