Profielwerkstuk Atheneum 2015/2016. Instructieboekje voor leerlingen. Beoordelingsmodellen voor begeleiders



Vergelijkbare documenten
Profielwerkstuk 6 Atheneum 2016/2017

PWS - Fase 1 - Plan van aanpak Behaald 0 van de 25 punten

PROFIELWERKSTUKBOEKJE

Beoordelingslijst: Beoordelingsmoment I Week 27

SECTORWERKSTUK

MODEL B: Beoordelingsmodel PWS Binasvakken ( vernieuwde Tweede Fase ) De voorbereidingsfase: Zijn de leerlingen op zelfstandige wijze gekomen tot:

Het profielwerkstuk. 2. Eisen en voorwaarden Het profielwerkstuk moet aan een aantal eisen en voorwaarden voldoen:

Handleiding profielwerkstuk HAVO examen 2016

PROFIELWERKSTUK VWO

Het profielwerkstuk

MODEL A: TOETSMOMENT VOORBEREIDINGSFASE I: Zijn de leerlingen op zelfstandige wijze gekomen tot:

Het Profielwerkstuk HANDLEIDING I. Organisatie, tijdpad en andere belangrijke informatie. Een handleiding voor Havo en Vwo Mei 2011.

Opm: Bij een onvoldoende beoordeling is het invullen van het veld opmerkingen door de begeleider gewenst.

Opm: Bij een onvoldoende beoordeling is het invullen van het veld opmerkingen door de begeleider verplicht.

Voorlichting 4-HAVO. Profielwerkstuk. 7 april 2016

Planning pagina 6 t/m 10 Stap 1. Maart/april Stap 2. April/mei Stap 3. September/december Stap 4. Februarii

Handleiding profielwerkstuk. Mavo 4

Profielwerkstukplus HAVO

HANDLEIDING PROFIELWERKSTUK HAVO / VWO

HANDLEIDING PROFIELWERKSTUK Klas 5 SCHOOLJAAR

PROFIELWERKSTUK NAAM KLAS CURSUSJAAR

Handleiding bij het maken van een profielwerkstuk. april 2012

Handleiding profielwerkstuk 5-VWO (examen 2016)

Hoe maak ik een sectorwerkstuk? Trivium College locatie Trias

PROFIELWERKSTUK Informatie voor klas 5 ( )

Afdeling VAVO. Praktische opdracht HAVO/VWO. Handleiding

HANDLEIDING PROFIELWERKSTUK HAVO/VWO

Handleiding sectorwerkstuk leerlingen 4 TL PCB

Hoe maak ik een sectorwerkstuk? Onderzoeksvaardigheden voor klas 10 VMBO-t

PROFIELWERKSTUK MAURICK COLLEGE VUGHT HANDLEIDING HAVO - VWO

Informatiebrochure. Profielwerkstuk HAVO Colegio Arubano

Afdeling VAVO. Praktische opdracht VMBO. Handleiding

informatie profielwerkstuk havo avondlyceum CAL handleiding H

Handleiding profielwerkstuk. Mavo 4

Beroepenwerkstuk 3 MAVO

Eisen. de overheid: cijfer: minimaal een 4 telt mee in het combinatievak, samen met maatschappijleer en ANW Tijdsinzet per leerling: 80 slu

Groenewald Profielwerkstuk HAVO-VWO

PROFIELWERKSTUK HAVO 5

SECTORWERKSTUK 4VMBO - T

Groenewald profielwerkstuk havo/vwo

Profielwerkstuk 4/5 HAVO

Profielwerkstuk: stappenplan, tips en ideeën

SECTORPROJECT 4 VMBO - T

HET PROFIELWERKSTUK. 5 HAVO en 6 VWO STELLA MARISCOLLEGE MEERSSEN

Leerlingboekje Colegio Arubano. Profielwerkstuk VWO. Cursus Naam leerling:... Klas:... Vak:... Naam begeleider:...

HANDLEIDING PROFIELWERKSTUK Johan de Witt Scholengroep

Sectorwerkstuk

Hoe maak ik een sectorwerkstuk?

Het Sectorwerkstuk

Informatie PROFIELWERKSTUK VWO schooljaar

Sectorwerkstuk. Kandinsky College. locatie Sint Jorisschool

Inhoudsopgave. 1. Profielwerkstuk Algemeen blz Aandachtspunten blz Voorbeeld van een stappenplan blz Aanpak onderzoek blz.

PWS informatieboekje (4H/5V)

Logboek Mijn profielwerkstuk

HANDLEIDING SECTORWERKSTUK VMBO-TL

Sectorwerkstuk

PROFIELWERKSTUK VWO

Titelpagina ONDERZOEKSVERSLAG. Namen: Klas/groep: Cursusjaar: Begeleider: Beoordelaar:

Handleiding voor de leerling

Beroepenwerkstuk 3 havo / 3 vwo

Profielwerkstuk. Kandinsky College. locatie Jorismavo

Het Sectorwerkstuk. Naam leerling

Sectorwerkstuk. Logboek. Leerlingen ... Begeleider:

ProfielWerkStuk. Alfa- en gammavakken Handleiding en instructie

PROFIELWERKSTUK HAVO 5

RSC PROFIELWERKSTUK 2008 / 2009 PLAN VAN AANPAK EN LOGBOEK

PWS project VWO t/m 31 maart Naam:

RSC PROFIELWERKSTUK 2015 / 2016 PLAN VAN AANPAK EN LOGBOEK

PROFIELWERKSTUKDAG 4HAVO & 5VWO

Handleiding Profielwerkstuk VWO

Hoe voer ik een onderzoek uit? Een stappenplan om te helpen een onderzoek uit te voeren.

HANDLEIDING SECTORWERKSTUK. Naam: Klas: Begeleider: Sectorwerkstuk Pagina 1 1

Sectorproject op De Dijk: leren door te doen! Inleiding: Situatiebeschrijving 3 VMBO-TL: Situatiebeschrijving 4 VMBO-TL:

Het profielwerkstuk (092018)

2017/18. Algemene gegevens. Naam:. Klas:. Sector: Werkt samen met: Begeleidend docent:

Profielen. Inhoud. 1. Het profielwerkstuk. Stappenplan, tips en ideeën Profielwerkstuk

Toelichting bij de beoordelingslijsten

Profielwerkstuk klas 10 Vmbo-t

Voor leerlingen die starten met hun profielwerkstuk in februari 2016 en eindexamen doen in 2017 (H4/5 en V5/6).

Naam:. Namen groepsleden:... Begeleider:

Inhoudsopgave. 1. Profielwerkstuk Algemeen blz Aandachtspunten blz Voorbeeld van een stappenplan blz Aanpak onderzoek blz.

Profielwerkstuk

Handleiding. Het profielwerkstuk

Beoordelingsmodel Profielwerkstuk Lyceum Elst Deel 1: onderzoeksvoorstel (havo/vwo)

Profielwerkstuk. Het profielwerkstuk is een verplicht onderdeel bij het behalen van het HAVO- of VWO diploma.

Profielwerkstuk Havo

Beoordelingsrubric PWS (Mondial College)

Opm: Bij een onvoldoende beoordeling is het invullen van het veld opmerkingen door de begeleider verplicht

Inhoud. 1. Inleiding Regels Onderdelen van het profielwerkstuk Uitvoering en beoordeling van het profielwerkstuk 7.

Werkboek profielwerkstuk VWO 6 Cohort

Beoordelingsmodel Profielwerkstuk HAVO/ VWO

Beroepenwerkstuk 3 MAVO

Het profielwerkstuk wordt getoetst door middel van een mondeling college-examen. Het mondeling college-examen duurt 25 minuten.

Het profielwerkstuk wordt getoetst door middel van een mondeling college-examen. Het mondeling college-examen duurt 25 minuten.

Profielwerkstuk Het stappenplan, tips en ideeën

SECTORWERKSTUK. Beroepscollege Parkstad Limburg Locatie Brandenberg Schooljaar Naam: Klas:

Stichtse Vrije School

Sectoren. Inhoud. 1. Het sectorwerkstuk. Stappenplan, tips en ideeën Sectorwerkstuk

Opm: Bij een onvoldoende beoordeling is het invullen van het veld opmerkingen door de begeleider verplicht

Het profielwerkstuk voor examenjaar Toelichting voor de leerling

Transcriptie:

1 Profielwerkstuk Atheneum 2015/2016 Instructieboekje voor leerlingen Beoordelingsmodellen voor begeleiders

2 TIJDPAD PROFIELWERKSTUK SCHOOLJAAR 2015-2016 Dinsdag 7 juli: - 10.30 tot 11.30 uur: intro PWS door CatH / VoMa in lokaal 107-11.30 tot 12.00 uur: pauze - 12.00 tot 13.00 uur: lezingen door medewerkers van de Radboud Universiteit - CM / EM in lokaal 107 - NG / NT in lokaal 106-13.00 tot 14.00 uur: individueel aan de slag in het studiehuis met sites en links om ideeën op te doen voor mogelijke onderwerpen voor jouw profielwerkstuk. Vrijdag 10 juli: 16.00 uur: deadline inleveren globale onderzoeksvraag / groepsindeling per mail aan CatH / VoMa. Dinsdag 01 september: Studiehuis 12.30 uur: bijeenkomst leerlingen en begeleiders over het formuleren van de definitieve onderzoeksvraag (hoofd- en deelvraag) en voorbereiden van de speeddate-sessie. 14.00 tot 16.00 uur: speeddate-sessie met studenten van de Radboud Universiteit over jouw onderzoeksvraag. 16.00 uur: inleveren van bijlage 2 bij jouw begeleider. Donderdag 8 oktober: inleveren Fase 1 PWS (Donderdag 15 oktober: cijfer inleveren fase 1 bij afdelingsleiding) Donderdag 10 december: inleveren Fase 2 PWS (Donderdag 17 december: cijfer inleveren fase 2 bij afdelingsleiding) Dinsdag 01 maart: inleveren Fase 3 PWS (eindverslag) (Dinsdag 08 maart: cijfer inleveren fase 3 bij afdelingsleiding) Maandag 14 maart: presentatie PWS Donderdag 31 maart: inleveren reflectieverslag (Woensdag 06 april: definitief cijfer PWS inleveren bij de afdelingsleiding)

3 Het profielwerkstuk: Dit boekje gaat over de verschillende fasen bij het maken van een profielwerkstuk, het bijhouden van een logboek (zie bijlage 3), de mogelijke presentatievormen, de begeleiding en de beoordeling. Met het maken van het profielwerkstuk (PWS) leg je als leerling een meesterproef af, waarmee je als het ware de middelbare school afrondt en laat zien dat je klaar bent voor het vervolgonderwijs ( HBO, Universiteit). Je zult eerder geleerde kennis, inzicht en vaardigheden gaan toepassen bij het maken van dit meesterwerkstuk. Bij de vaardigheden moet je denken aan vakinhoudelijke vaardigheden en algemene vaardigheden, zoals informatievaardigheden, onderzoeksvaardigheden en presentatievaardigheden. Bij het profielwerkstuk gaat het dus niet alleen om het werkstuk zelf dat uiteindelijk wordt ingeleverd, maar ook om het hele proces van het maken van het werkstuk! Dat zal dan ook in de beoordeling worden meegenomen. De afgelopen jaren heb je al de nodige ervaring opgedaan met het maken van praktische opdrachten. De genoemde vaardigheden heb je dus al enigszins geoefend. Het profielwerkstuk is te beschouwen als een uitgebreide praktische opdracht voor een of twee vakken, bij voorkeur uit je profiel. Het PWS is in de meeste gevallen een open onderzoeksopdracht. Te denken valt aan: Natuurwetenschappelijk onderzoek. Denk hierbij aan een experimenteel onderzoek, aangevuld met literatuuronderzoek. Het eindproduct zou een technisch ontwerp of een zelfgebouwde meetopstelling kunnen zijn. Sociaalwetenschappelijk onderzoek. Denk bijvoorbeeld aan interviewen, enquêteren, archiefonderzoek bij geschiedenis en veldwerk bij aardrijkskunde. Literatuuronderzoek. Dit is mogelijk voor het vak Nederlands, maar ook bij de vreemde talen. Creatief ontwerp. Denk bijvoorbeeld aan een choreografie, een compositie, een toneelvoorstelling en een audio-, video, of multimediale computerpresentatie. Raadpleeg ook eens de sites van PUC Humanities (RUN) of Kennisnet. Studielast: de studielast bedraagt 80 klokuren per leerling en we gaan uit van ongeveer 26 weken. Dit betekent 2 tot 3 klokuren per week. Deze uren moet je in jouw logboek verantwoorden. Zorg voor een goede spreiding over de weken. Begeleiding: jouw begeleider is coach en procesbewaker, maar het initiatief ligt altijd bij jou. De afspraken die jij met jouw begeleider maakt leg je vast in je logboek. Beoordeling: het cijfer voor je PWS maakt onderdeel uit van het combinatiecijfer. Dit combinatiecijfer bestaat uit het rekenkundige gemiddelde van de afgeronde cijfers voor de vakken maatschappijleer en algemene natuurwetenschappen (ANW) en het PWS. Dit eindexamencijfer telt mee in de compensatieregeling.

4 Het eindcijfer voor je PWS komt als volgt tot stand: (zie bijlage 4) - fase 1 = 15% van het totaalcijfer - fase 2 = 15% van het totaalcijfer - fase 3 (eindverslag) = 40% van het totaalcijfer - presentatie = 30% van het totaalcijfer Bij het overschrijden van de genoemde deadlines wordt artikel 3.2.3 van het PTA reglement toegepast. Logboek: het is belangrijk dat je zorgvuldig je logboek bijhoudt. Hierin schrijf je wat je wanneer hebt gedaan, hoeveel tijd je hebt besteed aan je PWS en de afspraken met je medeleerling en begeleider. Het logboek is voor jezelf, maar ook voor je begeleider, zodat hij nog beter in staat is jou te begeleiden, bij te sturen en te beoordelen. Dinsdag 07 juli: start PWS (zie blz. 2) Vrijdag 10 juli: zie blz 2 Dinsdag 01 september: zie blz. 2 Donderdag 8 oktober: inleveren Fase 1 PWS (orientatie en keuzefase, 15% van het totaalcijfer) Inleveren van het definitieve plan van aanpak: hierin vermeld je niet alleen hoofdvragen en deelvragen, maar noteer je ook informatiebronnen, de te plannen afspraken en experimenten etc. en een tijdschema met een taakverdeling. Bij natuurwetenschappelijk onderzoek hoort het opstellen van een hypothese. In bijlage 1 vind je tips voor het formuleren van hoofd- en deelvragen. Zorg voor variatie in de informatiebronnen. Gebruik niet alleen het internet, maar raadpleeg o.a. ook studieboeken, kranten en tijdschriften. Donderdag 10 december: inleveren Fase 2 PWS (de onderzoeksfase en het conceptwerkstuk, 15% van het totaalcijfer) Het conceptwerkstuk is de eerste, ruwe versie van het werkstuk. Uit de informatiebronnen heb je de benodigde gegevens gehaald waarmee je tot beantwoording van de deelvragen en de uiteindelijke hoofdvraag komt. Je houdt tijdens het schrijfproces je begeleider op de hoogte. Denk eraan dat je het logboek bijhoudt. Vermeld afspraken, hoeveel tijd je eraan besteed hebt,welke problemen je bent tegengekomen etc. Dinsdag 01maart: inleveren Fase 3 PWS (het eindverslag PWS, 40% van het totaalcijfer) In het uiteindelijke PWS neem je uiteraard een voorwoord, inhoudsopgave en inleiding op. Nummer ook de tabellen en grafieken en vermeld daarbij de bronnen. Natuurlijk moet je ook de bronnen vermelden van geraadpleegde webpagina s, artikelen, boeken en interviews. Deze bronnenlijst neem je achterin je werkstuk op. Het is de bedoeling dat je de pagina s nummert. Maandag 14 maart: presentatie PWS (30% van het totaalcijfer)

5 In overleg met je begeleider werk je jouw presentatie uit. Deze presentatie is in een klaslokaal met computer en beamer. Het publiek bestaat uit jouw medeleerlingen, leerlingen uit 5 atheneum, ouders en begeleiders. Er bestaan verschillende presentatievormen. Te denken valt aan een schriftelijk verslag, een mondelinge presentatie met gebruik van media, een posterpresentatie, een maquette, een toneeluitvoering, een audio-, video-, foto-, of multimediale computerpresentatie en het product van een ontwerpopdracht. Donderdag 31 maart: Inleveren reflectieverslag Na de presentatie schrijf je een reflectieverslag (zie bijlage 5) Dit reflectieverslag wordt binnen twee weken met je besproken door jouw begeleider. Woensdag 06 april: definitief cijfer PWS bekend bij leerling en afdelingsleiding. Bijlage 1 - Hoofd- en deelvragen: hoe doe je dat? Een scherp geformuleerde en goed afgebakende onderzoeksvraag is een noodzakelijke voorwaarde om het profielwerkstuk tot een goed einde te brengen. Het motto luidt: inperken en afbakenen. Hoe specifieker je het probleem kunt formuleren hoe sneller en gemakkelijker je doelgericht aan het werk kunt gaan. VOORBEELD onderzoeksvraag Bijvoorbeeld de brede vraag Hoe is het gesteld met de gezondheidszorg in Afrika? geeft je zo ontzettend veel ruimte dat je niet weet waar je moet beginnen. Veel specifieker kun je bijv. de vraag stellen: Wat is het effect van het Aidspreventieprogramma in en rond Johannesburg op de toename van AIDS patiënten in de afgelopen 3 jaar?. Met de laatste vraag heb je gelijk al veel aanknopingspunten om de juiste deelvragen te kunnen stellen. Je onderwerp is dus niet breed en vaag maar heel goed afgebakend en zeer specifiek en bovendien heb je er persoonlijk interesse in. In de inleiding van het PWS kun je verantwoorden of toelichten waarom je bepaalde keuzes hebt gemaakt bij het afbakenen van je onderwerp. Er zijn verschillende soorten onderzoeksvragen: beschrijvende of beeldvormende: op basis van onderzoek beschrijf je een situatie of een persoon (LET OP: slechts toegestaan indien er verbanden boven tafel komen die niet voor de hand liggend of eerder onderzocht zijn) Bij dit soort onderzoeksvragen moet je van tevoren goed weten of er er voldoende goede, vernieuwende informatie beschikbaar is. vergelijkende: je probeert overeenkomsten en/of verschillen boven tafel te krijgen. Met deze vergelijking moet een duidelijk doel gediend zijn. verklarende: je zoekt antwoord op de vraag: 'Hoe komt het dat...'. voorspellende: je onderzoekt hoe iets in de toekomst zal zijn. probleemoplossende of regelgevende: je probeert op basis van onderzoek een probleem op te lossen, althans hier een bijdrage aan te leveren.

6 VOORBEELDEN van verschillende soorten ONDERZOEKSVRAGEN Beschrijvend / beeldvormend: Hoe kan het AIDSpreventieprogramma rond Johannesburg verbeterd worden op basis van de informatie uit het pas verschenen rapport van het AIDSfonds? Vergelijkend: Wat is het verschil in effectiviteit tussen de AIDSpreventieprogramma s in Johannesburg en in Moskou? Verklarend: Hoe is het te verklaren dat de effectiviteit van het AIDSpreventieprogramma in Moskou twee keer zo hoog is als dat in Johannesburg? Voorspellend: In hoeverre is het op basis van de resultaten van het AIDSpreventieprogramma in Moskou en in Johannesburg te verwachten dat het invoeren van een dergelijk programma in Rio de Janeiro een soortgelijk effect teweeg zal brengen? Probleemoplossend / regelgevend: Wat zijn, naast het bestaande AIDSpreventieprogramma, mogelijke bijdragen tot oplossing van de AIDSproblematiek in Johannesburg? Vaak is een onderzoeksvraag opgedeeld in een aantal deelvragen, waarmee je het onderzoek verdeelt in kleinere stappen. De zin van het stellen van deelvragen en het beantwoorden hiervan is dat je voor jezelf een duidelijke lijn aan kunt geven hoe je het onderzoek gaat uitvoeren en wat je aan informatie moet verzamelen om uiteindelijk de hoofdvraag te kunnen beantwoorden. Je maakt het daardoor voor jezelf makkelijk om de structuur in het PWS aan te brengen en doelgericht te werk te kunnen gaan. Zo kunnen de afzonderlijke deelvragen en de beantwoording hiervan de hoofdstukken zijn in je PWS. Kortom, je krijgt daarmee beter zicht op de haalbaarheid en je vergroot de kans dat je alle kanten van de onderzoeksvraag belicht. Uiteindelijk vergroot het ook het gemak waarmee de lezer jouw PWS kan volgen en begrijpen. VOORBEELD deelvragen Deelvraag 1. Wat was het kernprobleem met AIDS in en rond Johannesburg waardoor een AIDS preventieprogramma noodzakelijk was? Deelvraag 2 Wat is de kern van het AIDS preventieprogramma Deelvraag 3 Hoe is de situatie per jaar veranderd als gevolg van AIDS preventieprogramma Deelvraag 4 etc. Met de onderzoeksvraag en deelvragen maak je duidelijk wat je wel en vooral ook wat je niet aan de orde stelt. Wanneer je goed hebt nagedacht over de onderzoeksvraag, word je minder snel verleid zijpaden te gaan bewandelen. Daarnaast kun je uit beschikbare informatie het bruikbare beter selecteren. Bovendien kun je met een duidelijke onderzoeksvraag beter conclusies formuleren. In een onderzoeksvraag en de deelvragen wordt gevraagd naar het wie, wat, waar, welke, wanneer, hoe, waarom, enzovoort.

7 Hieronder volgt een aantal vragen die je kunt stellen: Wat is de gangbare definitie? Welke kenmerken heeft het? Waaruit bestaat het? Welke soorten of onderdelen zijn er te onderscheiden? Waartoe behoort het? Waar is het een onderdeel van? Hoe gebeurt het? Welke voorwaarden of omstandigheden maken het mogelijk? Welke maatregelen vereist het? Welke gevolgen heeft het? Welke methode wordt ervoor gebruikt? Welk doel dient het? Waarop lijkt het? Waaraan is het tegengesteld? Wanneer is het begonnen of geëindigd? Waar komt het vandaan? Waar gaat het naartoe? Hoe ontstaat het of hoe is het ontstaan? Welke waarde heeft het? Wat zijn de voordelen? Wat zijn de nadelen? Welke argumenten voor of tegen zijn aan te voeren? Hoe ontwikkelt het zich? Wie of wat doet het? Wie of wat is erbij betrokken? Onderzoek verrast. Dingen zijn anders dan ze op het eerste gezicht lijken. Wanneer je iets gaat onderzoeken, formuleer je vooraf welke uitkomsten je verwacht. Dit heet het formuleren van een hypothese. VOORBEELD hypothese In het geval van het onderzoek naar het AIDS preventieprogramma zou je hypothese kunnen zijn: Gezien de gedegen voorbereiding, het ruime budget en de personele inzet is te verwachten dat het AIDS preventieprogramma de afgelopen drie jaar rond Johannesburg een positief effect gehad heeft op het aantal nieuwe gevallen van de ziekte en dat de kennis die de mensen hebben van de ziekte is toegenomen waardoor vooroordelen zijn verminderd. Al lezende of tijdens het maken van een ontwerp of het opstellen van een proefopstelling kun je tot de ontdekking komen dat je de onderzoeksvraag moet aanpassen. Dat moet je dan zeker doen! Doe dat wel altijd in overleg met je begeleider.

8 Bijlage 2 - voorbeeld van een plan van aanpak PLAN VAN AANPAK NAMEN: BEGELEIDER: ONDERWERP: Onderzoeksplan ONDERWERP: Hoofdvraag / probleemstelling/ onderzoeksvraag Deelvragen - - - Hypothesen Verwachtingen Werkwijze Methode Informatiebronnen Hulpmiddelen Presentatievorm verslag Presentatievorm presentatieavond Taakverdeling Tijdplan Activiteit Hoe lang? Wanneer? (maand, weeknummer, dagdeel) Wie?

9 Bijlage 3 - voorbeeld van een logboek LOGBOEK VAN: BEGELEIDER: ONDERWERP: Datu m Tijd Plaats Verrichte werkzaamheden (+wie) Opmerkingen afspraken

10 Bijlage 4 de beoordelingsformulieren Beoordeling fase 1: 08 oktober 2015 Beoordelingsaspecten 1. Heeft het onderwerp/ontwerp en de daarbij behorende (voorlopige) onderzoeksvraag een vakinhoudelijk niveau dat past bij het schooltype havo/vwo? Opmerkingen van de begeleider 4 5 6 7 8 de duidelijkheid en diepgang van de onderzoeksvraag originaliteit 2. Heeft de leerling de voorlopige onderzoeksvraag opgesplitst in relevante deelvragen? vakinhoudelijk niveau concrete onderzoeksvragen uitvoerbaarheid en haalbaarheid relatie met de hoofdvraag geven de deelvragen antwoord op de hoofdvraag afbakening en inperking juiste terminologie 3. Heeft de leerling bij de voorlopige onderzoeksvraag hypothesen opgesteld en/of verwachte uitkomsten of resultaten geformuleerd?.. overeenstemming met theorie past de hypothese bij de onderzoeksvraag diepgang 4. Heeft de leerling een duidelijk en realistisch plan van aanpak gemaakt?.... 5. noodzakelijke (deel-)activiteiten benoemd logische volgorde van activiteiten realistische planning in tijd uitvoerbaarheid en duidelijkheid van het plan taakverdeling Heeft de leerling een duidelijk logboek opgesteld en bijgehouden?..... - volledigheid - overzichtelijke taakverdeling - benoeming van activiteiten 6. Heeft de leerling een goed overzicht van geschikte informatiebronnen?... volledigheid van de informatiebron actualiteit en omvang van de informatie(bronnen) betrouwbaarheid van de informatie(bronnen) variatie in informatiebronnen

11 7. In welke mate heeft de leerling zelfstandig gewerkt? zich aan afspraken heeft gehouden spullen op tijd heeft ingeleverd ligt de leerling op schema zich heeft kunnen redden zelf juiste beslissingen heeft genomen anticipeert en meedenkt met groepsleden met waardevolle ideeën is gekomen 8. a. b. Heeft de leerling de feedback goed verwerkt en hoe verloopt de samenwerking?... c. wordt de feedback verwerkt? zijn de aanwijzingen van de begeleider opgevolgd? zijn er vaste werkmomenten? lezen leerlingen elkaars werk? geven leerlingen elkaar commentaar? 4 5 6 7 8 Cijfer Gewicht Cijfer fase 1.. 15%

12 Beoordeling fase 2: 10 december 2015 Beoordelingsaspecten 1. Ligt de leerling op schema? Ziet het ernaar uit dat de deadline wordt gehaald?.. Opmerkingen van de begeleider 4 5 6 7 8 planningen gemaakte afspraken samenwerking binnen het groepje 2. Heeft de leerling een duidelijk logboek opgesteld en bijgehouden?..... - volledigheid - overzichtelijke taakverdeling - benoeming van activiteiten 3. Heeft de leerling uit de informatiebronnen de relevante informatie gehaald c.q. zijn voldoende waarnemingen verricht en (meet)gegevens verzameld?.. volledigheid van de informatiebron actualiteit en omvang van de informatie(bronnen) betrouwbaarheid van de informatie(bronnen) variatie in informatiebronnen kwaliteit van de metingen 4. In welke mate heeft de leerling zelfstandig gewerkt? zich aan afspraken heeft gehouden spullen op tijd heeft ingeleverd ligt de leerling op schema zich heeft kunnen redden zelf juiste beslissingen heeft genomen anticipeert en meedenkt met groepsleden met waardevolle ideeën is gekomen 5. d. e. Heeft de leerling de feedback goed verwerkt en hoe verloopt de samenwerking?... f. wordt de feedback verwerkt? zijn de aanwijzingen van de begeleider opgevolgd? zijn er vaste werkmomenten? lezen leerlingen elkaars werk? geven leerlingen elkaar commentaar? Cijfer Gewicht Cijfer fase 2.. 15%

13 Beoordeling - fase 3 (eindverslag): 01 maart 2016 Beoordelingsaspecten 1. Hoe beoordeelt u de inleiding?..... Opmerkingen 4 5 6 7 8 introductie van het onderwerp formulering van de vraagstelling(en) beschrijving van de onderzoeksopzet en uitvoering 2. Hoe beoordeelt u de hoofdtekst (kern)?.. ingaan op hoofdvraag en deelvragen feiten worden niet als meningen gepresenteerd of omgekeerd leerling beperkt zich niet tot weergave van bronnen/ citaten, maar geeft uiteenzettend/ betogend/ beschouwend antwoord op de vraagstelling correcte en begrijpelijke weergave van bronnen en feitelijkheden 3. Hoe beoordeelt u het slot?..... correcte samenvatting van de inhoud van het middenstuk antwoord op de hoofdvraag/ deelvragen verkregen goed bij de vraagstelling aansluitende conclusie een eigen mening over het onderwerp 4. De techniek en de uiterlijke verzorging is logische opbouw van de tekst voorwoord, inhoudsopgave, paginanummering, bijlagen, kwaliteit grafieken en tabellen overzicht informatiebronnen/literatuurverwijzing omvang volgens afspraak zorg besteed aan afwerking/illustraties kantlijnen/lay out 5. Het taalgebruik is. duidelijk/begrijpelijk (eigen woordgebruik) afgestemd op de doelgroep en tekstsoort de spelling en interpunctie zijn correct gebruikt consistentie van het gebruikte begrippenkader Cijfer Gewicht Cijfer fase 3: Beoordeling van het eindverslag:. 40%

14 Beoordeling van de presentatie op 14 maart 2016 Beoordelingsaspecten 1. Het vakinhoudelijke niveau is..... Opmerkingen 4 5 6 7 8 dekt de presentatie de inhoud van het verslag? Heeft de presentatie voldoende inhoudelijk niveau? 2. De techniek en de uiterlijke verzorging is.. Logische opbouw met inleiding, kern, afsluiting Gebruik van ondersteunende media Oogcontact met publiek Controleren of luisteraars nog kunnen volgen waarover het gaat Reageren op vragen 3. Het spreekgemak en de verstaanbaarheid is..... De uitingen volgen elkaar zonder langdurige pauzes op Constructies zijn direct te begrijpen Niet teveel haperingen en zelfcorrecties Intonatie, tempo, volume en woordkeus verhogen de geboeidheid en het luistergemak Cijfer Gewicht Beoordeling van de presentatie 30%

15 Bijlage 5 - Het reflectieverslag Uiterlijk 2 dagen na afloop van de presentatie lever je een reflectieverslag in bij je begeleider. Hierin blik je terug op het verloop van het profielwerkstuk en op je eigen competenties. Schrijf op minimaal 1A4 een verslag waarin je in ieder geval de volgende punten verwerkt: A. Het verloop van het profielwerkstuk: - Wat ging er goed? - Wat vond je moeilijk? - Hoe verliep de samenwerking? - Hoe was de begeleiding? - Ben je zelfstandig genoeg om zo n grote opdracht uit te voeren? - Wat heb je geleerd? - Zou je achteraf voor hetzelfde onderwerp, vak en partner hebben gekozen? B. Reflectie op persoonlijke competenties. Maak bij ieder onderdeel je keuzes duidelijk met voorbeelden uit het profielwerkstuk - Plannen: Ben je in staat om een goede planning te maken? Houd jij je aan afspraken? Kreeg je alles af wat je gepland had? - Aanpak: Ben je een doener, een denker, een onderzoeker, een beslisser, een creatieveling, iemand met creatieve ideeën, - Samenwerken: Omschrijf je rol in de samenwerking met de volgende begrippen: Kunnen organiseren, initiatief nemen, luisteren, afspraken maken, mensen helpen, overleggen - Toekomst: Aan welke persoonlijke eigenschappen wil je in de toekomst werken en verbeteren. C. Geef jezelf en je partner een cijfer voor de volgende onderdelen: Inzet: is er genoeg tijd en moeite gedaan voor het PWS? Slu: geef aan hoeveel uur jij en je partner in het PWS hebben gestoken. Samenwerking: Was er genoeg overleg, werden afspraken nagekomen? Zelfstandigheid: in hoeverre konden jullie zonder hulp? Planning: Hadden jullie een goede planning en werd die ook gehaald? Ideeën: van wie kwam de meeste inbreng en oplossingen? VoMa/CatH/juni 2015