VEILIG VRIJEN EN SEKSUALITEIT VOOR HET JEUGDWELZIJNSWERK. Werkblad beschrijving interventie Definitieve versie juni 2014



Vergelijkbare documenten
Titel interventie. Werkblad beschrijving interventie. Gebruik de HANDLEIDING bij dit werkblad

KRASLOTEN, JONGERENBOEKJE SEKS&ZO, HANDLEIDING EN TRAINING

Titel interventie. Werkblad beschrijving interventie. Gebruik de HANDLEIDING bij dit werkblad. Voor meer informatie en contact

Titel interventie. Werkblad beschrijving interventie. Gebruik de HANDLEIDING bij dit werkblad. Werkblad, versie mei 2015

Titel interventie. Werkblad beschrijving interventie. Gebruik de HANDLEIDING bij dit werkblad. Werkblad, versie mei 2015

Werkinstructie benaderen intermediairs Sense

Girls Talk+ Ontwikkeling en evaluatie van een counselingsprogramma over relaties en seksualiteit voor meisjes met een lichte verstandelijke beperking

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Keuzekaart Loverboyspreventie Zwolle 2015

PRODUCTENGIDS. Seksuele gezondheid

Menukaart Gezonde School basisonderwijs: Relaties & Seksualiteit

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Community / Etnische websites

Onderzoek Veilig of niet?

Zwanger Workout Organisatie: Mom in Balance Contactpersoon: mevrouw Esther van Diepen Contactpersoon 2: Erkenningen: Goed beschreven

Vragenlijst themacertificaat Relaties en seksualiteit Voortgezet onderwijs

Nationaal Actieplan. Soa, hiv en seksuele gezondheid. Doelstellingen

Tabel 2: Overzicht programma in middelen, doelen en leerstijlen in fase 2

Seksuele gezondheid Uitdagingen voor migranten organisaties

Bijlage Lang Leve de Liefde

Seksuele vorming en seksuele ontwikkeling van kinderen. Marianne Cense (Rutgers WPF) & Jos Poelman (Soa Aids Nederland)

Zuid-Limburgse jongeren seksueel ongezond. Seks onder je 25e Een factsheet van de GGD Zuid Limburg

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Sport2U Organisatie: Stade Advies Contactpersoon: Contactpersoon 2: Erkenningen: Sport- en beweegaanbod

pagina Colofon 3 Voorwoord 5 Overzicht bijeenkomsten 7 Aandachtspunten bij de bijeenkomsten en checklist 9

Week van de Lentekriebels

3 Competenties en indicatoren...11

SEKSUEEL GEDRAG. Jongerenmonitor % geslachtsgemeenschap. Klas 2. Klas 4. 55% altijd een condoom gebruikt

Tabel 1a. Ervaring met verschillende vormen van seksueel gedrag naar leeftijd leeftijd eerste 12 tot 15 (%) 18 tot 21 (%) 15 tot 18 (%)

DE SEKSUELE GEZONDHEID VAN JONGEREN IN HET WERKGEBIED VAN GGD ROTTERDAM-RIJNMOND

Beantwoording vragen PvdA onderzoek "Seks onder je 25ste" BESLUITEN

Sport- en beweegaanbod

Sport- en beweegaanbod

2010D Lijst van vragen totaal

B&B + Ik hou van mij Jongens Be A Man! Kennisoverdracht Jongeren weten wanneer seksueel gedrag V V V V grensoverschrijdend is en wanneer niet.

Kwalitatief onderzoek preventie en communicatie. jonge MSM. Onderzoek naar het verbeteren van hiv- en soa-preventie en communicatie gericht op

Seks onder je 25 e. Onderzoek naar de seksuele gezondheid van jarigen in Gelderland-Zuid

GO Jeugd 2008 Seksualiteit

Deelrapportage met resultaten uit de gezondheidsenquête volwassenen/ouderen 2010

: Mw F. Langerak- Oostrom

Een kwalitatieve analyse van het transmedia storytelling project Verhalen voor onder je kussen. Baukje Stinesen en Reint Jan Renes

Programma workshop seksuele opvoeding: Daar praat je toch niet over met je kinderen?

Toelichting ondersteuningsaanbod mbo

In de les praten over relaties en seksualiteit. Hoe maak je het makkelijk en leuk!

2. Bent u ook de contactpersoon voor het vignet Gezonde School? o Ja. 3. Hoeveel leerlingen heeft de locatie waarvoor u het vignet aanvraagt?

Welke (Zuid) Limburgse cijfers zijn bekend?

VERSCHILLEN IN DE SEKSUELE GEZONDHEID VAN ZUID-LIMBURGSE JONGEREN TUSSEN 2012 EN 2017

KIJK! SEKSUALITEIT. mijn leven. Leerjaar 2. Leskatern 3. Ont wikkeld voor. praktijkonderwijs Basis - Kader

Hoe benader je mensen met een (hoog) risico op diabetes? Gerjo Kok Universiteit Maastricht

Preffi 2.0: Preventie Effectmanagement Instrument. Ontwikkeling,validiteit, betrouwbaarheid en bruikbaarheid

Seksuele gezondheid in Nederland 2017

Aanvullende seksualiteitshulpverlening: de cijfers over 2013

SEKSUELE GEZONDHEID JAARVERSLAG 2015 CASUS: SYFILIS CLUSTER WIE ZIJN WIJ?

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Je Lijf, Je Lief! Lesprogramma voor het praktijkonderwijs over wensen en grenzen in relaties en seks. Rutgers: Iris Coehoorn & Sanne Veldhuis-Nikkelen

Erkenningscommissie Interventies Beoordelingsformulier. Eindoordeel van de erkenningscommissie over de interventie

Zie De Graaf e.a voor een uitgebreide onderzoeksverantwoording van het onderzoek Seks onder je 25ste.

Studiedag 30 nov 2012 Gezondheidsgedrag van jongeren feiten en praktijk. Workshop 3: relationele en seksuele opvoeding Lies Verhetsel

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2014

Onderzoek TNO en Movisie Kikid lesprogramma Benzies & Batchies

Sense in Brabant en Zeeland

IEMAND VAN JE FAMILIE

Schoolgezondheidsplan BO

Deeltaak 9.2a en b Public Health groepsvoorlichting

Let s talk about sex Eerste hulp bij seksuele voorlichting

FEITEN EN CIJFERS OVER DE SEKSUELE GEZONDHEID VAN JONGEREN IN DE REGIO S LIMBURG-NOORD EN ZUID-LIMBURG

Relaties en seksualiteit

Ter voorbereiding op uw aanvraag vindt u in dit document de criteria en vragenlijst voor het themacertificaat Relaties en seksualiteit.

Een onderzoek naar seksuele voorlichtingslessen onder leerlingen uit de onderbouw van het Nederlands voortgezet onderwijs.

Sport- en beweegaanbod

Tips voor ouders om met kinderen te praten over relaties en seksualiteit

Interventies seksualiteit en weerbaarheid (online/offline) voor kwetsbare kinderen en jongeren Sanna Maris & Marianne Jonker

Achtergronden en aanpak jeugdige zedendelinquenten

Erkenningscommissie Interventies Beoordelingsformulier. Eindoordeel van de erkenningscommissie over de interventie

Kop. Romp. Lesbrief Seksualiteit Leerjaar 1-Profiel1,2,3

Sport- en beweegaanbod

RAPPORTAGE RESULTATEN 0-METING 19 OKTOBER 17 NOVEMBER 2015

Interviews: - interview: vragen gast - vragen pleeggezin - vragen aan begeleider van Open Thuis - Interview met de dienst VMG :

RAAK-Pro project: Gezond seksueel gedrag in de residentiële jeugdzorg. Vlaggensysteem RJ

Kennismaken met hockey in het Voortgezet Onderwijs Organisatie: KNHB Contactpersoon: mevrouw Kara Meijer Contactpersoon 2: Erkenningen:

Bijlage. My Identity

Handreiking Seksualiteit

Meningen en opvattingen van Haagse MBO-leerlingen over veilig vrijen

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2014

Veiligheid van kinderen preventie seksueel misbruik

Hoe denken Zeeuwse jongeren en ouders over alcoholgebruik door jongeren? Onderzoek GGD Zeeland maart 2011

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2017

Dienstenbeschrijving communicatieve vaardigheden

Seksualiteit bij jongeren met een (chronische) aandoening

Ter voorbereiding op uw aanvraag vindt u in dit document de criteria en vragenlijst voor het themacertificaat Relaties en seksualiteit.

Lichaamstaal en sekspraat. Leonora van der Beek en Esther Keller

Onderzoek Wereldproblemen en Seks

De effectiviteit van preventieve. voorlichting aan migrantenouders in. Rotterdam over ggz problematiek en. licht verstandelijke beperking

De jeugdgezondheidszorg als bondgenoot bij preventie en begeleiding van jongeren en seks

Transcriptie:

VEILIG VRIJEN EN SEKSUALITEIT VOOR HET JEUGDWELZIJNSWERK Werkblad beschrijving interventie Definitieve versie juni 2014 Gebruik de handleiding bij dit werkblad Plaatjes en tabellen kunnen niet in de database worden geïmporteerd. Wilt u daarom eventuele tabellen en plaatjes in een aparte bijlage aanleveren? Het ingevulde document kunt u sturen naar: NISB (effectiefactief@nisb.nl) voor interventies op het gebied van sport en bewegen en RIVM-CGL (erkenning@rivm.nl) voor interventies op het gebied van leefstijlthema's en bewegen in combinatie met voeding.

Uitgebreide beschrijving 1. Probleemomschrijving Probleem max 300 woorden (2/3 A4) * Voor welk probleem, thema of risico is de interventie ontwikkeld? Omschrijf aard, ernst en spreiding van het probleem. Uit onderzoek blijkt dat de seksuele gezondheid van jongeren met een lage sociaal economische status of die behoren tot de allochtone populatie, relatief slechter is dan die van andere jongeren (Gras et al., 1999). Bij deze jongeren komen meer soa s en andere problemen op het gebied van seksuele gezondheid voor (de Graaf et al., 2012). Tevens blijkt dat deze jongeren vaak meer gericht zijn op seks, meer ervaring en meer seksuele partners hebben, terwijl hun kennis op het gebied van seksualiteit, anticonceptie en soa s relatief laag is. Educatie op het terrein van seksuele gezondheid is daarom belangrijk voor deze groep. School is een belangrijke omgeving waarin deze jongeren bereikt kunnen worden voor educatie op dit terrein (World Health Organisation, 2009). Het is echter belangrijk om deze groep op meerdere plekken te informeren omdat de informatie dan meer beklijft maar ook omdat het uitvalpercentage op school voor deze groep hoger is dan voor andere jongeren (Alexander, Entwisle, & Kabbani, 2001). Het jongerenwerk is in principe een relevante omgeving om jongeren te bereiken voor gezondheidsvoorlichting omdat jongerenwerk zich specifiek op deze doelgroep van jongeren uit lagere sociaal economische klassen richt (Valkestijn, 2009). Daarom heeft Soa Aids Nederland een programma op het gebied van seksuele gezondheid voor het jeugdwerk ontwikkeld. Het doel van het programma is om de kennis, houding en (sociale) vaardigheden op het gebied van seksuele gezondheid te verbeteren. In 2014 is zowel het aantal soaconsulten toegenomen dat bij Centra voor Seksuele Gezondheid (CSG) werd uitgevoerd, als het percentage consulten waarbij soa s werden gediagnosticeerd: naar 15,5% in 2014. Chlamydia was in 2014 opnieuw de meest gediagnosticeerde bacteriële soa bij de CSG: 17.753 gerapporteerde diagnoses. De meeste chlamydia-infecties werden bij jongeren onder de 25 jaar gediagnosticeerd (59% van het totaal). Daarnaast werd het aantal chlamydiadiagnoses bij huisartsen in 2013 geschat op 38.000. Gevolgen max 150 woorden (1/3 A4) * Wat zijn de mogelijke gevolgen (immaterieel en materieel) als er nu niet wordt ingegrepen (zowel voor de doelgroep als in maatschappelijke zin)? Soa s Een onbehandelde soa zoals chlamydia kan bijvoorbeeld leiden tot onvruchtbaarheid onder vrouwen. Een chronische infectie met een virale soa zoals herpes verlaagt de kwaliteit van leven door wisselende ziekte-episodes of aanvallen en kan leiden tot psychosociale klachten en arbeidsuitval. Ongewenste tienerzwangerschap Jong ouderschap maakt kwetsbaar en zorgt voor problemen op sociaal, lichamelijk, emotioneel en financieel vlak. Onvrijwillige seks en de gevolgen Seksueel geweld kan negatieve gevolgen hebben voor de lichamelijke gezondheid en psychische en sociale problemen met zich meebrengen. Zelfs bij de jongeren die aangeven geen problemen te ervaren leidt seksueel overschrijdend gedrag tot gevoelens van verdriet, ongelukkig voelen, kwaad worden op zichzelf, schaamte en het zich niet meer goed bij seks voelen, vooral bij vrouwen en lager opgeleiden (Cense & van Dijk, 2010). Onprettige, onvrijwillige of onveilige seks heeft niet alleen gevolgen voor het slachtoffer, maar ook voor de samenleving, zoals schooluitval of verminderde arbeidsproductiviteit. 2

2. Beschrijving interventie 2.1 Doelgroep Uiteindelijke doelgroep max 100 woorden (1/4 A4) * Wat is de uiteindelijke doelgroep van de interventie? Jongeren met een lage sociaal economische status (ses) in de leeftijd van 12-18 jaar. De primaire doelgroep van het pakket zijn lager opgeleide jongeren. Grotendeels zijn dat jongeren die vmbo-onderwijs volgen. Het vmbo wordt gevolgd door jongeren met veel verschillende culturele achtergronden. Daarom is de interventie geschikt gemaakt voor jongeren met verschillende culturele achtergronden: zowel wat betreft inhoud en aanpak als ook uitstraling en identificatie. De primaire doelgroep van het jongerenwerk zijn kanszoekende jongeren met een laag sociaal economische status en opleidingsniveau (Valkestijn, 2009). Dit maakt het jongerenwerk een relevante omgeving om jongeren te vinden voor gezondheidsvoorlichting. Intermediaire doelgroep max 100 woorden (1/4 A4) Zijn er intermediaire doelgroepen? Zo ja, welke? GGD-professionals: Soa Aids Nederland geeft hen in samenwerking met Rutgers een train de trainer training: zij staan in de praktijk het dichtst bij de jongerenwerkers en worden benaderd met vragen over seksuele voorlichting, materialen e.d. Jongerenwerkers: jongerenwerkers kunnen bovengenoemde uiteindelijke doelgroep goed bereiken met activiteiten. Dit geldt ook voor werkers in de jeugdhulpverlening, de residentiële hulpverlening of in een internaat. Zij hebben de mogelijkheid om activiteiten in kleinere groepen en op een minder schoolse manier te organiseren. Voorheen trainde Soa Aids Nederland de jongerenwerkers; nu kiest ze voor een train de trainer training, wat zorgt voor een meer structurele inbedding. Klik hier als u tekst wilt invoeren. Selectie van doelgroepen max 50 woorden Hoe wordt de doelgroep en - indien van toepassing - de (intermediaire) doelgroep(en) geselecteerd? Zijn er in- en exclusiecriteria? Zo ja, welke? GGD-professionals en jongerenwerkers kunnen de interventie uitvoeren, mits zij een open houding hebben ten opzichte van seksualiteit. Idealiter zijn de jongerenwerkers getraind. Iedereen kan de interventie echter aanschaffen en ermee werken. Trainingsdeelname is niet vrijblijvend: verwacht wordt dat men daadwerkelijk gaat trainen of de interventie gaat gebruiken. Voor de uiteindelijke doelgroep gelden geen exclusiecriteria. Betrokkenheid doelgroep max 50 woorden Was de doelgroep betrokken bij de ontwikkeling van de interventie, en op welke manier? De uiteindelijke en intermediaire doelgroep(en) worden op verschillende manieren betrokken bij zowel de ontwikkeling als nu nog steeds bij aanpassingen van (delen van) de interventie. Zo is de handleiding ontwikkeld in samenspraak met jongerenwerkers, worden trainingen bijgesteld op grond van evaluaties en producten aangepast op grond van pretests en onderzoek. 3

2.2 Doel Hoofddoel max 100 woorden (1/4 A4) * Wat is het hoofddoel van de interventie Doel van het programma is om de kennis, de houding en de (sociale) vaardigheden van jongeren in de leeftijd van 12-18 jaar op het gebied van seksuele gezondheid te verbeteren. De interventie streeft naar: 1. De preventie van soa s, zwangerschap en grensoverschrijdend gedrag 2. Het bevorderen van een positieve, verantwoordelijke houding ten aanzien van seksualiteit Subdoelen max 200 woorden (1/2 A4) * Wat zijn de subdoelen van de interventie? Indien van toepassing: koppel de subdoelen aan de betreffende (intermediaire) doelgroepen. Deel 1 van de Handleiding Veilig Vrijen en Seksualiteit is verdeeld over drie thema s: - verliefdheid, relaties en seksualiteit - seks en grenzen - seks op een veilige manier Bij elk thema worden werkvormen en activiteiten gepresenteerd, gericht op een aantal concrete doelen betreffende kennis, houding en/of vaardigheden. Voorbeelden van deze subdoelen zijn: Kennis - Jongeren weten dat door condoomgebruik soa s, hiv en zwangerschap kunnen worden voorkomen. Houding - Jongeren kunnen argumenten aanvoeren voor veilige seks. Vaardigheden - Jongeren kunnen condooms en de pil op de juiste wijze gebruiken. De train de trainer training Veilig In Gesprek Over Seks In Het Jongerenwerk streeft doelen na op de volgende gebieden (bij ieder trainingsonderdeel wordt één doel als voorbeeld gegeven): Uitwisseling van ervaringen: - Inzicht krijgen in individuele leervragen. Seksualiteit: - Versterken van persoonlijke en communicatieve vaardigheden bij verschillen in opvattingen over seksualiteit. Seksuele vorming: - Uitleggen waarom seksuele vorming van jongeren gebaat is bij interactieve werkvormen. Handleiding: - Kennen van inhoud, doelen en opzet van de handleiding. Cultuur, religie en seksualiteit: - Op een veilige en respectvolle manier gevoelige religieuze/culturele thema s in multiculturele groepen bespreken. Ondersteuning jongerenwerkers: - Het blijvend kunnen ondersteunen van jongerenwerkers bij vragen/knelpunten van individuele jongeren. 4

2.3 Aanpak Opzet van de interventie max 200 woorden (1/2 A4) * Hoe is de opzet van de interventie? Denk aan volgorde, frequentie, intensiteit en duur - indien van toepassing. Een schema kunt u als bijlage toevoegen. Eenmalige tweedaagse train de trainer training voor GGD-professionals (door Soa Aids Nederland) GGD-professionals leren hoe ze jongerenwerkers kunnen trainen in het veilig in gesprek gaan over seks in het jongerenwerk. Op de eerste dag wordt aandacht besteed aan theorie, tijdens de tweede dag wordt er praktischer gewerkt aan de hand van door de professionals zelf gegeven presentaties. Eenmalige tweedaagse basistraining voor jongerenwerkers/professionals uit het jeugdwelzijnswerk (door getrainde GGD-professionals) In de training leren de jongerenwerkers hoe je goed en aansprekend voorlichting geeft over veilig vrijen en seksualiteit. De eerste dag is algemeen van opzet, de tweede dag is toegespitst op praktijksituaties die jongerenwerkers in hun beroepspraktijk tegenkomen. Activiteiten binnen het jongerenwerk (door jongerenwerkers) Hoe vaak deze interventie wordt uitgevoerd binnen het jongerenwerk, is aan de jongerenwerker zelf. Hij doet dit bij voorkeur binnen speciale bijeenkomsten van gemiddeld een uur rond één specifieke vraag of thema. De werkvormen zijn in principe gericht op groepen, maar de handleiding bevat ook tips voor de uitvoering op individueel niveau van sommige werkvormen. Uitgaand van de vraag of het thema bepaalt de jongerenwerker welke van de 16 werkvormen plus bijbehorende werkbladen uit de handleiding van toepassing is. Achter in de handleiding vindt hij de benodigde achtergrondinformatie. Inhoud van de interventie max 700 woorden (2 A4) * Welke concrete activiteiten worden uitgevoerd? Indien van toepassing per onderdeel samenvatten. Bij interventies op maat: geef aan wat op basis van welke criteria wanneer wordt uitgevoerd. Geen uitputtende beschrijving van activiteiten; het is voldoende als de lezer zich een beeld kan vormen van wat er gedaan wordt en hoe. De activiteiten worden zowel binnen het jongerencentrum als op andere locaties uitgevoerd (bijvoorbeeld een jongerenbus op een schoolplein), in vaste of wisselend samengestelde groepen. Afhankelijk daarvan vindt werving en aankondiging van de activiteiten op verschillende manieren plaats. Hieronder volgt de beschrijving van drie werkvormen, waarbinnen respectievelijk houding/attitude, kennis en vaardigheden centraal staan. Wil de jongerenwerker effect sorteren met de activiteiten die hij uitvoert, dan is het wenselijk om binnen alle drie de thema s uit de handleiding ( Verliefdheid, relaties en seks, Seks en grenzen en Seks op een veilige manier ) aandacht aan kennis, houding en vaardigheden te besteden. In het zwembad Dit is een belangrijk deelinterventie binnen het thema seks en grenzen. Uitgangspunt zijn twee gefotografeerde stripverhalen, die dezelfde gebeurtenis vanuit het perspectief van respectievelijk een meisje en een jongen weergeven. Werkblad ik wist niet wat me overkwam (foto-stripverhaal): Een meisje is samen met een vriendin aan het zwemmen, en maakt oogcontact met een jongen. Haar vriendin is een beetje jaloers. De jongen zwemt naar het meisje toe en pakt haar bij de 5

borsten. De badmeester ziet dit en haalt hij de politie erbij. Ze wordt opgevangen door een agente. De agente vertelt haar dat ze een aanklacht kan indienen wegens aanranding. Werkblad aanranding, echt niet! (foto-strip) Een jongen wordt in het zwembad door zijn stoer over meisjes pratende vrienden Sergio en Fouad opgestookt om een meisje te benaderen waar hij oogcontact mee heeft, en pakt haar bij de borsten. De badmeester haalt de politie erbij. Die vertelt de jongen dat dit aanranding is. Tijdens de bijeenkomst wordt het werkblad ik wist niet wat me overkwam uitgedeeld en gelezen. Ook wordt een werkblad met vier vragen uitgedeeld: - Hoe liet het meisje weten dat zij die jongen leuk vond? - Waarom dacht de jongen dat hij de borsten van het meisje kon aanraken? De deelnemers beantwoorden die op papier, en vervolgens worden de antwoorden in de groep besproken. Dan gebeurt hetzelfde met het werkblad aanranding, echt niet!, en de reeks van vier vragen: Waar doen Sergio en Fouad stoer over?, Waarom denken Sergio en Fouad dat het meisje wat wil? Daarna leest de jongerenwerker vijf opmerkingen van jongeren voor, die elk apart besproken worden, zoals: - Dit doen meisjes ook bij jongens. Als een meisje dit bij een jongen doet, dan zegt een jongen daar niets van. Maar een meisje gaat meteen naar de politie. - Ze was uitdagend gekleed, ze vroeg er gewoon om! Als afsluiting vullen de jongeren - voor zichzelf - een werkblad in met punten als: - Dit doe ik als ik niet verder wil gaan:. - Aan deze mensen vertel ik het als iemand iets gedaan heeft wat ik niet wil:.. Krasloten Een werkvorm binnen het thema seks op een veilige manier is het gebruik van de vijftig krasloten. Hierbij kan de kennis getest en uitgebreid worden. Voorbeeld van een vraag op een kraslot: - Wanneer loopt een meisje de kans om zwanger te worden? Antwoordmogelijkheden: - als ze sperma inslikt - als ze met een meisje vrijt - als een jongen terugtrekt voordat hij klaarkomt De condoomdemonstratie Bij deze werkvorm lezen tweetallen de gebruiksaanwijzing van een condoom of het werkblad met condoominstructies. Vervolgens oefenen ze in het correct omdoen van een condoom door het om twee vingers van de ander af te rollen. Dan doen twee jongeren dit voor de groep, waarbij ze stap voor stap laten zien en vertellen hoe je het condoom moet om en af doen. Eventueel oefenen de jongeren daarna met een lovebox : een half open doos met een dildo. Wanneer je je armen door twee gaten in de doos steekt, zie je de dildo niet. Zo oefent telkens iemand in het op de tast omdoen van het condoom. De andere deelnemers kunnen wel zien of het condoom correct wordt omgedaan. Onderdeel van deze werkvorm is een werkblad met een instructies hoe een condoom uit te pakken en om en af te doen. Ook bevat het werkblad tips als Check van te voren de houdbaarheidsdatum. Ook kan het werkblad safety-instructions uitgedeeld worden, dat op grafische wijze duidelijk maakt dat veilige seks seks met een condoom is. En er kunnen animaties en video s op www.sense.info bekeken worden. 6

3. Onderbouwing Oorzaken max 200 woorden (1/2 A4) Welke factoren veroorzaken het probleem? Klik hier als u tekst wilt invoeren. NB. Dit vak hoeft niet ingevuld te worden voor het niveau Goed beschreven Aan te pakken factoren max 200 woorden (1/2 A4) Welke factoren pakt de interventie aan en welke, in paragraaf 2.1 en 2.2. benoemde, (sub)doelen horen daarbij? Klik hier als u tekst wilt invoeren. NB. Dit vak hoeft niet ingevuld te worden voor het niveau Goed beschreven Verantwoording max 550 woorden (1 1/2 A4) Verantwoord hoe met deze aanpak ook daadwerkelijk de (sub)doelen bij deze doelgroep(en) bereikt worden. Klik hier als u tekst wilt invoeren. NB. Dit vak hoeft niet ingevuld te worden voor het niveau Goed beschreven Werkzame elementen max 200 woorden (1/2 A4) Wat zijn de werkzame elementen die de doelen van de interventie realiseren? Geef een puntsgewijze opsomming van de kernelementen die bij een lokale aanpassing niet mogen ontbreken. Klik hier als u tekst wilt invoeren. NB. Dit vak hoeft niet ingevuld te worden voor het niveau Goed beschreven 7

4. Uitvoering Materialen max 150 woorden (1/3 A4) * Welke materialen zijn beschikbaar voor de uitvoering, werving en evaluatie van de interventie? De interventie bestaat uit zes onderdelen: 1. Een training voor jeugd- en jongerenwerkers óf GGD-professionals* 2. Handleiding Veilig vrijen en seksualiteit voor het jeugdwelzijnswerk 3. Vijftig krasloten voor jongeren 4. Dvd Find Out 5. Dvd Love'r boy 6. Jongerenboekje SEKS&ZO *Soa Aids Nederland trainde eerst jongerenwerkers zelf; de laatste jaren wordt bij voorkeur een train de trainer training aan GGD s gegeven, die op hun beurt de jongerenwerkers trainen. Locatie en organisatie max 150 woorden (1/3 A4) * Waar wordt de interventie uitgevoerd en welk(e) soort(en) organisatie(s) kan /kunnen de interventie uitvoeren? De training wordt gegeven in de regio waar de jongerenwerkers werken. Dat kan dus overal in het land zijn. De GGD regelt altijd de ruimte waarin de training gegeven wordt, of het nou een train de trainer training voor de GGD zelf is of een training voor jongerenwerkers. Dat kan een locagtie van de GGD zelf zijn, maar ook een ruimte van het jongerenwerk. De trainer van Soa Aids Nederland komt naar die locatie toe. De getrainde jongerenwerkers passen het geleerde in hun eigen praktijk toe, d.w.z. in het buurt- of clubhuis of jongerencentrum waar zij werken. Opleiding en competenties van uitvoerders max 150 woorden (1/3 A4) * Wie voert de interventie uit? Welke opleiding /training en specifieke competenties van de uitvoerders zijn vereist? GGD-professionals: Dit kunnen verschillende disciplines zijn, zolang men maar werkt (of de intentie heeft om dit te gaan doen) met het jongerenwerk: te denken valt aan Soa/Sense-verpleegkundigen, GB ers, JGZ ers, Voorlichters Eigen Taal en Cultuur. Bij de GGD Hart voor Brabant Noord-Brabant (waar in 2014 een training plaatsvond voor GGD ers uit drie verschillende regio s) zien de verschillende vertegenwoordigers elkaar bij het Sense Clusteroverleg, wat de communicatie vergemakkelijkt. Jongerenwerkers: MBO- en HBO- opgeleide jongerenwerkers kunnen de interventie (handleiding) uitvoeren, mits zij een open houding hebben ten opzichte van seksualiteit. Idealiter zijn de jongerenwerkers getraind door Soa Aids Nederland (of de GGD). Iedereen kan de interventie echter aanschaffen en ermee werken. De GGD maakt duidelijk dat trainingsdeelname niet vrijblijvend is. Verwacht wordt dat men de interventie daadwerkelijk gaat gebruiken. 8

Kwaliteitsbewaking max 150 woorden (1/3 A4) * Hoe wordt de kwaliteit van de interventie bewaakt? De kwaliteit van de de handleiding en van de training wordt bewaakt door Soa Aids Nederland: - In 2011 is een gewijzigde herdruk van de krasloten uitgevoerd: van de vijftig vragen is een groot aantal vervangen door nieuwe, meer actuele onderwerpen (zoals seks en internet én porno) én de verwijsinformatie (naar sense.info) is vernieuwd. - In 2010 is voor het eerst een train de trainer training uitgevoerd: 12 GGD-professionals zijn getraind, zodat zij vervolgens de jongerenwerkers uit hun eigen regio kunnen trainen. - In 2011/2012 deed Soa Aids Nederland in samenwerking met de Universiteit Maastricht onderzoek naar de implementatie van het pakket Veilig Vrijen en Seks. Inzicht in het daadwerkelijke gebruik was nodig, voordat het effect van het programma kan worden onderzocht. - De handleiding is voor t laatst in 2011 geactualiseerd. Onderzoek naar de mogelijkheid van het ontwikkelen van een herziene geactualiseerde uitgave in 2016 is aan te bevelen. Randvoorwaarden max 150 woorden (1/3 A4) * Wat zijn de organisatorische en contextuele randvoorwaarden voor een goede uitvoering van de interventie? De training die Soa Aids Nederland al jarenlang aanbiedt aan jongerenwerkers, wordt structureel goed gewaardeerd (rapportcijfer 8). Ter verbetering van de structurele inbedding binnen organisaties en programma s, kiest men nu voor train de trainer trainingen. Dit verhoogt de kans op blijvend contact met de jongerenwerkers én zicht op activiteiten en effecten op langere termijn. Uiteraard moet er draagvlak zijn binnen de GGD en het jongerenwerk om te interventie goed uit te kunnen voeren. Streef naar structurele inbedding Binnen het in 2011 ontwikkelde train the trainer programma zijn GGD-professionals opgeleid om op hun beurt jongerenwerkers te trainen. Voor hen betekende dit kennisverbreding, het vergroten van expertise en deskundigheidsbevordering: een investering voor de eigen GGD. Maak het onderdeel van (Sense-)werkplannen Als verschillende GGD-regio s elkaar met regelmaat in overleggen treffen en werkplannen op elkaar worden afgestemd, vergemakkelijkt dat de organisatie en communicatie (training Hart voorbrabant 2014). Implementatie en/of overdraagbaarheid max 150 woorden (1/3 A4) * Is er een systeem voor implementatie en/of de overdraagbaarheid? Geef een samenvatting. In 2011 is een train de trainer programma uitgevoerd. Twaalf professionals van zes verschillende GGD-en zijn getraind door Soa Aids Nederland. Vervolgens hebben de getrainde GGD professionals gezamenlijk 10 trainingen verzorgd aan in totaal 250 jongerenwerkers. GGD-en en getrainde jongerenwerkers waren erg enthousiast over de trainingen. Voordeel van een dergelijke train de trainer aanpak is dat kennis en expertise bij de GGD wordt geborgd. Hiernaast wordt de deskundigheid van GGD professionals vergroot. De investering betaalt zich terug in het in de toekomst zelf kunnen geven van trainingen én opgebouwde contacten met het jongerenwerk. Soa Aids Nederland heeft, in samenwerking met Rutgers WPF, in 2014 vervolg gegeven aan deze succesvolle pilot, door in Hart voor Brabant 16 GGD-professionals te trainen. In 2015 werken deze GGD s, in het kader van de Sense werkplannen, aan een verdere uitrol binnen het jongerenwerk. 9

Kosten max 200 woorden (1/2 A4) * Wat zijn de kosten van de interventie? Voor de jongerenwerkers: - De handleiding 'Veilig vrijen en seksualiteit voor het jeugdwelzijnswerk' kost 38,00 (exclusief porto- en handlingkosten). Dit is inclusief het jongerenboekje SEKS&ZO, de dvd Find Out en de dvd Love'r boy. - Eén set van vijftig verschillende krasloten kost 4,00 (exclusief porto- en handlingkosten). - De informatie- en bestelfolder van het gehele pakket 'Veilig Vrijen en Seks' is gratis (op porto- en handlingkosten na). Deze folder is ook digitaal beschikbaar. - De tweedaagse training kost 100,00 per persoon (exclusief de handleiding Veilig vrijen en seksualiteit voor het jeugdwelzijnswerk, zie hierboven). Soa Aids Nederland biedt iedere deelnemer gratis twee boekjes aan (ter waarde van 12,90), te weten: Jongeren, seks en islam en 102 vragen over jongeren en seks. Deze boekjes met achtergrondinformatie sluiten aan op de handleiding. Voor de GGD s: - Min. 100,00 max. 150,00 p.p. voor deelname aan training - Evt. 38,00 p.p. voor aanschaf handleiding - Evt. Huur van trainingsruimte - Kosten catering tijdens training 10

5. Onderzoek naar praktijkervaringen Onderzoek praktijkervaringen max 1100 woorden (3 A4) * Is er een evaluatie geweest van de praktijkervaringen met de interventie bij de uitvoerders en de doelgroepen en wat zijn daarvan de meest relevante uitkomsten? Beschrijf het bereik, de succes- en verbeterpunten en geef indien van toepassing aan of er na de evaluatie punten in de interventie zijn aangepast. Beschrijf hoe de evaluatie is opgezet en neem hier de respons en de respondenten in mee. Aanleiding Soa Aids Nederland wilde (in 2011) graag informatie over de adoptie en implementatie van het programma Veilig Vrijen & Seks dat in 2007 is ontwikkeld. De reden hiervoor was dat inzicht in het gebruik van het programma ontbrak terwijl in de periode 2007-2011 enkele honderden mensen de handleiding voor het programma hadden besteld en meer dan honderd mensen de training hadden gevolgd. Nicole Willems deed dit onderzoek als afstudeerproject voor de master Health Eduaction and Promotion aan de Universiteit Maastricht. (Evaluatie van de praktijkervaringen van de uiteindelijke doelgroep met de interventie is door Soa Aids Nederland niet gedaan). Onderzoeksvraag De centrale onderzoeksvragen waren: a) Hoe wordt het programma Veilig Vrijen en Seks gebruikt? b) Welke factoren dragen bij aan een adequate en duurzame adoptie- en implementatiestrategie van het programma? Voorbeelden van deelvragen zijn: - Welke factoren zijn volgens jongerenwerkers belangrijk in het besluitvormingsproces rond starten met het programma, huidig gebruik en gebruik in de toekomst? - Welke materialen en methoden zijn bruikbaar? - Draagt de training bij aan het gebruik van het programma? Het onderzoek bestond uit twee delen: 1. Het startte met een kwalitatief onderzoek door interviews met jongerenwerkers (zij hadden de training gevolgd en/of met de handleiding gewerkt). Uit deze interviews zijn thema s, vragen en antwoordcategorieën voor het tweede deel gedestilleerd: 2. Een kwantitatief online vragenlijstonderzoek. Voor de werving van respondenten werden adressenbestanden van Soa Aids Nederland gebruikt die gegevens van bestellers van de handleiding en deelnemers aan de training bevatten. 10 jongerenwerkers zijn geïnterviewd, daarnaast hebben 68 respondenten de vragenlijst ingevuld. De respondenten werken veelal in de welzijnssector, de helft is (ambulant) jongerenwerker. Anderen zijn jeugdhulpverlener of pedagogisch medewerker en 23 hebben een andere baan variërend van verpleegkundige tot manager. Ze werken verspreid over Nederland. De gemiddelde leeftijd is 36,5 jaar; 46 vrouwen en 18 mannen. Interviews De interviews bevatten vragen over; de jongerenwerker zelf, de organisatie waarin hij/zij werkt en groepen waarmee gewerkt werd, hoe men met het programma VV&S in contact is gekomen, het gebruik van VVS, de besluitvorming over het programma, de vraag of voorlichting over seksuele gezondheid als taak van het jongerenwerk wordt beschouwd en over het praten over dit thema in de organisatie. Ook werd gevraagd over: het eventuele contact met SANL en de GGD, deelname aan de training, het oordeel hierover en het effect en de noodzakelijkheid van de training op het werken 11

met het programma. Daarna werden vragen gesteld over verschillende onderdelen van het programma, het effect van het programma op jongeren en de relatie tussen jongerenwerker en jongere. Ten slotte waren er vragen over succes en faalfactoren voor de adoptie en implementatie van het programma en de behoefte aan ondersteuning vanuit SANL en de GGD. Vragenlijst De online vragenlijst bestond uit in totaal 95 vragen. Het aantal daadwerkelijk door een respondent te beantwoorden vragen hing af van of hij/zij met het programma gewerkt had en had deelgenomen aan de training. De vragenlijst bestond uit 9 delen: A. demografische vragen, functie, organisatie en groep waarmee gewerkt wordt. B. het belang van seksuele voorlichting binnen de organisatie, besluitvorming over methode, steun management, collega s en organisatiebeleid. C. Werken met de handleiding van het VV&S-programma en besluitvorming (argumenten voor en tegen). D. Contact met de GGD en SANL, tevreden met het contact, taken van beide organisaties in relatie tot VV&S. E. De training VV&S, opvatting over de training, trainer, effect van de training. F. Gebruik van de handleiding en bruikbaarheid van de onderdelen. G. Reactie van jongeren op de activiteiten en effect activiteiten op jongeren. H. Redenen voor en tegen gebruik nu en in de toekomst en behoefte aan ondersteuning door GGD en SANL. Belangrijkste resultaten: De meerderheid van de respondenten beslist zelf of ze seksuele voorlichting willen geven en met welke methode. Besluitvorming vindt echter vaak in overleg met de teamleider en collega s plaats. De meeste respondenten vinden seksuele voorlichting een taak van het jongerenwerk. Managers en teamleiders delen die mening. Beleid op het gebied van seksuele voorlichting binnen de organisatie komt bij 22 respondenten voor. Alle thema s uit de handleiding worden ongeveer even vaak behandeld. Respondenten gebruiken ook andere methodieken zoals Girls Talk, Girls Choice en Boys R Us van Rutgers WPF of zelf gemaakt materiaal. De helft van de respondenten heeft de handleiding gebruikt, tweederde van de gebruikers benut de handleiding in groepen. De handleiding wordt het meest gebruikt om een paar ideeën over activiteiten uit te halen. Voorbereiding op het laatste gebruik van de handleiding bestaat vaak uit het doornemen van de werkvormen en kopiëren van de werkbladen. Respondenten geven gemiddeld een 7.5 voor werken met de handleiding. 28 respondenten namen deel aan de training en 22 niet. De respondenten die de training gevolgd hebben, geven de trainer het cijfer 7.6. De meerderheid van de respondenten die de training hebben gevolgd, vindt de training noodzakelijk om met het programma te werken. Reden om niet deel te nemen was vooral niet op de hoogte zijn van het bestaan van de training. Het effect van de training wordt positief beoordeeld. De reactie van de jongeren en de inschatting van het effect van de activiteiten zijn positief. Redenen voor gebruik van het programma liggen op het terrein van: de relevantie van het onderwerp voor de doelgroep, het materiaal en de groepen en de vaardigheden van de respondenten op het gebied van seksuele voorlichting. Redenen tegen gebruik hebben vooral te maken met de eigenschappen van de doelgroep waarmee gewerkt wordt of de eigen organisatie. De resultaten tonen dat de snackbarmethode voor het programma, waarbij jongerenwerkers kunnen kiezen uit verschillende thema s en werkvormen, aantrekkelijk en passend voor deze setting lijkt. Aanbevelingen Voor SANL: 12

- Maak een goed adressenbestand van getrainde jongerenwerkers en mensen die de handleiding besteld hebben. - Informeer mensen over nieuwe ontwikkelingen m.b.t. het programma. - Onderzoek de behoefte aan opfriscursussen. - Breng het programma onder de aandacht van jongerenwerkers en hun leidinggevenden bij congressen en via geschreven informatie, bijvoorbeeld via een peiodieke nieuwsbrief. - Gebruik internet en sociale media om potentiële gebruikers over het programma te informeren en blijf op deze manier met de doelgroep in contact, ook als ze van baan veranderen. - Jongerenwerkers gebruiken en combineren werkvormen met methoden van Rutgers. Combineer de publiciteit dus evt. samen met Rutgers. Voor de GGD: - Gebruik contacten met het jongerenwerk om gebruik van het programma te stimuleren. - Neem het belang van de rol van het jongerenwerk op als onderdeel van de nota Lokaal Gezondheidsbeleid die GGS s vierjaarlijks moeten schrijven. 13

6. Onderzoek naar de effectiviteit Onderzoek in Nederland max 200 woorden per studie (1/2 A4) Is er onderzoek gedaan naar de effectiviteit van de interventie in Nederland en wat zijn daarvan de uitkomsten? Klik hier als u tekst wilt invoeren. NB. Dit vak hoeft niet ingevuld te worden voor het niveau Goed beschreven en Goed onderbouwd. Onderzoek naar vergelijkbare interventies max 200 woorden per studie (1/2 A4) Is er onderzoek gedaan naar de effectiviteit van deze of een vergelijkbare interventie (in Nederland en in het buitenland) en wat zijn daarvan de uitkomsten? Klik hier als u tekst wilt invoeren. NB. Dit vak hoeft niet ingevuld te worden voor het niveau Goed beschreven en Goed onderbouwd. 14

Contactpersoon Naam Email Telefoon Organisatie Hanneke Roosjen hroosjen@soaaids.nl 020 6262669 Soa Aids Nederland 15

Samenvatting Korte samenvatting van de interventie max 150 woorden (1/3 A4) * De naam van de interventie, Veilig Vrijen en Seks, geeft duidelijk aan om welke thematiek het gaat en benadrukt het doel veiligheid, dat wil zeggen het voorkomen van soa s, ongewenste zwangerschap en grensoverschrijdend gedrag. Soa Aids Nederland traint GGD-professionals. Deze professionals trainen vervolgens jongerenwerkers in het gebruik van de Handleiding Veilig Vrijen en Seksualiteit voor het Jeugdwelzijnswerk, een soort toolkit van snel inzetbare, getailorde werkvormen over de volgende drie thema s: Verliefdheid, relaties en seksualiteit, Seks en grenzen, Seks op een veilig manier. De jongerenwerker kan deze werkvormen inzetten in zijn werk, zowel bij groepsbijeenkomsten als in individuele situaties. Behalve de handleiding zijn twee dvd s beschikbaar, een jongerenboekje en een serie van vijftig krasloten. De primaire doelgroep van de interventie zijn lager opgeleide jongeren van 12-18 jaar. Doelgroep in het kort max 20 woorden Uiteindelijke doelgroep: Lager opgeleide jongeren met een lage sociaal-economische status, 12-18 jaar. Intermediaire doelgroepen: GGD-professionals en jongerenwerkers. Doel in het kort max 20 woorden Het verbeteren van de kennis, houding en vaardigheden van jongeren van 12-18 jaar op het gebied van seksuele gezondheid. Aanpak in het kort max 50 woorden Soa Aids Nederland traint, in samenwerking met Rutgers WPF, GGD-professionals. De Handleiding Veilig Vrijen en Seksualiteit voor het Jeugdwelzijnswerk, vormt het voornaamste cursusmateriaal. Getrainde GGD-professionals trainen vervolgens jongerenwerkers, gebruikmakend van hetzelfde materiaal. Materiaal in het kort max 50 woorden - Handleiding Veilig vrijen en seksualiteit voor het jeugdwelzijnswerk - Dvd Find Out - Dvd Love'r boy - Jongerenboekje SEKS&ZO - Krasloten - InformatiefolderVeilig vrijen & seks Boekjes (met achtergrondinformatie aansluitend op de handleiding): - Jongeren, seks en islam - 102 vragen over jongeren en seks Kosten in het kort max 30 woorden Tweedaagse training: 100,00 p.p. Handleiding (incl. jongerenboekje en dvd s): 38,00 50 Krasloten: 4,00 Informatie- en bestelfolder van het gehele pakket: gratis (en ook digitaal beschikbaar). 16

Uitkomsten praktijkonderzoek in het kort max 50 woorden In2011/2012 vond een verkennend onderzoek plaats naar het gebruik van het programma Veilig Vrijen en Seksualiteit voor het Jeugdwelzijnswerk. De meeste respondenten vinden seksuele voorlichting een taak van het jongerenwerk. De snackbarmethode van het programma, waarbij jongerenwerkers kiezen uit verschillende thema s en werkvormen, lijkt aantrekkelijk en passend voor deze setting. Onderbouwing in het kort max 150 woorden (1/3 A4) Klik hier als u tekst wilt invoeren. NB. Dit vak hoeft niet te worden ingevuld voor het niveau Goed beschreven. Uitkomsten effectonderzoek in het kort max 50 woorden Klik hier als u tekst wilt invoeren. NB. Dit vak hoeft niet te worden ingevuld voor het niveau Goed beschreven en Goed onderbouwd. 17

Aangehaalde literatuur Maak een alfabetische lijst van alle in deze beschrijving aangehaalde literatuur, en gebruik hiervoor de APA-normen (met kleine letters). * Bandura, A. (1986). Social foundations of thoughts and actions. A social cognitieve theory, Englewood Cliffs: Erlbaum * Bartholomew, L. K., Parcel, L., Kok, G., Gottlieb, N. (2006). Planning health promotion programs; an intervention mapping approach. San Francisco: Jossey-Bass * Graaf, H. de, Kruijer, H., Acker, J. van, Meijer, S. (2012), Seks onder je 25 ste. Seksuele gezondheid van jongeren in Nederland anno 2012. Rutgers Nisso Groep en Soa Aids Nederland. Delft: Eburon * Kocken, P., Weber, S., Bekkema, N., Drost, A. van, Kesteren, N. van, Wiefferink, K. (2007). Een inventarisatie van seksuele gezondheidsbevorderingsinterventies voor de jeugd van 10 tot 21 jaar. Delft: TNO Kwaliteit van Leven * Valkestijn, M. (2009). Jongerenwerk verbindt, rapport van de visitatiecommissie jongerenwerk voor de gemeente Utrecht. Nederlands Jeugd Instituut * Cense, M. & van Dijk, L. (2010), Niet zomaar seks. Jongeren over seks en grenzen. Utrecht: Rutgers. * Willems, N. (2012). Adoptie en implementatie van het programma Veilig Vrijen en Seksualiteit voor het Jeugdwelzijnswerk 18