IN EEN OOGOPSLAG COCKPIT



Vergelijkbare documenten
IN EEN OOGOPSLAG. Panoramadak. Parkeerhulp achter

Het online-instructieboekje

Verwarming en ventilatie

F I A T B R A V O NL S N E L G I D S

IN EEN OOGOPSLAG COCKPIT

Belangrijke informatie: Het monteren van elektrische uitrustingen of accessoires die niet onder een artikelnummer in het assortiment van Automobiles

Uw auto komt tot leven op internet!


Bekijk uw gebruiksaanwijzing via de website van Peugeot, rubriek "Persoonlijke pagina".

Het instructieboekje van uw auto is ook te vinden op de website van Peugeot, in de rubriek "MyPeugeot".

Kort overzicht BEDIENINGSKNOPPEN

F I A T NL S N E L G I D S

Het online-instructieboekje

Uw instructieboekje is ook te vinden op de website van Peugeot, in de rubriek "MyPeugeot".

UW 807 IN EEN OOGOPSLAG

Het instructieboekje van uw auto is ook te vinden op de website van Peugeot, in de rubriek "MyPeugeot".


X Veiligheidsgordel 3 Verklikkerlicht brandt (met waarschuwingstoon) bij ingeschakelde ontsteking: Gordel omdoen, zie pagina 33.

Uw gebruiksaanwijzing. CITROEN JUMPER

IN EEN OOGOPSLAG COCKPIT. 1. Hendel motorkapontgrendeling. 2. Koplampverstelling. 3. Uitschakelen airbag aan passagierszijde

4 - In een oogopslag

VOERTUIGCONTROLE SEAT IBIZA. Rijschool van Zuylen

UW INSTRUCTIEBOEKJE OP INTERNET!

COCKPIT

Het instructieboekje online

INSTRUMENTENPANEEL BENZINE - DIESEL MET HANDGESCHAKELDE VERSNELLINGSBAK KLOKKEN. Display

De voorkant. De zijkant. De banden

COP LUM KA NL :43 Pagina 1. Feel the difference. FordKa Instructieboekje. Owner s handbook

De voorkant. De zijkant. De banden

UW INSTRUCTIEBOEKJE OP INTERNET!

PROFICIAT MET UW NIEUWE VOLVO! VOLVO V70 & XC70 quick guide

F I A T

Instructie Voertuig (auto) controle Kia Cee d Autorijschool Lolkama

LCD scherm va LCD scherm

veiligheid van de inzittenden; conditie van de auto; bescherming van het milieu.

RCW Afstandsbediening

FIAT PANDA NL INSTRUCTIEBOEK

4 - IN EEN OOGOPSLAG

Voertuig Controle BMW 116d Sportline

FIAT MULTIPLA NL INSTRUCTIEBOEK

Uw gebruiksaanwijzing. CITROEN C5 SEDAN

LCD scherm ve LCD scherm

UW 307 SW IN EEN OOGOPSLAG 1

COP Quick start KA OLANDESE :32 Pagina 1. FordKa. Feel the difference

Ontgrendelen van de achterdeuren

F I A T P U N T O NL I N S T R U C T I E B O E K I N S T R U C T I E B O E K

veiligheid van de inzittenden; conditie van de auto; bescherming van het milieu.

Het instructieboekje van uw auto is ook te vinden op de website van Peugeot, in de rubriek "MyPeugeot".

FIAT PUNTO NL INSTRUCTIEBOEK

FIAT SCUDO NL INSTRUCTIEBOEK

Groep 10 IMD42 Niels Cremers Marc Hensen Sander Keurentjes Mathijs Mejan. De Handleiding

Verwarming en ventilatie

ELEKTRISCHE INSTALLATIE BI-VAN CAN COM2000

FIAT DUCATO NL INSTRUCTIEBOEK

Voertuig Controle Golf 7

UW 206 IN EEN OOGOPSLAG 1

NL ESP-Systeem

IN EEN OOGOPSLAG. Blz. Stoelen Cockpit Dashboard Spiegels 85

Climate control VENTILATIEOPENINGEN

Wij raden u aan de waarschuwingen en tips aandachtig te lezen die worden voorafgegaan door de symbolen:

Praktijk Vragen over auto

2 UW 206 IN EEN OOGOPSLAG

De online-gebruiksaanwijzing

De online-gebruiksaanwijzing

UW 206 IN EEN OOGOPSLAG

Praktijk Vragen over auto

INFO DIAG DIAGNOSE- APPARATUUR

ELEKTRISCHE INSTALLATIE BI-VAN CAN COM2000

WAAROM KIEZEN VOOR ORIGINELE ONDERDELEN

Centrale ontgrendeling. Centrale vergrendeling

GT-912/GT-913/GT-914 Gebruikers handleiding

************************* **************** ******** ***

Het instructieboekje online

G A PSL O G O O EEN IN

INSTRUCTIEBOEK NL ALFA

gefeliciteerd MeT de AAnkOOP VAn Uw VOLVO XC90 quick guide

Het instructieboekje van uw auto is ook te vinden op de website van Peugeot, in de rubriek "MyPeugeot".

RUITENWISSERS/-SPROEIERS

GEFELICITEERD MET DE AANKOOP VAN UW NIEUWE VOLVO!

FIAT PUNTO NL INSTRUCTIEBOEK

Lampen en waarschuwingslampjes

Elektrische installatie

Flipbook Start MyPeugeot Start MyPeugeot. De app Start MyPeugeot is beschikbaar voor uw auto en helpt u uw nieuwe Peugeot nog beter te leren kennen.

Buitentemperatuurmeter met ijzelalarm (lager dan 3 C)

Het online-instructieboekje

Waarschuwingslampjes WAARSCHUWINGSLAMPJES

UW INSTRUCTIEBOEKJE OP INTERNET!

EERSTE KENNISMAKING B U I T E N Z I J D E. Open dak

De online-gebruiksaanwijzing

De online-gebruiksaanwijzing

2 UW IN EEN OOGOPSLAG

Bedrade afstandbediening Introductie van het spare part. Knoppen en display van de afstandbediening.

Vehicle Security System VSS3 - Alarm system remote

Uw gebruiksaanwijzing. CITROEN DS5 HYBRIDE

C8_03-2_fr_Gcv.qxd 12/09/03 10:26 Page 1 CITROËN C8 INSTRUCTIEBOEKJE. 0 C:\Documentum\Checkout\V3_03_2_Tcv-NEL.win 15/3/ :35 -page 1

Het online-instructieboekje

AUTO ON OFF BEDIENINGSHANDLEIDING RC 5

: verwijzing rubriek. : verwijzing bladzijde

Programma Eco stand 8-SYMBOOL DISPLAY

INFO DIAG DIAGNOSE- APPARATUUR

Transcriptie:

IN EEN OOGOPSLAG COCKPIT 1. Schakelaar snelheidsregelaar/- begrenzer. 2. Hendel stuurwielverstelling.. Schakelaar verlichting en richtingaanwijzers. 4. Instrumentenpaneel. 5. Airbag bestuurder. Claxon. 6. Versnellingshendel. 7. Handrem. 8. Hendel motorkapontgrendeling. 9. Schakelaars buitenspiegels. Schakelaars ruitbediening. Blokkeerschakelaar ruitbediening achter. 10. Zekeringkast. 11. Koplampverstelling. 12. Verstelbaar en afsluitbaar zijventilatierooster. 1. Zijruitontwaseming. 14. Luidspreker (tweeter). 15. Voorruitontwaseming. 4

IN EEN OOGOPSLAG COCKPIT 1. Contact-/stuurslot. 2. Stuurkolomschakelaar autoradio.. Schakelaar ruitenwissers/ ruitensproeiers/boordcomputer. 4. Schakelaar alarmknipperlichten. 5. Parfumeur. 6. Multifunctioneel display. Verklikkerlampjes veiligheidsgordels. 7. Zonnesensor. 8. Airbag passagier. 9. Dashboardkastje/Uitschakeling airbag aan passagierszijde/ Aansluitingen audio/video. 10. Schakelaar stoelverwarming. 11. Asbak vóór/aansteker. 12. Schakelaar parkeerhulp achter. Schakelaar elektronisch stabiliteitsprogramma (ESP/ASR). Schakelaar centrale vergrendeling. Schakelaar alarm. Schakelaar elektrisch kinderslot. 1. Bedieningspaneel verwarming/ airconditioning. 14. CD-wisselaar. 15. Radio RD4 of radio/telefoon/gps RT. 16. Middelste verstelbare en afsluitbare ventilatieroosters. 5

IN EEN OOGOPSLAG OPENEN Sleutel met afstandsbediening Brandstoftank Motorkap 6 A. Uitklappen/inklappen van de sleutel. B. Ontgrendelen van de auto. 64 i En verder... C. Normale vergrendeling of Supervergrendeling van de auto. 1. Openen van de brandstofvulklep. 2. Openen en bevestigen van de brandstofvuldop. Inhoud van de brandstoftank: ongeveer 50 liter. 77 A. Hendel motorkapontgrendeling interieur. B. Veiligheidshaak. C. Motorkapsteun. 115

IN EEN OOGOPSLAG COMFORT Voorstoel verstellen Stuurwiel verstellen 1. Verstelling in lengterichting. 2. Hoogteverstelling.. Rugleuningverstelling. 4. Hoogte- en hoekverstelling van de hoofdsteun. 52 i En verder... 5. Toegang tot de achterzitplaatsen (-deurs). 6. Armsteun. 7. Stoelverwarming. 1. Ontgrendelen van het stuurwiel met de hendel. 2. Verstellen in hoogte en diepte.. Vergrendelen van het stuurwiel met de hendel. 58 7

IN EEN OOGOPSLAG COMFORT Buitenspiegels verstellen Binnenspiegel instellen Veiligheidsgordel vóór A. Selecteren van de buitenspiegel. B. Verstellen van de buitenspiegel. C. In de middenstand zetten van de selectieschakelaar. 56 8 i En verder... D. Inklappen/uitklappen. 1. Selecteren van de dagstand van de spiegel. 2. Verstellen van de binnenspiegel. 57 1. Vastmaken. 2. In hoogte verstellen. 98

IN EEN OOGOPSLAG ZICHT Verlichting Ruitenwissers Ring A Uit. Ring B Automatisch inschakelen verlichting. Parkeerlicht. Dimlicht/grootlicht. Mistachterlicht. of Mistlampen vóór en mistachterlicht. Hendel A : ruitenwissers vóór 2. Hoge snelheid. 1. Normale snelheid. I. Interval. 0. Uit. AUTO Automatische ruitenwissers of één keer wissen. Ruitensproeiers: trek de hendel naar u toe. 82 Inschakelen van de stand "AUTO" Beweeg de hendel omlaag en laat deze los. Uitschakelen van de stand "AUTO" Beweeg de hendel omhoog en zet deze vervolgens in de stand "0". 84 Ring B : ruitenwisser achter Uit. Interval. Ruitensproeier. 78 8 9

IN EEN OOGOPSLAG VENTILATIE Aanbevolen instellingen Verwarming of handbediende airconditioning Gewenste werking Luchtverdeling Luchtopbrengst Luchtrecirculatie/ Toevoer van buitenlucht Temperatuur Handbediende Airconditioning WARM KOUD ONTWASEMEN ONTDOOIEN Automatische airconditioning: het is raadzaam de volautomatische werking te selecteren met de toets "AUTO". 10

IN EEN OOGOPSLAG CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN Instrumentenpaneel Verklikkerlampjes Rij drukschakelaars A. Als het contact wordt aangezet, moet de wijzer van de brandstofmeter omhoog gaan. B. Bij draaiende motor moet het verklikkerlampje laag brandstofniveau uitgaan. C. Als het contact wordt aangezet, moet de motorolieniveaumeter enkele seconden de melding "OIL OK" weergeven. Ga indien nodig tanken of vul olie bij. 20 1. Als het contact wordt aangezet, gaan de oranje en rode verklikkerlampjes branden. 2. Bij draaiende motor moeten deze lampjes weer uitgaan. Raadpleeg de desbetreffende bladzijde als er lampjes blijven branden. 21 Het branden van een verklikkerlampje geeft de staat van de desbetreffende functie aan. A. Uitschakeling parkeerhulp achter. 112 B. Uitschakeling ESP/ASR. 97 C. Centrale vergrendeling. 7 D. Uitschakeling interieurbeveiliging. 68 E. Inschakeling elektrisch kinderslot. 9 11

IN EEN OOGOPSLAG VEILIGHEID VOOR DE INZITTENDEN STARTEN Airbag voorpassagier Veiligheidsgordels voor en achter Contactslot 1. Open het dashboardkastje. 2. Steek de sleutel in de schakelaar.. Selecteer de stand: "ON" (inschakelen) wanneer een passagier op de voorstoel zit of een kinderzitje "met het gezicht in de rijrichting" is bevestigd, "OFF" (uitschakelen) wanneer een kinderzitje "met de rug in de rijrichting" is bevestigd. 4. Verwijder de sleutel zonder de stand van de schakelaar te veranderen. 101 A. Verklikkerlampje veiligheidsgordel links voor niet vastgemaakt of weer losgemaakt (rood). B. Verklikkerlampje veiligheidsgordel rechts voor vastgemaakt (groen). C. Verklikkerlampje veiligheidsgordel links achter vastgemaakt (groen). D. Verklikkerlampje veiligheidsgordel midden achter weer losgemaakt (rood). E. Verklikkerlampje veiligheidsgordel rechts achter vastgemaakt (groen). 99 1. Stand Stop. 2. Stand Contact.. Stand Starten. 66 12

IN EEN OOGOPSLAG RIJDEN Snelheidsbegrenzer Snelheidsregelaar Weergave op het instrumentenpaneel 1. Selecteren/deactiveren van de snelheidsbegrenzer. 2. Verlagen van de ingestelde snelheid.. Verhogen van de ingestelde snelheid. 4. Snelheidsbegrenzer aan/uit. Het instellen van de snelheid is alleen mogelijk bij draaiende motor. 108 1. Selecteren/deactiveren van de snelheidsregelaar. 2. Verlagen van de ingestelde snelheid.. Verhogen van de ingestelde snelheid. 4. Snelheidsregelaar aan/uit. Het instellen van een snelheid en het activeren van de snelheidsregelaar is alleen mogelijk bij een wagensnelheid hoger dan 40 km/h, vanaf de vierde versnelling (handgeschakelde versnellingsbak). 110 Als de snelheidsregelaar of -begrenzer is ingeschakeld, verschijnen de instellingen van het systeem op het instrumentenpaneel. Snelheidsregelaar Snelheidsbegrenzer 1

IN EEN OOGOPSLAG EXTERIEUR Panoramadak Dankzij het brede glazen dak zijn het zicht en de lichtinval in het interieur ongekend. 76 Parkeerhulp achter Deze functie waarschuwt u tijdens het achteruitrijden voor obstakels achter de auto. 112 Bochtverlichting Deze extra verlichting zorgt automatisch voor een optimaal zicht in bochten. 81 Controlesysteem bandenspanning Deze functie bewaakt de bandenspanning van alle banden en waarschuwt u in het geval van een lekke band of een te lage bandenspanning. 95 14

IN EEN OOGOPSLAG INTERIEUR Airconditioning met gescheiden regeling Deze functie maakt het mogelijk de airconditioning voor de bestuurders- en passagierszijde afzonderlijk in te stellen. Aan de hand van deze instellingen en de weersomstandigheden wordt de airconditioning vervolgens automatisch geregeld. 49 Parfumeur De in het ventilatiesysteem opgenomen parfumeur zorgt voor de verspreiding van een aangename geur (naar keuze) in het gehele interieur. 51 "2 Tronic" versnellingsbak Deze uitvoering combinert de voordelen van zowel een volautomatische functie, een handgeschakelde functie als een auto-sequentiële functie. 105 Audio- en communicatiesystemen Deze uitvoeringen kunnen zijn voorzien van de nieuwste technologie: de MP- compatible autoradio RD4, de Bluetooth handsfree set, de autoradio/telefoon RT met navigatiesysteem, JBL audiosysteem. RT 151 RD4 174 15

1 CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN INSTRUMENTENPANEEL BENZINE - DIESEL MET HANDGESCHAKELDE OF "2 TRONIC" VERSNELLINGSBAK Display De klokken en verklikkerlampjes op het instrumentenpaneel geven informatie over de werking van de auto. Klokken 1. Toerenteller. Geeft het motortoerental aan (x 1 000/min). 2. Brandstofniveaumeter. Geeft de resterende hoeveelheid brandstof in de tank aan.. Koelvloeistoftemperatuurmeter. Geeft de koelvloeistoftemperatuur aan ( Celsius). 4. Snelheidsmeter. Geeft de wagensnelheid aan (km/h of mph). 5. Olietemperatuurmeter. Geeft de motorolietemperatuur aan ( Celsius). 6. Display. 7. Knop nulstelling. Knop voor de nulstelling van de geselecteerde functie (dagteller of onderhoudsintervalindicator). 8. Dimmer dashboardverlichting. Knop voor de instelling van de lichtsterkte van de dashboardverlichting. 9. "2 Tronic" versnellingsbak. Geeft het geselecteerde programma en de ingeschakelde versnelling aan. A. Snelheidsbegrenzer of Snelheidsregelaar. (km/h of mph) B. Dagteller. (km of miles) C. Onderhoudsintervalindicator. (km of miles), vervolgens: Motorolieniveaumeter. vervolgens: Kilometerteller. (km of miles) Deze drie functies worden achtereenvolgens weergegeven als het contact wordt aangezet. Raadpleeg voor meer informatie over de werking en de weergave van een bepaalde functie het desbetreffende hoofdstuk. 20

Verklikkerlampjes CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN Verklikkerlampjes tijdens het rijden De volgende verklikkerlampjes geven aan dat de desbetreffende functie is ingeschakeld. 1 Richtingaanwijzer links. Dimlicht. Grootlicht. De verklikkerlampjes geven de bestuurder informatie over de werking van een systeem (ingeschakeld of uitgeschakeld) of waarschuwen de bestuurder in het geval van een storing (waarschuwingslampje).! Verklikkerlampjes kunnen constant branden of knipperen. Een aantal verklikkerlampjes heeft beide mogelijkheden. Of het constant branden of knipperen van een verklikkerlampje duidt op een storing, is afhankelijk van de werkingsfase van de auto. Bij het aanzetten van het contact Als het contact wordt aangezet, gaan de waarschuwingslampjes enkele seconden branden. Zodra de motor wordt gestart, moeten deze lampjes weer uitgaan. Als het lampje blijft branden, controleer dan voordat u gaat rijden welke functie het betreft. Bijbehorende waarschuwingen Sommige verklikkerlampjes kunnen gaan branden in combinatie met een geluidssignaal en een melding op het multifunctionele display. Handrem aangetrokken. Richtingaanwijzer rechts. Mistlampen vóór. Mistachterlicht. Voorgloeien dieselmotor. Wacht met starten van de motor tot dit verklikkerlampje uit is. 21

1 CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN Verklikkerlampjes uitgeschakelde functies De volgende verklikkerlampjes geven aan dat de desbetreffende functie handmatig is uitgeschakeld. Uitschakeling airbag aan passagierszijde. De airbag aan passagierszijde is na het starten van de auto automatisch ingeschakeld. De airbag kan met een speciale schakelaar in het dashboardkastje worden uitgeschakeld. Het verklikkerlampje blijft branden om dit te bevestigen. Uitschakeling elektronisch stabiliteitsprogramma (ESP). Het ESP is na het starten van de auto automatisch ingeschakeld. Het systeem kan met de desbetreffende toets in het midden van het dashboard worden uitgeschakeld. Het verklikkerlampje en het lampje in de schakelaar blijven branden om dit te bevestigen. 22

Waarschuwingslampjes CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN Service. Het verklikkerlampje service gaat branden in het geval van een storing in een systeem zonder specifiek verklikkerlampje. De melding op het multifunctionele display geeft aan welke functie het betreft. Controleer: - de batterij van de afstandsbediening, - de bandenspanning, - het motorolieniveau, - het niveau van de ruitensproeiervloeistof, - de staat van de lampen. Raadpleeg in andere gevallen een PEUGEOT-servicepunt. 1 Als bij draaiende motor of tijdens het rijden een van de volgende verklikkerlampjes gaat branden, wijst dit op een storing in het desbetreffende systeem en moet de bestuurder actie ondernemen.! In het geval van een storing waarbij een waarschuwingslampje gaat branden, moet de aanvullende informatie via een melding op het multifunctionele display worden gelezen. Raadpleeg indien nodig een PEUGEOTservicepunt. Waarschuwingslampje STOP. Dit waarschuwingslampje brandt in combinatie met een ander waarschuwingslampje: - lekke band, - remsysteem, - oliedruk, - koelvloeistoftemperatuur. Zet de auto zo snel mogelijk op een veilige plaats stil. Lekke band. Dit lampje gaat branden als één of meer banden lek zijn. Zet de auto zo snel mogelijk op een veilige plaats stil. Verwissel de lekke band en laat deze repareren door een PEUGEOT-servicepunt. Antiblokkeersysteem (ABS). Dit lampje gaat branden in het geval van een storing in het antiblokkeersysteem. De normale remwerking met rembekrachtiging blijft echter behouden. 2

1 CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN Airbags. Dit lampje gaat branden in het geval van een storing in één van de airbags (airbags vóór, zij-airbags of window-airbags) of de pyrotechnische gordelspanners. Elektronisch stabiliteitsprogramma (ESP). Het ESP wordt automatisch ingeschakeld als de motor wordt gestart. Als het systeem niet is uitgeschakeld en dit verklikkerlampje constant brandt en het lampje in de schakelaar knippert, wijst dit op een storing in het systeem. Zelfdiagnosesysteem motor. Dit lampje gaat branden in het geval van een storing in het motor management systeem. Als het lampje knippert, wijst dit op een storing in de emissieregeling. Motoroliedruk. Dit lampje gaat branden in het geval van een storing in het smeersysteem van de motor. Zet de auto zo snel mogelijk op een veilige plaats stil. Bochtverlichting. Dit lampje gaat knipperen in het geval van een storing in het systeem van de bochtverlichting. Laden van de accu. Dit lampje gaat branden in het geval van een storing in het laadcircuit van de accu (gecorrodeerde of losgeraakte accupolen, dynamoriem slap of gebroken,...). Remsysteem. Dit lampje gaat branden in het geval van een storing in het remsysteem: - te laag remvloeistofniveau, - storing elektronische remdrukregelaar (REF) (het verklikkerlampje ABS brandt in dat geval ook), Zet de auto zo snel mogelijk op een veilige plaats stil. Controleer tijdens het rijden of de handrem niet is aangetrokken. Laag brandstofniveau. Dit lampje gaat branden op het moment dat u met de resterende hoeveelheid brandstof nog ongeveer 50 km kunt rijden. De inhoud van de brandstoftank bedraagt ongeveer 50 liter. Te laag koelvloeistofniveau. Dit lampje gaat knipperen in het geval van een te laag koelvloeistofniveau. Zet de auto zo snel mogelijk op een veilige plaats stil. Geopend portier. Een portier, de achterklep of de motorkap is nog geopend: - bij een snelheid lager dan 10 km/h brandt dit lampje constant, - bij een snelheid hoger dan 10 km/h brandt dit lampje constant, in combinatie met een geluidssignaal. Veiligheidsgordel niet vastgemaakt. Dit lampje gaat branden als de bestuurder* en/of voorpassagier zijn veiligheidsgordel niet heeft vastgemaakt of weer heeft losgemaakt. Dit lampje gaat ook branden als de veiligheidsgordels van één of meer achterpassagiers zijn losgemaakt. Stuurbekrachtiging. Dit lampje gaat branden in het geval van een storing in de elektrische stuurbekrachtiging. Water in brandstoffilter. Dit lampje gaat branden in het geval van de aanwezigheid van water in het brandstoffilter (diesel). Er bestaat kans op schade aan het inspuitsysteem bij dieselmotoren. 24 * Volgens land van bestemming.

CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN 1 Koelvloeistoftemperatuurmeter De koelvloeistoftemperatuurmeter geeft de bestuurder tijdens het rijden informatie over de koelvloeistoftemperatuur. De temperatuur en de druk in het koelcircuit beginnen na enkele minuten rijden te stijgen. Alvorens koelvloeistof bij te vullen: wacht tot de motor is afgekoeld, draai de dop twee omwentelingen los om de druk te laten dalen, verwijder vervolgens de dop, vul bij tot aan het merkteken "MAXI". Motorolietemperatuurmeter De motorolietemperatuurmeter geeft de bestuurder tijdens het rijden informatie over de motorolietemperatuur. Als bij draaiende motor de wijzer zich bevindt in: - zone A, is de temperatuur in orde, - zone B, is de temperatuur te hoog. Het verklikkerlampje te hoge koelvloeistoftemperatuur 1 gaat branden in combinatie met het verklikkerlampje STOP, een geluidssignaal en een melding op het multifunctionele display. Stop zo snel mogelijk op een veilige plaats. Raadpleeg een PEUGEOT-servicepunt. Als bij draaiende motor de wijzer zich bevindt in: - zone C, is de temperatuur in orde, - zone D, is de temperatuur te hoog. Het verklikkerlampje motoroliedruk gaat branden in combinatie met het verklikkerlampje STOP, een geluidssignaal en een melding op het multifunctionele display. Stop zo snel mogelijk op een veilige plaats. Raadpleeg een PEUGEOT-servicepunt. 25

1 CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN Onderhoudsintervalindicator De onderhoudsintervalindicator geeft aan hoeveel kilometer u nog verwijderd bent van de eerstvolgende onderhoudscontrole volgens het onderhoudsschema van de fabrikant. Deze afstand wordt berekend vanaf de laatste nulstelling van de onderhoudsintervalindicator op basis van twee parameters: - het aantal afgelegde kilometers, - de verstreken tijd sinds de laatste onderhoudscontrole. De afstand tot de eerstvolgende beurt is meer dan 1.000 km Als het contact wordt aangezet, gaat gedurende 5 seconden de onderhoudssleutel branden. De kilometerteller geeft de resterende kilometers tot de eerstvolgende onderhoudscontrole aan. Voorbeeld: De afstand tot de eerstvolgende onderhoudscontrole bedraagt 4.800 km. Als het contact wordt aangezet, geeft het display gedurende 5 seconden het volgende aan: 5 seconden na het aanzetten van het contact verdwijnt de onderhoudssleutel; de teller geeft weer de kilometerstand en de stand van de dagteller aan. De afstand tot de eerstvolgende beurt is minder dan 1.000 km Voorbeeld: De afstand tot de eerstvolgende onderhoudscontrole bedraagt 900 km. Als het contact wordt aangezet, geeft het display gedurende 5 seconden het volgende aan: 5 seconden na het aanzetten van het contact treedt de kilometerteller weer in werking en blijft de onderhoudssleutel branden om aan te geven dat er binnenkort onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd moeten worden. 26

CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN 1 De afstand tot de eerstvolgende beurt is overschreden Als het contact wordt aangezet, gaat gedurende 5 seconden de onderhoudssleutel knipperen om aan te geven dat de onderhoudswerkzaamheden zo spoedig mogelijk uitgevoerd moeten worden. Voorbeeld: u hebt de afstand tot de eerstvolgende onderhoudsbeurt met 00 km overschreden. Als het contact wordt aangezet, geeft het display gedurende 5 seconden het volgende aan: Op 0 zetten van de onderhoudsintervalindicator 5 seconden na het aanzetten van het contact treedt de kilometerteller weer in werking en blijft de onderhoudssleutel branden. i De factor tijd kan worden meegewogen bij de nog af te leggen kilometers, afhankelijk van de rijgewoonten van de bestuurder. De onderhoudssleutel kan ook gaan branden als het interval van twee jaar is overschreden. De onderhoudsintervalindicator moet na elke onderhoudsbeurt op 0 gezet worden. Voer dit als volgt uit: zet het contact af, druk op de resetknop van de dagteller en houd deze ingedrukt, zet het contact aan; de kilometerteller begint terug te tellen, laat de knop los als het display "=0" aangeeft; de onderhoudssleutel verdwijnt. i Als u na deze handeling de accu wilt loskoppelen, vergrendel dan de auto en wacht minimaal 5 minuten. Het op 0 zetten van de onderhoudsintervalindicator zal anders niet worden opgeslagen. 27

1 CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN Motorolieniveaumeter De motorolieniveaumeter geeft aan of het motoroliepeil in orde is. Olieniveau correct Storing motorolieniveaumeter Te weinig olie Als de aanduiding "OIL --" knippert, duidt dit op een storing in de motorolieniveaumeter. Raadpleeg een PEUGEOTservicepunt. Bij het aanzetten van het contact wordt eerst de onderhoudsintervalindicator weergegeven en vervolgens gedurende enkele seconden het motorolieniveau. i Een controle van het olieniveau is alleen betrouwbaar als de auto op een vlakke, horizontale ondergrond staat en de motor minstens 15 minuten niet heeft gedraaid. Als de aanduiding "OIL" knippert in combinatie met het verklikkerlampje service, een geluidssignaal en een melding op het multifunctionele display, is het motorolieniveau te laag. Controleer het olieniveau met de peilstok. Als blijkt dat het olieniveau te laag is, moet olie worden bijgevuld om te voorkomen dat ernstige motorschade ontstaat. Oliepeilstok Raadpleeg het hoofdstuk "Controles" voor de plaats van de peilstok en het bijvullen van motorolie voor het motortype van uw auto. 2 merktekens op de peilstok: - A = maxi; het oliepeil mag nooit boven het niveau A uitkomen, - B = mini; als het oliepeil niet boven het niveau B uitkomt, moet het voor de motor van uw auto voorgeschreven type motorolie worden bijgevuld via de vuldop. 28

Kilometerteller De kilometerteller geeft de totale kilometerstand van de auto aan. Dimmer dashboardverlichting U kunt de lichtsterkte van de dashboardverlichting handmatig aanpassen aan het licht van de omgeving. CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN KLOKJE Bij het geïntegreerde klokje kunnen de uren en de minuten afzonderlijk worden ingesteld. 1 De kilometerteller en dagteller worden gedurende 0 seconden weergegeven bij het afzetten van het contact, bij het openen van het bestuurdersportier en bij het vergrendelen en ontgrendelen van de auto. Dagteller De dagteller geeft het aantal gereden kilometers weer nadat de bestuurder de teller op 0 heeft gezet. Druk bij aangezet contact op de knop tot de dagteller op 0 staat. Actief Als de verlichting van de auto is ingeschakeld: druk op de knop om de sterkte van de dashboardverlichting te variëren, als de verlichting de zwakste stand heeft bereikt, laat de knop dan los en druk hem opnieuw in om de verlichting weer feller te maken, of als de verlichting de sterkste stand heeft bereikt, laat de knop dan los en druk hem opnieuw in om de verlichting weer zwakker te maken, laat de knop los zodra de gewenste lichtsterkte is bereikt. Inactief De dashboardverlichting kan niet worden ingesteld als de verlichting van de auto is uitgeschakeld of, bij auto s met verlichting overdag, in de dagstand staat. Knop 1: instellen van de uren. Knop 2: instellen van de minuten. Instellen Druk kort op de desbetreffende knop om de tijd in een laag tempo in te stellen. of Houd de knop ingedrukt om de tijd in een hoger tempo in te stellen. 29

1 CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN MONOCHROOM DISPLAY A (zonder autoradio RD4) Toetsen Algemeen menu Weergave op het display Dit display kan de volgende informatie weergeven: - de tijd, - de datum, - de buitentemperatuur* (de temperatuur knippert bij kans op gladheid), - controle van te openen carrosseriedelen (portieren, achterklep,...), - informatie van de boordcomputer (zie het einde van dit hoofdstuk). Het display kan tijdelijk waarschuwingsmeldingen (bijv.: "Storing emissieregeling") of informatie (bijv.: "Achterklep open") weergeven. Deze kunnen worden gewist door op de toets "ESC" te drukken. Het display kan met behulp van drie toetsen worden bediend: - "ESC" om de uitgevoerde handeling af te breken, - "MENU" om een overzicht van de menu s of hulpmenu s weer te geven, - "OK" om het gewenste menu of hulpmenu te selecteren. Druk op de toets "MENU" om een overzicht van de diverse menu s in het algemene menu weer te geven: - configuratie van de auto, - opties, - instellingen display, - talen, - eenheden. Druk op de toets "OK" om het gewenste menu te selecteren. * Uitsluitend bij auto s met airconditioning. 0

Configuratie van de auto CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN Instellingen display Talen Als het menu "Instellingen disp." is geselecteerd, kunnen de volgende para- kan de taal van de weergave van het Als het menu "Talen" is geselecteerd, meters worden ingesteld: display worden gewijzigd (Français, Italiano, Nederlands, Portugues, Portugu- - jaar, - maand, es-brasil, Deutsch, English, Español). - dag, - uren, - minuten, - tijdsaanduiding in 12 of 24 uur. Eenheden Als het menu "Eenheden" is geselecteerd, kunnen de eenheden van de volgende parameters worden gewijzigd: - temperatuur ( C of F), - brandstofverbruik (l/100 km, mpg of km/l). Selecteer een parameter en druk op de toets "OK" om de waarde te wijzigen. 1 Als het menu "Config. auto" is geselecteerd, kunnen de volgende functies geactiveerd of gedeactiveerd worden: - het inschakelen van de ruitenwisser achter als de achteruitversnelling wordt ingeschakeld (zie het hoofdstuk "Zicht"), - de bochtverlichting (zie het hoofdstuk "Zicht"), - de follow me home verlichting (zie het hoofdstuk "Zicht"). Opties Als het menu "Opties" is geselecteerd, kan de status van de verschillende functies worden weergegeven (geactiveerd, gedeactiveerd, storing). Wacht ongeveer 10 seconden tot de gewijzigde waarde is opgeslagen of druk op de toets "ESC" om de uitgevoerde handeling af te breken. Vervolgens keert het display terug naar het vorige scherm.! Om veiligheidsredenen mag de bestuurder het multifunctionele display alleen bedienen als de auto stilstaat. 1

1 CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN MONOCHROOM DISPLAY A Toetsen Algemeen menu Weergave op het display Dit display kan de volgende informatie weergeven: - de tijd, - de datum, - de buitentemperatuur* (er verschijnt een melding bij kans op gladheid), - controle van te openen carrosseriedelen (portieren, achterklep,...), - informatie van de autoradio (radio, CD,...), - de boordcomputerfuncties (zie het einde van dit hoofdstuk). Het display kan tijdelijk waarschuwingsmeldingen (bijv.: "Storing emissieregeling") of informatie (bijv.: "Achterklep open") weergeven. Deze kunnen worden gewist door op de toets "ESC" te drukken. * Uitsluitend bij auto s met airconditioning. 2 Druk op het bedieningspaneel van de autoradio RD4: op de toets "MENU" voor toegang tot het algemene menu, op de toets " " of " " om door de items op het display te scrollen, op de toets "MODE" om de permanent weergegeven toepassing te wijzigen (boordcomputer, audio,...), op de toets " " of " " om de waarde van een instelling te wijzigen, op de toets "OK" om te bevestigen, of op de toets "ESC" om de uitgevoerde handeling af te breken. Druk op de toets "MENU" om het algemene menu weer te geven en op de toets " " of " " om door de items op het display te scrollen: - radio-cd, - configuratie van de auto, - opties, - instellingen display, - talen, - eenheden, Druk op de toets "OK" om het gewenste menu te selecteren. Radio-CD Als de autoradio RD4 is ingeschakeld en het menu "Radio-CD" is geselecteerd, kunnen de functies van de radio (RDS, REG), de CD-speler of de CD-wisselaar (introscan, willekeurig afspelen, herhalen van CD) worden geactiveerd of gedeactiveerd. Raadpleeg voor meer informatie over de radio/cd-speler het gedeelte "RD4" van het hoofdstuk "Audio en telematica".

CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN 1 Configuratie van de auto Instellingen display Als het menu "Instellingen disp" is geselecteerd, kunnen de volgende parameters worden ingesteld: - jaar, - maand, - dag, - uren, - minuten, - tijdsaanduiding in 12 of 24 uur. Talen Als het menu "Talen" is geselecteerd, kan de taal van de weergave van het display worden gewijzigd (Français, Italiano, Nederlands, Portugues, Portugues-Brasil, Deutsch, English, Español). Eenheden Als het menu "Eenheden" is geselecteerd, kunnen de eenheden van de volgende parameters worden gewijzigd: - temperatuur ( C of F), - brandstofverbruik (l/100, mpg of km/l). Als het menu "Config. auto" is geselecteerd, kunnen de volgende functies geactiveerd of gedeactiveerd worden: - het inschakelen van de ruitenwisser achter als de achteruitversnelling wordt ingeschakeld (zie het hoofdstuk "Zicht"), - de bochtverlichting (zie het hoofdstuk "Zicht"), - de follow me home verlichting (zie het hoofdstuk "Zicht"). Opties Als het menu "Opties" is geselecteerd, kan de status van de verschillende functies worden weergegeven (geactiveerd, gedeactiveerd, storing). Selecteer een parameter en druk op de toets " " of " " om de waarde te wijzigen. Druk op de toets " " of " " om de vorige of volgende parameter te selecteren. Druk op de toets "OK" om de gewijzigde waarde op te slaan en terug te keren naar het vorige scherm of druk op de toets "ESC" om de uitgevoerde handeling af te breken.! Om veiligheidsredenen mag de bestuurder het multifunctionele display alleen bedienen als de auto stilstaat.

1 CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN MONOCHROOM DISPLAY C Toetsen Algemeen menu Weergave op het display Dit display kan de volgende informatie weergeven: - de tijd, - de datum, - de buitentemperatuur* (de temperatuur knippert bij kans op gladheid), - controle van te openen carrosseriedelen (portieren, achterklep,...), - audiofuncties (radio, CD,...), - informatie van de boordcomputer (zie het einde van dit hoofdstuk). Het display kan tijdelijk waarschuwingsmeldingen (bijv.: "Storing emissieregeling") of informatie (bijv.: "Automatische verlichting actief") weergeven. Deze kunnen worden gewist door op de toets "ESC" te drukken. * Uitsluitend bij auto s met airconditioning. 4 Druk op het bedieningspaneel van de autoradio RD4: op de toets "MENU" voor toegang tot het algemene menu, op de toets " " of " " om door de items op het display te scrollen, op de toets "MODE" om de permanent weergegeven toepassing te wijzigen (boordcomputer, audio,...), op de toets " " of " " om de waarde van een instelling te wijzigen, op de toets "OK" om te bevestigen, of op de toets "ESC" om de uitgevoerde handeling af te breken. Druk op de toets "MENU" om het algemene menu weer te geven: - audiofuncties, - boordcomputer (zie het einde van dit hoofdstuk), - persoonlijke instellingen-configuratie, - telefoon (handsfree set). Druk op de toets " " of " " om het gewenste menu te selecteren en bevestig door op de toets "OK" te drukken. Menu "Audiofuncties" Als de autoradio RD4 is ingeschakeld en dit menu is geselecteerd, kunnen de functies van de radio (RDS, REG, RadioText), de CD-speler of de CD-wisselaar (introscan, willekeurig afspelen, herhalen van CD) worden geactiveerd of gedeactiveerd. Raadpleeg voor meer informatie over de audiofuncties het gedeelte "RD4" van het hoofdstuk "Audio en telematica". Menu "Boordcomputer" Via dit menu kunt u verschillende informaties met betrekking tot de auto raadplegen (logboek waarschuwingsmeldingen, status van functies,...).