Georganiseerd overleg Defensie Werkgroep Reorganisaties G.A. van Herpen-Bartlema inlichtingen t.vanherpen@caop.nl 070-3765779 bijlage(n) REO/15.00505 briefnummer G.1.33 zaaknummer 8 september 2015 verzenddatum Verslag van de vergadering van de werkgroep Reorganisaties van dinsdag 1 september 2015 (10.00-13.00 uur, Baljuwzaal, Centrum voor Arbeidsverhoudingen, Den Haag). Aanwezig: Van de zijde van Defensie: E.H. Dekker (vz), F.R.H. van de Hoef, J.P. Tack. t.b.v. ap. 2, 5, 6 en 7: A.J.A.M. Maas, C. van Veldhuizen,.S. Bergakker, R. A. van Deele, H.W. Schutte; van de zijde van de centrales: L.H. Schipper, J.A.F. Stassen (AC), R.N.L. Segers, M.C.G. Klaassen (ACOP), J.A. Kropf (CCOOP), R. Bliek (CMHF). van de zijde van het secretariaat:.g.a. van Herpen-Bartlema Agenda: 1. Opening, mededelingen en vaststellen agenda. 2. Stand van zaken registratieprocedure DASH-vliegtuigen. 3. Vaststelling van het verslag en actiepunten van de vergadering van 2 juni 2015 (REO/15.00357). 4. VRP-Hoog Risico Beveiliging (HRB) (REO/15.00470 + bijlagen). 5. VRP Reorganisatie Interne Ondersteuningsgroep 1.0 (REO 15/00383). 6. VRP 1623 Reorganisatie Grondgebonden Operationele Catering fase 2 binnen CLAS (REO/15.00439). 7. VRP Overname FD Den Helder (REO/15.00434). 8. Rondvraag en sluiting. 1/9 Postbus 556, 2501 CN Den Haag Lange Voorhout 9, 2514 EA Den Haag T 070 376 57 65 F 070 345 75 28 info@caop.nl www.caop.nl KvK 41158878
Agendapunt 1: Opening en mededelingen. Opening: De voorzitter opent de vergadering om 10.05 uur. Mededelingen en vaststelling agenda: Naar aanleiding van brief REO/15.00479 van de CCOOP en omdat het advies van de medezeggenschap ontbreekt, vervalt agendapunt 4 - VRP-Hoog Risico Beveiliging (HRB). Agendapunt 2: Stand van zaken registratieprocedure DASH-vliegtuigen. De heer Maas deelt mee dat 22 juni een inspectie heeft plaatsgevonden op Curaçao in aanwezigheid van alle belanghebbenden. Spreker meent dat de herregistratie binnenkort een feit zal zijn. Het enige is dat North West Engineering stukken naar Nederland (ILT) moet sturen m.b.t. de modificaties die door de jaren heen aan de vliegtuigen zijn verricht. Spreker hoopt hiervan op korte termijn iets van te horen. Zo niet, dan zal spreker druk gaan uitoefenen. De heer Kropf vraagt wat de heer Maas een redelijke termijn vindt. Eén element van het registratieproces is dat het vliegtuig geen DASH 8 was, maar een DASH 8.32 Alpha. Dit type is onbekend en daarom kon hij niet eenvoudig geregistreerd worden. Spreker vermoedt dat de stukken waarover de heer Maas zojuist sprak nog niet in Canada gereed zijn. Dat baart hem zorgen. De heer Maas zegt ernaar te streven dit jaar tot een afronding te komen. Spreker tekent daarbij aan afhankelijk te zijn van een aantal externe partijen, waardoor het moeilijk te zeggen is wanneer het proces exact kan worden afgerond. Het heeft in ieder geval de volledige aandacht van alle betrokkenen, inclusief de MLA. Het type DASH 8.32 Alpha, zegt spreker weinig. Hem is te kennen gegeven dat voor de certificering de stukken moeten worden aangeleverd door North East Engineering, die verantwoordelijk is voor de toets op de modificaties. ILT zal daar vervolgens naar kijken. Ervan uitgaande dat het allemaal in orde was, is de certificering een formaliteit, zo denkt spreker. Volgens de heer Kropf betekent het afwijkend type dat er een aanpassing is gedaan aan de structuur en eigenschappen van het vliegtuig. Spreker is van mening dat het hier een afwijkend type vliegtuig betreft en vraagt of de heer Maas van ILT hierover iets heeft vernomen. Daarnaast wijst hij op het belang van een Nederlandse registratie. De heer Maas meldt dat de inspectie goed is verlopen en dat alle belanghebbenden meenden dat registratie zal plaatsvinden. Spreker heeft geen berichten gekregen dat er problemen zouden zijn. De eindbeoordeling is aan ILT. Desgevraagd door de heer Stassen, antwoordt de heer Maas dat nu al wordt nagedacht over de rol van de MLA bij de inzet van het vliegtuig. Ook de voorzitter deelt mee dat de BS hier serieus mee bezig is. De heer Stassen merkt vervolgens op grote problemen te hebben met het tempo waarin het hele proces verloopt. De voorzitter zegt de zorg omtrent het tempo te delen en deelt mee dat het probleem ook de aandacht heeft van de ambtelijke leiding. Intern doet men zijn uiterste best om tempo te maken. Juist vanwege zijn werkgeversverantwoordelijkheid heeft defensie behoefte aan duidelijkheid op korte termijn. De heer Kropf merkt op dat het ongeveer 8 jaar heeft geduurd voordat intern defensie serieus aandacht aan het probleem ging besteden. De heer Maas geeft aan dat men er nu echt mee bezig is en dat ook bij hem het geduld op is. De heer Kropf vraagt vervolgens om niet alleen te kijken naar de inzet en de rol van de MLA maar ook om met ILT in overleg te treden over het feit dat op een Nederlands geregistreerd vliegtuig alleen Europees 2/9
geregistreerde piloten moeten vliegen. Dit zou betekenen dat de Canadese vliegers niet op dit vliegtuig mogen vliegen. Spreker geeft aan dat zijn centrale altijd zo heeft aangedrongen op Nederlandse registratie, omdat hij vindt dat de aanbesteding van contracten via de zelfde richtlijnen moet verlopen. Spreker zou willen weten wat nu het juiste uitgangspunt is. De voorzitter zegt toe dit punt mee te zullen nemen (pm). De heer Kropf vraagt of al is nagedacht over het niet verlengen van het contract als blijkt dat niet kan worden voldaan aan de afgesproken eisen. De heer Maas antwoordt dat de focus nu sterk ligt op de registratie. Hij verwacht dat alles op tijd rond komt en daarom is het wel of niet verlengen nu nog niet aan de orde is. Bij een eventuele nieuwe aanbesteding in 2019, zullen uiteraard alle aspecten worden meegenomen. De heer Kropf is van mening dat de contractpartner onbetrouwbaar is gebleken omdat hij pas na 9 jaar zijn verplichtingen nakomt. Aangezien al in 2017 van partner kan worden veranderd zou nu al gekeken moeten worden naar een andere partij, ongeacht het feit dat de huidige contractpartner nu de afspraken wel nakomt. De voorzitter vat samen dat intern defensie tijdig over verlengingsaspecten moet spreken en niet moet wachten tot het registratieproces is afgehandeld. Datzelfde geldt voor de discussie met de ILT over de piloten en over de inzet. Hier zal een volgende keer op worden teruggekomen (pm). Op verzoek van de centrales en de voorzitter zegt de heer Maas toe om ook in de volgende vergaderingen van de WG REO het een en ander toe te komen lichten. Agendapunt 3: Vaststelling en bespreking actiepunten van het verslag van 2 juni 2015 (REO/15.00357). Tekstueel: Blz. 5, actiepunt 7, 2 e alinea r. 2. Werk en rusttijdenregeling wordt vervangen door: Regeling Uitkering Vliegongeval. Blz. 7, 1 e tekstblok, één na laatste regel van onder: DVOD moet zijn: DVOW. N.a.v.: Blz. 3, DASH. De heer Kropf mist hier het punt van zorg dat hij heeft uitgesproken over de aanbesteding. Spreker vindt dat voortgang moet worden te gemaakt met initiatieven die zouden kunnen leiden tot een aanbesteding in 2017 en dat niet automatisch moet worden uitgegaan 2019 als aanbestedingsdatum. Actiepuntenlijst: 1. VRP RIO CZMCARIB. Momenteel wordt de beleidsafweging gemaakt m.b.t RIO CZAM CARIB. De overige punten worden nog aangehouden (pm). 2. VRP DTD, VRP EGB, VRP TGB. Het VRP EGB is 31 augustus met nr. REO/15.00487 verzonden. De heer Kropf kondigt een schriftelijke reactie aan. 3. F 100 Motorenonderhoud. Aanhouden. Dit onderwerp komt vanmiddag aan de orde in de WG AP. Na overeenstemming over de personeelsparagraaf kan het actiepunt worden geactualiseerd (pm). 4. Sourcingtraject DVOW. Aanhouden (pm). 5. DBBO. De vereiste extra formatie is goedgekeurd; er is dus een structurele oplossing. Het URD traject zal worden gevolgd. 6. DASH. Stand van zaken registratieprocedure is voor vandaag geagendeerd. Aanhouden (pm). 7. Mainframe. Aanhouden (pm). 8. Inventarisatie procesverbeteringen sourcing. Aanhouden (pm). 9. DBBS. Aanhouden (pm). 3/9
10. Doorontwikkeling DPOD fase 2. Het reorganisatietraject wordt aangehouden tot de evaluatie van het rapport De Veer. In de WG AP van vanmiddag zal een mededeling worden gedaan over voortgang van voornoemde evaluatie. Aan de hand van de uitkomst van deze evaluatie wordt bezien of het onderwerp van de actiepuntenlijst kan worden gehaald (pm). 11. VRP FBD. Schrappen. 12. DVOW. De stukken inz. de CMC advisering zijn in juli toegezonden (noot secr. niet bekend bij het secretariaat); 25 juni jl. is er met CMC gesproken over de betrokken eenheden en MC s. Het aanbieden van het beleidsvoornemen wordt aangehouden (pm). Agendapunt 5. VRP Reorganisatie Interne Ondersteuningsgroep 1.0 (REO 15/00383). De heer Van Veldhuizen deelt mee dat n.a.v. het IO REO CDC wijzigingen zijn doorgevoerd. De heer Schipper geeft aan dat de centrales zich afvragen in hoeverre bespreking van dit VRP relevant is als over de outsourcing van Paresto nog geen besluit is genomen. Spreker merkt op dat alle plannen die voor vandaag zijn geagendeerd, zijn opgesteld vanwege het feit dat Paresto wordt uitbesteed. Inhoudelijk zijn er eigenlijk geen punten, maar het gaat om de principiële discussie namelijk dat dit plan is opgesteld tegen de achtergrond van de uitbesteding van Paresto, terwijl vooralsnog geen sprake is van deze uitbesteding. De heer Bliek zegt, zeker gezien de inhoud van de functies, er geen moeite mee te hebben als dit plan nu wordt vastgesteld en men het reorganisatietraject voortzet. De heer Kropf complimenteert de heer Van Veldhuizen met de duidelijke aanbiedingsbrief. Vervolgens zegt spreker zich geen raad te weten met het meegestuurde advies, omdat het een voorwaardelijk TRMC advies is. In het advies staat namelijk dat de medezeggenschap het VRP opnieuw zal beoordelen als tijdens de behandeling in de WG REO wijzigingen of aanvullingen worden aangebracht. De heer Van Veldhuizen merkt op dat dit reorganisatieplan los staat van de uitbesteding van Paresto (UCD), maar dat deze reorganisatie voortkomt uit een evaluatie van de nieuwe IOGorganisatie. De brief van de TRMC dient te worden opgevat als instemming. Mochten er nog wijzigingen komen dan zou de TRMC daarover wel graag geïnformeerd worden. De heer Bliek zegt hiermee te kunnen leven. De heer Schipper vindt het een kwestie van goed fatsoen dat men de TRMC informeert indien in de WG REO een wijziging in het plan aanbrengt. Eigenlijk is de zin overbodig. Het zou overigens kunnen dat op grond van de wijziging ook het advies weer wijzigt, maar spreker heeft dit nog nooit meegemaakt. De TRMC beoordeelt het plan op de bedrijfsvoering en in de WG REO wordt het beoordeeld op de rechtspositionele aspecten. Als partijen daarmee akkoord zijn, kan het plan verder. Op verzoek van de heer Kropf wordt de vergadering voor een aantal minuten geschorst. Na heropening deelt de heer Schipper mee dat de centrales het TRMC-advies als een positief advies opvatten, hoewel het ook anders geïnterpreteerd zou kunnen worden. De medezeggenschap wordt geadviseerd er nog even naar te kijken, maar de centrales willen zich daar verder niet mee bemoeien. 4/9
Vervolgens stelt spreker vast dat er geen directe relatie is met Paresto en dat de centrales instemmen met de algemene rechtspositionele aspecten van dit cvrp. Met deze laatste conclusie sluit de voorzitter dit onderwerp af. Agendapunt 6. VRP 1623 Reorganisatie Grondgebonden Operationele Catering fase 2 binnen CLAS (REO/15.00439). In een korte toelichting meldt de heer Van Deele dat de discussie zich in het IO REO CLAS toespitste op de fuctievergelijkingstabellen en dwarsverbanden. Hierover is diverse keren zowel met het IO REO CLAS als met de MC gesproken en de uitkomst hiervan is neergeslagen in voorliggend VRP. Volgens de heer Kropf is het plan nog niet in overeenstemming gebracht met de afspraken over het dedicated werken. De heer Van Deele deelt mee dat de MC de codering van de betreffende functie als een gewenste uitkomst ziet. Het betreft een functie die valt onder de groep verwervers. De betrokken functionaris is als enige belast met de inkoop van OPCAT-producten. Volgens de heer Kropf had de afwijkende functie in de IST beschreven moeten worden. Nu lijkt het erop dat naar mensen wordt gekeken en niet naar de stoelen. Het heeft de schijn dat een bepaalde functionaris vanwege zijn ervaring met de functie, als vanzelfsprekend overgaat naar de nieuwe organisatie. Maar er is vrij expliciet afgesproken dat dit niet zou gebeuren. Daarom verzoekt spreker om het plan conform de afspraken aan te passen. Ten behoeve van ambtelijk beraad wordt de vergadering voor enige tijd geschorst. Na heropening zegt de heer Van Deele begrepen te hebben dat de principiële discussie t.a.v. het dedicated werken zwaar weegt. Tevens moet spreker vaststellen dat aan deze tafel niet wordt gesproken over coderingen. Spreker zegt het plan niet te willen wijzigen, maar stelt voor om onder de groep senior verwervers een belangstellingsregistratie te doen voor de overgang naar het CLAS. Als hieruit andere gezichtspunten naar voren komen dan nu in het plan staan, zal de betrokken functionaris er geen rechtspositioneel nadeel van ondervinden. Partijen stellen dit gezamenlijk in de BCO vast, alvorens het vervolg van de BCO kan plaatsvinden. De voorzitter gaat er van uit dat de alle centrales hiermee instemmen. De heer Kropf deelt mee dat hij ermee instemt. De heer Schipper brengt naar voren dat er bij de behandeling van dit plan nadrukkelijk is stilgestaan bij motieven van de reorganisatie. Eén van de motieven is de koppeling met UCD. De centrales vinden dit onterecht. Hierover is uitvoerig gesproken en spreker verzoekt om de motieven aan te passen. De motieven zijn niet in overeenstemming het besluit van de SG om deze entiteit, als single service management, onder te brengen bij het CLAS. De heer Bliek vindt de opmerkingen van de heer Schipper terecht, maar volgens hem kloppen de motieven wel. Ook de heer Van Deelen heeft begrip voor de opmerking van de heer Schipper, maar hij is van mening dat deze reorganisatie ook zonder UCD traject te billijken valt. De grondgebonden catering wordt immers binnen het operationele domein gebracht en dat is de hoofdmoot van de motieven. Indien de outsourcing van Paresto niet doorgaat, zouden voornoemde motieven kunnen leiden tot een andere situatie, aldus de heer Schipper. Er is echter een duidelijk besluit genomen om die entiteit in single service management bij het CLAS onder te brengen. Daarom vindt zijn centrale het 5/9
zuiver is om de relatie met UCD niet te leggen. De vergadering wordt enige minuten geschorst voor ambtelijk beraad. Na heropening stelt de voorzitter voor om in het VRP aan te geven dat het wel of niet doorgaan van het sourcingtraject van Paresto geen invloed heeft op de voortgang van dit URD-traject rond operationele catering CLAS. Zo wordt het betrokken personeel helderheid geboden. De centrales geven aan dat zij zich hierin kunnen vinden. Hoewel de heer Schipper het beter had gevonden als het plan in lijn was gebracht met het besluit van de SG, kan het plan wel worden doorgezet. Agendapunt 7. VRP Overname FD Den Helder (REO/15.00434). Als algemeen punt merkt de heer Kropf op dat er geen positief van de TRMC ligt. Het stuk kan dus niet in de WG REO worden behandeld. Volgens de heer Schutte is er wel een positief advies. De MC-Paresto en de MC-Marinebasis Den Helder, vormen het TRMC. MC Paresto heeft echter te kennen gegeven niet deel te willen nemen aan de TRMC. MC-Paresto heeft wel een toehoorder gestuurd om zodoende kennis te nemen van wat er bij het VRP speelde. Ondanks de waarschuwing dat MC Paresto geen stem heeft als het niet aan de TRMC deelneemt en het verzoek van de organisatie om aan de TRMC deel te nemen, is dit niet gebeurd. Het vertrouwen van de medewerkers van de centrale bottelarij was zodanig dat ze zich niet wilden laten vertegenwoordigen door de MC Paresto, maar wel toehoorder wilden zijn. De reguliere afgevaardigden van de Marinebasis Den Helder hebben deelgenomen aan de medezeggenschap. Het heeft geleid tot een positief advies van de leden die hebben deelgenomen aan het TRMC. Volgens de heer Kropf heeft de MC Paresto aangegeven niet te willen praten over de inhoud van dit plan omdat zij met de HDE hebben afgesproken dat dit plan geen doorgang kan vinden voordat er rust in de tent is. De handtekening van de MC Paresto ontbreekt op het advies. Spreker is het niet eens het de stelling een MC geen beslissing kan nemen als deze niet wil meepraten. De volledige TRMC zal een mening moeten geven over het plan. Als ze dit niet doet, volgt de geschillenprocedure. Spreker kan niet oordelen over een plan waarvan alleen de ontvangende partij een positief advies geeft. De heer Schipper merkt op dat er vooraf al een discussie is ontstaan over wie wel en wie geen betrokken partijen zijn. Ook al is men geen betrokken partij, men kan er niet omheen. Volgens de heer Bliek ziet een MC af van zijn recht als ze bewust niet ingaat op een uitnodiging voor een overlegvergadering. De heer Segers merkt op dat het te maken heeft met de principiële discussie over de uitbesteding. De heer Schipper vult aan dat de heer Bliek misschien wel gelijk heeft, maar dat het probleem verder teruggaat. Namelijk naar de uitspraak dat niet eerder wordt gereorganiseerd bij Defensie dan nadat er duidelijkheid is over de outsourcing van Paresto. Deze uitspraak is ook door HDE van Paresto gedaan. De MC Paresto beroept zich op deze uitspraak. De voorzitter constateert dat er twee dingen door elkaar heen spelen. Enerzijds de betrokkenheid van de medezeggenschap, de uitnodiging deel te nemen aan de TRMC en advies uit te brengen. Anderzijds is een deel van de medezeggenschap het niet eens met de gekozen route. Volgens spreker zijn daarvoor in het BMD procedures opgenomen. De MC Paresto is bij deze reorganisatie onvoldoende in beeld geweest. Ze hebben wel een kans gekregen, maar 6/9
deze niet gepakt. De heer Kropf nuanceert de opmerkingen van de voorzitter door aan te geven dat de discussie zich grotendeels in de informele fase heeft afgespeeld. Zodra men formeel aan de slag gaat, begint het URD traject pas. Als dan de MC Paresto aanhoudend weigert in te gaan op de uitnodiging zou de geschillenregeling in werking moeten treden. Volgens spreker is het procesmatig in orde als de uitspraak van de geschillencommissie bij het advies wordt gevoegd. Nu wordt het advies door één partij ondertekend. Spreker gaat er vanuit dat het allemaal zorgvuldig is bekeken, maar het betreft hier wel de partij die het minste onder de reorganisatie te lijden heeft. Spreker zit hier met name voor de procestoets. Het advies dat nu bij de stukken zit, is geen advies van de betrokken medezeggenschap. De heer Klaassen is van mening dat ook de reden voor het niet meedoen van de MC Paresto moet worden meegewogen. De reden was namelijk de toezegging dat er binnen Paresto geen enkele wijziging zou plaatsvinden voordat de uitbesteding rond zou zijn. De heer Schutte benadrukt dat het proces, los van de procedurele kant, zorgvuldig is opgelopen. Zoals eerder gezegd heeft Paresto wel aangegeven dat ze betrokken wilde blijven als toehoorder. De redenen hiervan worden in hoofdstuk 9 uitgebreid toegelicht. Anderzijds verloor het personeel van de centrale bottelarij het vertrouwen in MC Paresto en heeft verzocht om toehoorder te zijn bij de gesprekken. Hiermee is ingestemd, juist om de zorgvuldigheid van het proces boven tafel te houden. Het heeft er toe geleid tot een advies met drie handtekeningen van partijen die er nadrukkelijk bij betrokken zijn en de HDE die uiteindelijk tot uitdrukking brengt overeenstemming over het proces en inhoud te hebben. Vervolgens geeft spreker aan dat dit VRP geheel los staat en zal blijven staan van het UCD traject. De heer Schipper herhaalt dat er in het begin geen juiste besluiten zijn genomen over alles wat op enigerlei wijze de catering raakt. Daarom loopt men nu tegen dit soort zaken aan. Op verzoek van de voorzitter wordt de vergadering voor enige tijd geschorst. Na heropening deelt de voorzitter mee het een lastig traject is en dat het onderwerp zal worden aangehouden. Defensie zal zich op korte termijn beraden over de voortgang (pm). De centrales stemmen hiermee in. Agendapunt 8. Rondvraag en sluiting. Er wordt geen gebruik gemaakt van gelegenheid tot het stellen van vragen. De voorzitter sluit de vergadering om 13.00 uur 7/9
Actiepuntenlijst bij het verslag van het overleg 2 juni 2015: Nr.: Onderwerp: Korte omschrijving acties: Actie Voortgang/ opmerkingen 1. VRP RIO CZMCARIB 11-12- 14, ap.2, blz.3 10-3- 15, ap.2, blz. 4 2-6- 15, ap. 3, blz. 4 - aanhouden URD traject; - Evaluatie/inrichting werkorganisatie - toets voorzieningenniveau CARIB - regie uitvoering actiepunt - Bezien informatieverschaffing Beleidsafweging is in de maak. 2. VRP DTD VRP EGB VRP TGB 11-11- 14, ap.2, bz.3 10-3- 15, ap.2, blz.4 2-6- 15, ap. 3, blz. 4 - aandacht voor de interim-periode van het personeel in het medische functiegebied gedurende de reorganisatietrajecten; - aandacht voor code-4 personeel (coulanceregeling) - Intern afstemmen over oppakken knelpunten en integraal bespreken in AP VRP EGB is met nr. REO/15.00487 verzonden 3. F 100 Motorenonderhoud 11-11- 14, ap.2, blz.3 10-3- 15, ap.2, blz.4 bespreken in vergadering REO in aanwezigheid van DMO en CLSK: - beleidsvoornemen reorganisatie F 100 - Motorenonderhoud (indien gereed) - evaluatierapport PPS F 100 (REO/13.00233) - wordt in AP van 1-9 aan de orde gesteld 4. Sourcingtraject DVOW 11-11- 14, ap.2, blz.3 10-3- 15, ap.2, blz.4 21-4- 15, ap. 2, blz.4 - Zorgpunten centrales aangaande personele aspecten opnemen in een brief en die aan de orde stellen in de werkgroep AP - concept BV zo spoedig mogelijk aan werkgroep REO voorleggen. Tot die tijd reorganisatie stil leggen. - In vergadering 2-6 stand van zaken melden (feitenrelaas) 5. DBBO 11-11- 14, ap.2,blz.3, 11-12- 14, ap.2blz.5, Verantwoordelijkheid voor bewakingstaken met C DBBO bespreken. t.b.v. structurele oplossing is extra formatie goedgekeurd. 6. DASH 11-11-14,ap.1, blz.2, 11-12-14, blz. 5 3-2- 15, ap. 2, blz.3 10-3- 15, ap.2, blz.4 21-4- 15, ap. 4, blz. 9 2-6- 15, ap. 3, blz. 5 1-9- 15, ap.2, blz. 2 - Werk en rusttijdenregeling DASH personeel agenderen voor een AFR. - Regeling uitkering vliegongeval + regelgeving die vervangen moet worden met spoed oppakken. - Beraden op uitbreiding van de capaciteit MLA t.b.v. het toezicht. - Schriftelijk informeren bij nieuwe ontwikkelingen inzake de registratieprocedure. - Inperken lange werktijden in de West. - verlenging contract Canada tijdig intern bespreken; - Discussie ILt over Nederlandse registratie; 8/9
7. Mainframe 11-12- 14, ap.2, blz.2 10-3- 15, ap.2, blz.5 21-4- 15, ap. 2, blz.4 - Zorgdragen voor spoedig agendering in de WG AP. - SSU informeel meesturen met cvrp ter voorbereiding op bespreking daarvan in wg. AP. 8. Inventarisatie procesverbeteringen sourcing 10-3- 15, ap. 2, blz.5 Na interne afstemming defensie, agenderen voor een WG REO. Implementatie-nota is gereed 9. DBBS 20-1-2015, ap.2, blz.5 10-3-2015, ap.2, blz.2 Vervolgoverleg agenderen voor vergadering april. -Nader ingaan op vraag over aanbestedingstraject en het tekenen van contracten in relatie tot de personele aspecten. - Vraag antwoorden over tekenen contract i.r.t. overeenstemming centrales. DBBS is opgenomen in BV doorontwikkeling DBBO 10 Doorontwikkeling DPOD fase 2 (REO/14.00746 en - /15.00046) 10-3- 15, ap.3, blz. 7 1-9- 15, ap.3, blz. 4 - Reorganisatietraject aanhouden tot na evaluatie rapport De Veer. - Aan de hand van evaluatie bezien of dit onderwerp van de actiepuntenlijst kan worden gehaald. 11 DVOW 2-6-2015 - Toezending via CAOP CMC-advies en stukken over de betrokkenheid van de medezeggenschap bij de gemaakte keuzes. - Beleidsvoornemen aanbieden aan REO vóór 1-1-2016 Stukken inz. betrokkenheid MZ zijn verzonden onder nr. REO/15.00507 12 VRP Overname FD Den Helder 1-9-2015, ap. 7, blz. 7 Beraden over de voortgang 9/9