Ouderen met een verschillende etnische achtergrond verschillen niet of nauwelijks in hun bewegingspatroon.



Vergelijkbare documenten
Samenvatting en Beschouwing jaar

sporters komen wel vaker bij paramedici, met name de fysiotherapeut (21% onder sporters versus 15% onder niet-sporters).

Tabak, cannabis en harddrugs

Samenvatting en Beschouwing jaar

ONDERZOEKSOPZET, RESPONS EN ACHTERGRONDKENMERKEN

GEOGRAFISCHE CIJFERS BEWEGEN EN OVERGEWICHT 19 JAAR EN OUDER

Geestelijke Gezondheid (65 94 jaar)

GEOGRAFISCHE CIJFERS INKOMEN EN RONDKOMEN 19 JAAR EN OUDER

V O LW A S S E N E N

Lichamelijke gezondheid (19-64 jaar)

GEOGRAFISCHE CIJFERS KWETSBARE GROEPEN 19 JAAR EN OUDER

GEOGRAFISCHE CIJFERS LICHAMELIJKE GEZONDHEID 19 JAAR EN OUDER

Beweging, voeding en. (over)gewicht

CIJFERS GENOTMIDDELEN NAAR ACHTERGRONDKENMERKEN 19 JAAR EN OUDER

GEOGRAFISCHE CIJFERS PARTICIPATIE 19+

Hoe gezond zijn de inwoners van Staphorst? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

GEOGRAFISCHE CIJFERS ZORG & ONDERSTEUNING 19 JAAR EN OUDER

Tabak, cannabis en harddrugs

GEOGRAFISCHE CIJFERS PSYCHISCHE GEZONDHEID 19 JAAR EN OUDER

Gezondheid en welzijn

Geestelijke Gezondheid (19 64 jaar)

BEWEGEN EN OVERGEWICHT NAAR ACHTERGRONDKENMERKEN 19 JAAR EN OUDER

VOLWASSENEN EN OUDERENPEILING 2009

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : J A A R

Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen 2016 Samenvatting gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Gezonde leefstijl wint langzaam terrein. Licht dalende trend van zware drinkers

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Leefstijl Nederlander niet verbeterd. Weer meer mensen met overgewicht

GEOGRAFISCHE CIJFERS WOON EN LEEFOMGEVING 19+

VOLWASSENEN EN OUDERENPEILING 2009

CIJFERS INKOMEN EN RONDKOMEN NAAR ACHTERGRONDKENMERKEN 19 JAAR EN OUDER

V O LW A S S E N E N

TABAK, ALCOHOL EN DRUGS

Hoe gezond zijn de inwoners van Deventer? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

Hoe gezond zijn de inwoners van Zwolle? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

Hoe gezond zijn de inwoners van Staphorst? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

Hoe gezond zijn de inwoners van Zwartewaterland? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

Voorlopig tabellenboek Volwassenen- en seniorenenquête 2012 Flevoland

Hoe gezond zijn de inwoners van Zwolle? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

Hoe gezond zijn de inwoners van Steenwijkerland? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

Hoe gezond zijn de inwoners van Ommen? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

Hoe gezond zijn de inwoners van Steenwijkerland? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

Hoe gezond zijn de inwoners van Hardenberg? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Gezondere leefstijl blijkt voor velen moeilijk haalbaar

Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen 2016 Samenvatting gemeente Haarlemmermeer

VOLWASSENEN EN OUDERENPEILING 2012

KERNCIJFERS VOLWASSENEN- EN OUDERENPEILING 2012 TEYLINGEN --> SASSENHEIM, VOORHOUT, WARMOND

PARTICIPATIE NAAR ACHTERGRONDKENMERKEN 19 JAAR EN OUDER

Ouderenmonitor Gezondheidsonderzoek 65-plussers regio Nijmegen. Gezondheidsonderzoek kinderen 0-12 jaar regio Nijmegen

CIJFERS LICHAMELIJKE GEZONDHEID NAAR ACHTERGRONDKENMERKEN 19 JAAR EN OUDER

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : J A A R

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Verbetering gezonde leefstijl stagneert

CIJFERS ZORG EN ONDERSTEUNING NAAR ACHTERGRONDKENMERKEN 19 JAAR EN OUDER

KERNCIJFERS ROKEN 2017

Leidenincijfers Beleidsonderzoek draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming

In de volgende werkblad(en) staan tabellen behorend bij een bepaald thema. De tabellen zijn toegespitst op de door u opgevraagde leeftijdscategorie.

Inhoudsopgave Tabellenboek Deventer

Gezondheid DEEL 1 LICHAMELIJKE GEZONDHEID. Ervaren gezondheid

Inhoudsopgave Tabellenboek Steenwijkerland

FACTSHEET CONTINU ONDERZOEK ROOKGEWOONTEN 2013

Factsheet Astma-/COPD-Monitor Oktober 2006

Inhoudsopgave Tabellenboek Regio IJsselland

Inhoudsopgave Tabellenboek Dalfsen

Inhoudsopgave Tabellenboek Olst-Wijhe

Inhoudsopgave Tabellenboek Hardenberg

Roken, alcohol en drugs

Inhoudsopgave Tabellenboek Raalte

Inhoudsopgave Tabellenboek Ommen

Ouderenmonitor

Inhoudsopgave Tabellenboek Zwartewaterland

FACTSHEET GEZONDHEIDSPEILING VOLWASSENEN Resultaten van de gezondheidsenquête onder inwoners van 19 tot 65 jaar in de regio Gooi en Vechtstreek

Inhoudsopgave Tabellenboek kernen Staphorst

Leefstijl. 6.1 Inleiding. 6.2 Roken

Onderzoeksopzet en respons

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Inhoudsopgave Tabellenboek Zwolle

Tabellenboek Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

Tabellenboek Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

Gezondheid in Friesland

In deze factsheet kunt u de belangrijkste resultaten van de Gezondheidspeiling Senioren 2008 lezen.

CIJFERS PSYCHISCHE GEZONDHEID NAAR ACHTERGRONDKENMERKEN 19 JAAR EN OUDER

Gezondheid in Friesland

Factsheet. Bewegen en sporten. Gelderland-Zuid. Onderzoek onder volwassenen en ouderen

Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar

Algemeen. Tabellenboek volwassenenmonitor Maasdriel

De leden van de gemeenteraad van Haarlemmermeer Postbus AG Hoofddorp

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Tabellenboek Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

CIJFERS WOON EN LEEFOMGEVING NAAR ACHTERGRONDKENMERKEN 19 JAAR EN OUDER

Fit en Gezond in Overijssel 2016

GENOTMIDDELEN. Jongerenmonitor % ooit alcohol gedronken. Klas 2. Klas 4. 5% ooit wiet gebruikt. 24% weleens gerookt.

Factsheet Sportparticipatie in Utrecht

Meningen over het takenpakket van de overheid

Tabellenboek Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

GO Jeugd 2008 Alcohol

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Alcoholgebruik: omvang in de regio

Maasdriel. Heerewaarden &Rossum Totaal aantal correct ingevulde vragenlijsten, bruikbaar voor analyse Kerdriel Ammerzoden Hedel

LINGEWAAL Asperen Heukelum (incl Spijk) Vuren Herwijnen Totaal. aantal correct ingevulde vragenlijsten, bruikbaar voor analyse

Neder-Betuwe. Echteld& IJzendoorn Dodewaard Totaal aantal correct ingevulde vragenlijsten, bruikbaar voor analyse

Transcriptie:

Opleiding, gezin, etniciteit en gezondheid 6-plussers met een hogere opleiding voldoen vaker aan de norm Gezond Bewegen dan degenen met een lagere opleiding (HBO/academici 0; LO ). Ze wandelen en sporten vaker. De alleenstaanden ouderen bewegen minder, de ouderen met een partner/echtgenoot meer. Weduwen en weduwnaars voldoen minder vaak aan de norm Gezond Bewegen. Dit heeft gedeeltelijk met leeftijd te maken: alleenstaanden zijn gemiddeld ouder dan mensen met een partner en ouderen bewegen minder. Ouderen met een verschillende etnische achtergrond verschillen niet of nauwelijks in hun bewegingspatroon. Westerse en niet-westerse allochtonen voldoen net zo vaak aan de norm Gezond Bewegen en ze fietsen en wandelen evenveel als autochtone ouderen. Tabel 3 beweging onder 1- jarigen per leeftijdsgroep leeftijdscategorie 1-3 3-0-6 6- - inactief 6 sport wekelijks 3 33 wandelen/fietsen 1 dagen/week voldoet aan norm 6 6 6 0 1 vetgedrukt = significant verschil met totaal Totaal 6 De mate waarin respondenten bewegen hangt natuurlijk af van gezondheid en lichamelijke fitheid. Van de 6-plussers die aan de norm Gezond Bewegen voldoen, beoordeelt 6 zijn/haar gezondheid uitstekend of goed, tegenover van degenen die niet aan de norm voldoen. Degenen die aan sport doen, beoordelen hun gezondheid vaker positief dan mensen die niet aan sport doen ( versus 2). Dit hangt samen met verschillen in gezondheid en lichamelijke beperkingen naar leeftijd en geslacht. Belemmeringen door chronische aandoeningen of anderszins lichamelijke beperkingen hebben een duidelijk remmende invloed op het bewegingspatroon van de respondent. Niet alleen mobiliteitsbeperkingen maar ook gezichts- en gehoorbeperkingen staan gezond bewegen in de weg. 6 Vergelijking met 1-6 jarigen 6 De groep inactieven is kleiner onder volwassenen onder de 6 dan bij 6-plussers. De 1-6 jarigen doen vaker aan sport, maar de 6-plussers wandelen of fietsen veel vaker in hun vrije tijd. Het percentage van respondenten dat aan de norm Gezond Bewegen voldoet is redelijk stabiel voor volwassenen tot aan de, maar vanaf voldoen duidelijk minder respondenten aan de norm. Bij de volwassenen van 1-6 zijn er meer en die aan de beweegnorm voldoen dan nen, bij de 6-plussers is dit juist omgedraaid. Niet-westerse allochtonen jonger dan 6 bewegen minder en zijn vaker inactief dan autochtone 1-6 jarigen; 2 van de eerste en 6 van de laatste voldoen aan norm; en zijn inactief. Bij 6-plussers zijn de verschillen tussen deze groepen niet evident. Belemmeringen om meer te bewegen of te sporten Ongeveer de helft van de respondenten vindt zelf dat hij/zij genoeg beweging krijgt door sport, wandelen of fietsen; voor de 6- jarigen is dit en voor de -plussers 3. Van deze 6- jarigen voldoet 6 daadwerkelijk aan de norm en van de -plussers 6. Van de respondenten die door chronische aandoeningen zijn belemmerd of andere lichamelijke beperkingen hebben, vindt slechts een minderheid dat hij/zij genoeg beweging krijgt door wandelen/fietsen of sport ().,1,2,2,,1,, 2,3,2,6,, Tabel Belemmeringen om niet (méér) te wandelen of te fietsen Praktisch afstanden te groot,1 met auto/ov sneller,2 met auto/ov veiliger,2 niet voldoende vervoeren, één van deze redenen,1 Gevoelsmatig Tabel Belemmeringen om niet (méér) bang om te vallen bewegen of te sporten, heb Praktisch nied om mee te gaan, omgeving niet genoeg niet tijdaantrekkelijk 2,3 3, andere hobby s één van deze redenen,2,3 sporten is te duur,1 Lichamelijk één van deze redenen, niet fietsen door ziekte/handicap,6 niet Gevoelsmatig lopen door ziekte/handicap, voel me niet één thuis van deze bij sportclub redenen,6, heb nied om mee te sporten 2, één van deze redenen,1 Lichamelijk niet sporten door ziekte/handicap, geen aangepaste sportfaciliteit 1,2 één van deze redenen, wan Tabel Prakt niet g ande sporte mobilite 1 ni Gevo ook nie voel m en heb n degene in het u algeme Licha levensv niet s 3 geen ni 3 ka Als red te bewe noemt van an genoeg voor he Belemmeringen om niet (méér) te wandelen of te fietsen zijn voor één op de vijf respondenten praktisch van aard en één op de zeven gevoelsmatig of lichamelijk van aard (Tabel ). Degenen die één of meer belemmeringen noemen zijn vaker respondenten die niet aan de norm Gezond Bewegen voldoen. Vrouwen noemen vaker gevoelsmatige of lichamelijke belemmeringen en dit hangt deels samen met het feit dat zij gemiddeld ouder zijn dan de nen in de groep respondenten. Van degenen die sterk belemmerd zijn door één of meer chronische aandoeningen zegt 3 niet te kunnen 6 Zie Factsheet a, Overgewicht en Bewegen 1-6, gezondheidspeiling 0

Kerncijfers Alcohol, Tabak en Bewegen 6-plussers 0 Aantal respondenten is 0 Drinkt Drinkt (zeer) excessief Drinkt dagelijks Drinkt zwaar Rookt Rookt zwaar Voldoet aan de norm Bewegen Inactief (<1 dag min/week) Fietst min dgn min Wandelt min dgn min Sport min 1 keer per week Heeft één of meer belemmeringen om meer te fietsen/wandelen Heeft één of meer belemmeringen om meer te bewegen of te sporten Zuid-Holland Noord 6,1 0, 1 Subregio Leiden en omstreken Rijnstreek Duin en Bollenstreek Cluster A B C D G H Leeftijd 6- - Geslacht Gezinssamenstelling alleenstaand twee partners Burgerlijke staat Gehuwd, samenwonend Nooit gehuwd geweest Gescheiden Weduwe/weduwnaar Opleidingsniveau LO MAVO, LBO HAVO, VWO, MBO HBO, WO Etniciteit autochtoon westers allochtoon niet westers allochtoon Chronische aandoeningen nee, geen aandoening ja, hierdoor niet belemmerd ja, hierdoor licht belemmerd ja, hierdoor sterk belemmerd Beperkingen geen gehoorsbeperking gezichtsbeperking mobiliteitsbeperking grote moeite/hulp nodig bij ADL* Rondkomen geen moeite rond te komen wel moeite rond te komen 6 6 1 0 0 6 6 6 0 66 6 6 6 2 3 2 1 1 0 1 0 1 3 33 3 3 3 3 3 0 3 2,,0, 6,1 3,,3,1 3,0,,2 2,2 6,6 3, 3,,,,0 6,2 3,3, 6,6,2 3,,0 6,0, 6,,,2 2,, 3,0,2 2, 2, 1 1 1 1 0,,,1,6 vetgedrukt = significant verschil met percentage Zuid-Holland Noord * ADL= Algemeen Dagelijkse Levensverrichtingen. 1,1 0, 0, 1, 1, 0, 0,2 0,2 0, 0, 0, 0, 0, 0, 2, 0, 1,2 0, 0, 0, 0,0 0, 1,0 0, 0, 0 1,6 1,1 1,3 0, 1,1 6 2 61 61 6 6 3 63 6 0 6 2 0 6 0 2 2 1 2 3 33 3 6 1 1 1 1 1 1 1 1 2 2 33 3 3 3 1 2 0 6 3 0 61 63 3 0 2 2 2 2 1 3 3 3 0 3 6 6 3 3 0 1 2 3 3 1 1 1 0 63 wandelen en 1 niet te kunnen fietsen. Van de gezichts/gehoor/ mobiliteits-beperkten kan 1 niet (goed) lopen, ook niet met een rollator, en niet fietsen. Van degenen die beperkt zijn in het uitvoeren van de algemene dagelijkse levensverrichtingen kan 3 niet (goed) lopen en 3 kan niet fietsen. Als reden om niet (méér) te bewegen of sporten noemt men het hebben van andere hobby s, niet genoeg tijd of dat sporten voor hen te duur is, zich niet thuis voelen bij een sportclub en door ziekte of handicap niet kunnen sporten (Tabel ). Het probleem dat er geen aangepaste sportfaciliteiten zijn, is door 33 respondenten genoemd (1,2), waaronder met mobiliteitsbeperkingen en met een gezichtsbeperking.

c GEZONDHEIDSPEILING 0 Het doel van de gezondheidspeiling is het volgen van ontwikkelingen in gezondheid en gezond gedrag. Ruim.00 personen in de leeftijd van 1 t/m in de regio Zuid-Holland Noord hebben een vragenlijst ontvangen en bijna 6.0 hebben deze ingevuld teruggestuurd. Factsheets in deze serie: Onderzoeksopzet en respons 2 Lichamelijke gezondheid a 1-6 b 6-plus 3 Geestelijke gezondheid a 1-6 b 6 plus 1-6 a Overgewicht, bewegen b Alcohol en tabak 6-plus c Leefstijl Rondkomen en schulden 6 Wonen Samenvatting, beschouwing a 1-6 b 6-plus Indeling gemeenteclusters A Leiden B Alphen aan den Rijn C Leiderdorp, Oegstgeest, Voorschoten D Alkemade, Jacobswoude, Liemeer, Nieuwkoop, Rijnwoude, Ter Aar, Zoeterwoude G Katwijk, Noordwijk H Hillegom, Noordwijkerhout, Lisse, Teylingen Colofon auteurs Ingrid van den Broek Hanneke Tielen Annemarie van Dijk Irma Paijs bestellen tel: 01-33 infodocu@ggdhm.nl publicatienummer 0_c Druk DZB, Leiden augustus 06 Leefstijl (6- ) Deze factsheet beschrijft de resultaten van de gezondheidspeiling 0 met betrekking tot het gebruik van alcohol en tabak en bewegen/sporten onder zelfstandig wonende ouderen van 6 tot in Zuid- Holland Noord. Driekwart van hen drinkt alcohol, drinkt excessief en een derde drinkt dagelijks. Van de respondenten rookt. Mannen drinken en roken meer dan en. Alleenstaanden drinken minder dan degenen die met hun partner wonen, maar ze roken meer. Vergeleken met volwassenen in de leeftijd van 1 tot 6, drinken en roken de 6-plussers minder. Ruim de helft van de respondenten voldoet aan de norm Gezond Bewegen. Het percentage is hoger onder nen dan en en neemt af met de leeftijd en met het hebben van lichamelijke beperkingen. De belangrijkste cijfers staan in een overzichtstabel achterop. DEEL 1 ALCOHOL Ruim driekwart van de 6-plussers drinkt (wel eens) alcoholhoudende dranken. Verder zegt vroeger wel gedronken te hebben maar nu niet meer en heeft nooit gedronken. Gemiddeld drinkt men glazen per week. Ongeveer drinkt excessief of zeer excessief 1 (vaak en veel) en drinkt zwaar 2 (veel glazen per keer). Een derde van de 6-plussers drinkt elke dag. Eén vijfde drinkt alleen in het weekend. Er zijn een aantal verschillen tussen de gemeenteclusters. In Leiden (cluster A) en Alphen aan den Rijn (cluster B) zijn er minder drinkers (respectievelijk 1 en ) en minder dagelijkse drinkers ( en ) onder de ouderen dan in de rest van de regio. Het percentage excessieve drinkers is in Alphen ook lager, maar in Leiden is dat vergelijkbaar met de overige clusters. In Noordoost Duin- en Bollenstreek (cluster H) zijn er meer zware drinkers (,). Alcoholgebruik onder nen, en, bij toenemende leeftijd Mannen van 6 en ouder drinken meer en vaker alcoholhoudende dranken dan en in deze leeftijdsgroep. Dagelijks alcoholgebruik is de gewoonte voor ruim 0 van de nen van 6-. Voor en geldt dit maar voor een kwart van de 6--jarigen en voor van de -plussers. 0 6- - Figuur 1. Percentage dat excessief drinkt naar leeftijd en geslacht 1 2 Excessief drinken is gedefinieerd als: in één week op vijf dagen ten minste vier glazen alcohol per dag drinken of op drie dagen tenminste zes glazen; zeer excessief is op vijf dagen per week ten minste zes glazen per dag (standaard volgens Garretsen). Zwaar drinken is gedefinieerd als minimaal één keer per week zes glazen alcohol op een dag voor nen en vier glazen voor en (standaard indicator van het CBS).

glazen westers allochtonen. De westers allochtone respondenten hebben vaker dan autochtonen de gewoonte dagelijks te drinken (0), de niet-westers allochtonen doen dat juist minder (). 0 6-6 0- - 0- - Figuur 2. Aantal glazen per week naar leeftijd en geslacht 0- Mannen vertonen vaker excessief drinkgedrag dan en. Met toenemende leeftijd drinken ouderen minder: van de respondenten van 6 tot drinkt excessief, terwijl dit voor de -plussers maar is (zie figuur 1). Mannen drinken gemiddeld 1 glazen per week verdeeld over dagen en en glazen per week op dagen. De hoeveelheid alcohol die men drinkt daalt met het stijgen der jaren (figuur 2). Wat wordt er gedronken? Wijn is de meest populaire drank onder de 6-plussers: 3 van degenen die drinken drinkt wijn. Bier wordt door 3 van de drinkers gedronken, vooral door nen (), veel minder door en (). Gedestilleerde sterke drank wordt door gedronken en likeur e.d. door. Mixdrankjes (sterke drank met fris of sap) worden door 6 gedronken. Opleiding, gezin, etniciteit en gezondheid In de groep 6-plussers met een hoger opleidingsniveau (HAVO, VWO, MBO, HBO en academici) zijn meer drinkers () dan onder degenen die een lage opleiding hebben genoten. Hoe hoger de opleiding, hoe groter het percentage dat dagelijks drinkt (lager onderwijs, HBO/universitair ). Alcoholgebruik onder 6-plussers hangt samen met gezinssamenstelling en burgerlijke staat. Onder de ouderen die met echtgenoot of partner samenwonen zijn meer drinkers dan onder alleenstaanden ( versus 6) en ze hebben vaker de gewoonte dagelijks een glaasje te drinken (3 vs. ). Deze verschillen in percentages sociale drinkers zijn onafhankelijk van verschillen in leeftijd, geslacht of opleiding. Weduwen/weduwnaars vertonen minder vaak excessief of zwaar drinkgedrag. Dit hangt gedeeltelijk samen met verschillen in leeftijd en geslacht: de groep verweduwden is gemiddeld ouder ( ) dan gehuwde 6-plussers (2 ) en bestaat voor tweederde uit en. Vrouwen en -plussers drinken sowieso minder. Gescheiden alleenstaanden drinken vaker excessief dan de overige alleenstaanden ( versus ). De 6-plussers die zich gezond voelen drinken vaker dan degenen die hun gezondheid matig tot slecht beoordelen. Ouderen met een chronische aandoening die hen belemmert in hun dagelijkse bezigheden of anderszins lichamelijke beperkingen hebben, drinken duidelijk minder en minder vaak dan ouderen die dat niet hebben. Vergelijking met 1-6-jarigen 3 Onder de 6-plussers zijn minder drinkers dan onder volwassenen tot 6. Dat is in alle clusters het geval. Het percentage geheelonthouders (nooit Tabel 1 Drinkgedrag onder 1- jarigen leeftijdscategorie 1-3 3-0-6 6- - Drinken 6 6 0 Excessief drinken Zwaar drinken 2 2 Dagelijks drinken 1 3 3 Aantal glazen alcohol per week vetgedrukt = significant verschil met totaal gedronken) is hoger onder 6-plussers dan onder 1-6-jarigen ( versus ). Excessief drinkgedrag komt duidelijk het meest voor onder de jongvolwassenen en neemt af met de leeftijd (zie tabel 1). Daarentegen is het percentage dat dagelijks drinkt lager onder jongvolwassenen; het neemt toe met leeftijd en blijft gelijk in de leeftijd van 0 tot. Van de verschillende leeftijdsgroepen drinken volwassenen van 0-6 gemiddeld het grootste aantal glazen alcohol per week. In noordoost Duinen Bollenstreek (cluster H) drinken de volwassenen tot 6 niet meer dan gemiddeld, terwijl de 6- plussers vaker (zware) drinkers zijn. In Katwijk / Noordwijk (cluster G) zijn er minder drinkers onder de 1-6-jarigen dan gemiddeld ( versus 6), terwijl onder de 6-jarigen het percentage dat drinkt juist meer is dan het gemiddelde voor Zuid-Holland Noord ( versus 6). DEEL 2 TABAK Totaal,,,,6,,2 Twaalf procent van de 6-plussers rookt sigaretten, sigaren of pijp. Verder heeft vroeger wel gerookt maar nu niet meer en 0 heeft nooit gerookt. In Leiden (cluster A) wordt meer gerookt onder 6-plussers () dan in andere clusters. De niet-westerse allochtone 6-plussers drinken minder (2 drinkt alcohol) dan de autochtonen en 3 Zie factsheet b Alcohol en tabak 1-6, gezondheidspeiling 0. Zwaar roken= meer dan een pakje ofwel sigaretten per dag.

Minder dan één op de honderd 6-plussers (0,) is een zware roker. In Leiden en Alphen aan den Rijn (clusters A en B) zijn relatief meer zware rokers (1, en 1,) dan in de andere clusters. Roken onder nen en en, bij toenemende leeftijd In de groep ouderen zijn er meer nen die roken dan en (1 tegenover ). Onder en zijn naar verhouding wel meer zware rokers:,2 van de rokende nen is een zware roker tegenover, van de rokende en (zie figuur 3). Met toenemende leeftijd neemt het percentage rokers af, In hoeverre deze gegevens worden beïnvloed door werkelijke gedragsveranderingen met het ouder worden of doordat de notoire rokers eerder overlijden en dus uit de statistieken verdwijnen, is niet uit deze gegevens te halen. alleenstaanden bevinden zich meer rokers () en ook relatief meer zware rokers (2,). De 6-plussers met een niet-westerse allochtone achtergrond roken wat minder dan autochtone en westers-allochtone 6-plussers, maar dit verschil is niet significant. Dat dit verschil niet significant is komt waarschijnlijk door het kleine aantal nietwesterse allochtone 6-plussers onder de respondenten (n=2). Degenen die beperkt mobiel zijn en/of moeite hebben met (zelfstandig) algemeen dagelijkse levensverrichtingen uit te voeren, roken net zoveel als degenen die dat niet hebben. Een krap budget verhindert 6-plussers niet om te roken: degenen die aangeven moeite te hebben met rondkomen roken juist wat meer. Dit wordt niet verklaard door verschillen in leeftijd en geslacht. Roken Zwaar roken Het percentage alcoholgebruikers onder de rokers is gelijk aan het percentage onder niet-rokers, maar rokers drinken wel méér: van de rokende 6- plussers drinkt excessief terwijl dit is voor nietrokers. 0 6- - Man 6- Vrouw - Figuur 3. Rookgedrag naar leeftijd en geslacht Wat en hoeveel roken de rokers? Eén op de tien respondenten rookt sigaretten, 1, rookt alleen sigaren of pijp en 0, rookt zowel sigaretten als sigaren of pijp. Van de nen rookt 3, sigaren of pijp en van de en 0,. Sigarettenrokers roken gemiddeld sigaretten per dag, variërend van één sigaret tot twee pakjes per dag. Sigarenrokers roken sigaren per week en pijprokers tegen de twee pakjes pijptabak per week. Gemiddeld roken rokende nen en en evenveel sigaretten. Met toenemende leeftijd neemt het aantal sigaretten per dag af. Van 6 tot 0 rookt men zo n - sigaretten per dag, terwijl degenen die de 0 gepasseerd zijn gemiddeld nog slechts sigaretten per dag roken. Opleiding, gezin, etniciteit en gezondheid Ouderen met een lager opleidingsniveau roken vaker dan ouderen die een middelhoge opleiding hebben afgerond (basisonderwijs 1 versus HAVO/VWO/MBO ). Onder de hoogst opgeleiden (HBO, academisch geschoold) roken juist weer meer respondenten (). Alleenstaande 6-plussers zijn vaker rokers dan mensen die met hun partner samenwonen (1 versus ). Met name in de groep van gescheiden Vergelijking met 1-6-jarigen 3 Met oplopende leeftijd roken minder mensen. Dat geldt voor alle clusters van Zuid-Holland Noord. Zwaar roken loopt op tot de leeftijd 0-6 en neemt af bij 6+. De groep van 0-6 rookt gemiddeld de meeste sigaretten. In Leiden (cluster A) nam onder de 1-6 jarigen het percentage Tabel 2 Rookgedrag onder 1- jarigen per leeftijdsgroep leeftijdscategorie 1-3 3-0-6 6- - Totaal Roken Zwaar roken 1, 2, 3,3 0, 2,3 Aantal sigaretten per dag,,,,,3,3 vetgedrukt = significant verschil met totaal zware rokers de afgelopen jaren drastisch af; onder de 6-plussers zijn hier echter nog relatief veel zware rokers. Vergeleken met het gemiddelde van Zuid-Holland Noord is het percentage rokers onder de 1-6 jarigen hoger in Katwijk/Noordwijk (cluster G) en lager in de middelgrote gemeenten rond Leiden (cluster C) en de kleine gemeenten rond Leiden en Alphen aan den Rijn (cluster D), terwijl de 6-plussers in deze clusters niet meer dan gemiddeld roken. Onder 1-6 jarigen neemt roken duidelijk af met toenemend opleidingsniveau; voor 6-plussers is deze relatie niet zo sterk. Onder alleenstaanden zijn meer rokers, ongeacht de leeftijd.

DEEL 3 GEZOND BEWEGEN Aan de 6-plussers is een aantal vragen gesteld over activiteiten die zij uitvoeren in verband met (vrijwilligers)werk, huishouden en vrije tijd, om te bepalen hoeveel lichaamsbeweging men krijgt en of daarmee de norm voor voldoende bewegen wordt gehaald. De Nederlandse norm Gezond Bewegen voor volwassenen is minimaal dagen per week minuten matig intensief bewegen. De grens van wat matig intensief bewegen is, is lager voor volwassenen vanaf dan voor volwassenen onder de. Van de 6-plussers voldoet aan de norm Gezond Bewegen, volgens deze enquête. Dit percentage moet met enige reserve beschouwd worden, omdat de uitgebreide vraag door een aantal ouderen niet goed is ingevuld en deze daardoor bij de analyse hiervoor niet meetellen (,6). Het gevonden percentage is wel vergelijkbaar met het landelijk gemiddelde voor 6-plussers (, CBS 0). Er zijn geen significante verschillen tussen de gemeenteclusters in dit opzicht. Van degenen die de norm niet halen is bijna de helft inactief: van de ouderen is minder dan één dag in de week een half uur lichamelijk actief. In Leiden is het percentage inactieven hoger (cluster A, 2) en in de kleine gemeenten rond Leiden en Alphen aan den Rijn lager dan gemiddeld (cluster D, ). Een kwart van de ouderen voldoet aan de norm door iedere week op vijf of meer dagen minimaal een half uur te wandelen, en iets minder () pakt met dezelfde regelmaat de fiets. Een deel van hen () fietst een half uur én wandelt een half uur op dagen per week. In de middelgrote gemeenten rond Leiden (cluster C) wordt er meer gewandeld onder de 6-plussers (), terwijl in de kleine gemeenten rond Leiden en Alphen aan den Rijn (cluster D) minder wordt gewandeld (). Fietsen is overal ongeveer even populair (zie tabel kerncijfers). Ruim een kwart van de 6-plussers sport minimaal één keer per week. Respondenten van de middelgrote gemeenten rondom Leiden (cluster C) doen vaker aan sport (), terwijl die van Alphen aan den Rijn (cluster B) en Katwijk/Noordwijk (cluster G) dat minder vaak doen (respectievelijk en ). Activiteiten De 6-plussers behalen de norm Gezond Bewegen door een combinatie van verschillende activiteiten (figuur ). Van hen doet 2 doet wekelijks een half uur of meer matig tot zwaar lichamelijk werk. Een kwart doet wekelijks minimaal een half uur matig tot zwaar huishoudelijk werk. Meer dan driekwart van de respondenten is regelmatig actief met wandelen (2), fietsen (), sporten () tuinieren (3) of klussen (). Zwemmen is de sport die het meest beoefend wordt door 6-plussers (), daarna fitness/gym (), tennis (), voetbal (2) en golf (2). Gezond bewegen onder nen, en, bij toenemende leeftijd Mannen van 6 en ouder voldoen vaker aan de norm Gezond Bewegen dan en (6 versus ). In de leeftijdsgroep 6- voldoen meer respondenten aan de norm dan in de groep van - plussers. Twee keer zoveel en als nen zijn inactief (2 versus ) en dit is zichtbaar in beide leeftijdsgroepen (figuur ). De 6- jarigen fietsen, wandelen en sporten vaker dan -plussers. Mannen fietsen en wandelen vaker dan en, maar sporten doen ze even vaak. De meest populaire sport voor nen is tennis, daarna zwemmen, fitness en golf; voor de en is dat respectievelijk zwemmen, fitness en tennis. lichamelijk werk >= dagen 1- dagen 0 actief beneden norm inactief huishoudelijk werk minder dan 1 dag 0 0 wandelen fietsen sport 0 tuinieren/klussen 6- - 6- - 0 0 0 Figuur. Activiteitenpatroon naar het aantal dagen per week dat men minimaal minuten matig intensief lichamelijk actief is Figuur. Percentage ouderen dat inactief is of actief maar beneden norm Gezond Bewegen naar leeftijd en geslacht De gebruikte vragenlijst is de zogeheten Short Questionnaire to Assess Health enhancing physcial activity (SQUASH). Deze door het RIVM ontwikkelde vragenlijst beoogt een volledig beeld te leveren van de lichamelijke activiteit. Gevraagd wordt naar frequentie, duur en intensiteit van de volgende deelvormen van lichamelijke activiteit: (1) activiteiten in woon-werk verkeer, (2) activiteiten op het (vrijwilligers)werk, (3) activiteiten in het huishouden, () sporten en () andere vrijetijdsactiviteiten.