Bovenbouw HAVO / VWO. Onderdeel 4. Seksuele Diversiteit



Vergelijkbare documenten
Werkblad Seksuele Diversiteit. KaartjesspeL voorkant

Werkvormen: Lesdoelen: Filmpjes: Benodigdheden: Kinderboeken: Les 8: Verliefd. Lesoverzicht

Het Groninger Stadspanel over LGBT. Meningen over bi- en homoseksualiteit en transgender in Groningen stad

Waar gaan we het over hebben?

Lessen en leerdoelen Kriebels in je buik

Veelgestelde vragen over homoseksualiteit

Seksuele diversiteit bespreekbaar maken in je klas:

Inhoud. Mijn leven. de liefde en ik

STELLINGENSPEL. Tijd 10 minuten. Nodig Aanwijzingen voor de docent Stellingen Gekleurde kaartjes (1 per leerling) Flap en stift of bord en krijt

TOOLKIT HOLEBI EN TRANSGENDER

In de klas: De Vloer Op Jr.

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over,

Wervelende. Voorlichtingsshow

Werkstuk Levensbeschouwing Relaties

Les 1. Wensen & Grenzen. Praten over seks... Hoe en hoezo?

Seksuele diversiteit

VOORTGEZET ONDERWIJS HELP HELPEN

Reality Reeks - Verwerkingsopdrachten. Hey Russel! Een bijzondere vriendschap

Lesmethode Seksualiteit en Weerbaarheid. Module 1 What s Love

Grafiek 26.1a Het vóórkomen van verschillende vormen van discriminatie in Leiden volgens Leidenaren, in procenten 50% 18% 19% 17% 29%

Info. Aanraken, knuffelen en meer... Informatie voor cliënten. Expertisecentrum voor epilepsie en slaapgeneeskunde

Peer to peer interventie copyright Marieke Kroneman les 3 van 4 debat

Niet Normaal. Hetero s zijn niet normaal, ze zijn gewoon met meer.

Bovenbouw HAVO / VWO. Onderdeel 2. Veilig en onveilig vrijen: anticonceptie

Effectmeting onder leerlingen en leraren

Lesdoelen: Werkvormen: Benodigdheden: Prentenboeken: Les 10: Hoe zeg ik nee. Lesoverzicht. Basis

Relaties. HDYO heeft meer informatie beschikbaar over de Ziekte van Huntington voor jongeren, ouders en professionals op onze website:

Bovenbouw HAVO / VWO. Onderdeel 1. Relaties: wensen en grenzen

Geweld in huis raakt kinderen. Informatie en advies voor ouders. huiselijkgeweldwb.nl cent per minuut

Jeugd. Geloof Levensovertuiging

Werkvormen: Basis 6.1 Kwaliteiten van een vriend Reflectie Subgroepen 30 min 6.2 Hyves-profiel Reflectie Subgroepen (digi) 20 min.

Scheldwoorden inventariseren, werkvorm, filmpje en gesprek en uitbeelden, filmpje en gesprek en werkvorm, stellingen, handvaardigheidswerk

DEEL 1. WERKBOEK 5 Eigen keuze Monique van Dam YOU: De keuze is aan jou!

Ik ben verliefd. Benodigheden. Lesdoelen. Begrippen

PRIMAIR ONDERWIJS WAT IS THUIS?

Dounia praat en overwint

VOORTGEZET ONDERWIJS FIJN IN JE EIGEN LIJF

3 Hoogbegaafdheid op school

Onderzoek Hoe homotolerant is Holland?

VOORTGEZET ONDERWIJS HELP JIJ OF NIET?

Cynthia A.M. Slomp I.S.M. Brede School Emmen

VOORTGEZET ONDERWIJS TELT JOUW IDENTITEIT MEE?

Seksualiteit: Grenzen en Wensen

Liefde, voor iedereen gelijk?

Belangenbehartiging, ontmoeting, hulp, advies en voorlichting voor LHBTI s in Midden Gelderland.

Zijn roze gezinnen welkom op uw school?

Holebi. transgender. Je bent wie je bent!

Holebi. transgender. Je bent wie je bent!

Ben jij een kind van gescheiden ouders? Dit werkboekje is speciaal voor jou!

Hoofdstuk 23 Discriminatie

Week van de Lentekriebels

Het kinderprotocol. Inhoud: 1. Inleiding; het kinderprotocol 2. Goed gedrag kun je leren 3. De schoolregels 4. Pesten/ gepest worden 5.

DISCRIMINATIE OF NIET?

IK BEN EEN SCHELDWOORD

Luisteren en samenvatten

Ouderavond lijf & relaties

Module 1 Les 1. Benodigdheden Digibord en digitaal materiaal Werkboek Post-its

Ouderbijeenkomst Week van de Lentekriebels

(Uitstel) kinderwens

1. Luister naar het gesprek. 2. Lees de zinnen. 3. Welke informatie hoort u? Kruis aan: JA of NEE.

Dat vinden wij niet raar dat vinden wij bijzonder

PAGINA BESTEMD VOOR DE INTERVIEWER. Interviewernummer : INTCODE. Module INTIMITEIT. (bij de vragenlijst volwassene lente 2002)

Kop. Romp. Lesbrief Seksualiteit Leerjaar 1-Profiel1,2,3

PRIMAIR ONDERWIJS WAT IS VRIENDSCHAP

Tekst lezen en vragen stellen

Oplossingsgerichte vragen (Het Spel van Oplossingen IKB & TS)

Groep 1, 2 Thema 1 De groep? Dat zijn wij! 1. Hallo, hier ben ik! Samen plezier maken en elkaar beter leren kennen.

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben

MEE. Ondersteuning bij leven met een beperking. Vrienden & Relaties

Tot een geloofsgesprek komen. I Ontmoeten

Informatie en advies voor ouders

Studielessen voor kinderen van 4-7 jaar

VOORTGEZET ONDERWIJS MEER DAN HET VOOROORDEEL

Instructie voor leerlingen.. 5. Gebruik van de lesbrieven. 6. Lesbrief: Wat wil je zijn en worden.. 7. Wat wil je zijn en worden.

Sociale leeromgeving. Wie zit er in jouw netwerk? Leeromgeving sociale leeromgeving

C Relaties. C1 Bij wie hoor ik? 3 C2 Vriendschap 7 C3 Verliefd 12 C4 Verkering 16 C5 Trouwen 22

Introductie. Onzichtbaar op internet. GEMAAKT DOOR: Redactie i-respect. ONDERWERP: Communiceren. DOEL: Spelen met identiteit

Bijeenkomst over geloofsopvoeding Communiceren met je puber Deze bijeenkomst sluit aan bij Moments, magazine voor ouders van jongeren van jaar

Deze gevoelens en emoties blijven bestaan totdat jij er aan toe bent om ze te uiten.

LEERKRACHTGEDEELTE ACTIVITEIT HOE-FILE: HOE MAAK IK HET UIT? VAN LIEF NAAR EX.

Eenzaam. De les. Inhoud. Doel. Materiaal. Belangrijk. les

Instructie 1. Heb jij je voelsprieten uitstaan? De relatie met je cliënt

Afgesproken verdeling van de boeken over de groepen

Welkom bij onze vereniging! Omgangsregels

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

13 Jij en pesten. Ervaring

Reality Reeks - Verwerkingsopdrachten. Onder druk Geen uitweg voor Aïsha

Bloos je van bloot? Benodigheden. Lesdoelen. Begrippen. Bloot, naakt, privé, persoonlijk, cultuur, grenzen aangeven, respect, meisjes, jongens

Let s talk about sex Eerste hulp bij seksuele voorlichting

WERKBLADEN Seksuele intimidatie

Waar gaan we het over hebben?

Verslag IHBV HB-Café Utrecht

JEUGDIGEN. Hulp na seksueel misbruik. vooruitkomen +

Nationaal Gevangenismuseum Gevangen in beeld

Op zoek naar de vrouw áchter de lesbo

PRIMAIR ONDERWIJS HOE WOON JIJ?

Samen Anders Gecreëerd door: Sophie van Denzel, Anna van Driel, Myrthe Vondel.

Transcriptie:

Bovenbouw HAVO / VWO Onderdeel 4 Seksuele Diversiteit

2

Toelichting onderdeel 4: Seksuele diversiteit Het vierde onderdeel van Lang Leve de Liefde Bovenbouw (LLL-BB) gaat over seksuele diversiteit. Seksuele diversiteit (homoseksualiteit, biseksualiteit, transgender) stuit nog altijd op veel onbegrip. Dit komt meestal door vooroordelen die mensen hebben ten aanzien van mensen met een andere seksuele oriëntatie. In dit onderdeel van LLL-BB worden leerlingen geprikkeld om na te denken over seksuele diversiteit. Op school, thuis, of later tijdens hun studie of werk kunnen de leerlingen in contact komen met mensen die een andere seksuele geaardheid hebben. Daarom is het belangrijk dat ze er wat meer over weten en seksuele diversiteit respecteren. De eerste les richt zich op de zichtbaarheid, vooroordelen en feiten rondom homoseksualiteit. Leerlingen denken eerst na over welke homoseksuele mensen ze kennen en of die bekendheid is gerelateerd aan een stereotypebeeld dat bestaat van homoseksuele mannen en vrouwen (oef. 1). De volgende oefening is bedoeld om de verschillende termen gerelateerd aan seksuele diversiteit die worden gehanteerd te verduidelijken (oef. 2). De les wordt afgesloten met een groepsdiscussie over het aangeboren of aangeleerd zijn van homoseksualiteit (oef. 3). In de tweede les brengen we homoseksualiteit dichter bij. Uit onderzoek blijkt dat de meeste mensen homoseksualiteit okay vinden, zolang het maar niet te dichtbij komt of zichtbaar is. Iemand op TV die homoseksueel is, prima. Maar bijvoorbeeld een vriend(in) die homoseksueel is daar hebben leerlingen wel moeite mee. In oefening 4 denken leerlingen na over wat het betekend voor iemand die homoseksueel is om wel of juist niet uit de kast te komen. Daarna gaan we een stapje verder: hoe veilig is het op school om uit de kast te komen? En hoe kan je iemand daar in ondersteunen? Uit ervaring blijkt dat de oefeningen in deze les met veel enthousiasme worden onthaalt door zowel docenten als leerlingen. Echter, de eerste les leidt regelmatig tot flinke discussies waardoor de oefeningen meer tijd in beslag nemen dan geïndiceerd. Hierdoor blijft er vaak geen tijd meer over voor oefening 4 en 5. Het is aan te raden hier rekening mee te houden in de planning aangezien oefening 4 en 5 erg belangrijk zijn voor het creëren van meer begrip op school ten aanzien van homoseksuele school/klas-genoten. Programma Les 1: Zichtbaarheid, vooroordelen en feiten Oef 1. Cirkeloefening (15 min.) p. 5 Oef 2. Seksuele diversiteit: uitleg termen (10 min.) p. 6 Oef 3. Aangeboren of aangeleerd? (15 min.) p. 8 Les 2: Homoseksualiteit dichterbij Oef 4. Coming out (20 min.) p. 11 Oef 5. Coming out op school (20 min.) p. 13 Belangrijk bij dit onderdeel In verband met de gevoeligheid van het onderwerp en de mogelijkheid dat er homoseksuelen jongeren in de klas zitten, is het belangrijk om van te voren afspraken te maken: iedereen mag een eigen mening hebben, maar we behandelen elkaar met respect, d.w.z. elkaar laten uitpraten en naar elkaar luisteren. Niet door de klas roepen, geen gescheld, geen uitlachen. Het gaat er niet om evt. homo s te ontmaskeren. De telefoons gaan uit, of beter nog: inleveren bij de docent. En alles wat tijdens deze les wordt besproken, blijft binnen de klas. Homojongeren hebben aangeven dat ze het meestal niet prettig vinden als er in de klas expliciet de aandacht op ze wordt gericht. Tijdens deze les seksuele diversiteit zullen jongeren in uw klas die eventueel met homoseksuele gevoelens worstelen daarom 3

indirect een steuntje in de rug krijgen door de discussies algemeen te houden, zonder dat zij openlijk hun privé situatie hoeven te delen. Benodigdheden Les 1 Oef. 1: schoolbord of groot vel papier Oef. 2: schoolbord of PC met beamer of digiboard Oef. 3: schoolbord of PC met beamer of digiboard Les 2 Oef. 4: schoolbord en PC met beamer of digiboard Oef. 5: schoolbord of PC met beamer of digiboard 4

Les 1 Zichtbaarheid, vooroordelen en feiten Oefening 1 Cirkeloefening (15 min.) Samenvatting van de oefening In deze oefeningen denken leerlingen na over welke homoseksuelen ze kennen en de stereotiepe ideeën die er over homoseksuelen bestaan. De leerlingen vullen een cirkel in met namen van hen bekende homo/lesbo's. Dit kan zowel in de privé sfeer (oom? tante? buurman/vrouw?) als uit de media (Gordon, Paul de Leeuw). Hoe minder persoonlijk zij hen kennen, hoe verder weg van het midden de namen staan. Wijs de leerlingen er van te voren op dat ze bij mensen die ze privé kennen (familie, vrienden e.d.) geen namen hoeven te noemen in verband met privacy van die persoon. Deze oefening wordt nabesproken op vooroordelen die er bestaan over homoseksuelen. Doel van de oefening - Leerlingen realiseren zich dat ze meer homoseksuelen kennen dan ze denken - Leerlingen beseffen dat er diversiteit bestaat onder de verschillende homoseksuelen. Stappen 1. Teken een cirkel op het bord. De cirkel bestaat uit 6 kringen, waarin van binnen naar buiten staat: ik, gezin, familie, goede vrienden, kennissen/school, buitenwereld. 2. Vraag de leerlingen voorbeelden te geven van homoseksuele mannen en vrouwen die zij kennen. Voor elk voorbeeld dat wordt gegeven zet je een kruisje (of de naam van het voorbeeld) in de juiste kring. Zet de vrouwen/lesbische voorbeelden aan de linkerkant van de cirkel en de mannenvoorbeelden rechts. Schrijf in de buitencirkel ook namen van bekende homoseksuele Nederlanders. 3. Trek conclusies. Van sommige voorbeelden weet iedereen dat hij of zij homoseksueel is, bijvoorbeeld omdat die persoon er openlijk voor uit komt of omdat de persoon zich stereotiepe gedraagt. Maar er zijn ook personen waarvan minder bekend is dat ze homoseksueel zijn. Vaak weten leerlingen in eerste instantie vooral voorbeelden van opvallende (media) figuren te noemen. Voorbeelden die duidelijk stereotiepe homoseksueel zijn of er openlijk voor uitkomen. Na wat langer nadenken komen er ook wel minder opvallende voorbeelden, of voorbeelden dit wat dichterbij staan dan iemand uit de media. Voorbeelden die minder zichtbaar homoseksueel zijn of er niet zo openlijk voor uit komen. Meestal weten leerlingen ook aanzienlijk minder lesbische voorbeelden dan homoseksuele mannen te noemen. Lesbische vrouwen zijn nog meer onzichtbaar dan homomannen. Hoe komt dat? Nabespreken: Welke vooroordelen/beelden kwamen naar voren, gelden die voor iedereen? Concluderen dat er verschillende uitingen van homoseksualiteit zijn. Dé homo bestaat net zo min als dé hetero; tussen homo s onderling zijn er net zo veel verschillen als tussen hetero s onderling. Tips en voorbeelden bij deze oefening Om de discussie op gang te brengen kunt u beginnen met zelf wat voorbeelden te geven van homoseksuelen die u kent (persoonlijk of uit de media) Voorbeelden van bekende Nederlanders die (zichtbaar) homoseksueel zijn: Paul de Leeuw, Gordon Voorbeelden van bekende Nederlanders die minder zichtbaar homoseksueel zijn: minister de Jager (financiën), Mirella van Markus (presentatrice NOS journaal) 5

Oefening 2 Seksuele diversiteit en uitleg termen (10 min.) Samenvatting van de oefening De leerlingen proberen van de verschillende hieronder beschreven termen uit te leggen wat het betekent. Als de leerlingen klaar zijn met hun ideeën, dan via bijv. een power point presentatie, of gewoon op het bord schrijven of verbaal aanvulling geven over de exacte betekenis van de term (indien dit nog niet is genoemd door de leerlingen. Zo kan gezien worden of leerlingen het goed hadden of niet. Daarna door naar de volgende term. Doel van de oefening - leerlingen zijn bekend met de betekenis van verschillende termen gerelateerd aan seksuele diversiteit. - leerlingen zijn bekend met hoeveel homoseksuelen er zijn, maar ook met het verschil tussen homoseksueel gedrag, homoseksuele gevoelens, en transgender. Stappen 1. presenteer een term uit het lijstje (bladzijde 7) op het bord, door het te zeggen, of via de powerpoint presentatie (docentenomgeving (bovenbouw) www.langlevedeliefde.nl) 2. geef leerlingen gelegenheid om hardop uit te leggen wat het betekent. Afhankelijk van de sfeer in de klas leerlingen gewoon laten roepen of leerlingen een beurt geven. 3. indien nodig zelf de correcte term geven of presenteren op het bord/power point. 4. door naar volgende term en weer stap 1 3 5. indien term al aan bod is gekomen door wat leerlingen roepen dan door naar termen die nog niet zijn besproken. 6. indien tijdgebrek; de rest van de termen die nog niet aanbod zijn gekomen gewoon zelf uitleggen Tips en voorbeelden bij deze oefening deze oefening kan er toe leiden dat leerlingen ook met scheldwoorden en platte termen aankomen gerelateerd aan homoseksualiteit. Zoals pot, mietje, flikker etc. Ga serieus in op de betekenis van deze termen maar spreek ook met de leerlingen af dat er geen scheldwoorden gebruikt mogen worden in het vervolg van de workshop. Deze omschrijvingen komen o.a. van www.allesovergay.nl Meer verdieping bij dit onderdeel Indien er genoeg tijd is, kunt u overwegen het filmpje van Yoerie te laten zien (zie www.langlevedeliefde.nl) wat gaat over het onderwerp transgender. Yoerie legt uit dat het lastig kan zijn om als meisje in een jongenslichaam te zitten. Met dit filmpje kunt u laten zien dat iemand zich ongelukkig kan voelen in het lichaam waarin hij of zij is geboren. Vervolgens kan een bruggetje gemaakt worden naar de volgende oefening waarin o.a. de discussie is homoseksualiteit/transgender aangeleerd of aangeboren? centraal staat. 6

Termen Seksuele Diversiteit Seksuele geaardheid heeft te maken met gevoelens, gedrag en identiteit: wat je voor een ander voelt, wat voor seksuele contacten en relaties je aangaat en hoe je jezelf noemt. Heteroseksualiteit: Mensen die zich uitsluitend aangetrokken voelen tot mensen van het andere geslacht, worden heteroseksueel genoemd. (Het gaat om liefde en seks). Dus mannen die op vrouwen vallen, en vrouwen die op mannen vallen. Homoseksualiteit: Iemand is homoseksueel wanneer hij of zij zich aangetrokken voelt tot mensen van hetzelfde geslacht (het gaat om liefde en seks). Dus mannen die op mannen vallen en vrouwen die op vrouwen vallen. Vrouwen die homoseksueel zijn noem je lesbisch. In Nederland geeft ongeveer 5% van de mensen aan dat ze homoseksueel zijn. Je kunt onderscheid maken tussen homoseksuele gevoelens, homoseksueel gedrag en homoseksuele identiteit. Niet iedereen met homoseksuele gevoelens heeft ook homoseksuele contacten. En niet iedereen met homoseksuele contacten noemt zichzelf ook homoseksueel (identiteit). Hoe iemand zichzelf noemt, is heel persoonlijk. Uit onderzoek blijkt dat 10-25 % van de jongeren wel eens fantaseert of ervaring heeft met vrijen met iemand van het zelfde geslacht. Toch noemen deze jongeren zichzelf niet homoseksueel Biseksualiteit: gaat over mensen die op vrouwen én mannen vallen. Veel mensen hebben biseksuele gevoelens en fantasieën, veel minder mensen doen er iets mee en nog minder noemen zichzelf bi. Seksuele diversiteit is een verzamelnaam voor homo- en biseksuele jongens en mannen en lesbische en biseksuele meisjes en vrouwen. Travestie gaat om het kleden als de andere sekse, dit komt zowel bij hetero s als homo s voor en is dus niet alleen iets van homoseksuelen Transseksualiteit gaat niet over je seksuele geaardheid, maar over je geslacht, je lichaam. Mensen die voelen dat ze in het verkeerde lichaam zijn geboren, zijn transseksueel. Zij kunnen als jongetje zijn geboren, maar zich eigenlijk vrouw voelen. Ze kunnen ook als meisje zijn geboren, maar zich man voelen. Transseksualiteit is iets anders dan travestie: bij transseksualiteit wil men écht veranderen van sekse. Transseksuele mannen en vrouwen kunnen geholpen worden door middel van hormonen en operaties. Daardoor kunnen ze lichamelijk van sekse veranderen. In Nederland mag dit pas als je 18 jaar of ouder bent. De volgende termen worden in principe NIET besproken, tenzij leerlingen er zelf over beginnen: Pedofilie: volwassene die zich aangetrokken voelt door kinderen Pedoseksueel: volwassene die seks heeft met kinderen Bestialiteit: seks met dieren Pedofilie, pedoseksualiteit en bestialiteit komt zowel bij mannen en vrouwen, als bij hetero s en homo s voor. Let op!!: Maak hierbij duidelijk dat het grote verschil tussen deze vormen van seksualiteit en homoseksualiteit te maken heeft met het verschil in gelijkwaardigheid. Wanneer een volwassenen seks heeft met kinderen of dieren, kun je niet spreken van een gelijkwaardige relatie. In principe kan het dier of het kind zich niet verzetten tegen de relatie. 7

Oefening 3 Aangeboren, aangeleerd of eigen keuze? (15 min.) Samenvatting van de oefening In deze oefening buigen de leerlingen zich samen (in groepjes of klassikaal) over een aantal vragen en stellingen: is homoseksualiteit aangeboren, aangeleerd of eigen keuze? Wat zijn de rechten van homoseksuelen in onze huidige maatschappij? Doel van de oefening - Leerlingen beseffen dat homoseksualiteit in alle eeuwen en alle culturen voorkomt - Leerlingen benoemen de gelijke rechten ongeacht seksuele geaardheid in Nederland. - Leerlingen erkennen dat homoseksualiteit geen eigen keuze is en niet aangeleerd is maar iets natuurlijks Stappen Vragen/stellingen vooraf op flap/bord zetten (zie hieronder onder vragen & stellingen ) of via de power point presentatie in de docentenomgeving (bovenbouw) van de www.langlevedeliefde.nl website. Afhankelijk van de situatie in de klas de leerlingen groepjes van 4-5 personen laten vormen met degenen die naast hen zitten of voor/achter hen zitten (even stoel omdraaien). Probeer als het kan heterogene groepen (jongens/meisjes, culturele achtergrond) te maken, zodat verschillende meningen binnen een groepje aan bod kunnen komen. Verdeel homonegatieve jongeren zo mogelijk over de groepjes met andersdenkenden. In deze groepjes in ca. 5 minuten de vragen (zie onder) bespreken en op post-its antwoord schrijven. Post-its op flap bij de betreffende vraag laten plakken. Daarna in ca. 5 minuten plenair resultaten bespreken: per groep een vraag laten bespreken en zo nodig aan de andere groepjes toelichting vragen. Als de klas te onrustig is om kleine groepjes aan het werk te zetten met dit onderwerp kunnen de vragen ook klassikaal besproken worden. Dan hand op laten steken: Wie denkt aangeboren? Wie aangeleerd? etc. Vervolgens paar leerlingen mening laten toelichten en leerlingen op elkaar laten reageren. Voor mogelijkheden om door te vragen, zie nabespreking. Vragen & stellingen 1. Homoseksualiteit is van alle tijden en komt in alle culturen voor 2. Homo- en biseksuelen in Nederland mogen trouwen en kinderen adopteren of krijgen. 3. Is homoseksualiteit aangeboren, aangeleerd of eigen keuze? (uitleggen: aangeboren wil zeggen: zo ben je geboren, daar kun je zelf niets aan doen) 4. Een homoman wil eigenlijk een meisje zijn en een lesbische vrouw wil eigenlijk een man zijn. Toelichting & Nabespreking van de stellingen & vragen 1. Homoseksualiteit is van alle tijden en komt in alle culturen voor Antwoord: WAAR Toelichting: Er zijn teksten en tekeningen gevonden uit de Griekse oudheid, Romeinse tijd en ook uit vroege Aziatische culturen waaruit al blijkt dat seksualiteit tussen mensen van hetzelfde geslacht voor kwam (zie o.a. wikipedia). Homoseksualiteit komt ook voor in bijv. Afrika en de Arabische wereld, maar omdat het daar niet wordt geaccepteerd, en er soms zelfs de doodstraf op staat, zal niemand daar openlijk toegeven homoseksueel te zijn. Er zijn dus ook geen officiële gegevens te vinden in die landen. 8

2. Homo- en biseksuelen in Nederland mogen trouwen en kinderen adopteren of krijgen. Antwoord: WAAR Toelichting: Holebi in Nederland hebben dezelfde rechten en mogelijkheden m.b.t. huwelijk, hulp bij kinderwens en adoptie als heteroseksuelen. Ook is in de grondwet vastgelegd dat lesbische vrouwen, homo- en biseksuelen recht hebben op gelijke behandeling en dat discriminatie strafbaar is in Nederland. 3. Is homoseksualiteit aangeboren, aangeleerd of eigen keuze? Antwoord: AANGEBOREN Aangeleerd: Leg eens uit: Hoe leert een homojongere het aan in heterogezin in heterosamenleving? Waarom zijn kinderen van homo-ouders dan hetero? En hoe leren jongeren het aan die nog geen enkele homo kennen als ze voor het eerst homoseksuele gevoelens krijgen? Als seksuele geaardheid aangeleerd zou zijn, dan zou iedereen hetero zijn!. Soms discussie over aangeleerd: wordt iets aangeleerd of word je beïnvloed? Eigen keuze: Spiegelen: Wanneer koos jij ervoor hetero te worden? Denk je dat iemand ervoor zou kiezen om homo te worden, terwijl dat vaak veel minder geaccepteerd wordt? Soms erkennen leerlingen wel dat de homoseksuele gevoelens er gewoon zijn, dat iemand daar niets aan kan doen, maar vinden ze dat je zelf kiest wat je met die gevoelens doet. Je kiest er in hun ogen dus voor om homo te zijn. Dan ingaan op hoe het voor henzelf zou zijn om niet te kunnen leven naar hun heteroseksuele gevoelens, maar gedwongen te worden als homo te leven. Leerlingen noemen soms meerdere opties tegelijk: iemand bij wie het al jong zichtbaar is of die al jong weet dat ie homo is: dan is het aangeboren. Iemand die veel homo s kent: dan is het aangeleerd. Anderen willen liever homo zijn: zij kiezen ervoor. Sommige leerlingen denken dat iedereen als hetero geboren wordt en dat sommigen het wel interessant vinden om homoseksuele contacten uit te proberen en als het dan bevalt, worden ze homo. Anderen zeggen: als je als man kansloos bent bij de vrouwen, kun je het altijd nog bij de mannen proberen. Een leerling denkt dat homoseksualiteit door een trauma kan komen, bv. seksueel misbruik in de jeugd. Conclusie: homoseksualiteit is net als heteroseksualiteit aangeboren. Zo ben je geboren, daar kun je zelf niets aan doen. Pas als je opgroeit kom je daar achter. Dit maakt de term wel eens verwarrend voor leerlingen, omdat jongeren er vaak pas tijdens de puberteit achterkomen, lijkt het alsof homoseksuele gevoelens/geaardheid dan pas ontstaan. Maar ook heteroseksuele jongeren ontdekken dan pas hun heteroseksuele gevoelens. 4. Een homoman wil eigenlijk een meisje zijn en een lesbische vrouw wil eigenlijk een man zijn. Antwoord: NIET WAAR Toelichting: Homoseksueel zijn is niet hetzelfde als transgender. Een homoseksueel is gewoon een man of een vrouw, die ook gewoon man of vrouw wil zijn, alleen wordt deze persoon verliefd op iemand van hetzelfde geslacht. Ook is het een hardnekkig idee dat in homoseksuele relaties er een standaard mannetje-vrouwtje rolverdeling zou zijn. Ook dit is niet waar. Net als in hetero-relaties is er diversiteit en zijn er relaties waar de ene partner wat dominanter kan zijn dan de ander. Maar van een standaard man-vrouw rol in alle homoseksuele relaties is geen sprake. Aanvullende informatie De vraag of homoseksualiteit is aangeboren of aangeleerd levert vaak een heftige discussie op. Hieronder vindt u aanvullende informatie over onderwerpen die ter sprake zouden kunnen komen tijdens die discussie. Homoseksualiteit is besmettelijk? 9

Is het besmettelijk? Word je homo als je met homo s omgaat? Sommige leerlingen zijn hier bang voor. Dan ingaan op: Hoe komt het dan dat homo s niet hetero worden tussen al die hetero s met wie ze omgaan? En dat jongeren vaak nog geen enkele homo kennen als ze voor het eerst homoseksuele gevoelens krijgen? Homoseksualiteit een ziekte? Sommige leerlingen vinden dat homoseksualiteit een ziekte is. Het is net zo min een ziekte als heteroseksualiteit; het kan dus ook niet genezen worden door bidden, healingsessies, therapie of door seks met hetero s. Homoseksualiteit een zonde? Afhankelijk van de religieuze opvatting wordt homoseksueel gedrag ook wel als zonde gezien. Zonder een theologische discussie aan te gaan kan er ingegaan worden op het bestaan van verschillende interpretaties van de meeste religieuze teksten. Bovendien prediken de meeste religies ook naastenliefde en dat je zelf verantwoording moet afleggen aan God. Ofwel: het is niet aan jou als gelovige om te (ver)oordelen over een ander, dat is iets tussen God en die persoon. Homoseksualiteit is niet natuurlijk gedrag? De één wordt verliefd op iemand van het andere geslacht, de ander op iemand van het eigen geslacht. Vaak veroordelen jongeren homoseksueel gedrag met het argument dat het in de natuur niet voorkomt. Dat is echter niet waar: wetenschappers hebben bij verschillende zoogdieren en vogels homoseksueel gedrag ontdekt. Er zijn dieren die met een ander dier van hetzelfde geslacht seks hebben, samenleven en samen de zorg voor jonge dieren dragen. Onder bepaalde aapsoorten, zoals Bonobo s en Makaken, komen seks en relaties tussen twee vrouwtjes of twee mannetjes voor. Ook zijn er vrouwelijke albatros-, flamingo-, pinguïn- en ooievaarstellen die samen eieren uitbroeden en jongen grootbrengen. Sommige mensen denken dat homoseksualiteit niet natuurlijk is omdat het minder voorkomt dan heteroseksualiteit. Ook zijn er mensen die het onnatuurlijk vinden, omdat mannen en vrouwen elkaar beter zouden aanvullen. Sommigen vinden dat een mannenlichaam en vrouwenlichaam beter bij elkaar passen dan de lichamen van twee mannen of twee vrouwen. Weer anderen gaan ervan uit dat seks alleen natuurlijk is wanneer er kinderen van kunnen komen. Feit is dat homoseksuele gevoelens menselijke gevoelens zijn en dus natuurlijk. 10

Les 2 Homoseksualiteit dichterbij Oefening 4 Coming out (20 min.) Samenvatting van de oefening In deze oefening staat de vraag centraal wat het betekent om uit de kast te komen. Eerst legt u als docent uit wat coming out (uit de kast komen) betekent. Vervolgens gaan leerlingen in kleine groepjes discussiëren en nadenken over wat het voor iemand kan betekenen om wel of juist niet uit de kast te komen. Wat valt er te winnen? Wat valt er te verliezen? Na 10 minuutjes koppelt elk groepje klassikaal de uitkomsten van de groepsdiscussie terug. Afsluiting met filmpje Linda (5 min). Doel van de oefening - leerlingen hebben empathie voor homoseksuele jongeren - leerlingen beseffen hoe moeilijk het kan zijn om uit de kast te komen en dat uitkomen voor je homoseksuele gevoelens niet vanzelfsprekend is - leerlingen beseffen dat jezelf kunnen zijn ook geldt voor homoseksuele jongeren en dat je respect hebt voor andermans keuzes en leefstijl Stappen 1. Om geen onrust tijdens deze les te krijgen is het handig om al aan het begin van de les de klas in groepjes te verdelen van ongeveer 5 leerlingen. Indien de situatie in uw klas zich hier niet voor leent, kunt u er voor kiezen om de onderwerpen klassikaal te bespreken i.p.v. in kleine groepjes. Zie ook beschrijving oefening 3. 2. U legt eerst klassikaal uit wat uit de kast komen betekent. Zie voor tekst het voorbeeld hieronder ( uitleg coming out ). 3. Vervolgens maakt u de stap naar wat het voor iemand kan betekenen om wel of niet uit de kast te komen. 4. Daarna wordt elk groepje aan het werk gezet om over specifieke vragen m.b.t. coming out na te denken. Leerlingen wordt gevraagd de groepsideeën op post-its te schrijven. Zie voor het lijstje met vragen hieronder ( bespreken van vragen in kleine groepjes ). Om te zorgen dat alle vragen uiteindelijk klassikaal aan bod komen is het handig om het ene groepje met de eerste stelling te laten beginnen (en dan naar beneden toe te werken) en het andere groepje met de laatste stelling (en dan naar boven toe de stellingen afwerken) 5. Nadat de groepjes ongeveer 5-10 minuten de tijd hebben gehad om te discussiëren koppelt uit elke groep iemand de tekst op de post-its klassikaal terug. 6. U kunt dit onderdeel afsluiten met de film van Linda (5 min; zie www.langlevedeliefde.nl/docenten/bovenbouw). Indien u dit handiger lijkt kunt u dit onderdeel ook beginnen met de film van Linda. 7. U kunt voor de presentatie van de stellingen/vragen in deze oefening gebruik maken van de power point presentatie (docentenomgeving bovenbouw www.langlevedeliefde.nl) Uitleg Coming out De term coming out betekent uit de kast komen, openlijk uitkomen voor je homoseksuele, lesbische of biseksuele gevoelens. Voor de meeste mensen gebeurt dit in fasen. Eerst vertellen ze het bijvoorbeeld aan hun beste vrienden, misschien later aan hun ouders en familie en dan aan anderen. Het woord coming out doet vermoeden dat het eenmalig is: als je het eenmaal verteld hebt, dan ben je er klaar mee. Dat is niet zo. Bij iedere verhuizing, nieuwe baan of ontmoeting, besluiten homo s en lesbo s opnieuw of ze het wel of niet vertellen. Hetero's 11

kennen geen coming out: je hoeft niet te vertellen dat je hetero bent, omdat dat vanzelfsprekend wordt gevonden. Iemand bepaalt zelf wat hij wanneer aan wie vertelt. Sommigen kiezen ervoor om in de kast te blijven en er niet met anderen over te praten. Bespreken van vragen in kleine groepjes Bij elk onderdeel staat een toelichting die u kunt gebruiken bij de plenaire nabespreking van de vragen. Wanneer er bij u in de klas leerlingen zitten die religieus zijn of van een andere cultuur dan is het goed om te bespreken in hoeverre uit de kast komen anders valt bij deze religies of culturen. a. Wat heeft een homojongere te verliezen als hij/zij uit de kast komt? Toelichting: Mensen in de omgeving van de homojongere (familie, vrienden, school, werk, kerk, sportclub) kunnen afwijzend reageren. Het kan zijn dat ze tijd nodig hebben om aan het idee te wennen en om verwachtingen bij te stellen (je voldoet niet aan de verwachtingen bv. Het standaard plaatje over trouwen en kinderen krijgen). Het kan ook zijn dat ze het niet begrijpen, denken dat het wel over gaat of dat ze het veroordelen. In enkele gevallen (vooral in religieuze gezinnen) wordt zelfs het contact verbroken of wordt iemand uit de familie verbannen omdat de eer van de familie is aangetast. Jongeren kunnen buitengesloten of gepest worden vanwege hun homoseksuele geaardheid. Ingaan op hoe een homojongere zich dan zou voelen (onzeker, eenzaam, verdrietig, depressief, angstig, niet geaccepteerd hoe hij/zij is). b. Wat heeft hij/zij te winnen? Gelukkig worden en niet meer in de knoop zitten want kan nu zichzelf zijn, zelfrespect. Gewoon er open over kunnen zijn, zowel in praten als gedrag; geen geheim/stiekem leven meer en geen angst meer voor ontdekking. Gemakkelijker in contact kunnen komen met andere holebi s. Een relatie. Vrolijker, geloofwaardigheid. c. Wat doet dat met je als je een dubbelleven moet leiden, waarbij je een belangrijk deel van jezelf geheim moet houden voor je familie en vrienden? De gevolgen van niet kunnen zijn wie je bent en van niet geaccepteerd worden; o.a. meer psychische problemen; stress, onzekerheid, verdriet, angst, depressieve klachten, vaker zelfmoordgedachten en pogingen onder homojongeren dan onder heterojongeren. Doorvragen: wat raden leerlingen een homojongere aan in deze situatie? Antwoord: Als je met onzekerheid blijft rondlopen, wordt het erger en wordt je ongelukkig. Als je niet met familie/vrienden kan praten, zoek dan elders steun. Iemand die je vertrouwt, bijv. een docent/mentor op school. Of als je dat eng vindt, via internet: er zijn verschillende organisaties waar je (anoniem) steun kan krijgen of die een forum hebben waar je in contact kunt komen met andere jongeren in dezelfde situatie. Blijf niet in je eentje rondlopen met je onzekerheden. Coming out is niet verplicht. Soms kan het gewoon niet of niet op dat moment in die situatie. Maar zoek dan op een andere manier steun. Er zijn altijd mensen die je kunnen helpen. Steun zoeken lucht op. Doorvragen: hoe doe je dat, steun vragen? Antwoord: Op een rustig moment op iemand toe stappen die je goed kent en vertrouwt. Een vriendin? Een zus? Je moeder? Een tante of een nicht? Een docent? Vertel aan deze persoon je onzekerheid en gevoel er alleen voor te staan. Vraag of deze persoon je wilt helpen, dat je het prettig vindt als deze persoon bijv. met je meegaat naar COC of naar je ouders omdat het voor jou ook allemaal nieuw en eng is. d. Hoe moet het zijn om als homojongere te leven in een heterowereld? In onze maatschappij heerst een heteronorm; iedereen verwacht dat je hetero bent en een heteroleven leidt. Als homo ben je anders en krijg je gelijk een stempel. In de media, in schoolboeken, in muziek en films; de norm is bijna altijd hetero. Er is dus weinig herkenning mogelijk als homojongere. Daardoor kun je het gevoel hebben dat je 12

de enige bent met deze gevoelens, wat kan leiden tot eenzaamheid en moeite hebben om je geaardheid te accepteren. Film van Linda In dit filmpje vertelt Linda hoe ze ontdekte dat ze lesbisch was (een vriendin vertelt haar dat ze verliefd op haar is en dan beseft Linda dat zij dit ook zo voelt). Ze vertelt hoe ze geworsteld heeft met die gevoelens. Op school wordt het goed geaccepteerd. Maar in de kerk waar ze zich juist zo gelukkig voelde, wordt het niet geaccepteerd. Afronding: Het is belangrijk om te kunnen zijn wie je bent. Het verdient respect als iemand ervoor uit durft te komen in een niet altijd homovriendelijke omgeving. Als dat niet kan; dan elders steun zoeken. Eventueel voor nabespreking Coming out kan heel fijn zijn. Bijvoorbeeld als je verliefd bent en je wilt het van de daken schreeuwen. Of je hebt genoeg van geheimzinnig doen over je gevoelens. Je wilt ze delen met de mensen om je heen. Hoe mensen erop reageren, heb je niet in de hand. Het fijnste is wanneer de omgeving blij en ondersteunend reageert. Dat vrienden en vriendinnen bijvoorbeeld zeggen: Het maakt mij niet uit, want je blijft mijn vriend(in). Het kan ook minder feestelijk zijn. Sommige mensen vinden het lastig hun eigen homoseksuele gevoelens te accepteren, en willen niet anders zijn, laat staan daarover aan hun omgeving te vertellen. De omgeving kan schrikken van het nieuws, afwijzend reageren en je misschien niet meer willen zien. Coming out is niet verplicht. Sommige jongens en meiden willen niet uit de kast. Ze weten zeker dat hun omgeving het niet zal accepteren. Of ze vinden het niet nodig om het expliciet te zeggen. Zij kunnen het geheim jarenlang met zich meedragen. Coming out kan daardoor heel beladen raken, maar uiteindelijk ook als een opluchting voelen. Oefening 5 Uit de kast komen op school? (20min) Opdracht In deze opdracht staat de vraag centraal of leerlingen bij u op school veilig uit de kast kunnen komen en denken leerlingen na over hoe je iemand (klasgenoot, vriend(in)) die uit de kast wil komen kan ondersteunen en helpen. Samenvatting van de oefening Door stellingen en vragen worden leerlingen geprikkeld om na te denken over hoe ze zouden reageren als iemand in hun directe omgeving (bijv. een klasgenoot of vriend(in)) uit de kast zou komen en over hoe ze een homoseksuele klasgenoot of vriend(in) zouden kunnen steunen in diens coming out proces. Doel van de oefening - Leerlingen hebben empathie voor (potentiële) holebi school/klasgenoot - Leerlingen beseffen hun invloed op homotolerantie/pesten op school/in de klas - Leerlingen leren hoe ze adequaat kunnen omgaan met homoseksuele kennissen/vrienden - Leerlingen kunnen een homoseksueel kennis/vriend(in) zo nodig steunen Stappen 1. presenteer een stelling of vraag uit het lijstje hieronder op het bord, gewoon door het te zeggen, of via de powerpoint presentatie in de docentenomgeving (bovenbouw, www.langlevedeliefde.nl) 2. leerlingen krijgen gelegenheid om op de stelling of vraag te reageren. 13

3. u stimuleert de leerlingen om dieper over de stelling/vraag na te denken bijv. m.b.v. de suggesties die bij de stellingen staan 4. wanneer de stelling of vraag voldoende is besproken gaat u door naar de volgende stelling/vraag. 5. Bij afronding van de les krijgen de leerlingen nog een papier mee met extra informatie (o.a. websites met meer informatie). Zie bijlage. De stellingen 1. Een homoseksuele jongen of lesbisch meisje kan hier in de klas of op school zonder problemen ervoor uit komen. Doorvragen: Waarom wel/niet? Zijn er homoseksuele jongens of meisjes hier op school die uit de kast zijn? Zo niet: wat vinden jullie daarvan, dat iemand zich niet veilig genoeg voelt op school/in de klas om uit de kast te komen? Wat zegt dat over de school/klas/studenten? Hoe moet dat zijn voor iemand die in de kast zit? Hoe kun je zorgen dat homojongere zich veilig voelt op school en zichzelf kan zijn? 2. Wat kun je doen als je ziet dat iemand wordt gepest vanwege zijn/haar seksuele geaardheid? Als jongeren ideeën noemen van hoe je iemand kunt helpen die wordt gepest: Doorvragen: doe je dat dan ook/ gebeurt dat ook in het echt dat opkomen voor iemand? Zo nee, waarom niet? Wat is er nodig om wel in actie te komen? Gebeurt dat hier op school ook, pesten? Hoe weet je of iemand gepest wordt/ Wat is pesten (iemand negeren, buitensluiten, uitschelden, opmerkingen maken, en cyberpesten)? Hoe denk je dat die persoon zich voelt (onzeker, angstig, eenzaam, verdriet)? Hoe kan je iemand die gepest wordt helpen? Hoe denk je dat die persoon zich voelt als jij het voor hem/haar opneemt? Mogelijke manieren van helpen bij pesten:1) Kom met zijn allen op voor die persoon (steun verzamelen). 2) Vraag hulp bij iemand die je vertrouwt (docent? Mentor? Vriend(in), ouders?) 3. Wie bevriend is met een homoseksueel of lesbische is er zelf een. Doorvragen: is dat zo? Indien ja: waarop gebaseerd? Indien nee: En stel dat een vriend/vriendin van je uit de kast komt; wat dan? Blijf je dan vrienden? Waarom wel/niet? Indien niet: waarom? Waar ben je dan bang voor? Maakt het nog uit of het een meisje of jongen is die uit de kast komt? Waarom? Toelichting: veel jongeren geven aan bang te zijn voor hun reputatie als een vriend of vriendin homoseksueel is. Ze zijn bang dat anderen denken dat zij dan zelf ook homo of lesbi zijn. Maar homo s worden toch ook niet hetero als ze met hetero s omgaan? Andere jongeren zijn bang dat die vriend(in) dan verliefd op hen wordt of seksuele toenadering gaat zoeken. Maar is dat realistisch? Als hetero-jongen (meisje) word je toch ook niet verliefd op álle meisjes (jongens). Bovendien kun je toch gewoon aangeven dat het niet wederzijds is of dat je geen interesse hebt, zoals je dat ook doet met heterojongeren waarmee je niets wilt? 4. Hoe kun je een vriend/vriendin steunen bij uit de kast komen? Er over praten, meegaan als die persoon het bijv. aan zijn/haar ouders wil vertellen, mee helpen met betrouwbare informatie zoeken en hulp inschakelen van anderen, meegaan naar een homo-organisatie of homokroeg?. Let op: coming out kun je niet afdwingen. Iedereen heeft zijn eigen tempo. Veel homojongeren moeten eerst zelf erg wennen aan hun gevoelens. Je kunt je vriend(in) ook steunen als hij/zij ervoor kiest om (nog) in de klas te blijven, bv. een luisterend oor bieden, vertrouwelijk omgaan met de situatie, niet doorvertellen, niet roddelen, etc. 14