MEDEDELING AAN DE LEDEN

Vergelijkbare documenten
MEDEDELING AAN DE LEDEN

MEDEDELING AAN DE LEDEN

MEDEDELING AAN DE LEDEN

MEDEDELING AAN DE LEDEN

EUROPEES PARLEMENT. Commissie verzoekschriften MEDEDELING AAN DE LEDEN

MEDEDELING AAN DE LEDEN

MEDEDELING AAN DE LEDEN

EUROPEES PARLEMENT. Commissie verzoekschriften MEDEDELING AAN DE LEDEN

MEDEDELING AAN DE LEDEN

MEDEDELING AAN DE LEDEN

MEDEDELING AAN DE LEDEN

MEDEDELING AAN DE LEDEN

MEDEDELING AAN DE LEDEN

MEDEDELING AAN DE LEDEN

MEDEDELING AAN DE LEDEN

EUROPEES PARLEMENT. Commissie verzoekschriften MEDEDELING AAN DE LEDEN

EUROPEES PARLEMENT. Commissie verzoekschriften MEDEDELING AAN DE LEDEN

MEDEDELING AAN DE LEDEN

MEDEDELING AAN DE LEDEN

MEDEDELING AAN DE LEDEN

EUROPEES PARLEMENT. Commissie verzoekschriften MEDEDELING AAN DE LEDEN

MEDEDELING AAN DE LEDEN

MEDEDELING AAN DE LEDEN

EUROPEES PARLEMENT. Commissie verzoekschriften MEDEDELING AAN DE LEDEN

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

MEDEDELING AAN DE LEDEN

*** ONTWERPAANBEVELING

MEDEDELING AAN DE LEDEN

EUROPEES PARLEMENT. Commissie verzoekschriften MEDEDELING AAN DE LEDEN

MEDEDELING AAN DE LEDEN

MEDEDELING AAN DE LEDEN

EUROPEES PARLEMENT. Commissie verzoekschriften MEDEDELING AAN DE LEDEN

MEDEDELING AAN DE LEDEN

MEDEDELING AAN DE LEDEN

MEDEDELING AAN DE LEDEN

GEMOTIVEERD ADVIES VAN EEN NATIONAAL PARLEMENT INZAKE DE SUBSIDIARITEIT

EUROPEES PARLEMENT. Commissie verzoekschriften MEDEDELING AAN DE LEDEN

*** ONTWERPAANBEVELING

ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2011/2275(INI)

MEDEDELING AAN DE LEDEN

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

MEDEDELING AAN DE LEDEN

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

9011/1/15 REV 1 jwe/van/sl 1 DG B 3A

MEDEDELING AAN DE LEDEN

Datum van inontvangstneming : 30/09/2014

MEDEDELING AAN DE LEDEN

MEDEDELING AAN DE LEDEN

EUROPEES PARLEMENT. Commissie verzoekschriften MEDEDELING AAN DE LEDEN

MEDEDELING AAN DE LEDEN

MEDEDELING AAN DE LEDEN

MEDEDELING AAN DE LEDEN

MEDEDELING AAN DE LEDEN

EUROPEES PARLEMENT. Commissie verzoekschriften MEDEDELING AAN DE LEDEN

MEDEDELING AAN DE LEDEN

MEDEDELING AAN DE LEDEN

MEDEDELING AAN DE LEDEN

Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag

MEDEDELING AAN DE LEDEN

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Zwaarlijvigheid kan een handicap vormen in de zin van de richtlijn betreffende gelijke behandeling inzake arbeid

MEDEDELING AAN DE LEDEN

*** ONTWERPAANBEVELING

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

ONTWERP VAN TWEEDE VERSLAG

*** ONTWERPAANBEVELING

P5_TA(2002)0269. Toekomstige ontwikkeling van Europol

EUROPEES PARLEMENT. Commissie werkgelegenheid en sociale zaken ***II ONTWERPAANBEVELING VOOR DE TWEEDE LEZING

MEDEDELING AAN DE LEDEN

GEMOTIVEERD ADVIES VAN EEN NATIONAAL PARLEMENT INZAKE DE SUBSIDIARITEIT

EERBIEDIGING VAN DE GRONDRECHTEN IN DE UNIE

EUROPEES PARLEMENT. Commissie verzoekschriften MEDEDELING AAN DE LEDEN

EUROPEES PARLEMENT. Commissie verzoekschriften MEDEDELING AAN DE LEDEN

EUROPEES PARLEMENT. Commissie verzoekschriften MEDEDELING AAN DE LEDEN

MEDEDELING AAN DE LEDEN

*** ONTWERPAANBEVELING

RECTIFICATIES. a) Bladzijde 19, artikel 1, punt 17, ad artikel 9 C, lid 6, tweede alinea, tweede zin

MEDEDELING AAN DE LEDEN

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

9317/17 pro/gra/sl 1 D 2A

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 februari 2004 (27.02) (OR. en) 6548/1/04 REV 1 SOC 83 SAN 34 TRANS 82 MAR 24

MEDEDELING AAN DE LEDEN

MEDEDELING AAN DE LEDEN

EUROPESE COMMISSIE TEGEN RACISME EN INTOLERANTIE

ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement 2017/2061(BUD)

EUROPEES PARLEMENT. Commissie verzoekschriften MEDEDELING AAN DE LEDEN

het secretariaat-generaal van de Raad het Comité van permanente vertegenwoordigers (1e deel)/de Raad

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

EUROPESE SOCIAAL-DEMOCRATEN: VOORSTANDER VAN DE EUROPESE GRONDWET

2. kennelijk ook van mening is dat verzoeker geen recht had op schadevergoeding.

MEDEDELING AAN DE LEDEN

ADVIES. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement 2015/2254(INL) van de Commissie constitutionele zaken

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0358/1. Amendement. Marco Zanni, Stanisław Żółtek, André Elissen namens de ENF-Fractie

MEDEDELING AAN DE LEDEN

MEDEDELING AAN DE LEDEN

Datum van inontvangstneming : 09/09/2013

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

6424/15 rts/sv 1 DG B 3A

Transcriptie:

EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie verzoekschriften 17.2.2011 MEDEDELING AAN DE LEDEN Betreft: Verzoekschrift 0331/2010, ingediend door Ignacio Ruipérez Arregui (Spaanse nationaliteit), over de situatie van de luchtverkeersleiders in Spanje Verzoekschrift 0651/2010, ingediend door Juan María García Gil (Spaanse nationaliteit), namens de Unie van luchtverkeersleiders, over de situatie van luchtverkeersleiders in Spanje 1. Samenvatting van het verzoekschrift 0331/2010 Indiener is luchtverkeersleider en lid van het "Colectivo profesional de controladores del tráfico aéreo español" en zet de situatie van de beroepsorganisatie van Spaanse luchtverkeersleiders uiteen. Ten gevolge van een sociaal conflict hebben het ministerie van Openbare Werken en het overheidsorgaan AENA de regering verzocht een koninklijk besluit (1/2010) uit te vaardigen waarmee de in het kader van de collectieve onderhandelingen verworven rechten teniet worden gedaan en de salarissen worden beknot. Volgens indiener is de intrekking van de verworven rechten bij koninklijk besluit in strijd met de grondwet en het Europees sociaal recht. Samenvatting van het verzoekschrift 0651/2010 Indiener spreekt zijn bezorgdheid uit over de situatie als gevolg van de eenzijdige beslissing zich terug te trekken uit de onderhandelingen met de vertegenwoordigers van de luchtverkeersleiders, wier arbeidsomstandigheden zijn gewijzigd met de goedkeuring door de Spaanse regering van koninklijk wetsbesluit 1/2010, dat is bevestigd door wet 9/2010 van 14 april. Indiener acht dit een schending van de vakbondsrechten en rechten op de werkplek, een onmiskenbare poging om het recht op onderhandelen en collectieve actie te ondermijnen CM\892832.doc PE450.810v03-00 In verscheidenheid verenigd

en bijgevolg een schending van de vrijheid van vereniging, die erkend is in het Handvest van de grondrechten van de EU. 2. Ontvankelijkheid 0331/2010: Ontvankelijk verklaard op 1 juli 2010. 0651/2010: Ontvankelijk verklaard op 13 oktober 2010. De Commissie is om inlichtingen verzocht (artikel 202, lid 6 van het Reglement). 3. Antwoord van de Commissie op verzoekschrift 331/2010 en tevens met betrekking op verzoekschrift 651/2010, ontvangen op 8 oktober 2010. Indiener, luchtverkeersleider en lid van de beroepsorganisatie van Spaanse luchtverkeersleiders, wijst erop dat er als gevolg van een arbeidsconflict onlangs nationale wetten zijn goedgekeurd (koninklijk wetsbesluit 1/2010 van 5 februari 2010 en wet 9/2010 van 14 april 2010) waarmee een aantal wijzigingen zijn ingevoerd in de arbeidsomstandigheden van Spaanse luchtverkeersleiders welke voorheen waren geregeld volgens een collectieve overeenkomst uit 1989 (de eerste collectieve arbeidsovereenkomst voor luchtverkeersleiders). Indiener geeft een overzicht van de wijzigingen die hij ziet als een ernstige achteruitgang ten opzichte van de hiervoor geldende collectief vastgestelde normen. Zijn voornaamste klacht is dat de invoering van deze wijzigingen een schending is van het Handvest van de grondrechten van de EU (artikel 5, lid 2 tegen gedwongen arbeid en artikel 28 betreffende het recht op collectieve onderhandelingen) en van Verordening (EG) nr. 2096/2005 van de Commissie van 20 december 2005 waarin gemeenschappelijke eisen zijn vastgesteld voor de verlening van luchtvaartnavigatiediensten (de verordening inzake een "Gemeenschappelijk Europees luchtruim"). Op grond van het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) beschikt de Europese Commissie niet over algemene bevoegdheden om in te grijpen in het geval van vermeende schendingen van grondrechten. De Commissie kan dit alleen doen als er sprake is van een probleem met de Europese wetgeving. In artikel 51 van het Handvest van de grondrechten van de EU is vastgesteld dat de bepalingen van dit artikel enkel van toepassing zijn op de instellingen van de EU en op de lidstaten wanneer deze de EU-wetgeving uitvoeren. Het verzoekschrift heeft betrekking op wetten van de Spaanse nationale autoriteiten, en daarom is het Handvest alleen van toepassing als deze wetten deel uitmaken van de toepassing van de EU-wetgeving. Dit lijkt echter niet het geval. Op dit moment bestaat er geen Europese wet die verbiedt dat nationale wetten wijzigingen mogen aanbrengen in praktijken die daarvoor volgens collectieve overeenkomsten waren geregeld. De door indiener naar voren gebrachte wijzigingen lijken niet in strijd te zijn met de minimumnormen die worden opgelegd in de relevante EU-richtlijnen inzake arbeidsrecht. Volgens Richtlijn 2003/88/EG (de arbeidstijdenrichtlijn) komt de nieuwe arbeidstijdlimiet van 1 750 uur per jaar bijvoorbeeld overeen met ongeveer 36,4 uur per week, terwijl de maximumlimiet voor gemiddelde arbeidstijd per week (inclusief eventuele overuren) volgens die richtlijn 48 uur bedraagt. Bovendien is er geen EU-wet op het gebied van arbeidsrecht waarin beloningen zijn geregeld, PE450.810v03-00 2/6 CM\892832.doc

aangezien in artikel 153 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) is vastgelegd dat de bepalingen niet van toepassing zijn op de beloning. De zaken die door indiener naar voren zijn gebracht dienen op grond van de nationale in plaats van de Europese wetgeving te worden opgelost. Blijkbaar zijn er bij nationale rechtbanken in Spanje al processen gevoerd over dit onderwerp. Indiener voert aan dat het koninklijk besluit in strijd is met Verordening (EG) nr. 2096/2005. Deze vraag is ook onderzocht, en het blijkt dat volgens deze verordening eisen die betrekking hebben op het personeel van verleners van luchtvaartnavigatiediensten (bijlage I, punt 5) apart behandeld worden van veiligheidseisen (bijlage II, punt 3.2) en in principe niet onderhevig zijn aan risicobeoordelingen en -beperkingen. Op grond van de verordening is het in ieder geval de verantwoordelijkheid van de Spaanse nationale toezichthoudende instantie, en niet van de Commissie, om te controleren of de verleners van luchtvaartnavigatiediensten in Spanje aan deze verplichtingen voldoen en om passende maatregelen tegen hen te treffen indien zij hierbij in gebreke blijven. Ten aanzien van dat aspect heeft de Europese Commissie de in dit verzoekschrift vervatte informatie opgestuurd naar Spanje. Daarnaast heeft een Spaanse luchtverkeersleider in februari 2010 een verzoek ingediend bij het Europees Hof voor Justitie voor het instellen van een kort geding wegens nalatigheid van de Europese Commissie en het Europees Parlement omtrent het Spaanse koninklijk besluit (zaak T-61/10 Victoria Sanchez/Europees Parlement en Europese Commissie). Het Hof heeft het verzoek op 30 juni 2010 verworpen op basis van de overweging dat de zaak onder nationale bevoegdheid valt. 4. Antwoord van de Commissie, ontvangen op 11 februari 2011. Verzoekschriften 331/2010 en 651/2010 Indiener van verzoekschrift nr. 651/2010 dient te worden verwezen naar het antwoord dat de Commissie reeds heeft gegeven op verzoekschrift nr. 331/2010, aangezien beide verzoekschriften hetzelfde onderwerp betreffen. Naar aanleiding van de eerste mededeling van de Commissie inzake verzoekschrift nr. 331/2010, heeft indiener een aantal aanvullende punten ingediend, die als volgt kunnen worden samengevat: Indiener klaagt over een vermeende inbreuk op de artikelen 151 en 153 VWEU, alsmede op de artikelen 20, 21 en 31 van het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie. Tevens beweert hij dat artikel 5, lid 3 en artikel 156 VWEU in samenhang met artikel 17 VEU niet zijn nageleefd. Verder beweert indiener dat er inbreuk is gepleegd op de volgende secundaire EU-wetgeving: Verordening nr. 216/2008; Verordening nr. 2096/2005; artikel 17, lid 3 van Richtlijn 2003/88/EG; overwegingen 7 en 23 van Richtlijn 2002/14/EG; artikel 8 van Richtlijn 2000/78/EG; en clausule 8, punt 3 van Richtlijn 1999/70/EG. De Commissie heeft de volgende opmerkingen met betrekking tot de door indiener ingebrachte nieuwe punten: CM\892832.doc 3/6 PE450.810v03-00

i) Zoals reeds aangegeven in de vorige mededeling, beschikt de Europese Commissie op grond van het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) niet over algemene bevoegdheden om in te grijpen in het geval van vermeende schendingen van grondrechten. De Commissie kan dit alleen doen als er sprake is van een probleem met de Europese wetgeving 1. Het verzoekschrift heeft betrekking op wetten van de Spaanse nationale autoriteiten (en niet op wetten van de EU-instellingen): het Handvest is derhalve alleen van toepassing als de desbetreffende wetten EU-wetgeving ten uitvoer brengen. Dit lijkt echter niet het geval. Op dit moment bestaan er geen Europese wetten die verbieden dat nationale wetten wijzigingen aanbrengen in praktijken die daarvoor volgens collectieve overeenkomsten waren geregeld. Daarnaast kunnen de artikelen 151 en 153 van het VWEU omwille van hun programmatische aard (in de eerste worden doelstellingen en in de tweede terreinen van sociaal beleid op EU-niveau uiteengezet) niet dienen als rechtsgrondslag voor inbreukprocedures. Al citeert indiener een aantal aanvullende bepalingen van het Handvest van de Grondrechten van de EU (te weten de artikelen 20, 21 en 31), hij verzuimt aan te geven welke specifieke EU-wetgeving wordt uitgevoerd door de bestreden Spaanse wetgeving. ii) Verder citeert indiener ter onderbouwing van zijn standpunt een aantal bepalingen uit de secundaire EU-wetgeving. Hij noemt met name artikel 17, lid 3 van Richtlijn 2003/88/EG. Dit artikel voorziet in bepaalde afwijkingen met betrekking tot de toepassing van bepaalde overige bepalingen van Richtlijn 2003/83/EG. De Commissie herinnert eraan dat het aan de lidstaten is om dit artikel al dan niet om te zetten ( afwijkingen van [worden] toegestaan ). Het is daarom mogelijk dat de lidstaten afwijkingen opnemen. Als zij hiertoe besluiten, is het mogelijk dat dergelijke afwijkingen worden aangenomen in de vorm van wetgeving, d.w.z. op een andere manier dan door een collectieve overeenkomst. Voorts citeert indiener een aantal overwegingen (namelijk 7 en 23) van Richtlijn 2002/14/EG. Behalve het meer algemene punt van de niet-bindende kracht van overwegingen (in tegenstelling tot de artikelen van de richtlijnen), dient erop te worden gewezen dat deze richtlijn slechts betrekking heeft op de voorlichting aan en het overleg met vertegenwoordigers van werknemers en niet met collectieve onderhandelingen. Indiener citeert tevens naar artikel 8 van Richtlijn 2000/78/EG. De bedoeling van de richtlijn is echter discriminatie op de werkvloer op bepaalde gronden, zoals godsdienst of overtuigingen, handicap, leeftijd of seksuele geaardheid, te verbieden. In het huidige geval zijn er geen aanwijzingen van discriminatie op dergelijke gronden. Tot slot heeft Richtlijn 1999/70/EG (waarvan clausule 8, punt 3 wordt geciteerd) betrekking op non-discriminatie en voorkoming van misbruik met betrekking tot werknemers met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. Opnieuw wordt de relevantie van deze richtlijn voor 1 Al wordt in artikel 6, lid 1 van de VEU bepaald dat [de] Unie... de rechten, vrijheden en beginselen [erkent] die zijn vastgesteld in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie van 7 december 2000, als aangepast op 12 december 2007 te Straatsburg, dat dezelfde rechtskracht als de Verdragen heeft, in de tweede subparagraaf wordt tevens bepaald dat [de] bepalingen van het Handvest... geenszins een verruiming [inhouden] van de bevoegdheden van de Unie zoals bepaald bij de Verdragen. Bovendien is in artikel 51 van het Handvest van de grondrechten van de EU vastgesteld dat de bepalingen van dit artikel uitsluitend van toepassing zijn op de instellingen van de EU en op de lidstaten wanneer zij het recht van de Unie ten uitvoer brengen. PE450.810v03-00 4/6 CM\892832.doc

de huidige zaak niet onderbouwd. iii) Wat betreft Verordening (EG) nr. 216/2008 en Verordening (EG) nr. 2096/2005 kan het volgende worden opgemerkt: Op grond van Verordening (EG) nr. 2096/2005 is het in ieder geval de verantwoordelijkheid van de Spaanse nationale toezichthoudende instantie, en niet van de Commissie, om te controleren of de verleners van luchtvaartnavigatiediensten in Spanje aan deze verplichtingen voldoen en om passende maatregelen tegen hen te treffen indien zij hierbij in gebreke blijven. Ten aanzien van de toepasbaarheid van de maatregelen waarnaar wordt verwezen in bijlage V(b) van Verordening (EG) nr. 216/2008, zoals gewijzigd door Verordening (EG) nr. 1108/2009, dient te worden aangemerkt dat deze maatregelen pas van toepassing zullen zijn nadat de bijbehorende uitvoeringsbepalingen op 31 december 2012 zijn aangenomen. Conclusie Ondanks de door indiener ingebrachte nieuwe argumenten, houdt de Commissie vast aan haar standpunt dat de in beide verzoekschriften aangekaarte kwesties moeten worden afgehandeld op grond van de nationale wetgeving. Indieners wordt derhalve geadviseerd hun rechten te doen gelden voor de nationale autoriteiten in Spanje, met inbegrip van de rechtbank. 5. REV II Antwoord van de Commissie, ontvangen op 17 februari 2010. Sinds de indiening van hun oorspronkelijke verzoekschrift hebben indieners de gronden van hun verzoekschrift gewijzigd: zij bekritiseren nu niet langer hun werkgever op grond van de arbeidsomstandighedensituatie, maar wijzen op het feit dat er sprake is van een gevaarlijke situatie voor luchtreizigers in het Spaanse luchtruim. Na het debat in de Commissie verzoekschriften in juni 2011 is de Commissie gevraagd informatie over te leggen betreffende de verkeersveiligheid in het Spaanse luchtruim in verband met de citering door Eurocontrol en de juistheid van zijn statistieken, de taakverdeling tussen Eurocontrol en de Commissie, en met betrekking tot de vraag of de Spaanse autoriteiten verplicht kunnen worden gehoor te geven aan (eventuele) aanbevelingen van Eurocontrol, en wat er gebeurt indien Spanje dit niet doet. De Commissie vindt het belangrijk erop te wijzen dat veiligheid in het luchtruim het resultaat is van een combinatie van factoren zoals: menselijke factoren, verkeersgeleiding, technische veiligheidsvoorschriften en technische specificaties. De Commissie is van oordeel dat de statistieken van Eurocontrol betrouwbaar zijn. Zij zijn beschikbaar op de website van Eurocontrol 1. Wat de rol van de EU en Eurocontrol betreft, geldt dat de EU bevoegd is voor beleidsmaatregelen en het vaststellen van wetgeving op het gebied van het gemeenschappelijk Europees luchtruim, en dat Eurocontrol technische bijstand aan de Commissie verleent op basis van regelingen die worden gespecificeerd in een memorandum betreffende een samenwerkingskader van 2003 2 en een door de Commissie en Eurocontrol 1 http://www.eurocontrol.int/articles/lssip. 2 http://ec.europa.eu/transport/air/single_european_sky/co-operation_eurocontrol_en.htm. CM\892832.doc 5/6 PE450.810v03-00

ondertekend financieel contract. Eurocontrol is een intergouvernementele organisatie en zijn besluitvorming moet worden beoordeeld in het licht van het Verdrag van Wenen over het verdragsrecht. Aanbevelingen van Eurocontrol hebben geen bindend karakter voor de partijen die er partij bij zijn, en impliceren dus geen verplichting voor die staten om maatregelen te nemen. Ze vormen voorstellen om de situatie te verbeteren. PE450.810v03-00 6/6 CM\892832.doc