Werkstuk Aardrijkskunde Klimaatverandering

Vergelijkbare documenten
Bedreigingen. Broeikaseffect

Praktische opdracht Economie Broeikaseffect

Werkstuk Aardrijkskunde Broeikaseffect

KLIMAATVERANDERING. 20e eeuw

Klimaat is een beschrijving van het weer zoals het zich meestal ergens voordoet, maar ben je bijvoorbeeld in Spanje kan het ook best regenen.

Klimaatverandering Wat kunnen we verwachten?

1 Kun je aan planten zien wat je aan moet?

Opwarming van de aarde

DE TOEKOMST VAN DE AARDE

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk en

BANANEN LANGS DE NOORDZEE antwoordblad

Samenvatting Biologie Thema 7

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 2

Wordt de klimaatsverandering veroorzaakt door de mens, of is het een natuurlijk proces?


Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 2

6,1. Werkstuk door een scholier 1953 woorden 1 april keer beoordeeld. Hoofdvraag: Wat zijn de gevolgen van het versterkte broeikaseffect?

Leren voor de biologietoets. Groep 8 Hoofdstuk 5

Les Koolstofkringloop en broeikaseffect

LAAT DE WIND WAAIEN

Soms moet de lucht omhoog omdat er een gebergte ligt. Ook dan koelt de lucht af. Er ontstaan wolken en neerslag. Dit is stuwingsregen.

Lesbrief. watersnoodramp. 1 februari Afdeling Communicatie waterschap Hollandse Delta

Duurzaamheid. Openbare wijkraad vergadering 15 nov 2018

LES 2: Klimaatverandering

Samenvatting Aardrijkskunde 4.1 t/m 4.6

et broeikaseffect een nuttig maar door de mens ontregeld natuurlijk proces

5,9. Werkstuk door een scholier 2016 woorden 21 mei keer beoordeeld. Scheikunde. Broeikaseffect. Inhoudsopgave:

4 keer beoordeeld 4 maart Natuurkunde H6 Samenvatting

7,5. Samenvatting door Anne 867 woorden 12 april keer beoordeeld. Aardrijkskunde. paragraaf 2. klimaten wereldwijd.

Thema: Noordpool, natuur, dieren, reizen, klimaat

Klimaatverandering in internationaal perspectief

Een mengsel van lucht, hete verbrandingsgassen en kleine deeltjes vaste stof In rook zitten ook soms vonken

Werkstuk Maatschappijleer Broeikaseffect

Thema 5 Weer en klimaat

Toets_Hfdst2_WeerEnKlimaat

Braziliaanse regenwoud. Jesse Klever. Groep 7

6,4. Werkstuk door een scholier 2086 woorden 22 juni keer beoordeeld. Aardrijkskunde

Aardrijkskunde samenvatting H2: Klimaat: is een beschrijving van het gemiddelde weer over een periode van 30 jaar.

3. Verwerking door discussie. (15 min.) De feiten en juiste antwoorden zijn voor de docent ter beschikking in dit document.

Samenvatting Aardrijkskunde H1 paragraaf 6t/m 14

Practicum: Hoezo Zeespiegelstijging?

AKKademie Inagro 24 mei 2019

klimaatverandering en zeespiegelstijging Klimaatverandering en klimaatscenario s Achtergronden Prof Dr Bart van den Hurk

Deelvraag 1: Wat zijn de oorzaken van klimaatverandering en wat houdt klimaatverandering in?

Lesbrief. watersnoodramp. 1 februari Afdeling Communicatie waterschap Hollandse Delta

Werkstuk Informatica Energie

KNMI 06 klimaatscenario s

Les bij klimaatverandering:

Klimaatverandering. Opzet presentatie

Hoe komt het dat er moesson is in Bangladesh?

Bronnenboek p volledig lezen

The Day After tomorrow... Waarom wachten

Toets_Hfdst2_WeerEnKlimaat

foto: Vera Siemons Resultaten onderzoek naar klimaatbeleving Uitgevoerd door Gfk i.o.v. Achmea - oktober 2016

Klimaat in de 21 e eeuw

Het milieu is rechtstreeks verantwoordelijk voor onze gezondheid (zuivere lucht, zuiver water zijn nodig om te overleven.)

d rm Neder wa e landopg

Tropisch Nederland. 1. Aanzetten. 1.a Tropisch Nederland

Opwarming van de aarde

Klimaatverandering. Opzet presentatie

klimaatverandering Planet

Factsheet klimaatverandering

3. Verwerking door discussie. (15 min.) De feiten en juiste antwoorden zijn voor de leraar ter beschikking in dit document.

Bouwen met klimaatverandering

Samenvatting ANW Hoofdstuk 7, Leven op aarde

Opdracht 1 en 2. Voorbeeld: Deze toets is dat wel moeilijk; maar het toen is erg belangrijk dat je laat hondje zien wat je kunt.

Werkstuk ANW Het broeikaseffect

Samenvatting Aardrijkskunde H.2 tot paragraaf 8

Klimaatverandering. Opzet presentatie

Vooraleer de leerlingen de teksten lezen, worden de belangrijkste tekststructuren overlopen (LB 265).

Samenvatting Natuurkunde hoofdstuk 4

Docentenvel opdracht 19 (campagne voor een duurzame wereld en een samenwerkend Europa)

De ontbrandingstemperatuur is de laagste temperatuur waarbij een stof gaat branden

3. Verwerking door discussie. (15 min.) De feiten en juiste antwoorden zijn voor de docent ter beschikking in dit document.

Ik ben de Kaars! De Kaars is van adel, ze praat daarom wat uit de hoogte. ENERGIE 5 6 GROEP. Dit verhaal is onderdeel van de Europese Verhalenkoffer.

economische mogelijkheden sociale omgeving ecologisch kapitaal verborgen kansen

Practicum: Hoezo Zeespiegelstijging?

Klimaat verandert toerisme

Klimaatverandering. Klimaatverandering. Klimaatverandering. Klimaatverandering. Klimaatverandering Klimaatverandering

Opwarming van de aarde hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

BROEIKASEFFECT HET BROEIKASEFFECT: FEIT OF FICTIE? Lees de teksten en beantwoord de daarop volgende vragen.

Werkstuk Biologie Het (versterkte) broeikaseffect

Begrippen. Broeikasgas Gas in de atmosfeer dat de warmte van de aarde vasthoudt en zo bijdraagt aan het broeikaseffect.

KNMI 06 klimaatscenario s

Kustlijn van de Noordzee

Lesbrief BIJZONDERE SCHATTEN OPDRACHT 1 - SCHATGRAVEN IN DE NOORDZEE

DVD speler. mobiele telefoon. verwarming. Lees de uitleg over meten. en energie meten. Zet een X bij het juiste antwoord.

Alternatieve energieopwekking

1.7 Kwartet over de verschillende energiebronnen

NME centrum Betuwe LES 1

Naam: Thijs. Groep: 6/7. School: St.Willibrordusschool

NME centrum Betuwe LES 1

LESINSTRUCTIE GROEP 5/6

Klimaatveranderingstand. wetenschap. Prof Wilco Hazeleger

Introductie Presentatie aan Bewonersorganisatie. Milieu en Kortenbos Wat kunnen we zelf doen

Naam: WATER. pagina 1 van 8

Werkstuk ANW Broeikaseffect

HET BROEIKASSEFFECT / DE STRALINGSBALANS / OPWARMING AARDE

Transcriptie:

Werkstuk Aardrijkskunde Klimaatverandering Werkstuk door een scholier 2433 woorden 25 april 2004 6,5 277 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde 1. Veranderend klimaat De afgelopen jaren is het klimaat vaak in het nieuws geweest. Je hoort over hittegolven, stormen, droogtes, ijsregens en overstromingen. Het klimaat verandert door dat de aarde warmer wordt. Deze temperatuurstijging wordt door wetenschappers wereldwijde opwarming genoemd. Waarom wordt het warmer? Het klimaat op aarde is vaak vanzelf veranderd: Er zijn ijstijden geweest en er zijn periodes geweest waarin de aarde vrij snel warmer werd. Sommige wetenschappers geloven dat de klimaat-verandering nu ook gewoon vanzelf gaat. Maar veel wetenschappers denken dat het door de mensen komt. We verbranden namelijk veel meer fossiele brandstof (olie, steenkool en aardgas) dan eerst. Daardoor komen er steeds meer rookgassen in de lucht terecht. Wat zal er gebeuren? Niemand weet precies wat er verandert aan ons klimaat. Het kan op sommige plaatsen droger worden en de temperatuur kan 4ºC stijgen. Op andere plaatsen wordt het misschien een paar graden koeler. Het zal vaker stormachtig zijn. Gletsjers en ijsbergen kunnen gaan smelten en voorgoed verdwijnen. Er kan van alles gebeuren maar een ding is zeker, de klimaatverandering zal invloed hebben op mens en natuur. Maar we kunnen de klimaatveranderingen wel vertragen en ook kunnen we de negatieve gevolgen beperken. 2. Wat is klimaat? Het klimaat is het gemiddelde weer in een gebied gedurende een lange tijd. Europa en Noord-Amerika hebben een gematigd klimaat dat betekent dat ze warme zomers en koude winters hebben. Maar het weer kan elke dag veranderen. De ene dag kan het zonnig zijn en de volgende dag regenachtig. Verschillende klimaten Pagina 1 van 8

Het klimaat in de tropen is het hele jaar door warm. Het gematigd klimaat ligt verder naar het noorden en zuiden. Daar zijn warme zomers en koude winters. Het klimaat rond de Noord- en Zuidpool is heel anders. De temperaturen stijgen nauwelijks boven het vriespunt (0 C) en de zomers zijn kort. In de winter komt de zon niet boven de horizon daardoor zijn de winters erg donker en lang. Hoe de zon het klimaat beïnvloedt Verschillende hoeveelheden zonnewarmte komen op verschillende delen van het aardoppervlak. Hierdoor ontstaan verschillende klimaten. De zon staat boven de tropen hoog aan de hemel. De zon straalt haar licht en warmte recht omlaag naar de aarde. Elke straal gebruikt zijn energie om een klein deel op te warmen. De zon staat in de buurt van de polen lager aan de hemel. De zonnestralen moeten een grotere afstand in de lucht afleggen om de grond te bereiken, waardoor zij verzwakt worden. De warmte wordt over een groter oppervlak verspreid doordat de zonnestralen een hoek met de grond maken. 3. Klimaat en oceanen Het klimaat zit heel ingewikkeld in elkaar. Iets meer regen dan gewoonlijk in een bepaald gebied kan de temperatuur, de wind en de hoeveelheid vocht in de lucht beïnvloeden. De oceanen hebben net als de zon veel invloed op het klimaat. Oceanen en klimaten In de tropen wordt de bovenlaag van de oceanen opgewarmd door de zonnewarmte. Het warme water drijft bovenop omdat het lichter is dan koud water. Het warme water koelt bij de noord- en zuidpool af, waardoor het water zwaarder wordt en zinkt. Hierdoor ontstaan oceaanstromen, dat betekent dat er bewegingen in de oceanen zijn. Het klimaat wordt door deze stromen beïnvloed. Warme oceaanstromen verwarmen de winden die landinwaarts waaien. Door deze winden wordt het plaatselijk warmer. Koude oceaanstromen koelen de winden en het plaatselijke klimaat af. Veranderende stromen De richting van de oceaanstromen heeft effect op de manier waarop de warmte zich verspreidt over de aarde. Voor de oostkust van Noord-Amerika is een warme stroom die zich beweegt langs Noordwest- Europa. Deze stroom wordt Golfstroom genoemd. Landen zoals Engeland hebben in de winter weinig last van vorst dankzij de Golfstroom. Het klimaat in heel Noordwest-Europa zou veel kouder worden als deze stroom zou veranderen. De stromen in de Grote Oceaan veranderen om de 3 of 4 jaar, zo n 9 maanden lang van richting. Een koude stroom die langs de kust van Zuid-Amerika noordwaarts beweegt, wordt een warme stroom die naar het zuiden beweegt. Wij noemen deze verandering El Niño (Spaans voor: het kind). El Niño beïnvloedt het weer rondom de Grote Oceaan. El Niño veroorzaakt vaak buitengewoon zware regens en droogtes. 4. Aanwijzingen Pagina 2 van 8

Omdat mensen al honderden jaren over het klimaat schrijven, weten wij dat het klimaat verandert. Zij noteerden wat het weer was en schreven over overstromingen en stormen. Wij kunnen het weer in het verleden vergelijken met het weer nu door dagboeken en historische rapporten. Maar er zijn ook andere aanwijzingen. Aanwijzingen in ijs Gletsjers zijn ijsmassa s die op de Noord- en Zuidpool en in de bergen zijn te vinden. Diep in een gletsjer zit ijs dat wel duizenden jaren oud kan zijn. In dat ijs zitten luchtbellen. Wetenschappers onderzoeken de gassen in de luchtbellen zodat zij meer te weten kunnen komen over het klimaat in het verleden. Hoe meer kooldioxide in een luchtbel zit, hoe warmer het klimaat was toen de luchtbel ontstond. Aanwijzingen in bomen Een boom maakt elk jaar een nieuwe jaarring van hout in zijn stam. Een boom maakt in warme, natte jaren een bredere jaarring dan gewoonlijk. Wetenschappers nemen kleine houtmonsters uit bomen en bestuderen de jaarringen. Mammoetbomen zijn zo oud dat de jaarringen aanwijzingen hebben over het klimaat van meer dan duizend jaar geleden. 5. Natuurlijke veranderingen Het klimaat op aarde kan veranderen door veel natuurverschijnselen. Bijvoorbeeld door de activiteit van de zon zelf of door vulkaanuitbarstingen wordt het klimaat beïnvloedt. Vulkanisch stof Tijdens een vulkaaruitbarsting komen er tonnen stof en druppels zwavelzuur in de lucht terecht. De aarde koelt dan af doordat het stof en de druppels een deel van het zonlicht tegenhouden. Activiteit van de zon De zon is heel groot. De hitte die zij uitstraalt is verschilend. Vaak wordt de zon een of twee weken heter dan gewoonlijk, daarna koelt zij weer af. De veranderingen van de zon hebben invloed op de temperatuur van het aardoppervlak. Klimaat in het verleden Het klimaat op aarde was toen de dinosauriërs leefden heel anders dan nu. De afgelopen miljoen jaar zijn er 4 periodes geweest waarin de gemiddelde temperatuur op aarde meerdere graden lager was dan nu. Een groot deel van het land was bedekt met gletsjers. Deze koude periode noemen wij ijstijden. Pagina 3 van 8

6. Het broeikaseffect De zon straalt op een hele dag haar licht door het glas van een broeikas. De lucht in de broeikas wordt door een deel van het zonlicht opgewarmd. De temperatuur binnenin neemt toe, doordat het glas voorkomt dat de warmte ontsnapt. In de atmosfeer zitten gassen die hetzelfde effect hebben als glas. Wij noemen deze gassen broeikasgassen. Er zijn verschillende broeikasgassen. Sommige komen van nature vrij. Andere gassen worden gemaakt door fabrieken, voertuigen en vele soorten industrieën. Kooldioxide Kooldioxide is een broeikasgas dat wordt gemaakt door de meeste levende wezens. Zij ademen zuurstof in waarmee de cellen in hun lichaam voedsel af kunnen breken. Kooldioxide wordt vervolgens uitgeademd als afvalproduct. Kooldioxide komt ook vrij wanneer er stoffen worden verbrand die koolstof bevatten zoals hout, olie, gas en steenkool. Electriciteitscentrales, fabrieken en voertuigen die deze brandstoffen verbranden, maken veel kooldioxide. Brandende bossen laten ook veel kooldioxide vrij. In de atmosfeer komt elk jaar meer dan 6 miljard ton kooldioxide vrij. Andere broeikasgassen In moerassige gebieden wordt het gas methaan gemaakt door bacteriën. Uit vuilnishopen, waterzuiveringsinstallaties, termietennesten en koeienmagen komt ook methaan vrij. Methaan is is een krachtiger broeikasgas dan kooldioxide, maar er zit minder van in de lucht. Uit kunstmest en het verbranden van bepaalde brandstoffen komt lachgas vrij. Cfk s zijn ook broeikasgassen. Zij komen vrij uit verpakkingsmaterialen, oude typen spuitbussen en koelkasten, wanneer zij worden opgeruimd. Wereldwijde opwarming De atmosfeer wordt warm gehouden door broeikasgassen. Als deze gassen er niet waren zou de aarde te koud zijn voor levende wezens. De hoeveelheid broeikasgassen is de afgelopen 200 jaar toegenomen. Dit komt op hetzelfde neer als het plaatsen van dikker glas in de broeikas: er ontsnapt dan minder warmte. De meeste wetenschappers denken dat de temperatuur op aarde stijgt door een ophoping van broeikasgassen. De toename van deze gassen kan, zelfs als er andere oorzaken zijn voor de stijging, wereldwijde opwarming verergeren. Waarom nemen broeikasgassen toe? Een belangrijke oorzaak voor de toename in broeikasgassen is dat wij steends meer fossiele brandstoffen, zoals steenkool en olie verbranden. Hierbij ontstaat kooldioxide. Het kappen van bomen is ook een oorzaak. Levende bomen halen kooldioxide uit de lucht. Er blijft meer van dit gas in de lucht zitten als er minder bomen zijn. Pagina 4 van 8

7. Wereldwijde opwarming Het registreren van het klimaat door mensen begon zo n 150 jaar geleden. In de jaren na 1980 waren er 10 van de 11 warmste jaren. Gegevens bijhouden De veranderingen in het klimaat worden gevolgd door weerstations, schepen en satellieten. Zij verzamelen informatie over de temperatuur van het zeewater en de lucht, wolkenbedekking en windsnelheden. Deze informatie wordt in computers verwerkt waarin programma s zitten die voorspellen hoe het klimaat zal veranderen. De veanderingen nu zijn duidelijk anders dan de veranderingen in het klimaat vroeger. In zo n korte tijd zijn de temperaturen nog nooit veranderd. Er zijn meer hittegolven, droogtes en overstromingen dan 10 jaar geleden. Warmere nachten Het verschil tussen dag- en nachttemperatuur neemt af doordat de nachten sneller warmer worden dan de dagen. Op veel plaatsen op de noordelijke helft van de wereld is er minder nachtvorst. Dit komt omdat de warmte s nachts goed wordt vastgehouden door de broeikasgassen. Het klimaat in de lente lijkt in sommige plaatsen op dat in de herfst als gevolg hiervan. 8. De stijgende zeespiegel De zeespiegel stijgt door de wereldwijde opwarming. De zeespiegel is de afgelopen 100 jaar met 10 tot 25 centimeter gestegen. Wetenschappers schatten dat deze in de komende 50 jaar nog eens met zo n 75 centimeter zal stijgen. Smeltend ijs Als water warm wordt zet het uit. De zeespiegel stijgt als de zeeën door wereldwijde opwarming warmer worden en het warme zeewater gaat uitzetten. Door de hoge temperaturen smelt ook het ijs. In de bergen worden de gletsjers kleiner en de ijskappen op Antartica vallen uiteen en smelten. Het extra water van het smeltende ijs kom in zee terecht. Bedreigde eilanden Op laaggelegen kustvlaktes en kleine eilanden wonen enorme aantallen mensen. Plaatsen zullen worden bedreigd met overstromingen als de zeespiegel stijgt. Grote steden zouden onder water kunnen verdwijnen. En ook grote delen van Nederland en België zouden onder water kunnen lopen. Stormachtig weer Pagina 5 van 8

Boven warm water kunnen tropische stormen ontstaan. Dat zijn krachtige stormen die uit het warme water warmte-energie kunnen halen. Als de oceanen warmer worden, kunnen de stormen krachtiger worden door meer warmte-energie op te nemen. Orkanen worden in de toekomst misschien veel normaler en veel krachtiger. 9. Meer woestijnen Woestijnen breiden zich door de wereldwijze opwarming uit. Een paar van de belangrijkste landbouwgebieden ter wereld lopen het gevaar woestijn te worden. Droogtes in Afrika, bosbranden in Europa Sinds de jaren 60 van de 20e eeuw is de gemiddelde regenval in verschillende delen van Afrika gedaald. Er zijn veel droogtes geweest. In sommige gebieden zijn de gewassen dood gegaan en er zijn duizenden mensen omgekomen van de honger. Andere landen hebben geprobeerd om te helpen met geld en voedsel, maar de regen komt niet meer. Ten noorden van de Sahara lligt het Middellands-Zeegebied. De zomers worden er warmer en droger. Vooral in het zuiden van Frankrijk en Spanje heeft dit veel bosbranden veroorzaakt en rivieren en spaarbekkens zijn opgedroogd. Minder land voor gewassen De landbouw zal veranderen als gebieden met een heet en droog klimaat zich verder naar het noorden en zuiden uitbreiden. De gebieden waar nu zonnebloemen en maïs groeien, zullen te droog worden om gewassen te verbouwen. Op koelere plaatsen waar nu tarwe groeit kan misschien maïs groeien. Maar uiteindelijk zal er minder voedsel voor de mensen zijn omdat er minder gewassen zijn. 10. Plagen Door de klimaatveranderingen worden ook planten en dieren getroffen. Een warmer klimaat kan onze gewassen en gezondheid aantasten door de komst van ongedierte in een gebied. Overbrengers van ziekte Vrouwtjesmuggen steken mensen en zuigen hun bloed. Sommige muggen dragen bacteriën bij zich die de ziekte malaria veroorzaken. Er zijn ook muggen die gele koorts en dengue (knokkelkoorts) veroorzaken. Waar muggen voorkomen bepaalt het klimaat. 2000 jaar geleden was Zuid-Europa moerassig en warmer en natter. Er leefden toen veel malariamuggen. De moerassen en muggen verdwenen toen het klimaat droger en koeler werd. Verplaatsende plagen Malariamuggen kunnen zich naar het Middellandse-Zeegebied verplaatsen als het klimaat weer warmer Pagina 6 van 8

wordt. De door muggen overgebrachte ziektes zijn zich in feite al aan het verspreiden. De ziektes malaria, gele koorts en dengue komen nu op plaatsen in de wereld voor waar vroeger die ziektes nog niet waren. Ook andere plaaginsecten kunnen zich verspreiden als het klimaat warmer wordt. Insecten zoals sprinkhanen en rupsen zouden meer gewassen en planten kunnen vernielen. 11. Nieuwe brandstoffen Uit overblijfselen van planten en dieren, die miljoenen jaren geleden leefden, ontstaan fossiele brandstoffen. Koolstof zit in alle fossiele brandstoffen. Als deze brandstoffen verbrand worden geven ze kooldioxide aan de lucht af. Zon wind en water We zouden minder kooldioxide maken als we minder fossiele brandstoffen zouden verbranden. Om elektriciteit op te wekken kunnen we duurzame energiebronnen gebruiken. Dat zijn bronnen die nooit op raken zoals de zon, de wind of het water. Energie van de wind of bewegend water kan gebruikt worden om generatoren aan te drijven en elektriciteit te maken. Zonne-energie kan worden opgevangen door zonnepanelen die de zonne-energie om zetten in warmte of elektriciteit; ze kunnen zelfs auto s aandrijven. Energie uit afval De hoeveelheid kooldioxide neemt toe door het verbranden van fossiele brandstoffen. Als we plantaardig materiaal verbranden dat net gegroeid is gebeurd dat niet. Tijdens hun groei hebben de planten een bepaalde hoeveelheid kooldioxide uit de atmosfeer opgenomen en dezelfde hoeveelheid komt vrij zodra ze verbrand worden. Van verteerd plantenafval kunnen kleine blokjes worden gemaakt en deze kunnen zonder de hoeveelheid kooldioxide in de lucht te vergroten worden verbrand. In veel landen wordt afval in putten gestopt die mensen zelf in de grond hebben gegraven. Tijdens het verteren komt een gas vrij dat biogas wordt genoemd. Dit kan voor koken en verwarmen worden gebruikt. 12. Wat kunnen we doen? De door mensen veroorzaakte klimaatveranderingen kunnen we op vele manieren beperken. Sommige dingen kan iedereen alleen doen en andere dingen kun je in een groep doen. Dit kan een groot effect hebben als iedereen samenwerkt. Energie sparen Als we energie besparen worden er minder fossiele brandstoffen verbrand. In kamers waar niemand is kun je de centrale verwarming lager zetten en het licht uit doen. We kunnen in plaats van gloeilampen spaarlampen gebruiken die vijf keer zo weinig energie gebruiken. Nieuwe typen auto s gebruiken minder Pagina 7 van 8

benzine en nieuwe typen elektrische centrales halen uit brandstof meer energie. Bomen planten Bomen maken hun eigen voedsel door kooldioxide uit de lucht te nemen. We hoeven geen bestaande bossen te beschadigen als we hout verbranden van een speciaal daarvoor geplante boom. We kunnen het hout verbranden zonder de hoeveelheid kooldioxide te verhogen. Om de opname van kooldioxide te vergroten kunnen we nieuwe bomen planten. Handig brandhout zijn snel groeiende bomen zoals wilgen en berken. Pagina 8 van 8