Georganiseerd overleg Defensie

Transcriptie

1 Georganiseerd overleg Defensie Werkgroep Reorganisaties G.A. van Herpen-Bartlema inlichtingen bijlage(n) REO/ briefnummer G.1.33 zaaknummer 19 juni 2015 verzenddatum Verslag van de vergadering van de werkgroep Reorganisaties van dinsdag 2 juni 2015 ( uur, Baljuwzaal, Centrum voor Arbeidsverhoudingen, Den Haag). Aanwezig: Van de zijde van Defensie: E.H. Dekker (vz), F.R.H. van de Hoef, J.P. Tack. t.b.v. ap. 2: A.J.A.M. Maas, N. Spanjer. t.b.v. ap. 4: L. Jacobs. van de zijde van de centrales: L.H. Schipper, J.A.F. Stassen (AC), R. W. Schilperoort (ACOP), J.A. Kropf, B.A. Schnoor (CCOOP). van de zijde van het secretariaat: P. Loppies (CAOP). Agenda: 1. Opening en mededelingen. 2. Stand van zaken registratieprocedure DASH-vliegtuigen 3. Vaststelling en bespreking actiepunten van de verslagen van: a. de extra vergadering van 9 april 2015 (REO/ ) b. de vergadering 21 april 2015 (REO/ ). 4. Personele gevolgen DVOW-traject (REO/ ). 5. VRP Opheffen Cateringlocatie Van Hornekazerne (REO/ ). 6. BV Doorontwikkeling DBBO (REO/ ). 7. Rondvraag en sluiting. 1/10 Postbus 556, 2501 CN Den Haag Lange Voorhout 9, 2514 EA Den Haag T F info@caop.nl KvK

2 Agendapunt 1: Opening en mededelingen. Opening: De voorzitter opent de vergadering om uur. Mededelingen: De CMHF wordt waargenomen door de heer Kropf. Vaststelling agenda: Desgevraagd door de voorzitter, geeft de heer Kropf aan dat was afgesproken dat BV s waarin sprake is van een afwijkend reorganisatiebereik, formeel moeten worden behandeld in de WG REO, ook als hier al reeds over is gesproken in een IO REO. Agendapunt 6 moet dus op de agenda blijven. De heer Stassen geeft aan zich onvoldoende te hebben voorbereid op dat onderwerp, omdat hij er van uit ging dat het niet besproken zou worden wegens de andere discussies die er spelen rond de DBBO. Hij maakt dus een voorbehoud bij de behandeling van dit agendapunt. Agendapunt 2: Stand van zaken registratieprocedure DASH-vliegtuigen. Voor dit agendapunt zijn de heer Maas en mevrouw Spanjer aanwezig. De heer Maas geeft aan dat de op 22 juni 2015 geplande inspectie doorgang zal vinden. Hierbij zullen het ILT, de Canadese marktpartij (wellicht met de Canadese toezichthouder) en de MLA aanwezig zijn. De heer Kropf memoreert dat eerder was aangegeven dat de MLA geen rol zou spelen in dit traject. Als dit nu wel het geval is, moet die rol nu worden vastgesteld. Hij merkt op dat de MLA in de beginfase wel betrokken was en dat de centrales vinden dat de MLA toentertijd het proces niet naar behoren heeft aangelopen. In die zin heeft spreker liever dat de heer Maas of iemand van zijn afdeling aanwezig is bij de inspectie, in plaats van de MLA. De heer Maas antwoordt dat de MLA hierbij geen formele rol heeft. Het is echter wel handig dat zij bij de inspectie aanwezig zijn, omdat de MLA meer inhoudelijke expertise heeft. Spreker en zijn afdeling hebben meer een coördinerende rol. De heer Stassen merkt op dat het AC juist wel pleit voor een rol voor de MLA in de toekomst. De heer Maas antwoordt dat het zaak is om eerst deze stap af te ronden, alvorens naar toekomstplannen te kijken. De voorzitter vat samen dat 22 juni een belangrijke dag is en dat deze stap daarna kan worden afgerond. De heer Kropf vindt dit te kort door de bocht. Immers kan het zijn dat er verbeterpunten voortvloeien uit de inspectie. Spreker vraagt wat de vervolgstappen zijn als dat het geval blijkt. Volgens de heer Maas hangt dat af van de precieze verbeterpunten. Er is in ieder geval een wettelijke taak om de toestellen over te nemen, maar wel volgens regels en vereisten van het ITL. Desgevraagd door de voorzitter geeft spreker aan niet te weten hoe lang het oordeel op zich zal laten wachten. Hij gaat er van uit dat het ILT eerst een rapport moet opstellen, op basis waarvan het uiteindelijke advies wordt geschreven. De heer Kropf schetst de situatie dat er een lange vertraging wordt opgelopen. Hij vraagt of dit ertoe zal leiden dat Defensie op zoek gaat naar een nieuwe marktpartij, in plaats van het contract met de huidige partij te verlengen. Dat lijkt hem een logisch gevolg als blijkt dat de huidige partij niet aan het contract kan voldoen. De heer Maas herhaalt dat hij eerst de uitkomsten van de inspectie wil afwachten. De insteek is dat het plan gaat lukken. 2/10

3 De voorzitter is het hiermee eens. Hij geeft aan dat wanneer de inspectie tot een negatieve uitkomst leidt, er intern Defensie zal worden geëvalueerd, waarbij ook de vervolgstappen rond het contract zullen worden bezien. Wel zijn de zorgen van de centrales hieromtrent terecht. Desgevraagd door de centrales, zegt de voorzitter toe om hen schriftelijk te informeren naar de uitkomsten, vervolgstappen en alle andere ontwikkelingen op dit punt (pm). Agendapunt 3: Vaststelling en bespreking actiepunten van de verslagen van: a. de extra vergadering van 9 april 2015 (REO/ ): Het verslag wordt vastgesteld met inachtneming van de volgende wijzigingen en opmerkingen: Tekstueel: Blz. 3, 3 e tekstblok, 5 e alinea: De woorden CLAS worden verwijderd. Behandeling actiepuntenlijst: Actiepunt 13 is afgevoerd. b. de vergadering 21 april 2015 (REO/ ): Het verslag wordt vastgesteld met inachtneming van de volgende wijzigingen en opmerkingen: Tekstueel: Blz. 5, 4 e tekstblok, 1 e alinea, 2 e zin: Het woord luitenantsfunctie moet zijn adjudantenfunctie. N.a.v.: Blz. 5, 4 e tekstblok, 2 e alinea: De heer Tack verduidelijkt dat het mandaat, anders dan in de vergadering gesteld, niet bij het OPCO ligt, maar bij de commandant van het betreffende defensieonderdeel. Na afstemming met het OPCO kan diegene besluiten om de beleidsruimte al dan niet toe te passen. Blz. 7, 4 e tekstblok, 2 e zin: De heer Kropf mist hier een deel van de discussie. Ter vergadering was door de heer Van der Hoef aangegeven dat er in het URD zou staan dat er sprake is van een wijziging van de functie als een militaire functie verandert in een burgerfunctie. Spreker had toen aangegeven dat dit niet in het URD staat. Inmiddels is gebleken dat zijn eerdere standpunt correct was: het staat namelijk niet in het URD zelf, maar in een van de daarbij behorende bijlages. Blz. 9, 2 e zin: De heer Stassen uit zijn zorgen over hetgeen hier beschreven is. Nu de MLA meegaat naar de West en daar zal komen te spreken met hun Canadese tegenhanger, acht spreker het aannemelijk dat er vooruitlopend op het proces, afspraken gemaakt zouden kunnen worden. Spreker verzoekt om dit zorgpunt mee te nemen. Spreker geeft aan dat er geen verschil gemaakt mag worden tussen de Rotor -en de Fixed Wing. De voorzitter neemt dit mee. Behandeling actiepuntenlijst: 1. VRP RIO CZMCARIB. Aanhouden. De voorzitter geeft aan dat de toets over het voorzieningenniveau door CZMCARIB is uitgevoerd. Dit document is voorzien van een aanbiedingsnota, waarin de beleidsmatige uitvoering van het voorzieningenniveau bij CARIB bij de wordt aangekaart. Hierbij is de centrale vraag of er daar sprake moet blijven van centrale uitvoering of is er een bijzondere uitzonderingspositie mogelijk voor CZMCARIB. 3/10

4 Daarnaast zal ook DCIOD komen met een appreciatie van de aangedragen knelpunten en mogelijke oplossingen. De beleidsmatige uitvoering van het voorzieningenniveau in de West, wordt nu intern Defensie bezien. Om hierbij tot zorgvuldige afwegingen en keuzes te komen is echter wel extra tijd nodig. Desgevraagd door de heer Kropf, geeft spreker aan dat men voornemens is om uiterlijk 1 oktober te komen tot een beleidsafweging, mede gelet op de vakantieperiode (pm). De heer Stassen vraagt of het mogelijk is om de informatie vanuit CARIB hieromtrent, met de centrales te delen. De voorzitter zal dit intern bespreken (pm). 2. VRP DTD, VRP EGB, VRP TGB. Aanhouden. De heer Kropf merkt op dat er ook aandacht moet zijn voor de interim-periode gedurende de reorganisatietrajecten en memoreert dat Defensie in dit kader zou kijken naar mogelijke knelpunten. Voorbeelden hiervan zijn: de sluiting van gezondheidscentra in afwachting of vooruitlopend op de reorganisaties en de beschikbaarheid van zorg. Hierover wordt op diverse tafels gesproken. Spreker vraagt de voorzitter om intern af te stemmen zodat dergelijke zaken spoedig worden opgepakt. De heer Schilperoort vraagt om ook de zorgpunten die er zijn aangaande de apotheken en welke hij al reeds heeft gedeeld in de WG AP, hierbij mee te nemen. De voorzitter zegt dit toe. Hij zal deze punten ook meegeven aan de voorzitter van de WG AP. Hij kan zich voorstellen dat de diverse knelpunten integraal zullen worden besproken in dat overleg (pm). 3. F 100 Motorenonderhoud. Aanhouden. Binnenkort vindt een bijeenkomst plaats over de personeelsparagraaf van dit plan. 4. Sourcingtraject DVOW. Is geagendeerd voor heden. Aanhouden. Dit onderwerp is thans geagendeerd. 5. DBBO. Aanhouden. De voorzitter geeft aan dat intern Defensie nog wordt gesproken over de structurele oplossing. De tijdelijke oplossing wordt per 18 juli 2017 verlengd, waarbij men erop zal toezien dat het beveiligingsniveau ook in vakantieperiode op een adequate manier wordt geborgd. Desgevraagd door de heer Kropf, beaamt spreker dat dit gebeurd onder de volledige verantwoordelijkheid van de DBBO en zonder inzet van CZSK-personeel. 6. Rijksbreed 3W-traject. Afgedaan. De voorzitter geeft aan dat hierover een brief is verstuurd. De heer Stassen merkt op dat uit deze brief blijkt dat de medezeggenschap niet betrokken is geweest bij de onderzoeken, maar hier enkel over is geïnformeerd. Dit vindt spreker een tekortkoming in de beantwoording van de vraag. De voorzitter zal dit signaal meenemen. Volgens de heer Stassen blijkt uit de brief dat men wellicht overgaat op een intensivering van de samenwerking met 3W. Spreker geeft aan dat daarbij moet worden bezien of er daarmee sprake is van sourcing. Immers gelden er dan andere regels. Desgevraagd door de heer Kropf naar het vervolg van dit actiepunt, geeft de voorzitter aan dat dit actiepunt kan worden afgedaan. Spreker zal intern Defensie borgen dat de medezeggenschap per ommegaande ten volle zal worden betrokken bij stappen die binnen hun verantwoordelijkheid vallen. 4/10

5 7. DASH. Stand van zaken registratieprocedure is voor vandaag geagendeerd. Aanhouden. Na enige discussie, vat de voorzitter samen dat de centrales grote zorgen hebben over de te lange werktijden die in operationeel opzicht worden gehanteerd in de West. Spreker neemt dit punt mee en Defensie zal zorgen dat dit gedrag weer binnen normale proporties wordt gebracht (pm). Enige discussie hierover volgt. Met betrekking tot deelpunt 1, geeft de voorzitter aan dat dit kan blijven staan. Voor wat betreft deelpunt 2, geeft de heer Van der Hoef aan dat de Werk en rusttijdenregeling DASHpersoneel wordt aangepast en meegenomen in de veeg-amvb IBM. De heer Stassen merkt op dat tot dat die AMvB in werking treedt, de oude afspraken blijven gelden. De heer Van der Hoef beaamt dit. Aangaande deelpunt 3, geeft de voorzitter aan dat men de voortgang van de registratieprocedure per brief aan de WG REO zal worden gemeld. Deelpunt 4 blijft staan. Met betrekking tot deelpunt 4, merkt de heer Kropf op dat uit de bespreking van agendapunt 2 is gebleken dat de MLA capaciteit beschikbaar heeft, aangezien er nu iemand mee gaat op inspectie. Nu de MLA zelf kan zien hoe het plan geïmplementeerd en uitgevoerd wordt door het ILT, acht spreker de kans op een brug naar een goede afstemming vrij klein. 8. Mainframe. Aanhouden. Dit punt blijft staan. 9. Inventarisatie procesverbeteringen sourcing. Aanhouden. Desgevraagd geeft de voorzitter aan dat er inmiddels een conceptnota is, maar dat is besloten om eerst de uitkomsten van het geschil met de MC Paresto af te wachten, zodat mogelijke besluiten die hieruit voortvloeien kunnen worden meegenomen. 10. DBBS. Aanhouden. Dit punt blijft staan. 11. Doorontwikkeling DPOD fase 2. Aanhouden. Dit punt blijft staan. 12. VRP FBD. Aanhouden. Een aangepast VRP zal worden aangeboden aan de WG REO. PAUZE (11.25 tot uur) Agendapunt 4: Personele gevolgen DVOW-traject (REO/ ). Voor dit agendapunt is de heer Jacobs aanwezig. Hij geeft een korte toelichting, waarbij hij aangeeft dat er binnenkort een kamerbrief zal worden aangeboden over dit traject en het vervolg daarvan. Vragen en opmerkingen: De heer Kropf vraagt wanneer er gesproken zal worden over de eventuele sourcing en het reorganisatietraject dat daaraan parallel moet lopen. De heer Jacobs geeft aan dat een aantal jaar geleden al was besloten om over te gaan op sourcing. Dit is opgedeeld in het deelproject Voertuig 7,5 kn, welke volledig zal worden uitbesteed, en het deelproject 5/10

6 DVOW Overige Systemen, wat zal plaatsvinden in samenwerking met de industrie. Welke gevolgen dit heeft voor de organisatie en of dit leidt tot overtolligheid, is nog niet onderzocht. Er moet nog verdere invulling worden gegeven aan deze plannen. Uiteindelijk moet een start worden gemaakt middels een beleidsvoornemen, waarbij er parallel een sourcingstraject zal worden aangelopen. Desgevraagd door de heer Kropf, geeft spreker aan dat er geen parallel sourcingstraject zal komen voor de VW Amarok. Voor de Amarok is de aanbesteding van het materieel al een feit, en dat project loopt al. Het bevreemdt de heer Kropf dat er nog een BV zal komen voor een sourcingstraject dat al gaande is. Normaliter worden er bij een sourcingstraject eerst afspraken gemaakt met de centrales. De voorzitter wijst erop dat in 2014 was toegezegd dat er een BV zou worden uitgegeven dat gekoppeld is aan het DVOW-traject. In de thans voorliggende brief is ook aangegeven dat de scope nog niet duidelijk is, omdat het onderzoek naar de gevolgen en mogelijke personele reducties nog gaande is. Het is de bedoeling dat het BV zo snel mogelijk wordt uitgeven, zodat de scope helder is en partijen kunnen komen te spreken over de personele aspecten van het aanbestedingstraject. De heer Stassen heeft onderzoek gedaan naar de stukken waar in de brief naar wordt verwezen (onder andere stukken van de MC en de CMC). Uit een CMC-verslag blijkt dat de SG enkel heeft gesproken over de variant samenwerken, en niet over twee sourcingsvarianten. Dit strookt dus niet met de huidige keuzes. Daarnaast heeft de CMC in de nota Advies DVOW een groot aantal voorwaarden gesteld bij het plan. Deze voorwaarden zijn echter nooit meegenomen, niet in de brief en ook niet in de reorganisatietrajecten die er tot nu toe zijn aangelopen. Spreker concludeert dat Defensie destijds met goede bedoelingen heeft overlegd met de CMC over sourcing, wat uiteindelijk heeft geleid tot een CMC-advies. Daarna is het geheel echter gaan zweven en heeft men zelf invulling gegeven aan het sourcingstraject. Hij memoreert dat het vaker is gebeurd dat er contracten voor sourcing worden afgesloten, waar bij de behandeling van de personele aspecten blijkt dat er niets meer aan kan worden veranderd. Spreker vindt dat men terug moet naar de basis: er mag geen enkel contract worden afgesloten met een externe partij, voordat invulling is gegeven aan de afspraken die men heeft gemaakt. Hierbij gaat het met name over het betrekken van de medezeggenschap en het opzetten van alle daaruit voortvloeiende trajecten. De heer Kropf sluit zich hierbij aan. Hij geeft aan dat het URD- en het sourcingstraject parallel behoren te lopen. De afspraak is dat wanneer partijen besluiten om werk uit te besteden, er tevens moet worden bezien of er al dan niet taken overgaan. Als dat het geval blijkt, moeten er afspraken worden gemaakt over hoe er wordt omgegaan met het personeel dat met die taken is belast. Nu gebeurt in feite het omgekeerde. De heer Schilperoort is het hiermee eens. Spreker memoreert dat in de eerdere bespreking reeds was geconcludeerd dat dit proces niet goed is aangelopen en dat er toen een aantal afspraken waren gemaakt over het vervolgtraject. Onder andere werd geconcludeerd dat dit een scope heeft van 10 á 15 jaar, waarbij was afgesproken dat het SBK 2012 van toepassing zou zijn voor het gehele traject. Spreker wil die afspraak terugzien in het BV. Hij wijst erop dat er snelle stappen nodig zijn om de trajecten nog enigszins te kunnen oplijnen. De voorzitter geeft aan dat het URD- en het SSU-traject zo snel mogelijk van start moeten, en dat de medezeggenschap en de centrales hierbij moeten worden betrokken. Het contract voor de Amarok is reeds afgesloten en dat proces is niet goed gelopen. Defensie zal ervoor zorgen dat vanaf nu op correcte wijze invulling wordt gegeven aan de afspraken. Er zullen geen nieuwe afspraken worden gemaakt met de markt, voordat partijen met elkaar hebben gesproken over de personele gevolgen. De heer Jacobs geeft aan dat er nog 7 andere aanbestedingstrajecten zullen worden aangelopen voor wat betreft het materieel. Hij legt een en ander uit over die procedure. Met betrekking tot de aanbesteding van de Amarok, geeft hij aan dat met de krijgsmachtsdelen is afgesproken dat deze aanbesteding niet mag leiden tot personele gevolgen. 6/10

7 Met betrekking tot dat laatste, concludeert de heer Kropf dat Defensie fouten heeft gemaakt. Het personeel mag daar niet onder leiden. Waar daar twijfel over is, zullen partijen in goed overleg trachten dit te repareren. De heer Stassen merkt op dat er wel 62 VTE n moet worden ingeleverd, gelet op de financiële dekking van het sourcingstraject. Los van het feit of die stoelen al dan niet bezet zijn, is dit voor spreker een principiële discussie. De heer Jacobs geeft aan dat het idee is om die VTE n integraal mee te nemen, waardoor ze moeten terugkomen in het URD-traject. De heer Stassen merkt op dat dat een oplossing achteraf is. Aan de voorkant van het traject mist hij de naleving van de afspraak dat de medezeggenschap betrokken zou worden bij dit gehele proces. Nergens is zichtbaar of de medezeggenschap betrokken is geweest bij de gemaakte keuzes en spreker maakt zich hierover bezorgd. De voorzitter geeft aan dat de afgesproken processtappen in dit traject zullen worden gevolgd. In een eerder stadium zijn afspraken gemaakt met de CMC en zij zullen worden geïnformeerd naar de voorgang. Het URD-traject zal direct na de verzending van de kamerbrief aanvangen. Voordat het aanbestedingstraject zijn uitvoering krijgt, zal eerst over de personele gevolgen worden gesproken. De TRMC zal hier uiteraard bij worden betrokken. Desgevraagd door de heer Schilperoort, geeft de heer Van der Hoef aan dat de Amarok voor wat betreft de personele gevolgen, zal worden betrokken in het URD-traject voor het gehele DVOD. Voor wat betreft het sourcingstraject, is dit al aan de gang en daarvan is gezegd dat dit niet naar behoren is gelopen. De heer Stassen mist een stap in het voortraject bij sourcing. Voor wat betreft DVOW deel 2, moet worden bezien of de medezeggenschap het wel eens is met de gemaakte keuzes. Na enige discussie, concludeert de voorzitter dat hier twee dingen spelen. Met betrekking tot het URDtraject, zal eerst over de personele gevolgen worden gesproken alvorens er een aanbestedingsprocedure kan worden gestart. Dit is reeds toegezegd in de brief en hieraan zal uitvoering worden gegeven. Met betrekking tot de afspraken uit het CMC-advies uit 2013, zegt hij toe dat hieraan uitvoering zal worden gegeven. Hiervoor is reeds contact gelegd met de CMC over de betrokkenheid van de medezeggenschap. De heer Kropf vindt dat de CMC hier niet het bevoegde medezeggenschapsniveau is. De voorzitter merkt op dat eerder in het traject reeds is gesproken met de CMC. Aan het daaruit voortvloeiende advies wordt nu in de brief gerefereerd. Over de belegging van de toekomstige trajecten wordt nu met de CMC overlegd. De heer Kropf vindt dat de gemaakte afspraken moeten worden nageleefd. Op grond van het BMD is dus de TRMC het juiste medezeggenschapsorgaan. De voorzitter merkt op dat de afspraken voortvloeiend uit het CMC-advies zullen worden nagekomen. In die zin moet de CMC wel betrokken zijn. Daarnaast zijn ook de MC s van de betrokken eenheden meegenomen in de informatiestroom. In de basis moeten het BMD en het URD echter worden gevolgd, en dit wordt aangelopen via de TRMC. Na enige discussie, geeft hij aan de CMC te zullen melden dat de MC s van de betrokken OPCO s ook worden betrokken bij de uitvoering van het advies. Desgevraagd door de heer Kropf, zegt de voorzitter toe om het getekende CMC-advies toe te zenden (pm). De heer Stassen geeft aan zo mogelijk ook stukken te willen zien waaruit blijkt dat wel invulling is gegeven aan de afspraak om de medezeggenschap te betrekken bij de keuze om al dan niet te sourcen. De voorzitter zegt dit toe (pm). Overige vragen: De heer Stassen wil graag uitleg over hoe de 62 VTE n uit DVOW 1 worden ingebed in DVOW 2. 7/10

8 De heer Jacobs geeft aan dat dit integraal wordt meegenomen. De mensen uit de oude vloot sleutelen aan voertuigen die gefaseerd zullen verdwijnen. Een klein deel verdwijnt al in deel 1, maar het overgrote deel blijft en verdwijnt pas in deel 2. Het is onmogelijk om hierbij een splitsing te maken, daarom wordt dit integraal opgepakt. De heer Stassen merkt op dat er wel twee deeltrajecten zijn en dat deze nu worden samengevoegd. Hierdoor verandert er een en ander. Spreker vraagt hoe dit geregeld zal worden. Daarnaast memoreert hij dat de marktpartij in het verleden vacatures heeft uitgezet bij de hersteleenheden. Na opmerkingen van de centrales, zijn deze weer ingetrokken. Daarna heeft de marktpartij nooit meer iets laten weten over die vacatures. Dit is een belangrijk personeelsaspect: wanneer werk overgaat naar de markt, moet ook worden gepraat over mogelijkheden bij de marktpartij voor het personeel. De voorzitter herhaalt dat dit proces voor DVOW 1 niet goed is gelopen, waardoor dit soort issues zijn ontstaan. Hij geeft aan dat in het BV integraal zal worden gekeken naar de personele aspecten bij de DVOW, dus ook voor DVOW 1. Desgevraagd naar een tijdspad, geeft hij aan dat het voornemen is om op 1 september 2015 een BV gereed te hebben. De heer Kropf merkt op dat het noodzakelijk is dat er uiterlijk 31 december 2015 een BV moet liggen, gelet op de termijn voor toepassing van SBK De voorzitter zegt dit toe. Agendapunt 5: VRP Opheffen Cateringlocatie Van Hornekazerne (REO/ ). Gezien de tijd, komt dit punt niet meer aan de orde. Agendapunt 6: BV Doorontwikkeling DBBO (REO/ ). Gezien de tijd, komt dit punt niet meer aan de orde. Agendapunt 7: Rondvraag en sluiting. Rondvraag: Van de rondvraag wordt geen gebruik gemaakt. Sluiting: De voorzitter sluit de veragering om uur. 8/10

9 Actiepuntenlijst bij het verslag van het overleg 2 juni 2015: Nr.: Onderwerp: Korte omschrijving acties: Actie Voortgang/ opmerkingen 1. VRP RIO CZMCARIB , ap.2, blz , ap.2, blz , ap. 3, blz VRP DTD VRP EGB VRP TGB , ap.2, bz , ap.2, blz , ap. 3, blz F 100 Motorenonderhoud , ap.2, blz , ap.2, blz.4 - aanhouden URD traject; - Evaluatie/inrichting werkorganisatie - toets voorzieningenniveau CARIB - regie uitvoering actiepunt - Bezien informatieverschaffing - aandacht voor de interim-periode van het personeel in het medische functiegebied gedurende de reorganisatietrajecten; - aandacht voor code-4 personeel (coulanceregeling) - Intern afstemmen over oppaken knelpunten en integraal bespreken in AP bespreken in vergadering REO in aanwezigheid van DMO en CLSK: - beleidsvoornemen reorganisatie F Motorenonderhoud (indien gereed) - evaluatierapport PPS F 100 (REO/ ) Toezegging op dat er uiterlijk per een beleidsafweging ligt VRP wordt 1-5- besproken in IO REO CLSK 4. Sourcingtraject DVOW , ap.2, blz , ap.2, blz , ap. 2, blz.4 - Zorgpunten centrales aangaande personele aspecten opnemen in een brief en die aan de orde stellen in de werkgroep AP - concept BV zo spoedig mogelijk aan werkgroep REO voorleggen. Tot die tijd reorganisatie stil leggen. - In vergadering 2-6 stand van zaken melden (feitenrelaas) Stand van zaken melden in WG REO DBBO , ap.2,blz.3, , ap.2blz.5, - verantwoordelijkheid voor bewakingstaken met C DBBO bespreken. - structurele oplossing voor een adequaat beveiligingsniveau in de West bewerkstelligen en centrales hierover per en vervolgens per brief informeren 7 DASH ,ap.1, blz.2, , blz , ap. 2, blz , ap.2, blz , ap. 4, blz , ap. 3, blz. 5 - Werk en rusttijdenregeling DASH personeel agenderen voor een AFR; - Regeling uitkering vliegongeval + regelgeving die vervangen moet worden met spoed oppakken. - Beraden op uitbreiding van de capaciteit MLA t.b.v. het toezicht - Schriftelijk informeren bij nieuwe ontwikkelingen inzake de registratieprocedure. - Inperken lange werktijden in de West. 8. Mainframe , ap.2, blz.2 Zorgdragen voor spoedig agendering in de WG AP. - SSU informeel meesturen met cvrp ter voorbereiding cvrp agenderen IO REO DMO /10

10 , ap.2, blz , ap. 2, blz.4 op bespreking daarvan in wg. AP. 9. Inventarisatie procesverbeteringen sourcing , ap. 2, blz.5 Na interne afstemming defensie, agenderen voor een WG REO. (streven ) Implementatie-nota is gereed 10. DBBS , ap.2, blz , ap.2,blz.2 Vervolgoverleg agenderen voor vergadering april. -Nader ingaan op vraag over aanbestedingstraject en het tekenen van contracten in relatie tot de personele aspecten. - Vraag antwoorden over tekenen contract i.r.t. overeenstemming centrales. DBBS is opgenomen in BV doorontwikkeling DBBO 11 Doorontwikkeling DPOD fase 2 (REO/ en - / ) , ap.3, blz. 7 Reorganisatietraject aanhouden tot na evaluatie rapport De Veer 12 VRP FBD (REO/ ) Overzicht leveren van codes; -Reageren op de volgende zaken: - de keuze die gemaakt is om te werken met hekwerken - Voorkomen dat mensen die buiten een hekwerk vallen in het SBK terecht komen; - In hoofdstuk 7 een aantal zaken aanpassen; - Functietoewijzing in relatie tot het OPCO. De geldende afspraken zullen correct worden toegepast CDC/ Er wordt een aangepast VRP aangeboden. 13 DVOW Toezending CMC-advies en stukken over de betrokkenheid van de medezeggenschap bij de gemaakte keuzes. - CMC wijzen op betrokkenheid van de MC s van de betrokken eenheden. - Beleidsvoornemen aanbieden aan REO vóór /10