Datum uitwerkingtreding Betreft nieuwe regeling

Vergelijkbare documenten
VERORDENING OP DE AMBTELIJKE BIJSTAND

Toelichting "Verordening op de ambtelijke ondersteuning" art. Benaming blz. Algemeen 2. Artikel 1 Informatie 3

agendapunt 10: verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning 2002 (raad van 25 april 2002)

Verordening ambtelijke bijstand provinciale staten van Drenthe

Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning 2014 B E S L U I T

Aan de commissie: Datum vergadering: Agendapunt :

Toelichting bij de Verordening op de ambtelijke bijstand en de fractieondersteuning gemeente Gennep 2014 (artikel 33 Gemeentewet)

Aan de commissie: Datum vergadering: Agendapunt :

Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning 2016

Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning Bloemendaal 2011

TOELICHTING. Algemeen

Verordening op de ambtelijke bijstand en fractieondersteuning 2018 Gemeente Etten- Leur;

Raadsvoorstel. Feitelijke informatie: aanpassing van de Verordening op de ambtelijke bijstand en fractieondersteuning 2007

Raadsvoorstel. Agendanummer: Datum raadsvergadering: Onderwerp: Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning aanpassen

PARAGRAAF 1 AMBTELIJKE BIJSTAND

Verordening op de ambtelijke bijstand en de fractieondersteuning 2006;

Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning provincie Overijssel 2009

Toelichting bij de verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning (artikel 33 Gemeentewet)

Weesp - Interne stukken

Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning gemeente Kerkrade

Toelichting bij de verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning (artikel 33 Gemeentewet)

Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning 2003

Bijlagen 2002 Agendanummer: C 3 26 augustus 2002 Voorstel tot het vaststellen van de Verordening op de ambtelijke bijstand en de fractieondersteuning

Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning van de gemeente Noordwijk 2015

Model Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning

Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning. De raad van de gemeente Montferland. gelet op artikel 33, derde lid, van de Gemeentewet;

Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning

Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning gemeente Brielle 2019.

GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2009 Nr. 45

Verordening op de ambtelijke bijstand en de fractieondersteuning 2011

besluit: Paragraaf 1 Ambtelijke bijstand

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Wijk bij Duurstede (Utrecht)

Regeling ambtelijke bijstand aan raadsleden

2010 BESLUITEN Afdeling: Griffie Leiderdorp,

Instructie voor de griffier en regels ter zake van de organisatie van de griffie van de gemeente Weert

VERORDENING OP DE AMBTELIJKE BIJSTAND EN DE FRACTIEONDERSTEUNING

Oplegnotitie Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning Gemeenteblad 2010 nr. 60

Verordening op de ambtelijke bijstand en de fractieondersteuning 2003

Verordening op de ambtelijke bijstand en de fractieondersteuning De Bilt, 2014

Verordening op de ambtelijke bijstand en fractieondersteuning Purmerend Gelezen het voorstel van het presidium d.d. 7 december 2010, nr.

Vergelijkend overzicht Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning 2007 en concepttekst. beslist.

Verordening organisatie griffie en ondersteuning raad gemeente Maastricht

VERORDENING OP DE AMBTELIJKE BIJSTAND EN FRACTIEONDERSTEUNING

Instructie voor de griffier van de gemeente Veenendaal

Onderwerp: Verordening Ambtelijke bijstand en fractieondersteuning Wijk bij Duurstede 2015

Voorstel om te besluiten Artikel 13 van de verordening Ambtelijke bijstand en fractieondersteuning 2017 als volgt te wijzigen:

Paragraaf 1. Ambtelijke bijstand

Instructie voor de griffier van de gemeente Maasbree

: Vaststelling van de verordening op de ambtelijke bijstand en de fractieondersteuning 2003

Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 1 van 14

Registratienummer: Onderwerp: Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning Purmerend 2014

Verordening op de ambtelijke bijstand en fractieondersteuning Gemeente Moerdijk 2010

Raadsvoorstel. Aansluiting zoeken bij de rechtspositionele praktijk binnen de ambtelijke organisatie.

Hoort bij raadsvoorstel

verordening op het onderzoeksrecht van de raad

2. de Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning

Gemeente Delft. Raadsvoorstel. Aan de gemeenteraad. Presidium Datum mei 2012 Indiener Presidium Steller. griffier tel.nr.

Reglement inzake de behandeling van bezwaarschriften

Gemeente Purmerend Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning Purmerend 2014

Bijlage 9. VNG Modelinstructie voor de griffier dd. maart 2002

VERORDENING OP DE ORGANISATIE VAN DE GRIFFIE (geldig vanaf )

Gemeente Helden. Agendapunt 6

Onderwerp Taken en bevoegdheden werkgeverscommissie en vaststellen delegatie- en mandaatbesluit

Advies presidium Het presidium adviseert positief ten aanzien van dit voorstel en stelt voor dit als hamerstuk te beschouwen.

Verordening op het Auditcomité

Gemeente Langedijk. Voorstel aan de raad

Klachtenregeling ongewenste intimiteiten openbaar

Artikel 3. Taken voorzitter

Instructie voor de griffier gemeente Brummen

Onderwerp: Instelling werkgeverscommissie griffie ex artikel 83 Gemeentewet

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden Purmerend 2014

Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning 2007, eerste wijziging

VERORDENING RECHTSPOSITIE WETHOUDERS, RAADS- EN COMMISSIELEDEN GEMEENTE DALFSEN 2014

Decentrale regelgeving

Raadsvoorstel: Nummer: Onderwerp: Werkgeverschap Griffie

Samenvatting De verordening van de auditcommissie dient op enkele punten te worden aangepast.

Raadsvoorstel Reg. nr : Ag. nr : 11 Datum :

VERORDENING WERKGEVERSCOMMISSIE EX ARTIKEL 83 GEMEENTEWET. De raad van de gemeente Leeuwarden;

Verordening op de auditcommissie Stichtse Vecht

Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning Provincie Limburg 2017

Verordening behandeling bezwaarschriften VKB

Verordening commissie bezwaarschriften

GEHEIMHOUDING EN DE GEMEENTERAAD DE REGELS

Artikel 4 Eed/gelofte Ten aanzien van de leden is artikel 81 g van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.

Registratienummer: Onderwerp: Verordening rechtspositie, mandaat- en volmachtsbesluit griffie Purmerend 2014

Overgangsverordening loonkostensubsidie In- en Doorstroombanen, gemeente Oosterhout

Versie Artikel 2 Verzoek om informatie

VERORDENING WERKGEVERSCOMMISSIE GRIFFIE GEMEENTE HAARLEMMERLIEDE EN SPAARNWOUDE

VERORDENING langdurigheidstoeslag Lelystad 2012

verordening op het raadspresidium

Provinciale Staten van Noord-Holland

gemeente Groningen (Gr)

VERORDENING WERKGEVERSCOMMISSIE GRIFFIE. De raad van de gemeente Montfoort;

2. Instrumentenoverzicht Gemeenteraad Utrecht

: vaststellen verordening en benoeming leden werkgeverscommissie

Model Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning 2019

Voorstelnummer RV/16/00659 Z

Verordening Verwerking Persoonsgegevens gemeente Oosterhout

Gemeente Hattem Verordening op de raadscommissies gemeente Hattem. gelezen het voorstel van het presidium d.d. 16 februari 2017,

Transcriptie:

Gemeente Tiel Verordening op de ambtelijke bijstand 2003 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Vastgesteld door Onderwerp Eigen onderwerp Gemeente Tiel Verordening op de ambtelijke bijstand 2003 Verordening ambtelijke bijstand 2003 gemeenteraad algemeen Opmerkingen m.b.t. de regeling Deze verordening vervangt de regeling ambtelijke bijstand raad 2000. Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd Gemeentewet, art. 33, lid 3 Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving) 1.Geen. Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen Datum inwerkingtreding 04-06- 2003 Terugwerkende kracht t/m Datum uitwerkingtreding Betreft nieuwe regeling Datum ondertekening Bron bekendmaking 21-05-2003 Gemeenteblad 2003, nr. 4.06 Kenmerk voorstel raadsvergadering 21 mei 2003 Tekst van de regeling Nr. 5a, Afdeling RG De raad der gemeente Tiel, overwegende dat het wenselijk is om een verordening ambtelijke bijstand vast te stellen regelende de organisatie van de ondersteuning van de raad en de leden van de raad, alsmede de leden van commissies die geen raadslid zijn door de griffie en de ambtelijke organisatie; overwegende dat het college heeft ingestemd met de uitgangspunten en de voorgestelde organisatie van de ambtelijke bijstand.; gelezen het voorstel van het Presidium en het advies van de commissie algemene bestuurlijke zaken; gelet op artikel 33, derde lid, van de Gemeentewet; besluit: onder intrekking van de regeling ambtelijke bijstand raad 2000 vastgesteld in de vergadering d.d. 19 april 2000, vast te stellen de volgende verordening op de ambtelijke bijstand 2003:

Artikel 1 1. Een raadslid wendt zich tot de griffier of een ambtenaar met een verzoek om: a. feitelijke informatie van geringe omvang; b. inzage in of afschrift van documenten die openbaar zijn. 2. Indien de ambtenaar twijfelt of het verzoek betrekking heeft op informatie bedoeld onder het eerste lid, onderdeel a of b, stelt hij de secretaris daarvan in kennis. De secretaris beslist. 3. De secretaris kan ambtenaren aanwijzen tot wie raadsleden zich dienen te wenden voor het doen van verzoeken als bedoeld in lid 1. Hij doet daarvan schriftelijk mededeling aan de raad en de griffier. 4. Een raadslid wendt zich tot de griffier met een verzoek om bijstand bij het opstellen van voorstellen, amendementen en moties of andere bijstand. 5. De bijstand, bedoeld in het vierde lid, wordt verleend door de griffier of een medewerker van de griffie. Indien de gevraagde bijstand niet door de griffier of een medewerker van de griffie kan worden verleend kan de griffier de secretaris verzoeken, één of meer ambtenaren aan te wijzen, die de gevraagde bijstand zo spoedig mogelijk verlenen. Artikel 2 1. Een ambtenaar verleent op verzoek van de griffier of de secretaris ambtelijke bijstand tenzij: a. het raadslid niet aannemelijk heeft gemaakt dat de bijstand betrekking heeft op de werkzaamheden van de raad; b. dit het belang van de gemeente kan schaden; 2. De secretaris beoordeelt of ambtelijke bijstand op grond van het eerste lid geweigerd wordt. 3. Indien de bijstand op grond van het eerste lid wordt geweigerd deelt de secretaris dit met redenen omkleed mee aan de griffier en aan het raadslid dat het verzoek heeft ingediend. Artikel 3 Indien het verzoek om bijstand van een ambtenaar door de secretaris wordt geweigerd kan de griffier of het betrokken raadslid het verzoek voorleggen aan de burgemeester. De burgemeester beslist zo spoedig mogelijk over het verzoek. Artikel 4 1. Indien een raadslid niet tevreden is over door een ambtenaar verleende bijstand, doet hij of de griffier hiervan mededeling aan de secretaris. 2. Indien overleg met de secretaris niet leidt tot een voor beide partijen bevredigende oplossing leggen zij de zaak voor aan de burgemeester. De burgemeester beslist zo spoedig mogelijk over de zaak. Artikel 5 De secretaris houdt een register van de verleende ambtelijke bijstand als bedoeld in artikel 1, vijfde lid bij, waarin per verzoek om bijstand aan de reguliere ambtelijke organisatie wordt opgenomen: a. welk raadslid, wanneer, om bijstand heeft verzocht; b. over welk onderwerp om bijstand is verzocht; c. welke ambtenaar de bijstand heeft verleend; d. hoeveel tijd het verlenen van de bijstand heeft gekost; e. de reden waarom een verzoek is geweigerd. Artikel 6 De secretaris verstrekt de desbetreffende portefeuillehouder in het college desgewenst een afschrift van het verzoek uit het register. Artikel 7 1. Een raadslid kan aangeven dat de inhoud van een verzoek om ambtelijk bijstand of de inhoud van het gegeven advies geheim wordt gehouden.

2. Indien het college of leden van het college informatie wensen over de inhoud van een verzoek om ambtelijke bijstand of de inhoud van het gegeven advies wenden zij zich daartoe rechtstreeks tot het betrokken raadslid. Artikel 8 1. Voor het "raadslid" kan in deze verordening ook worden gelezen "het lid van een commissie die geen lid van de raad is". 2. In dat geval wordt voor de "raad" gelezen de "commissie". Artikel 9 De verordening kan worden aangehaald als "Verordening ambtelijke bijstand 2003". Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad d.d. 21 mei 2003 de griffier, de voorzitter, 05a Raadsbesluit 21 mei 2003

TOELICHTING OP DE VERORDENING AMBTELIJKE BIJSTAND 2003 ALGEMEEN Deze verordening geeft uitvoering aan artikel 33 van de Gemeentewet. Dit artikel is door de Wet dualisering gemeentebestuur ingrijpend gewijzigd. Het legt expliciet vast dat de raad en individuele raadsleden een recht op ambtelijke bijstand hebben. De uitwerking van dit recht moet bij verordening worden geregeld. De oude modelregeling ambtelijke bijstand is aangepast aan het nieuwe dualistische bestuursstelsel. Dit heeft geleid tot de nodige veranderingen. Het meest opvallend is de rol van de griffier. Dit nieuwe instituut, dat bij uitstek bedoeld is voor het verlenen van hulp aan raadsleden, wordt het eerste aanspreekpunt als het gaat om ambtelijke bijstand. De griffier vervult ook de rol van schakel tussen de raadsleden en de reguliere ambtelijke organisatie. De burgemeester vervult ook een nieuwe rol in het proces. Indien er een conflictsituatie ontstaat of dreigt te ontstaan, zal de burgemeester een bemiddelende en uiteindelijk beslissende rol kunnen spelen. De positie van de burgemeester maakt hem bij uitstek geschikt voor deze taak als bruggenbouwer en als degene die uiteindelijk het laatste woord heeft. De Staatscommissie dualisme en lokale democratie had ook al geadviseerd tot een dergelijke rol van de burgemeester. Gezien de nieuwe dualistische verhoudingen ligt het voor de hand dat er ook op het punt van de ambtelijke bijstand duidelijkere scheidslijnen worden getrokken tussen werkzaamheden voor de raad en voor het college. Dat komt tot uitdrukking in het feit dat een raadslid kan aangeven dat een verzoek om ambtelijke bijstand en de inhoud van de verleende bijstand geheim moet worden gehouden. De ambtenaar mag niet onder druk komen te staan doordat hij werkzaamheden voor de raad verricht. Daarom zal een collegelid dat toch informatie wenst over het verzoek om ambtelijke bijstand wenst, zich moeten wenden tot het betrokken raadslid en niet tot de behandelend ambtenaar. De verordening behandelt gedetailleerd de ambtelijke bijstand. Aangezien het de verhouding betreft tussen de raadsleden en de reguliere ambtelijke organisatie, is behoefte aan duidelijke regels. Deze ambtenaren werken doorgaans namelijk voor het college. De wijziging van artikel 103 van de Gemeentewet laat dit scherp zien. Voor de invoering van de Wet dualisering gemeentebestuur bepaalde dit artikel dat de secretaris (en daarmee de onder hem ressorterende ambtelijke organisatie) de raad en het college terzijde stond. In dualistische verhoudingen staat de secretaris het college terzijde en wordt de raad bijgestaan door de griffier. Dat de raad nu beschikt over een griffier met griffie betekent niet dat er geen behoefte meer zou zijn aan ambtelijke bijstand door de reguliere ambtelijke organisatie. De griffie is, in vergelijking met de reguliere organisatie, beperkt in omvang. Voor specialistische hulp op het gebied van het maken van amendementen, moties en regelingen zal een beroep op deze organisatie dan ook nodig blijven. Dit geldt ook voor specifieke informatie die alleen bij de reguliere ambtelijke organisatie beschikbaar is. De wetgever heeft dat onderkend en het recht op deze vorm van ambtelijke ondersteuning expliciet vastgelegd. Deze verordening vormt de uitwerking van dit recht. De nieuwe formulering van artikel 33 van de Gemeentewet laat buiten twijfel dat individuele raadsleden, dus ook die behorend tot een minderheid in de raad, recht hebben op ambtelijke bijstand. Op deze verordening kan dus door alle raadsleden een beroep worden gedaan.

ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING Artikel 1 De verordening is niet bedoeld om formele barrières op te werpen die het verlenen van bijstand aan raadsleden juist bemoeilijkt. Indien het gaat om het verzoek om informatie van feitelijke aard, dan wel inzage in of afschrift van openbare documenten, kan een raadslid contact opnemen met de griffier die het verzoek kan neerleggen bij een ambtenaar uit de reguliere ambtelijke organisatie. De verordening geeft op dit specifieke punt echter ook de ruimte om rechtstreeks ambtenaren te benaderen. Het is aan het raadslid om te kiezen voor de voor hem of haar meest efficiënte werkwijze. In tegenstelling tot de modelverordening is er voor gekozen de gemeentesecretaris expliciet de bevoegdheid toe te kennen om ambtenaren aan te wijzen tot wie raadsleden zich primair hebben te wenden met vragen van eenvoudige aard. Indien de gemeentesecretaris hiertoe overgaat, meldt hij dit schriftelijk aan de raad en de griffier. Het begrip document wordt hier overigens gebruikt in de betekenis die het in de Wet openbaarheid bestuur heeft. Met openbaar wordt bedoeld openbaar in de zin van de Wet openbaarheid van bestuur. Voor niet openbare documenten wordt een regeling gegeven in de artikelen 25, 55 en 86 van de Gemeentewet. Deze rechten zijn uitgewerkt in het reglement van orde voor de raad, het reglement van orde voor het college en de verordening op de raadscommissies. Er is voor gekozen de griffier te noemen als centrale functionaris voor de verlening van bijstand in de zin van ondersteuning bij initiatiefvoorstellen, moties en amendementen. Het bestaan van het instituut griffie en de ontvlechting van de posities van de raad en het college, die bij de dualisering zijn beslag heeft gekregen, leidt ertoe dat de ambtelijke organisatie parallel ontvlochten wordt. Omdat de griffier geen zeggenschap heeft over de reguliere ambtelijke organisatie zal de secretaris de ambtenaar die de bijstand verleent, moeten aanwijzen. De ontvlechting van posities leidt in dit geval dus noodzakelijk tot een verdergaande formalisering van de regeling omtrent ambtelijke bijstand. De bijstand wordt zo spoedig mogelijk verleend. Het is niet mogelijk in de verordening hiervoor vaste termijnen op te nemen in verband met de verschillen in aard en omvang van de werkzaamheden voor een verzoek. De griffier ziet er op toe dat er voortgang blijft in het proces. In de gehele verordening is er voor gekozen een onderscheid aan te brengen tussen ambtenaren en medewerkers van de griffie. Als er over ambtenaren gesproken wordt, worden ambtenaren van de reguliere ambtelijke organisatie bedoeld die onder gezag van het college staan en worden dus niet griffiemedewerkers bedoeld. Dit neemt niet weg dat ook medewerkers van de griffie ook ambtenaren in de zin van de Ambtenarenwet zijn. Op grond van het tweede lid is er bij twijfel een rol voor de secretaris weggelegd. Deze zal moeten beslissen of het een verzoek als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a en b betreft. Artikelen 2 en 3 Beoordeling of één van de in artikel 2 genoemde weigeringsgronden zich voordoet vindt in eerste instantie plaats door de gemeentesecretaris als hoofd van de reguliere ambtelijke organisatie. In artikel 3 is aangegeven dat de uiteindelijke beslissing over het niet verlenen van ambtelijke bijstand is voorbehouden aan de burgemeester. Het ligt in de rede dat hij hierover overleg voert met de secretaris en de griffier (en indien nodig ook het betrokken raadslid). Uiteraard kan de raad via de gebruikelijke weg hierover de burgemeester verzoeken verantwoording af te leggen (artikel 180 Gemeentewet). Artikel 4 Ook indien naar de mening van het raadslid op onvoldoende wijze aan zijn of haar verzoek om hulp gehoor wordt gegeven kan de zaak aan een hogere instantie worden voorgelegd: de burgemeester is daar gezien zijn eigenstandige positie in het gemeentelijke bestuur de meest aangewezen instantie voor.

Wel dient het betrokken raadslid of de griffier hierover eerst overleg te voeren met de secretaris. Artikel 5 Het register dat door de secretaris kan worden bijgehouden maakt het mogelijk na te gaan hoe vaak er al een beroep is gedaan op de ambtelijke organisatie en kan een belangrijke rol spelen bij het in kaart brengen van de behoefte van deze voorzieningen. Indien sprake is van geheimhouding als bedoeld in artikel 7, wordt het onderwerp niet vermeld. Artikel 6 In dit artikel is aangegeven dat het van belang is dat de betrokken portefeuillehouder op de hoogte is van het feit dat bijstand is verleend door onder zijn bestuurlijke verantwoordelijkheid functionerende ambtenaren. Gezien de vergroting van de afstand tussen raad en college die met de dualisering is gecreëerd, is het logisch dat desgewenst melding wordt gemaakt van het verschaffen van ambtelijke bijstand. Het college en de secretaris kunnen afspreken in welke gevallen hiervan melding wordt gemaakt. Artikel 7 Indien een raadslid om ambtelijke bijstand verzoekt, moet hij ervan uit kunnen gaan dat de ambtenaar bij het verrichten van die werkzaamheden onafhankelijk opereert van het college. Dit is een gevolg van de door de dualisering tot stand gebrachte ontvlechting van posities. De mogelijkheid wordt dan ook geopend dat een raadslid aangeeft dat de inhoud van een verzoek om ambtelijke bijstand en de inhoud van de verleende bijstand geheim wordt gehouden. Om te verzekeren dat een ambtenaar niet door collegeleden onder druk wordt gezet om toch inlichtingen te verschaffen over de inhoud van het verzoek van een raadslid is in het tweede lid bepaald dat collegeleden zich voor informatie direct tot het betrokken raadslid wenden en niet tot de behandelend ambtenaar. Dit biedt bovendien een extra waarborg voor de onafhankelijke behandeling van een verzoek om ambtelijke bijstand. Collegeleden kunnen zich slechts tot een raadslid wenden indien zijn geïnformeerd zijn over het gegeven dat er een verzoek om bijstand is ontvangen waarbij is verzocht geheimhouding in acht te nemen. De ambtenaar die ambtelijke bijstand verleent blijft echter wel onderdeel van de reguliere ambtelijke organisatie. Het verlenen van ambtelijke bijstand hoort tot de normale uitoefening van zijn taak. Indien hij dit gedeelte van zijn taak niet goed uitoefent behoudt het college dus de mogelijkheid om de ambtenaar hierop aan te spreken. Artikel 8 Deze bepaling voorziet in het toekennen van de zelfde rechten aan commissieleden niet zijn raadslid. Uiteraard dient de bijstand zich te beperken tot aangelegenheden binnen het werkterrein waarvan de commissie waarvan zij of hij lid is.