n u m m e r 175 juli/aug. 2012 L e d e n b l a d N e d e r l a n d s e M e l k v e e h o u d e r s V a k b o n d EMB-actie op 10 juli in Brussel Succesvolle actie van Europese melkveehouders Enkele honderden melkveehouders uit verschillende Europese landen hebben in Brussel voor het Europese Parlement een symbolische actie gehouden voor een oplossing van de steeds verder dalende melkprijs. Onder de titel: De melk loopt over, de prijzen storten in! werd een met plastic en strobalen gemaakt bad volgespoten met melk, net zo lang tot het vol was en overliep. Ook daarna werd gewoon doorgespoten, net zoals Europa de melkveehouders gewoon door laat melken, ook al is er veel te veel en moet er steeds meer worden opgeslagen. Het melkoverschot loopt op, de melkprijs zakt in en zorgt voor een volgende melkcrisis. De EMB liet de politiek op 10 juli met de actie zien dat het zo langer niet gaat voor de Europese melkveehouders. Organisator en EMB-bestuurslid Erwin Schöpges noemde het een schande dat de melkveehouders weer actie moeten voeren omdat er na de zuivelcrisis in 2009 in feite niets is gedaan om een volgende crisis te voorkomen. Het Europees Parlement discussieert op dit moment over de hervormingen van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB). De EMB maakte van die gelegenheid gebruik om de standpunten van de EMB nogmaals onder de aandacht te brengen bij het Europese Parlement. Ook enkele (bestuurs)leden van de NMV waren hierbij. Om de overproductie op de Europese zuivelmarkt te beheersen wil de EMB de mogelijkheid voor melkveehouders introduceren voor een vrijwillige melkproductievermindering tegen vergoeding. Op deze manier kan bij overproductie zonder quotumkorting toch de melkproductie verminderd worden en kan de zuivelmarkt weer stabiliseren. Als tweede vraagt de EMB om de oprichting van een Europees monitoringsinstituut die de markt analyseert en ondersteuning geeft om In dit nummer: - Wetsvoorstel nieuw mestbeleid naar Tweede Kamer - In memoriam: Jan Verhoef - NMV ondertekent het Convenant Weidegang vraag en aanbod in evenwicht te brengen. Dit kan voorkomen dat de Europese melkplas overstroomt. Onze standpunten zijn duidelijk: de zogenaamde zachte landing tot 2015 van de Europese Commissie leidt opnieuw tot een crash met grote schade in de komende drie jaar, aldus Romuald Schaber, voorzitter van de EMB. Maatregelen boven interventieniveau Er is dringend behoefte aan maatregelen boven het interventieniveau van 21,5 cent. Dit is in feite alleen met een productiebeperking te realiseren, bij voorkeur via een vrijwillige productievermindering. De positieve aanknopingspunten in de voorstellen van Michel Dantin, de Franse afgevaardigde in de Landbouwcommissie van het EP, sluiten hierop aan en zullen in de komende periode samen met de politiek constructief verder moeten worden ontwikkeld. De actie van 10 juli voor het Europese Parlement was een eerste stap op deze weg en moet de druk op de beslissers in de EU sterk opvoeren, aldus Romuald Schaber. Esther de Lange Een viertal parlementsleden van verschillende politieke stromingen spraken de melkveehouders daarna toe. De Belg Marc Tarabella van de sociaal democraten en de Fransman José Bové van de Groenen steunden de melkveehouders van de EMB nadrukkelijk met hun actie en gaven
aan zich vol voor de doelen van de EMB in te zetten. Even later kwam ook de Nederlandse Esther de Lange van de Christen democraten naar de demonstrerende melkveehouders. Esther gaf aan dat er op dit moment hard wordt gewerkt aan een compromis binnen het Parlement over de voorstellen van Michel Dantin (zie kader). Als dit er door zou komen, zou dit volgens De Lange in de toekomst een goede oplossing zijn om de markt te reguleren en te stabiliseren in een crisissituatie. Het komt er op neer dat de Europese Commissie maatregelen kan nemen als blijkt dat de Europese melkproductie harder groeit dan de wereldwijde consumptie. In dat geval kunnen melkveehouders die hun productie niet uitbreiden of zelfs verminderen hiervoor beloond worden. Dit moet dan gefinancierd moeten worden door degenen die meer melken. Hoe dit er in detail uit zou komen te zien is nog niet duidelijk. Een belangrijke vraag is natuurlijk hoe je in een quotumloos tijdperk bepaalt wie meer of minder melkt. Wat is dan het uitgangspunt? De productie van het voorgaande jaar? En wanneer groeit de melkproductie te hard? Als dit bepaald wordt aan de hand van de melkprijs is een monitoringscommissie nodig om een bandbreedte vast te stellen waar onder de melkprijs niet mag zakken. De NMV is nog niet overtuigd dat een dergelijk instrument afdoende is om een zuivelcrises te voorkomen, maar vindt het zeer positief dat de Europese politici er zich van bewust zijn dat er ook in een vrije zuivelmarkt door de overheid gestuurde maatregelen nodig zijn om de markt te stabiliseren en de melkprijs in de benen te houden. De genoemde maatregelen gaan zeker in de richting van de door de EMB gedane voorstellen. Het was bij het ter perse gaan van deze Koebont nog niet duidelijk of het compromis er ook doorgekomen is. Hoop door nieuw voorstel Dantin De crisis in de Europese zuivelmarkt is terug. Hoe lang hij duurt en wanneer het dieptepunt van de prijsdaling wordt bereikt is onzeker. Het voorstel dat Michel Dantin onlangs over de toekomstige Europese landbouwmarkt in het EP presenteerde en de reacties van de EU-parlementariers bieden echter hoop voor Europese melkveehouders. Het voorstel bevat enkele belangrijke punten zoals de invoering van een crisismechanisme met productiebeperking en een Europees instrument voor toezicht op prijzen van voedingsmiddelen. Andere voorstellen van Dantin zijn het ontwikkelen van een vangnet met maatregelen voor interventie en opslag, het verder versterken van producentenorganisaties, het inzetten van een nieuw crisisinstrument voor de landbouwmarkt en het opnemen van uitzonderingen in het mededingingsrecht. Na het zomerreces wordt in Brussel in september en oktober verder over het gemeenschappelijk landbouwbeleid gediscussieerd en eind november in de landbouwcommissie besproken. Het laatste EMB-nieuws is te lezen in de EMB-Nieuwsbrief, deze vindt u op www.europeanmilkboard.org of op www.nmv.nu, klik op Dossiers en vervolgens op EMB. ABRES voorkomt onnodige regelgeving antibiotica rundveehouderij Onlangs stuurden minister Schippers van VWS en staatssecretaris Bleker van EL&I een brief naar de Tweede Kamer, waarin zij strengere regels ten aanzien van antibioticagebruik in de veehouderij aankondigden. De werkgroep ABRES, waarin ook de NMV zitting heeft, maakte beargumenteerd bezwaar tegen strengere regels voor de rundveehouderij. En met succes. Als het aan minister Schippers en staatssecretaris Bleker had gelegen, zou het alle veehouders voortaan verboden worden om zelf nog langer antibiotica op voorraad te hebben of toe te dienen. Het platform ABRES (interdepartementaal platform antibiotica resisten tie) beargumenteerde dat dit voornemen onterecht en overbodig was waar het de rundveehouderij betrof. Immers, de voorstellen van ABRES behelzen onder meer dat voor elk bedrijf een bedrijfsgezondheids- en behandelplan moet worden opgesteld, in samenwerking met de dierenarts. In dit plan wordt nauwkeurig vastgelegd hoeveel dierdagdoseringen van welk geneesmiddel op een bedrijf toegediend worden, en welke maatregelen er genomen zullen worden om het antibioticagebruik verder omlaag te brengen. Toon van Hoof van ABRES zegt hierover (in de Nieuwsbrief van LTO Noord d.d. 7 juni 2012): Het gebruik van antibiotica in de rundveehouderij is ver- 2
antwoord en transparant. Dat blijkt steeds uit de verschillende rapportages van LEI en anderen. Dit jaar werken we nog aan het inrichten van de systemen om te rapporteren. Eind van het jaar kunnen we keiharde cijfers presenteren. Vrijstelling Dat de minister en de staatssecretaris zich hebben laten overtuigen, blijkt nu uit de vrijstelling die rundveehouders kunnen verwerven. Veehouders die een bedrijfsgezondsheids- en behandelplan hebben opgesteld kunnen, onder voorwaarden, zelf antibiotica op het bedrijf op voorraad houden en zelf blijven toedienen. De NMV had aanvankelijk problemen met de extra rompslomp die deze bedrijfsgezondsheids- en behandelplannen voor de melkveehouder met zich meebrengen. In de melkveehouderijsector is onverantwoord antibioticagebruik immers geen opvallend probleem, waardoor deze sector zou worden belast met maatregelen tegen problemen die ze niet veroorzaakt heeft wellicht enkele uitzonderingen daargelaten. Regelgeving en bureaucratie hebben binnen de landbouw toch al buitenproportionele vormen aangenomen. Een melkveehouder die antibiotica verantwoord gebruikt zou daarom zo min mogelijk moeten worden lastiggevallen met maatregelen. Het nu gesloten compromis bleek echter het best haalbare voor de melkveehouderij, zodat de NMV zich achter het ABRES-voorstel heeft geschaard. De NMV zal zich binnen ABRES blijven inzetten voor werkbare regelgeving. Aanvragen Natuurbeschermingswetvergunning: Onduidelijkheden blijven Voor veel melkveehouders blijft onduidelijk of zij nu wel of geen NB-(Natuurbeschermings)-wet vergunning moeten aanvragen wanneer zij het bedrijf uitbreiden of veranderen. Omdat de Natuurbeschermingswet nog steeds niet duidelijk is, er uitspraken zijn van de Raad van State en er ook nog verschillende provinciale verordeningen zijn, is het moeilijk aangeven of melkveehouders bij nieuwe plannen of projecten een Nb-wet vergunning nodig hebben. De provincie is bevoegd gezag ten aanzien van de natuurbeschermingswetgeving en beslist daarom ook over de vergunningen. Stikstof/ammoniakuitstoot van belang Het is ten eerste van belang om te weten of uitbreiding of verandering van het bedrijf significant effect kan hebben op een beschermd natuurgebied. Dit significante effect betreft voornamelijk de hoeveelheid stikstof/ammoniak die een bedrijf uitstoot. Daarbij moet rekening worden gehouden met de afstand tot het natuurgebied. Die afstand heeft weer te maken met de gevoeligheid van het gebied voor ammoniak. Welke beschermde planten heeft het gebied en hoeveel stikstof kan die plant verdragen ofwel: wat is de kritische depositiewaarde (KDW)? Wat is en wordt de stikstofuitstoot van het bedrijf? Wanneer er een toename is van stikstofuitstoot zal er moeten worden getoetst (passende beoordeling). Wijzigen Crisis- en Herstelwet Door de Crisis- en Herstelwet werd artikel 19kd in de Nb-wet van kracht. Het was de bedoeling dat nieuwe plannen of projecten die geen toename van stikstof hadden ten opzichte van december 2004 geen Nb-wet vergunningplicht zouden hebben. Echter door een uitspraak van de Raad van State op 7 september 2011, die bepaalt dat door artikel 19kd de vergunningplicht niet vervalt, is dus voor ieder plan of project een vergunning nodig. Provincies kunnen met een Verklaring van geen bedenking een vergunning afgeven wanneer een plan of project geen stikstoftoename heeft ten opzichte van december 2004. Omdat dit echter extra veel administratieve lasten met zich meebrengt wil de overheid op korte termijn de tekst van artikel 19kd aanpassen door de Crisis- en Herstelwet te wijzigen. Daarnaast zijn er bedrijven die al uitgebreid hebben en dus een veranderde stikstofuitstoot hebben, maar geen Nb-wet vergunning hebben aangevraagd. Deze bedrijven kunnen een schrijven krijgen van de provincie. Omdat de stikstofverordeningen verschillen zal iedere provincie hier anders mee omgaan. Daarom zal ook de aanpak omtrent de vergunning variëren. 3
NMV ondertekent het Convenant Weidegang Op 18 juni heeft voorzitter Hans Geurts namens de NMV het Convenant Weidegang ondertekend. De ondertekening vond plaats in een weiland tussen de koeien bij de familie Galesloot (NMV lid) te Weesp. Het initiatief voor het convenant is genomen door de Nederlandse Zuivel Organisatie (NZO) en LTO Nederland. Onder de ondertekenaars bevinden zich organisaties van melkveehouders, zuivelondernemingen, erfbetreders zoals voerleveranciers, banken, accountants, dierenartsen en fokkerijorganisaties, retail, kaashandelaren, maatschappelijke organisaties, terreinbeherende organisaties, overheid, onderwijs en wetenschap. Het doel van het convenant is de koe zoveel als mogelijk is in de wei te houden. Alle ondertekenaars van het convenant onderschrijven het belang van weidegang voor de melkveehouderij en zien het als een gezamenlijke verantwoordelijkheid om weidegang tenminste op het huidige niveau te houden. Elke ondertekende organisatie verplicht zich om vanuit zijn rol een bijdrage te leveren aan het behouden van weidegang. De NMV onderschrijft het belang van weidegang voor het imago van de melkveehouderij in Nederland. Dit mag absoluut niet gezien worden als een veroordeling van opstallende bedrijven. Ook hier kan het dierenwelzijn prima in orde zijn. Door de Nederlandse burger wordt hier echter toch anders naar gekeken. De koe is kenmerkend voor het Nederlandse landschap en de burgers hechten veel waarde aan koeien in de wei. Weidegang levert ook een bijdrage aan het natuurlijk diereigen gedrag van koeien. Ook hier wordt in toenemende mate aan gehecht. Het aandeel van de koeien dat weidegang krijgt loopt echter al jaren achteruit. Hiervoor zijn meerdere oorzaken aan te wijzen. Het gevolg is dat ook de melkveehouderij steeds meer kritiek krijgt van verschillende maatschappelijke en politieke groeperingen en steeds meer bestempeld wordt als intensieve veehouderij. Een verdere teruggang van het aandeel weidegang zal het imago van de melkveehouderij in Nederland dan ook zeker verslechteren. Ondertekening geen vanzelfsprekendheid Het NMV-bestuur vindt het dan ook positief dat dit initiatief genomen is. Desalniettemin was het mede ondertekenen van het convenant zeker geen vanzelfsprekendheid. Gezien het belang dat gehecht wordt aan weidegang kunnen we spreken van een dienst van melkveehouders aan de samenleving. De NMV is van mening dat melkveehouders die weidegang toepassen voor deze dienst dan ook beloond dienen te worden. De NMV heeft aangegeven dat er bij de rol van de retail zou moeten worden toegevoegd dat zij producten die geproduceerd zijn met melk van koeien die weidegang hebben gehad, zouden moeten aanbieden tegen een meerwaarde. Het bleek mededingingstechnisch echter niet mogelijk te zijn om dit in een convenant af te spreken. Ook vindt de NMV dat de overheid een grotere rol kan spelen dan nu in het convenant is beschreven. In het mest- en ammoniakbeleid kan veel meer rekening gehouden met de maatschappelijke wens tot weidegang. Weidegang beperkt de ammoniakemissie (ammoniak ontstaat alleen als vaste mest en urine bij elkaar komen), dus kunnen melkveehouders die weidegang toepassen bijvoorbeeld beloond worden door ze geen verdere emissiebeperkende maatregelen op te leggen. Ook pleit de NMV voor een weidetoeslag binnen de vergroening van het GLB. Ondertekenaars op hun verantwoording wijzen Ondanks dat de rol van veel ondertekenaars behoorlijk vrijblijvend lijkt en misschien niet alles in het convenant staat wat de NMV zou wensen, is toch besloten het convenant mede te ondertekenen. Er staan namelijk ook geen zaken in waar de NMV zich niet in kan vinden. Het uitgangspunt van het convenant is goed en een goed imago voor de melkveehouderij is van belang voor alle melkveehouders, zeker ook voor degenen die er voor kiezen om de koeien jaarrond op te stallen. Het NMV-bestuur ziet dit convenant slechts als een begin. Ieder jaar zullen alle ondertekenaars bij elkaar komen en zal geanalyseerd worden welke inspanningen alle partijen hebben geleverd en of dit voldoende geweest is. Door het convenant mede te ondertekenen kan de NMV hierin meepraten en alle partijen op hun verantwoordelijkheid wijzen. Het is nu een gezamenlijke verantwoordelijkheid geworden om de koe zoveel mogelijk in de wei te houden. Als het aandeel weidegang desondanks toch terugloopt (en dit is zeker niet ondenkbaar) kunnen de melkveehouders hier niet alleen 4
op afgerekend worden. Voor de NMV is het duidelijk dat melkveehouders concurrerend moeten zijn om in de toekomst te kunnen overleven. Indien de maatschappij daarnaast ook de koe in de wei wenst te behouden, zullen de melkveehouders hiervoor beloond moeten worden. Indien het aandeel weidegang toch verder terugloopt, is de beloning dus onvoldoende geweest. Niemand mag verwachten dat een melkveehouder ten koste van het overleven van zijn bedrijf weidegang toepast. De NMV zal de evaluatie gebruiken om alle ondertekenaars hier voortdurend op te wijzen. De mogelijkheid om mee te praten en invloed te hebben in het belang van de leden melkveehouders heeft voor het NMV-bestuur de doorslag gegeven om het Convenant Weidegang te ondertekenen. NMV actueel 1-6 Wereldmelkdag EMB-actie in Stockholm 1-6 Bondscongres NBHV 5-6 Vergadering Platform ABC 6-6 Bestuurlijk Symposium Hoog & Droog 11-6 Vakbondenoverleg 12-6 OPNV mini symposium 12-6 One Health Game lustrum 150-jarig bestaan KNMvD 13-6 Communicatiegroep ABRES 13-6 Gesprek met dhr. Beekman van PZ over het melkpakket 14-6 PZ-commissie Melkveehouderij 18-6 Overleg ivm NB-wet bij provincie Gelderland 18-6 Vervolgbijeenkomst begeleidingscommissie ganzen + salmonella 18-6 Ondertekening Convenant Weidegang 20-6 ARC event 3 Farmers 3 Continents 3 Perspectives - the global and local impact of the CAP 20-6 Gebruikersgroep I&R rund 29-6 Conferentie Toekomst GLB, georganiseerd door Huis van Europa en LTO 29-6 Overleg ministerie EL&I met dhr. G. de Peuter 29/30-6 NRM In memoriam: Jan Verhoef Op 23 juni is Jan Verhoef, één van de oprichters van de NMV, onverwachts overleden. Jan was getrouwd met Andrea en samen kregen ze vier kinderen. Tot ze in 2005 naar Canada emigreerden hadden zij een melkveebedrijf in Lelystad. Ook vanuit Canada onderhield Jan de contacten met familie, vrienden en collegabestuurders erg trouw. Wanneer hij weer even terug in Nederland kwam konden deze vrijwel altijd op zijn bezoek rekenen. De NMV heeft veel te danken aan Jan. In zijn bestuurstijd had Jan altijd een duidelijke stem binnen de vergaderingen, waarbij hij goed oplette dat iedereen zijn inbreng kon doen. Zijn mening verduidelijkte hij vaak met zaken vanuit de geschiedenis waardoor het zonder één woord teveel te gebruiken voor iedereen duidelijk was. Jan was een meester in het terugbrengen van discussies naar de essentie van het onderwerp. Dit gebeurde op een luidde, duidelijke en ontnuchterende manier. Ondanks dat hij al een poos het NMV-bestuur verlaten heeft, worden nog vaak zijn karakteristieke uitspraken binnen en buiten de vergaderingen gebruikt. Uitspraken van Jan die we nooit zullen vergeten zijn: Belangenbehartiging: Trek aan je eigen wagen, anders ga je achter andermans wagen lopen duwen en kom je er nooit - Blijf gemotiveerd, dan komt er altijd een oplossing - De Koning Herodes-tactiek met betrekking tot het ruimen van veebedrijven in de Mond- en Klauwzeertijd. Over collegialiteit: Ik hoop dat het mijn buren goed gaat, want dan komen ze niet bij mij stelen. Over het complexe mestbeleid zei hij: Als ze mest vonden op Mars was de wereld te klein. Vanaf de tribune op de Rechtbank tegen de Bestuursrechter: Als wij gelijk hebben zeggen jullie niks, dan gaat de zaak op de stapel in de kast. Die draai jij (!) op slot en de sleutel gooi je weg! Over de lage melkprijzen: Wie voor niks wil werken kan morgen bij mij in dienst. Jan was een NMV-er in hart en nieren en hield de NMV in Canada via de NMV-site goed in de gaten. Tijdens een bezoek van een oud-nmv-bestuurder aan de Knarhoeve in Red Deere toonde hij met trots het NMV-bord dat hij gekregen had bij zijn afscheid van het NMV-bestuur. Wij hebben bij het overlijden van Jan een waardevol mens verloren en wensen vanaf deze plaats Andrea, de kinderen en verdere familie, vrienden en kennissen veel sterkte toe. 5
Wetsvoorstel nieuw mestbeleid naar Tweede Kamer Staatssecretaris Bleker heeft begin juli het wetsvoorstel voor het nieuwe mestbeleid samen met het advies van de Raad van State naar de Tweede Kamer gestuurd. De NMV kan zich in grote lijnen vinden in het wetsvoorstel. Het belangrijkste uitgangspunt is dat de mestproducent verantwoordelijk is voor de afzet van zijn mest. Iedere veehouder zal in de toekomst elk jaar voor 15 mei aan moeten geven waar hij de mest die hij dat jaar denkt te produceren afzet. Indien hij deze op zijn eigen grond kwijt kan, heeft hij geen enkel probleem. Moet hij een gedeelte van de mest buiten het bedrijf afzetten dan kan hij mestplaatsingsovereenkomsten afsluiten met grondeigenaren of een mestverwerkingsovereenkomst met een mestverwerker. Om de mestverwerking van de grond te krijgen, wordt het verplicht om een bepaald % van het mestoverschot aan te bieden aan een mestverwerker. Dit % verschilt per regio en moet door de minister ieder jaar opnieuw definitief vastgesteld worden. Op dit moment zijn de voorstellen om in 2013 te beginnen met 10% voor regio Zuid, 5% voor regio Oost en 0% voor regio Overig. Dit loopt dan in 2015 op tot 50% in regio Zuid, 30% in regio Oost en 10% in regio Overig. De mestverwerkingsovereenkomsten moeten al voor 1 januari van het komende mestjaar afgesloten worden. Wetsvoorstel Bleker negeert aangenomen Kamermotie regionale mestafzet De NMV is teleurgesteld over het niet opnemen van een vrijstelling van de verplichte mestverwerking bij de afzet van mest binnen de regio (30 km zone). De NMV vindt dan ook dat de Tweede Kamer moet vasthouden aan deze motie. Staatssecretaris Bleker geeft wel aan dat deze motie middels de mogelijkheid tot overdracht van de mestverwerkingsplicht is ingebouwd in het nieuwe stelsel, maar dat is slechts ten dele waar. Bovendien zijn er grote nadelen aan deze invulling van de motie. Uiteraard moet er bij overdracht de van de mestverwerkingsplicht een contract worden afgesloten en moet hiervoor worden betaald. Hierdoor ontstaat handel in een nieuw rechtensysteem van afkoop mestverwerkingsplicht. Dit is volledig strijdig met de lijn van het ministerie om juist af te willen van het betalen voor quotum of dierrechten en het terug willen brengen van de lastendruk. Veel melkveehouders met onvoldoende plaatsingsruimte hebben relatief maar een klein mestoverschot. Een melkveehouder in regio Overig bijvoorbeeld die 300 m 3 mest moet afzetten moet hiervan in 2014 5% =15 m 3 en in 2015 10% = 30 m 3 laten verwerken. Dit is nog niet één vrachtwagen vol. Deze melkveehouder heeft dan de keuze voor een waarschijnlijk zeer dure afvoer naar een mestverwerker of rompslomp en kosten van het afkopen van de verplichting bij een andere veehouder. Drempelwaarde instellen Dit alles is bij de vrijstelling binnen een 30 km zone niet nodig. Indien de staatssecretaris dit niet in het wetsvoorstel wil inbouwen, pleit de NMV ervoor om een drempelwaarde in te stellen waaronder de verplichte mestverwerking niet geldt. Deze mogelijkheid zit ook in het wetsvoorstel, maar deze moet dan ruim genoeg zijn om bovengenoemde problematiek te voorkomen. Het gros van de melkveehouders met een relatief klein overschot zou hiermee buiten verwerkingsplicht moeten vallen. Advies Raad van State De 30 km zone en/of een drempelwaarde sluit daarnaast precies aan bij het advies van de Raad van State: De verplichting om vooraf afzetovereenkomsten te sluiten voor de hoeveelheid mest die niet overeenkomstig de gebruiksnormen op het eigen bedrijf zal kunnen worden aangewend, sluit aan op de eigen verantwoordelijkheid die de betrokken veehouders in deze dienen te nemen. Van de noodzaak en de reden om bedrijven te verplichten om voor een bepaald percentage van hun mestoverschot mestverwerkingsovereenkomsten te sluiten is zij echter vooralsnog niet overtuigd.(...) De Afdeling tekent hierbij aan dat de mestverwerkingsplicht een bijzonder instrument is, dat direct ingrijpt in de markt en in contractuele verhoudingen. De inzet van een dergelijk instrument vereist een overtuigende motivering, waarin de problematiek duidelijk wordt omschreven en waaruit volgt waarom andere oplossingen niet volstaan. De mogelijke voordelen van het instrument moeten daarbij worden afgewogen tegen de mogelijke nadelen en risico s ervan. De Afdeling wijst erop dat in sommige gebieden waar een schaarste is aan mest, de aanvoer van mest voor akkerbouwers via mestplaatsingsovereenkomsten met (nabijgelegen) veehouders kan worden bemoeilijkt door de verwerkingsplicht. De verplichte aanvoer van mest naar verwerkers kan daarnaast te hoge prijzen in de hand werken. Bovendien leidt de verwerkingsplicht tot nieuwe administratieve lasten voor het bedrijfsleven en handhavingslasten voor de overheid. (...) Zoals de Afdeling hierboven heeft opgemerkt, is vanuit het belang van de bescherming van het milieu niet overtuigend aangetoond dat naast de bestaande gebruiksnormen de voorgestelde verplichting om preventief mestafzetovereenkomsten te sluiten niet toereikend zou zijn 6
VAN DE VOORZITTER NMa om een onverantwoorde aanwending van dierlijke meststoffen te voorkomen. (...) De Afdeling adviseert in het licht van het bovenstaande de voorgestelde regeling van de mestverwerkingsplicht dragend te motiveren en het voorstel zo nodig aan te passen. Onlangs heeft de Nederlandse Mededingingautoriteit (NMa) twee coöperaties van paprikatelers en een vijftal telers van zilveruitjes beboet voor totaal 23 miljoen euro. Er zouden prijsafspraken en afspraken over het maximaal in te zaaien areaal zijn gemaakt. Ik heb mij enorm gestoord aan dit optreden van de NMa. Iedereen weet dat het al jaren belabberd gaat in de tuinbouw. Er wordt net als in veel andere takken in de agrarische sector al jaren niets verdiend of zelfs fors verlies gemaakt. Ieder onderzoek toont keer op keer aan dat de marge in de keten zeer slecht verdeeld is met geen tot een negatief rendement voor de producenten. En iedere keer als dit weer naar buiten komt staan de politici op hun achterste benen, wordt uitgezocht hoe dit kan en zal het beter worden. Er wordt volop gediscussieerd over het verdienmodel, maar er gebeurt helemaal niets! De kern van de zaak is al lang bekend en hebben wij als NMV ook keer op keer aangekaart: Een individuele boer of tuinder heeft geen enkele invloed op de totale Fosfaat overschot melkveehouderij gering Uit het wetsvoorstel blijkt verder dat ondanks dat in 2010 54% van de totale fosfaatproductie van de melkveehouderij afkomt, zij slechts verantwoordelijk is voor een relatief klein gedeelte van het overschot. Waar de hokdieren (varkens en pluimvee) een overschot hebben van 66 miljoen kg fosfaat, heeft de melkveehouderij slechts een overschot van 9 miljoen kg fosfaat. Hier komt nog bij dat verwacht wordt dat de melkveehouderij middels het voerspoor de fosfaatproductie vermindert met 10 miljoen kg. Indien dit lukt, en daar lijkt het op, heeft de melkveehouderij uitgaande van de situatie in 2010 helemaal geen fosfaatoverschot meer. Verder is er door de goede samenstelling en het hoge organisch stofgehalte van rundveedrijfmest veel vraag vanuit de tuinbouw en akkerbouw. De NMV vindt het daarom niet zinvol en onterecht om veel rundveedrijfmest te laten verwerken. Dit pleit er nog eens voor om middels de 30 km zone of een voldoende hoge drempelwaarde zo veel mogelijk rundveedrijfmest rechtstreeks op het land te plaatsen. productie en kan zelf alleen op zo efficiënt mogelijke wijze zo veel mogelijk produceren. Hierdoor wordt onder normale omstandigheden bijna altijd te veel geproduceerd met lage prijzen als gevolg. In feite hebben deze telers precies gedaan wat ze moesten doen: namelijk het aanbod reguleren om een kostendekkende prijs te krijgen. Ik snap best dat de NMa de taak heeft om de consument te beschermen en dat voorkomen moet worden dat er kartels ontstaan die misbruik maken van hun machtspositie. Dat is hier echter helemaal niet aan de orde. Deze telers hebben het enigste gedaan dat zij kunnen doen om niet continu onder de kostprijs te hoeven produceren. Naar mijn mening is de taakstelling van de NMa achterhaald. De NMa heeft alleen oog voor het belang van de consument, maar het is tegenwoordig niet de consument die een probleem heeft, maar de producent. Als deze continu onder de kostprijs moet werken is dat niet duurzaam en zeker niet in het belang van de consument. Als er veel producenten failliet gaan, ontstaat er een tekort en wordt de prijs voor de consument juist onnodig hoog. Verplichte mestverwerkingpercentages erg hoog De NMV vindt verder de verplichte percentages mestverwerking erg hoog en niet goed onderbouwd. Eerst moet te allen tijde de plaatsingsruimte kunnen worden benut en er moet geen onnodige verwerking van mest plaatsvinden. Ook dit wordt in het advies van de Raad van State onderschreven. Daarnaast is er nog steeds onvoldoende zicht op de mogelijkheid tot het realiseren van voldoende (rendabele) verwerkingscapaciteit en de afzet van de eindproducten. De NMV zal bovengenoemde aandachtspunten voor de behandeling van het wetsvoorstel aankaarten bij de politici. Er ontstaat instabiliteit met te hoge en te lage prijzen. De oplossing is in mijn ogen regulering onder toezicht. De overheid moet de producenten de vrijheid geven om het aanbod te reguleren, maar houdt er toezicht op dat hier geen misbruik van gemaakt wordt. In feite is dit precies wat de EMB voorstelt: richt een onafhankelijk monitoringsinstituut op die de markt en de kostprijs continu analyseert. Het monintoringsinstituut stelt vervolgens een bandbreedte vast waarbinnen de opbrengstprijs mag fluctueren. Geef de producenten de mogelijkheid om het aanbod te sturen binnen deze bandbreedte. Maar houdt toezicht en grijp in als de prijs te hoog wordt. Op deze manier creëer je een gecontroleerde marktwerking. Hierdoor ontstaat stabiliteit met redelijke prijzen, waar zowel de consument als de producent baat bij heeft, maar uitgaande van de Europese verdragen ook recht op heeft. Hans Geurts, voorzitter NMV 7
Agenda 20 augustus NMV-bestuursvergadering om 20.00 uur in De Schakel, Nijkerk. NMV-secretariaat verhuisd Het secretariaat van de Nederlandse Melkveehouders Vakbond is verhuisd per 1 juli 2012. Het nieuwe postadres is De Brenk 1a, 4031 JL te Ingen. Onze verdere contactgegevens blijven gelijk. NMV-stand op Nederlandse Rundvee Manifestatie Op de NMV-site www.nmv.nu vindt u actueel nieuws. Adressen NMV Secretariaat NMV De Brenk 1a, 4031 JL Ingen tel. 0344-655336 / fax 0344-655221 email info@nmv.nu www.nmv.nu Contactpersonen NMV Groningen: Steef Pronk, De Wilp, 0594-642922 Drenthe: Johan Inberg, Koekange, 0522-451125 Friesland: Harm Wiegersma, Rinsumageest, 0511-421083 Flevoland: Laurens van Bavel, Zeewolde, 036-5228630 Noord-Overijssel: Ronald van der Scheer, Kamperveen, 06-53398247 Oost-Nederland: Marion Logtenberg, Baak, 0575-441504 Rivierengebied: Peter van Beest, Lienden, 0344-662334 Gelderse Vallei/Utrecht-Oost: Wim Verbeek, Resnwoude, 06-53507103 Noord-Holland Noord: Sjaak Ruyter, Schagen, 0224-297156 Gooi- en Vechtstreek: Jan Galesloot, Weesp, 0294-253447 De Ronde Venen: Rene Wahle, Zevenhoven, 06-10648997 Krimpenerwaard en Lopikerwaard: Chiel Markus, Papekop, tel. 0348-565588 Alblasserwaard en Vijfheerenlanden: Teunis Sterk, Hei- en Boeicop, 0347-342132 Zuid-West: Marius Bouwmeester, Bosschenhoofd, 0165-317667 Maaskant, Limburg en Zuidoost-Brabant: Pieter Sommers, Elsendorp, 0492-359008 U kunt zich aanmelden als lid of informatie aanvragen via de contact personen of bij het NMV-secretariaat. Foto Koebont : Roeland Koning 8 Ook dit jaar had de NMV besloten om ambachtelijk gemaakte roomijs uit te delen op de NRM. Voor de eerste keer werd de NRM gehouden in de IJsselhallen te Zwolle. Vele leden en belangstellenden wisten de stand van de NMV te vinden om een praatje te maken over de verschillende onderdelen van de melkveehouderijsector met (regio) bestuursleden onder het genot van een verkoelend roomijsje. Ook was voor deze gelegenheid de bekende Faironika voorzien van een melkbaar uier. Groot en klein probeerden hier de Faironika uit te melken. MAINEnergie heeft inmiddels veel NMV-ers als vaste klant. De kracht van MAINEnergie zit in het persoonlijke contact en het vertrouwen van de klant. Onze zakelijke klanten profiteren niet alleen van onze gunstige tarieven, maar ook van onze service en advies op maat van hun eigen persoonlijke accountmanager. Als u klant wordt bij MAINEnergie profiteert u van onze scherpe tarieven en onze overstapservice. Ledenactie Wij nemen alle administratieve rompslomp uit handen en verzorgen de totale, naadloze overstap. Hierdoor blijft u te allen tijde verzekerd van levering van stroom en gas. Wilt u net als vele andere collegabedrijven profiteren van scherpe energietarieven? Neem dan contact op met het Accountteam van MAINEnergie. U kunt ons telefonisch bereiken op 088-08 09 000 of per e-mail via: helpdesk@mainenergie.nl. Meer informatie kunt u nalezen in de bijgevoegde flyer. Vraag van een lid Klachten over oormerken? Een oormerk is een commercieel product, daarom horen klachten over de kwaliteit van oormerken altijd bij de leverancier terecht te komen. Dus nooit bij andere instanties, zoals Dienst Regelingen(!), ook al heeft DR ooit een lijst van oormerkgegevens vrijgegeven. Als uw leverancier uw klacht niet naar tevredenheid afhandelt, laat hem dan weten dat u niet tevreden bent en zoek vervolgens een andere leverancier. In de Koebont van april 2012 kunt u de gegevens van DR over uitvallende oormerken nog eens nalezen. Bent u nog geen lid van de NMV? En wilt u lid zijn van een organisatie waarin u kan meedenken, meepraten en meebeslissen? Wordt dan nu lid van de NMV, de sectorale belangenbehartiger van en voor melkveehouders waar uw inkomen en belang centraal staan. Word nu lid tot 1 januari 2014 en betaal maar 10 extra! Wie nu lid wordt, kan kiezen uit een welkomstgeschenk: ontvang één van de prachtige De faire melk doeken gratis of kies voor een blauwe overall met op het voorzakje het logo van de NMV en op het achterpand: Inkomen, daar draait t om. Ook wanneer u uw collega lid maakt, beloont de NMV dit met één van de welkomstgeschenken. Geef u op bij het NMV- secretariaat, tel. 0344-655336 of via onze site www.nmv.nu. De NMV-overalls zijn ook te bestellen. Ze kosten 29,- per stuk, de verzendkosten bedragen 7,50. Verkrijgbaar in de maten 50, 52, 54, 56, 58, 60 en 62. De overalls zijn ook te bestellen in kindermaten 116, 128, 134, 140, 158 en 164. De kinderoveralls kosten 35,- per stuk.