Onderwijs en Examenregeling



Vergelijkbare documenten
Toetsplan Masteropleiding Midden-Oosten Studies

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Neerlandistiek CROHO 60849

Midden-Oostenstudies CROHO 60842

Onderwijs en Examenregeling

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Bijlage, Bachelor Opleiding Docent Muziek

Functieprofiel Beleidsadviseur Functieprofiel titel Functiecode 00

Bachelor of Business Administration (MER opleiding)

PROFIEL COLLEGE VAN BESTUUR

Competentieprofiel. Instituut voor Interactieve Media. Competentieprofiel studenten Instituut voor Interactieve Media vastgesteld juni 2006

Opleidingsstatuut Bacheloropleiding Automotive Studiejaar Regeling Externe toezichthouders bij examens

Onderwijs- en Examenregeling 2012/2013

Functieprofiel: Adviseur Functiecode: 0303

Onderwijs- en examenregeling

A. Hieronder is voor zover van toepassing nadere facultaire invulling per artikel gegeven

De 6 Friesland College-competenties.

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Bachelor Religiewetenschappen

A. Hieronder is voor zover van toepassing nadere facultaire invulling per artikel gegeven

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen

Onderwijs en Examenregeling

Academie voor Talent en Leiderschap Veiligheidsregio s. Leiderschapsprofiel strategisch leidinggevende

De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen.

Handreiking toelichting bij descriptoren NLQF

Onderwijs en Examenregeling

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011

Business School Nederland. Fast track MBA 2011

je en jij interactief mobiel uit vertrouwelijk aantekeningen Business School Nederland Marsroute Fast track MBA 2011 Centrale ligging

Reglement Examencommissie SVPB

Onderwijs- en Examenregeling 2010/2011

A. Hieronder is voor zover van toepassing nadere facultaire invulling per artikel gegeven:

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel): Bachelor Wijsbegeerte

Portfoliobegeleidingsbijeenkomst. Centrale vraag. Hoe kan ik het leren op mijn werkplek zo. inrichten, dat ik mijn beroepscompetenties

INHOUDSOPGAVE ALGEMEEN Aard van dit document Informatie en communicatie Inwerkingtreding en duur

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen

REGELING EXTERNE TOEZICHTHOUDERS BIJ EXAMENS Instituut voor Toegepaste Biowetenschappen en Chemie. studiejaar

Management & Organisatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel)

HBO Bedrijfskunde Bachelor of Business Administration (BBA)

Dit reglement is een extract uit de Onderwijs- en Examenregeling van NOVI Hogeschool.

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel)

Versie 26 januari 2016 Uitgave Centrum voor Bestuurlijke Activiteiten

PR V1. Beroepscompetentie- profiel RBCZ therapeuten

VISIE OP ONDERWIJS. Associate degrees voltijd

Profielschets leden van de raad van toezicht

Functiebeschrijving Manager Kwaliteitsbeleid

Master of Laws De Master Legal Management (MLM) is in 2014 gestart als een door de NVAO geaccrediteerde, onbekostigde masteropleiding.

Vacature Business Development & Sales

Profiel RvT, versie 1.4,

De curriculum van de masteropleiding PM MBO kan op verschillende niveau s bekeken worden:

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s

Ontwerpkaders: Leeruitkomsten. Versie 1.0/ november Ontwerpkaders: Leeruitkomsten/versie 1.0/november

Voor stichting SOM zijn in ieder geval de volgende invalshoeken van belang:

Onderwijs- en examenregeling

Student Company op het hbo. Stappenplan

Competentie 1 Ondernemerschap Initiëren en/of creëren van producten en/of diensten, zelfstandig en ondernemend.

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s

Functieprofiel: Beleidsmedewerker Functiecode: 0301

Competenties op het gebied van Management en Leidinggeven

7.3 Regels en Richtlijnen van de Examencommissie Lerarenopleiding voor:

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014

Competentiemeter docent beroepsonderwijs

Onderwijs- en examenregeling

Reglement Examencommissies. Datum 23 september Versie Hogeschool Utrecht

Competenties met indicatoren bachelor Civiele Techniek.

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010

Medical Imaging/ Radiation Oncology Masteropleiding Haarlem

Men komt in aanmerking voor toelating tot het programma Kunstgeschiedenis indien men aantoont te beschikken over de volgende competenties:

Competentieprofiel. kaderlid LGB Beroepsinhoud Zorg

Functieprofiel voor de functie van Directeur Meester Duisterhoutschool

DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING ROEMEENSE TAAL EN CULTUUR

Willem de Zwijger College

Master Healthy Ageing Professional (MHAP)

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s

Gespreksdocument Handleiding Eindgesprek

Reglement Raad van Toezicht. Diabetes Fonds

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Bachelor Opleiding Muziek Bijlage Muziektheater

FUNCTIEFAMILIE 5.1 Lager kader

Academie voor Talent en Leiderschap Veiligheidsregio s. Strategisch leiderschapsprofiel voor specialisten

Gespreksdocument Inleiding Doel Werkwijze

Opleidingscommissies Hogeschool Utrecht

MODEL REGELS EN RICHTLIJNEN EXAMENCOMMISSIE

Onderwijs- en examenregeling

Deel B van de onderwijs- en examenregeling voor de duale masteropleiding Communicatie- en informatiewetenschappen, 90 EC,

3. Een norm voor valide examenproducten norm voor valide examenproducten cesuur exameninstrumentarium

Gezocht: Krachtige Stafmanager Financiën en Bedrijfsvoering. Voel jij je aangetrokken tot de dynamische ontwikkelingen binnen Primair Onderwijs?

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel)

Regeling examencommissies NHTV Breda

Beoordelingskader Pilot Bijzonder Kenmerk Ondernemen

Toetsplan Bacheloropleiding Kunsten, Cultuur en Media

Reglement van Toelating

Zelfevaluatie Raad van Toezicht RvT

Pilot afstuderen in de praktijk September 2014

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologe en Religiewetenschappen. Deel 2 (opleidingsspecifiek deel): Bachelor Theologie

Planmatig werken aan de toegankelijkheid van toetsing en examinering

2. Selectie van studenten geschiedt op basis van een oordeel over de volgende kerncompetenties van belangstellenden:

Reglement Raad van toezicht

Transcriptie:

Onderwijs en Examenregeling MBA Opleidingen Business School Nederland Versie: 02/0903 Deze versie treedt in werking op: 25 maart 2009

Onderwijs en Examenregeling MBA programma v02/0903 Inhoudsopgave Paragraaf 1: Preambule... 3 Paragraaf 2: Begripsbepalingen... 4 Paragraaf 3: Algemene bepalingen... 5 Artikel 3.1 Wettelijke grondslag...5 Artikel 3.2 Reikwijdte...5 Artikel 3.3 Onderwijs in het Nederlands...5 Artikel 3.4 Duur van de opleiding...5 Artikel 3.5 Studielast...5 Artikel 3.6 Ondersteuning en Begeleiding...6 Paragraaf 4: Examencommissie... 7 Artikel 4.1 Samenstelling en benoeming...7 Aritkel 4.2 Vergaderingen...7 Aritkel 4.3 Taken en bevoegdheden...7 Artikel 4.4 Besluitvorming...8 Paragraaf 5: Inhoud, structuur en toetsing... 9 Artikel 5.1 Uitgangspunten en eindtermen...9 Artikel 5.2 Inhoud fase 2...9 Artikel 5.3 Majors...9 Artikel 5.4 Uitstroomvarianten...9 Artikel 5.5 Toetsing MBA fase 2...10 Artikel 5.6 Toetsing MBA fase 3...10 Artikel 5.7 Beoordelingscriteria opdrachten...11 Artikel 5.8 Volgtijdelijkheid van de opdrachten...11 Artikel 5.9 Uitvoeren opdrachten door lichamelijk of zintuiglijk gehandicapten...11 Paragraaf 6: Slotbepalingen... 12 Artikel 6.1 Vrijstellingen...12 Artikel 6.2 Klachten en geschillen...12 Artikel 6.3 Wijzigingen...13 Artikel 6.4 Hardheidsclausule...13 Bijlagen... 14 Studielast per onderdeel...14 Beroepsprofiel Business School Nederland...17 Opleidingsprofiel Business School Nederland...28 2

Onderwijs en Examenregeling MBA programma v02/0903 Paragraaf 1: Preambule Deze Onderwijs- en examenregeling (OER), regelt de rechten en plichten van alle studenten van de MBA opleidingen van Business School Nederland ten aanzien van onderwijs, tentamens en examens. De hierin beschreven regelingen hebben betrekking op alle drie de MBA programma s die Business School Nederland aanbiedt, alsmede de respectievelijke uitstroomvarianten. Op veel onderdelen heeft deze OER het karakter van een raamregeling en niet elk relevant aspect van het programma wordt tot in detail behandeld. Daarnaast bestaan er tussen de drie varianten van het MBA programma verschillen die niet expliciet in deze OER aan de orde komen en het is dan ook van belang deze regeling te raadplegen in combinatie met de MBA opleidingsgids die aan het begin van de opleiding aan de deelnemers wordt uitgereikt. In bepaalde gevallen zullen regelingen die in deze OER vermeld staan ook terugkomen in de opleidingsgids. Hoewel vanzelfsprekend uiterste zorg is besteed aan voorkoming hiervan, is het niet uitgesloten dat OER en opleidingsgids elkaar (deels) tegenspreken. Bij een dergelijke onderlinge tegenstrijdigheid prevaleert altijd de regeling zoals opgenomen in deze OER. Uitgangspunt van totstandkoming van deze OER is artikel 7.13 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW). Daarnaast is gekeken naar die aspecten die specifiek van toepassing zijn op het MBA programma van Business School Nederland om zodoende een volledig dekkende en relevante regeling aan te kunnen bieden. Tweede versie, vastgesteld door de Dean van Business School Nederland op 5 januari 2009 met instemming van de examencommissie, op 23 maart 2009. 3

Onderwijs en Examenregeling MBA programma v02/0903 Paragraaf 2: Begripsbepalingen In deze OER wordt verstaan onder: BSN: Business School Nederland European Credit (EC): Internationale eenheid ter aanduiding van de studielast volgens het European Credit Transfer and Accumulation System (ECTS). Zie ook: studiepunt. Examen: De afsluitende toetsing van de MBA opleiding bestaande uit: een Disseration en - bij de Executive MBA en Young Professional MBA - de mondelinge verdediging hiervan ten overstaan van de Viva commissie tijdens de Viva Voce. Examencommissie: De door de directie aangestelde commissie belast met de eindverantwoordelijkheid inzake de afname, organisatie en coördinatie van de tentamens en examens. Notulen: schriftelijk verslag van formele vergaderingen gehouden door interne overlegorganen / commissies. Opleiding: Ook: Programma. De tweede en derde fase van: de Executive MBA, de Young Professional MBA en de Distance Learning MBA inclusief de respectievelijke uitstroomvarianten Opleidingsgids: Informatiegids die aan het begin van de opleiding aan de deelnemers wordt uitgereikt. Deze gids bevat, naast gedetailleerde informatie met betrekking tot het gehele studietraject, tevens de uitwerking en nadere invulling van deze OER. Programma: Zie Opleiding Set adviser: Ook: studiebegeleider. Elke set krijgt een set adviser toegewezen die fungeert als eerste aanspreekpunt m.b.t. tot het studieproces. Set: Deelnemers aan een opleiding worden ingedeeld in een groep (set) bestaande uit maximaal 20 deelnemers Studielast: Het genormeerde tijdsbeslag van de MBA opleiding en/of onderdelen daarvan uitgedrukt in hele studiepunten. Studiepunt: Eenheid waarmee de studielast van (een onderdeel van) de opleiding wordt uitgedrukt. Een studiepunt is gelijk aan een European Credit (EC), 28 uren studie. Subset: Studenten uit een set vormen subsets t.b.v. groepswerk in het kader van de opleiding. Subsets varieren in groote van 3 tot 8 studenten Tentamen: Om de vorderingen van de studenten te toetsen, is aan elke core course een tentamen verbonden. Bij BSN heeft hebben deze de vorm van Action Learning Projecten en Advies & Implementatie rapporten. Andere tentamens zijn: Het Persoonlijk Effecitiviteitspaper, de Organisatie Analyse en de Evaluatie Management Leerervaringen. Wanneer een tentamen met minimaal een voldoende beoordeling wordt afgerond, of, wordt afgrond met een beoordeling die volgens de hiervoor geldende regels, voldoende wordt gecompenseerd, worden de studiepunten voor het betreffende onderdeel toegekend. Uitstroomvariant: Specialisatie van een van de MBA programma s. WHW: De Wet op het Hoger onderwijs en het Wetenschappelijk onderzoek, zoals gepubliceerd in Staatsblad 1992 nr. 593, inclusief latere aanvullingen en wijzigingen. 4

Onderwijs en Examenregeling MBA programma v02/0903 Paragraaf 3: Algemene bepalingen Artikel 3.1 Wettelijke grondslag De onderwijs- en examenregeling zoals genoemd in artikel 7.13 WHW bestaat aan Business School Nederland ten aanzien van de volgende deeltijd programma s en respectievelijke uitstroomvarianten: Programma: Executive MBA Distance Learning MBA Young Professional MBA Uitstroomvariant: MBA Sales MBA Insurance International Action Learning MBA n.v.t. Artikel 3.2 Reikwijdte Deze regeling is van toepassing op de onder artikel 3.1 van deze OER genoemde Masteropleidingen van Business School Nederland, zoals bedoeld in artikel 7.3b van de WHW. Artikel 3.3 Onderwijs in het Nederlands 1. Het onderwijs wordt gegeven in het Nederlands. De tentamens en de examens worden afgenomen in het Nederlands. 2. In afwijking van het eerste lid kan een andere taal worden gebezigd: a. wanneer het [internationale] karakter van het betreffende onderdeel, onderwijs in een andere taal rechtvaardigt of; b. wanneer het [internationale] karakter van de betreffende opleiding onderwijs in een andere taal rechtvaardigt of; c. wanneer het onderwijs betreft dat in het kader van een gastcollege door een anderstalige docent gegeven wordt. Artikel 3.4 Duur van de opleiding 1. De geplande studieduur verschilt per programma: - Executive MBA 20 maanden - Distance Learning MBA 24 maanden - Young Professional MBA 30 maanden 2. Op elk van de onder lid 1 genoemde programma s zijn de volgende regelingen met betrekking tot verlenging van de studieduur van toepassing: a. op aanvraag van de student kan de geplande studieduur verlengd worden tot een totale duur van 48 maanden. b. bij verwachte overschrijding van de totale duur van 48 maanden kan een student uitstel aanvragen met maximaal 9 maanden. i. studenten die van deze mogelijkheid gebruik wensen te maken, richten zich middels een schriftelijk verzoek tot de examencommissie. ii. de examencommissie besluit in overleg met de betreffende set adviser of aan dit verzoek zal worden voldaan. c. met goed gevolg afgelegde tentamens blijven geldig voor de totale duur van de opleiding (inclusief een eventueel verleend uitstel van 9 maanden). Artikel 3.5 Studielast 5

Onderwijs en Examenregeling MBA programma v02/0903 1. De opleiding is zodanig ingericht dat de totale studielast 60 European Credits binnen het ECTS 1 vertegenwoordigt. 2. Een overzicht van de verdeling van de studielast over de verschillende onderdelen binnen elk programma is opgenomen in bijlage I. Artikel 3.6 Ondersteuning en Begeleiding 1. De volgende personen binnen BSN zijn direct belast met de ondersteuning en begeleiding van de student: - set adviser (Ex MBA en Young professional MBA) - docenten - internal examiner 2. In de opleidingsgids worden de specifieke taken van de personen bedoeld in lid 1, alsmede de mate waarin zij uit hoofde van hun functie de student ten dienste staan, nader toegelicht. 1 ECTS staat voor European Credit Transfer and Accumulation System waar volgens de studielast van een studie (onderdeel) kan worden gemeten. In Nederland geldt dat 1 studiepunt (of European Credit) binnen het ECTS om en nabij de 28 uur studiegerelateerde activiteit vertegenwoordigt. 6

Onderwijs en Examenregeling MBA programma v02/0903 Paragraaf 4: Examencommissie Artikel 4.1 Samenstelling en benoeming 1. De directie van Business School Nederland benoemt de leden van de examencommissie uit het personeel dat met het verzorgen van het onderwijs is belast. Bij de benoeming wordt tevens aangegeven wie van de leden voorzitter en plaatsvervangend voorzitter zijn. 2. De samenstelling van de examencommissie wordt door middel van de opleidingsgids aan de studenten bekendgemaakt. Mutaties worden via de gangbare communicatiekanalen gecommuniceerd. 3. De benoeming geldt voor een periode van 2 jaar. De leden en de voorzitter zijn steeds opnieuw benoembaar. Het lidmaatschap en/of voorzitterschap van de commissie eindigt: a. na het verstrijken van een periode van 2 jaar, of: b. indien betrokkene niet langer aan Business School Nederland verbonden is, of: c. indien betrokkene niet langer met de verzorging van onderwijs is belast. Artikel 4.2 Vergaderingen 1. De examencommissie komt ten minste 2 keer per jaar. Al naargelang de noodzaak kunnen er meerdere vergaderingen belegd worden. 2. De vergaderingen van de examencommissies zijn niet openbaar, tenzij de voorzitter hierover anders beslist. De voorzitter kan personen die geen zitting hebben in de examencommissie uitnodigen een (deel van een) vergadering bij te wonen. Deze personen hebben geen stem in de besluitneming van de commissie. Aritkel 4.3 Taken en bevoegdheden 1. De examencommissie is belast met / bevoegd tot: a. de afhandeling van klachten / geschillen m.b.t. de tentamens en examens, voor zover deze, volgens de voorafgaande procedure zoals beschreven artikel 6.2, niet naar voldoening zijn afgewikkeld. b. het uitoefenen van toezicht op: i. het volgens de geldende procedures afnemen van examens; ii. naleving van de criteria waaraan Internal en external examiners dienen te voldoen c. de vaststelling van: i. regeling ten behoeve van de goede gang van zaken tijdens de examens ii. de rapportages met betrekking tot de gang van zaken tijdens examens iii. de uitslag van de examens; d. de periodieke evaluatie van: i. de examenprocedures en beoordelingscriteria ii. de tentamenprocedures en beoordelingscriteria e. het doen van voorstellen ter verbetering van procedures die als advies dienen voor de directie. f. het in behandeling nemen van - en uitsluitsel geven omtrent - vrijstellingsverzoeken die niet tijdens de standaard intakeprocedure door de programmavoorlichters kunnen worden afgehandeld. g. het in behandeling nemen van - en uitsluitsel geven omtrent - verzoeken om uitstel op de studieduur zoals bedoeld in Artikel 3.4 1b 7

Onderwijs en Examenregeling MBA programma v02/0903 Artikel 4.4 Besluitvorming 1. De examencommissie neemt besluiten bij gewone meerderheid van stemmen. Als de stemmen staken, beslist de voorzitter inzake het te nemen besluit. Het besluit is bindend binnen Business School Nederland. 2. Besluiten van de examencommissie worden in notulen vastgelegd. De notulen worden door de Examencommissie goedgekeurd. Schriftelijke stukken ter uitvoering of nadere invulling van besluiten van de examencommissie worden tenminste door of namens de voorzitter ondertekend. 8

Onderwijs en Examenregeling MBA programma v02/0903 Paragraaf 5: Inhoud, structuur en toetsing Artikel 5.1 Uitgangspunten en eindtermen 1. De grondslagen voor de inhoudelijke inrichting van de opleiding op het gebied van eindtermen, opbouw, (eventuele) specialisaties en profilering zijn terug te vinden in het beroepsprofiel (bijlage II). 2. De kwaliteiten op het gebied van kennis, inzicht en vaardigheden die een student zich bij beëindiging van de opleiding moet hebben verworven, staan beschreven in het opleidingsprofiel (bijlage III). Artikel 5.2 Inhoud fase 2 De tweede fase van het MBA programma behandelt zeven management disciplines: - Operationeel Management (OM) - Human Resources Management (HRM) - Marketing Management (MM) - Financieel Management (FM) - Informatie Management (IM) - Strategisch Management (SM) - Internationaal Management (IntM) 2 Artikel 5.3 Majors 1. Behoudens het in lid 4 van dit artikel gestelde, kan elke deelnemer aan het MBA programma zich specialiseren in een specifiek onderwerp door het volgen van een Major. 2. Business School Nederland biedt de volgende Majors aan: a. Veranderkunde b. Sales c. Insurance d. Leiderschap e. Ondernemen in de Zorg f. Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen 3. Om in aanmerking te komen voor de Major aantekening op MBA graad gelden de volgende voorwaarden. De student heeft: a. de respectievelijke Masterclass gevolgd; b. het tentamen, verbonden aan de respectievelijke Masterclass, met een voldoende afgerond, of afgrond met een beoordeling die volgens de hiervoor geldende regels, voldoende wordt gecompenseerd; en c. het Major onderwerp als grondthema verwerkt in de Dissertation. 4. De Masterclasses gerelateerd aan de onder lid 2 genoemde Majors vinden in de regel een keer per jaar plaats. Business School Nederland is bevoegd om bij onvoldoende belangstelling een geplande Masterclass te annuleren. Artikel 5.4 Uitstroomvarianten 1. Deelnemers aan het MBA programma kunnen ervoor kiezen hun opleiding uit te breiden met de varianten Sales of Insurance. Behoudens het gestelde onder lid 2 van dit artikel, zijn structuur, inhoud en toetsing identiek aan die van het reguliere MBA programma. 2. Om in aanmerking te komen voor de titel MBA Sales of Insurance gelden de volgende voorwaarden. De student heeft: 2 Internationaal Management wordt alleen als op zichzelf staande core course in aangeboden in de Executive MBA en Young Professional MBA. 9

Onderwijs en Examenregeling MBA programma v02/0903 a. actief geparticipeerd in een subset met uitsluitend MBA Sales of Insurance studenten; b. de respectievelijke Masterclass gevolgd; c. het tentamen, verbonden aan de respectievelijke Masterclass, met een voldoende afgerond, of volgens de hiervoor geldende regels, voldoende gecompenseerd; d. de core course Strategisch Management afgesloten door het schrijven van een leerarrangement met de focus op Sales of Insurance; e. de gekozen uitstroomrichting als grondthema verwerkt in de Dissertation. Artikel 5.5 Toetsing MBA fase 2 1. Met betrekking tot de in artikel 5.2 genoemde core courses, wordt beheersing van de generieke- en vakgerelateerde competenties, zoals beschreven in het opleidingsprofiel, getoetst aan de hand van de volgende schriftelijke tentamens. Voor de core course(s): a. OM, MM en IM: Een Action Learning Project. b. HRM en FM: Een adviesrapport.. c. HRM en FM binnen de DL MBA: Een Action Learning Project. d. SM binnen de Executive MBA en DL MBA: Een Action Learning Project. e. SM binnen de Young Professional MBA een groepsopdracht en presentatie. f. IntM binnen de Executive MBA: Per subset een groepsalp o.b.v. een door de subset georganiseerde groepsreis. g. IntM binnen de Young Professional MBA: Groepspresentaties o.b.v. een door BSN georganiseerde reis voor de gehele set. 2. Met betrekking tot de in artikel Artikel 5.3 lid 3b en Artikel 5.4 lid 2c genoemde tentamens, geldt in afwijking van de bovengenoemde toetsingsvormen, het volgende: a. voor de respectievelijk Masterclass: een Persoonlijk Effectivitetspaper (PEP) b. door Major studenten uit het Executive MBA programma voor de core course SM: een Persoonlijk Effectivitetspaper (PEP) c. door Major studenten uit de Young Professional MBA voor de core course IM: een Persoonlijk Effectivitetspaper (PEP) 3. Er wordt naar gestreefd de schriftelijke tentamens binnen maximaal 3 weken te beoordelen. De uitslag, en waar van toepassing de onderbouwing hierop, wordt volgens een standaard format per e-mail met de student gecommuniceerd. Artikel 5.6 Toetsing MBA fase 3 1. Beheersing van de generieke competenties zoals beschreven in het opleidingsprofiel, wordt, buiten de vormen zoals beschreven in artikel 5.5, mede getoetst aan de hand van de volgende schriftelijke tentamens: a. een Organisatieanalyse b. een Evaluatie Management Leerervaringen 2. Beheersing van de eindkwalificaties, zoals beschreven in het opleidingsprofiel, wordt getoetst aan de hand van het examen, bestaande uit: a. een Dissertation; en b. bij de Executive MBA en Young Professional MBA, een mondelinge verdediging hiervan tijdens de Vivia Voce i. de Viva Voce is een niet-openbare aangelegenheid. ii. de graduant heeft de mogelijkheid een aantal, direct of indirect, betrokkenen uit te nodigen hierbij aanwezig te zijn. 3. Direct na de Viva Voce beraadslaagt de Vivia commissie over het eindoordeel ten aanzien van het examen, hetgeen aansluitend aan de student wordt medegedeeld. Studenten uit het DL programma ontvagen hun eindoordeel per e-mail. 10

Onderwijs en Examenregeling MBA programma v02/0903 Artikel 5.7 Beoordelingscriteria opdrachten 1. BSN hanteert voor zowel de tentamens als examens standaard beoordelingscriteria. 2. Ten aanzien van elke tentamenvorm worden de beschrijving, toepasbaarheid en relatieve weging in het eindoordeel van de afzonderlijke criteria, via de opleidingsgids gecommuniceerd. Artikel 5.8 Volgtijdelijkheid van de opdrachten 1. BSN bepaalt per set de volgorde waarin en momenten waarop de tentamens en examens worden afgenomen en communiceert dit aan de hand van een planning die bij aanvang van de opleiding aan de deelnemers wordt uitgereikt. 2. In beginsel wordt een student slechts toegelaten tot een volgende fase wanneer alle tentamens in de daaraan voorafgaande fase zijn afgerond. 3. Uitsluitend in overleg met de setadviser/learning coach, kan om moverende redenen van het onder lid 2 gestelde worden afgeweken Artikel 5.9 Uitvoeren opdrachten door lichamelijk of zintuiglijk gehandicapten 1. In beginsel gaat BSN er van uit dat bedrijven die personen behorende tot deze groep in dienst hebben, reeds de nodige voorzieningen hebben getroffen om gehandicapte werknemers te helpen in hun functioneren, waarmee ook het uivoeren van de opdrachten in het kader van de studie mogelijk wordt gemaakt. 2. In voorkomende gevallen en afhankelijk van de handicap zullen in overleg met BSN aanvullende passende oplossingen worden bedacht om de meest gunstige omstandigheden voor de betreffende student te creëren. Overleg hierover vindt plaats via de set adviser/learning coach met de examencommissie. 11

Onderwijs en Examenregeling MBA programma v02/0903 Paragraaf 6: Slotbepalingen Artikel 6.1 Vrijstellingen 1. Vrijstelling kan verleend worden voor (bepaalde onderdelen uit) elke fase van het MBA programma. 2. Een verzoek tot vrijstelling wordt in eerste instantie aan de programmavoorlichting gericht. Hier wordt volgens de standaard intake procedure getoetst of / in hoeverre het verzoek kan worden ingewilligd. Afhankelijk van de (aard van) eerder gevolgde opleidingen, kan worden besloten een student te laten deelnemen aan het Hoger Management Programma, alvorens hem/haar toe te in Fase 2 van het programma. 3. Valt de aard van een vrijstellingsverzoek buiten de onder lid 2 bedoelde procedure, dan wordt het voorgelegd aan de examencommissie. Normaliter betreft dit verzoeken voor vrijstelling van deelname aan een (of meerdere) core course(s) en daaraan gekoppelde tentamens uit Fase 2. Uitgangspunt is dat enkel aan studenten, die kunnen aantonen dat zij recentelijk (< 2 jaar) een project in het kader van de betreffende management discipline, gelijkwaardig aan de BSN criteria m.b.t. een ALP, hebben uitgevoerd, de gevraagde vrijstelling wordt verleend. 4. Uiterlijk 4 weken nadat een verzoek door de examencommissie is ontvangen, wordt het besluit aan de betrokken student medegedeeld. 5. Aan studenten wiens verzoek tot vrijstelling is gehonoreerd, worden de studiepunten die het vrijgestelde programmaonderdeel vertegenwoordigen, gelijktijdig met de beslissing toegekend. 6. Het onderdeel / onderdelen waarvoor vrijstelling is verleend, wordt / worden bij de vaststelling van het MBA predicaat buiten beschouwing gelaten. Artikel 6.2 Klachten en geschillen 1. Bij klachten die betrekking hebben op de gang van zaken rondom de (beoordeling van) de tentamens en/of examens, neemt betreffende student in beginsel contact op met zijn set Adviser/learning coach. Wanneer hier naar het oordeel van de student geen bevredigende afhandeling op volgt, kan hij zich wenden tot de examencommissie middels een verzoekschrift gericht aan: Business School Nederland t.a.v. Examencommissie Herenstraat 25 4116 ZJ BUREN 2. Het verzoekschrift bevat tenminste: a. naam van de afzender en nummer van de set waarin hij is ingedeeld; b. aanleiding van het verzoek en eventuele verwachtingen t.a.v. het besluit; c. bewijsstukken indien van toepassing. 3. De examencommissie kan verlangen dat het verzoek nader wordt gemotiveerd en/of met (verdere) bewijsstukken onderbouwd, alvorens een definitief besluit te nemen. 4. Binnen uiterlijk 4 weken nadat een klacht is ingediend, wordt deze door de examencommissie in behandeling genomen. Het besluit wordt vervolgens binnen 2 weken aan de betreffende partijen gecommuniceerd, tenzij de extra tijd, gemoeid met een eventueel verzoek als bedoeld in lid 3, overschrijding van deze termijn rechtvaardigt. 5. Mocht de student niet akkoord gaan met het door de examencommissie genomen besluit, dan is er, afhankelijk van de individuele omstandigheden van de student, de mogelijkheid voor 12

Onderwijs en Examenregeling MBA programma v02/0903 het indienden van een officiële klacht bij de externe Geschillencommissie Particulier Onderwijs. Klachten over Business School Nederland dienen uiterlijk 3 maanden na dagtekening van het laatste door de examencommissie genomen besluit bij de Geschillencommissie te worden ingediend. Geschillencommissie Postbus 90600 2509 LP Den Haag Tel: +31 (0)70-3105310 Fax: +31 (0)70-3658814 Voor meer informatie: www.degeschillencommissie.nl Artikel 6.3 Wijzigingen 1. De Dean van Business School Nederland wint, met het oog op wijzigingen in deze OER, advies in bij: - (een vertegenwoordiger van) het team set advisers - de examencommissie - de programma manager - de directie 2. Een wijziging in deze OER heeft geen betrekking op het lopende studiejaar, tenzij de belangen van de individuele student hierdoor niet noemenswaardig worden geschaad. 3. Een wijziging kan geen nadelige invloed hebben op beslissingen die in het kader van deze OER en met betrekking tot een individuele student reeds zijn genomen. Artikel 6.4 Hardheidsclausule Business School Nederland is bevoegd om, in uitzonderlijke gevallen en ten voordele van de student, af te wijken van een of meerdere artikelen uit de OER. 13

Bijlage I: Studielast per programmaonderdeel Bijlage I-a Studielast per onderdeel: Executive MBA Onderdelen per core course: HRM en FM uren credits uren credits Plenaire sessies 32 Subsetbijeenkomsten + verslaglegging 8 Leerarrangementen (voorbereidingsopdrachten) 60 Input geven + beoordelen 20 Leerarrangement Advies & Implementatie 20 Studielast per core course: 140 5 Subtotaal voor deze 2 courses (studielast x 2): 280 10 Onderdelen per core course: OM, MM, SM, IM uur credits uur credits Plenaire sessies 32 Subsetbijeenkomsten + verslaglegging 8 Voorbereiding a.d.h.v. studiewijzer 60 Action Learning Project 40 Studielast per core course: 140 5 Subtotaal voor deze 4 courses (studielast x 4): 560 20 Core Course: IntM uren credits uren credits Plenaire sessies 24 Subsetbijeenkomsten + verslaglegging 8 voorbereiding a.d.h.v. studiewijzer 60 Action Learning Project 40 Groepsreis 64 Studielast: 196 7 Subtotaal voor deze course (studielast x 1): 196 7 Onderdelen afstudeer fase uren credits uren credits Organisatiestructuuranalyse 84 Literatuur Onderzoek 140 Master s Project 364 EML 56 Studielast: 644 23 Subtotaal voor deze activiteiten (studielast x 1): 644 23 Totale studielast: 1680 60 14

Bijlage I: Studielast per programmaonderdeel Bijlage I-b Studielast per onderdeel: Distance Learning MBA Inleidende Modules uren credits uren credits Zelfstudie 70 Organisatie Analyse (Analysis internal relations) 42 Studielast: 112 4 Subtotaal voor deze activiteiten (studielast x 1): 112 4 Onderdelen per core course: HRM en FM uren credits uren credits Deelname discussieforum 40 Plenaire sessies 12 ALP subset workshop 4 Leerarrangementen (voorbereidingsopdrachten) 72 Input geven + beoordelen 20 Leerarrangement Advies & Implementatie 20 Studielast per core course: 168 6 Subtotaal voor deze 2 courses (studielast x 2): 336 12 Onderdelen per core course: OM, MM, SM, IM uren credits uren credits Deelnames discussieforum 40 Plenaire sessies 12 ALP subset workshop 4 Voorbereiding a.d.h.v. studiewijzer 72 Action Learning Project 40 Studielast per core course: 168 6 Subtotaal voor deze 4 courses (studielast x 4): 672 24 Onderdelen afstudeer fase uren credits uren credits Literatuur Onderzoek 140 Masters Project 364 EML 56 Studielast: 560 20 Subtotaal voor deze activiteiten (studielast x 1): 560 20 Totale studielast Distance Learning MBA: 1680 60 15

Bijlage I: Studielast per programmaonderdeel Bijlage I-c Studielast per onderdeel: Young Professional MBA Onderdelen per core course: HRM en FM uren credits uren credits Plenaire sessies 24 ALP intervisie 8 Subsetbijeenkomsten + verslaglegging 8 Leerarrangementen (voorbereidingsopdrachten) 60 Input geven + beoordelen 20 Leerarrangement Advies & Implementatie 20 Studielast per core course: 140 5 Subtotaal voor deze 2 courses (studielast x 2): 280 10 Onderdelen per core course: OM, MM, SM, IM uren credits uren credits Plenaire sessies 24 ALP intervisie 8 Subsetbijeenkomsten + verslaglegging 8 Voorbereiding a.d.h.v. studiewijzer 60 Action Learning Project 40 Studielast per core course: 140 5 Subtotaal voor deze 4 courses (studielast x 4): 560 20 Onderdelen core course: IntM uren credits uren credits Voorbereiding groepsreis en opdracht 112 Setbijeenkomsten 36 Bedrijfsbezoeken 24 Groepsopdracht en presentatie 24 Studielast: 196 7 Subtotaal voor deze course (studielast x 1): 196 7 Onderdelen afstudeer fase uren credits uren credits Organisatieanalyse 84 Literatuur Onderzoek 140 Masters Project 364 EML 56 Studielast: 644 23 Subtotaal voor deze activiteiten (studielast x 1): 644 23 Totale studielast Young Professional MBA: 1680 60 16

Bijlage II: Beroepsprofiel Bijlage II Beroepsprofiel Business School Nederland Functie van het beroepsprofiel Aan een Professionele (HBO) masteropleiding ligt een beroepsprofiel ten grondslag. Een beroepsprofiel is een referentiepunt voor de inhoudelijke inrichting van de opleiding op het gebied van eindtermen, opbouw, (eventuele) specialisaties en profilering. Het beroepsprofiel geeft aan voor welke beroepen de opleiding bedoeld is en over welke competenties de zelfstandig en/of leidinggevend beroepsbeoefenaar dient te beschikken. Doordat het beroepsprofiel wordt opgesteld in samenspraak met het werkveld vindt er een inhoudelijke legitimering van het opleidingsprogramma plaats. BSN heeft het beroepsprofiel overgenomen van haar Engelse partner IMC. BSN is een managementopleiding. Binnen die managementopleiding wordt gebruik gemaakt van bedrijfskunde omdat daarbinnen de meeste aspecten van management en organisaties aan bod komen. BSN is gegroeid vanuit een trainingsinstituut voor managers naar een MBA-opleiding. Vandaar dat al vanaf het allereerste begin de beroepsgroep centraal heeft gestaan bij curriculumontwikkeling. Dat mag ook blijken uit de keuze van de Engelse partner: International Management Centres. Deze partner richtte zich ook vooral met postinitieel onderwijs op managers en had met de grondlegger van Action Learning, prof. dr. Reg Revans, een pleitbezorger voor de kritisch vragende en reflecterende manager. Vanaf het begin heeft BSN zich georiënteerd op de beroepsgroep door als eerste de studenten zelf regelmatig om input te vragen. Zij zijn als manager natuurlijk uitstekend in staat om te beoordelen of de inhoud van de verschillende vakgebieden aansluit op de praktijk (de istsituatie ) en de wens (de soll-situatie ). Om ervan verzekerd te zijn dat het didactisch concept en dat de inhoud van het curriculum voldoet aan de eisen van BSN, past binnen de bedrijfskundige canon van de MBA s (nationaal en internationaal) en recht doet aan de wensen en eisen van werkgevers, docenten en studenten, heeft BSN besloten de regie van het ontwikkelen en updaten van het curriculum zelf in handen te nemen. Al het studiemateriaal wordt om de twee jaar herzien. Daarbij hanteert de curriculumontwikkelaar steeds dezelfde procedure. Allereerst worden opmerkingen van studenten en docenten van de laatste twee jaar verzameld. Vervolgens wordt aan docenten gevraagd om input voor vernieuwing als gevolg van waargenomen trends binnen het vakgebied. Als gevolg van die input wordt besloten welke artikelen vervangen worden en of er een nieuw handboek voor het betreffende vak gekozen moet worden. Vervolgens wordt een nieuwe studiewijzer gemaakt, doorgaans in nauw overleg met een of meer docenten. a. BSN betrekt het beroepenveld bij het opstellen van de eindkwalificaties. Docenten, oudstudenten (managers), werkgevers (Raad van Advies), external examiners (specialisten uit de vakgebieden) worden alle betrokken bij het aanpassen en updaten van het studiemateriaal. b. Het curriculum is ontworpen door IMC en samen met specialisten uit de verschillende vakgebieden aangepast aan de Nederlandse situatie. De curricula van de verschillende partners worden steeds in samenspraak met elkaar gemaakt. Er is bij het updaten van het studiemateriaal op regelmatige basis sprake van wederzijdse beïnvloeding en uitwisseling van ervaringen. De programma s van BSN, BSN Nigeria, de International 17

Bijlage II: Beroepsprofiel Action Learning MBA en BSN RSA worden gecoördineerd door de curriculumontwikkelaar van BSN. c. De eindkwalificaties werden tot 2001 gevalideerd door de British Accreditation Comittee (BAC) in Groot Brittannië en de Distance Education Trainings Counsil (DETC) in de Verenigde Staten. Verder is het programma tot 2004 geaccrediteerd geweest in Zuid- Afrika. d. De visie van BSN op ontwikkelingen in het beroepenveld is dat managers voortdurend geconfronteerd worden met veranderingen. Een goede manager kan leiding geven aan veranderprocessen en ziet veranderingen aankomen. De visie van BSN op het opleiden van managers wordt het best geïllustreerd door de keuze van het didactisch-filosofisch concept van Action Learning. Daarin staan de begrippen samenwerken, kritisch bevragen, implementatie en reflectie centraal. In alle leersituaties bij BSN is de student bezig met veranderen en veranderprocessen. e. Die eigen visie is terug te vinden in de eindkwalificaties. Binnen die eindkwalificaties speelt het toe passen van theorie in de eigen praktijk een grote rol. Daarbij komt dat zowel in de manier van curriculumontwikkeling als in de manier van lesgeven als in de manier van toetsing Action Learning een belangrijke rol speelt. f. De eindkwalificaties zijn verankerd in het systeem van curriculumontwikkeling. Zowel studenten, docenten als werkgevers wordt bij voortduring gevraagd of en hoe de kwalificaties aangepast moeten worden. BSN beroepsprofiel Het beroepsprofiel van BSN voor de MBA-opleiding bestaat uit enerzijds het beroepsbeeld en anderzijds de eindkwalificaties die de afgestudeerde beheerst. Het beroepsbeeld bestaat uit vier onderdelen: de inhoud van het beroep, het beroep in de toekomst, de dimensies van het beroep en de BSN-visie op het beroep. De MBA-opleiding is een professionele Master. Het onderwijs van de MBA-opleiding is daarmee op Master-niveau. Voor de definitie van het niveau hanteert de opleiding zowel de nationaal geaccepteerde generieke kernkwalificaties voor de HBO-bachelor opleidingen; van de HBO-raad als ook de internationaal geaccepteerde Dublin-descriptoren (Master kwalificaties). Kernbegrippen voor de MBA-opleiding zijn: brede professionalisering, brede inzetbaarheid en proactief en reactief denken en handelen. Een generalist die toegerust is in het analyseren en oplossen van managementvraagstukken. Integratie van vakinhoud, vaardigheden en context acht het wenselijk dat de MBA er de kennis en kunde van het beroep kan ontwikkelen, rekening houdend met de context waarin het beroep wordt uitgeoefend. De MBA er integreert de theorie met de praktijk. Hij kan het vak hanteren in theorie, maar ook in de (beroeps)praktijk. De MBA er dient zich te bezinnen op de morele dimensies van het beroep (ethiek). Hij kan op flexibele wijze de gewenste competenties in complexe situaties toepassen. De MBA er kan zijn eigen competentie(ontwikkeling) evalueren en is in staat om anderen te ondersteunen bij het toepassen van hun competenties. Alleen op deze wijze zal de MBA er kunnen bijdragen aan de professionalisering van zijn beroep. Beroepsbeeld: inhoud van het beroep manager Het MBA-programma van richt zich op managers met een aantal jaren managementervaring, die zich willen ontwikkelen tot manager van een relatief zelfstandig opererende eenheid (business unit) binnen een organisatie of tot een directiefunctionaris binnen een kleine tot middelgrote organisatie. Deelnemers aan het MBA-programma zijn doorgaans specialisten in een bepaald vakgebied en hebben op basis van hun succesvol opereren in toenemende mate managementtaken aan hun functie toegevoegd gekregen of zijn enkele jaren geleden een 18

Bijlage II: Beroepsprofiel managementfunctie gaan vervullen. Zij zijn al algemeen manager of hebben de ambitie om zich tot een dergelijke functie te ontwikkelen. In hun huidige of in de zeer nabije toekomst te vervullen functie worden ze aangesproken op hun kennis, inzicht en besluitvaardigheid ten aanzien van een veelheid aan vakgebieden waarin geen of weinig scholing heeft plaatsgevonden (marketing, financiën, HRM, operations management, informatiemanagement en strategie). In sommige gevallen heeft dergelijke scholing wel plaatsgevonden, maar dan los van de praktijk en/of enkele jaren geleden waardoor de feitelijke toepassing van het geleerde een probleem vormt. Functies en taken in de beroepspraktijk De MBA er wordt voorbereid op functies bij organisaties in de private en/of publieke sector. Dit kunnen managements-, beleids-of organisatie(ondersteunende) functies zijn. Het doel is dat de MBA er een duidelijk begrip verwerft van ontwikkelingen in de omgeving van de organisatie opdat zij deze kunnen vertalen naar een beleidsvisie en -doelstellingen en een organisatievisie. De MBA er is in staat vanuit de strategische visie interne processen en structuren te analyseren en te optimaliseren. Hij kan de samenhang aangeven tussen maatschappelijke ontwikkelingen en behoeften, de inrichting van de organisatie, de financiële planning, de operationele processen en het human resource management. Hij beschikt over managementcompetenties, politieke en relationele sensitiviteit om procesactiviteiten te verrichten, processen en structuren te richten en visie en doelstellingen te formuleren en richten. Business Administration gaat over het bereiken van doelen via het sturen en bewaken van de samenhang tussen: veranderingen in de externe omgeving interne processen en structuren, financiële planning, organisatiecultuur en human resource management. De MBA er kan vanuit een bedrijfs- of bestuurskundige achtergrond, in samenwerking met specialisten op de diverse terreinen, vanuit een integraal perspectief vraagstukken interactief, slagvaardig en oplossingsgericht aanpakken. De MBA er kan vraagstukken waarmee de moderne organisatie te kampen heeft benaderen vanuit diverse invalshoeken; opereert als organisatiedeskundige vanuit een zicht op de samenhang tussen de vier componenten; begrijpt het belang van trends en ontwikkelingen in de externe omgeving en kan aangeven wat nodig is om de interne organisatie daarop af te stemmen naar de structurele en culturele aspecten. De MBA er kan over vakspecialismen heen kijken, problemen en vraagstukken analyseren vanuit een breed perspectief; bijdragen op basis daarvan aan de functionele kant van een probleemoplossing, als generalist ontwerpen de contouren van de functionele oplossing die de specialist vervolgens invult naar inhoud, alsmede zich vanuit de brede basiskwalificatie specialiseren op een groot aantal functies in bedrijfsleven en (semi-) publieke organisaties. De MBA er herkent en erkent de veschillende waarden en belangen die voor elk van de gebieden strategie, cultuur en structuur bestaan en die soms ook met elkaar in tegenspraak kunnen komen, alsmede bijdragen aan een evenwichtige oplossingsstrategie, die recht doet aan economische, juridische en maatschappelijke verplichtingen naar de individuele werknemer, de organisatie en de samenleving. Door de toepassing van de Dublin Descriptoren op Master-niveau is en blijft de opleiding Business Administration op Master-niveau in plaats van Bachelor-niveau. Duidelijk onderscheid met de Bachelor Business Administration is het feit dat de MBA er: een originele bijdrage moet kunnen leveren aan het ontwikkelen en/of toepassen van ideeën; 19

Bijlage II: Beroepsprofiel kennis en inzicht en probleemoplossende vermogens moet kunnen toepassen in nieuwe of onbekende omstandigheden binnen een bredere (of multidisciplinaire) context die gerelateerd is aan het vakgebied; oordelen moet kunnen formuleren op grond van onvolledige of beperkte informatie en daarbij rekening moet kunnen houden met sociaal-maatschappelijke en ethische verantwoordelijkheden, die zijn verbonden aan het toepassen van de eigen kennis en oordelen; duidelijk en ondubbelzinnig conclusies, alsmede de kennis, motieven en overwegingen die hieraan ten grondslag liggen, kan over brengen op een publiek van specialisten of nietspecialisten; grotendeels zelf gestuurd of autonoom werkzaam is. Complexiteit De afgestudeerde MBA er weet onderscheid te maken tussen goed functionerende processen en procedures en processen en procedures die aanpassing c.q. verbetering behoeven. Dit doet hij door processen en/of omstandigheden aan te passen, te verbeteren of te innoveren. Vaak zal de afgestudeerde niet kunnen terugvallen op standaardprocedures en zal al dan niet zelfstandig nieuwe procedures moeten ontwikkelen dan wel bestaande procedures moeten aanpassen. De afgestudeerde MBA er dient alert te zijn op het afstemmen van de juiste begrippen die worden gehanteerd bij de verschillende culturele contexten en moet in staat zijn om te gaan met de culturele verschillen en diversiteit die zich kunnen voordoen. Typerende beroepshouding De beroepshouding is de wijze van handelen en optreden die is vereist voor een goede beroepsuitoefening. De afgestudeerde MBA er vervult door zijn kennis van zaken een toonaangevende rol binnen de organisatie, heeft een hoge mate van zelfstandigheid en is (zelf)controlerend, analytisch, nauwkeurig, integer en communicatief zeer vaardig. Rollen BSN heeft gekozen voor formulering van 3 hoofdrollen. Meestal zal in een functie (delen van) een of meerdere rollen zijn vertegenwoordigd. A. Manager van een afdeling De manager van een afdeling wordt geconfronteerd met een grote variëteit aan taken. Van hem wordt verwacht dat hij zelfstandig beslissingen kan nemen die in lijn liggen met de missie, visie en doelstellingen die voor de onderneming gelden. Vaak zijn dit (geëscaleerde) operationele beslissingen die meestal afdelingoverstijgende invloed hebben. Daarnaast dient voor de afdeling een zelfstandige visie te worden ontwikkeld op diverse managementgebieden zoals HRM of Informatie Management. De manager zal, om de continuïteit van de afdeling te verbeteren, moeten werken aan teambuilding. Vervolgens wordt van de manager verwacht dat hij in staat is de vastgestelde kwantitatieve of financiële (marktconforme) targets te behalen en de afdeling daarop aansturen (resultaat gericht managen). Hij zal bekend moeten zijn met relevante nieuwe ontwikkelingen. De manager moet in staat zijn nieuwe ontwikkelingen in de markt te vertalen naar zijn eigen omgeving en hij moet leiding geven aan veranderprocessen om deze verbeteringen te implementeren. Daarnaast is de manager als beheerder verantwoordelijk voor het in stand houden van bestaande werkwijzen. B. Zelfstandig ondernemer De functie van zelfstandig ondernemer kenmerkt zich door een buitengewoon brede verantwoordelijkheid gepaard aan grote operationele hectiek. De ondernemer moet sturing geven aan het tweede echelon en heeft vaak de volledige commerciële verantwoordelijkheid op zijn schouders. Als de ondernemer wil doorgroeien zal hij in staat moeten zijn omuit de complexe 20