Bladbemesting. Informatie over bladbemesting Kalium Magnesium - Zwavel - Borium - Mangaan - Zink. De competentie in Kalium en Magnesium



Vergelijkbare documenten
EEN SUCCESVOLLE BLADBEMESTING Kwaliteit met kalium, magnesium en zwavel

K+S KALI MINERALE MESTSTOFFEN. Kalium-, magnesium-, natrium- en zwavelproducten

Teelthandleiding. 4.7 magnesiumbemesting

K+S KALI MINERALE MESTSTOFFEN. Kalium-, magnesium-, natrium- en zwavelproducten

Teelthandleiding. 4.7 magnesiumbemesting

meststoffen vloeibare bladmeststoffen groei door kennis

MAGNESIUM Een gebrek aan voedingsstoffen tast eerst de wortels aan!

Kwaliteitsgroenten. Informatie over het bemesten van groentegewassen met kalium, magnesium, zwavel en micronutriënten

Gebrek aan. Geïllustreerde gids. Gebrekverschijnselen in de belangrijkste landbouwgewassen. De competentie in Kalium en Magnesium

Speciale oplossingen in wateroplosbare meststoffen. Nieuw

Overvloedige neerslag tijdens het groeiseisoen

YaraVita. Gewasspecifieke bladmeststoffen voor akkerbouw, maïs en grasland. Voor een geslaagde en rendabele teelt.

BLADMESTSTOFFEN. Biodiversiteit is een essentieel productiemiddel voor de land- en tuinbouw voor een natuurlijke bodemvruchtbaarheid.

Bemesting kool en relatie tot trips.

sumptieaardappelen KW 406, KW 407 Door: ing H.W.G.Floot

FOSFAAT NATUURLIJK FOSFAAT NATUURLIJKE MAÏSMESTSTOF NATUURLIJK FOSFAAT

BIOSTIMULANT. Het begint bij de wortel

TOLALG14SPZ_BM08 (Blad)bemestingsproef in najaarsspinazie voor industriële verwerking met voorteelt Tarwe.

FOSFAAT NATUURLIJK FOSFAAT NATUURLIJKE MAÏSMESTSTOF NATUURLIJK FOSFAAT. verrijkt met borium organische meststof toepasbaar in derogatiebedrijf

Bijeenkomst PN DA. Hans Smeets. Adviseur DLV plant BV

Voor een efficiënte waterbenutting

Effecten van zwavel, borium en mangaan bij de teelt van zetmeelaardappelen

Maiszaden. Samen naar een optimaal rendement.

YaraVita gewasspecifieke bladmeststoffen

Module Plantenvoeding

TOLALG14SPZ_BM07: (Blad)bemestingsproef in najaarsspinazie voor industriële verwerking met voorteelt erwt.

Effluenten van de biologische mestverwerking

Invloed Magnesium-(bij)bemesting bij de teelt van pootaardappelen KW 0313 Door: ing. H.W.G. Floot

Maiszaden. Samen naar een optimaal rendement.

De toegevoegde waarde van Ammonium in Kalksalpeter

ZWAVEL (= S) : STEEDS BELANGRIJKER IN DE BEMESTING

Naaldwijk, juni Intern rapport nr. 24.

Kwaliteitsaardappelen. Aanbevelingen voor bodem- en bladbemesting. De competentie in Kalium en Magnesium

DUURZAME BEMESTING EN DUURZAAM BODEMBEHEER. 16 mei 2019

STICHTING PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS TE NAALDWIJK. Proef met verschillende ammoniumtrappen bij paprika op voedingsoplossing

Invloed Magnesium-(bij)bemesting bij de teelt van pootaardappelen KW 0409 Door: ing. H.W.G. Floot

Verhoog uw. maïs productie. bespaar op uw krachtvoer. Profiteer van het. N-xt Maïs Bemestingsprogramma

Workshop Najaarsproblemen bieten en cichorei

Kwaliteitsaardappelen. Aanbevelingen voor bodem- en bladbemesting

CSPE GL minitoets bij opdracht 9

Actualiteiten Emeltenbestrijding Elma Raaijmakers

meststoffen vloeibare basismeststof groei door kennis

Toestand en evolutie van de bodemvruchtbaarheid in België en noordelijk Frankrijk

PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS. Boriumopname bij paprika in steenwol (teelt 1984). C. Sonneveld

1 Voedingselementen Voedingselementen Zuurgraad Elektrische geleidbaarheid (EC) Afsluiting 14

Superieur in graanziektebestrijding. De juiste chemie voor de hoogste opbrengst

landbouw en natuurlijke omgeving 2011 plantenteelt open teelten CSPE BB minitoets bij opdracht 17

Laat je gras glimlachen

Weerbaar telen Micosat

Beproeving mineralenconcentraten en spuiwater in diverse gewassen. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving. Inhoud

Biostimulerend middel voor de rhizosfeer Haal het maximale uit de wortel. explorer 21

Teelthandleiding. 4.8 kalkbemesting

Plantenvoeding Waarom is dat nodig? En waar dienen de elementen voor?

Workshop Najaarsproblemen bieten en cichorei. Hoe stel ik de juiste diagnose?

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN. Actueel WGGA voor het middel Paraat, N W.8

Paraat. BASF Nederland B. V., Divisie Agro WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT. Toelatingsnummer N W.7 Productgroep: fungicide Formulering:

Waarom plantsapmetingen?

Bemesting. Fosfaatgebruiksnormen. Mestwetgeving Wettelijk op maisland: 112 kg N/ha/jaar en bij hoge PW 50 kg P205/ha/jaar

NIEUW. De stikstofstabilisatie voor een verhoogde efficiëntie van stikstof in drijfmest

meststoffen rijenbemesting in mais groei door kennis

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN. Actueel WGGA van het middel Paraat, N W.10

Voortgang veldproefen Klei naar de Veenkoloniën

Grip op voeding Plantsapme*ngen vs wateranalyses

Het belang van magnesium-, mangaanen zwavelbemesting In de akkerbouw en vollegrondsgroenteteelt J.G.M. Paauw

Een vloeibaar middel voor brede schimmelbestrijding in de vollegrondsgroenteteelt. Wat doet Amistar Top?

Bemesting Blauwe Bessen. Bemesting Blauwe Bessen. Bemesting Blauwe Bessen. Bemesting Blauwe Bessen. Bemesting Blauwe Bessen

c\? Z o SZ PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS De boriumvoorziening van trosanjers in steenwol bij verschillende ph niveau's

50% dimethomorf. 51/53 Vergiftig voor in het water levende organismen; kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.

De omhulde meststoffen voor containerteelten

1 Gewassen en hun afwijkingen Kennismaking met de plant Afwijkingen in de teelt Afsluiting 24

Optimale groei met medewerking van bodem, bodembiologie en bemesting. Wilma Windhorst Boomteeltcursus Vlamings BV

Bruine bladpunten in Longiflorum White Heaven

BOMEN EN PLANTEN DIE TEGEN EEN STOOTJE KUNNEN HICURE, NATUURLIJKE KRACHT

Maisteelt Samen naar een optimaal rendement.

Kwaliteit, Groeikracht en Resultaat

Een mooie tuin? Bemest! Top 5 vragen en antwoorden over bemesting! + 5 tips van onze specialist

landbouw en natuurlijke omgeving 2010 plantenteelt open teelten CSPE BB

ca«. PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS 223 '2^2- hm/pap/csstikst Stikstofvormen bij intensieve bemestingssystemen voor kasteelten C.

Ideale grond. Bodemleven. Bodemstructuur

OVER ONS Hortiplantcare (HPC) is een vooruitstrevende onderneming gebaseerd op de ontwikkeling van nieuwe oplossingen en prducten die gewassen hogere

Aardappelen. Toepassing van spuiwater in aardappelen: wat is het en wat is het waard? Wendy Odeurs, Jan Bries Bodemkundige Dienst van België vzw

Veel leesplezier! Bertus Stip, Hoveniersbedrijf Stip

Bemesting Gras Hogere ruwvoeropbrengst

Workshop Voorjaarsproblemen

België. Graangewassen

meststoffen voor meesterlijk grasland! groei door kennis

Programma: Studiemiddag Klein- en Steenfruit

Tuinadvies. De Ceuster Meststoffen Bannerlaan Grobbendonk Tel.: Fax: voor annemie so on. Moestuin Moestuin Algemeen

Precisievoeding met bladmeststoffen.

A. WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT

Maïsbemesting. Maïs de superplant Informatie over het bemesten van maïs. De competentie in Kalium en Magnesium

Het gebruik van gips in de fruitteelt

Organische stof: daar draait het om! Gouden Grond 26 januari 2018 Wim Stegeman. Saalland Advies 1


FERTILIZERS.

Verzorging. Pireco. Delumbri. Ter voorkoming van wormenoverlast. Delumbri. Dosering en toediening. Samenstelling en werking

Kennismiddagen 2017

De Osmocote voor plantgatbemesting in de vollegrondsboomkwekerij

Programma voor vandaag:

Diagnose van bladvlekken

Transcriptie:

Bladbemesting Bladbemesting Informatie over bladbemesting Kalium Magnesium - Zwavel - Borium - Mangaan - Zink De competentie in Kalium en Magnesium

2

Bladbemesting in de plantenteelt 3 Bladbemesting speelt een steeds belangrijke rol om acute nutriënttekorten te voorkomen en verhelpen. Bij latente tekorten is het een preventieve aanvulling op de bodembemesting. Planten kunnen alle hoofdnutriënten N, P, K, Mg, S, Ca en sporenelementen als B, Mn, Zn, Cu, Fe goed via de bladeren opnemen. De op het blad toegediende nutriënten worden binnen korte tijd meestal binnen een paar uur door de planten opgenomen en omgezet. Planten hebben een geringe hoeveelheid sporenelementen nodig. De bandbreedte van de nutriëntenonttrekking bedraagt, afhankelijk van de teelt en de micronutriënt, enkele grammen tot ca. twee kg per hectare. Daarom kunnen planten, met uitzondering van enkele extreme tekortsituaties, gemakkelijk en efficiënt via bladbemesting van sporenelementen worden voorzien. voor planten. Let op: bladbemesting kan geen bodembemesting vervangen, maar deze alleen maar aanvullen. Als gebreksverschijnselen optreden, dan is bladbemesting de snelste manier om het nutriëntentekort te herstellen. Bovendien komen de planten dankzij bladbemesting ongeschonden door vegetatiefases waarin de opname van nutriënten uit de bodem via de wortels tijdelijk onderbroken of bemoeilijkt wordt, bijvoorbeeld tijdens droogte of doordat de nutriënten in de bodem zijn vastgelegd. Hoofd- en secundaire nutriënten worden in de orde van grootte van ca. 20 kg tot enkele honderden kilo's per hectare opgenomen. Omdat dergelijke hoeveelheden niet via het blad kunnen worden opgenomen, is bodembemesting de belangrijkste nutriëntenbron Gevoeligheid van verschillende gewassen bij verschillende nutriënttekorten Kalium Magnesium Zwavel Borium Mangaan Zink Graan Koolzaad Maïs Bieten Aardappelen Wijndruiven Fruit + + + + + + + + + + + + + + + + + + - + + + + + + + - + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + - + + + + + + - + + + + + Groenten + + + + + / + + * + / + + * + + - = matig + = middelhoog + + = hoog* afhankelijk van de soort

EPSO Top, EPSO Microtop en EPSO Combitop 4 EPSO Top EG-MESTSTOF Magnesiumsulfaat 16 + 32 16% MgO, in water oplosbaar magnesiumoxide 32% SO 3, in water oplosbaar zwaveltrioxide EPSO Microtop EG-MESTSTOF Magnesiumsulfaat met micronutriënten 15 + 31 15 % MgO, in water oplosbaar magnesiumoxide 31 % SO 3, in water oplosbaar zwaveltrioxide 0,9% B, in water oplosbaar borium 1 % Mn, in water oplosbaar mangaan EPSO Combitop EG-MESTSTOF Magnesiumsulfaat met micronutriënten 13 + 34 13% MgO, in water oplosbaar magnesiumoxide 34% SO 3, in water oplosbaar zwaveltrioxide 4% Mn, in water oplosbaar mangaan 1% Zn, in water oplosbaar zink

5 Producten uit de EPSO-familie Voor effectieve, efficiënte en rendabele preventie en voor de behandeling van acute tekorten aan magnesium, zwavel en sporenelementen. Gemakkelijk te gebruiken Alle nutriënten zijn in water oplosbaar en direct opneembaar door het gewas Zacht voor het gewas Magnesium, zwavel, borium, mangaan, zink in de snel werkzame sulfaatvorm In de onderstaande voorbeeldsituaties is het gebruik van EPSO-producten zeer effectief: Hoge opbrengstdoelstelling Verstoorde nutriëntenbalans in de bodem Weerstress door kou, droogte of te veel vocht in belangrijke groeifases Acute en tijdelijke tekortsituaties Latente tekortsituaties dkg (g) Te combineren met gewasbeschermingsmiddelen Getest in een groot aantal waarheidsgetrouwe veldproeven van allerlei onderzoeksinstellingen Zijn conform de EG-verordeningen nr. 834/2007 en nr. 889/2008 toegelaten voor gebruik in de biologische land- en tuinbouw. Mg-gehalte in graan (%) Bij onvoldoende Mg-voorziening daalt het duizendkorrelgewicht (dkg) van graan. Zichtbaar: Acuut tekort resp. tijdelijk tekort Symptomen duidelijk zichtbaar en opvallend, soms slechts tijdelijk zichtbaar. Typische bladvlekken, lichtere plekken of afsterven. Gevolg: Vaak een duidelijk verminderde opbrengst. Onmiddellijke bladbemestingsmaatregelen zijn noodzakelijk om de schade te beperken. Niet (direct) zichtbaar: Symptomen nauwelijks zichtbaar of zwak ontwikkeld. Latent tekort Gevolg: Maximale opbrengsten niet meer mogelijk. Preventieve bladbemestingsmaatregelen aanbevolen.

Waar en wanneer treedt magnesiumgebrek op? 6 op magnesiumarm moedergesteente op lichte en humusarme bodems bij een laag magnesiumgehalte in de bodem bij een sterk schommelende waterhuishouding in de bodem na bekalken en bij hoge ph-waarden bij stikstofbemesting met een hoog ammoniumgehalte (drijfmest, UAN, ureum) bij een te hoge kalium /magnesiumverhouding in de bodem (aanbevolen verhouding: 2:1) Als het gewas tijdens de vegetatieperiode tijdelijk of langdurig niet over magnesium kan beschikken, dan leidt dit bij graan en maïs tot de typische gele of witgele vlekken tussen de groene bladnerven (parelsnoerziekte), beginnend bij de oudere en middelste bladeren. Aardappelen, koolzaad, bieten en wijndruiven vertonen over het gehele bladoppervlak gele vlekken, doorgaans beginnend vanuit de rand. De bladnerven blijven groen. Magnesiumgebrek bij wijndruiven Magnesiumgebrek bij aardappelen Magnesiumgebrek bij maïs

7 Magnesiumgebrek bij koolzaad Magnesiumgebrek bij suikerbieten Magnesiumgebrek bij graan Magnesiumgebrek bij graan

Waar en wanneer treedt zwavelgebrek op? 8 op lichte, humusarme gronden bij een laag zwavelgehalte in de bodem op bodems met een dunne humuslaag of bodems met een slechte bodemstructuur na veel neerslag in najaar/winter/voorjaar bij een slechte ontwikkeling van het wortelsysteem in het voorjaar (kou, veel vocht, bodemverdichtingen, droogte) Zwavel is als zesde hoofdnutriënt niet meer weg te denken uit de moderne plantenvoeding. Met name in de stikstofstofwisseling en voor de vorming van essentiële oliezuren in planten is zwavel onmisbaar. Zo bevordert zwavel bij graan de aanmaak van hoogwaardig proteïne en daarmee een hoge bakkwaliteit. Bij koolzaad en zonnebloemen verbetert zwavel de oliezuren. Zwavelgebrek leidt tot een verrijking van nitraat en amiden in planten (bijv. α-amino N bij suikerbieten), hetgeen de kwaliteit negatief beïnvloedt. bij hoge stikstofbemesting (slechte N/S-verhouding) bij een hoge zwavelonttrekking (teelt, opbrengst) bij het gebruik van niet-zwavelhoudende meststoffen De drie afbeeldingen laten een zwavelgebrek bij koolzaad zien

9 +S -S Bladbemesting tweemaal met zwavel moet al in een vroeg ontwikkelingsstadium van het gewas plaatsvinden. Zwavelgebrek bij een gewas is te herkennen aan de lichtgroene tot gele bladverkleuring die op de jonge bladeren begint. Bij graan wordt dit vaak verkeerdelijk aangezien voor een stikstofgebrek. Bij koolzaad wordt een zwavelgebrek in het beginstadium gemakkelijk aangezien voor een magnesiumgebrek. Zwavelgebrek bij suikerbieten Het effect van bladbemesting tweemaal met EPSO Microtop op de opbrengst van winterkoolzaad +S Bladbemesting tweemaal met telkens 25 kg/ha bij het uitlopen en voor het begin van de bloei. Gemiddelde van resp. 5, 8 en 7 proeven. Koolzaadopbrengst x100 kg/ha 50 45 40 35 30 46,8 44,7 45,3 48,4 42,9 41,5 1998 1999 2000 Controle EPSO Microtop -S Zwavelgebrek bij graan

Waar en wanneer treedt boriumgebrek op? 10 op lichte gronden (uitspoelgevaar) op neutrale en kalkrijke bodems, ph-waarde > 6,8 (vastlegging) na een langdurige droogteperiode bij een laag boriumgehalte in de bodem (CAT-methode) < 0,4 mg/kg bodem op lichte bodems resp. < 0,6 mg/kg bodem op middelzware en zware bodems Borium is een belangrijke sporenelement die in de orde van grootte van ca. 400 tot 600 gram per hectare nodig is. Vooral bij suikerbieten en koolzaad, maar ook bij aardappelen, verschillende koolsoorten en wijndruiven is borium onmisbaar. In winterkoolzaad wordt een boriumgebrek deels al in de herfst geconstateerd. De jonge bladeren blijven zeer klein en de planten komen minder goed op. Een behandeling in de herfst verhoogt ook de winterhardheid. Bij bieten is een tekort aan borium de oorzaak van het bekende hart- en droogrot, hetgeen aanzienlijke economische schade met zich meebrengt. De bladbemesting met borium zou op gronden voor bieten daarom een standaardmaatregel moeten zijn. Het effect van een bladbemesting met borium is niet met zekerheid te verklaren aan de hand van het boriumgehalte in de bodem of in het blad. Daarom is preventieve bladbemesting in elk geval aan te bevelen. Boriumgebrek bij bieten

11 Boriumgebrek bij koolzaad Het effect van bladbemesting tweemaal met EPSO Microtop op de opbrengst van suikerbieten Bladbemesting tweemaal met telkens 25 kg/ha bij het sluiten van de rijen en eind juli/begin augustus Gemiddelde van 25 proeven Suikeropbrengst x100 kg/ha 130 127,1 120 110 100 122,5 124,0 Controle EPSO Top EPSO Microtop Boriumgebrek bij maïs

Waar en wanneer treedt mangaangebrek op? 12 op lichte en losse gronden op humusrijke gronden (laagveen, weideveen) op neutrale en kalkrijke gronden, ph-waarde > 7,0 (vastlegging) in een droog voorjaar of na een langdurige droogteperiode bij een bodem met een laag mangaangehalte Wintergerst en tarwe als stoppelgewas reageren zeer gevoelig op een mangaangebrek. Een mangaangebrek leidt hier tot een lage resistentie tegen vorst. Ook op percelen met vrij in de bodem levende wortelaaltjes verlaagt mangaanbemesting de uitwintering (= afsterven van kiemplantjes) van het gewas. Daarom is een bladbemesting van koolzaad en wintergerst op een lichte, humusrijke bodem al vóór de winter te adviseren. Bij haver leidt een mangaangebrek tot de veenkoloniale haverziekte. Ook zomergerst vertoont al snel een mangaangebrek met gele vlekken op de bladeren en vaak witgele bladpunten. Typisch voor een mangaangebrek zijn groen gebleven planten op plekken met bodemverdichtingen, zoals o.a. rijsporen, naast vlakke geelverkleuringen. Als mangaangebrek tijdig herkend wordt, zijn de gevolgen omkeerbaar. Na een bladbemesting verdwijnen de gebreksverschijnselen snel. Mangaangebrek bij aardappelen verhoogt de vatbaarheid voor schurft en vermindert de knolvorming, wat weer tot een slechtere opbrengst leidt. Bladbemesting wordt hier aanbevolen omdat het mangaangebrek meestal niet het gevolg is van een absoluut mangaantekort in de bodem, maar van een verminderde beschikbaarheid van mangaan in de plant. Tijdens het vegetatieverloop dient de bladbemesting vaker herhaald te worden om het vastleggen van mangaan in de bodem te omzeilen. Mangaangebrek bij suikerbieten Mangaangebrek bij bieten

13 Mangaangebrek bij tarwe Mangaangebrek bij gerst Het effect van bladbemesting tweemaal op de knolopbrengst van aardappelen in vier waarheidsgetrouwde proeven in D en NL Bladbemesting Knolop- Relatief tweemaal met brengst % telkens 25 kg/ha dt/ha Onbehandeld 596 100,0 EPSO Top 623 104,5 EPSO Microtop 643 107,9 met borium en mangaan Mangaangebrek bij aardappelen Knolopbrengst x100 kg/ha 600 500 400 300 Bladbemesting tweemaal met telkens 25 kg/ha EPSO Microtop bij het rijensluiten en bij het begin van de bloei 1999 2000 2001 2002 2003 Gemiddeld n=4 n=4 n=14 n=10 n=14 n=46 Controle EPSO Microtop Door bladbemesting tweemaal met EPSO Microtop kan een tijdelijk gebrek aan Mg, S, B en Mn voorkomen worden.

Waar en wanneer treedt zinkgebrek op? 14 op neutrale tot alkalische en koolstofrijke gronden (ph > 6,5) bij lage temperaturen en na langdurige droogteperiodes op voedselarme, uitgespoelde zandgronden en zandige leemgronden op gepodsoliseerde bodems (= bodems waar zand is ingespoeld) met een laag zinkgehalte, met name na een sterke bekalking op een goed doorluchte bodem met het gevaar dat de grond onvoldoende dicht is op gronden met een hoog gehalte aan moeilijk te ontbinden organische stoffen Zink is zeer belangrijk voor de celdeling. Plantensoorten die in korte tijd snel groeien hebben daarom een grote behoefte aan zink, zoals wijndruiven, fruit, hop, peulgewassen en met name maïs. Bij maïs is een tekort aan zink het beste te herkennen in de hoofdgroeifase. De streepvormige lichte plekken in de onderste bladhelft, links en rechts van de middennerf, treden op tussen het 6- en 12-bladstadium en verdwijnen meestal weer tijdens de bloei. Latere, minder gevoelige gewassen zoals koolzaad of graan vertonen geen optische symptomen, maar groeien minder dan als ze voldoende zink hadden gekregen. In de afgelopen jaren wordt met name op akkerbouwbedrijven ook bij graan een zinkgebrek geconstateerd. De linker rijen zijn na het constateren van een sterk zinkgebrek in het 8- tot en met 10-bladstadium met een bladbemesting met EPSO Combitop behandeld. De rechter rijen bleven uit controleoogpunt onbehandeld. Hier zijn nog steeds alle symptomen van een sterk zinkgebrek te zien, terwijl de gebreksverschijnselen in de linker rijen vrijwel volledig verdwenen zijn.

15 Graan reageert met een minder goed opkomen van de planten en kleinere bladeren aan jongere planten en scheuten. Aangezien alleen een extreem zinkgebrek de plantencellen snel aantast, is het normaalgesproken bij zichtbare symptomen al voldoende om het gewas met een bladbemesting van snel oplosbare zink te voorzien. Er moet dan wel voldoende bladmassa aanwezig zijn. Bij maïs moet daarom gewacht worden tot het 4-, of liever nog het 6-bladstadium. Zinkgebrek bij maïs Zinkgebrek bij wintertarwe Zinkgebrek bij wijndruiven

Opbrengst 16 De toepassing van EPSO-producten is een zeer rendabele en efficiënte maatregel om opbrengst, kwaliteit en de gezondheid van de planten in de plantenteelt te stabiliseren en te verbeteren. Al bij geringe meeropbrengsten van 100 200 kg/ha graan of koolzaad of 300 400 kg/ha suikerbieten of aardappelen is de inzet van deze producten al ruimschoots terugverdiend. Allerlei veldproeven van de landbouwkundige afdeling van K+S KALI GmbH en andere proeven van diverse instellingen bevestigen het uitstekende economische rendement van de EPSO-bladbemesting. Bij een extra tekort aan sporenelementen kunnen opbrengst- en kwaliteitsverliezen via de bladbemesting door het gebruik van EPSO Microtop (voornamelijk bij suikerbieten, maïs, koolzaad, aardappelen, wijndruiven, fruit) of EPSO Combitop (voornamelijk bij graan, maïs) worden tegengegaan. Bij alle drie bladmeststoffen uit de EPSO-familie zijn alle nutriënten in een in water oplosbare vorm beschikbaar, EPSO Top, EPSO Microtop en EPSO Combitop lossen snel en zonder residuen op zodat ze direct volledig via het blad kunnen worden opgenomen en daardoor snel werken. Omdat het moeilijk is een prognose te maken van de beschikbaarheid van micronutriënten uit de bodem voor de planten, is een preventieve toepassing van bladbemesting met name daar aan te raden, waar zich in het verleden al eerder tekorten hebben voorgedaan en waar de factoren die de beschikbaarheid beïnvloeden begrenzend werken. EPSO-producten vormen een gunstig geprijsde mogelijkheid om planten zonder extra toedieningskosten van magnesium, zwavel en micronutriënten te voorzien door deze maatregel te combineren met de toediening van gewasbeschermingsmiddelen. Als de gebreksverschijnselen al te zien zijn, is onmiddellijke behandeling aan te bevelen. Op gronden waarvan bekend is dat er een tekort is aan dergelijke micronutriënten, is bij winterteelten ook al in het najaar een bladbemesting aan te raden. Soort teelt Opbrengsttoename in % bij veldproeven met een product uit de EPSO familie Tarwe 2 8% Gerst 3 7% Koolzaad 5 11% Suikerbieten 4 6% Aardappelen 4 5% Zonnebloemen 7 18% Asperges Verhoging van de handelsklasse (= verbeterde kwaliteit)

Toepassingsinstructies 17 Technisch gebruik Bij het vullen van de sproeistoftank het EPSO-product tijdens het vullen voortdurend in de tank laten stromen, via de vulzeef toedienen of uit een voortank aanzuigen. Zeer essentieel, eerst het EPSO-product oplossen. Het EPSO-product kan in combinatie met fungiciden, insecticiden of groeiregulatoren worden aangewend. Als meerdere preparaten in de tank worden vermengd, bij twijfel eerst de mengbaarheid controleren door ca. 50 g van het EPSO-product in een maatbeker in één liter op te lossen en de spuitvloeistof er doorheen te mengen. Het EPSO-product kan in een waterige oplossing worden toegediend, en dit met andere oplosmeststoffen, UAN-oplossing en/of NP- of ureumoplossingen. Daartoe moet het EPSO-product eerst in water worden opgelost. Niet mengen met kalksalpeter resp. andere calciumverbindingen en puur UAN. De toepassingsinstructies en/of beperkingen aangegeven door de producent van de gewasbeschermingsmiddelen opvolgen. Gebruikshoeveelheid Om de piekbehoefte af te dekken en latente tekorten te bestrijden wordt 15 25 kg/ha in een concentratie van 5% (5 kg/100 l water) via een enkele of meervoudige toepassing aanbevolen; bij een sterk tekort en/of zichtbare gebreksverschijnselen moet de gebruikshoeveelheid tot 50 kg/ha, opgesplitst in twee- tot viervoudige deeltoepassingen, verhoogd worden. Bij grotere waterhoeveelheden kan de concentratie verlaagd worden.

Dosering en tijdstip van toepassingen 18 Gewas Dosering Stadium toepassingen (algemeen 5 7 kg/100 l water) Aardappelen 5x 10 kg/ha met de fungicidenbehandeling (phytopthora) Bieten 1x 25 kg/ha vanaf 6 8 bladstadium 1x 25 kg/ha bij sluiten van de rijen Maïs 40 50 kg/ha 6 tot 10-bladstadium in twee of drie bespuitingen Koolzaad 30 50kg/ha vanaf knopstadium tot aan bloei in twee of drie bespuitingen Fruitteelt 25 50 kg/ha direct na de bloeiperiode en voor de Ca-bespuiting, (3x 15 kg/ha) in het spuitschema voor schurftbestrijding meerdere malen herhalen (periode half mei tot half juni) Druiven 25 50 kg/ha wanneer scheuten (bloesemknoppen) zichtbaar zijn (2/3x 12,5 kg/ha) tot einde bloei Bloembollen 30 40 kg/ha in de groeifase (2% oplossing) (3x 15 kg/ha) Zonnebloemen 2x 15 kg/ha vanaf 8-bladstadium tot bloei Vollegronds- 30 50 kg/ha na bladaanleg bij herhaling met fungiciden- en groenten insecticidenbehandelingen (uitgezonderd slasoorten) Bloemkool 2x 25 kg/ha vanaf 8 bladstadium tot 2 weken voor het begin van de oogst Bonen/erwten 15 30 kg/ha begin bloei tot einde bloei in één of twee bespuitingen Koolsoorten 3x 10 kg/ha vanaf 6 8 bladstadium met een interval van 10 dagen Prei 1x 10 kg/ha bij 6 8 bladstadium 2x 15 kg/ha bij meer bladaanleg Spinazie 3x 15 kg/ha omstreeks 4 6 bladstadium met een interval van 8 dagen Selderij 2x 15 kg/ha bij 8 10 bladstadium met een interval van 10/14 dagen Ui 2x 25 kg/ha 1x medio juni met een interval van ca. 3 weken Wortelen/Peen 4x 10 kg/ha bij voldoende bladaanleg Asperges 25 50 kg/ha vanaf eind juli, twee tot drie bespuitingen afhankelijk van waterhoeveelheid 2 5% oplossing Granen 1x 15 kg/ha in de herfst (EC 15 stadium) 1x 15 kg/ha begin uitstoeling (EC 21 25) 1x 15 kg/ha eind uitstoeling (EC 32 35) Maïs 30 45kg/ha 6 tot 10-bladstadium in twee of drie bespuitingen voornamelijk gebruikt voor samenstellingen van voedingsstoffen in de glastuinbouw 5 7% oplossing EPSO-producten verbeteren de opbrengst en de kwaliteit!

Alles uit één hand 19 EG-MESTSTOF Magnesiumsulfaat 16 + 32 16% MgO in water oplosbaar magnesiumoxide 32% SO 3 in water oplosbaar zwaveltrioxide EPSO Top is een snelwerkende bladmeststof met magnesium en zwavel. Deze meststof is een beproefd middel voor de moderne plantenteelt om snel gebreksverschijnselen van magnesium en zwavel in het gewas te verhelpen. EG-MESTSTOF Magnesiumsulfaat met micronutriënten 15 + 31 15 % MgO in water oplosbaar magnesiumoxide 31 % SO 3 in water oplosbaar zwaveltrioxide 0,9 %B in water oplosbaar borium 1 % Mn in water oplosbaar mangaan EPSO Microtop is een snelwerkende bladmeststof met de nutriënten magnesium en zwavel met aanvullend borium en mangaan. Deze meststof voldoet effectief aan de toenemende behoefte aan micronutriënten en voorkomt gebreksverschijnselen tijdens de groei op een snelle en veilige manier. EG-MESTSTOF Magnesiumsulfaat met micronutriënten 13 + 34 13% MgO in water oplosbaar magnesiumoxide 34% SO 3 in water oplosbaar zwaveltrioxide 4% Mn in water oplosbaar mangaan 1% Zn in water oplosbaar zink EPSO Combitop is een snelwerkende bladmeststof met de nutriënten magnesium en zwavel met aanvullend mangaan en zink. Voldoet effectief aan de toenemende behoefte aan micronutriënten. Door preventief gebruik worden gebreksverschijnselen tijdens de groei op een snelle en veilige manier voorkomen, waardoor er geen opbrengstverliezen zijn.

20 solusop 52 is een volledig in water oplosbare meststof, speciaal ontwikkeld voor voedingsoplossingen (substraat- en fertigatiemeststof). EG-MESTSTOF Kaliumsulfaat 52 (+45) 52% K 2 O in water oplosbaar kaliumoxide 45% SO 3 in water oplosbaar zwaveltrioxide solusop 52 kan ook voor bladbemesting bij akkeren tuinbouwgewassen worden toegepast als er tijdens het groeiseizoen kali- en/of zwavelgebreken optreden. Door het zeer lage gehalte aan chloride (typ. 0,15% Cl) is solusop 52 uitermate geschikt voor chlorideen zoutgevoelige gewassen. De meststof dient volledig in water te worden opgelost door in het water te doseren onder gelijktijdig roeren. solusop 52 wordt geproduceerd uit mijnbouw gewonnen mineralen van natuurlijke oorsprong en is conform de EG-verordeningen nr. 834/2007 en nr. 889/2008 toegelaten voor gebruik in de biologische land- en tuinbouw.

Verantwoordingsbewust meststoffenadvies 21 De optimale toepassing van minerale meststoffen speelt een doorslaggevende rol voor het economische succes van land- en tuinbouwproducten. Steeds vaker is hiervoor speciale informatie nodig die het mogelijk maakt op basis van de locatie in kwestie de hoeveelheid meststoffen, de vorm van de nutriënten en het bemestingstijdstip gericht te bepalen en opheldering te geven over bepaalde meststoffen en bemestingsystemen. Wij bieden u deze informatie voor de nutriënten kalium, magnesium, zwavel, natrium en als ook de micronutriënten borium, mangaan en zink. Neem contact met ons op om dit informatiemateriaal op te vragen, of bezoek onze website: www.kalibenelux.com tręšimui,maar er zijn nog meer redenen om onze website te bezoeken. U vindt hier ons compleet productassortiment met alle details evenals actuele testresultaten en informatie met een mogelijkheid om rechtstreeks informatiemateriaal te bestellen. Bij de toepassingsadvisering bieden wij interessante tips over de nutriënten en natuurlijk alles over de belangrijkste gewassen. Bovendien vindt u hier een uitgebreid fotoarchief met gebreksverschijnselen bij planten. Klik ons eens aan, het is meer dan de moeite waard. Contact Uitgebreide en gedetailleerde informatie over alle aspecten van de K+S Gruppe vindt u op www.kali-gmbh.com Uw aanspreekpartner voor de Benelux: K+S Benelux B.V. Stationsweg 5 A 4811 AX BREDA - NL Tel. +31 (0)76 564 50 40 Fax +31 (0)76 564 50 49 www.kalibenelux.com

22 Notities

Uitgever: K+S KALI GmbH, 34131 Kassel - DE Redactie: Anwendungsberatung und Vertrieb K+S KALI GmbH Alle informatie in deze brochure is niet bindend. Wijzigingen behouden wij ons voor. 23

K+S Benelux B.V. Stationsweg 5 A 4811 AX BREDA - NL Tel. +31 (0)76 564 50 40 Fax +31 (0)76 564 50 49 www.kalibenelux.com Een onderneming van de K+S Gruppe 7143/07.11/L/Nederlands_mp2 = Gedeponeerd handelsmerk van K+S KALI GmbH