Verslag van de vergadering van de werkgroep Reorganisaties (REO) van dinsdag 26 april 2016 in de Sophiezaal van het CAOP te Den Haag.

Transcriptie

1 P.O. Loppies inlichtingen telefoon 0 bijlage(n) REO/ briefnummer G.1.33 zaaknummer 11 mei 2016 datum Verslag van de vergadering van de werkgroep Reorganisaties van dinsdag 26 april 2016 in de Sophiezaal van het CAOP te Den Haag. Aanvang: uur Einde: uur. Aanwezig: Van werkgeverszijde: E.H. Dekker (voorzitter), E. Aarts, J.P. Tack. T.a.v. agendapunt 2: R. Louwerse. T.a.v. agendapunt 4: R.A. Holtmanns, R.L. Wouda. Van de zijde van de centrales: J.J.H. van Hulsen, L.H. Schipper (AC), R.N.L. Segers (ACOP), R. Bliek (CMHF). Van de zijde van het secretariaat: P.O. Loppies (CAOP). Agenda: 1. Opening, mededelingen en vaststelling agenda. 2. Stand van zaken registratieprocedure DASH-vliegtuigen. 3. Verslag & actiepunten van de vergadering van 29 maart 2016 (REO/ , wordt nagezonden). 4. VRP Herinrichting 302 Squadron Fort Hood (REO/ ). 5. Rondvraag & sluiting. 1

2 Agendapunt 1: Opening en mededelingen. Georganiseerd overleg Opening: De voorzitter opent de vergadering om uur. Mededelingen: De heer Kropf is afwezig en wordt waargenomen door de heer Van Hulsen. Vaststelling agenda: De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld. Agendapunt 2: Stand van zalen registratieprocedure DASH-vliegtuigen. De voorzitter geeft aan dat er over drie onderwerpen zal worden gesproken: de voortgang van de registratieprocedure, de werk- en rusttijden bij de DASH-8 en de medische keuringen. De heer Louwerse licht de voortgang van de registraties kort toe. Dit is een langdurig proces geweest, maar er wordt nu voortgang geboekt. De validatieprocedure wordt nu in Canada uitgevoerd door Transport Canada, waarbij de verantwoordelijkheid ligt bij Northwest Engineers. Zo mogelijk zal Transport Canada voor de zomer het gehele dossier overdragen aan ILT. Men is dan een stap dichterbij de registratie. Desgevraagd door de heer Bliek, geeft spreker aan dat de standaardtermijn voor een dergelijke procedure tot wel 8 weken kan duren. Er wordt door ILT een evaluatie gedaan over de afwegingen gemaakt door Transport Canada. Overigens wijst spreker erop dat het niet gaat om een certificeringsproces, maar om een validatieproces. De voorzitter merkt op dat het gesprek met ILT in december ervoor gezorgd heeft dat wanneer het materiaal wordt aangeleverd, het goed zal aansluiten met de criteria van ILT. De heer Louwerse nuanceert dat ILT en Transport Canada hetzelfde beeld hebben bij wat er nog moest gebeuren door dit gesprek. Wat de Canadezen nu aan het doen zijn, is dus op verzoek van ILT. Wellicht zijn er hierbij nog wat delta s, maar spreker verwacht niet dat die van grote aard zullen zijn. De heer Segers vraagt of er wel gewoon voldaan zal worden aan de Nederlandse luchtvaarteisen. De heer Louwerse merkt op dat na de registratie, de Nederlandse eisen zullen gelden. De heer Van Hulsen concludeert dat er straks een aantal dingen bij elkaar zullen komen - in ieder geval in de tijd. Hij merkt op dat er al vaker over deze procedure is gesproken, maar dat het in werkgroepverband niet is gelukt om de stroperigheid hiervan te doorbreken. Nu wordt er aangegeven dat er sprake is van progressie. Spreker heeft begrip voor het proces en de tijd die dit kost, maar vindt dat het inmiddels tijd is voor concretere afspraken. Ongeveer een maand vóór het zomerreces moet men weten waar ze nu staan. Desgevraagd geeft de voorzitter aan dat er een tijdspad is geschetst, maar dat er sprake is van internationale samenwerking. Vanuit Nederland wordt hier door ILT optimaal op gestuurd richting de Canadese autoriteiten, maar er is nu eenmaal sprake van een afhankelijkheidspositie. De mogelijkheden om hier verder druk op te zetten zijn niet al te groot, maar als binnen een maand het beeld ontstaat dat de voortgang nog te gering is zal via de P- SG meer druk worden gezet op ILT om meer te doen om progressie te bewerkstelligen. De heer Van Hulsen merkt op dat dit ijkpunt dan wel voor het zomerverlof moet zijn. De heer Bliek memoreert dat de vorige keer was aangegeven dat het erg lang duurt en dat men wellicht moet escaleren. Spreker heeft er begrip voor de internationale samenwerking, maar vindt het punt van de heer Van Hulsen terecht. Vóór de vakantie zou men moeten weten of het nodig is om te escaleren. De voorzitter deelt de zorgen van de centrales over de lange duur, en geeft aan dat Defensie er alles aan zal doen om zo nodig binnen een paar weken extra druk te zetten. Desgevraagd geeft spreker aan dat voor de registraties is afgesproken dat al het materiaal vóór de zomer bij ILT zal liggen. 2

3 Met betrekking tot de werk- en rusttijden rond de DASH-8, geeft de voorzitter aan dat Defensie doende is om deze problematiek op te lossen. De vorige keer heeft hij toegezegd om heden met een oplossing te komen en hij geeft aan dat er goede stappen zijn gezet. Er is voor gekozen om de aansturing op dit dossier rechtstreeks vanuit de te laten plaatsvinden. Zeer recentelijk is er vanuit de een mail gestuurd naar CZMCARIB, waarbij men onder andere heeft aangegeven dat het AMAR het juridisch kader is en dat op basis hiervan, de werkroosters uiterlijk op 1 juni 2016 moeten zijn aangepast (met name aangaande de dag- en nachtdiensten) en dat de regelgeving moet worden geactualiseerd. Daarnaast is afgesproken dat er vanuit de op 1 juni 2016 een bezoek zal worden gebracht aan CARIB om de puntjes op de i te zetten inzake dit dossier. Zojuist heeft spreker een reactie ontvangen op dit schrijven. Men gaat akkoord met de uitleg zoals gegeven vanuit de, de roosters zullen worden aangepast op basis van het AMAR (zo mogelijk op 1 juni). Het is in ieder geval hun insteek om hieraan mee te werken. De heer Bliek merkt op dat de deadline hierbij daadwerkelijk 1 juni moet zijn. De voorzitter beaamt dat 1 juni een scherpe deadline is. De heer Dirkzwager zal op die datum in de West zijn, waardoor eventuele kinken in de kabel ter plekke kunnen worden opgelost, zodat de vliegveiligheid ook in de praktijk geborgd wordt. De heer Segers wijst op de discussies over het personeelbestand. Als er te weinig mensen zijn, heeft het aanpassen van de roosters weinig zin. Spreker vraagt dus of het zo zal zijn dat wanneer het niet lukt met louter de aanpassing van de roosters, er een andere oplossing zal komen (bijvoorbeeld meer personeel). De voorzitter geeft aan op dit moment geen toezeggingen te kunnen doen. In het verleden kwam het weleens voor dat men niet aan de AMAR-normering kon voldoen wegens tekorten in de personele capaciteit, maar spreker kan niet bepalen of dit in casu ook het geval is. Hier zal snel meer inzicht in zijn, nu er vanuit de gedurende het proces een vinger aan de pols zal worden gehouden. De heer Schipper merkt op te hebben vernomen dat er al wel personeel vanuit De Kooy is ingevlogen. Overigens werd ook op dit personeel een behoorlijke wissel getrokken, door de roosters die thans nog gehanteerd worden. De voorzitter antwoordt dat er al eerder een juridische discussie was over de normering die van toepassing was. Zoals gezegd zijn er nu stappen gezet op tot een oplossing te komen. Men hoopt dat dit op 1 juni 2016 gereed is, waarna er verder wordt gewerkt aan de actualisering van de regelgeving. Zo mogelijk loopt dit dan gelijke tred met de op handen zijnde wijziging van het AMAR en het BARD. De heer Van Hulsen stelt voor om dit agendapunt ook de volgende keer weer te agenderen, waarbij de laatste stand van zaken kan worden gemeld. Enerzijds is de datum van 1 juni 2016 scherp weggezet, anderzijds kan dit ook leiden tot effecten die juist langere tijd in beslag zullen nemen. Hij wil dus afspreken om zo snel mogelijk helderheid te creëren. De voorzitter merkt op dat het van belang was dat men het eerst eens werd over de te volgen route, en hij is blij met de snelle en positieve reactie vanuit CARIB. Vanuit de zal een vinger aan de pols worden gehouden waar het gaat om de voortgang. Op 24 mei zal een update worden gegeven (pm). Met betrekking tot de medische keuringen, memoreert de heer Louwerse dat reeds was afgesproken dat de regeling in geen geval gevolgen zou hebben voor het militaire personeel bij terugkomst in Nederland. Er is naar de huidige regeling gekeken en spreker kan beamen dat er daadwerkelijk geen gevolgen zijn. De heer Schipper merkt op dat zijn vraag meer gaat over het systeem dat door de keuringsartsen wordt gehanteerd. Zo wil hij weten wie de keuringen uitvoert. De heer Louwerse antwoordt dat dit een door ILT gecertificeerde keuringsarts moet betreffen, die ook voor de civiele luchtvaart keuring uitvoert. De heer Schipper stelt voor om dit punt vooralsnog te laten staan, om de volgende keer te bezien of dit antwoord afdoende is. Hoewel dit ook voor hem een belangrijk onderwerp is, heeft de heer Bliek er problemen mee dat dit onderwerp telkens zo hoog op de agenda staat. Immers zijn er ook nog andere belangrijke bespreekpunten, waar nu minder tijd voor over is. Ten aanzien van dit onderwerp, zijn nu de lijnen bepaald. Hierover kan kort een update worden gegeven, tenzij blijkt van vertraging. 3

4 De heer Van Hulsen is het hiermee eens. De heer Schipper merkt op dat dit punt ook terugkomt bij de behandeling van de actiepuntenlijst. Het onderwerp zou dus ook naar aanleiding van het verslag kunnen worden besproken. Partijen besluiten om dit punt voortaan bij de actiepunten te bespreken. Agendapunt 3: Verslag en actiepunten vergadering van 29 maart Het verslag wordt vastgesteld met inachtneming van de volgende opmerkingen: Tekstueel: Blz. 1, aanwezig : Dekkers moet zijn Dekker. Blz. 3, actiepunt 6, 2 e tekstblok, 2 e alinea: Op aanwijzing van de heer Kropf wordt aan zijn opmerkingen een zin toegevoegd. Hiermee luidt deze alinea als volgt: De heer Kropf vraagt welke stappen er nu concreet zijn gezet, gezien een soortgelijke update ook tijdens de vorige vergadering is gegeven. Hij wijst op het gevaar van de situatie en de urgentie hiervan. Hij geeft aan geen verantwoordelijkheid te zullen dragen voor een mogelijk krantenartikel dat betrekking heeft op ongelukken in de West die voortkomen uit het zich niet houden aan de ATW-regels. Naar aanleiding van: Blz. 5, M.b.t. de dia LMC Woon- en Leefklimaat, 4 e zin: De heer Schipper merkt op te hebben aangegeven dat er sprake moet zijn van een goed coördinatie, nu er twee overlegorganen zijn die over het onderwerp woon- en leefklimaat gaan. Behandeling van de actiepuntenlijst: 1. VRP RIO CZMCARIB. Aanhouden. De heer Aarts geeft aan dat er aangaande het punt over het vullen van functies een brief is gestuurd. Aangaande het voorzieningenniveau is in dezelfde brief ook een aankondiging gedaan over het bijeenroepen van de TRMC. Op 1 juni zal het TRMC het aangepaste VRP bespreken. De voorzitter merkt op dat het de bedoeling is om dit VRP in de REO van 21 juni te kunnen bespreken. Desgevraagd geeft hij aan dat dit plan niet meer in een IO REO zal worden behandeld, nu dit hier al reeds op tafel ligt. 2. F 100 Motorenonderhoud. Aanhouden. De voorzitter geeft aan dat het BCO-traject loopt en dat binnenkort zal worden gesproken over de arbeidsvoorwaardelijke gevolgen voor de medewerkers. 3. DASH. Aanhouden. Dit punt is reeds besproken. 4. Betrokkenheid Medezeggenschap en Centrales bij sourcingtrajecten. Aanhouden. De voorzitter stelt voor om hier op 24 mei 2016 na de REO over te spreken, mits de agenda dit toelaat. De heer Schipper vindt dit een risico, omdat je niet weet hoe een vergadering verloopt. Hij stelt voor om gewoon een overlegdatum te plannen. Na enige discussie, geeft de voorzitter aan alle spelers te zullen benaderen over een bespreking op 24 mei Op dit datum kan daarna een technisch overleg worden gepland. 5. Doorontwikkeling DPOD fase 2. Aanhouden. De voorzitter geeft aan dat er een brief is ontvangen vanuit de CCOOP. Hierop is reeds gereageerd dat het cvrp niet in het IO REO CDC zal worden behandeld. Wel zal er aldaar oriënterend over het onderwerp worden gesproken. 4

5 6. MARKAZ. Aanhouden. Dit punt blijft staan. Georganiseerd overleg 7. Huisvesting Van Ghent Kazerne. Aanhouden. De heer Aarts geeft aan dat de HDE en de medezeggenschap in mei een overleg gepland hebben, alwaar hier over gesproken zal worden. 8. Sourcingstraject DVOW. Aanhouden. De heer Schipper verwijst naar de discussie over Single Service Management. Hij geeft aan brieven te hebben gezien waaruit blijkt dat de medezeggenschap van CLSK niet op de hoogte was van deze kwestie, terwijl volgens het beleidsvoornemen alle actoren bij de DVOW zijn betrokken. De vorige keer hebben de centrales gevraagd om na te denken over een Single Service Management constructie, waarbij ook alle relevante medezeggenschapcommissies betrokken zijn. Als hier niet voor wordt gekozen, moet er op enigerlei wijze sprake zijn van coördinatie. Spreker maakt zich hierover bezorgd, vooral gelet op de genoemde brief. De voorzitter geeft aan de brief te hebben gezien. Met CLSK is uitgebreid gesproken over het DVOWtraject. Er is vanuit CLSK te weinig gecommuniceerd en daarom heeft men voorgesteld om de DMC van CLSK te informeren over de reikwijdte van het traject en de planning van zowel het sourcings- als het URD-traject. De heer Schipper wijst erop dat het van belang is om de medezeggenschap in een zo vroeg mogelijk stadium te betrekken. Hierbij is alleen informeren niet voldoende, vooral gelet op het feit dat er al een beleidsvoornemen is. Spreker betwijfelt of de medezeggenschap al wel voldoende is betrokken. De heer Segers vult aan dat de CMC heeft geadviseerd over het sourcingstraject, waarna er een beleidsvoornemen is gekomen. Nu dat bedrijfsvoeringsaspecten betreft, had hierover gesproken moeten worden met bijvoorbeeld een TRMC. Dat is echter niet gebeurd. Spreker adviseert om dit probleem zo snel mogelijk op te lossen, om escalatie te voorkomen. De voorzitter geeft aan dat vanuit de zowel richting de CDS, aan wie de brief gericht was, als richting het CLSK, is geadviseerd om zo snel mogelijk te communiceren over de reikwijdte en de planning. Volgens de heer Segers gaat dit al een stap te ver. Er moet eerst over de bedrijfsvoeringsaspecten uit het BV worden gesproken met de medezeggenschap, want nu lijkt men al voor een voldongen feit te staan. De heer Schipper herhaalt dat er daarom ofwel gekozen moet worden voor Single Service Management ofwel voor een goed geregelde coördinatie. Na enige discussie, geeft de voorzitter aan dat men dit punt zeer serieus neemt. Zowel de CDS als CLSK wordt geadviseerd om de medezeggenschap volop te betrekken. Spreker zegt toe om zelf met het CLAS in gesprek te gaan over de optie van Single Service Management (pm). Enige discussie ontstaat hieromtrent. Agendapunt 4: VRP Herinrichting 320 Squadron Fort Hood Ten aanzien van dit punt zijn de heren Holtmanns en Wouda aanwezig. De voorzitter memoreert dat er in het IO REO CLSK vaker is gesproken over dit onderwerp en dat er discussie is ontstaan, met name over de belegging van de medezeggenschap. De heer Schipper geeft aan dat er voor de centrales geen sprake is van een probleem. In het verleden zijn de functies zonder overleg met de medezeggenschap, overgeheveld vanuit DHC naar het internationaal functiebestand. In die zin horen die functies dus nog bij het DHC, aldus spreker. Deze eenheid functioneert al enige tijd, en de centrales zijn niet te spreken over de manier waarop de medezeggenschap is geregeld, 5

6 mede gelet op de betrokkenheid van zowel DCIOD en als het internationale functiebestand. De centrales zijn dus van mening dat deze functies terug moeten naar het DHC, waarmee ook het probleem rond de medezeggenschap wordt opgelost. Als de functies worden overgeheveld, kan er op een normale manier overleg worden gevoerd met de verantwoordelijke die daadwerkelijk te maken heeft met deze eenheid. Volgens de heer Segers is een bijkomend punt dat er ook bedrijfsvoeringstechnische verbanden zijn met het DHC. Dit zou dus ook in die zin goed zijn voor de organisatie. De heer Bliek memoreert dat er hier sprake is van een eenheid die vanuit Nederland in het buitenland is gestationeerd, en waarbij tezamen met het CLAS een win-winsituatie is gecreëerd door dit te combineren met de oefeningen en trainingen voor de Chinooks. Mede gelet op de inrichting van Munster, vraagt spreker zich af waarom er niet gewoon sprake is van een CLSK-eenheid met een component van (in ieder geval) het CLAS. Volgens spreker is er ook geen noodzaak voor een internationaal functiebestand, nu het hier gaat om een operationele eenheid van CLSK (daarnaast bestaande uit een aantal medewerkers vanuit het CLAS en misschien een enkeling vanuit het DCIOD), die zich daadwerkelijk bezig houdt met opleiden en trainen. De heer Holtmanns memoreert dat men in 2011 heeft getracht om enkele evaluaties bij elkaar te brengen in één document, om zo te komen tot een gezamenlijke IST. Men was er hierbij vanuit gegaan dat 302 Squadron ook onder het DHC viel, echter bleek dat die formatie deel uitmaakte van het internationaal functiebestand. Met het MC DHC heeft men toen getracht een en ander te borgen door de SG hierop te wijzen. Via die lijn is uiteindelijk C-DHC aangewezen als HDE, en de MC DHC en de DMC CLAS als betrokken medezeggenschap. Naar aanleiding van de discussie uit het IO REO CLSK, heeft spreker enige voorwerk verricht over een mogelijke overheveling. Spreker verwacht echter dat die optie tot weerstand zal leiden. Daarnaast is het voor de mensen voornamelijk van belang dat de medezeggenschap goed wordt geregeld. Dat kan echter ook op een andere manier dan door overheveling. De heer Schipper citeert uit het BV dat de CLSK in 2011 besloten heeft om de functies over te hevelen. Spreker wijst er nogmaals op dat dit zonder overleg gebeurd is. Spreker vraagt zich dus af waarom het dan niet evengoed mogelijk is om dit te wijzigen in een DCH-eenheid die is gestationeerd in het buitenland. De heer Holtmanns geeft aan niet te weten waarom in 2011 deze keuze was gemaakt. De heer Wouda geeft aan dat er aan die keuze een business case uit 2010 ten grondslag lag. Spreker meent zich te kunnen herinneren dat de CDS opdracht had gegeven om deze functies op die manier over te hevelen. Spreker merkt op dit te moeten kunnen terugvinden in het BV van toentertijd. De heer Bliek herinnert zich dat de CLSK en de CLAS in gezamenlijkheid hebben bezien of er mogelijkheden waren voor gecombineerde trainingen met de Cougars. Hij vindt het echter onlogisch dat deze functies nu deel uitmaken van het internationaal functiebestand. Na enige discussie over dit onderwerp, besluiten partijen tot een schorsing. SCHORSING De voorzitter heropent de vergadering. Namens de centrales geeft de heer Schipper aan dat zij bij het standpunt blijven dat een overheveling naar de DHC de juiste stap zou zijn, mede omdat de medezeggenschap hiermee wordt geborgd. De voorzitter merkt op dat Defensie haar punt ook uiteen heeft gezet. Nu verdere interne afstemming nodig is over deze kwestie, stelt spreker voor om de behandeling van dit VRP nu aan te houden. Hij zal tijdens het eerstvolgend overleg terug komen op de uitkomst van het interne beraad (pm). 6

7 De heer Van Hulsen geeft aan dat er dan geen sprake moet zijn van slechts een lapmiddel, maar dat de belegging van de medezeggenschap goed dient te worden geregeld. Overigens merkt hij op dat in het document wordt gesproken over stafadjudanten. Hij geeft aan dat dit zal moeten worden aangepast. Agendapunt 5: Rondvraag en sluiting. Rondvraag: Van de rondvraag wordt geen gebruik gemaakt. Sluiting: De voorzitter sluit de vergadering om uur. 7

8 Actiepuntenlijst bij het verslag van de vergadering van 29 maart 2016: Georganiseerd overleg Nr.: Onderwerp: Korte omschrijving acties: Actie Voortgang/ opmerkingen 1. VRP RIO CZMCARIB , ap.2, blz , ap.2, blz , ap. 3, blz , ap.3, blz , ap. 2, blz , ap.3, blz , ap. 3, blz , ap. 3, blz. 4 - aanhouden URD traject - Evaluatie/inrichting werkorganisatie/hoe zit het met de nieuwe werkorganisatie? - toets voorzieningenniveau CARIB op Caribdag - Bezien informatieverschaffing; - had functie gevuld moeten worden (vanwege werkorganisatie)? - Geven uitsluitsel over deze vraag in het eerstvolgende werkgroep reo Beleidsafweging is in de maak. Delegatie heeft in januari 16 CARIB bezocht. 1 juni zal het TRMC een aangpast VRP bespreken, zo mogelijk leidt dit tot behandeling in de REO van 21 juni. 2. F 100 Motorenonderhoud , ap.2, blz , ap.2, blz , ap.3, blz , ap. 3, blz. 3 - monitort de uitvoering BCO-traject. - Zorgen dat rechtspositionele afspraken gevolgd worden. Met de personeelsparagraaf is ingestemd. 3. DASH ,ap.1, blz.2, , blz , ap. 2, blz , ap.2, blz , ap. 4, blz , ap. 3, blz , ap.2, blz , ap. 2, blz.2/ , ap.2a, blz , ap.2, blz.2/ , ap. 3, blz. 2/ , ap. 2, blz. 4 - Werk en rusttijdenregeling DASH personeel agenderen voor een AFR. - Inperken lange werktijden in de West. - MLA opdragen de procedures aan te passen aan ATW en zorg te dragen voor eenduidige procedures vanaf het moment dat de herregistratie een feit is. - Regeling uitkering vliegongeval opnemen in IBM art. 12 en aan centrales sturen. - Nagaan of het voor elke militair geldt met een functie aan boord. - Verlenging contract Canada tijdig intern bespreken; - centrales tijdig informeren over de keuze en de personele aspecten en de gevolgen bespreken - Discussie ILt over Nederlandse registratie; - Met ILT zeker stellen dat ook niet Europees gecertificeerde vliegers mogen vliegen, mits zij een civiele groepsgelijkstelling hebben die is afgegeven voor de ILT. - Ministeriele verantwoordelijkheid implementatie van de procedures oppakken, zodra herregistratie een feit is. - Geven svz medische keuringen - Geven concrete antwoorden tijdens eerstvolgend overleg. - Stand van zaken in de vergadering van mei. Deadline op 1 juni

9 4. Betrokkenheid Medezeggenschap en Centrales bij sourcingtrajecten (REO/ ) , ap. 5, blz , ap. 3, blz. 4 - In technisch werkverband bespreken; - In WG. AP uiteindelijk vaststellen Zo mogelijk 1x bespreken na REO van 24 mei Doorontwikkeling DPOD fase 2 (REO/ en - / ) , ap.3, blz , ap.3, blz , ap.3, blz , ap. 3, blz. 4 - Reorganisatietraject aanhouden tot na evaluatie rapport De Veer. - Aan de hand van evaluatie bezien of dit onderwerp van de actiepuntenlijst kan worden gehaald. - Navragen relatie reorg. BS en evaluatie De Veer. Evaluatie De Veer is gereed. 6. Markaz , ap.3, blz , ap. 3, blz , ap.3, blz , ap. 4, blz. 6 - Agenderen voor WG REO Laten behandelen in de AP - Bezien of dit onderwerp moet zijn voor het IO REO DEF Locatieoverleg is geregeld. 7. Huisvesting Van Gent Kazerne , ap. 6, blz. 5 - Huisvesting monitoren van personeel betrokken bij Nederlandse ondersteuning Amerikaanse eenheden 8. Sourcingtraject DVOW , ap.2, blz , ap.2, blz , ap. 2, blz , ap.3, blz , ap. 5, blz , ap. 3, blz. 4 - Zorgpunten centrales aangaande personele aspecten opnemen in een brief en die aan de orde stellen in de werkgroep AP - Aandacht voor samenwerking met andere OPCO s - Laten behandelen in de AP - Met CLAS praten over mogelijkheid van Single Service Management BV is op 12/11/15 met REO/ aan centrales gezonden. 9. VRP Herinrichting 302 Squadron Fort Hood , ap. 4, blz. 7 Intern bezien of het internationale bestand moet worden overgeheveld naar het DHC, mede gelet op de belegging van de medezeggenschap 9