IN EEN OOGOPSLAG COCKPIT. 1. Hendel motorkapontgrendeling. 2. Koplampverstelling. 3. Uitschakelen airbag aan passagierszijde

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "IN EEN OOGOPSLAG COCKPIT. 1. Hendel motorkapontgrendeling. 2. Koplampverstelling. 3. Uitschakelen airbag aan passagierszijde"

Transcriptie

1 IN EEN OOGOPSLAG COCKPIT 1. Hendel motorkapontgrendeling 2. Koplampverstelling 3. Uitschakelen airbag aan passagierszijde 4. Verstelbaar en afsluitbaar zijventilatierooster 5. Schakelaar verlichting en richtingaanwijzers 6. Airbag bestuurder Claxon 7. Zekeringkast dashboard (links en rechts onder de bekleding van het instrumentenpaneel) 8. Toerenteller 9. Schakelaar buitenspiegel passagierszijde 10. Schakelaar ruitbediening passagierszijde 11. Versnellingshendel 12. Bekerhouder 13. Hoogteverstelling stuurwiel 4

2 IN EEN OOGOPSLAG COCKPIT 1. Schakelaar buitenspiegel bestuurderszijde 2. Instrumentenpaneel 3. Schakelaar ruitenwissers 4. Contact-/stuurslot 5. Alarmknipperlichten 6. Opbergvak 7. Luchtverdeelrooster 8. Voorruitontwaseming 9. Airbag passagier 10. Verstelbaar en afsluitbaar zijventilatierooster 11. Opbergbox 12. Autoradio 13. Bedieningspaneel ventilatie, verwarming of airconditioning 14. Opbergvak V-aansluiting (maximaal 120 W) 16. Handrem 17. Schakelaar ruitbediening bestuurderszijde 5

3 IN EEN OOGOPSLAG SLEUTELS Met behulp van de sleutel kunnen de voorportieren, de achterklep en de tankdop vergrendeld en ontgrendeld worden, kan de passagiersairbag worden uitgeschakeld en wordt het contactslot/stuurslot bediend. 45 AFSTANDSBEDIENING A. Vergrendelen. B. Ontgrendelen. 45 STARTEN 1. Stand STOP. 2. Stand Accessoires (1e stand). 3. Stand Aan (2e stand). 4. Stand Starten. 6

4 IN EEN OOGOPSLAG ELEKTRISCH BEDIENBARE RUITEN VÓÓR A. Schakelaar openen en sluiten. Druk op de schakelaar A of trek hem omhoog. 47 BUITENSPIEGELS B. Hendel verstelling buitenspiegels. Tijdens het parkeren kunnen de buitenspiegels handmatig worden in- en uitgeklapt. 35 STUURWIEL IN HOOGTE VERSTELLEN (MET STUURBEKRACHTIGING) C. Hendel ontgrendeling/ vergrendeling stuurwielverstelling. 1. Hendel ontgrendeld. 2. Hendel vergrendeld. 35 7

5 IN EEN OOGOPSLAG VOORSTOELEN 1. Verstellen in lengterichting. 2. Verstellen van de hoek van de rugleuning. 3. Toegang tot de achterbank. 36 8

6 IN EEN OOGOPSLAG UITSCHAKELEN AIRBAG AAN PASSAGIERSZIJDE 1. Steek de sleutel in de schakelaar. 2. Selecteer de stand "OFF". 3. Houd de schakelaar in dezelfde stand en verwijder de sleutel. Airbag aan passagierszijde uitgeschakeld Het verklikkerlampje blijft branden zolang de airbag aan passagierszijde is uitgeschakeld. ISOFIX-BEVESTIGINGEN Uw auto voldoet aan de nieuwe ISOFIX-normen. De achterzitplaatsen* zijn uitgerust met de voorgeschreven ISOFIXbevestigingen. Elke zitplaats is voorzien van drie bevestigingsringen: - twee onderste bevestigingsringen A, die zich tussen de rugleuning en de zitting van de zitplaats bevinden, - één bovenste bevestigingsring B, de TOP TETHER-bevestiging, onder aan de achterzijde van de rugleuning. De ISOFIX-kinderzitjes beschikken over twee sloten en/of een riem die eenvoudig aan deze ringen kunnen worden verankerd * Volgens uitvoering. 9

7 IN EEN OOGOPSLAG BRANDSTOF TANKEN Open de brandstofvulklep, steek de sleutel in het slot en draai deze iets naar links en weer terug naar rechts. De sleutel staat weer in de oorspronkelijke stand en de tankdop is ontgrendeld. Verwijder de sleutel en draai de dop los. Draai de dop na het tanken weer helemaal rechtsom dicht tot de dop klikt en sluit de brandstofvulklep. Inhoud brandstoftank: ongeveer 35 liter. Te laag brandstofniveau Als dit blokje knippert in combinatie met een geluidssignaal, kunt u nog ongeveer 50 km met de resterende hoeveelheid brandstof rijden. MOTORKAP OPENEN 1. Ontgrendeling binnenzijde. 2. Ontgrendeling buitenzijde. 3. Motorkapsteun

8 IN EEN OOGOPSLAG LICHTSCHAKELAAR RUITENWISSERSCHAKELAAR Koplampen en achterlichten Ring A Lichten uit. Parkeerlichten. Mistachterlicht Ring B 51 Ruitenwissers vóór MIST Eén keer wissen. OFF Uit. INT Interval. LO Normale snelheid (matige regenval). HI Hoge snelheid (hevige neerslag). Dim-/grootlicht. Ruitenwisser en -sproeier achter Ring C 52 11

9 IN EEN OOGOPSLAG VERWARMING AIRCONDITIONING Achterruitverwarming Regeling luchtopbrengst Achterruitverwarming Airconditioning aan/uit Regeling luchtverdeling Temperatuurregeling Regeling luchtverdeling Temperatuurregeling 32 Regeling luchtopbrengst 33 Luchtrecirculatie/ toevoer van buitenlucht 12

10 IN EEN OOGOPSLAG TIPS VOOR INSTELLINGEN IN HET INTERIEUR Verwarming of handbediende airconditioning Gewenste werking Luchtverdeling Luchtopbrengst Luchtrecirculatie / Toevoer van buitenlucht Temperatuur Handbediende airconditioning WARM KOUD ONTWASEMEN ONTDOOIEN 13

11 IN EEN OOGOPSLAG "2 TRONIC" VERSNELLINGSBAK Starten van de auto Trap als de handrem is aangetrokken het rempedaal in en selecteer de stand N om de motor te starten. Houd het rempedaal ingetrapt en selecteer de stand R, E of M. Zet de handrem los, laat het rempedaal los en geef voorzichtig gas. 60 Stand EASY (automatische stand) Selecteer met de versnellingshendel de stand E. De ingeschakelde versnelling verschijnt op het display van het instrumentenpaneel. De transmissie kiest voortdurend de meest geschikte versnelling. 61 Handmatige stand Zet de versnellingshendel in de stand M en beweeg de versnellingshendel: - naar achteren ("+") om op te schakelen, - naar voren ("-") om terug te schakelen. De ingeschakelde versnelling verschijnt op het display van het instrumentenpaneel

12 IN EEN OOGOPSLAG AUTORADIO Aan/uit Selecteren van de radiofunctie: CD-speler/CD-wisselaar/externe apparatuur Radiofunctie en selecteren van het golfbereik AM/FM Volumeregeling Aansluiting voor externe, draagbare apparatuur (MP3-speler,...) Hoger instellen van de uren, hoger instellen van de minuten Instellen van de tijd: langer dan 2 seconden indrukken 22 15

13 IN EEN OOGOPSLAG INDELING VAN HET INTERIEUR 1. Zonneklep Beide zonnekleppen zijn voorzien van een met een klepje afgedekte make-upspiegel en een kaartenhouder. 2. Opbergvakken 3. Opbergbox 4. Opbergvakken in de voorportieren Controleer voordat u een portier opent of er niets uit het opbergvak steekt. 5. Bekerhouder 6. 12V-aansluiting (maximaal 120 W) De 12V-aansluiting kan worden gebruikt als het contact aanstaat (1e stand). 7. Opbergvakken in de achterportieren 3-deurs 5-deurs 16

14 CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN 1 TOERENTELLER Dichtbij het maximum toerental: schakel, als de wijzer van de toerenteller in het rode gebied komt, over naar de volgende versnelling. INSTRUMENTENPANEEL 1. Nulstelling dagteller 2. Display pictogrammen 3. Richtingaanwijzers 4. Snelheidsmeter 5. Brandstofniveaumeter 6. Kilometerteller/dagteller 7. Verklikkerlampje mistachterlicht 8. Verklikkerlampje grootlicht 9. Verklikkerlampje dimlicht 10. Schakelstandindicatie «2 Tronic» versnellingsbak 17

15 1 CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN VERKLIKKERLAMPJES Verklikkerlampje STOP Gaat bij het aanzetten van het contact gedurende enkele seconden knipperen. Gekoppeld aan het verklikkerlampje: - motoroliedruk - koelvloeistoftemperatuur, Stop onmiddellijk als het lampje bij draaiende motor gaat branden. Raadpleeg een PEUGEOT-servicepunt. Verklikkerlampje motoroliedruk Gaat bij het aanzetten van het contact branden tot de motor wordt gestart. Gekoppeld aan het verklikkerlampje STOP en duidt bij draaiende motor op een te lage motoroliedruk. Stop onmiddellijk. Raadpleeg een PEUGEOT-servicepunt. Verklikkerlampje te hoge koelvloeistoftemperatuur Gaat bij het aanzetten van het contact gedurende enkele seconden branden. Als dit lampje bij draaiende motor gaat branden, wijst dit op een te hoge temperatuur van de koelvloeistof. Stop onmiddellijk. Controleer het koelvloeistofniveau. Wacht tot de motor is afgekoeld alvorens koelvloeistof bij te vullen. Het koelcircuit staat onder druk. Draai de dop eerst een kwart omwenteling los om de druk te laten dalen en te voorkomen dat de koelvloeistof uit het koelsysteem spuit met brandwonden tot gevolg. Verwijder de dop als de druk eenmaal gedaald is. Vervolgens: 1 - vul indien nodig het niveau bij (zie «Niveaus»). 2 - of raadpleeg, indien het niveau voldoende is, een PEUGEOTservicepunt. Verklikkerlampje handrem, te laag remvloeistofniveau en remsysteem Gaat bij het aanzetten van het contact branden tot de handrem wordt losgezet. Als dit lampje bij draaiende motor permanent gaat branden, wijst dit op hetzij: - een (iets) aangetrokken handrem (tijdens het rijden). - een te laag remvloeistofniveau (als het lampje ook bij losse handrem blijft branden), - een storing in het remsysteem. Stop onmiddellijk. Raadpleeg een PEUGEOT-servicepunt. Verklikkerlampje antiblokkeersysteem (ABS) Gaat elke keer dat het contact wordt aangezet gedurende enkele seconden branden. Als het lampje blijft branden, wijst dit op een storing in het ABS. De normale remwerking met rembekrachtiging blijft echter behouden. Raadpleeg een PEUGEOT-servicepunt. 18

16 Verklikkerlampje elektrische stuurbekrachtiging Gaat bij het aanzetten van het contact gedurende enkele seconden branden. Als het lampje tijdens het rijden permanent gaat branden, wijst dit op een storing in de elektrische stuurbekrachtiging. Raadpleeg een PEUGEOT-servicepunt. Verklikkerlampje laden van de accu Gaat bij het aanzetten van het contact branden tot de motor wordt gestart. Als dit lampje bij draaiende motor blijft branden, wijst dit op een storing. Raadpleeg een PEUGEOT-servicepunt. Verklikkerlampje emissieregeling Gaat bij het aanzetten van het contact branden tot de motor wordt gestart. Als het lampje bij draaiende motor permanent gaat branden, wijst dit op een storing in de emissieregeling. Raadpleeg een PEUGEOT-servicepunt. Opmerking: dit lampje kan ook gaan branden als de brandstoftank leeg is (zie «Brandstoftank leeg»). CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN Verklikkerlampje voorgloeien (diesel) Wacht met het starten van de motor tot dit lampje uit is. Als de temperatuur al hoog genoeg is, brandt het lampje kort en kunt u de motor direct starten. Verklikkerlampje water in brandstoffilter (diesel)* Gaat bij het aanzetten van het contact gedurende enkele seconden branden. Als het lampje bij draaiende motor blijft branden, bestaat er kans op motorschade. Raadpleeg een PEUGEOT-servicepunt. Verklikkerlampje veiligheidsgordel bestuurder** Gaat bij het aanzetten van het contact knipperen zolang de bestuurder zijn veiligheidsgordel niet heeft vastgemaakt. Bij een snelheid hoger dan 15 km/h knippert het lampje in combinatie met een geluidssignaal zolang de bestuurder zijn veiligheidsgordel niet heeft vastgemaakt. Verklikkerlampje airbags Gaat bij het aanzetten van het contact gedurende enkele seconden branden. Uitschakeling airbag passagier Als de airbag aan passagierszijde uitgeschakeld is, blijft het verklikkerlampje branden. Verklikkerlampje «2 Tronic» ransmissie Als het verklikkerlampje bij draaiende motor blijft branden, wijst dit op een storing in de «2 Tronic» versnellingsbak. * Volgens land van bestemming. ** Volgens uitvoering. 1 19

17 1 CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN DISPLAY Schakelstandindicator «2 Tronic» versnellingsbak Kilometerteller/dagteller Als het contact wordt aangezet, wordt afhankelijk van de geselecteerde weergave bij het afzetten van de motor, de kilometerteller of dagteller weergegeven. Druk op de knop 1 om afwisselend de kilometerteller en de dagteller weer te geven: - bij de kilometerteller wordt "ODO" weergegeven, - bij de dagteller wordt "TRIP" weergegeven. Houd als de dagteller wordt weergegeven de knop 1 ingedrukt om de dagteller op 0 te zetten. Versnellingshendel in de stand EASY (automatische stand) De aanduiding «E» verschijnt om aan te geven dat deze stand is geselecteerd. De aanduiding verdwijnt als de handgeschakelde stand wordt geselecteerd. Versnellingshendel in de handgeschakelde stand De aanduiding «M» verschijnt om aan te geven dat deze stand is geselecteerd. De aanduiding verdwijnt als de stand EASY wordt geselecteerd. «Neutral» (Neutraalstand) «Reverse» (Achteruit) 20

18 Ingeschakelde stand 1e versnelling 2e versnelling 3e versnelling CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN Brandstoftank leeg (diesel) In het geval van een lege brandstoftank kan, nadat 10 keer de handpomp van de ontluchting is bediend (zie het desbetreffende hoofdstuk), nog een korte afstand verder worden gereden. Bedien na het tanken van minimaal 5 liter brandstof 10 keer de handpomp van de ontluchting (zie het desbetreffende hoofdstuk). 1 4e versnelling 5e versnelling Verklikkerlampje «!» Als dit lampje bij draaiende motor gaat branden, duidt dit op een storing in de «2 Tronic» versnellingsbak. Raadpleeg een PEUGEOT-servicepunt. Brandstofniveaumeter De brandstofniveaumeter geeft de resterende hoeveelheid brandstof aan: - 1/1 en zes blokjes: de tank is vol. - R en een knipperend blokje: de brandstoftank is bijna leeg. Te laag brandstofniveau Als het brandstofniveau te laag is, gaat het laatste blokje knipperen in combinatie met een geluidssignaal. U kunt, afhankelijk van de rijomstandigheden en de motoruitvoering, minder dan 50 km met de resterende hoeveelheid brandstof rijden. De resterende hoeveelheid brandstof bedraagt nog ongeveer 5 liter. Als het blokje sneller begint te knipperen, bedraagt de resterende hoeveelheid nog ongeveer 3 liter. Als de auto is gestrand met een lege brandstoftank, moet minimaal 5 liter brandstof worden getankt. 21

19 2 AUDIO ALGEMENE FUNCTIES / INSTELLINGEN / AANSLUITING EXTERNE APPARATUUR Instellen van de tijd: langer dan 2 seconden indrukken / Toegang tot de audio-instellingen Aan/uit Selecteren van de radiofunctie: externe functie (of CD-speler of -wisselaar) Instellen van de uren / Audio-instellingen Volumeregeling Aansluiting voor externe, draagbare apparatuur (MP3-speler,...) Instellen van de minuten / Audio-instellingen 22

20 ALGEMENE FUNCTIES Aan/uit Druk, als het contact AAN is of in de stand ACCESSOIRES staat, op deze knop om de radio in of uit te schakelen. Na het afzetten van de motor wordt de autoradio na 30 minuten automatisch uitgeschakeld om te voorkomen dat de accu ontladen raakt. INSTELLEN VAN DE TIJD Druk langer dan 2 seconden op deze knop; de tijdsweergave gaat knipperen: - druk op deze knop om de uren in te stellen, - druk op deze knop om de minuten in te stellen. Als de knop gedurende enkele seconden niet wordt ingedrukt, wordt de functie automatisch beëindigd. VOLUMEREGELING Druk herhaaldelijk op de bovenzijde van deze toets om het geluidsvolume te verhogen en op de onderzijde van deze toets om het te verlagen. AUDIO-INSTELLINGEN Druk herhaaldelijk op deze toets om achtereenvolgens de bassen (BASS), de hoge tonen (TREB), de geluidsverdeling voor/achter (FAD), en de balans links/rechts (BAL) in te stellen. Stel de geselecteerde functie in met behulp van deze twee toetsen. Als de toetsen gedurende enkele seconden niet worden ingedrukt, wordt de functie automatisch beëindigd. AUDIO AANSLUITING VOOR EXTERNE APPARATUUR Het audiosysteem is voorzien van een aansluiting "AUX", waarop draagbare apparatuur (bijv. een MP3- speler) kan worden aangesloten. Sluit de apparatuur aan en druk op deze toets om de apparatuur te gebruiken. Het geluidsvolume en de audioinstellingen van de apparatuur kunnen worden ingesteld met de toetsen van de autoradio. Druk op de toets AM/FM om de functie AUX te onderbreken. Opmerking: Stel het volume van de draagbare apparatuur in op een middenstand om overbelasting van de luidsprekers van de autoradio te voorkomen. Stel het volume vervolgens in met de volumeknop van de autoradio. 2 23

21 2 AUDIO RADIOFUNCTIE Functie TA aan/uit: voorrang aan verkeersinformatie Selecteren van het golfbereik AM/FM (FM1, FM2, FM3) Autostore: automatisch opslaan van 6 zenders op de AM- en FM3-band Functie AF aan/uit: alternatieve frequentie Automatisch zoeken naar een zender met een hogere frequentie: twee keer indrukken / Beluisteren van de achtereenvolgende zenders Selecteren van het programmatype (radio): News, Sports, Talk, Pop, Classics Handmatig afstemmen op een zender met een hogere frequentie 24 Selecteren van de voorkeuzezender / opslaan van een zender: langer dan 2 seconden indrukken Handmatig afstemmen op een zender met een lagere frequentie

22 Stereo-ontvangst Bij ontvangst van een stereo-uitzending wordt automatisch de stereoweergave geactiveerd en geeft het display de aanduiding "ST" weer. Bij een slechtere ontvangst van de zender gaat de radio over op de monoweergave en verdwijnt de aanduiding "ST". Selecteren van de radiofunctie Druk op deze toets. Automatisch afstemmen Druk twee keer op deze toets om de volgende zender te selecteren. Druk kort op deze toets om alle beschikbare zenders van de FMband gedurende drie seconden te beluisteren. Druk nogmaals op de toets om deze functie te annuleren. Als de voorrang aan verkeersinformatie TA is geselecteerd, worden alleen zenders die verkeersinformatie uitzenden geselecteerd. AUDIO Handmatig afstemmen Druk kort op een van deze twee toetsen om respectievelijk de volgende of vorige zender te selecteren. Als de toets wordt vastgehouden, blijft de radio in de gekozen volgorde frequenties afzoeken. Het zoeken stopt zodra de toets wordt losgelaten. 2 Selecteren van het golfbereik Druk achtereenvolgens op deze toets om het golfbereik FM1, FM2, FM3 of AM te selecteren. Handmatig opslaan van zenders Kies de gewenste zender. Houd een van de voorkeuzetoetsen "1" t/m "6" langer dan 2 seconden ingedrukt. Een geluidssignaal geeft aan dat de desbetreffende zender is opgeslagen. 25

23 2 AUDIO Automatisch opslaan van FMzenders (autostore) Druk op deze toets. De autoradio slaat automatisch de 6 sterkste AM- en FM-zenders in het gebied waar u zich bevindt op. De zenders worden opgeslagen op de AM-band en de FM3-band. Als alle gevonden zenders zijn opgeslagen, wordt dit aangegeven door twee geluidssignalen. Als er minder dan 6 zenders worden gevonden, blijven de resterende geheugens leeg: bij elk leeg geheugen verschijnen er drie streepjes op het display van de autoradio. Selecteren van een opgeslagen zender Druk in het desbetreffende golfbereik kort op een van de toetsen "1" t/m "6" om de desbetreffende opgeslagen zender te selecteren. Opmerkingen over de radio-ontvangst De ontvangst van uw autoradio wijkt af van de ontvangst van uw radio thuis. De ontvangst van AM- (middengolf) en FM-zenders (frequentiemodulatie) kan door diverse oorzaken worden gestoord. Dit ligt niet aan de kwaliteit van het apparaat, maar aan de opbouw van de radiosignalen en de wijze van verzenden. Bij AM-zenders kunnen er storingen optreden als er onder hoogspanningskabels, in tunnels of onder viaducten wordt gereden. Bij FM-zenders kunnen de afstand van de zender, de reflectie van het signaal door grote obstakels (bergen, gebouwen, enz.) en het zenderbereik oorzaak zijn van een mindere ontvangst. 26

24 RDS Gebruik van de functie AF (alternatieve frequentie) op de FM-band Het RDS (Radio Data System) biedt de mogelijkheid om naar een zender te luisteren, ongeacht de verschillende frequenties die voor deze zender gebruikt worden in de diverse regio's. De radio zoekt steeds de sterkste zender die hetzelfde programma uitzendt. Druk herhaaldelijk op deze toets om de functie in of uit te schakelen. Op het display verschijnt: - "AF" als deze functie is ingeschakeld, - "AF REG" als deze functie is ingeschakeld in combinatie met de regionale functie, - "AF" (knipperend weergegeven) als deze functie wel ingeschakeld, maar niet beschikbaar is. Regionale functie (REG) Sommige gekoppelde zenders zenden op bepaalde tijdstippen op dezelfde frequentie verschillende, regionale programma's uit. Met deze functie kan een regionaal programma worden beluisterd. Zoeken naar zenders met een bepaald programmatype (PTY) Met behulp van deze functie kunnen zenders met een specifieke programmering (NEWS, SPORTS, TALK, POP, CLASSICS) beluisterd worden. Druk, als FM is geselecteerd, op deze toets: - "no pty" wordt weergegeven, - druk vervolgens kort op de toets om een programmatype te selecteren. Als gedurende enkele seconden de toets niet wordt ingedrukt, wordt het geselecteerde programmatype opgeslagen. Verkeersinformatie (TA) Druk herhaaldelijk op deze toets om de functie in of uit te schakelen. Als een FM-zender is geselecteerd, verschijnt op het display: - "TP" of "TP EON": als de functie is ingeschakeld zonder dat verkeersinformatie wordt uitgezonden. - "TA" of "TA EON": als het beluisterde radioprogramma wordt onderbroken voor de verkeersinformatie. Druk nogmaals op deze toets om de verkeersinformatie te onderbreken en terug te keren naar het eerder beluisterde programma. EON AUDIO Dit systeem maakt koppelingen tussen zenders in hetzelfde gebied. Bij dit systeem is het mogelijk om automatisch naar andere zenders binnen het gebied over te schakelen die verkeersinformatie uitzenden. De EON-functie werkt alleen als de functie TA is ingeschakeld. Opmerkingen: Het volume van de verkeersinformatie is onafhankelijk van het normale volume van de radio. U kunt dit tijdens de uitzending van verkeersinformatie TA instellen met de volumeknop. De instelling wordt opgeslagen en gebruikt bij volgende berichten. 2 27

25 2 AUDIO CD-SPELER OF CD-WISSELAAR Selecteren van de volgende track CD uitwerpen Selecteren van de geluidsbron: CD-speler, CD-wisselaar of externe geluidsbron Selecteren van de vorige track Afspelen van het begin van elke track van de CD: kort indrukken : versneld vooruitspoelen : versneld terugspoelen In willekeurige volgorde afspelen van de tracks van de geselecteerde CD 28 CD-wisselaar: : selecteren van de vorige CD : selecteren van de volgende CD CD-speler: herhalen van de geselecteerde track / CD-wisselaar, langer dan 2 seconden indrukken: herhalen van de geselecteerde CD

26 FUNCTIES VAN DE CD-SPELER EN DE CD-WISSELAAR Selecteren van een track van een CD Versneld afspelen Druk op deze toets om de volgende track te selecteren. Druk op deze toets om terug te gaan naar het begin van de track die momenteel wordt afgespeeld of de vorige track. Houd een van deze toetsen ingedrukt om de CD respectievelijk versneld achteruit of vooruit af te spelen. Het versneld afspelen stopt zodra de toets wordt losgelaten. FUNCTIES VAN DE CD-SPELER Selecteren van de CD-speler Zodra een CD in de CD-speler wordt gestoken met de bedrukte zijde naar boven gericht, zal de CD-speler de CD automatisch afspelen. Als er al een CD in het apparaat zit, druk dan op deze toets om de CDspeler te selecteren. Uitwerpen van een CD Druk op deze toets om de CD uit de CDspeler te werpen. In willekeurige volgorde afspelen (RAND) Druk als de CD-speler is geselecteerd op deze toets. AUDIO Herhalen van een track van de CD (RPT) Druk op deze toets om de track die wordt afgespeeld te herhalen. Druk nogmaals op de toets om de functie te annuleren. Het gebruik van gekraste CD's kan storingen veroorzaken. Gebruik uitsluitend CD's met een ronde vorm. 2 Introscan (SCAN) Druk op deze toets om het begin van elke track van de geselecteerde CD af te spelen. De tracks van de CD worden nu in een willekeurige volgorde afgespeeld. Druk nogmaals op de toets om weer op normaal afspelen over te schakelen. Als de autoradio wordt uitgeschakeld, wordt de Random-functie geannuleerd. 29

27 2 AUDIO FUNCTIES VAN DE CD- WISSELAAR Selecteren van de CDwisselaar Druk op deze toets. Selecteren van een CD Druk op een van deze toetsen van de autoradio om respectievelijk de vorige of volgende CD te selecteren. In willekeurige volgorde afspelen van een CD (RAND) Houd als de CD-wisselaar is geselecteerd deze toets gedurende 2 seconden ingedrukt. De tracks van de geselecteerde CD worden nu in een willekeurige volgorde afgespeeld. Druk nogmaals gedurende 2 seconden op de toets om weer op normaal afspelen over te schakelen. Herhalen van een CD (RPT) Houd deze toets ingedrukt indien u de geselecteerde CD opnieuw wilt afspelen. Druk nogmaals op de toets om de functie te annuleren. Het gebruik van gekraste CD's kan storingen veroorzaken. Gebruik uitsluitend CD's met een ronde vorm. 30

28 COMFORT 3 VENTILATIE 1. Uitstroomopeningen voorruitontwaseming 2. Uitstroomopeningen zijruitontwaseming 3. Zijventilatieroosters 4. Luchtverdeelrooster 5. Uitstroomopeningen voor beenruimte Gebruiksadviezen Als de binnentemperatuur zeer hoog blijft nadat de auto lang in de zon heeft gestaan, kunt u het passagierscompartiment kort ventileren. Zorg voor een goede verdeling van de lucht en let erop dat het luchtinlaatrooster, de ventilatieroosters, de luchtkanalen en de uitstroomopeningen onder de voorstoelen niet afgedekt zijn. Zorg ervoor dat het interieurfilter, dat zich in de motorruimte onder de voorruit bevindt, in een goede staat verkeert. De filterelementen dienen periodiek te worden vervangen. Laat de filterelementen twee keer zo vaak vervangen als de omstandigheden dit vereisen. Zet de airconditioning 1 tot 2 keer per maand 5 tot 10 minuten aan om het systeem in perfecte staat te houden. Tevens adviseren wij de airconditioning regelmatig te laten controleren om een goede werking van het systeem te waarborgen. Condensvorming in de airconditioning kan ertoe leiden dat er zich een klein plasje water onder de auto vormt, dit is een normaal verschijnsel. Gebruik de airconditioning niet als deze niet koelt en laat het systeem in dat geval door uw PEUGEOTservicepunt controleren. De airconditioning bevat geen chloor en is niet schadelijk voor de ozonlaag. 31

29 3 COMFORT Luchtstroom naar beenruimte, luchtverdeelrooster en linker en rechter ventilatieroosters. Luchtstroom naar luchtverdeelrooster en linker en rechter ventilatieroosters. De luchtstroom kan worden gevarieerd door de knop in een tussenstand te zetten. 32 VERWARMING 1. Temperatuurregeling Draai de knop van blauw (koud) naar rood (warm) om de temperatuur naar behoefte in te stellen. 2. Regeling luchtopbrengst Draai bij aangezet contact aan de knop om de gewenste luchtopbrengst te verkrijgen. Gebruik voor een optimaal comfort de stand 0 zo min mogelijk. In de stand 0 blijft er door de rijwind nog wel een kleine luchtstroom gehandhaafd. 3. Regeling luchtverdeling Luchtstroom naar voorruit en zijruiten. Luchtstroom naar voorruit, zijruiten en beenruimte. Luchtstroom naar de beenruimte. 4. Achterruitverwarming Druk bij draaiende motor de schakelaar 4 in, het verklikkerlampje gaat branden. De achterruitverwarming zorgt voor de ontwaseming van de achterruit. Druk nogmaals op de schakelaar 4 om de achterruitverwarming uit te schakelen. Schakel zodra de omstandigheden het toelaten de achterruitverwarming uit om onnodig stroom- en brandstofverbruik te voorkomen. Ontdooien en ontwasemen Ga voor het snel ontwasemen van de voorruit en de zijruiten als volgt te werk: - stel de luchtverdeling in op «voorruit en zijruiten», - stel de temperatuur 1 en de luchtopbrengst 2 in op maximaal, - sluit de linker en rechter ventilatieroosters.

30 COMFORT 1. Airconditioning aan/uit 3 Druk bij draaiende motor de schakelaar in, het verklikkerlampje gaat branden. De airconditioning werkt niet als de knop 3 voor de regeling van de luchtopbrengst in de stand 0 staat. 2. Temperatuurregeling Draai de knop van blauw (koud) naar rood (warm) om de temperatuur naar behoefte in te stellen. AIRCONDITIONING 1. Airconditioning aan/uit 2. Temperatuurregeling 3. Regeling luchtopbrengst 4. Luchtrecirculatie/toevoer van buitenlucht 5. Regeling luchtverdeling 6. Achterruitverwarming 3. Regeling luchtopbrengst Draai bij aangezet contact aan de knop om de gewenste luchtopbrengst te verkrijgen. Gebruik voor een optimaal comfort de stand 0 zo min mogelijk. In de stand 0 blijft er door de rijwind nog wel een kleine luchtstroom gehandhaafd. 33

31 3 COMFORT 4. Luchtrecirculatie/toevoer van buitenlucht De luchtrecirculatie (de knop 4 naar links) dient om de toevoer van buitenlucht bij stank en stofoverlast af te sluiten. De toevoer van buitenlucht (de knop 4 naar rechts) voorkomt het beslaan van de voorruit en de zijruiten. Als de luchtrecirculatiestand bij vochtig weer wordt gebruikt, bestaat het risico dat de ruiten beslaan. Zet, zodra de omstandigheden dit toelaten, de knop 4 weer in de stand «Toevoer van buitenlucht» om vermindering van de luchtkwaliteit in het interieur en het beslaan van de voorruit en zijruiten te voorkomen. 5. Regeling luchtverdeling Luchtstroom naar voorruit en zijruiten. Luchtstroom naar voorruit, zijruiten en beenruimte. Luchtstroom naar de beenruimte. Luchtstroom naar de beenruimte, het luchtverdeelrooster en de linker en rechter ventilatieroosters. Luchtstroom naar het luchtverdeelrooster en de linker en rechter ventilatieroosters. De luchtstroom kan worden gevarieerd door de knop in een tussenstand te zetten. 6. Achterruitverwarming Druk bij draaiende motor de schakelaar 6 in om de achterruitverwarming in te schakelen. Het verklikkerlampje gaat branden. De achterruitverwarming zorgt voor de ontwaseming van de achterruit. Druk nogmaals op de schakelaar 6 om de achterruitverwarming uit te schakelen. Schakel zodra de omstandigheden het toelaten de achterruitverwarming uit om onnodig stroom- en brandstofverbruik te voorkomen. Ontdooien en ontwasemen Ga voor het snel ontwasemen van de voorruit en de zijruiten als volgt te werk: - stel de luchtverdeling in op «voorruit en zijruiten», - stel de temperatuur 2 en de luchtopbrengst 3 in op maximaal, - sluit de linker en rechter ventilatieroosters, - zet de luchttoevoerregeling 4 in de stand «Toevoer van buitenlucht», - schakel de airconditioning in door op de toets 1 te drukken. 34

32 COMFORT 3 SPIEGELS Buitenspiegels Stel de spiegel met behulp van de hendel in de gewenste stand. Inklappen/uitklappen Tijdens het parkeren kunnen de buitenspiegels handmatig in - en uitgeklapt worden. Binnenspiegel De binnenspiegel kent 2 standen: - dagstand (normaal), - nachtstand (antiverblinding). De spiegel kan in de dag- en nachtstand gezet worden met behulp van het hendeltje aan de onderzijde. STUURWIEL IN HOOGTE VERSTELLEN (MET STUURBEKRACHTIGING) Druk bij stilstaande auto de hendel naar beneden om het stuurwiel te ontgrendelen. Zet het stuurwiel in de gewenste stand en trek aan de hendel om het stuurwiel te vergrendelen. Om veiligheidsredenen mag deze handeling niet tijdens het rijden worden uitgevoerd. 35

33 3 COMFORT 36 VOORSTOELEN 1. Verstellen in lengterichting Til de hendel op en schuif de stoel in de gewenste stand. 2. Rugleuningverstelling Duw de hendel A naar achteren en beweeg de rugleuning in de gewenste richting. 3. Toegang tot de achterbank (3-deurs) Plaats de veiligheidsgordel langs de portierstijl. Duw de hendel A naar achteren om de rugleuning naar voren te klappen en de stoel vooruit te schuiven. Duw de rugleuning om de stoel terug te zetten naar achteren tot de stoel vergrendelt. Verstel de stoel in lengterichting en verstel de rugleuning om de stoel weer in de oorspronkelijke stand te zetten. Zorg ervoor dat het terugzetten van de stoel in de oorspronkelijke stand niet wordt verhinderd.

34 COMFORT 3 ACHTERBANK Neerklappen van de achterbankleuning: Het neerklappen geschiedt vanaf de achterzijde van de auto met geopende achterklep: - controleer of de veiligheidsgordels langs de kanten van de achterbank-leuning lopen, - zet de hoofdsteunen in de laagste stand (zie "Hoofdsteunen achter"), - trek bij het neerklappen van de achterbankleuning aan de riem(en) A aan de achterzijde van de rugleuning. Terugplaatsen van de achterbankleuning: - klap de achterbankleuning omhoog en vergrendel deze in de verankering B. Let erop dat de veiligheidsgordels niet worden vastgeklemd, vooral tussen de leuning en de verankering B. - controleer of de achterbankleuning goed is vergrendeld. HOOFDSTEUNEN ACHTER* De hoofdsteunen achter zijn afneembaar en kunnen in twee standen worden gezet: - omhoog, om ze te gebruiken. - omlaag, als ze niet worden gebruikt. Trek aan de hoofdsteun om hem omhoog te zetten. Druk op de blokkeerpal A en vervolgens op de hoofdsteun om hem omlaag te zetten. Verwijderen: - kantel de rugleuning iets naar voren, - zet de hoofdsteun in de hoogste stand, - druk op de blokkeerpal A en trek de hoofdsteun gelijktijdig omhoog. Terugplaatsen: - kantel de rugleuning iets naar voren, - steek de pennen van de hoofdsteunen in de openingen. Druk op de blokkeerpal A om de hoofdsteun in de laagste stand te zetten. * Volgens uitvoering. 37

35 3 COMFORT 38 ALGEMENE INFORMATIE MET BETREKKING TOT KINDERZITJES Hoewel PEUGEOT bij het ontwerp van uw auto veel aandacht heeft besteed aan veiligheidsvoorzieningen voor uw kinderen, is hun veiligheid natuurlijk ook afhankelijk van u zelf. Volg voor een optimale veiligheid de volgende adviezen op: - sinds 1992, en conform Richtlijn 2000/3 dienen kinderen jonger dan 12 jaar in gehomologeerde*, aan het lichaamsgewicht aangepaste kinderzitjes op met veiligheidsgordels of ISOFIX-bevestigingen** uitgeruste plaatsen te worden vervoerd, - de veiligste plaats voor het vervoeren van een kind is volgens de statistieken een plaats op de achterbank van uw auto, - kinderen tot 9 kg moeten zowel voor- als achterin met de rug in de rijrichting worden vervoerd. PEUGEOT beveelt u aan kinderen op de achterzitplaatsen van uw auto te vervoeren: - met de rug in de rijrichting tot 2 jaar, - met het gezicht in de rijrichting vanaf 2 jaar. BEVESTIGEN VAN EEN KINDERZITJE MET EEN DRIEPUNTS VEILIGHEIDSGORDEL "Met de rug in de rijrichting" Wanneer een kinderzitje met de rug in de rijrichting op de passagiersstoel voor wordt geplaatst, moet de airbag aan passagierszijde** zijn uitgeschakeld. Anders kan het kind bij het afgaan van de airbag levensgevaarlijk gewond raken. * Volgens de wettelijke bepalingen. ** Volgens uitvoering. "Met het gezicht in de rijrichting" Wanneer een kinderzitje met het gezicht in de rijrichting op de passagiersstoel voor wordt geplaatst, moet de stoel van de auto in de middelste stand met de rugleuning rechtop worden gezet en mag de airbag aan passagierszijde** niet worden uitgeschakeld. Middelste stand

36 DOOR PEUGEOT AANBEVOLEN KINDERZITJES COMFORT PEUGEOT levert een complete reeks kinderzitjes met een artikelnummer van Automobiles PEUGEOT die met een driepunts veiligheidsgordel kunnen worden vastgemaakt: Groep 0 : vanaf de geboorte tot 10 kg Groep 0+: vanaf de geboorte tot 13 kg 3 L1 «BRITAX Babysure» (E ) Wordt met de rug in de rijrichting geplaatst. L2 «RÖMER Baby-Safe» (E ) Wordt met de rug in de rijrichting geplaatst. Groep 1, 2 en 3: van 9 tot 36 kg Airbag aan passagierszijde OFF** L3 «KIDDY Life» (E ) Omwille van de veiligheid van jonge kinderen (van 9 tot 18 kg), raadt PEUGEOT u aan de gordelbeschermer te gebruiken. Groep 2 en 3: van 15 tot 36 kg L4 «RECARO Start» (E ). L5 «KLIPPAN Optima» (E ) Vanaf 6 jaar (ongeveer 22 kg): gebruik alleen de zitverhoging. ** Volgens uitvoering. 39

37 3 COMFORT PLAATSING KINDERZITJES MET DE VEILIGHEIDSGORDEL Conform de Europese wetgeving (Richtlijn 2000/3) geeft dit overzicht de mogelijkheden weer met betrekking tot het bevestigen met een veiligheidsgordel van een universeel gehomologeerd kinderzitje, gerangschikt naar gewicht van het kind en de plaats in de auto. Gewicht van het kind en leeftijdsindicatie Plaats Minder dan 13 kg (Groep 0 (a) en 0+) Tot ong. 1 jaar Van 9 tot 18 kg (Groep 1) Van 1 tot ong. 3 jaar Van 15 tot 25 kg (Groep 2) Van 3 tot ong. 6 jaar Van 22 tot 36 kg (Groep 3) Van 6 tot ong. 10 jaar Passagiersstoel vóór (b) L1, L2 L3 L3, L4, L5 L3, L4, L5 Achterzitplaatsen U U U U a: Groep 0: vanaf de geboorte tot 10 kg. b: raadpleeg de huidige wetgeving in uw land alvorens een kinderzitje op deze plaats te bevestigen. U: zitplaats geschikt voor de bevestiging met een veiligheidsgordel van een goedgekeurd, universeel kinderzitje, zowel met de «rug in de rijrichting» als met het «gezicht in de rijrichting». L1 t/m L5: alleen de vermelde en door PEUGEOT aanbevolen kinderzitjes kunnen op de desbetreffende plaats worden bevestigd (volgens land van bestemming). 40

38 COMFORT 3 ADVIEZEN VOOR KINDERZITJES De onjuiste bevestiging van een kinderzitje brengt de veiligheid van het kind in gevaar in geval van een botsing. Zorg ervoor dat de veiligheidsgordels of het tuigje van het kinderzitje, zelfs bij korte ritten, worden vastgemaakt waarbij de speling ten opzichte van het lichaam van het kind zoveel mogelijk moet worden beperkt. Zorg er voor een optimale bevestiging van het kinderzitje «met het gezicht in de rijrichting» voor dat de rugleuning van het zitje tegen de rugleuning van de stoel van de auto aandrukt en dat de hoofdsteun geen belemmering vormt. Als de hoofdsteun verwijderd moet worden, berg deze dan zorgvuldig op om te voorkomen dat de hoofdsteun door de auto vliegt bij krachtig afremmen. Kinderen jonger dan 10 jaar mogen niet met het gezicht in de rijrichting op de passagiersstoel voor worden vervoerd, behalve als de achterzitplaatsen al bezet zijn door andere kinderen of als de achterbank niet bruikbaar, neergeklapt of verwijderd is. Schakel de airbag aan passagierszijde* uit zodra een kinderzitje met de rug in de rijrichting op de voorstoel wordt geplaatst. Het kind kan anders bij het afgaan van de airbag levensgevaarlijk gewond raken. Plaatsen van een zitverhoging Het bovenste gedeelte van de veiligheidsgordel moet over de schouder van het kind liggen zonder de hals te raken. Controleer of de heupgordel goed over de bovenbenen van het kind ligt. PEUGEOT beveelt aan een zitverhoging met rugleuning te gebruiken voorzien van een gordelgeleider ter hoogte van de schouder. Laat uit veiligheidsoverwegingen: - geen kinderen zonder toezicht achter in een auto, - nooit een kind of een dier in een auto achter wanneer alle ruiten gesloten zijn en de auto in de zon staat, - de sleutels nooit binnen bereik van de kinderen achter in de auto. Plaats zonneschermen om uw jonge kinderen tegen de zon te beschermen. * Volgens land van bestemming. 41

39 3 COMFORT ISOFIX-BEVESTIGINGEN Uw auto voldoet aan de nieuwe ISOFIX-normen. De hieronder aangegeven zitplaatsen* zijn uitgerust met de voorgeschreven ISOFIX-bevestigingen: Elke zitplaats is voorzien van drie bevestigingsringen: - twee onderste bevestigingsringen A, die zich tussen de rugleuning en de zitting van de zitplaats bevinden, aangegeven door een sticker, De ISOFIX-bevestigingen zorgen voor een veilige, degelijke en snelle montage van het kinderzitje in uw auto. De ISOFIX-kinderzitjes beschikken over twee sloten die eenvoudig aan de onderste bevestigingsringen A kunnen worden verankerd. Sommige kinderzitjes zijn bovendien voorzien van een bovenste bevestigingsriem die kan worden vastgemaakt aan de bovenste bevestigingsring B. Zet om de bovenste bevestigingsriem vast te maken de hoofdsteun van de zitplaats omhoog en steek de haak tussen de hoofdsteun en de rugleuning door. Bevestig de haak aan de bovenste bevestigingsring B en trek de riem aan. Bij een onjuist geplaatst kinderzitje kan het kind bij een aanrijding ernstig letsel oplopen. Raadpleeg het overzicht voor de bevestiging van ISOFIX-kinderzitjes in uw auto, waarin staat vermeld welke kinderzitjes voor uw auto zijn gehomologeerd één bovenste bevestigingsring B, de TOP TETHER-bevestiging, aangegeven op het frame van de rugleuning van de achterbank. * Volgens uitvoering.

40 ISOFIX KINDERZITJE AANBEVOLEN DOOR PEUGEOT COMFORT 3 Het RÖMER Duo kinderzitje (groep B1) Groep 1: van 9 tot 18 kg Wordt met het gezicht in de rijrichting geplaatst. Voorzien van een bovenste riem. Drie standen: rechtop, ruststand en ligstand. Dit kinderzitje kan ook worden bevestigd op zitplaatsen die niet zijn voorzien van ISOFIX-bevestigingen. Het is in dat geval verplicht het kinderzitje met de normale driepunts veiligheidsgordel op de zitplaats van de auto te bevestigen. Volg bij het plaatsen van het kinderzitje de gebruiksaanwijzing van de fabrikant van het zitje. 43

41 3 COMFORT Gewicht van het kind / leeftijdsindicatie Tot 10 kg (groep 0) Tot ± 6 maanden Tot 10 kg (groep 0) Tot 13 kg (groep 0+) Tot ± 1 jaar Van 9 tot 18 kg (groep 1) Van ±. 1 tot ± 3 jaar Type ISOFIX-kinderzitje Reiswieg* «rug in de rijrichting» «rug in de rijrichting» «gezicht in de rijrichting» ISOFIX-maat F G C D E C D A B B1 Universele ISOFIX-kinderzitjes geschikt voor bevestiging op de achterbank X X X X X IUF 44 OVERZICHT PLAATSING ISOFIX-KINDERZITJES Overeenkomstig de Europese wetgeving ECE 16 geeft het overzicht de mogelijkheden aan voor het bevestigen van een ISOFIX-kinderzitje op een plaats in de auto voorzien van ISOFIX-bevestigingen. Bij universele en semi-universele ISOFIX-kinderzitjes wordt de ISOFIX-maat op het kinderzitje naast het ISOFIX-logo aangegeven met de aanduiding A, B, B1, C, D, E, F of G. IUF: zitplaats gehomologeerd voor de bevestiging van een universeel ISOFIX-kinderzitje met het gezicht in de rijrichting met een bovenste riem ( Top Tether bevestiging). X: zitplaats niet geschikt voor de bevestiging van een kinderzitje uit de aangegeven ISOFIX-maat. * De ISOFIX-reiswieg wordt bevestigd aan de onderste ISOFIXbevestigingsringen van een zitplaats en neemt de twee achterzitplaatsen in beslag.

42 TOEGANG TOT DE AUTO 4 SLEUTELS/ AFSTANDSBEDIENING U kunt als aanvulling op de set sleutels (met afstandsbediening) van uw auto maximaal drie nieuwe sleutels laten bijmaken. Bij verlies van alle bij de auto behorende sleutels moet een kostbare en ingrijpende handeling aan uw auto worden verricht. Raadpleeg een PEUGEOT-servicepunt. Sleutels Met behulp van de sleutel kunnen de voorportieren, de achterklep en de tankdop vergrendeld en ontgrendeld worden, kan de passagiersairbag worden uitgeschakeld en wordt het contactslot/stuurslot bediend. Centrale vergrendeling/ ontgrendeling Met behulp van de sleutel in het slot van het bestuurdersportier kunnen alle portieren en de achterklep gelijktijdig vergrendeld of ontgrendeld worden. Afstandsbediening Met behulp van de afstandsbediening kan de auto op afstand worden vergrendeld en ontgrendeld en kan de auto worden gelokaliseerd. Vergrendelen Druk op de knop A om de auto op afstand te vergrendelen. Dit wordt bevestigd door het gedurende korte tijd branden van de richtingaanwijzers. Ontgrendelen Druk op de knop B om de auto te ontgrendelen. Dit wordt bevestigd door het tweemaal knipperen van de richtingaanwijzers. Opmerking: wanneer u de auto heeft vergrendeld en merkt dat een van de portieren niet goed is gesloten, sluit dan het portier en vergrendel de auto opnieuw. Lokaliseren van de auto Om de eerder vergrendelde auto te lokaliseren op een parkeerplaats: Druk op de knop A, de knipperlichten gaan even branden. 45

43 4 TOEGANG TOT DE AUTO 46 Batterij van afstandsbediening vervangen Verwijder om de batterij te vervangen de schroef en wip het huis met een muntstuk bij het oog los om de batterij te vervangen. Batterij CR 2016/3 V. Als de afstandsbediening na het vervangen van de batterij niet werkt, moet deze opnieuw gesynchroniseerd worden. Gooi de batterij van de afstandsbediening niet weg, de batterij bevat metalen die schadelijk zijn voor het milieu. Lever de batterij in bij een PEUGEOTservicepunt of bij een ander erkend verzamelpunt. Synchroniseren van de afstandsbediening Na het vervangen van de batterij of in het geval van een storing, moet de afstandsbediening gesynchroniseerd worden. Zet het contact uit. Zet het contact weer aan. Druk direct gedurende enkele seconden op een van de knoppen van de afstandsbediening. Zet het contact uit en verwijder de sleutel uit het contactslot. De afstandsbediening werkt nu weer. Raadpleeg als de storing niet is verholpen een PEUGEOT-servicepunt. ELEKTRONISCHE STARTBLOKKERING Deze diefstalbeveiliging blokkeert het motormanagementsysteem zodra het contact wordt afgezet en voorkomt zo het starten van de motor bij een inbraak. In de sleutel is een chip aangebracht die over een specifieke code beschikt. Bij het aanzetten van het contact moet de code van de sleutel worden herkend door de startblokkering, waarna de motor gestart kan worden. Bij een storing in het systeem kan de auto niet worden gestart. Pleeg een PEUGEOT-servicepunt. Het rijden met vergrendelde portieren kan in geval van nood de toegang tot het interieur belemmeren. Haal uit veiligheidsoverwegingen (kinderen in de auto) de sleutel uit het contactslot en neem deze mee als u de auto verlaat, zelfs al is dit voor korte duur. Breng geen wijzigingen aan in de elektronische startblokkering. De radiografische afstandsbediening is een gevoelig systeem; het is raadzaam om niet met de knop van de afstandsbediening te spelen om te voorkomen dat de auto per ongeluk ontgrendeld wordt. Druk nooit op de knoppen van uw afstandsbediening buiten het bereik van uw auto. De afstandsbediening kan dan onbruikbaar worden en moet in dat geval opnieuw worden gesynchroniseerd.

44 Centrale vergrendeling van de portieren en de achterklep. Druk op of trek aan de knop A van het bestuurdersportier om de auto te vergrendelen/ontgrendelen. Zie voor het vergrendelen van de overige portieren de procedure voor het enkelvoudig vergrendelen/ontgrendelen. TOEGANG TOT DE AUTO 4 PORTIEREN Van binnenuit vergrendelen/ ontgrendelen van een portier Enkelvoudig vergrendelen/ ontgrendelen: de portieren worden onafhankelijk van elkaar vergrendeld/ontgrendeld. Druk op of trek aan de knop A om het desbetreffende portier respectievelijk te vergrendelen of ontgrendelen. Opmerking: het portier kan niet worden ontgrendeld met de portiergreep; bedien de knop A om het portier te ontgrendelen. Bestuurdersportier geopend Als de knop in deze stand staat, blijft als het bestuurdersportier is geopend de plafonnier branden. ELEKTRISCH BEDIENBARE RUITEN Beide voorportieren zijn voorzien van elektrisch bedienbare ruiten. Druk bij aangezet contact op de schakelaar 1 of trek hem omhoog. De ruit stopt zodra de schakelaar wordt losgelaten. Neem bij het verlaten van de auto, zelfs voor een korte periode, altijd de sleutel uit het contact. De bestuurder moet ervan verzekerd zijn dat de voorpassagier op de juiste manier gebruik maakt van de elektrische ruitbediening. Zorg ervoor dat kinderen zich tijdens het bedienen van de ruiten niet kunnen bezeren. 47

45 4 TOEGANG TOT DE AUTO 48 ZIJRUITEN ACHTER (5-deurs) Trek aan de hendel en duw hem naar voren om de ruit open te zetten. Trek de hendel naar achteren en duw hem vast om de ruit te sluiten. KINDERSLOT Beide achterportieren zijn voorzien van een kinderslot om het openen van binnenuit te verhinderen. Duw de knop 1 naar de buitenzijde van de auto. Controleer voor het aanzetten van het contact altijd de stand van het kinderslot. VERGRENDELEN/ ONTGRENDELEN VAN DE ACHTERKLEP MET DE SLEUTEL* Bedien om de achterklep te openen het slot B met de sleutel en trek de achterklep open. VERGRENDELEN/ ONTGRENDELEN VAN DE ACHTERKLEP MET DE AFSTANDSBEDIENING* De achterklep kan worden vergrendeld/ontgrendeld met de knoppen van de afstandsbediening. Druk om de achterklep vervolgens te openen op de knop C en trek de achterklep open. Opmerking: de achterklep kan worden vergrendeld/ontgrendeld met de schakelaar A van het bestuurdersportier. * Volgens uitvoering.

46 TOEGANG TOT DE AUTO 4 BAGAGERUIMTE 1. Hoedenplank Verwijderen van de hoedenplank: - maak de hoedenplank los van de bevestiging A, - trek de hoedenplank aan beide zijden omhoog en verwijder hem uit de bevestigingen, - til de hoedenplank iets op en kantel hem om hem te verwijderen. Er zijn twee mogelijkheden om de hoedenplank op te bergen: - achter de achterzitplaatsen, - of plat in de bagageruimte. 2. Reservewiel/extra opbergvakken Het reservewiel bevindt zicht onder de mat en een kunststof afdekplaat en bevat het gereedschap voor het verwisselen van een wiel en het slepen van de auto. Om over extra ruimte te beschikken, kan het reservewiel tijdelijk worden verwijderd (kunststof bak, leverbaar als accessoire). 49

47 4 TOEGANG TOT DE AUTO BRANDSTOF TANKEN Te laag brandstofniveau Als het brandstofniveau te laag is, gaat het laatste blokje knipperen in combinatie met een geluidssignaal. De resterende hoeveelheid brandstof bedraagt nog ongeveer 5 liter. U kunt, afhankelijk van de rijomstandigheden en de motoruitvoering, minder dan 50 km met de resterende hoeveelheid brandstof rijden. Als het blokje sneller begint te knipperen bedraagt de resterende hoeveelheid nog ongeveer 3 liter. Opmerking: als de auto is gestrand met een lege brandstoftank, kan op het instrumentenpaneel het verklikkerlampje emissieregeling gaan branden. Na enkele malen starten gaat het lampje automatisch weer uit. Het tanken dient te geschieden met afgezette motor. Open de brandstofvulklep. Steek de sleutel in het slot en draai deze iets naar links en weer terug naar rechts. De sleutel staat weer in de oorspronkelijke stand en de tankdop is ontgrendeld. Draai de dop los en bevestig de dop aan de binnenzijde van de brandstofvulklep. Op een label aan de binnenzijde van de brandstofvulklep staat de voorgeschreven soort brandstof aangegeven. Laat het vulpistool bij het aftanken nooit meer dan 3 keer automatisch uitspringen. Indien dit wel gebeurt, kunnen er storingen optreden. De inhoud van de brandstoftank bedraagt ongeveer 35 liter. Draai de dop na het tanken weer helemaal dicht naar rechts tot de dop klikt en sluit de brandstofvulklep. Verwijder de sleutel. 50

48 Mistachterlicht ZICHT 5 LICHTSCHAKELAAR Koplampen en achterlichten Draai de ring A om de verlichting in te schakelen. 1 - Lichten uit 2 - Parkeerlichten Dim-/grootlicht Dimlicht: Trek de schakelaar naar u toe. Grootlicht: Duw de schakelaar naar voren. Lichtsignaal Trek de schakelaar volledig naar u toe. Draai als het dimlicht is ingeschakeld de ring B naar voren om het mistachterlicht in te schakelen en naar achteren om het uit te schakelen. Als het mistachterlicht is ingeschakeld, wordt dit aangegeven door het verklikkerlampje op het instrumentenpaneel. Opmerking: Als in plaats van het dimlicht de parkeerlichten worden ingeschakeld, wordt het mistachterlicht niet automatisch uitgeschakeld. Bij helder of regenachtig weer, zowel overdag als 's nachts, is het mistachterlicht hinderlijk voor medeweggebruikers en daarom niet toegestaan. Vergeet niet het mistachterlicht uit te schakelen zodra het niet meer nodig is. Richtingaanwijzers Links: omlaag duwen. Rechts: omhoog duwen. 3 - Dim-/grootlicht Vergeten verlichting Als het contact is afgezet en het bestuurdersportier wordt geopend, klinkt een ononderbroken geluidssignaal om aan te geven dat de verlichting nog brandt. 51

49 5 ZICHT Ruitensproeier vóór Trek de ruitenwisserschakelaar naar u toe. 52 RUITENWISSERSCHAKELAAR Ruitenwissers vóór MIST Eén keer wissen. Duw de schakelaar omlaag en laat hem los om de ruitenwisser één keer te laten wissen. OFF Uit. INT Interval. LO Normale snelheid (matige regenval). HI Hoge snelheid (hevige neerslag). Zet bij het wassen van de auto in een autowasstraat het contact af en controleer of de ruitenwissers in de laagste stand staan. Wacht s winters met het inschakelen van de ruitenwissers tot de voorruit volledig ontdooid is. Ruitenwisser en -sproeier achter Draai de ring A in de stand "ON" voor constant wissen. Draai de ring naar voren om tijdens het wissen de ruitensproeier te activeren. Ruitensproeier achter De ring A staat in de stand "OFF" (de ruitenwisser is uitgeschakeld). Draai de ring naar u toe om de ruitensproeier te activeren.

IN EEN OOGOPSLAG. Panoramadak. Parkeerhulp achter

IN EEN OOGOPSLAG. Panoramadak. Parkeerhulp achter Panoramadak Dankzij het brede glazen dak zijn het zicht en de lichtinval in het interieur ongekend. 78 Te openen achterruit (SW) Dankzij deze voorziening hebt u eenvoudig toegang tot de bagageruimte zonder

Nadere informatie

F I A T 5 0 0 603.83.297 NL S N E L G I D S

F I A T 5 0 0 603.83.297 NL S N E L G I D S F I A T 5 0 0 603.83.297 NL S N E L G I D S Raadpleeg voor een uitvoerige beschrijving en meer informatie, of in noodgevallen, het instructieboek. DASHBOARD 1 Linker hendel: bediening buitenverlichting

Nadere informatie

Het instructieboekje van uw auto is ook te vinden op de website van Peugeot, in de rubriek "MyPeugeot".

Het instructieboekje van uw auto is ook te vinden op de website van Peugeot, in de rubriek MyPeugeot. Het instructieboekje van uw auto is ook te vinden op de website van Peugeot, in de rubriek "MyPeugeot". Als u het instructieboekje online raadpleegt, hebt u tevens toegang tot de meest recente informatie.

Nadere informatie

F I A T B R A V O 603.83.122 NL S N E L G I D S

F I A T B R A V O 603.83.122 NL S N E L G I D S F I A T B R A V O 603.83.122 NL S N E L G I D S DASHBOARD 1 Linker hendel: bediening buitenverlichting - 2 Instrumentenpaneel - 3 Rechter hendel: bediening ruitenwissers, achterruitwisser, trip computer

Nadere informatie

Kort overzicht BEDIENINGSKNOPPEN

Kort overzicht BEDIENINGSKNOPPEN Kort overzicht Kort overzicht BEDIENINGSKNOPPEN 6 5 4 3 2 1 12 9 3 6 80 100 120 km/h 60 140 40 160 LAND - - ROVER 20 0 180 200 H4959 7 8 9 1. Frisseluchtrooster - bedieningsknop 2. Ventilator - regeling

Nadere informatie

UW 807 IN EEN OOGOPSLAG 26-04-2004

UW 807 IN EEN OOGOPSLAG 26-04-2004 2 UW 807 IN EEN OOGOPSLAG UW 807 IN EEN OOGOPSLAG 3 1 - Schakelaars elektrisch bediende buitenspiegels. Schakelaars elektrisch bediende ruiten. Blokkeerschakelaar elektrisch bediende ruiten achter. 2 -

Nadere informatie

VOERTUIGCONTROLE SEAT IBIZA. Rijschool van Zuylen

VOERTUIGCONTROLE SEAT IBIZA. Rijschool van Zuylen VOERTUIGCONTROLE SEAT IBIZA OPENEN MOTORKAP Motorkap in gesloten toestand OPENEN MOTORKAP Trek de hendel naar achteren en de motorkap is ontgrendeld. OPENEN MOTORKAP In het midden van de motorkap, net

Nadere informatie

Verwarming en ventilatie

Verwarming en ventilatie Verwarming en ventilatie BEDIENINGSELEMENTEN 1. Temperatuurregeling. Afzonderlijk instelbaar voor de bestuurder en de passagier voorin. 2. Programma voor maximaal ontdooien. 3. Luchtverdeling. In de geselecteerde

Nadere informatie

COCKPIT

COCKPIT 4 - IN EEN OOGOPSLAG COCKPIT 1. Schakelaar snelheidsregelaar/- begrenzer. 2. Hendel stuurwielverstelling. 3. Schakelaar verlichting en richtingaanwijzers. 4. Instrumentenpaneel. 5. Airbag bestuurder. Claxon.

Nadere informatie

1. AM/FM-radio gebruiken

1. AM/FM-radio gebruiken De tuner gebruiken 1. AM/FM-radio gebruiken Toets SOURCE MENU RECALL (BRONMENU OPHALEN) Stationsvoorkeuzetoetsen FUNCTION-toets BAND AUTO.P POWER-toets VOL-knop TUNE TRACKtoetsen Luisteren naar de AM/FM-radio

Nadere informatie

INSTRUMENTENPANEEL BENZINE - DIESEL MET HANDGESCHAKELDE VERSNELLINGSBAK KLOKKEN. Display

INSTRUMENTENPANEEL BENZINE - DIESEL MET HANDGESCHAKELDE VERSNELLINGSBAK KLOKKEN. Display INSTRUMENTENPANEEL BENZINE - DIESEL MET HANDGESCHAKELDE VERSNELLINGSBAK Display De klokken en verklikkerlampjes op het instrumentenpaneel geven informatie over de werking van de auto. KLOKKEN 1. Toerenteller.

Nadere informatie

4 - IN EEN OOGOPSLAG

4 - IN EEN OOGOPSLAG 4 - IN EEN OOGOPSLAG IN EEN OOGOPSLAG - 5 COCKPIT 1. Schakelaar snelheidsbegrenzer/ snelheidsregelaar. 2. Schakelaar verlichting en richtingaanwijzers. 3. Airbag bestuurder. Claxon. 4. Instrumentenpaneel.

Nadere informatie

COP Quick start KA OLANDESE :32 Pagina 1. FordKa. Feel the difference

COP Quick start KA OLANDESE :32 Pagina 1. FordKa. Feel the difference OP Quick start K OLNS 7-07-2008 8:32 Pagina FordKa Kort Owner s overzicht handbook Feel the difference K0468_Service_Portfolio_090508. 09.05.2008 5:52:47 Uhr 604.39.307 PP K OL 8-07-2008 4:03 Pagina S

Nadere informatie

PROFICIAT MET UW NIEUWE VOLVO! VOLVO V70 & XC70 quick guide

PROFICIAT MET UW NIEUWE VOLVO! VOLVO V70 & XC70 quick guide VOLVO V70 & XC70 quick guide PROFICIAT MET UW NIEUWE VOLVO! Het ontdekken van een nieuwe auto is een spannende bezigheid. Neem deze beknopte handleiding door om nog meer plezier te beleven aan uw nieuwe

Nadere informatie

4 - In een oogopslag

4 - In een oogopslag 4 - In een oogopslag In een oogopslag - 5 COCKPIT 1 - Schakelaar snelheidsbegrenzer/ snelheidsregelaar. 2 - Schakelaar verlichting en richtingaanwijzers. 3 - Airbag bestuurder. Claxon. 4 - Instrumentenpaneel.

Nadere informatie

Belangrijke informatie: Het monteren van elektrische uitrustingen of accessoires die niet onder een artikelnummer in het assortiment van Automobiles

Belangrijke informatie: Het monteren van elektrische uitrustingen of accessoires die niet onder een artikelnummer in het assortiment van Automobiles ! Belangrijke informatie: Het monteren van elektrische uitrustingen of accessoires die niet onder een artikelnummer in het assortiment van Automobiles PEUGEOT voorkomen, kan storingen in het elektronisch

Nadere informatie

Bekijk uw gebruiksaanwijzing via de website van Peugeot, rubriek "Persoonlijke pagina".

Bekijk uw gebruiksaanwijzing via de website van Peugeot, rubriek Persoonlijke pagina. Bekijk uw gebruiksaanwijzing via de website van Peugeot, rubriek "Persoonlijke pagina". Op deze persoonlijke pagina staan adviezen en nuttige informatie over het onderhoud van uw auto. Als u de gebruiksaanwijzing

Nadere informatie

IN EEN OOGOPSLAG COCKPIT

IN EEN OOGOPSLAG COCKPIT IN EEN OOGOPSLAG COCKPIT 1. Schakelaar snelheidsregelaar/- begrenzer. 2. Hendel stuurwielverstelling.. Schakelaar verlichting en richtingaanwijzers. 4. Instrumentenpaneel. 5. Airbag bestuurder. Claxon.

Nadere informatie

Het instructieboekje van uw auto is ook te vinden op de website van Peugeot, in de rubriek "MyPeugeot".

Het instructieboekje van uw auto is ook te vinden op de website van Peugeot, in de rubriek MyPeugeot. Het instructieboekje van uw auto is ook te vinden op de website van Peugeot, in de rubriek "MyPeugeot". Op deze persoonlijke pagina staan adviezen en nuttige informatie over het onderhoud van uw auto.

Nadere informatie

Uw auto komt tot leven op internet!

Uw auto komt tot leven op internet! Instructieboekje ! Dankzij de internetsite SERVICE BOX, biedt PEUGEOT u de mogelijkheid uw boorddocumentatie gratis en eenvoudig online te raadplegen. Met het gebruiksvriendelijke SERVICE BOX hebt u altijd

Nadere informatie

Bedieningen Dutch - 1

Bedieningen Dutch - 1 Bedieningen 1. Functieschakelaar Cassette/ Radio/ CD 2. Golfband schakelaar 3. FM antenne 4. CD deur 5. Schakelaar om zender af te stemmen 6. Bass Boost toets 7. CD skip/ voorwaarts toets 8. CD skip/ achterwaarts

Nadere informatie

Voorstoelen HANDMATIG VERSTELBARE STOELEN

Voorstoelen HANDMATIG VERSTELBARE STOELEN Voorstoelen HANDMATIG VERSTELBARE STOELEN verstellen. Als u dit toch doet, kunt u de macht over het stuur verliezen en letsel veroorzaken. 1. Verstelling naar voren/naar achteren. 2. Hoogteverstelling.

Nadere informatie

Uw gebruiksaanwijzing. CITROEN JUMPER 2012 http://nl.yourpdfguides.com/dref/5748384

Uw gebruiksaanwijzing. CITROEN JUMPER 2012 http://nl.yourpdfguides.com/dref/5748384 U kunt de aanbevelingen in de handleiding, de technische gids of de installatie gids voor. U vindt de antwoorden op al uw vragen over de in de gebruikershandleiding (informatie, specificaties, veiligheidsaanbevelingen,

Nadere informatie

De voorkant. De zijkant. De banden

De voorkant. De zijkant. De banden Controlepunten: In deze handleiding vind je de specifieke voertuigkenmerken van de Suzuki Swift. Algemene dingen kun je in je Ris praktijkboek vinden. Dus hier kun je b.v. vinden met welk knopje je de

Nadere informatie

Uw instructieboekje is ook te vinden op de website van Peugeot, in de rubriek "MyPeugeot".

Uw instructieboekje is ook te vinden op de website van Peugeot, in de rubriek MyPeugeot. Uw instructieboekje is ook te vinden op de website van Peugeot, in de rubriek "MyPeugeot". Op deze persoonlijke pagina staan adviezen en nuttige informatie over het onderhoud van uw auto. Als u het instructieboekje

Nadere informatie

X Veiligheidsgordel 3 Verklikkerlicht brandt (met waarschuwingstoon) bij ingeschakelde ontsteking: Gordel omdoen, zie pagina 33.

X Veiligheidsgordel 3 Verklikkerlicht brandt (met waarschuwingstoon) bij ingeschakelde ontsteking: Gordel omdoen, zie pagina 33. Instrumenten verklikkerlichten De verklikkerlichten die hier staan vermeld, zijn niet in alle auto s aanwezig. Deze beschrijving geldt voor alle instrumentenuitvoeringen. X Veiligheidsgordel 3 Verklikkerlicht

Nadere informatie

IN EEN OOGOPSLAG COCKPIT

IN EEN OOGOPSLAG COCKPIT IN EEN OOGOPSLAG COCKPIT 1. Schakelaar snelheidsregelaar/ -begrenzer. 2. Stuurwielverstelling. 3. Schakelaar verlichting en richtingaanwijzers. 4. Instrumentenpaneel. 5. Airbag bestuurder. Claxon. 6. Versnellingshendel.

Nadere informatie

De voorkant. De zijkant. De banden

De voorkant. De zijkant. De banden Controlepunten: De voorkant De verlichting moet heel zijn en werken (de werking van de verlichting, remlichten en richtingaanwijzers kan voor je gaat rijden gecontroleerd worden door de examinator) De

Nadere informatie

Buitentemperatuurmeter met ijzelalarm (lager dan 3 C)

Buitentemperatuurmeter met ijzelalarm (lager dan 3 C) COUPÉ EVO DASHBOARD Brandstofmeter met reserveaanduiding Buitentemperatuurmeter met ijzelalarm (lager dan 3 C) Chroomlook ringen instrumentenpaneel ControlelampjesRichtingaanwijzer links en rechts, mistlampen

Nadere informatie

gefeliciteerd MeT de AAnkOOP VAn Uw VOLVO XC90 quick guide

gefeliciteerd MeT de AAnkOOP VAn Uw VOLVO XC90 quick guide VOLVO XC90 quick guide gefeliciteerd MeT de AAnkOOP VAn Uw nieuwe VOlVO! Het is altijd spannend een nieuwe auto te leren kennen. Neem deze Quick Guide door om nog meer plezier te hebben van uw nieuwe Volvo.

Nadere informatie

Het online-instructieboekje

Het online-instructieboekje Het online-instructieboekje Bekijk uw instructieboekje via de website van Citroën, rubriek "MyCitroën". Op deze persoonlijke pagina vindt u informatie over onze producten en diensten en kunt u rechtstreeks

Nadere informatie

UW 206 IN EEN OOGOPSLAG

UW 206 IN EEN OOGOPSLAG 2 UW 206 IN EEN OOGOPSLAG UW 206 IN EEN OOGOPSLAG 3 1 Stuurwiel met airbag en claxon 2 Schakelaar verlichting en richtingaanwijzers 3 Uitschakelen airbag aan passagierszijde* 4 Blokkeerschakelaar elektrisch

Nadere informatie

Verkorte gebruiksaanwijzing

Verkorte gebruiksaanwijzing Verkorte gebruiksaanwijzing VeloPlus Contactgegevens fabrikant: Tel. +31 (0)315 257370 E-mail: info@vanraam.com Website: www.vanraam.com Van Raam Aaltenseweg 56 7051 CM Varsseveld Nederland Versie 18.06

Nadere informatie

B E S T U U R D E R S P L A A T S ELEMENTAIRE FUNCTIES

B E S T U U R D E R S P L A A T S ELEMENTAIRE FUNCTIES I B E S T U U R D E R S P L A A T S ELEMENTAIRE FUNCTIES 4 B E S T U U R D E R S P L A A T S I 1. Bediening van de buitenspiegel 2. Draaibaar en afsluitbaar zijventilatierooster 3. Toerenteller 4. Instrumentenpaneel

Nadere informatie

Gemaksvoorzieningen ZONNEKLEPPEN DIMMER VOOR DE INSTRUMENTENVERLICHTING ZONNESCHERMEN

Gemaksvoorzieningen ZONNEKLEPPEN DIMMER VOOR DE INSTRUMENTENVERLICHTING ZONNESCHERMEN Gema ksvoorzie ningen ZONNEKLEPPEN DIMMER VOOR DE INSTRUMENTENVERLICHTING AUTO E80434 De zonneklep kan tegen verblinding naar beneden of zijwaarts worden geklapt. ZONNESCHERMEN E993 Verdraai het duimwieltje

Nadere informatie

COP LUM KA NL 16-07-2008 16:43 Pagina 1. Feel the difference. FordKa Instructieboekje. Owner s handbook

COP LUM KA NL 16-07-2008 16:43 Pagina 1. Feel the difference. FordKa Instructieboekje. Owner s handbook COP LUM KA NL 16-07-2008 16:43 Pagina 1 FordKa Instructieboekje Owner s handbook Feel the difference K10468_Service_Portfolio_090508.1 1 09.05.2008 15:52:47 Uhr 001-025 Ford KA NL 22-07-2008 9:45 Pagina

Nadere informatie

Verkorte gebruiksaanwijzing

Verkorte gebruiksaanwijzing Verkorte gebruiksaanwijzing Fun2Go Contactgegevens fabrikant: Tel. +31 (0)315 257370 E-mail: info@vanraam.com Website: www.vanraam.com Van Raam Aaltenseweg 56 7051 CM Varsseveld Nederland Versie 18.06

Nadere informatie

UW INSTRUCTIEBOEKJE OP INTERNET!

UW INSTRUCTIEBOEKJE OP INTERNET! UW INSTRUCTIEBOEKJE OP INTERNET! Citroën biedt u de mogelijkheid om gratis en eenvoudig uw boorddocumentatie online te raadplegen. Daarbij hebt u ook toegang tot het archief en tot de meest recente informatie.

Nadere informatie

Het online-instructieboekje

Het online-instructieboekje Het online-instructieboekje Uw instructieboekje is ook te vinden op de website van Citroën, in de rubriek "MyCitroën". Op deze persoonlijke pagina vindt u informatie over onze producten en diensten en

Nadere informatie

UW 206 CC IN EEN OOGOPSLAG

UW 206 CC IN EEN OOGOPSLAG 2 UW 206 CC IN EEN OOGOPSLAG UW 206 CC IN EEN OOGOPSLAG 3 1 Airbag bestuurder Claxon 2 Schakelaar verlichting en richtingaanwijzers 3 Uitschakeling airbag aan passagierszijde* 4 Schakelaar stoelverwarming

Nadere informatie

GEFELICITEERD MET DE AANKOOP VAN UW NIEUWE VOLVO!

GEFELICITEERD MET DE AANKOOP VAN UW NIEUWE VOLVO! VOLVO V50 QUICK GUIDE GEFELICITEERD MET DE AANKOOP VAN UW NIEUWE VOLVO! Het is altijd spannend een nieuwe auto te leren kennen. Neem deze Quick Guide door om nog meer plezier te hebben van uw nieuwe Volvo.

Nadere informatie

Stoelen VOORSTOELEN. Juiste zithouding H6544L. Stoelen

Stoelen VOORSTOELEN. Juiste zithouding H6544L. Stoelen Stoelen VOORSTOELEN De stoel nooit afstellen als het voertuig in beweging is. Als van deze instructies wordt afgeweken, kan dit leiden tot lichamelijk letsel of verlies van controle over het voertuig.

Nadere informatie

Instructie Voertuig (auto) controle Kia Cee d Autorijschool Lolkama

Instructie Voertuig (auto) controle Kia Cee d Autorijschool Lolkama Instructie www.lolkama.com Instructie Voertuig (auto) controle Kia Cee d Autorijschool Lolkama Voor het CBR praktijkexamen worden door de examinator, controle vragen gesteld over de banden, motor, dashboard

Nadere informatie

Inhoud van de handleiding

Inhoud van de handleiding BeoSound 3000 Guide BeoSound 3000 Reference book Inhoud van de handleiding 3 U hebt de beschikking over twee boekjes die u helpen zich vertrouwd te maken met uw Bang & Olufsen-product. De Het bedie- referentiehandboeningshandleiding

Nadere informatie

Voertuig Controle BMW 116d Sportline

Voertuig Controle BMW 116d Sportline Voertuig Controle BMW 116d Sportline Voor het praktijkexamen wordt door de examinator een aantal vragen gesteld over de motor, de banden of het dashboard. Lees deze pagina een aantal keren aandachtig door

Nadere informatie

DACIA LOGAN VAN/PICK-UP PRIJSLIJST januari 2012

DACIA LOGAN VAN/PICK-UP PRIJSLIJST januari 2012 DACIA LOGAN VAN/PICK-UP PRIJSLIJST januari 2012 VERSIEPRIJZEN LOGAN VAN/PICK-UP Dacia Logan Van Motor Uitvoering CATALOGUSPRIJS BTW BPM* CONSUMENTENPRIJS Netto INCL. BTW en BPM 1.6 MPI 85 Euro 5 Logan

Nadere informatie

FIAT SCUDO 603.81.143 NL INSTRUCTIEBOEK

FIAT SCUDO 603.81.143 NL INSTRUCTIEBOEK FIAT SCUDO 603.81.143 NL INSTRUCTIEBOEK Geachte cliënt, Hartelijk dank dat u voor een Fiat hebt gekozen en gefeliciteerd met uw keuze voor de Fiat SCUDO. Wij hebben dit boekje samengesteld om u de kwaliteiten

Nadere informatie

Stoelen IN DE JUISTE HOUDING ZITTEN

Stoelen IN DE JUISTE HOUDING ZITTEN IN DE JUISTE HOUDING ZITTEN E81931 2 U mag de stoel niet tijdens het rijden verstellen. Als u dit toch doet, kunt u de macht over het stuur verliezen en letsel veroorzaken. 1 De stoel, de hoofdsteun, de

Nadere informatie

Verwarming en ventilatie

Verwarming en ventilatie KLIMAATREGELING Druk op de knop CLIMATE om het touchscreenmenu van de klimaatregeling weer te geven. 1. Menu voor instellingen van de klimaatregeling. 2. Menu voor stoelverwarming/-klimaat voorin. N.B.:

Nadere informatie

IN EEN OOGOPSLAG. Blz. Stoelen Cockpit Dashboard Spiegels 85

IN EEN OOGOPSLAG. Blz. Stoelen Cockpit Dashboard Spiegels 85 UW IN EEN OOGOPSLAG 1 Blz. Stoelen 64-71 Cockpit 26-27 Dashboard 32-63 Spiegels 85 Blz. Controles 96-99 Toegang tot de auto 72-75 Lekke band/ wiel verwisselen 100-103 Lampen vervangen 104-107 Afhankelijk

Nadere informatie

F I A T 5 0 0 530.02.160

F I A T 5 0 0 530.02.160 F I A T 5 0 0 530.02.160 I N S T R U C T I E B O E K Geachte cliënt, Hartelijk dank dat u voor een Fiat hebt gekozen en gefeliciteerd met uw keuze. Wij hebben dit boek samengesteld zodat u elk onderdeel

Nadere informatie

Uw gebruiksaanwijzing. BLAUPUNKT RIO RCR 87 http://nl.yourpdfguides.com/dref/3310440

Uw gebruiksaanwijzing. BLAUPUNKT RIO RCR 87 http://nl.yourpdfguides.com/dref/3310440 U kunt de aanbevelingen in de handleiding, de technische gids of de installatie gids voor BLAUPUNKT RIO RCR 87. U vindt de antwoorden op al uw vragen over de BLAUPUNKT RIO RCR 87 in de gebruikershandleiding

Nadere informatie

FIAT PANDA 603.81.058 NL INSTRUCTIEBOEK

FIAT PANDA 603.81.058 NL INSTRUCTIEBOEK FIAT PANDA 603.81.058 NL INSTRUCTIEBOEK Geachte cliënt, Hartelijk dank dat u voor een Fiat hebt gekozen en gefeliciteerd met uw keuze voor de Fiat Panda. Wij hebben dit boekje samengesteld zodat u elk

Nadere informatie

8075-000-048 - April 2010. Handleiding infrarood afstandsbediening

8075-000-048 - April 2010. Handleiding infrarood afstandsbediening 8075-000-048 - April 00 Handleiding infrarood afstandsbediening x 9V Batterij x x I zonder geheugen A, B, C + D S I met geheugen A, B, C + E I met massage A, B, C + F, G A Ontvangstinstelling A. Verwijder

Nadere informatie

Gebruik van de afstandsbediening

Gebruik van de afstandsbediening Gebruik van de afstandsbediening Voorzorgsmaatregelen voor het gebruik van de afstandsbediening Wees voorzichtig met de afstandsbediening, hij is licht en klein. Als hij valt kan hij kapot gaan, de batterij

Nadere informatie

Renault TRAFIC. Instructieboekje

Renault TRAFIC. Instructieboekje Renault TRAFIC Instructieboekje eenpassievoor presteren ELF partner van de RENAULT adviseert ELF ELF en Renault, partners op het vlak van hightech in de automobielsector, bundelen hun krachten zowel op

Nadere informatie

Pagina. Paragraaf. 1.1 Openen. 1.2 Starten. 1.3 Uitschakelen. 1.4 Afsluiten. 2.1 Tanken. 3.1 Openen kap. 3.2 Sluiten kap. 1.

Pagina. Paragraaf. 1.1 Openen. 1.2 Starten. 1.3 Uitschakelen. 1.4 Afsluiten. 2.1 Tanken. 3.1 Openen kap. 3.2 Sluiten kap. 1. Paragraaf 1.1 Openen 1.2 Starten 1.3 Uitschakelen 1.4 Afsluiten 2.1 Tanken 3.1 Openen kap 3.2 Sluiten kap 1.3 Zijruiten verwijderen en plaatsen 1.3 Uitschakelen 5.1 Motorkap openenn 6.1 Kachel bedienenn

Nadere informatie

UW PARTNER IN EEN OOGOPSLAG 1

UW PARTNER IN EEN OOGOPSLAG 1 UW PARTNER IN EEN OOGOPSLAG 1 Blz. Stoelen 52-60 Schakelaars op stuurkolom 71-72 Instrumentenpaneel 28 Verwarming, airconditioning 48-51 Buitenspiegels 74 Blz. Controles 88-89 Toegang tot de auto 64-69

Nadere informatie

UW INSTRUCTIEBOEKJE OP INTERNET!

UW INSTRUCTIEBOEKJE OP INTERNET! UW INSTRUCTIEBOEKJE OP INTERNET! Citroën biedt u de mogelijkheid om gratis en eenvoudig uw boorddocumentatie online te raadplegen. Daarbij hebt u ook toegang tot het archief en tot de meest recente informatie.

Nadere informatie

2 UW 206 IN EEN OOGOPSLAG

2 UW 206 IN EEN OOGOPSLAG 2 UW 206 IN EEN OOGOPSLAG UW 206 IN EEN OOGOPSLAG 3 1 Stuurwiel met airbag en claxon 2 Schakelaar verlichting en richtingaanwijzers 11 Voorruitontwaseming 12 Zijruitontwaseming 13 Verstelbaar zijventilatierooster

Nadere informatie

C8_03-2_fr_Gcv.qxd 12/09/03 10:26 Page 1 CITROËN C8 INSTRUCTIEBOEKJE. 0 C:\Documentum\Checkout\V3_03_2_Tcv-NEL.win 15/3/2004 19:35 -page 1

C8_03-2_fr_Gcv.qxd 12/09/03 10:26 Page 1 CITROËN C8 INSTRUCTIEBOEKJE. 0 C:\Documentum\Checkout\V3_03_2_Tcv-NEL.win 15/3/2004 19:35 -page 1 C8_03-2_fr_Gcv.qxd 12/09/03 10:26 Page 1 CITROËN C8 INSTRUCTIEBOEKJE 0 C:\Documentum\Checkout\V3_03_2_Tcv-NEL.win 15/3/2004 19:35 -page 1 C8_03-2_fr_Gcv.qxd 12/09/03 10:27 Page 2 CITROËN prefereert TOTAL

Nadere informatie

Groep 10 IMD42 Niels Cremers Marc Hensen Sander Keurentjes Mathijs Mejan. De Handleiding

Groep 10 IMD42 Niels Cremers Marc Hensen Sander Keurentjes Mathijs Mejan. De Handleiding Groep 10 IMD42 Niels Cremers Marc Hensen Sander Keurentjes Mathijs Mejan De Handleiding Index Inleiding... 3 De meters... 4 Het stuur... 6 Het navigatie systeem... 9 De Console... 10 De radio... 11 2 Inleiding

Nadere informatie

Voordat u gaat rijden. Tijdens het rijden. Onderhoud en verzorging. Trefwoordenlijst INHOUDSOPGAVE

Voordat u gaat rijden. Tijdens het rijden. Onderhoud en verzorging. Trefwoordenlijst INHOUDSOPGAVE Aygo Handleiding INHOUDSOPGAVE 1 Voordat u gaat rijden Het afstellen en bedienen van systemen als de portiervergrendeling, spiegels en stuurkolom. 2 Tijdens het rijden Rijden, stoppen en informatie over

Nadere informatie

Neem deze beknopte handleiding door om nog meer plezier aan uw nieuwe Volvo te beleven. Zie voor meer informatie het instructieboekje.

Neem deze beknopte handleiding door om nog meer plezier aan uw nieuwe Volvo te beleven. Zie voor meer informatie het instructieboekje. VOLVO S80 BEKNOPTE HANDLEIDING PROFICIAT MET UW NIEUWE VOLVO! Het ontdekken van een nieuwe auto is een spannende bezigheid. Neem deze beknopte handleiding door om nog meer plezier aan uw nieuwe Volvo te

Nadere informatie

Veiligheid van kinderen

Veiligheid van kinderen Veiligheid van kinderen KINDERZITJES Voor maximale veiligheid moeten kinderen altijd achterin zitten. Wij raden u aan om kinderen nooit voorin te laten zitten. Als het echter onvermijdelijk is om een kind

Nadere informatie

ELEKTRISCHE INSTALLATIE BI-VAN CAN COM2000

ELEKTRISCHE INSTALLATIE BI-VAN CAN COM2000 INFOTEC AP/TAVG/MMXP/MUX BEVESTIGING DIAGNOSE BSI ELEKTRISCHE INSTALLATIE BI-VAN CAN COM2000 G05 CONTROLEPROCEDURE VAN DE FUNCTIE CENTRALE VERGRENDELING Toepassing bij PEUGEOT 206 (vanaf DAM-nr. 9076)

Nadere informatie

veiligheid van de inzittenden; conditie van de auto; bescherming van het milieu.

veiligheid van de inzittenden; conditie van de auto; bescherming van het milieu. F I A T 5 0 0 603.81.189 I N S T R U C T I E B O E K Geachte cliënt, Hartelijk dank dat u voor een Fiat hebt gekozen en gefeliciteerd met uw keuze. Wij hebben dit boekje samengesteld zodat u elk onderdeel

Nadere informatie

Verkorte gebruiksaanwijzing

Verkorte gebruiksaanwijzing Verkorte gebruiksaanwijzing OPair Contactgegevens fabrikant: Tel. +31 (0)315 257370 E-mail: info@vanraam.com Website: www.vanraam.com Van Raam Aaltenseweg 56 7051 CM Varsseveld Nederland Versie 18.06 Let

Nadere informatie

RUITENWISSERS/-SPROEIERS

RUITENWISSERS/-SPROEIERS Elektrische functie printen RUITENWISSERS/-SPROEIERS RUITENWISSERS/-SPROEIERS - BESCHRIJVING De ruitenwissers/-sproeiers worden bediend via de hendel rechts naast het stuur: de hendel kan - door omhoog

Nadere informatie

QUICK GUIDE VOLVO XC60 WEB EDITION GEFELICITEERD MET UW NIEUWE VOLVO!

QUICK GUIDE VOLVO XC60 WEB EDITION GEFELICITEERD MET UW NIEUWE VOLVO! VOLVO XC60 QUICK GUIDE WEB EDITION GEFELICITEERD MET UW NIEUWE VOLVO! Het ontdekken van een nieuwe auto is een spannende bezigheid. Neem deze Quick Guide door om nog meer plezier te beleven aan uw nieuwe

Nadere informatie

DUTCH GEBRUIKSAANWIJZING SCD-21 MP3 PORTABLE RADIO CD/MP3 PLAYER LENCO

DUTCH GEBRUIKSAANWIJZING SCD-21 MP3 PORTABLE RADIO CD/MP3 PLAYER LENCO DUTCH GEBRUIKSAANWIJZING SCD-21 MP3 PORTABLE RADIO CD/MP3 PLAYER LENCO WAARSCHUWING STEL DIT APPARAAT NOOIT BLOOT AAN REGEN OF VOCHT, OM HET ONTSTAAN VAN BRAND EN ELEKTRISCHE SCHOKKEN TE VOORKOMEN. BELANGRIJK

Nadere informatie

INFO DIAG DIAGNOSE- APPARATUUR

INFO DIAG DIAGNOSE- APPARATUUR CITROËN AFTER SALES SERVICE INFO DIAG DIAGNOSE- APPARATUUR CITROËN DISTRIBUTEUR NIEUWE AUTO'S - Afleveringstechnicus - Coördinator terugroepacties CITROËN ERKEND REPARATEURS - Servicemanager - Technisch

Nadere informatie

Het instructieboekje online

Het instructieboekje online INSTRUCTIEBOEKJE Het instructieboekje online Uw instructieboekje is ook te vinden op de website van Peugeot, in de rubriek " MyPeugeot". Op deze persoonlijke pagina staan adviezen en nuttige informatie

Nadere informatie

Radio - werking RADIO - WERKING

Radio - werking RADIO - WERKING M 4 0 - werking - werking RADIO - WERKING Hoofdmenu Instellingen Navigatie N.B. Als de geluidsinstallatie wekt in functie "1-HOUR" (1 UUR), kunnen de bedieningsknoppen op het stuurwiel niet worden gebruikt.

Nadere informatie

Voertuig Controle Golf 7

Voertuig Controle Golf 7 Voertuig Controle Golf 7 Voor het praktijkexamen wordt door de examinator een aantal vragen gesteld over de motor, de banden of het dashboard. Lees deze pagina een aantal keren aandachtig door zodat je

Nadere informatie

Gefeliciteerd met uw nieuwe autoalarm! Inhoud

Gefeliciteerd met uw nieuwe autoalarm! Inhoud Gefeliciteerd met uw nieuwe autoalarm! Lees de gebruikershandleiding voor gebruik zorgvuldig door en maak u vertrouwd met de verschillende functies van uw autoalarm. Deze handleiding beschrijft de functies

Nadere informatie

4 - In een oogopslag In een oogopslag - 5 COCKPIT 1. Schakelaar snelheidsregelaar. 2. Schakelaar verlichting en richtingaanwijzers. 14. Dashboardkastje / aansluitingen audio/video. 15. Schakelaars stoelverwarming.

Nadere informatie

Vehicle Security System VSS3 - Alarm system remote

Vehicle Security System VSS3 - Alarm system remote Vehicle Security System VSS3 - Alarm system remote Alarmsysteem met afstandsbediening leidraad bij het instellen - Dutch Geachte klant, In deze handleiding vindt u de informatie en bedieningen die nodig

Nadere informatie

UW 206 IN EEN OOGOPSLAG 1

UW 206 IN EEN OOGOPSLAG 1 UW 206 IN EEN OOGOPSLAG 1 Blz. Stoelen 74-85 Cockpit 29-31 Dashboard 37-73, 97-98 Spiegels 100 Blz. Controles 117-125 Toegang tot de auto 87-92 Wiel verwisselen 126-130 Lampen vervangen 131-135 In dit

Nadere informatie

Hartelijk gefeliciteerd met de aanschaf van een COBRA alarmsysteem type 889.

Hartelijk gefeliciteerd met de aanschaf van een COBRA alarmsysteem type 889. COBRA 889 INLEIDING Hartelijk gefeliciteerd met de aanschaf van een COBRA alarmsysteem type 889. De belangrijkste vernieuwing in deze 889-serie bestaat uit het systeem, dat de herkenningscode van de afstandsbediening

Nadere informatie

DT-210/DT-210L/DT-210V. NL Revision 1

DT-210/DT-210L/DT-210V. NL Revision 1 DT-210/DT-210L/DT-210V NL Revision 1 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 A B C D E F G H Plaats van de bedieningsorganen Keuzeschakelaar Stereo/Mono/Luidspreker Toets memory (geheugen) Afstemming Omhoog/Omlaag

Nadere informatie

Renault CLIO. Instructieboekje

Renault CLIO. Instructieboekje Renault CLIO Instructieboekje een passie voor presteren ELF partner van de RENAULT adviseert ELF ELF en Renault, partners op het vlak van hightech in de automobielsector, bundelen hun krachten zowel op

Nadere informatie

Carpline DTXI-plus Beetmelder set GEBRUIKSAANWIJZING

Carpline DTXI-plus Beetmelder set GEBRUIKSAANWIJZING Carpline DTXI-plus Beetmelder set GEBRUIKSAANWIJZING Deze handleiding is van toepassing op: - Carpline DTXI-plus Beetmelder - Carpline DTXI-plus Receiver - Carpline Bivvy-light Carpline DTXI-plus Beetmelder

Nadere informatie

Buitentemperatuurmeter met ijzelalarm (lager dan 3 C)

Buitentemperatuurmeter met ijzelalarm (lager dan 3 C) CITY GTO DASHBOARD Brandstofmeter met reserveaanduiding Buitentemperatuurmeter met ijzelalarm (lager dan 3 C) Chroomlook ringen instrumentenpaneel ControlelampjesRichtingaanwijzer links en rechts, mistlampen

Nadere informatie

LCD scherm va LCD scherm

LCD scherm va LCD scherm scherm 1. Gebruik scherm Met het in Uw scooter ingebouwde scherm kunt U alle rij-, stuuracties, remmen en bedienen van het voertuig bepalen. De elektrische installatie van de scooter en de elektronica

Nadere informatie

Mauer GmbH Technologie voor beveiliging. Code Combi B VdS-Cl 2 Artikelnummer 82131 - standaard

Mauer GmbH Technologie voor beveiliging. Code Combi B VdS-Cl 2 Artikelnummer 82131 - standaard Informatie over de bediening: Mauer GmbH Technologie voor beveiliging Code Combi B VdS-Cl 2 Artikelnummer 82131 - standaard Bedieningsinstructies Lees deze instructies aandachtig door voordat u het slot

Nadere informatie

Sloten en alarm ALARM-SYSTEEM

Sloten en alarm ALARM-SYSTEEM Sloten en alarm ALARM-SYSTEEM H6716G Uw voertuig is voorzien van een uiterst verfijnd elektronisch diefstalalarm en motor-immobilisatiesysteem. Tevens beschikt het voertuig over een aantal extra veiligheidssystemen.

Nadere informatie

N 1 zonder autorijbewijs

N 1 zonder autorijbewijs e e N 1 zonder autorijbewijs e De e City is het meest compacte model in het e AIXAM assortiment. Het ideale stadsvoertuig van een onvergelijkbare kwaliteit en een uitgesproken design. De e City is speels;

Nadere informatie

Bediening van de Memory Stick-speler

Bediening van de Memory Stick-speler Bediening Bediening van de Memory Stick-speler Over Memory Sticks Stel Memory Sticks niet bloot aan statische elektriciteit en elektrische bronnen. Dit om te voorkomen dat gegevens op de stick verloren

Nadere informatie

Hi-Fi Muzieksysteem. Gebruikershandleiding

Hi-Fi Muzieksysteem. Gebruikershandleiding Hi-Fi Muzieksysteem Gebruikershandleiding Lees deze handleiding aandachtig alvorens het apparaat te gebruiken en bewaar hem voor toekomstig gebruik. op met Teknihall support: 0900 400 2001 2 Inhoudsopgave

Nadere informatie

AYGO. Instructieboekje

AYGO. Instructieboekje AYGO Instructieboekje Voorwoord Welkom in de steeds groeiende groep van waardebewuste automobilisten die voor Toyota hebben gekozen. Wij zijn trots op de vooruitstrevende techniek en hoge kwaliteit van

Nadere informatie

LCD scherm ve LCD scherm

LCD scherm ve LCD scherm scherm. Gebruik scherm Met het in Uw scooter ingebouwde scherm kunt U alle rij-, stuuracties, remmen en bedienen van het voertuig bepalen. De elektrische installatie van de scooter en de elektronica zelf

Nadere informatie

Starten, schakelen & wegrijden:

Starten, schakelen & wegrijden: Auteursrechtinformatie Dit document is bedoeld voor eigen gebruik. In het algemeen geldt dat enig ander gebruik, daaronder begrepen het verveelvoudigen, verspreiden, verzenden, herpubliceren, vertonen

Nadere informatie

Bediening van de CD-speler

Bediening van de CD-speler Bediening van de CD-speler Over compact discs De cd wordt door een laserstraaltje gelezen; het CD-oppervlak komt dus met niets in aanraking. Krassen op de cd of een kromme cd veroorzaken een slechte geluidskwaliteit

Nadere informatie

Programma Eco stand 8-SYMBOOL DISPLAY

Programma Eco stand 8-SYMBOOL DISPLAY BEDIENINGS INSTRUCTIES 8-SYMBOOL AFSTANDBEDIENING Kinder slot Tijd Signaal indicator Thermostatische stand Batterij Countdown F or C Programma Eco stand Temperatuur Dubbele brander 8-SYMBOOL DISPLAY INSTELLING

Nadere informatie

UW PARTNER IN EEN OOGOPSLAG 1

UW PARTNER IN EEN OOGOPSLAG 1 UW PARTNER IN EEN OOGOPSLAG 1 Blz. Stoelen, achterbank 54-60 Schakelaars op stuurkolom 72-73 Instrumentenpaneel 28 Verwarming, airconditioning 50-53 Buitenspiegels 75 Blz. Controles 94-95 Toegang tot de

Nadere informatie

900 Montagerichtlijn. SITdefault F930A205

900 Montagerichtlijn. SITdefault F930A205 3456789 900 Montagerichtlijn SITdefault F930A05 3456748946 83 54 5 4 6 0 7 8 3 9 3 F930A390 Versterker Luidspreker hoge tonen (4 st.) 3 Basluidspreker ( st.) 4 Bout (8 st.) 5 Kapje, connector 6 Connector

Nadere informatie

Configuratie. Jimny 3 deurs. Samenvatting

Configuratie. Jimny 3 deurs. Samenvatting Jimny 3 deurs 5 jaar garantie en assistance Compacte 4x4 Uitstekende terreincapaciteiten Laagste kostprijs per kilometer Uniek in zijn segment Krachtige motor Bekijk alle 4x4's van Suzuki Samenvatting

Nadere informatie

Veiligheid van kinderen

Veiligheid van kinderen KINDERZITJES WAARSCHUWINGEN Op een stoel waarvoor een werkende airbag is aangebracht, mag u geen kinderzitje plaatsen. Wanneer de airbag wordt opgeblazen, bestaat er een risico op ernstig letsel of zelfs

Nadere informatie

Snel starten GEBRUIKEN VAN DE ZENDER

Snel starten GEBRUIKEN VAN DE ZENDER Snel starten GEBRUIKEN VAN DE ZENDER H676G Uw zender is voorzien van vier knoppen waarmee u het voertuig kunt vergrendelen en ontgrendelen en waarmee alle veiligheidssystemen kunnen worden geactiveerd..

Nadere informatie