DE JUISTE AFDELING. Doelstellingen: Verloop: Materiaal: Welk spel hoort bij welke afdeling? Duur: Contactpersoon: Contactgegevens:



Vergelijkbare documenten
Preleidingsvorming Aspi s en andere leden die leiding worden

Uitgeverij Schoolsupport

Bungelende emmer. Benodigdheden: emmertje, touw, kleine ballen Aantal spelers: 3+ Voorbereiding : geen Leeftijd: 4+ Soort: spel

Balspelen. Beschrijving van de activiteit

POULEINDELING GROEP 5 & 6

De vernieuwde spelvormen

DE WEK Programma Site De olympische spelen. De Olympische Spelen. Pagina 1 van 1

Warming up. Shuttle tikkertje. Hoe lang? Doel van het spel Wat heb ik nodig? Organisatie. Start. Speelregels Hoe maak ik het makkelijker?

POULEINDELING GROEP 5 & 6

Pleinspelen. Beschrijving van de activiteit

De gymles van begin tot eind

playbook SPRINGSAUTE TIKTOUCHE BEESTBETE DARTFLECHE

Uitwerking vrije lessen

Methodieken en werkvormen Module 9: Presenteren en uitleggen van activiteiten - Spelleiding

Dit spel is erg geschikt als introductiespel. In dat geval gaan we bij het benoemen van de kinderen uit van hun eigen namen. Je kunt ook kiezen om dit

Koningsspelen 26 april Basisscholen Hollands Kroon Schagen Den Helder

De pictogrammen zijn geordend per soort spel. Elke speluitleg heeft dezelfde structuur:

Boter, kaas en eieren life

Materiaal: spaghetti, penne (ongekookt!) Materiaal: Tafel, halfvolle fles water

Oranje slingers. Stofzuigen bij Maxima & Willem-Alexander. Speluitleg: Speluitleg:

Estafettespelen. Beschrijving van de activiteit

Carnavalsschilderij: Doel: Het stimuleren van de fijne motoriek en de hand oog coördinatie. Materiaal: Schilderspapier Verf Kwasten Plakband Schorten

Hiervoor zet ik me in! in klas

OPDRACHTKAART SPEELS BINGO. Loop met een appel op je lepel zo snel mogelijk van het begin naar het eind. Zorg dat de appel niet van de lepel valt.

Workshop. Buitenspellen. Doelen : Op een vlotte manier met een groep kinderen samen een spel spelen Tegen zijn verlies kunnen Eerlijk kunnen spelen

Recht op spel Vandaag gaan we spelen!

(nodig: een basketbal, een basketbalring, een stopwatch)

TOP-SAMENWERKINGSSPELEN

ORIENTATIE - INDOOR. Deckers Gert en Huysmans Bert.

Teambuilding. Teken een grillig gevormd pad op de grond. Blinddoek een lid. Dit lid moet, geleid door een

Oud Hollandse spellen

Kennismakingsspelletjes

Dit originele spel is geschikt vanaf groep 4/5. Zie Variaties voor het spel voor jongere kinderen.

BINNENSPEL: KORTE REGENSPELEN

Lessen 1 ste middelbaar

Het spellenboek. De plaatjes laten zien wat je bij elk spelletje nodig hebt. Hieronder zie je wat elk plaatje betekent:

Prinsen en prinsessen les 7. Doelen:

Bewegingsthema: Springen. Klimmen. Mikken

Activiteitenblad Piratenstrijd

Methodieken en werkvormen Module 9: Presenteren en uitleggen van activiteiten - Spelleiding

Inhoudstafel. 123 piano. dokter knoop. schaar, steen, papier. ik zie, ik zie wat jij niet ziet. schipper mag ik overvaren? dikke bertha.

BLIJ MET EEN EI. Blij met een ei, april 2011 Speel-o-theek De Dobbelsteen

Per straatspeeldag staan er 5 spellen in. Er kan zelf gekozen worden welke spelen gepast zijn voor de doelgroep bij jullie in de straat.

Dit spelregelboekje is speciaal samengesteld voor het peanutbal tijdens de Veldhovense Schoolverlaters Sportdagen.

Inhoudsopgave. Inleiding. Legenda. Les 1 Gezonde voeding Les 2 Schijf van Vijf Les 3 Kcal en Bewegen. Onderdeel van FetFit 2

Actieve voedingsdriehoek: Een gezond gedicht

M. E. J. N. B. K. E. B. S. S. Sluipwegtikkertje DAS BEURS 2018

LES 3. GROEP: 3 t/m 8 VOLLEYBAL.

Lach je rijk. Dag: 10 - gezelschapsspelletjes Groep: Vendels

Kennismakingsspelletjes

LES 34. GROEP: 3 t/m 8 Klimmen, tikspelen, Stoeien. DOELSTELLINGEN:

LES 3. GROEP: 3 t/m 8 BADMINTON

38 e Spel Met Grenzen

Draaiboek en verloop sportdag vrijdag 29 april 2016

Les 3, Actieve spelletjes

LES 2. GROEP: 3 t/m 8 KORFBAL DOELSTELLINGEN:

Leerinhoud: lettervorming. Locatie: klaslokaal. Groepsindeling: groepjes van twee leerlingen. Tijdsduur: 10 minuten.

Bewegingstussendoortjes

rekentrainer jaargroep 5 Timo loopt steeds verder weg. Teken Timo bij de kruisjes op de weg en maak de tekening af. Zwijsen naam:

Verdeelspelletjes 1, 2, 3, spring

rekentrainer jaargroep 5 Timo loopt steeds verder weg. Teken Timo bij de kruisjes op de weg en maak de tekening af. Zwijsen naam:

LES 41. GROEP: 3 t/m 8 Zwaaien, Springen, Doelspelen

LUDUS DELTA. Doe twee Romeinse passen (ongeveer 3m) achteruit vanaf de basis van de driehoek. Trek daar een lijn waarachter de spelers zich opstellen.

LES 1. GROEP: 3 t/m 8 VOETBAL. DOELSTELLINGEN:

Hoi boer. De speler links van de gever begint het spel door een kaart open op tafel te draaien. Daarna doet de volgende speler hetzelfde; enzovoort.

2 uur (+ 30 minuten douchegelegenheid)

flitsletters spellenbundel Voor speelse oefenmomenten, thuis en in de klas.

LES 3. GROEP: 3 t/m 8 KORFBAL.

Werkstuk LO Tikspelen

LES 7. GROEP: 3 t/m 8 Zwaaien, tikspelen, springen.

TOUCH RUGBY WAT IS TOUCH RUGBY

LES 1. GROEP: 3 t/m 8 Trefbal DOELSTELLINGEN:

Clinic Spelvormen Start2Volley-clinic 2 Seizoen

Paasspeurtocht. Veel plezier!

Uitspanning Het Klaverblad Holstweg 44a Olst. Binnenspelen

TAFELTASJE. Tafeltasje is een rugzak met daarin allemaal leuke spelletjes om de maal- en deeltafels in te oefenen. juf Tessa

Tik-tak Tik-tak tik-tak. Ik tik de tijd op mijn gemak. Ik haast me niet zoals je ziet. Tik-tak tik-tak, ik denk dat ik een slaapje pak.

Prinsen en prinsessen les 8. Doelen:

Lesonderwerp Passen en vangen. Sam Allemeersch

Het geluidenvierkant. De menselijke xylofoon

Inhoud. Voor wie is dit spel. Spelduur. Spelvoorbereiding

Kamphuis De Blokken Baarle-Nassau. Natte Zeskamp (speelveld is een tweetal zijlen aanéén) Natte Zeskamp (1) WATERPISSEN

HOOFDSTUK 1: ALGEMEEN REGLEMENT

ARCHERY TAG. Benodigdheden: 8-12 bogen en pijlen 10 maskers 2 Targets Afzetlint Evt objecten om achter te schuilen

LES 2. GROEP: 3 t/m 8 HANDBAL

DAS BEURS 2019 EILANDENRACE 4 OP 1 RIJ

Teamleden: Teamleden: punten totaal. punten totaal

Spelregels. Het spelen van levend ganzenbord

Vrijdagmorgen kleuters Deze bestaat uit 3 onderdelen. Kinderboerderij, Parachutespel en spelletjes op het veld.

LES 2. GROEP: 3 t/m 8 BADMINTON

De poppenspeler SPELUITLEG

Vormen voor Warming up

kabouterfeest Sportdag 2002 Anne Frankschool Groep 1 en 2 Dit boekje is

Edel, Stein & Reich ALEA, 2003 STAUPE Reinhard 3-5 spelers vanaf 9 jaar ± 90 minuten

Verwachting. Verwachting. Verwachting. Verwachting

marathon 1 Aangepast spelenset voor bejaarden Caritas West-Vlaanderen vzw Bosdreef Torhout kb@caritaswest.be

Dier op dier. Het grote avontuur

SPEL 1. Kangoeroe buidel-dief. Doel: Uitleg: Te moeilijk? Te makkelijk?

Themawandeling Herfst

Transcriptie:

DE JUISTE AFDELING Onderwerp(en): Doelgroep: Duur: Welk spel hoort bij welke afdeling? Aspiranten Contactpersoon: Contactgegevens: Doelstellingen: Verloop: Maak een stapel met de spelen in bijlage. Om beurten trekt een aspi een spel. Hij/zij mag de speluitleg voorlezen en het spel leiden. Achteraf wordt besproken voor welke afdeling dit spel het meest geschikt is en waarom. Tussen de haakjes staat telkens een suggestie voor de afdeling waarmee men het spel kan spelen. De manier van spelbegeleiding kan ook kort geëvalueerd worden. Materiaal: Pagina 1 van 6

Bijlage(n): De spelen Wie raadt het? (TITO) Alle spelers krijgen 10 lucifers. Een speler geeft een letter van het alfabet aan en alle spelers proberen een voorwerp dat met die letter begint met hun lucifers uit te beelden. Dan gaat men bij elkaar raden wat het is. Het spel gaat zo verder, maar het aantal lucifers wordt kleiner en kleiner. Gallen (RAKWI) De ruimte (20 x 10 meter) wordt verdeeld in een aantal vakken. Je speelt met 8 tot 20 spelers waarvan er 2 of 3 als tikker optreden. De spelers beginnen bij vak 1 en proberen in de aangegeven richting door alle vakken te lopen zonder getikt te worden. Een getikte speler gaat naar het laatste vak. Een niet getikte speler die dat laatste vak kan bereiken, kan 1 getikte speler bevrijden. De tikkers mogen alleen lopen op de lijnen die de vakken scheiden. Drijfbal (TITO) Dit spel moet je spelen in een ruime en afgesloten zaal of in een perfect afgebakend terrein. In de zaal of op het terrein zet je 5 stroken uit: één waar de spelers van ploeg A instaan (1), een strook voor de B-ploeg (5), een neutrale zone waar een strandbal of een grote bal in ligt (3), in van (2) staat één B-speler en in vak (4) staat één A-speler. Alle spelers werpen of rollen vanuit hun vak met ballen naar de grote bal om in vak (1) of (5) te rollen. A probeert de bal in vak (5) te krijgen en B in vak (1). De twee spelers in vak (2) en (4) kunnen twee dingen doen: zowel de tegenpartij verhinderen om ballen te werpen als de ballen zo snel mogelijk terugspelen naar de eigen ploeg. De bal in het midden mag door niemand aangeraakt worden. (1) (2) (3) (4) (5) Kapiteinbal (RAKWI) Je speelt in twee groepen van ongeveer acht spelers. 6 spelers van elke ploeg staan binnen een cirkel (en mogen daar niet uitkomen), de twee andere spelers mogen vrij rondlopen in het andere kamp. A1 start met de bal en probeert die in zijn ploeg rond te spelen naar a2, a3 tot a6. Als men daarin lukt, heeft men 1 punt. Van a6 kan de bal dan gewoon doorgegooid worden naar a1. Spelers b7 en b8 proberen echter de bal af te pakken en te werpen naar de anderen van hun ploeg zodat zij, in volgorde, een reeks kunnen maken; op hun beurt gehinderd door de verdedigers a7 en a8. Spelers mogen permanent gewisseld worden. De bal mag op alle mogelijke manieren doorgegeven en gegooid worden. De verdedigers mogen de bal echter niet uit de handen slaan. Levende kopieermachine (ASPI) Er zijn twee ploegen van gelijke grootte. Daar zijn er ook enkele gevangenisbewakers. Ploeg A wordt verdeeld over alle A-zones. In zone A2 zitten ongeveer evenveel spelers als in zone A1 en A3 samen. Voor ploeg B geldt Pagina 2 van 6

hetzelfde. Deze spelers mogen hun zone niet verlaten. De gevangenisbewakers mogen zich bewegen in de zones A2 en B2. Ze kunnen alle spelers die zich in die zones bevinden, tikken en in de gevangenis stoppen. In de gevangenis kunnen ten hoogste drie mensen zitten. Telkens er een vierde bijkomt, mag diegene die er al het langst zit, weer vrij. Aan de uiterste rand van zone A1 en B1 wordt een vel papier gelegd. Op het papier staat een aantal figuren en symbolen getekend, elk in een bepaalde kleur, met stiften, potloden en vetkrijtjes. Aan de uiterste rand van zones A3 en B3 ligt een leeg vel papier en alle materiaal dat gebruikt is om het origineel te tekenen. De spelers van zone A1 en B1 proberen stukje bij beetje de informatie over hun blad papier door te zeggen aan de spelers uit A2 en B2 (die het papier zelf niet kunnen zien!). Die geven de informatie dan weer door aan spelers uit vak A3 en B3. Ze trachten met de informatie die ze krijgen en met het beschikbare materiaal, de originele tekening zo goed mogelijk na te tekenen. Het kopieerwerk van de spelers uit zones A2 en B2 kan echter danig verstoord worden door de gevangenisbewakers die hen een tijdje in de gevangenis kunnen zetten. Het spel is gedaan als beide ploegen menen een goede kopie van het origineel te bezitten Iedereen pakt iedereen (KETI) Dit spel is heel leuk in het bos, maar kan ook elders gespeeld worden (niet op een open terrein). Elke speler krijgteen kaartje met de naam van een andere speler. Die speler moet hij trachten te pakken. Geheimhouding is noodzakelijk. Iedereen verspreid zich over het terrein. Vanaf een afgesproken signaal moeten de spelers de speler waarvan de naam op hun kaartje staat, trachten te tikken. Als een speler deze speler kan tikken, kan krijgt hij ook zijn kaartje. Wie zijn kaartje moest afgeven, kan zelf niet meer tikken. Hij kan alleen diegene die hem tikte, helpen. Ook om de speler te tikken die op het afgegeven kaartje staat. Baren (KETI) Dit spel wordt gespeeld in twee gelijke ploegen van minstens vier personen. Het doel is de tegenploeg gevangen nemen. - Opstelling: de twee ploegen staan achter de zijlijnen van het terrein opgesteld. - Uitkomen: bijvoorbeeld een speler van A komt uit op het terrein. Hierna zal een speler van ploeg B uitkomen die de A-speler mag tikken omdat de A-speler al langer op het veld staat. Hierna kan weer een A-speler uitkomen om de B-speler te bedreigen (want de B-speler stond reeds op het terrein). Een bedreigde speler mag steeds teruglopen naar het eigen kamp om daarna misschien terug uit te komen. Denk eraan: wie laatst uitkomt, mag iedereen tikken. - Gevangen nemen: bijvoorbeeld een A-speler wordt getikt. Het spel wordt onmiddellijk stilgelegd en de getikte speler wordt gevangen. In de gevangenis moet hij wachten totdat hij verlost wordt. De andere spelers keren terug naar hun kamp. Dan wordt het spel hervat. - Verlossen: bijvoorbeeld twee A-spelers zijn gevangen. Wanneer een andere A-speler iemand in de Agevangenis kan tikken, dan worden alle A-gevangenen verlost. Het spel wordt weer stilgelegd en iedereen (behalve de B-gevangenen) keert terug naar zijn kamp om het spel te hervatten. - Binnenlopen: bijvoorbeeld een A-speler kan het B-kamp binnenlopen zonder getikt te worden. Deze Aspeler mag nu uitkomen vanuit het B-kamp en tracht een B-speler te tikken of de gevangenen van zijn ploeg Pagina 3 van 6

te verlossen. Wanneer hij iemand getikt heeft, gaat hij terug naar zijn thuiskamp om het spel te hervatten. - Gevangenis: wanneer verschillende spelers van dezelfde ploeg in de gevangenis zitten, mogen zij mekaar een hand geven en zo een sliert maken in de richting van hun kamp om het verlossen te vergemakkelijken. Blindemansstok (RAKWI) Alle spelers vormen samen een kring. In het midden van de kring staat een geblinddoekte speler met een stok. Iedereen loopt in de kring rond die geblinddoekte speler, totdat die driemaal met zijn stok op de grond slaat. Dan blijft iedereen stokstijf staan. De geblinddoekte speler wijst met zijn stok naar iemand en roept een dierennaam, bijvoorbeeld aap. De speler die werd aangewezen, maakt dan het geluid dat bij dat dier hoort, oe-oe-oe-oe dus. De speler in het midden moet raden wie de aangeduide speler is. Hij krijgt daarvoor drie kansen. Als hij juist raadt, mag hij zijn blinddoek afnemen en in de kring gaan staan. De speler wiens naam geraden werd, moet dan in het midden van de kring komen. Hij krijgt de blinddoek en de stok. Het spel kan voortgaan. De Camannies en de Mingies (RAKWI) Voor het spel begint worden er één of meer Mingies (de pakkers) en twee Camannies aangeduid. Die Camannies nemen elk een stok vast waartussen een touw gespannen is. Tijdens het spel proberen de Mingies zoveel mogelijk spelers te tikken. Wie getikt wordt, gaat op zijn hurken zitten en steekt zijn handen op. Men blijft zo zitten tot de Camannies je komen verlossen. Dat kunnen ze door met dat touw dat tussen de stokken gespannen is, over je heen te komen. De Camannies kunnen niet getikt worden. Laat iedereen eens als Camannie of Mingie aan bod komen. Spaakestafette (RAKWI) Men speelt dit spel in drie of vier kleine ploegjes van ongeveer 4 personen. De ploegjes gaan op de grond zitten zoals de spaken van een wiel, met het gezicht naar het midden. Elk ploegje stelt één spaak voor. De speler aan het uiteinde van elke spaak heeft een bal. Bij het startsein lopen deze spelers met de bal rond alle spaken tot ze weer bij hun spaak zijn. Terwijl de buitenste speler rond de cirkel loopt, schuiven de andere spelers op hun spaak allemaal één plaats naar achteren. Zo komt er aan het begin van elke spaak één plaats vrij. Wanneer de buitenste speler heeft rondgelopen, geeft hij de bal aan de speler die nu aan het uiteinde van de spaak zit en gaat zelf op de vrije plaats in het midden zitten. De speler die nu de bal heeft gekregen, loopt op zijn beurt zo snel mogelijk rond de verschillende spaken. Ondertussen schuiven de andere spelers weer één plaats naar achteren. Zo gaat het spel voort tot iedereen aan de beurt is geweest. Dan ziet de spaak er weer uit als in het begin. Wie daar het eerst in slaagt, wint. Pagina 4 van 6

Rovers en prinsessen (RAKWI) Er zijn twee kampen die zo n vijftig meter van elkaar liggen. Er worden twee ploegen gemaakt: de rovers en de prinsessen. Het kamp van de rovers is een vierkant van vier op vier meter; dat van de prinsessen is een cirkel met een vlaggetje in het midden. De prinsessen moeten beletten dat één van de rovers het vlaggetje kan roven. Eén van de prinsessen blijft in de cirkel en is de enige die de rovers kan tikken. De andere prinsessen tikken de rovers buiten de cirkel. Wanneer een rover getikt is, is hij uit. In zijn vierkant mag hij echter niet getikt worden. De rovers winnen het spel wanneer één van hen bij de vlag kan komen zonder getikt te worden. De prinsessen winnen als ze een afgesproken aantal rovers hebben kunnen uitschakelen. Tafelhanger (TITO) Een tafel kan soms al genoeg zijn om plezier te maken. Wat dacht je van een wedstrijdje om ter langst onderaan een tafel hangen. Dit kan gaan om een recordpoging, maar je kan het ook doen als een onderdeel van een één-tegen-allen of tijdens een opdrachtentocht. Je kan ook rond of onder een tafelblad kruipen, zonder de grond te raken. Let op voor spierverrekingen en lichte valpartijen. Kussens kunnen een mogelijke val breken. Koushockey (TITO) Er wordt gespeeld in twee ploegen. Stop nylonkousen vol met krantenpapier. Twee doelen aan weerszijden van het lokaal. De ploegen moeten proberen een ballon of een lichte bal in het doel te krijgen. De bal mag enkel met de koussticks aangeraakt worden. Uitbeeldestafette (TITO) De spelers worden verdeeld in twee ploegen. Voor elke ploeg ligt er een lijstje klaar met 10 woorden. Twee ploegen sturen een uitbeelder naar de spelleider, die hen een woord in het oor fluistert of laat lezen. Van zodra een ploeg het woord raadt, kunnen ze aan een volgend woord beginnen. Binnen elke ploeg is er een beurtrol, zodat iedereen aan bod komt. De ploeg die het eerst de tien woorden geraden heeft, wint. Spiegelverstoppertje (RAKWI) Pagina 5 van 6

Dit is een variante op verstoppertje. Iedereen verstopt zich, een ongelukkige moet iedereen zoeken. Hij mag dit echter doen enkel doen door via een spiegeltje te kijken en te zoeken. De slapende reus (SPEELCLUB) Eén speler verlaat de groep. Hij is de reus en gaat tegen een boom zitten slapen. De reus houdt één lichaamsdeel in gedachten. De andere spelers zijn de kabouters, die de reus willen wekken. Dit kan maar op één manier: door het lichaamsdeel aan te raken dat de reus in gedachten heeft. Wordt de reus gewekt, dan probeert hij de kabouter te tikken. De kabouters vertrekken één voor één van achter een lijn en doen een poging om de reus te wekken. Slaagt die kabouter er niet in de reus te wekken, dan is een volgende kabouter aan de beurt. Slaagt een kabouter er wel in, dat staat hij pas veilig als hij opnieuw over de startlijn komt. Deze kabouter mag nu reus spelen. Was binnenhalen (regenspel) (SPEELCLUB) Buiten hangt een wasdraad waaraan tien kledingstukken hangen. Die moeten zo snel mogelijk naar binnen gehaald worden. De spelers vertrekken vanuit het deurgat. Het naar de waslijn lopen gebeurt in estafettevorm, en de loper doet eerst de grote regenjas aan alvorens hij mag vertrekken. Het gehaalde kledingstuk wordt keurig met twee wasknijpers aan de wasdraad gehangen binnen. Groentekwartet (SPEELCLUB) Als het winter wordt gaan de rupsen op zoek naar voedsel in de diepvriezer van boer Kool. De spelers worden in ploegjes van drie of vier personen verdeeld en meoten nu in de donkere diepvriezers op zoek naar hun lievelingsdieet, dat bestaat uit een combinatie van vier verschillende soorten groenten. De groenten zijn in het lokaal verstopt en de ploegjes staan buiten op een rij opgesteld. Van elk ploegje mag er slechts één rups tegelijk in het lokaal binnen om op zoek te gaan naar een nog ontbrekende groente uit het kwartet. De ploeg die het eerst een kwartet kan verzamelen, wint. Eventueel kan dit spel in een donker lokaal gespeeld worden, of krijgen de spelers een blinddoek om. Ballonplakken (SPEELCLUB) De spelers zijn verdeeld in twee ploegen en staan opgesteld in twee ploegen, op rijen tegenover elkaar. Elke speler krijgt een kruis dubbelzijdige plakband op de buik en een naam of nummer van een speler in de andere ploeg. De leid(st)er staat in het midden en noemt een naam of een nummer, terwijl ze een ballon opgooit. Van elke ploeg probeert nu de betreffende speler de ballon aan zijn stroken kleefband te kleven, zonder de ballon met de handen aan te raken. Dekentrekken (ASPI) Dit spel wordt in twee ploegen gespeeld. De ploegen staan opgesteld op rijen tegenover elkaar. Iedereen heeft een nummer. In het midden ligt een matras met een deken erop. De spelleider roept een nummer af. Deze personen komen op de matras liggen, onder het deken. Op een signaal van de spelleider beginnen de spelers te vechten om het deken. Welke ploeg zijn de beste dekentrekkers? Pagina 6 van 6