Overzicht van het toestel Netkabel met stekker



Vergelijkbare documenten
Beschrijving van het apparaat

Overzicht. Beste klant, Eenvoudige en snelle Installatie. Faxen verzenden een ontvangen. Faxschakelaar en modi S M U. / Internet.

Overzicht van het toestel Netkabel met stekker

Gebruikershandleiding Polycom IP321 en IP331

Handleiding HGT Teksttelefoon

Uw gebruiksaanwijzing. SAGEM PHILIPS FAXJET 325

Veiligheidsinformatie

Aanvullende gebruiksaanwijzing. SMS op het vaste net tiptel 340 clip

Appendix A, B HGT Teksttelefoon

Analoog telefoontoestel

Gebruiksaanwijzing CallBarrier

FAXBERICHTEN VERZENDEN

Gebruikershandleiding Polycom IP650

Gids voor een snelle start. Registreer uw product en krijg support op CD250 CD255 SE250 SE255. Aansluiten.

GEBRUIKSAANWIJZING TX_148

Seniorentelefoon Gebruikershandleiding

Telefonisten handleiding snom 360

Bedieningshandleiding

Verkorte Handleiding DX-C200. Namen en locaties. De kopieerfunctie gebruiken. De scannerfunctie gebruiken. De faxfunctie gebruiken. Problemen oplossen

Hulp krijgen. Systeemberichten. Aanmelden/Afmelden. Pictogrammen op het bedieningspaneel

Gebruikershandleiding Draadloze Telefoon (SIP) Model KX-TGP500 B01

Opladen Opmerkingen Vragen?... 11

Telefoontoestel 6402 Gebruikershandleiding. DEFINITY G3 - Versie 6.3 of later

GEBRUIKSAANWIJZING MODE D EMPLOI FX-3200

Welkom. philips. Korte bedieningshandleiding. Aansluiten. In gebruik nemen. Telefoneren

De gebruikers. handleiding. Cisco IP-telefoon

Uw gebruiksaanwijzing. SAGEM FAX PHILIPS MAGIC 3 PRIMO

VOORSTELLING. Hoorn. Display (scherm) Antwoordapparaattoets. Registertoets. Lijntoets (lijn opnemen) Bis-toets

Gebruikershandleiding. Connexity M6500IP gebruikershandleiding M300 analoge toestellen 1

Gebruikershandleiding MFP kleur systemen. Aanteken vel. infotec kenniscentrum. Infotec gebruikershandleiding

De Konftel 250 Korte handleiding

GEBRUIKSAANWIJZING FX-3300

Welkom. philips. Korte bedieningshandleiding. Aansluiten. In gebruik nemen. Telefoneren

Hoorn. NeXspan gebruikershandleiding M725 digitale toestel 1

Welkom. Korte handleiding. Aansluiten. Installeren. Gebruiken

LASERJET PRO 500 COLOR MFP. Naslaggids M570

MCS Rimini. DECT telefoon voor slechthorenden. Versterking tot 27 db Luid belsignaal tot 80 db Maximaal 5 extra handsets Eenvoudig in gebruik

VOORDAT U DE HEADSET VOOR DE EERSTE KEER GEBRUIKT

SIM SAVER KORTE HANDLEIDING

AAN DE SLAG MET HERCULES DJCONTROLWAVE EN DJUCED DJW

Dick Grooters Raadhuisstraat GM Best tel: Printen en Scannen

Rio Bravo 200. Draft Manual

Over deze gebruiksaanwijzing Gebruiksklaar maken... 8 Plaats van de Valencia... 8 Valencia aansluiten op telefoonnet.. 8 Valencia ophangen...

Handleiding. ZeelandNet Digitale Telefonie

Beschrijving van het apparaat

SolutionsRadio Handleiding voor luisteraars

Printerinstellingen wijzigen 1

Snelzoekgids voor de digitale telefoon NL, Uitgave 1, juni 2004

Advitronics. Toestelhandleiding. Zekerheid door Service

Xerox WorkCentre 6655 multifunctionele kleurenprinter Bedieningspaneel

Problemen oplossen met NummerWeergave

Handleiding Voic

Installatiehandleiding

Afbeelding: V1.0. Klantenservice: Uitleg van de toetsen Gebruik de afbeelding V1.

HP DeskJet 720C Series printer. Zeven eenvoudige stappen voor het installeren van uw printer

QUATTROVOX II. Softwareversie opvragen en vernieuwen

Bari_11_nl.qxd 27/05/03 08:34 Page 1. Bari 11 GEBRUIKERSHANDLEIDING

Mxstream. Gebruiksaanwijzing voor Mxstream-splitter aansluiting

Mauer GmbH Technologie voor beveiliging. Code Combi B VdS-Cl 2 Artikelnummer standaard

Gebruiksaanwijzing & Installatiehandleiding. TC - 6 Telecontroller

GEBRUIKSHANDLEIDING. Lees voor gebruik deze gebruikshandleiding.

Weergave Oproeper. gebruiksaanwijzing

Wegwijs met uw nieuw telefoontoestel.

Speedtouch ethernet modem

Snel aan de slag Installatiegids (versie 1.0)

Vila Real. Gebruiksaanwijzing NummerMelder

aê~~çäçòé=rsnm=fm=ab`qjíéäéñççå

2 mei Remote Scan

Handleiding Aastra 6730i Datum 31 oktober 2013

Weergave Oproeper. gebruiksaanwijzing

ethernet modem Installatiehandleiding speedtouch 712

Gebruiksaanwijzing. Altijd tot uw dienst SRP3011. Vragen? Vraag het Philips

Onderhoud. Onderhoud

De nummers kunnen in de display worden opgeroepen, compleet met datum en tijd van elke oproep. INSTALLATIE

Handleiding U8 Wireless Headset

DAR 3001 RECORDER INGEBRUIKNAME:

Bediening van de Memory Stick-speler

Call Blocker. Handleiding

Vila Nova. Gebruiksaanwijzing NummerMelder

Afstandsbediening Telis 16 RTS

MBLX Administratie & ICT Nobelstraat 5 BU BC s-gravenzande t f e. sales@mblx.nl - Rev. 1.

Handleiding Telefonie

Calisto P240. USB-handset GEBRUIKERSHANDLEIDING

Veiligheidsinstructies

draaimolen programmeren PC

Basisfuncties. Een oproep tot stand brengen. Oproepapparatuur. Oproepmethodes. tiptel IP 284

Problemen oplossen met NummerWeergave

Overzicht van de Denver 25HV

Digitale draadloze telefoon SE 240 Digitale draadloze telefoon met antwoordapparaat SE 245

GEBRUIKSAANWIJZING FX-500

GEBRUIKSAANWIJZING v. 1.1 AC-1000 STEKKERDOOSSCHAKELAAR

HIPPER Gebruikershandleiding

TPC-200. Draadloos schakelen via de PC. Handleiding voor de KlikAan-KlikUit TPC-200 PC gestuurde zender en timer

Telephone T-1. Vejledning Bruksanvisning Gebruikshandleiding User manual Bedienungsanleitung Manual del usuario JACOB JENSEN TM

BEKNOPTE HANDLEIDING INHOUD. voor Windows Vista

BE.REC L Rev. 10/07/02 BE.PLAY L Rev. 05/06/03 BE.PLAY BE.REC INSTALLATIEHANDLEIDING

ISDN Homevox. Gebruiksaanwijzing

Beschrijving van het apparaat

De Konftel 300W Korte handleiding

Athene Gebruiksaanwijzing

Transcriptie:

Overzicht van het toestel Netkabel met stekker Draadbeugel Papiersteun Papiertoevoerklep Papierbreedteadapter Bedieningspaneel Kaart voor snelkiesnummers Hoorn Symbolen op het display FINE f / PHOTO F geeft aan of u verzend of kopiëert met een hogere resolutie of met grijstinten. Als geen van beide symbolen wordt weergegeven, dan is de standaardresolutie gekozen. Druk op FINE/PHOTO om de resolutie te wijzigen. h is zichtbaar als het geheugen faxen bevat. E geeft het vulpeil van de patroon weer. I verschijnt, wanneer u tijdens een gesprek nog een oproep of meerdere oproepen heeft ontvangen (afhankelijk van uw telefoonmaatschappij). S/M/U Drie verschillende symbolen op het display tonen de huidige bedieningsmodus aan. U kunt de gewenste bedieningsmodus selecteren aan de hand van de U-toets.

Toekenning van de toetsen Indicatielampje w tweemaal kort drukken: afdruk van de bedieningsinstructies voor de belangrijkste functies met verwijzingen naar extra Hulp-pagina s; drukken en ingedrukt houden (twee seconden): afdruk van een Installatie Hulp -gids / om de automatische installatie van uw faxtoestel en extra apparatuur te starten u om in het functiemenu te bladeren / om de geluidssterkte te veranderen / beweging op het display MENU/OK om functies op te roepen / om ingevoerde data te bevestigen U om de modus te wisselen. Kort drukken: om te kiezen tussen de modi S en M; drukken en ingedrukt houden (twee seconden): om de modus U te selecteren m kort drukken: voor verkort kiezen van een nummer; drukken en ingedrukt houden (twee seconden): om een telefoonnummer op te slaan SNELKIES-toetsen A-G: kort drukken: om het naamregister op te roepen; drukken en ingedrukt houden (twee seconden): om een naam op te slaan COPY kort drukken: start het enkelvoudig kopiëren; drukken en ingedrukt houden (twee seconden): meervoudig kopiëren START kort drukken: start uw faxtransmissie; drukken en ingedrukt houden (twee seconden): om snel toegang te hebben tot de faxverslagen FINE f / PHOTO F om met een hogere resolutie te zenden en te kopiëren (f voor tekst en grafieken; F voor foto s) STOP om functies te stoppen / document uittrekken C om te wissen PP kort drukken: om de laatste vijf gekozen nummers te herhalen; drukken en ingedrukt houden (twee seconden): om de lijst van bellers te bekijken R kort drukken: voor speciale functies, b.v. voor het gebruik samen met een interne telefooncentrale (bij een moderne aansluiting om naar een ander gesprek te schakelen) en om diverse functies te gebruiken die uw dienstverlener aanbiedt; drukken en ingedrukt houden (twee seconden): pauzeren tijdens het kiezen l om te kiezen met de hoorn op de haak

Veiligheidsinstructies Gelieve alle waarschuwingen en instructies door te nemen en ze nauwgezet op te volgen. Zorg ervoor dat het apparaat veilig en stabiel op een vlak en horizontaal oppervlak staat (geen onderlegsel zoals tapijten, enz.). Mocht het faxtoestel vallen, dan kan het beschadigd raken en/of mensen verwonden, vooral kleine kinderen. Omdat zich een documentenuitvoer aan de voorzijde van het apparaat bevindt, mogen er geen voorwerpen voor het apparaat worden geplaatst. Zet het apparaat niet in direct zonlicht, in de buurt van een radio- of televisietoestel, verwarming of airconditioning en zorg ervoor dat het apparaat niet in aanraking komt met stof, water of chemische middelen. Zorg ervoor dat de lucht vrij rond het faxtoestel kan circuleren. Gebruik het faxtoestel niet in gesloten dozen, kasten, meubels, enz. Dek nooit het faxtoestel af (tafelkleden, papier, enz.). Plaats het faxtoestel niet op bedden, tafelkleden, kussens, sofa s, tapijten of andere zachte oppervlakken, omwille van het gevaar op oververhitting en bijgevolg op brand. Sluit nooit de telefoon- of de stroomkabel aan in vochtige ruimten, behalve als de stopcontacten speciaal ontworpen zijn voor vochtige omstandigheden. Raak nooit de voedingsstekker, het stopcontact of de telefoonstekker aan met natte handen. Mocht de behuizing, en in het bijzonder de stroomkabels van het faxtoestel beschadigd raken, haalt u de stekker uit het stopcontact en neemt u contact op met u uw service center. De behuizing van uw faxtoestel mag enkel geopend worden door erkend servicepersoneel. Plaats het faxtoestel op een vlak oppervlak en zorg voor een minimum afstand van 10 cm tussen het faxtoestel en andere apparaten en voorwerpen. Als u een draadloze telefoon samen met uw faxtoestel wilt aansluiten, houdt u dan ten minste 15 cm afstand tussen beide apparaten. Anders kunnen er akoestische storingen optreden. Zorg ervoor dat de kabels veilig liggen (gevaar van struikelen, schade aan het snoer of aan het faxtoestel). Haal zowel de telefoon- als de voedingsstekker uit het stopcontact voor u het faxtoesteloppervlak schoonmaakt. Gebruik nooit vloeibare of gasvormige schoonmaakmiddelen (spuitbussen, schurende middelen, poetsmiddelen, ). Zorg ervoor dat er geen vloeistoffen in het faxtoestel terechtkomen, anders bestaat er gevaar op elektrische schokken of andere verwondingen en ernstige schade aan het faxtoestel. Mocht er toevallig toch vloeistof in het faxtoestel terechtkomen, dient u meteen de stekker uit het stopcontact te halen en het faxtoestel weg te brengen voor een grondig onderzoek. Indien er een breuk in het display ontstaat, kan er een matig irriterende vloeistof uitstromen. Vermijd huid- en oogcontact. Raak nooit telefoon- of stroomkabels aan die niet geïsoleerd zijn of waarvan de isolatie beschadigd is, behalve als de telefoonkabel niet is aangesloten op de telefoonlijn en/of als de stroomkabel niet is aangesloten op het elektriciteitsnet. Uw faxtoestel werd getest in overeenstemming met de normen EN 60950 of IEC 60950 en mag enkel gebruikt worden op telefoon- en elektriciteitsaansluitingen die voldoen aan deze normen.. Stel nooit uw faxtoestel bloot aan regen of enige andere vorm van vocht, dit om het risico op elektrische schokken of brand te. vermijden. Bij onweer haalt u zowel de telefoon- als de voedingsstekker uit het stopcontact. Als u het faxtoestel niet kunt uitschakelen, gebruikt u het gewoon niet en telefoneert u ook niet, omwille van het gevaar op blikseminslag en/of schade aan het toestel. Wanneer de stroom uitvalt, kunt u geen gebruik meer maken van telefoon of fax. Het faxapparaat is uitsluitend voor gebruik in het desbetreffende land van verkoop gefabriceerd. Het voldoet aan de bepalingen van de telefoonmaatschappijen aldaar. 4

Inhoud Installatie... 6 Verpakking... 6 Aansluiting... 6 Patroon plaatsen... 7 Plaatsen van papier... 7 Papier verwijderen... 8 Andere apparatuur aansluiten... 8 Installatie Hulp... 9 Aansluiting op ISDN... 9 Aansluiting op telefooncentrale... 9 Computeraansluiting*... 10 Basisinstellingen... 11 HELP-functie... 11 Tijd en datum... 11 Nummer invoeren... 11 Naam invoeren... 11 Correctie... 11 Taal in de display... 11 Belsignaaltypes... 11 Volume... 12 Contrast... 12 Belgedrag... 12 Antwoordapparaat... 13 Telefoon... 14 Opbellen... 14 Nummer herhalen... 14 Snelkies A G... 14 Telefoongids m... 14 Groep... 15 Nummerweergave... 15 Fax... 16 Documenten invoeren... 16 Faxen... 16 Een fax ontvangen... 16 Rondzenden... 16 Resolutie... 17 Verzendrapport foutrapport... 17 Transmissie Intercontinentalfunctie... 17 Compressie van het formaat... 17 Faxjournaal... 17 Afroep van faxen... 18 Verzenden op afroep... 18 Later versturen... 18 Kopiëren scannen drukken... 19 Kopiëren... 19 Scannen*... 19 Printen in kleur*... 20 Tips&Trucs... 21 Verbruiksartikelen... 21 Papierstoring... 21 Documentenstoring... 21 Patroon wisselen... 21 Easylink... 22 Service code... 22 Instructies voor onderhoud... 22 Nieuw patroon... 23 Storingen... 24 Appendix... 27 Functielijst... 27 Technische specificaties... 27 Glossarium... 28 Garantie... 29 Verklaring van overeenstemming... 30 Index... 31 * alleen voor apparaten met pc-interface 5

Installatie Verpakking Controleer of de volgende onderdelen zich in de verpakking bevinden: Handleiding Installatiehulp Inktpatroon (zwart) Hoorn Papiersteun Krulsnoer voor hoorn Fax De hoorn op de fax Netsnoer met stekker Telefoonkabel met stekker Kaart voor snelkiesnummers Cd-rom voor de aansluiting op een computer (alleen voor apparaten met pc-interface) Aansluiting Gelieve alle waarschuwingen en instructies door te nemen en ze nauwgezet op te volgen. Op het telefoonnet Sluit de telefoonkabel aan de onderkant van het apparaat aan op de aansluiting met LINE. Sluit de telefoonstekker vervolgens op een telefoonstopcontact aan. Steek de kabel in de daartoe bestemde gleuf. Steek het ene uiteinde van het krulsnoer in het aansluitpunt op de hoorn, het andere uiteinde van het krulsnoer in het aansluitpunt met het hoorn -symbool aan de onderzijde van het apparaat. Draai het apparaat weer om en druk het in de speciaal daartoe bestemde kabelsleuf. Netaansluiting 6

Patroon plaatsen Voordat u documenten kunt ontvangen of kopiëren, moet er een inktpatroon in de fax worden geplaatst. Daarom werd bij uw apparaat een gratis patroon voor enkele proefafdrukken bijgeleverd. Wanneer de patroon leeg is, of wanneer er geen patroon in de fax zit, knippert het rode lampje v en verschijnt op het display: PATROON LEEG. Houd u zich aan de aanwijzingen op de verpakking van de patroon! 1 Open het bedieningspaneel door deze in het midden op te tillen. Wanneer u een zachte klik hoort, zit het paneel vast. 5 Plaats de patroon met de gekleurde kant naar voren en de contacten naar beneden in de houder. Wanneer u de patroon correct plaatst, hoort u een klik en is de pin in het midden vastgeklikt. 6 Sluit het apparaat door de documenteninvoer naar voren te klappen. Sluit daarna het bedieningspaneel. 2 Klap de draadbeugel omhoog. 3 Open het patroonvak door op de rechterbovenhoek van de documenteninvoer (symbool) te drukken en deze voorzichtig naar achteren te klappen. 7 Op het display verschijnt PATROON NIEUW: JA. Bevestig met OK. D Gebruik, om de beste kwaliteit te bereiken, uitsluitend originele patronen van het merk PHILIPS. Levering verbruiksartikelen: zie Tips&Trucs / Verbruiksartikelen). Plaatsen van papier Gebruik uitsluitend papier dat speciaal bedoeld is voor gebruik in inkjetprinters (standaardformaat A4 210 297 mm, 80 g/m²). Neem de gebruiksvoorschriften van de fabrikant in acht. v Voer nooit papier in terwijl het faxtoestel aan het afdrukken is! Gebruik geen papier dat al aan een zijde bedrukt is! In beide gevallen kan dit tot een papierstoring leiden. 1 Plaats de papiersteun in de daartoe bestemde gleuven achter het papierdoorvoermechanisme. 4 Neem de inktpatroon uit de verpakking en verwijder de beschermstrook. v Let op dat u de inktopening en de contacten niet aanraakt! 7

2 Om te vermijden dat meerdere vellen ineens door het toestel gevoerd worden, waaiert u eerst de vellen uit en ordent u de stapel vervolgens op een vlak oppervlak alvorens ze in de papierdoorvoer te plaatsen. Op hetzelfde telefoonstopcontact Wilt u andere telecommunicatieapparatuur op hetzelfde telefoonstopcontact aansluiten, dan dient u op de juiste volgorde van aansluiting te letten. Mogelijkheid 1 3 Klap de papierdoorvoerklep eerst zover mogelijk naar voren. Voer maximaal 100 A4-vellen (210 297mm, 80 g/ m²) in. Sluit de papierdoorvoerklep. Mogelijkheid 2 Papier verwijderen Klap om het papier te verwijderen, de papierdoorvoerklep naar voren, verwijder het papier en sluit de papierdoorvoerklep. Mogelijkheid 3 Andere apparatuur aansluiten Behalve uw fax kunt u ook andere telecommunicatieapparatuur, zoals extra telefoontoestellen, draadloze handsets, een antwoordapparaat, een kostenteller of modems op een enkele telefoonlijn aansluiten. Indien u met uw fax gebruik wilt maken van speciale aanvullende mogelijkheden, kunt u met uw dealer contact opnemen. Uw fax mag niet parallel geschakeld worden met andere telecommunicatieapparatuur. Indien dit toch gebeurt, kan een goede werking van uw fax niet gegarandeerd worden. Mogelijkheid 4 Wanneer u faxen via een modem wilt ontvangen, moet u de fax instellen op ontvangst handm. 8

Installatie Hulp Met behulp van de Installatie Hulp wordt uw faxtoestel optimaal ingesteld. 1 Houd w twee seconden ingedrukt. Uw faxtoestel zal een pagina afdrukken. Neem nu deze pagina uit het faxtoestel en volg de aanwijzingen op die op deze pagina staan. 2 Met behulp van de Installatie Hulp en de toelichting in het display worden de instellingen nu een voor een afgevraagd, zoals uw telefoonnummer en uw naam. 3 Ten slotte vraagt uw apparaat om de tijd en datum in te voeren. Voer deze in met de cijfertoetsen en druk vervolgens op OK. Aansluiting op ISDN Uw faxapparaat is geen ISDN-fax (groep 4), maar een analoge fax (groep 3). Het apparaat kan dan ook niet direct op een ISDN-aansluiting worden aangesloten, maar u hebt hiervoor ofwel een (analoge) adapter of een ISDN-installatie met aansluitingen voor analoge eindstations nodig. Zie voor verdere informatie de handleiding van uw ISDN-installatie. Aansluiting op telefooncentrale Telefooncentrales (PABX) worden in het algemeen gebruikt in grote bedrijven. Ook de steeds vaker door particulieren gebruikte ISDN-installaties zijn telefooncentrales. Om vanaf een aansluiting (extensie) van een dergelijke centrale verbinding te maken met het openbare telefoonnet, dient voorafgaand aan de nummerkeuze een code te worden ingetoetst om een buitenlijn te verkrijgen. 1 U kiest functie 15 door op MENU te drukken en vervolgens de cijfers 15 in te toetsen. Druk op OK. 2 Met u kunt u de modus interne telefooncentrale (PABX) kiezen. PABX: NEE PABX: JA 3 Druk op OK. 4 Druk op de toets, die noodzakelijk is, om de buitenlijn te krijgen. Deze buitenlijncode dient door de fabrikant te worden opgegeven). Dit is ofwel een 0 of een R (bij sommige installaties ook FLASH genoemd), maar kan ook een ander cijfer zijn. 5 Kies met u TEST: JA en druk op OK. Uw fax controleert nu of de buitenlijn bereikbaar is. Is dit het geval, dan verschijnt: TEST OK Is dit niet het geval, dan verschijnt: TEST NIET OK U dient nu de gegevens nogmaals in te typen. Verander het kiestype ofwel de toets voor de buitenlijn. Hebt u de juiste kiesmodus gekozen en het juiste nummer voor de buitenlijn, maar verschijnt in het display desondanks TEST NIET OK wis dan het nummer van de buitenlijn met C. D Als bij een telefooncentrale R als buitenlijncode is opgegeven en er desondanks geen kiestoon mogelijk blijkt, dan voldoet uw centrale niet aan de voorschriften. Aan het faxapparaat moeten in dat geval bepaalde technische instellingen worden gewijzigd. U kunt zich hiertoe tot onze telefonische klantenservice richten. Computeraansluiting (alleen voor apparaten met pc-interface) Om uw apparaat in combinatie met de computer als printer en scanner te kunnen gebruiken, moet u het op de computer aansluiten en de meegeleverde software installeren. Vervolgens kunt u beschikken over uitvoerige on-line documentatie. Vereisten Voor Windows 98: Pentium 133 MHz of hoger, ten minste 32 MB RAM Voor Windows ME: Pentium 166 MHz of hoger, ten minste 32 MB RAM Voor Windows NT, 2000 of XP: Pentium II of hoger, ten minste 64 MB RAM VGA-beeldscherm Parallele port: IEEE 1284 ECP D Gebruik a.u.b. alleen printer kabels die aan de norm IEEE 1284 voldoen en niet langer zijn dan 2 meter. D Voor de installatie moet er ongeveer 20 MB vrije ruimte op de harde schijf beschikbaar zijn. 9

Aansluiting 1 Controleer of de fax en de computer niet op de stroom zijn aangesloten. 2 Verwijder het klepje van de aansluitbus. 3 Steek de stekker van de printerkabel in de daarvoor bestemde plaats in de computer en de fax. 4 Sluit de fax weer op de stroom aan en zet de computer aan. Software laden 1 Sluit alle programma s op de computer af. 2 Leg de bijgeleverde installatie-cd in het cd-rom-station. 3 Start a.u.b. de programma setup.exe. Volg de aanwijzingen op het beeldscherm op. 4 Start na afloop van de installatie de computer opnieuw op. 10

Basisinstellingen Als u een overzicht wilt behouden van de fabrieksinstellingen van uw faxtoestel, raden wij u aan een functielijst af te drukken alvorens de instellingen te wijzigen. Druk driemaal op MENU. Als u per ongeluk een verkeerde toets indrukt, druk dan zo vaak als nodig op STOP om weer naar de oorspronkelijke positie terug te keren. Heeft u een verkeerde letter of cijfer ingevoerd, dan kunt u de fout met u en C corrigeren. Als u uw persoonlijke instellingen wilt wissen, kunt u dit doen aan de hand van functie 45 Service code (zie hoofdstuk Tips en trucs / Service code). HELP-functie Druk tweemaal op w. U krijgt een afdruk met uitleg over het gebruik van de belangrijkste functies. Op deze Hulp-pagina kunt u ook lezen hoe u nog meer Hulp-pagina s voor bepaalde functies van het toestel kunt krijgen. Tijd en datum 1 Kies functie 12, door op MENU, 12 en OK te drukken. 2 Voer nu via het toetsenbord de juiste tijd in (bijvoorbeeld: 09 15 voor 9:15 uur). Het toestel vraagt u dan automatisch de huidige datum in te voeren (bijvoorbeeld: 15 05 03 voor 15 mei 2003). 3 Druk op OK. Nummer invoeren 1 Kies functie 13, door op MENU, 13 en OK te drukken. 2 Voer uw telefoonnummer in. (bijvoorbeeld: #31>6151... voor +31 6151... gebruik # of * om de + te typen, met > typt u een spatie; max. 20 tekens). 3 Bevestig met OK. Naam invoeren 1 Kies functie 14 door op MENU, 14 en OK te drukken. 2 Voer uw naam (max. 32 tekens) met behulp van de cijfertoetsen in (bijvoorbeeld voor C drukt u driemaal 2). Met > springt de cursor één positie naar rechts. De volgende letters en speciale tekens zijn beschikbaar: Toets Teken 0 spatie. - 0 +? / : * %! ( ) [ ] 1 1 2 A B C 2 a b c Ä Å Æ Ç ä å æ ç 3 D E F 3 d e f 4 G H I 4 g h i 5 J K L 5 j k l 6 M N O 6 m n o Ñ Ö ñ ö 7 P Q R S 7 p q r s 8 T U V 8 t u v Ü ü 9 W X Y Z 9 w x y z 3 Druk ter bevestiging op OK. D Uw naam en uw telefoonnummer worden bovenaan op elke pagina (de eerste 4 mm) afgedrukt samen met de datum, de tijd en het paginanummer. Correctie Heeft u in functie 13 of 14 een verkeerde letter of cijfer ingevoerd, dan kunt u de fout zowel direct corrigeren als ook later. Indien u later correcties wilt aanbrengen, dient u de functies voor het intoetsen van nummers of namen opnieuw te kiezen. Plaats met u de cursor rechts naast het teken dat u wilt wissen. Druk op C. Het teken wordt gewist. Als u lang op C drukt (twee seconden), worden alle tekens gewist. Druk ter bevestiging op OK. Taal in de display 1 Druk op MENU, 11 en vervolgens OK. 2 Maak met behulp van u een keuze uit de mogelijke talen. 3 Druk ter bevestiging op OK. Belsignaaltypes U kunt uit tien verschillene belsignalen kiezen. 1 Druk op MENU, 44 en vervolgens op OK. 2 Kies met 0 tot en met 9 het gewenste signaal. 3 Druk ter bevestiging op OK. 11

Volume Belsignaal Het volume van het belsignaal kan in de wachtstand of tijdens het rinkelen worden gewijzigd. Opgelet: het ingestelde volume is verschillend voor de modi S en M (zie hoofdstuk Belgedrag). 1 Met u verschijnt de huidige instelling gedurende drie seconden. 2 Regel de geluidssterkte nu door opnieuw op u te drukken, net zolang totdat u de gewenste geluidssterkte heeft verkregen. Luidspreker 1 Druk op l. 2 U kunt het volume veranderen, door u te drukken. 3 Sluit af met STOP. Contrast In functie 47 kunt u de contrastkwaliteit (helderheid) voor zowel te kopiëren als te verzenden documenten instellen, bijvoorbeeld donkere foto s of formulieren op gekleurd papier. 1 Druk op MENU, 47 en OK. 2 Met u kunt u uit drie mogelijkheden kiezen: CONTRAST: LAAG CONTRAST: MIDDEL CONTRAST: HOOG 3 Bevestig uw keuze met OK. Belgedrag De ingebouwde faxschakelaar maakt het mogelijk te telefoneren of faxen op een enkele telefoonaansluiting met gebruik van extra apparatuur. Met de ingebouwde timer U maakt de faxschakelaar onderscheid tussen dag S en nacht M. Met de vooraf ingestelde waarden klinkt het faxapparaat overdag zowel bij fax- als telefoonoproepen. 's Nachts (van 22.00 tot 6.00 uur) worden faxen ontvangen zonder signaal en bij een telefoonoproep klinkt het faxapparaat met een verminderde geluidssterkte. U kunt deze instellingen ook wijzigen: Timer U U kunt de omschakeling tussen dag S en nacht M inschakelen (in de fabriek is het apparaat ingesteld op S). Druk daarvoor ten minste twee seconden op U. Het symbool U verschijnt op het display. Voor het uitschakelen van de timer drukt u nogmaals ten minste 2 seconden op U. Het symbool U op het display verdwijnt. Wanneer u de tijden waarop het apparaat omschakelt van dag S naar nacht M wilt wijzigen: 1 Selecteert u functie 33. Druk hiervoor op MENU, 33 en OK. 2 Voer de tijd in waarop uw faxtoestel automatisch moet omschakelen naar S (bijvoorbeeld: 08 00 voor 8:00 uur) en bevestigen met OK. 3 Voer de tijd in waarop uw faxtoestel automatisch moet omschakelen naar M (bijvoorbeeld: 23 30 voor 23:30 uur) en bevestigen met OK. Modus SM instellen Menuonderdeel Instelmogelijkheden BELLEN TOTAAL: 0, 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 BELLEN FAX: 0, 1, 2, 3, 4, 5, ONTVANGST HANDM. BELVOLUME: ZACHT, MIDDEL, LUID 1 Om de instellingen voor S te wijzigen, selecteert u functie 31. Druk hiervoor op MENU, 31 en OK. 2 U kunt met u instellen hoe vaak de fax in totaal moet rinkelen voordat het apparaat automatisch op fax ontvangen schakelt. BELLEN TOTAAL: 5 3 Bevestig dit met OK. 4 Voer nu het aantal belsignalen in waarna de automatische faxschakelaar de oproep moet overnemen en faxen van telefoongesprekken moet scheiden. Vanaf dit moment hoort de beller weliswaar nog een licht gewijzigd belsignaal van uw faxtoestel, maar moet hij al wel telefoonkosten betalen. BELLEN FAX: 5 5 Bevestig dit met OK. 6 Met u stelt u in hoe luid het toestel bij ontvangst van een oproep moet rinkelen. BELVOLUME: LUID 7 Bevestig dit met OK. 8 Als u ook de modus M (nacht) wilt instellen, kiest u functie 32 (MENU 32 OK) en herhaalt u stap 2 t/m 7. D Als u geen faxen kunt ontvangen, hebt u mogelijk in beide gevallen het aantal belsignalen te hoog ingesteld (zie punt 2 en 4). Stel beide aantallen in op een waarde lager dan vijf. 12

D Als u naast het faxapparaat ook nog andere apparaten (telefoon, antwoordapparaat) wilt gebruiken die niet serieel worden aangesloten, kunt u de verhouding tussen het aantal belsignalen als volgt wijzigen: de andere apparaten rinkelen zo vaak als is ingesteld onder BELLEN FAX. Uw faxapparaat rinkelt zo vaak als is ingesteld onder BEL- LEN TOTAAL. Speciale instellingen Stille faxontvangst Als u faxen direct wilt ontvangen, zonder dat het faxapparaat eerst rinkelt, moet u het aantal belsignalen bij BELLEN FAX op nul (0) zetten. Volledig stille werking Als u bijvoorbeeld s nachts niet gestoord wilt worden door binnenkomende gesprekken of faxen, kunt u beide belsignalen (BELLEN TOTAAL en BELLEN FAX) op nul (0) zetten. Dat wil zeggen dat het apparaat direct overschakelt op faxontvangst en niet rinkelt wanneer er een gesprek binnenkomt (de beller hoort een pieptoon). v Gesprekken kunnen bij deze instelling derhalve ook niet door een eventueel aangesloten extern antwoordapparaat worden beantwoord. Faxontvangst handmatig Als u ontvangst handm. kiest, worden faxen niet automatisch door het faxapparaat afgedrukt en moet u de faxontvangst activeren door op START te drukken. Dit kan nuttig zijn als u faxen bijvoorbeeld via de modem in de computer wilt ontvangen Antwoordapparaat Sluit het antwoordapparaat aan zoals beschreven in het hoofdstuk Installeren / Andere apparatuur aansluiten. Een extern antwoordapparaat werkt het best wanneer u dit instelt op één of twee keer rinkelen. Om te voorkomen dat oproepen door de faxschakelaar automatisch worden overgenomen, dient u bij BELLEN TOTAAL en BELLEN FAX een aantal in te stellen dat ten minste twee belsignalen hoger is dan op uw externe antwoordapparaat. Als u het externe antwoordapparaat hebt uitgeschakeld, worden oproepen automatisch door de faxschakelaar aangenomen (zie hoofdstuk Modus SM instellen). Instellingsvoorbeeld: Bellen antwoordapparaat 2 BELLEN FAX 4 BELLEN TOTAAL 4 Tips: De meldtekst van uw antwoordapparaat mag niet langer dan tien seconden zijn. Gebruik geen muziek in de meldtekst. Als uw faxapparaat problemen heeft met het herkennen van oude faxapparaten die geen herkenningssignaal vooruitsturen, zoals gebruikelijk bij nieuwere apparaten, moet u er in de meldtekst op wijzen dat de beller de faxontvangst kan starten door eerst op de toetsen * en 5 te drukken en vervolgens op START. Mocht de automatische faxontvangst niet mogelijk zijn, dan kunt u de ontvangst handmatig starten door op START te drukken. Als uw antwoordapparaat over een spaarfunctie beschikt (dat wil zeggen, een functie waarbij het aantal belsignalen verandert zodra er nieuwe berichten zijn ingesproken), dan kunt u deze functie het beste uitschakelen. Het kan zijn dat het antwoordapparaat niet alleen de binnengekomen berichten, maar ook faxoproepen telt. Bedenk dat de code voor het starten van de faxontvangst vanaf een andere telefoon (fabrieksinstelling * en 5) niet dezelfde is als die voor toegang op afstand. Dit om na te gaan of er nieuwe berichten zijn ingesproken. Indien noodzakelijk kan de code in functie 34 worden gewijzigd (zie Tips en Trucs / Easylink). Als uw antwoordapparaat de oproep aanneemt, maar uw faxtoestel niet stopt met rinkelen, probeer dan het antwoordapparaat serieel te installeren door het bijvoorbeeld op het EXT. TEL.-aansluitpunt van uw faxtoestel of op een serieel telefoonstopcontact aan te sluiten (zie hoofdstuk Installeren / Andere apparatuur aansluiten). Als uw antwoordapparaat geen oproepen kan aannemen, dan zal uw faxtoestel na het bij BELLEN TOTAAL ingestelde aantal belsignalen automatisch met de faxontvangst beginnen. Registreert uw externe antwoordapparaat faxsignalen terwijl uw faxtoestel geen faxen kan ontvangen, dan dient u de aansluiting van uw externe antwoordapparaat te controleren. Sluit het externe antwoordapparaat op het EXT. TEL.-aansluitpunt of op een serieel telefoonstopcontact aan (zie hoofdstuk Installeren / Andere apparatuur aansluiten). 13

Telefoon Opbellen 1 Kies het gewenste nummer. 2 Neem de hoorn van de haak. D Wanneer u bij een opgelegde hoorn wilt kiezen, drukt u op l. D Een verkeerd ingetoetst cijfer kunt u wissen met de toets C voordat u de hoorn opneemt. D Met R kunt u gebruik maken van veel nieuwe telecomdiensten (wisselgesprek etc.). Voor verdere informatie verwijzen wij u naar uw telefoonmaatschappij. Nummer herhalen U kunt de vijf laatst gekozen nummers opnieuw kiezen door op PP te drukken. 1 Druk op PP. 2 Druk op u, tot het gewenste nummer op het display wordt weergegeven. U kunt het nummer bewerken door op OK te drukken en de gewenste wijziging aan te brengen. 3 Neem de hoorn van de haak. D Met PP, u en C kunt u nummers uit het herkiesgeheugen wissen. Bevestig met OK. Snelkies A G Voor nummers die u vaak moet kiezen heeft u op uw fax snelkiestoetsen. Nummers opslaan 1 Druk twee seconden op één van de snelkiestoetsen. 2 Voer de naam met behulp van de cijfertoetsen in. Met > springt de cursor één positie naar rechts. Druk daarna op OK. 3 Toets het telefoonnummer in dat u wilt programmeren, en druk op OK. D Ook tijdens een telefoongesprek kunt u nummers opslaan. Snelkies gebruiken 1 Druk op de gewenste snelkiestoets. De opgeslagen naam of het telefoonnummer wordt op het display weergegeven. U kunt het nummer bewerken door op OK te drukken en de gewenste wijziging aan te brengen. 2 Neem de hoorn van de haak of, wanneer u een fax wilt verzenden, druk op START. D Noteer de opgeslagen snelkiesnummers op de bijgeleverde kaart en leg de kaart en de kunststof afdekking in de verlaging naast de snelkiestoetsen. Invoer verbeteren Roep de gewenste invoer op en druk vervolgens twee seconden lang op de betreffende snelkiestoets. Met u kunt u het foutieve teken selecteren. Druk op C. Het foutieve teken wordt gewist. Bevestig met OK. Invoer wissen Roep de gewenste invoer op en druk vervolgens op C. Bevestig met OK. Lijst met telefoonnummers Selecteer functie 42 (druk op MENU, 42 en OK) om een afdruk te maken van de door u opgeslagen nummers. Telefoongids m In het geheugen van uw faxapparaat kunnen 50 nummers en namen voor een apparaat zonder een pc-interface worden opgeslagen en ca. 200 nummers en namen voor een apparaat met pc-interface. Het precieze aantal is afhankelijk van de ingevoerde gegevens. Nummers opslaan 1 Druk twee seconden op m. 2 Voer uw naam met behulp van de cijfertoetsen in. Met > springt de cursor één positie naar rechts. Druk daarna op OK. 3 Voer een telefoonnummer in en bevestig dit met OK. D Ook tijdens een telefoongesprek kunt u nummers opslaan. Telefoongids gebruiken 1 Druk op m. 2 Blader met u of met de letters van de cijfertoetsen door de lijst. De opgeslagen naam of het opgeslagen telefoonnummer wordt op het display weergegeven. U kunt het nummer bewerken door op OK te drukken en de gewenste wijziging aan te brengen. 3 Neem de hoorn van de haak of, wanneer u een fax wilt verzenden, druk op START. 14

Invoer verbeteren Roep de gewenste invoer op en druk vervolgens twee seconden lang op m. Met u kunt u het foutieve teken selecteren. Druk op C. Het foutieve teken wordt gewist. Bevestig met OK. Invoer wissen Roep de gewenste invoer op en druk vervolgens op C. Bevestig met OK. Lijst met telefoonnummers Selecteer functie 42 (druk op MENU, 42 en OK) om een afdruk te maken van de door u opgeslagen nummers. Groep U kunt meerdere nummers uit uw telefoongids in groepen samenvoegen, bijv. om een fax aan meerdere personen tegelijkertijd te zenden. Groep samenstellen 1 Selecteer functie 26 door op MENU, 26 en OK te drukken. 2 Selecteer m.b.v. u een groep van 1 tot 5 en druk op OK. 3 Selecteer m.b.v. u TOEVOEGEN? en bevestig met OK. 4 Alle onder de snelkiesnummers en in de telefoongids opgeslagen nummers worden weergegeven. Selecteer met u het nummer dat u wilt opslaan en bevestig dit met OK. 5 Het opgeslagen nummer verschijnt in het display. Ga door tot alle gewenste nummers in de groep zijn opgeslagen. Om de invoer af te sluiten drukt u op STOP. Groep doorzoeken 1 Om alle nummers in een groep te bekijken roept u functie 26 op en selecteert u met u de gewenste groep van 1 tot 5. Druk op OK. 2 Selecteer m.b.v. u BEKIJKEN? en bevestig met OK. 3 Met u kunt u ingevoerde nummers bekijken. Om de groep te verlaten drukt u op STOP. Nummer of gehele groep wissen 1 Roep functie 26 op en selecteer met u de gewenste groep van 1 tot 5. Druk op OK. 2 Selecteer m.b.v. u VERWIJDEREN? en bevestig met OK. 3 Selecteer met u een nummer of de gehele groep die u wilt wissen en druk op C. Selecteer met u of u de nummer of de gehele groep daadwerkelijk wilt wissen. Bevestig met OK en druk op STOP. Nummerweergave (alleen in Nederland) Uw faxapparaat beschikt over de mogelijkheid de telefoonnummer van de beller aan te geven, nog vóór u de hoorn opneemt. Of u deze functie daadwerkelijk kunt gebruiken, hangt af van uw telefoonmaatschappij. Wanneer u een oproep heeft ontvangen, verschijnt het symbool I op het display. De telefoonnummers van de laatste 10 ontvangen oproepen worden opgenomen in de lijst van bellers. 1 Om de lijst met bellers op te vragen, houdt u PP twee seconden lang ingedrukt. 2 Met u kunt u door de lijst bladeren. Nieuwe oproepmeldingen worden voorzien van *. 3 Om de getoonde abonnee terug te bellen, hoeft u slechts de hoorn van de haak te nemen. D Om een ingevoerd nummer te wissen, drukt u op C. Maak uw keuze met u en bevestig dit met OK. D Als u in functie 31 of 32 bellen fax op nul (0) heeft ingesteld, kan het telefoonnummer niet op uw externe telefoon worden weergegeven. 15

Fax Schrijf duidelijk in een donkere kleur (zwart/donkerblauw, geen geel/oranje/lichtgroen). Hieronder vindt u de meest voorkomende oorzaken van storingen tijdens het faxen van documenten: v Plaats geen pagina s in de documenteninvoer...... die nat of met correctievloeistof bedekt zijn; die vuil zijn of een te glad oppervlak hebben.... die met een zacht potlood, verf, krijt of koolstift beschreven zijn.... van kranten (drukinkt).... met paperclips of nietjes! Verwijder deze vóór het versturen.... die verkreukeld of gescheurd zijn.... die met plakband of met lijm aan elkaar geplakt zijn, waarop zelfklevers werden bevestigt zoals Post-It notes, of die te dun of te dik zijn. Documenten die kleiner zijn dan de opgegeven afmetingen kunnen vastlopen in het toestel. Documenten invoeren 1 Om te vermijden dat meerdere pagina s ineens worden doorgevoerd, waaiert u eerst de vellen en ordent u de stapel vervolgens op een vlak oppervlak. 2 Neem de documenten (maximaal 20 zijden) en plaats de vellen losjes met de bedrukte zijde naar voren, in de documentdoorvoergleuf. 3 Open bij een documentenstoring de bedieningspaneel en verwijder het document. Faxen 1 Kies het gewenste nummer. 2 U kunt een hogere resolutie kiezen met FINE/PHOTO. 3 Druk op START. De transmissie begint. Als de verbinding niet meteen tot stand kan worden gebracht, wordt hetzelfde nummer na enige tijd automatisch opnieuw gekozen. Als u de verzending wilt afbreken, drukt u op STOP. Een fax ontvangen Wanneer de instellingen door de faxschakelaar niet worden gewijzigd, dan worden faxen automatisch ontvangen. (Wanneer u een kleurenpatroon geplaatst heeft, moet u het afdrukken met START bevestigen of de patroon vooraf vervangen.) Wanneer u de hoorn opneemt van het faxapparaat en hoort dat het om een fax gaat, drukt u op START en legt u de hoorn weer neer. Bij een extra telefoon Wanneer u een extra aangesloten telefoon opneemt en merkt dat het om een fax gaat, drukt u op *5 en legt u de hoorn weer neer. Het faxapparaat ontvangt dan de fax. Fax ontvangen zonder papier Als het papierdoorvoermechanisme zonder papier komt te zitten, of als de patroon op is, zullen inkomende faxen in het geheugen geladen worden. (Geheugencapaciteit van het toestel zonder PC-interface ca 20 pagina s, in het toestel met PCinterface ca. 100 pagina s, gemeten met Slerexe-Letter.) Het symbool h verschijnt op het display om aan te geven dat het geheugen documenten bevat. Zodra papier en/of een patroon worden ingevoerd, drukt het faxtoestel automatisch alle in het geheugen ontvangen documenten af. Als een fax volledig werd afgedrukt, wordt ze automatisch uit het geheugen gewist. Als het afdrukproces onderbroken wordt, blijven alle faxen die niet volledig werden afgedrukt bewaard in het geheugen. Wanneer het geheugen vol is, kunnen er geen pagina s meer worden opgenomen. Het rood indicatielampje v knippert en op het display wordt de volgende melding weergegeven: GEHEUGEN VOL Rondzenden Deze functie is met name erg handig wanneer u dezelfde fax aan meerdere personen wilt sturen (rondschrijven). 1 Leg het document met de bedrukte zijde naar boven in de documenteninvoer. Druk, voordat de verbinding tot stand wordt gebracht, op FINE/PHOTO, als u een betere beeldkwaliteit wilt kiezen. 2 Druk op MENU, 25 en vervolgens op OK. Het in de invoer geplaatste document wordt automatisch gescand en in het geheugen opgeslagen. 3 U heeft de volgende mogelijkheden om nummers in de ontvangerlijst in te voeren: voer ze in met het numerieke toetsenbord of selecteer een nummer/groep uit de telefoongids door op m en u te drukken. 16

4 Wanneer u de gewenste nummers heeft ingevoerd, drukt u op OK. De nummers worden in de ontvangerlijst ingevoerd. Daarna kunt u nog meer nummers aan de lijst toevoegen, totdat u maximaal 25 ontvangers hebt ingevoerd. 5 Druk op START om het document te verzenden. Het document wordt op volgorde naar alle ingevoerde personen verzonden. Aan een groep rondzenden Naast de functie 25 kunt u ook met functie 26 (zie het hoofdstuk Telefoon/Groep) faxen aan een groep verzenden. De ontvangerlijst kan echter niet meer worden gewijzigd in functie 26! 1 Neem de documenten (maximaal 20 zijden) en plaats de vellen losjes met de bedrukte zijde naar voren, in de documentdoorvoergleuf. 2 Roep functie 26 op en selecteer met u de gewenste groep van 1 tot 5. Druk op OK. 3 Selecteer met u FAX VERZENDEN? en druk op START. Het document wordt op volgorde naar alle ingevoerde personen verzonden. D Mocht verzending naar een van de ontvangers niet mogelijk zijn, dan gaat uw toestel verder met de eerstvolgende in de lijst en doet ten slotte nog een poging tot verzending naar het desbetreffende nummer. Na de verzending wordt automatisch een verzendbericht afgedrukt. Resolutie Wanneer u de beeldkwaliteit van uw faxapparaat wilt verbeteren, hebt u verder de beschikking over de opties FINE f (voor klein gedrukte teksten of tekeningen) en PHOTO F (voor foto s en afbeeldingen). Met de toets FINE/PHOTO kunt u voor een van deze mogelijkheden kiezen. De gekozen optie wordt door een symbool op het display gemarkeerd. Na verzending van de fax of na 40 seconden, als de documentinvoeropening geen documenten bevat, wordt de standaardresolutie weer actief. De verzending duurt in FINE/PHOTOmodus langer. Verzendrapport foutrapport Uw faxapparaat kan na elk verzonden document een verzendrapport afdrukken, waarmee de ontvangst van uw document wordt bevestigd. Indien het zenden niet geheel gelukt is, krijgt u hiervan een foutrapport. U kunt het afdrukken van het verzendrapport in- en uitschakelen, een foutrapport wordt echter altijd afgedrukt. 1 Druk op MENU, 43 en vervolgens op OK. 2 Kies met u en bevestig dit met OK. Transmissie Intercontinentalfunctie Uw faxapparaat past de overdrachtssnelheid automatisch aan de kwaliteit van de desbetreffende telefoonlijn aan. Met name bij verzending naar andere werelddelen kan dit proces meer tijd in beslag nemen. Is bekend dat de kwaliteit van de lijn slecht is, dan kunt u in functie 21 al bij voorbaat een langzamere overdrachtssnelheid kiezen, om de tijd en de telefoonkosten die met de automatische aanpassing gepaard zouden gaan, te besparen. 1 Druk op MENU, 21 en vervolgens op OK. 2 Kies met u en bevestig dit met OK. Compressie van het formaat Om er zeker van te zijn dat de ontvangen faxen die iets langer dan het A4-formaat zijn toch op 1 pagina afgedrukt worden, worden deze pagina s lichtjes vertikaal verkleind. Als u dit niet wilt, dan kunt u de verkleining in functie 46 uitschakelen. 1 Druk op MENU, 46 en vervolgens op OK. 2 Kies met u en bevestig dit met OK. Faxjournaal Het faxjournaal is een lijst van de laatste 10 ontvangen en verzonden faxen. 1 Druk op MENU, 41 en vervolgens op OK. 2 Kies met u of en wanneer het faxjournaal wordt afgedrukt (na elke verzending of na tien geslaagde transmissies). 3 Bevestig met OK. Afroep van faxen Met behulp van deze functie kunnen documenten worden opgehaald die in de gebelde fax klaarliggen voor verzending. Snel afroepen 1 Kies bij opgelegde hoorn het gewenste nummer 2 Houd START lang ingedrukt. Als u ook een subadres of een code wilt invoeren (zie hiertoe ook de volgende paragraaf Oproepen met code), voert u eerst het telefoonnummer in en sluit dit af met R. Sluit hier het gewenste subadres of de code direct op aan en houd vervolgens START lang ingedrukt. (bijvoorbeeld: 12345 R 17 R Code of 12345 RR Code). 17

Afroepen met code Als uw faxpartner een code heeft ingevoerd om de op te halen documenten te beschermen tegen onbevoegde toegang, doet u het volgende: 1 Druk op MENU, 22 en vervolgens op OK. 2 Voer de code in en druk op OK. 3 Voer vervolgens het te kiezen nummer in en druk op START. Als dit niet mogelijk is, dan kunt u de desbetreffende faxen handmatig ophalen door de hoorn van de haak te nemen, het faxnummer te kiezen en op START te drukken. Verzenden op afroep U kunt een document klaar zetten om het vanuit uw fax op afroep te laten verzenden. 1 Plaats het document in de documenteninvoer. 2 Wilt u het document tegen onbevoegd gebruik beschermen, druk hiertoe op MENU, 23, vervolgens op OK en voer een code in. Bevestig dit met OK. Iemand aan wie u de code heeft meegedeeld, kan het document nu ophalen. U kunt echter nog wel telefoongesprekken voeren wanneer deze functie is geactiveerd. 3 Zodra u het document verwijdert, wordt de werking onderbroken. D De oproepcodering werkt volgens de internationale ITUstandaard. Er zijn echter ook fabrikanten die andere coderingen gebruiken en daarom niet compatibel zijn. D Als u faxdocumenten naar faxdatabanken wilt sturen of daaruit wilt oproepen, dan kunt u bij sommige databanken het subadres direct aan het telefoonnummer toevoegen. Zo spaart u telefoonkosten. Geef eerst het telefoonnummer van de databank in en sluit af met R. Voeg dan het gewenste subadres eraan toe. Indien u niet zeker weet, of uw faxoproepdienst subadressen accepteerd, neem dan contact op met uw afroepdienstaanbieder. Later versturen Als u gebruik wilt maken van goedkopere tarieven of als de ontvangende fax alleen op bepaalde tijden bereikbaar is, dan kunt u uw fax op een in te stellen tijdstip automatisch het bericht laten verzenden (binnen een tijdsbestek van 24 uur). 1 Druk op MENU, 24 en vervolgens op OK. Voer het tijdstip in waarop het document moet worden verzonden. 2 Druk op OK en voer het document in. 3 Toets het gewenste faxnummer in en druk vervolgens op START. 4 Het faxapparaat is nu gereed voor verzending. U kunt echter nog steeds telefoongesprekken voeren. 5 Als u het geplaatste document verwijdert, is het apparaat niet langer gereed voor verzending. Schrijf duidelijk in een donkere kleur (zwart/donkerblauw, geen geel/oranje/lichtgroen). Hieronder vindt u de meest voorkomende oorzaken van storingen tijdens het faxen van documenten: v Plaats geen pagina s in de documenteninvoer...... die nat of met correctievloeistof bedekt zijn; die vuil zijn of een te glad oppervlak hebben. 18

Kopiëren scannen drukken... die met een zacht potlood, verf, krijt of koolstift beschreven zijn.... van kranten (drukinkt).... met paperclips of nietjes! Verwijder deze vóór het versturen.... die verkreukeld of gescheurd zijn.... die met plakband of met lijm aan elkaar geplakt zijn, waarop zelfklevers werden bevestigt zoals Post-It notes, of die te dun of te dik zijn. Kopiëren U kunt uw faxtoestel gebruiken om een origineel op papier te kopiëren. Standaard is resolutie f ingesteld. U kunt ook resolutie F selecteren (zie hoofdstuk Fax / Resolutie). 1 Houd de eerste pagina van het document met de tekst naar voren. U kunt maximaal 20 pagina s tegelijk invoeren. D Het toestel leest de eerste pagina van het document in het geheugen in en begint te kopiëren. Automatisch sorteren is derhalve niet mogelijk! D U kunt het kopieerproces onderbreken door op STOP te drukken. D Als zich een papierstoring voordoet, de inktpatroon op is of er geen geheugenruimte meer beschikbaar is, wordt het kopieerproces automatisch afgebroken. D Als het document een papierstoring veroorzaakt, opent u het paneel en trekt u het vel er voorzichtig uit. Scannen (alleen voor apparaten met pc-interface) 1 Leg het document in de documentinvoer. 2 Kies de gewenste resolutie door te drukken op FINE/ PHOTO. a Als u het origineel slechts één keer wilt kopiëren, drukt u op COPY. Het toestel begint direct met kopiëren. b Als u het origineel meer dan één keer wilt kopiëren, drukt u lang op (minstens twee seconden) COPY. Op het display wordt het aantal kopieën weergegeven. Als u dit aantal wilt veranderen, geeft u het gewenste aantal via het numerieke toetsenbord in (maximaal 99). Druk op COPY. 3 Kies of u het document verkleind of vergroot wilt kopiëren. Hiervoor kunt u de volgende opties gebruiken: VERGROTEN:150 ZOOM NORMAAL:1:1 VERKLEINEN:75 VERKLEINEN:50 4 Kies met u de gewenste optie en bevestig uw keuze met OK. 2 U kunt de scanfunctie op twee manieren oproepen: a Klik op het Linkfax-Pro-symbool in de hoek rechtsonder op uw beeldscherm. Selecteer in het menu dat nu verschijnt, de opdracht Scan. b Open het grafische programma waarin u wilt scannen. Kies als bron de Linkfax-Pro-scanner-driver. 3 Het Linkfax-Pro-scanvenster wordt geopend. 4 U kunt met Paginaweergave een Preview opvragen. Hierin kunt u een deel van het document selecteren, dat moet worden gescand. In de preview kunt u ook de effecten van de verschillende instellingen proberen (bijv. filter, ). 5 Kies de gewenste scaninstellingen. 6 Wanneer het document uit meerdere pagina s bestaat, klikt u op Automatische documententoevoer. 7 Druk op de knop Scan. 8 Wanneer het scannen is beëindigd, verschijnt het document op uw beeldscherm. Het beeld kan nu worden opgeslagen. D Wanneer u op Help klikt, wordt de on-line helpfunctie geopend. 19

Printen in kleur (alleen voor apparaten met pc-interface) Een inktpatroon met een andere kleur plaatsen U kunt ook documenten, die u in uw computer heeft opgeslagen, in kleur drukken. Daarvoor dient u de zwarte patroon te vervangen door een kleurenpatroon. 1 Volg punt 1 6 van de beschrijving onder Patroon wisselen. 2 Het apparaat maakt automatisch onderscheid tussen een kleurenpatroon en een zwarte patroon. Wanneer u voor het eerst een kleurenpatroon plaatst, verschijnt er op het display: PATR. NIEUW: JA Bevestig deze melding met OK. 3 Wanneer u de patroon reeds eerder heeft gebruikt, herkent het apparaat het vulpeil van de patroon automatisch. D Wanneer er een kleurenpatroon is geplaatst, worden er geen faxen geprint, maar worden deze in het geheugen ingelezen. Op het display verschijnt: ZWARTE PATROON Vervang de patroon of druk op START, wanneer u de fax desondanks wilt afdrukken. Vanuit de pc afdrukken Wanneer u de software correct heeft geïnstalleerd, is uw fax als standaardprinter ingesteld. U kunt nu vanuit ieder willekeurig programma via de fax printen. 1 U kunt de printerinstellingen voor de betreffende toepassing veranderen. Wanneer u een printopdracht geeft of de printerinstellingen kiest, verschijnt er een venster. Kies de knoppen voor de printerinstellingen en stel de gewenste veranderingen in. 2 In de systeembesturing kunt u de printerinstellingen voor alle toepassingen veranderen. Markeer de printer Linkfax Pro en voer onder Bestand/Eigenschappen de gewenste veranderingen door. 3 Onder Bestand/Als standaard definiëren kunt u vastleggen of u de fax als standaardprinter wilt gebruiken of niet. D Wanneer u de muiscursor langer dan drie seconden op een optie in het printervenster houdt, verschijnt er een korte toelichting. D Wanneer u met de rechter muisknop op een instellingsveld van het printervenster klikt, verschijnt de on-line helpfunctie bij dit onderwerp. D U kunt ook op Help klikken. Het on line helpoverzicht wordt dan geopend. D Het is niet mogelijk om voetnoten in kleur af te drukken. 20

Tips&Trucs Verbruiksartikelen U kunt direct onder het nummer eller 0800 023 07 11 (in Nederland) of 0800 485 88 (in België) bellen om verbruiksmateriaal te bestellen, zonder verzendkosten. Papierstoring Open de papierdoorvoerklep. Trek het papier voorzichtig naar boven om dit te verwijderen. Sluit het paneel en druk op START. 2 Open het patroonvak door op de rechterbovenhoek van de documenteninvoer te drukken en deze voorzichtig naar achteren te klappen. 3 Druk de pin in het midden van de houder naar voren. Documentenstoring Open de bedieningspaneel. Trek het papier voorzichtig naar boven om dit te verwijderen. Sluit het paneel. 4 Verwijder de patroon door deze schuin naar voren te trekken en naar boven toe te verwijderen. De patroon kan niet worden hergebruikt. Deze kan bij het huisvuil worden gedeponeerd. Patroon wisselen Wanneer de patroon leeg is, of wanneer er geen patroon in de fax zit, knippert het rode lampje v en verschijnt op het display PATROON LEEG 1 Open het bedieningspaneel door deze in het midden op te tillen. Wanneer u een zachte klik hoort, zit het paneel vast. 5 Plaats de nieuwe patroon. 6 Sluit het apparaat door de documenteninvoer naar voren te klappen. Sluit daarna het bedieningspaneel. 21

7 Op het display verschijnt PATR. NIEUW: JA. Bevestig deze melding met OK. D Wanneer uw apparaat na het plaatsen van de nieuwe patroon niet automatisch vraagt of de teller gereset moet worden, kunt u dit in functie 49 doen (zie Nieuwe patroon). D De patroon kan niet worden bijgevult! Easylink De functie Easylink komt van pas wanneer u andere apparaten gebruikt (bijv. draadloze telefoons), die op dezelfde telefoonlijn zijn aangesloten. De andere telefoons moeten daarvoor op toonkiezen zijn ingesteld. Wanneer bij uw telefoonaansluiting de instelling pulskiezen vereist is, moet u het andere apparaat kort omschakelen. Raadpleeg hiervoor de bedieningshandleiding bij het andere apparaat. Faxontvangst starten Wanneer u op het faxapparaat opneemt en u merkt dat het om een fax gaat (u hoort gepiep of een stilte), dan drukt u op START en legt u weer neer. De fax wordt ontvangen. Wanneer u een andere telefoon opneemt en u merkt dat het om een fax gaat, dan kunt u de faxontvangst starten: druk op *5 en leg neer. Het faxapparaat ontvangt de fax. Rinkelen onderbreken Wanneer u een andere telefoon opneemt en uw faxapparaat blijft rinkelen, dan betekent dat dat de andere telefoon parallel aangesloten is. U kunt het rinkelen van het faxapparaat onderbreken door op ** te drukken. Codes wijzigen Selecteer functie 34 door op MENU, 34 en OK te drukken. Voer twee verschillende codes in en bevestig beide codes met OK. Iedere code moet met een * of een # beginnen. D Let wel: de drie EASYLINK-codes moeten verschillend zijn. Anders verschijnt op het display CODE NIET OK v Verander de aangegeven EASYLINK-codes alleen, als het absoluut noodzakelijk is! Service code Functie 45 Service code dient om bepaalde of alle wijzigingen aan de fabrieksinstellingen te wissen. Met deze functie kunt u uw toestel gedeeltelijk of volledig opnieuw configureren. Dit is vooral nuttig als u instellingen heeft gewijzigd, maar uw faxtoestel niet volgens de verwachtingen reageert. v Gebruik deze functie alleen als het absoluut noodzakelijk is! Als u tevreden bent met de gewijzigde fabrieksinstellingen, gebruikt u deze functie beter niet. Nadat u bepaalde of alle persoonlijke instellingen heeft gewist, voert u de procedure INSTALLATIE HULP opnieuw uit. Volgende codes zijn beschikbaar: Code Nº 7117 Deze code wist al uw wijzigingen aan de fabrieksinstellingen. Het faxtoestel zal dan precies op dezelfde manier reageren als bij de eerste installatie. Code Nº 7140 Als u deze code invoert, zullen al uw ingevoerde instellingen en gegevens gewist worden, behalve voor: ontvangen berichten opgeslagen kortkiesnummers opgeslagen nummers in de telefoongids uw naam uw nummer Voorbeeld van gebruik van een service code: 1 Kies functie 45, door eerst op MENU, dan 45 en OK te drukken; typ de gewenste service code in (7117 of 7140). Druk op OK. 2 Met u kunt u selecteren of u uw instellingen echt wilt wissen. Druk ter bevestiging op OK. Uw faxtoestel wordt terug ingesteld op de initiële configuratie. Instructies voor onderhoud Voor u het faxtoestel opent, moet u ervoor zorgen dat u elektrisch ontladen bent, bv. door de metalen behuizing van een geaard toestel, een waterleiding of een radiator aan te raken. Toestel schoonmaken Gebruik een zachte, pluisvrije doek dat u licht in alcohol (96%) gedrenkt heeft. U kunt ook gebruik maken van een speciale doek voor het reinigen van faxtoestellen. Zorg ervoor dat er geen vloeistoffen in het toestel terechtkomen. Scanner schoonmaken 1 Open het bedieningspaneel door deze in het midden op te tillen. Wanneer u een zachte klik hoort, zit het paneel vast. 22