Samenvatting Management & Organisatie Samenvatting 10 t/m 15

Vergelijkbare documenten
Ondernemingen: om hun nieuwe gebouwen te kunnen kopen. Zij geven leningen uit aan aandeelhouders, zodat ze geld ontvangen.

Een onderhandse lening is een lang lopende lening waarbij geld uitgeleend word door 1 geldgever.

Samenvatting M&O hoofdstuk

Vormen van lang vreemd vermogen: Kenmerken onderhandse lening: Obligatie = op lange termijn: Gezond financieren / Broers regels

Boekverslag door C. 946 woorden 11 december keer beoordeeld

Wanneer de ondernemer niet meer in staat is alle schulden te betalen, wordt door een rechtbank een faillissement uitgesproken.

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 10 t/m 13, Theorie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 6 deel 1

Samenvatting Management & Organisatie H10 t/m 15

Hoofdstuk 12. Vreemd vermogen op lange termijn. Een lening (schuld) met een looptijd van langer dan een jaar. We bespreken 3 verschillende leningen:

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 6; De financiering van organisaties

Hoofdstuk 12. Vreemd vermogen op lange termijn.

Samenvatting M&O Samenvatting hoofdstuk 11, 12 en 13 In Balans

Begrippenlijst Management & Organisatie Hoofdstuk 5, 6 en 7

Samenvatting M&O H12: Vreemd vermogen op lange termijn

Nadelen: Groot risico vanwege privéaansprakelijkheid. Lange werktijden. a Een vennootschap waarvan het eigen vermogen is verdeeld in aandelen.

7,2. Samenvatting door een scholier 3301 woorden 5 maart keer beoordeeld

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 5

6,6. Inkomsten belasting progressief: Eigenwoningforfait. Samenvatting door een scholier 1910 woorden 6 februari keer beoordeeld

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 4 t/m 7

Om je goed voor te bereiden ontvang je bijgaand op de volgende bladzijden:

Samenvatting Management & Organisatie H13+H14

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 11, Eigen vermogen

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 11: Eigen vermogen

5,7. Samenvatting door S woorden 30 juli keer beoordeeld Onderhandse Lening

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 3, 4 t/m 5.6

Samenvatting Economie Hoofdstuk 7

Aan de vraagzijde van de vermogensmarkt vinden we vrij wel dezelfde categorieën als bij de aanbodzijde:

Het eigen vermogen is permanent dat wil zeggen voor onbepaalde tijd (blijvend)aanwezig in de onderneming.

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 1 t/m 9

5,8. Samenvatting door een scholier 3135 woorden 30 maart keer beoordeeld. Management en Organisatie

PTA M&O. Hoofdstuk 10.

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 4, 5 en 6

7, Samenvatting door een scholier 1812 woorden 4 januari keer beoordeeld

Vermogen: geld Kapitaal (aandelen, obligaties, leningen (lange termijn))

Samenvatting Management & Organisatie Hoofstuk 1 t/m 7 en 10

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstukken 12, 13, 14 en 17

Leverancierskrediet à hiervan is sprake wanneer de leverancier goederen levert die pas later door de afnemer betaald te hoeven worden.

Samenvatting M&O H11: Eigen vermogen

M&O VWO 2011/

Om een zaak te beginnen is geld nodig. Er zijn 2 verschillende soorten vermogen.

7,8. Samenvatting door een scholier 868 woorden 3 maart keer beoordeeld. Economie in context. Samenvatting economie. 2.

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 8 en 9

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 9 t/m 13

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 16

EENMANSZAAK DEEL 1. Periode 3 en 4

Samenvatting M&O Hoofdstuk

Je koopt iets dat pas later hoeft te worden betaald. De afnemer ontvangt het leverancierskrediet

Crowdfunding: publiek laten betalen, d.m.v. vermogen aan te trekken.

Hoofdstuk 8. Vreemd vermogen

6,9. Personeelsbeleid. Personeelsplanning: wat zijn de aanwezige kwaliteiten en wat heeft de onderneming nodig.

6,6. Samenvatting door een scholier 1711 woorden 10 april keer beoordeeld. Hoofdstuk 1:

Afbetaling Aflossing Aflossingsvrije lening Beleggingskrediet BKR of Bureau Kredietregistratie Consumptief krediet Creditcard

Samenvatting M&O H14: Enkelvoudige interest

4,9. Samenvatting door een scholier 2141 woorden 24 juni keer beoordeeld

- De site voor samenvattingen

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk :Naamloze Vennootschap

Samenvatting Management & Organisatie Personeel & Organisatie H1

5, > 3.3. Samenvatting door een scholier 1974 woorden 2 december keer beoordeeld

7,2. Samenvatting door een scholier 1567 woorden 9 december keer beoordeeld. M&O hf 1 t/m 6.

Bijlage HAVO. management & organisatie. tijdvak 2. Informatieboekje. HA-0251-a-19-2-b

Management en Organisatie VWO 6 Hst 31, 37 t/m 43

De Naamloze Vennootschap ~ NV. Het bijeenroepen en leiden van algemene vergadering van aandeelhouders.

Financieel Management

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 9 en 10

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 4 t/m 7, 13 t/m 15, 19 t/m 22

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 1, 3, 4, 8, 10, 11, 12

Eindexamen m&o vwo 2008-I

Samenvatting door een scholier 2640 woorden 15 augustus keer beoordeeld

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 3 t/m 7

Nadeel Uiteindelijk wordt er geen vermogen opgebouwd om de hypotheek mee af te kunnen lossen.

Eigen vermogen Geplaats aandelenkapitaal Agioreserve Herwaarderingsreserve Wettelijke en statutaire reserves Ingehouden winst uit de voorgaande jaren

Organisatie: Een organisatie is een samenwerkingsverband van mensen die bepaalde doelen willen bereiken.

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 1 t/m 6

Toets 3 HAVO 5 g Diagnostische toets 2012

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 4

Boekverslag door M woorden 21 februari keer beoordeeld

Hypotheekrecht en - vormen

Dit voorbeeldexamen bestaat uit 27 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen.

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 8

5.6. Boekverslag door H woorden 31 maart keer beoordeeld

Management en Organisatie VWO 4 Hoofdstuk 11. Oefenopgaven: aandelen, intrinsieke waarde en dividend

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 4

Kenmerken van diverse basisvormen van hypothecaire leningen

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 1 t/m 10

UNIFORM EINDEXAMEN HAVO 2015

Vraag Antwoord Scores

Opgave I (25¾p) De boekhouding van een NV A. Bereken I. II.

Samenvatting Management & Organisatie H11 en 12

Vermogensbehoefte en financiering

Financiële analyse. Les 2 Vermogensbehoefte en financiering. Auteur: Witek ten Hove, MBA

Samenvatting Management & Organisatie Boek 1+ 2

12 Het eigen vermogen

Bij deze opgave horen de informatiebronnen 7 tot en met 10. In deze opgave blijft de btw buiten beschouwing.

De verschillende hypotheekvormen

De grootste financiële beslissing in een mensenleven

Samenvatting door B woorden 26 januari keer beoordeeld. Naamloze vennootschap; Vereniging; Stichting.

7,4. Samenvatting door C woorden 14 juni keer beoordeeld. Hoofdstuk 1- De naamloze vennootschap 1.1

DOMEINBESCHRIJVING 27 MEI 2014 VOORLOPIG CONCEPT

Bijlage HAVO. management & organisatie management & organisatie. tijdvak 2. Informatieboekje. tevens oud programma.

Transcriptie:

Samenvatting Management & Organisatie Samenvatting 10 t/m 15 Samenvatting door K. 1665 woorden 16 juni 2013 5,5 4 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans Aandeel: deelname aan winst van een bedrijf. (risicovol). obligatie: geldlening met hogere rente t.o.v. de bank. (laag risico maar wel meer dan op de bank) H10,2 Institutionele beleggers bedrijven die grote bedragen beleggen. (ze hebben de bedragen pas later nodig) bv zorgverzekeringen. Onderhandse leningen direct van geldgever, hier is geen bank bij betrokken. Hierdoor hebben ze kostenvoordelen. - kostenvoordelen - leningsvoorwaarden kunnen worden onderhandeld - het geld lenen en geven gaat sneller (er is maar 1 geld lener) - het rente persetage is lager dan bij een obligatie lening. Voordeliger om te verlenen. H10,3 Pagina 1 van 10

Vermogensmarkt is het geheel van vraag naar en aanbod van vermogen. Marktmechanisme: verschil tussen vraag en aanbod. 2 soorten markten: - geldmarkt: er word over en korte tijd vermogen verhandeld (max 1 jaar.) - kapitaalmarkt: er word over lange tijd vermogen verhandeld (min 1 jaar). Na een jaar elke dag opzegbaar. Zelf na 10 jaar niet opgezegd: het blijft kortvermogen 3 soorten kredieten op de geldmarkt: - rekening-courantkrediet (meerdere dingen op rekening en op het einde in 1x betalen). hierbij heb je een krediet plafond, je mag maximaal zoveel rood staan. Dispositieruimte is hoeveel extra je nog rood mag staan voordat je het krediet plafond heb bereikt. - leverancierskrediet (kopen, later betalen) - afnemerskrediet (eerst betalen, en daarna krijgen). Kapitaalmarkt splitsen in 2 dingen: onderhandse lening - er is 1 geldgever voor het gehele bedrag. - over de voorwaarde kan worden onderhandeld. - rente gaat direct van geld lener naar schieter. Geen extra kosten obligatie lening Pagina 2 van 10

- Er zijn talloze geldschieters - Het rente percentage is vast en vooraf bekend - De rente gaat jaarlijks eerst via de banken H10,4 Limietorder er word een maximale koopprijs of maximale verkoopprijs vast gesteld. Je bent zeker van een bepaalt verdrag als je iets verkoopt. Marktorder er is geen limiet op de prijs. Je koopt of verkoopt iets voor de hoogste vraagprijs. Dat je iets verkoopt is gegarandeerd maar geen prijs zekerheid. Emissie: nieuwe aandelen op de effectenbeurs. Hoofdstuk 11 Mantel = eigenaandeel hierop staat: Naam van de nv/bv Nominale waarde aandeel Nummer van aandeel Koerswaarde: waarde van het aandeel op dit moment. Emissiekoers: nominaal waarde voor nieuwe aandelen. Is altijd lager dan prijs op de effectenbeurs. Maatschappelijk aandelenvermogen: het totaalbedrag dat een onderneming aan nominaal aandelenvermogen nodig denkt te hebben. Geplaatstaandelenvermogen: Maatschappelijk aandelenvermogen vermogen niet verkochte aandelen. Ook wel gewoon aandelenvermogen genoemd. Dividend: bepaald bedrag dat je per aandeel krijgt (rente). Soms als een bedrijf winst maakt maar geen dividend uitkeert houd hij het in het bedrijf. Hierdoor word het bedrijf en aandeel meer waard. Tantième: winstuitkering voor commissarissen en directie (soort bonus) 11,2 Voor extra info over het emissie-aandeel kan je Prospectus aanvragen. Hier in staat o.a.: Pagina 3 van 10

Doel van emissie Winstverdeling koersprijs Alle kosten die voor het maken van een aandeel worden gerekend zijn automatisch bij de prijs van het aandeel inbegrepen. Dit is ook zo met emissie. Apari : emissie-aandelen worden tegen nominale waarde verkocht. bovenpari: emissie aandelen worden boven nominale waarde verkocht. agiowaarde: winst van verkochte van aandelen t.o.v. nominale waarde: boven pari a pari x totale verkochte aandelen. boven en a pari kunnen bij aandelen en obligaties. Beneden pari kunnen alleen maar bij obligaties. 11,3 Reserves: al het vermogen boven aandelenvermogen en winstsaldo 3 soorten reserves: Winstreserve à De winst die niet word uitgekeerd Agioreserve à zie agiowaarde hierboven Herwaarderingsreserve à als activa meer waard word zou de debet kant stijgen. Hierdoor de credit kant ook. Er komt herwaarderingsreserve bij. Reserves staan altijd aan de credit kant. Er worden reserves gevorm om de volgende redenen: Weerstand vermogen. àbij grote tegenslag Dividend stabilisatie. à als het aantal jaren wat minder goed gaat kan er evenveel dividend worden uitgekeerd. Uitbereiding. à er kan worden geïnvesteerd. H11,4 Intrinsieke waarde: de waarde onderneming volgens balans gegevens. op 2 manieren uit te rekenen: bezittingen vreemd vermogen of = eigenvermogen. Eigenvermogen berekenen: Geplaatstaandelenvermogen.. Alle reserves + Winst na alle aftrek (bv bonus) + Eigenvermogen. = Intrinsieke waarde per aandeel = eigenvermogen / aantal geplaatste aandelen. Pagina 4 van 10

Hoofdstuk 12 Nieuw belastbaar inkomen = belastbaar inkomen intrest + eigenwoningf Obligatielening: geld lening in langer termijn opgesplitst in kleine bedragen. Het aflossen van een obligatielening kan op 3 manieren: Aflossen in 1x aan het einde Aflossen in gedeeltes. (je hebt 1 t/m 100 obligaties. Je besluit om alle obligaties die eindigen op een 9 af te lossen. Nu heb je 1/10 afgelost). Inkopen van eigen obligaties. Wanneer er teveel vraag naar obligaties is dan word het zo verdeeld: alle obligaties bedrijf / aantal gewilde obligaties x het aantal obligaties dat je wil. bv: er zij 10.000 obligaties. Er zijn 15.000 gewilde obligaties. Jij wil er 90 hebben. 10.000/15.000 = 2/3 à 90 x 2/3 = 60 obligaties. Bij staatsleningen word de uitgifte koers meestal niet bekent gemaakt, pas naderhand. Dit heet het tendersysteem. Vervroegde aflossing: als een instelling of onderneming geld overheeft kan hij vroeg tijdig obligaties aflossen. Dit is minderaantrekkelijk voor de obligatie houders. Hierdoor is er vaak hogere intrest. Rentevoet: als een onderneming na het afsluiten van een obligatie minder rente hoeft te betalen op de bank voor een lening. Sluit hij deze lening af, en lost hij de obligaties af. Overeenkomsten obligaties en aandelen - lang vreemd vermogen voor een onderneming - voor beleggers zijn ze alternatieve beleggingspapieren. - je kan ze allebei via de effectenbeurs kopen en verkopen. Verschillen aandelen en obligaties bewijs mede eigenaar bv/nv schuldbewijs van een bv/nv Pagina 5 van 10

permanent vermogen tijdelijk vermogen (word afgelost) groot risico bij slechte resultaten klein risico bij slechte resultaten dividend als beloning vast intrestpercentage H12-3,4,5,6 Hypothecaire lening: is een geldlening op onderpand van een onroerend goed (grond, gebouw) Er zijn 3 soorten hypothecaire leningen: Lineaire hypotheek: elke periode word een gelijk bedrag aan aflossing betaald. omdat je totaal geleende bedrag elk jaar minder word omdat je elk jaar een vast bedrag aflost, hoef je ook steeds minder rente te betalen. Hier door is je totale aflossing steeds minder. Alleen omdat je steeds minder rente hoeft te betalen is je belasting aftrek over de rente ook steeds minder. Hierdoor word je belastbaar inkomen steeds hoger. voordelen -intrestkosten worden steeds lager. nadelen -Hierdoor minder belastingvoordeel -schuld word steeds kleiner -1 e jaar zijn je aflossing en intrest het hoogst terwijl je dan meestal het minste geld hebt zie bladzijde 201 t/m 205 à komt sws Spaarhypotheek: je lost niks af tot het einde. Je spaart wel elk jaar een bedrag zodat je aan het einde van de aflossing alles in 1x kan betalen. omdat je in de gedurende aflossing periode intrest krijgt over het gespaarde geld hoef je minder geld te sparen. voordelen -het fiscale voordeel is groot: nadelen -de Pagina 6 van 10

intrest lasten zijn hoog. -over intrest van spaar geld geen belasting -elke maand zelfde lasten. Blz 207 voor voorbeeld Annuïteitenhypotheek: je hebt elk jaar een bedrag dat je kan betaald aan de bank. De aflossen + intrest is elk jaar gelijk. Maar omdat de schuld steeds minder word omdat je aflost. Word de intrest minder ( minder schuld) en de aflossing meer. Omdat je elk jaar het zelfde betaald. Zie blz 208 tabel. voordelen -in het begin groot belasting voordeel. -belasting nadelen voordeel word steeds kleiner -de lasten zijn in het begin kleiner. Gunstig -als je met pensioen gaat zijn de lasten aan voor een inkomen dat je moet opbouwen het einde heel hoog. Eigenwoningforfait: Als je een hypotheek heb mag je van de intrestkosten eigenwoningforfait aftrekken. Stel je huis is 50.000 euro waard. Dan is je eigenwoningforfait 2250 euro. Dit mag je aftrekken van je intrest. Zie uitgebreid voorbeeld blz 203/204 belastingstelsel In het boek staan andere gegevens. Deze zijn uit 2012. De afbeelding is ui 2013 dus actueler. niet leren. Wel snappen. Pagina 7 van 10

H13 consumptief leverancierskrediet: krediet dat een leverancier verleend aan een consument. hier zijn 4 soorten van: 1. (lening bank) Doorlopend krediet: je hebt een maximaal bedrag dat je mag lenen en dat moet je binnen een bepaalde tijd terug betalen. Maar als je ondertussen iets aflost, mag je dat ook weer provisie vrij opnemen. Makkelijk voor klant en bank 2. (lening bank) Persoonlijke lening: je neemt direct je maximale bedrag op. Alles wat je al hebt afgelost mag je niet weer opnemen. Terugbetalen bestaat uit gelijke termijnen. 3. (tussen koper en verkoper) Koop en verkoop op afbetaling: je betaalt al een deel van het aangeschafte product (minstens 20%), en de rest los je af in vaste termijnen. Wanneer de koper het product krijgt is het direct van hem 4. 4. Huurkoop: zelfde als koop en verkoop afbetaling alleen het product is pas van de koper wanneer alles is afbetaald. Bij 1 en 2 is meer risico omdat de geldstrekker niet weet wat er met het geld gebeurd. Bij 3 en 4 is er minder risico productief leverancierskrediet: krediet dat een bedrijf verleent aan een ander bedrijf. Er zijn 3 soorten leasing: 1. 2. 3. Operational leasing: is snel opzegbaar. Dit is ten ongunste van de verhuurder. Hierdoor is dit een dure vorm van leasen. Fincancial leasing: er word een contract gesloten voor de economische levensduur van een apparaat. Hierdoor zijn de onderhoudskosten voor de huurder. Na de leaseperiode kan de huurder het apparaat meestal voor een lage prijs kopen. Sale-and-lease back: je verkoopt een goed aan een leasemaatschappij, en je leaseed het daarna direct weer terug. Dit gebeurd vaak als je geld nodig hebt. H14 H15 Er zijn vijf soorten interest berekeningen 1. Enkelvoudige interest Enkelvoudige interest is interest die je alleen maar krijgt over het begin bedrag. Dus niet rente over rente. Bv begin 1 ste jaar 100,- storting 100,- Eind 1 ste jaar 5% interest erbij dus 5,- 105,- Eind 2 de jaar 5% interest erbij dus 5,-!!!!!!! 110,- volgens formule 100*0,05*2=10 interest Pagina 8 van 10

Formule I = K*P*T Waarbij K het beginkapitaal is P het perunage bv niet 5% maar 0,05 en T het aantal perioden waarover je interest krijgt 2. Samengestelde interest Samengestelde interest is rente over rente. Elk jaar krijg je interest over het begin bedrag en over de inmiddels opgebouwde interest. Bv begin 1 ste jaar 100,- storting 100,- Eind 1 ste jaar 5% interest erbij dus 5,- 105,- Eind 2 de jaar 5% interest erbij dus 5,25!!!!!!! 110,25 volgens formule E 2 = 100 * (1+0,05) 2 Eind 300 ste jaar is dan dus E 300 = 100 * (1+0,05) 300 = 227.399.612,90 Formule E n = K * (1+i) n E n = eindwaarde inhet n-de jaar K = beginkapitaal i = interest perunage n = aantal perioden 3. Contante waarde Hoeveel geld moet ik nu eenmalig storten om straks een x bedrag te hebben. Bv Na 2 jaar heb ik 110,25 op een rekening staan wat is je beginkapitaal geweest als het 2 jaar op een bank Pagina 9 van 10

staat met 5% interest per jaar. 110,25 / 1,05 2 = 100 of 110,25 * 1,05-2 = 100 Formule C n = E / (1+i) n of C n = E * (1+i) -n E = eindkapitaal i = interest perunage n = aantal perioden Pagina 10 van 10