Tarieven normatieve huisvestingscomponent (NHC) en normatieve inventariscomponent (NIC) bestaande zorgaanbieders

Vergelijkbare documenten
Tarieven normatieve huisvestingscomponent (NHC) en normatieve inventariscomponent (NIC) bestaande zorgaanbieders

Tarieven normatieve huisvestingscomponent (NHC) en normatieve inventariscomponent (NIC) bestaande zorgaanbieders

Invoering en tarieven normatieve huisvestingscomponent (NHC) en normatieve inventariscomponent (NIC) nieuwe zorgaanbieders

De NHC-tarieven zijn gebaseerd op de definitieve index 2016.

BELEIDSREGEL CA Tarieven normatieve huisvestingscomponent (NHC) bestaande zorgaanbieders. Bijlage 4 bij circulaire Care/AWBZ/11/12c

Tarieven normatieve huisvestingscomponent (NHC) bestaande zorgaanbieders Kenmerk CA

Tarieven normatieve huisvestingscomponent (NHC) bestaande zorgaanbieders Kenmerk CA

De in deze beleidsregel genoemde NHC-bedragen zijn op gebaseerd op de definitieve index 2014.

Invoering en tarieven normatieve huisvestingscomponent (NHC) en inventaris nieuwe zorgaanbieders

De bedragen zijn op prijspeil Het bedrag voor inventaris bevat de voorlopige gezondheidszorgindex 2013.

De NHC-tarieven zijn gebaseerd op de definitieve index Het bedrag voor inventaris bevat de voorlopige gezondheidszorgindex 2014.

BELEIDSREGEL BR/CU-5113

BELEIDSREGEL CA Volledig Pakket Thuis. Bijlage 12 bij circulaire AWBZ/Care/12/07c

BELEIDSREGEL CA Volledig Pakket Thuis. Bijlage 12 bij circulaire CARE/AWBZ/13/05c

Normatieve huisvestingscomponent (nhc) en normatieve inventariscomponent (nic) gespecialiseerde ggz, forensische zorg en langdurige zorg

BELEIDSREGEL BR/CU Tarieven normatieve huisvestingscomponent (NHC) curatieve GGZ

BELEIDSREGEL CA Volledig Pakket Thuis

BELEIDSREGEL BR/CU Tarieven normatieve huisvestingscomponent (NHC) curatieve GGZ

BELEIDSREGEL CA-BR-1608a. Prestatiebeschrijvingen en tarieven ZZPmeerzorg. Bijlage 3 bij circulaire Care/Wlz/15/14c

BELEIDSREGEL CA-BR Indexatie Wlz. Bijlage 10 bij circulaire Care/Wlz/15/07c

BELEIDSREGEL BR/REG Prestatiebeschrijvingen en tarieven ZZP-meerzorg Wlz. Bijlage 24 bij circulaire Care/Wlz/16/11c

BELEIDSREGEL BR/REG Prestatiebeschrijvingen en tarieven zzp-meerzorg Wlz. Grondslag

Deze beleidsregel bepaalt de begrippen die gebruikt worden in de regelgeving van de NZa.

Zolang de eindcalculatie voor jaar t nog niet bekend is wordt de door de

3.1 Geldende beleidsregels 2015 De aanvaardbare kosten volgen uit de toepassing van de onderstaande beleidsregels.

BELEIDSREGEL CA-BR Indexatie Wlz. Bijlage 8 bij circulaire Care/AWBZ/14/04c

Deze beleidsregel bepaalt de begrippen die gebruikt worden in de regelgeving van de NZa.

In de onderstaande tabel staan de verschillende (sub)sectoren die in deze beleidsregel worden onderscheiden.

BELEIDSREGEL CA-BR-1509b. Prestatiebeschrijvingen en tarieven volledig pakket thuis. Bijlage 9 bij circulaire Care/AWBZ/14/10c

Invoering normatieve inventariscomponent (nic) in de forensische zorg

BELEIDSREGEL BR/FZ-0006

BELEIDSREGEL CA Aanvaardbare kosten AWBZ 2012

BELEIDSREGEL BR/REG Aanvaardbare kosten Wlz Bijlage 12 bij circulaire Care/Wlz/16/11c

BELEIDSREGEL CA Invoering normatieve huisvestingscomponent (NHC) bestaande zorgaanbieders. Bijlage 2 bij circulaire Care/AWBZ/11/12c

Berekeningsmethodiek NHC in de Care

Deze beleidsregel bepaalt de begrippen die gebruikt worden in de regelgeving van de NZa.

TARIEFBESCHIKKING ZZP s EN EXTRAMURALE PARAMETERS FZ

Invoering normatieve huisvestingscomponent (NHC) en normatieve inventariscomponent (NIC) bestaande zorgaanbieders

REGELING CA-NR Declaratievoorschriften Wlz-zorg. Bijlage 22 bij circulaire Care/Wlz/15/07c

c. De termijn waarvoor deze beleidsregel geldt loopt tot en met 31 december 2011.

In de onderstaande tabel staan de verschillende (sub)sectoren die in deze beleidsregel worden onderscheiden.

Invoering normatieve huisvestingscomponent (NHC) en normatieve inventariscomponent (NIC) bestaande zorgaanbieders

Deze beleidsregel is daarnaast van toepassing op zorg die wordt geleverd. door bestaande zorgaanbieders als bedoeld in artikel 3.

Beleidsregel prestatiebeschrijving en tarief zzp-meerzorg Wlz - BR/REG-19123

Nummer Datum ingang Datum vaststelling Datum verzending TB/FZ januari september 2014 n.v.t.

Behandeld door Telefoonnummer adres Kenmerk Directie Zorgmarkten Care Care/AWBZ/11/12c 11D

BELEIDSREGEL BR/FZ-0003

3.3 Techniekkosten Techniekkosten zijn de kosten van door de Wlz-zorgaanbieder of door derden vervaardigde tandtechnische werkstukken.

De prestaties en tarieven zijn van toepassing voor cliënten geïndiceerd voor of aangewezen op verblijf.

4.1 Forensische zorg Zorg als bedoeld in artikel 2 van het Interimbesluit forensische zorg. 1

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Invoering normatieve inventariscomponent (NIC) in de langdurende gespecialiseerde ggz

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Vergoeding van inrichtingskosten bij gedwongen verhuizing

BELEIDSREGEL BR/FZ-0007

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Invoering normatieve huisvestingscomponent (NHC) en normatieve inventariscomponent (NIC) bestaande zorgaanbieders

REGELING NR/REG-1721b. Declaratievoorschriften Wlz-zorg

3.3 Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) Het Centrum Indicatiestelling Zorg als bedoeld in artikel Wlz.

3.1 Zorgaanbieder De natuurlijke persoon of rechtspersoon die beroeps- of bedrijfsmatig zorg verleent, als bedoeld in artikel 1 onder c van de Wmg.

Deze beleidsregel bepaalt de begrippen die gebruikt worden in de regelgeving van de NZa.

Definities Wlz Kenmerk BR/REG-18133

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

BELEIDSREGEL CA-BR Prestatiebeschrijvingen en tarieven ZZPmeerzorg. Bijlage 11 bij circulaire Care/AWBZ/14/04c

BELEIDSREGEL CA Prestatiebeschrijvingen en tarieven ZZPmeerzorg

1.3 CIZ Het Centrum Indicatiestelling Zorg als bedoeld in artikel 1 onder b van het Zorgindicatiebesluit.

3.1 Externe cliënt Een externe cliënt is een cliënt die niet bij de AWBZ-zorgaanbieder met een eigen tandartspraktijkruimte verblijft.

Beleidsregel Verpleging in de thuissituatie, noodzakelijk in verband met medisch specialistische zorg

Vergoeding van inrichtingskosten bij gedwongen verhuizing

BELEIDSREGEL CA Zorginfrastructuur. Bijlage 6 bij circulaire CARE/AWBZ/13/05c

1.3 CIZ Het Centrum Indicatiestelling Zorg als bedoeld in artikel 1 onder b van het Zorgindicatiebesluit.

3.3 Techniekkosten Techniekkosten zijn de kosten van door de Wlz-zorgaanbieder of door derden vervaardigde tandtechnische werkstukken.

BELEIDSREGEL BR/CU-5119

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Administratie- en declaratievoorschriften ZZP-meerzorg Wlz

Behandeld door Telefoonnummer adres Kenmerk directie Regulering Care/Wlz/16/11c /

Deze beleidsregel bepaalt de begrippen die gebruikt worden in de regelgeving van de NZa.

BELEIDSREGEL AL/BR-0040

Vergoeding van inrichtingskosten bij gedwongen verhuizing

De Nederlandse Zorgautoriteit heeft met inachtneming van de paragrafen 4.2 en 4.4 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg),

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Administratie- en declaratievoorschriften ZZP-meerzorg Wlz

BELEIDSREGEL BR/CU Extramurale curatieve GGZ

Experiment proeftuinen meerzorg 2.0 Wlz 2018

3.2 Zorgkantoor Een verbindingskantoor als bedoeld in artikel 1, onderdeel c van het Administratiebesluit Bijzondere Ziektekostenverzekering.

Invoering normatieve huisvestingscomponent (NHC) curatieve GGZ

BELEIDSREGEL BR/FZ-0010

BELEIDSREGEL BR/REG Overige kosten Wlz Grondslag

Vergoeding van inrichtingskosten bij gedwongen verhuizing

De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft met inachtneming van de paragrafen 4.2 en 4.4 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg),

Tarieflijst Wlz-zorgaanbieders 2015

3.1 Zorgaanbieder De zorgaanbieder als bedoeld in artikel 1 aanhef en onder c van de Wmg.

BELEIDSREGEL AL/BR-0021

Deze beleidsregel bepaalt de begrippen die gebruikt worden in de regelgeving van de NZa.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Verplichte informatieverstrekking zorgaanbieders van forensische zorg

BELEIDSREGEL BR/CU-5039

3.3 ZZP-meerzorg tarief Het bedrag per dag dat in rekening gebracht kan worden ter vergoeding van de door de zorgaanbieder geboden ZZP-meerzorg.

BELEIDSREGEL BR/CU-5052

3.1 Zorgaanbieder De zorgaanbieder als bedoeld in artikel 1, onderdeel c, onder 1, van de Wmg.

De NZa gebruikt de genoemde gegevens om tijdens de transitieperiode het transitiebedrag per zorgaanbieder vast te stellen.

De prestaties en tarieven zijn van toepassing voor cliënten geïndiceerd voor of aangewezen op verblijf.

BELEIDSREGEL BR/CU-5059

Transcriptie:

Bijlage 25 bij circulaire Care/Wlz/16/11c BELEIDSREGEL Tarieven normatieve huisvestingscomponent () en normatieve inventariscomponent () bestaande zorgaanbieders Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels vast met betrekking tot het uitoefenen van de bevoegdheid om tarieven en prestatiebeschrijvingen vast te stellen. Ingevolge artikel 59, Wmg heeft de Minister van VWS met brief van 12 juli 2011, kenmerk: MC-U-3072370 ten behoeve van de voorliggende beleidsregel een aanwijzing op grond van artikel 7 Wmg aan de NZa gegeven. 1. Reikwijdte Deze beleidsregel is van toepassing op de zorg of dienst als omschreven bij of krachtens de Wet langdurige zorg (Wlz) die wordt geleverd door bestaande zorgaanbieders als bedoeld in artikel 4.1 van deze beleidsregel, die zijn toegelaten voor de zorgvorm verblijf in combinatie met één of meer van de zorgvormen persoonlijke verzorging, verpleging, begeleiding of behandeling als omschreven in het Besluit zorgaanspraken Wlz. Deze beleidsregel is van tevens van toepassing op zorg die wordt geleverd door bestaande zorgaanbieders die zijn toegelaten voor de zorgvormen begeleiding en/of behandeling aan kinderen met een verstandelijke en/of lichamelijke en/of zintuiglijke handicap. Deze beleidsregel is voor wat betreft de prestatie logeren tevens van toepassing op zorgaanbieders voor zover zij logeren leveren als bedoeld in artikel 3.1.1, eerste lid, onderdeel g, Wlz. 2. Doel van de beleidsregel Het doel van deze beleidsregel is om inzicht te geven in de opbouw en de hoogte van de normatieve huisvestingscomponent () en de normatieve inventaris component () voor bestaande zorgaanbieders van intramurale Wlz zorg met de zorgvorm verblijf. 3. Prijspeil De in deze beleidsregel genoemde -bedragen zijn op gebaseerd op de definitieve index 2017. De -bedragen bevatten de definitieve materiële kostenindexen 2016 en de voorschotpercentages voor de materiële kosten 2017.

4. Begripsbepalingen 4.1 Bestaande zorgaanbieder a) Een zorgaanbieder die vóór 31 december 2011 een zorg of dienst leverde krachtens de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) en die vóór 31 december 2011 op grond van de beleidsregel Kapitaallasten (CA-300-473) werd gebudgetteerd. b) Een zorgaanbieder die (i) zorg of dienst krachtens de AWBZ/Wlz en/of (ii) het onroerend goed van een bestaande zorgaanbieder overneemt (op of na 1 januari 2017) of heeft overgenomen (periode 31 december 2011 tot 1 januari 2017) via een rechtsopvolging onder algemene of bijzondere titel (zoals bij fusie of splitsing) wordt aangemerkt als bestaande zorgaanbieder en valt derhalve onder de werking van de onderhavige beleidsregel. c) Een zorgaanbieder die zijn onroerend goed heeft verkocht aan bijvoorbeeld een woningbouwcorporatie, een woningbouwvereniging of -stichting, een projectontwikkelaar, een collega-zorgaanbieder, etc., en dit onroerend goed vervolgens terug huurt en in dat kader de zorg of dienst, die bij of krachtens AWBZ/Wlz wordt verleend, overneemt, respectievelijk voortzet. 2 van 28 4.2 Dutch Centre for Health Assets (DuCHA) Dit is een expertisecentrum met betrekking tot specifieke deskundigheid op het gebied van bouw van Wlz-voorzieningen in Nederland, ook genaamd Centrum Zorg en Bouw TNO. 4.3 Normatieve Huisvestingscomponent () De normatieve huisvestingscomponent () is een productiegebonden normatieve vergoeding voor (vervangende) (nieuw) bouw en instandhouding. Deze vergoeding bestaat uit een geïndexeerde jaarlijkse bijdrage die voldoende is om, over de gehele levenscyclus van een nieuwbouw Wlz-voorziening, rente, afschrijvings- en instandhoudingsuitgaven bij een bezettingspercentage van 97% en bij een vastgestelde investeringsnorm te dekken. In de is geen vergoeding opgenomen voor investeringen in inventaris. 4.4 -tarief per ZZP Het bedrag per ZZP-dag dat, op grond van de uitgangspunten zoals verwoord in deze beleidsregel, beschikbaar is om de bouw van de Wlz voorzieningen in de vorm van nieuwbouw te kunnen realiseren. Vanaf het jaar 2013 zijn ook de kapitaallasten dagbesteding (intramuraal met indicatie voor dagbesteding) opgenomen in het invoertraject. 4.5 -tarief dagbesteding Voor cliënten die zorg in de thuissituatie ontvangen en geïndiceerd zijn in termen van Zorgzwaartepakketten (VPT) gelden de -tarieven voor dagbesteding. De voorwaarde hierbij is dat de kapitaallasten niet op andere wijze worden vergoed. Wanneer een intramurale cliënt de dagbesteding bij een andere zorgaanbieder ontvangt (ZZP exclusief dagbesteding), gelden voor deze zorgaanbieder de -tarieven voor dagbesteding deel. Hierbij wordt verwezen naar de beleidsregel Prestatiebeschrijvingen en tarieven zorgzwaartepakketten.

4.6 Inventaris Inventaris zijn roerende medische en andere zaken die in en om het gebouw aanwezig zijn. Onder inventaris wordt ook computerapparatuur en programmatuur begrepen. Vervoermiddelen zijn geen inventaris. 4.7 Normatieve inventariscomponent () De normatieve inventariscomponent () is een productiegebonden normatieve vergoeding voor investeringen in inventaris. Deze normatieve vergoeding bestaat uit een jaarlijkse bijdrage die voldoende is om, over de gehele levenscyclus van inventaris de rente, en afschrijvingskosten bij een bezettingspercentage van 97% en bij een vastgestelde investeringsnorm te dekken. 3 van 28 5. Opbouw Bij de bepaling van de hoogte van de worden de volgende uitgangspunten gehanteerd. 5.1 Investeringsbedragen per ZZP Voor de berekening van de zijn per ZZP investeringsbedragen bepaald die benodigd zijn voor nieuwbouw van Wlz-voorzieningen. 5.2 Uitgangspunten Op grond van de investeringsbedragen zijn de -tarieven berekend waarbij de NZa is uitgegaan van de volgende uitgangspunten: 5.2.1 Looptijd Voor de normering van het investeringspatroon, is gekozen voor een looptijd van 30 jaar zonder renovatie. 5.2.2 Rente Voor de rente is uitgegaan van een percentage van 5,0%. 5.2.3 Bouwtijd Voor de bouwtijd is uitgegaan van een periode van 18 maanden. 5.2.4 Jaarlijkse instandhouding Voor de jaarlijkse instandhouding is een percentage van 0,8% van de nieuwbouwwaarde opgenomen op jaarbasis. 5.2.5 Bezettingspercentage Voor het bezettingspercentage is een percentage van 97% gehanteerd. Het leegstandspercentage wordt berekend over de kapitaallastencomponent van de, exclusief de kosten voor jaarlijkse instandhouding. Bij logeren is uitgegaan van een bezettingspercentage van 75%. 5.2.6 Grond, interim-huisvesting en terreinvoorzieningen Voor deze drie onderdelen geldt één component. Hierbij is de gemiddelde grondprijs in Nederland 1 gehanteerd, waaraan een component van 10% van de gemiddelde grondprijs is toegevoegd. 5.2.7 Indexering De wordt gedurende de overgangsperiode van 2012 tot 2018 jaarlijks geïndexeerd met 2,5%. 1 Jaarbeeld Bouwkosten zorgsector, kostenontwikkelingen van gebouwen in de zorg, juni 2010, TNO.

5.2.8 -onderhoud In 2017 worden de -parameters rente en indexering geëvalueerd. 6. Opbouw 4 van 28 Bij de bepaling van de hoogte van de worden de volgende uitgangspunten gehanteerd. 6.1 Uitgangspunten Bij de berekening van de is de NZa is uitgegaan van de volgende uitgangspunten: 6.1.1 Rente Voor de rente is uitgegaan van een percentage van 4,0%. 6.1.2 Bezettingspercentage Voor het bezettingspercentage is een percentage van 97% gehanteerd. Bij logeren is uitgegaan van een bezettingspercentage van 75%. 6.1.3 Indexering De wordt geïndexeerd conform de indexatie van de materiële kosten. 7. Tariefsoort De -tarieven en de -tarieven zoals die zijn opgenomen in artikel 8 van deze beleidsregel zijn vaste tarieven. Een vast tarief is een tarief waarvan niet mag worden afgeweken (artikel 50, eerste lid, onder b, Wmg). 8. -tarieven en -tarieven 8.1 Verpleging en Verzorging (V&V) Normatieve huisvestingscomponent V&V 1VV NZ015 26,11 2VV NZ025 27,42 Niet toegelaten voor BH Toegelaten voor BH 3VV NZ031 29,93 NZ033 30,38 4VV NZ041 30,36 NZ043 30,82 5VV NZ051 29,88 NZ053 30,81 6VV NZ061 29,80 NZ063 31,49 7VV NZ071 30,77 NZ073 32,46 8VV NZ081 31,70 NZ083 33,39 9bVV NZ095 29,00 NZ097 39,46 10VV NZ101 31,70 NZ103 33,39

Normatieve inventariscomponent V&V -code Totaalwaarde 5 van 28 1VV IZ015 1,77 2VV IZ025 1,77 incl. Niet toegelaten voor BH Toegelaten voor BH -code Totaalwaar- -code Totaalwaarde de 3VV IZ031 1,77 IZ033 2,42 4VV IZ041 1,77 IZ043 2,42 5VV IZ051 2,35 IZ053 3,68 6VV IZ061 2,35 IZ063 3,68 7VV IZ071 2,35 IZ073 3,68 8VV IZ081 2,83 IZ083 4,75 9bVV IZ095 2,91 IZ097 5,04 10VV IZ101 2,35 IZ103 3,68 8.1.1 Opslag kapitaallasten en inventaris dagbesteding () (VPT) 1VV X181 3,03 2VV X182 3,03 incl. Niet toegelaten voor BH Toegelaten voor BH -code Totaalwaar- de 3VV X183 3,09 X193 3,09 4VV X184 3,09 X194 3,09 5VV X185 4,09 X195 4,09 6VV X186 4,47 X196 4,47 7VV X187 4,47 X197 4,47 8VV X188 4,47 X198 4,47 9bVV X189 3,67 X199 3,67 10VV X190 4,47 X200 4,47 -code Totaalwaarde 1VV IX181 0,57 2VV IX182 0,57

incl. Niet toegelaten voor BH Toegelaten voor BH -code Totaalwaar- -code Totaalwaarde de 3VV IX183 0,57 IX193 0,78 4VV IX184 0,57 IX194 0,78 5VV IX185 0,41 IX195 0,65 6VV IX186 0,41 IX196 0,65 7VV IX187 0,41 IX197 0,65 8VV IX188 0,25 IX198 0,41 9bVV IX189 0,23 IX199 0,40 10VV IX190 0,41 IX200 0,65 6 van 28 8.2 Geestelijke gezondheidszorg (GGZ) Normatieve huisvestingscomponent GGZ excl. dagbesteding Cliënten die verblijven vanwege behandeling (GGZ-B) 1GGZ-B NZ212 18,08 NZ213 28,15 2GGZ-B NZ222 18,08 NZ223 28,15 3GGZ-B NZ232 24,05 NZ233 34,12 4GGZ-B NZ242 24,05 NZ243 34,12 5GGZ-B NZ252 32,72 NZ253 43,89 6GGZ-B NZ262 29,68 NZ263 38,92 7GGZ-B NZ272 33,94 NZ273 48,92 Normatieve inventariscomponent GGZ excl. -code Totaalwaar- -code Totaalwaar- de Cliënten die verblijven vanwege behandeling (GGZ-B) de 1GGZ-B IZ212 2,11 IZ213 2,70 2GGZ-B IZ222 2,11 IZ223 2,70 3GGZ-B IZ232 5,17 IZ233 5,64 4GGZ-B IZ242 5,17 IZ243 5,64 5GGZ-B IZ252 5,17 IZ253 5,64 6GGZ-B IZ262 5,17 IZ263 5,64 7GGZ-B IZ272 5,17 IZ273 5,64

8.2.1 Overige -tarieven en -tarieven GGZ Voor de prestaties overige basisprestatie Klinisch intensieve behandeling (KIB) en forensische zorg zonder strafrechtelijke titel zijn -tarieven en -tarieven vastgesteld. 7 van 28 8.2.2 Overige basisprestatie Klinisch intensieve behandeling (KIB) 1 Normatieve huisvestingscomponent KIB Toegelaten voor BH KIB-volw. NZ280 58,32 1 Voor KIB volwassenen. Normatieve inventariscomponent KIB Toegelaten voor BH -code Totaalwaarde KIB-volw. IZ280 8,01 8.2.3 Toeslag forensische zorg zonder strafrechtelijke titel Toeslag forensische zorg zonder strafrechtelijke titel NTFM 13,18 8.3 Gehandicaptenzorg (GHZ) 8.3.1 Verstandelijk Gehandicapt (VG) Normatieve huisvestingscomponent VG excl. dagbesteding 1VG NZ414 24,32 NZ415 31,72 2VG NZ424 24,32 NZ425 31,72

Niet toegelaten voor BH excl. dagbesteding 3VG NZ430 24,32 NZ431 31,72 4VG NZ440 24,32 NZ441 31,72 5VG NZ454 22,20 NZ455 31,01 6VG NZ460 22,20 NZ461 31,01 7VG NZ470 22,20 NZ471 31,01 8VG NZ480 29,91 NZ481 40,59 8 van 28 Normatieve inventariscomponent VG excl. -code Totaalwaar- -code Totaalwaarde de 1VG IZ414 1,09 IZ415 2,01 2VG IZ424 1,09 IZ425 2,01 Niet toegelaten voor BH excl. -code Totaalwaar- -code Totaalwaarde de 3VG IZ430 1,09 IZ431 2,01 4VG IZ440 1,09 IZ441 2,01 5VG IZ454 4,93 IZ455 5,73 6VG IZ460 2,95 IZ461 3,72 7VG IZ470 4,93 IZ471 5,73 8VG IZ480 4,93 IZ481 5,73 Normatieve huisvestingscomponent VG Toegelaten voor BH excl. dagbesteding 3VG NZ432 24,32 NZ433 31,72 4VG NZ442 24,32 NZ443 31,72 5VG NZ456 26,27 NZ457 35,08 6VG NZ462 26,27 NZ463 35,08 7VG NZ472 26,27 NZ473 35,08 8VG NZ482 33,98 NZ483 44,66

Normatieve inventariscomponent VG Toegelaten voor BH excl. -code Totaalwaar- -code Totaalwaarde de 3VG IZ432 2,26 IZ433 3,18 4VG IZ442 2,26 IZ443 3,18 5VG IZ456 7,40 IZ457 8,19 6VG IZ462 5,31 IZ463 6,08 7VG IZ472 7,40 IZ473 8,19 8VG IZ482 7,40 IZ483 8,19 9 van 28 8.3.1.1 Opslag kapitaallasten en inventaris dagbesteding () (VPT) 1VG X481 7,40 2VG X482 7,40 3VG X483 7,40 4VG X484 7,40 5VG X485 8,81 6VG X486 8,81 7VG X487 8,81 8VG X488 10,68 -code Totaalwaar- de 1VG IX481 0,92 2VG IX482 0,92 3VG IX483 0,92 4VG IX484 0,92 5VG IX485 0,79 6VG IX486 0,76 7VG IX487 0,79 8VG IX488 0,79 8.3.1.2 Kapitaallasten en inventaris dagbesteding (deel) per dagdeel 1VG Y491 5,77 2VG Y492 5,77 3VG Y493 5,77 4VG Y494 5,77 5VG Y495 6,87 6VG Y496 6,87 7VG Y497 6,87 8VG Y498 8,33

-code Totaalwaar- de per dagdeel 1VG IY491 0,72 2VG IY492 0,72 3VG IY493 0,72 4VG IY494 0,72 5VG IY495 0,80 6VG IY496 0,76 7VG IY497 0,80 8VG IY498 0,62 10 van 28 8.3.2 Licht Verstandelijk Gehandicapt (LVG) Normatieve huisvestingscomponent LVG Toegelaten voor BH -code Totaalwaarse 1LVG NZ513 31,72 2LVG NZ523 31,72 3LVG NZ533 41,25 4LVG NZ543 41,25 5LVG NZ553 41,25 Normatieve inventariscomponent LVG Toegelaten voor BH -code 1LVG IZ513 3,18 2LVG IZ523 3,18 3LVG IZ533 6,08 4LVG IZ543 6,08 5LVG IZ553 6,08 Totaalwaarde 8.3.3 Sterk Gedragsgestoord Licht Verstandelijk Gehandicapt ( SGLVG) Normatieve huisvestingscomponent SGLVG Toegelaten voor BH 1SGLVG NZ573 41,25

Normatieve inventariscomponent SGLVG Toegelaten voor BH -code Totaalwaar- de 1SGLVG IZ573 8,19 11 van 28 8.3.4 Lichamelijk Gehandicapt (LG) Normatieve huisvestingscomponent LG excl. dagbesteding 1LG NZ614 24,32 NZ615 31,72 2LG NZ624 24,32 NZ625 31,72 Normatieve inventariscomponent LG excl. -code Totaalwaar- -code Totaalwaar- de de 1LG IZ614 1,65 IZ615 3,01 2LG IZ624 1,65 IZ625 3,01 Normatieve huisvestingscomponent LG Niet toegelaten voor BH excl. 3LG NZ630 24,32 NZ631 31,72 4LG NZ640 24,32 NZ641 31,72 5LG NZ650 24,07 NZ651 32,88 6LG NZ660 29,16 NZ661 39,84 7LG NZ670 29,16 NZ671 39,84 Normatieve inventariscomponent LG excl. Niet toegelaten voor BH -code Totaalwaar- -code Totaalwaar- de de 3LG IZ630 1,65 IZ631 3,01 4LG IZ640 1,65 IZ641 3,01 5LG IZ650 4,93 IZ651 5,73 6LG IZ660 4,93 IZ661 5,73 7LG IZ670 4,93 IZ671 5,73

Normatieve huisvestingscomponent LG Toegelaten voor BH excl. dagbesteding 3LG NZ632 24,32 NZ633 31,72 4LG NZ642 24,32 NZ643 31,72 5LG NZ652 28,14 NZ653 36,95 6LG NZ662 33,23 NZ663 43,91 7LG NZ672 33,23 NZ673 43,91 12 van 28 Normatieve inventariscomponent LG Toegelaten voor BH excl. -code Totaalwaar- -code Totaalwaarde de 3LG IZ632 2,95 IZ633 4,31 4LG IZ642 2,95 IZ643 4,31 5LG IZ652 7,40 IZ653 8,19 6LG IZ662 7,40 IZ663 8,19 7LG IZ672 7,40 IZ673 8,19 8.3.4.1 Opslag kapitaallasten en inventaris dagbesteding () (VPT) 1LG X681 7,40 2LG X682 7,40 3LG X683 7,40 4LG X684 7,40 5LG X685 8,81 6LG X686 10,68 7LG X687 10,68 -code Totaalwaarde 1LG IX681 1,36 2LG IX682 1,36 3LG IX683 1,36 4LG IX684 1,36 5LG IX685 0,79 6LG IX686 0,79 7LG IX687 0,79

8.3.4.2 Opslag Kapitaallasten en inventaris dagbesteding (deel) per dagdeel 1LG Y691 7,42 2LG Y692 7,42 3LG Y693 7,42 4LG Y694 7,42 5LG Y695 8,83 6LG Y696 10,71 7LG Y697 10,71 13 van 28 -code 1LG IY691 1,36 2LG IY692 1,36 3LG IY693 1,36 4LG IY694 1,36 5LG IY695 0,80 6LG IY696 0,80 7LG IY697 0,80 Totaalwaarde per dagdeel 8.3.5 Zintuiglijk gehandicapt auditief en communicatief (ZG-aud) Normatieve huisvestingscomponent ZG-aud Niet toegelaten voor BH excl. dagbesteding 1ZG-aud NZ710 24,32 NZ711 31,72 2ZG-aud NZ720 24,32 NZ721 31,72 3ZG-aud NZ730 22,81 NZ731 31,62 4ZG-aud NZ740 24,32 NZ741 31,72 Normatieve inventariscomponent ZG-aud excl. Niet toegelaten voor BH -code Totaalwaar- -code Totaalwaar- de de 1ZG-aud IZ710 4,55 IZ711 5,72 2ZG-aud IZ720 4,55 IZ721 5,72 3ZG-aud IZ730 4,55 IZ731 5,72 4ZG-aud IZ740 4,55 IZ741 5,72

Normatieve huisvestingscomponent ZG-aud Toegelaten voor BH excl. dagbesteding 1ZG-aud NZ712 24,32 NZ713 31,72 2ZG-aud NZ722 24,32 NZ723 31,72 3ZG-aud NZ732 26,89 NZ733 35,70 4ZG-aud NZ742 24,32 NZ743 31,72 14 van 28 Normatieve inventariscomponent ZG-aud excl. Toegelaten voor BH -code Totaalwaar- -code Totaalwaarde de 1ZG-aud IZ712 6,97 IZ713 8,13 2ZG-aud IZ722 6,97 IZ723 8,13 3ZG-aud IZ732 6,97 IZ733 8,13 4ZG-aud IZ742 6,97 IZ743 8,13 8.3.5.1 Opslag kapitaallasten en inventaris dagbesteding () 1ZG-aud X781 7,40 2ZG-aud X782 7,40 3ZG-aud X783 8,81 4ZG-aud X784 7,40 -code Totaalwaar- de 1ZG-aud IX781 1,16 2ZG-aud IX782 1,16 3ZG-aud IX783 1,16 4ZG-aud IX784 1,16 8.3.5.2 Opslag kapitaallasten en inventaris dagbesteding (deel) per dagdeel 1ZG-aud Y791 5,77 2ZG-aud Y792 5,77 3ZG-aud Y793 6,87 4ZG-aud Y794 5,77

-code 1ZG-aud IY791 0,91 2ZG-aud IY792 0,91 3ZG-aud IY793 0,91 4ZG-aud IY794 0,91 Totaalwaarde per dagdeel 15 van 28 8.3.6 Zintuiglijk gehandicapt visueel (ZG-vis) Normatieve huisvestingscomponent ZG-vis excl. dagbesteding 1ZG-vis NZ814 24,32 NZ815 31,72 2ZG-vis NZ824 24,32 NZ825 31,72 Normatieve inventariscomponent ZG-vis excl. -code Totaalwaar- -code Totaalwaar- de de 1ZG-vis IZ814 4,55 IZ815 5,72 2ZG-vis IZ824 4,55 IZ825 5,72 Normatieve huisvestingscomponent ZG-vis Niet toegelaten voor BH excl. dagbesteding 3ZG-vis NZ830 24,32 NZ831 31,72 4ZG-vis NZ840 24,74 NZ841 33,55 5ZG-vis NZ850 29,91 NZ851 40,59 Normatieve inventariscomponent ZG-vis excl. Niet toegelaten voor BH -code Totaalwaar- -code Totaalwaar- de de 3ZG-vis IZ830 4,55 IZ831 5,72 4ZG-vis IZ840 4,55 IZ841 5,72 5ZG-vis IZ850 4,55 IZ851 5,72 Normatieve huisvestingscomponent ZG-vis Toegelaten voor BH excl. dagbesteding 3ZG-vis NZ832 24,32 NZ833 31,72 4ZG-vis NZ842 28,81 NZ843 37,62 5ZG-vis NZ852 33,98 NZ853 44,66

Normatieve inventariscomponent ZG-vis Toegelaten voor BH excl. -code Totaalwaar- -code Totaalwaarde de 3ZG-vis IZ832 6,97 IZ833 8,13 4ZG-vis IZ842 6,97 IZ843 8,13 5ZG-vis IZ852 6,97 IZ853 8,13 16 van 28 8.3.6.1 Opslag kapitaallasten en inventaris dagbesteding () 1ZG-vis X881 7,40 2ZG-vis X882 7,40 3ZG-vis X883 7,40 4ZG-vis X884 8,81 5ZG-vis X885 10,68 -code Totaalwaarde 1ZG-vis IX881 1,16 2ZG-vis IX882 1,16 3ZG-vis IX883 1,16 4ZG-vis IX884 1,16 5ZG-vis IX885 1,16 8.3.6.2 Opslag Kapitaallasten en inventaris dagbesteding (deel) per dagdeel 1ZG-vis Y891 5,77 2ZG-vis Y892 5.77 3ZG-vis Y893 5,77 4ZG-vis Y894 6,87 5ZG-vis Y895 8,33 -code Totaalwaar- de per dagdeel 1ZG-vis IY891 0,91 2ZG-vis IY892 0,91 3ZG-vis IY893 0,91 4ZG-vis IY894 0,91 5ZG-vis IY895 0,91

8.3.7 Toeslag kinderdagcentra GHZ (KDC) Toegelaten voor Bh KDC X916 14,61 17 van 28 De som van de toeslag kinderdagcentra GHZ (KDC) en de reeds in de basis opgenomen vergoedingen voor dagbesteding en voor behandeling mag niet meer bedragen dan het tarief voor de prestatie Kapitaallasten dagbesteding kind GHZ (totaal 16,19deel / 20,76). 8.4 Overige basisprestaties ( en ) Normatieve huisvestingscomponent Verblijfscomponent niet-geïndiceerde NZ995 26,11 partner Verblijfscomponent niet geindiceerde NZ997 41,82 partner GHZ: VG en LG Verblijfscomponent niet geïndiceerde NZ998 43,14 partner GHZ: ZG Mutatiedag (V&V), niet toegelaten voor NZ916 26,11 behandeling Mutatiedag (V&V), toegelaten voor NZ917 26,11 behandeling Crisisopvang V&V met behandeling NZ110 32,46 Crisisopvang GHZ VG zonder NZ490 31,01 behandeling Crisisopvang GHZ VG met behandeling NZ491 35,08 Crisisopvang LVG NZ560 41,25 Logeren GHZ vg NZ999 41,82 Logeren GHZ lg NZ1000 41,82 Logeren GHZ lvg NZ1001 41,82 Logeren GHZ-zg NZ1002 43,14 Logeren VV NZ1003 39,06

Normatieve inventariscomponent -code Totaalwaar- de 18 van 28 Verblijfscomponent niet-geïndiceerde IZ995 1,77 partner Verblijfscomponent niet geïndiceerde IZ997 4,87 partner GHZ: VG en LG Verblijfscomponent niet geïndiceerde IZ998 7,03 partner GHZ: ZG Mutatiedag (V&V), niet toegelaten voor IZ916 1,77 behandeling Mutatiedag (V&V), toegelaten voor IZ917 1,77 behandeling Crisisopvang V&V met behandeling IZ110 3,68 Crisisopvang GHZ VG zonder IZ490 3,72 behandeling Crisisopvang GHZ VG met behandeling IZ491 6,08 Crisisopvang LVG IZ560 6,08 Logeren GHZ-vg IZ999 4,87 Logeren GHZ-lg IZ1000 4,87 Logeren GHZ-lvg IZ1001 4,87 Logeren GHZ-zg IZ1002 7,03 Logeren VV IZ1003 2,88 9. Declaratie van de en Declaratie vindt plaats op basis van de afgesproken intramurale zorgprestaties en prestaties dagbesteding kind GHZ inclusief het in tabel 1 en 2 van artikel 4.1 van de beleidsregel Invoering normatieve huisvestingscomponent () en normatieve inventaris component () bestaande zorgaanbieders opgenomen percentage en van dat jaar. Vanaf 1 januari 2015 is dit ook inclusief het opgenomen percentage budget (tabel 2 van artikel 4.1 van de beleidsregel Invoering normatieve huisvestingscomponent () en normatieve inventaris component () bestaande zorgaanbieders ) van dat jaar. De regeling Declaratievoorschriften Wlz-zorg is van overeenkomstige toepassing. 10. Jaarsluittarief/vereffeningbedrag Bij de vaststelling van de tarieven in jaar t is het uitgangspunt dat het totaal aan opbrengsten (dat ontstaat uit het in rekening brengen van deze tarieven) dekking geeft voor en aansluit bij de aanvaardbare kosten van jaar t. Als het totaal aan opbrengsten verschilt van de aanvaardbare kosten, wordt dit verschil verwerkt: - in het jaarsluittarief van jaar t als de opbrengsten lager zijn dan de aanvaardbare kosten; - in het vereffeningsbedrag van jaar t als de opbrengsten hoger zijn dan de aanvaardbare kosten.

11. Intrekking oude beleidsregel Gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze beleidsregel wordt de Beleidsregel tarieven normatieve huisvestingscomponent () en normatieve inventariscomponent () bestaande zorgaanbieders, met kenmerk CA-BR-1612a, ingetrokken. 19 van 28 12. Overgangsbepaling De beleidsregel Tarieven normatieve huisvestingscomponent () en normatieve inventariscomponent () bestaande zorgaanbieders met kenmerk CA-BR-1612a, blijft van toepassing op besluiten en aangelegenheden die hun grondslag vinden in die beleidsregel en die betrekking hebben op de periode waarvoor die beleidsregel gold. 13. Inwerkingtreding en citeerregel Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van 1 januari 2017, tenzij de Staatscourant waarin de mededeling als bedoeld in artikel 20, tweede lid, onderdeel b, van de Wmg wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 31 december 2016, in welk geval de beleidsregel in werking treedt met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin de mededeling wordt geplaatst en terugwerkt tot en met 1 januari 2017. Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel tarieven normatieve huisvestingscomponent () en normatieve inventariscomponent () bestaande zorgaanbieders.

TOELICHTING Wijzigingen Met ingang van 2017 zijn de en prestaties verblijfscomponent kortdurend verblijf vervangen voor nieuwe logeerprestaties. De aanleiding hiervoor is de wens van partijen om integrale logeerprestaties in te voeren die alle geleverde zorg omvatten. De uitgangspunten voor de en waarden en de en waarden zoals vastgesteld bij invoering van de en zijn niet gewijzigd. Het aantal en prestaties voor logeren is wel gewijzigd. De en waarden zijn vanaf 2017 niet van toepassing op één logeerprestatie (VG, LG) maar op drie afzonderlijke logeerprestaties te weten logeren VG, logeren LVG en logeren LG. Tevens is sprake van vijf nieuwe codes voor logeren (VV, VG, LG, LVG en ZG) omdat de prestatiebeschrijving voor logeren in de beleidsregel prestatiebeschrijvingen en tarieven zorgzwaartepakketten per 2017 aanzienlijk is gewijzigd. 20 van 28 Algemeen Normatieve huisvestingscomponent () Met ingang van 2012 is de budgetsystematiek en het systeem van nacalculatie vervangen door een prestatiegebonden vergoeding op basis van landelijke uniforme tarieven in de vorm van de normatieve huisvestingscomponent (). Het doel is om de uiteindelijk op te nemen in de tarieven van de zorgzwaartepakketten (ZZP s) en in 2018 over te gaan op een volledig integraal tarief. Het nieuwe systeem kent drie essentiële verschillen ten opzichte van het bestaande systeem: 1. De vergoeding voor de kapitaallasten wordt niet langer gebonden aan een object en individueel berekend maar wordt vervangen door een vaste productievergoeding per cliënt. 2. De vergoeding van de kapitaallasten is niet langer gekoppeld aan een vergunning. 3. Het moment van investeren en de vergoeding van de kapitaallasten worden daardoor ontkoppeld. Bij de berekeningen van de is uitgegaan van de in de bouwnormen 2008 opgenomen vierkante meters per cliënttype. De uitkomsten daarvan zijn gekoppeld aan het totale aantal cliënten per zorgzwaartepakket dat in het voorjaar van 2009 bekend was en in de onderscheiden sectoren intramurale zorg ontving. Tot slot is dit afgezet tegen de premisse dat alle gebouwen in de intramurale langdurige zorg op enig moment ten minste moeten kunnen beschikken over het bij de bouwnormen 2008 horende aantal vierkante meters per ZZP. De maximale prijs voor het maximale aantal cliënten/zorgzwaartepakketten is vervolgens afgezet tegen 5% rente en prijspeil 2011, waarin de conjuncturele aanbestedingsresultaten tot en met het derde kwartaal van 2010 zijn betrokken. In het macrobedrag dat daaruit voortvloeit, is verdisconteerd dat alle gebouwen in de langdurige zorg qua vierkante meters op het niveau zijn gebracht van de voor de integrale tarieven als basis genomen vierkante meters volgens de bouwnormen 2008. Dit bedrag vormt voor de NZa de maximale ruimte waarbinnen tarieven kunnen worden berekend. De vanaf 1 januari 2012 geldende s kennen een modulaire opbouw. Zowel voor behandeling als dagbesteding gelden gedifferentieerde componenten. De (opslag) kapitaalslasten dagbesteding was tot 2013 nog niet opgenomen in het overgangstraject naar integrale tarieven.

Vanaf het jaar 2013 zijn ook de kapitaallasten dagbesteding (intramuraal met indicatie dagbesteding) opgenomen in de overgangsregeling. Normatieve inventariscomponent () Met ingang van 2014 is voor inventaris een prestatie afhankelijke norm ontwikkeld. Deze norm is gebaseerd op een onderzoek van Centrum Zorg en Bouw. Per cluster ZZP s is een inventarisbudget bepaald. 21 van 28 Cluster indeling: V&V Cluster 1 ZZP VV 1,2,3,4 Cluster 2 ZZP VV 5,6,7,10 Cluster 3 ZZP VV 8 Cluster 4 ZZP VV 9 GGZ GHZ Cluster 1 GGZB 1,2 GGZC 1,2 Cluster 2 GGZB 3,4,6 GGZC 3,4,6 Cluster 3 GGZB 5,7 GGZC 5 Cluster 1 VG1,2,3,4 LVG 1,2 Cluster 2 LG1,2,3,4 Cluster 3 VG 5,8 Cluster 4 LG 5,6,7 Cluster 5 VG6 LVG 3,4,5 Cluster 6 VG7 SGLVG1 Cluster 7 ZGA1,2,3,4 ZGV1,2,3,4,5 Rentevergoeding van 4% Naast afschrijvingskosten bevat de norm voor inventaris een rente component. In de huidige systematiek wordt de gewogen gemiddelde boekwaarde van de inventaris opgenomen onder de activa van de rentenormeringbalans. In de normatieve huisvestingscomponent () is een rente vergoeding opgenomen van 5%. Dit is gebaseerd op historische gegevens. De afschrijvingstermijn van inventaris is echter aanzienlijk korter dan de afschrijvingstermijn van vastgoed. Bij de financiering van inventaris zal eerder sprake zijn middellange leningen (=<10 jaar) in vergelijking met vastgoedfinanciering. Uit de systematiek van de rentenormering blijkt dat de rentevergoeding ook voor een (onbekend) deel kan bestaan uit inflatievergoeding voor eigen vermogen en/of de normatieve vergoeding voor kort krediet. Het CBS heeft in opdracht van het Ministerie van VWS de ontwikkelingen van de rente in de Wlz voor zorginstellingen onderzocht. Hieruit blijkt dat de mediane rente van leningen met een looptijd van 5 tot 10 jaar in de Wlz 4% bedraagt. In de tariefberekening heeft de NZa een rentevergoeding van 4% opgenomen. Macroneutraliteit Macroneutraliteit is het uitgangspunt voor de nieuwe norm voor inventaris. Conform de Aanwijzing integrale tarieven langdurige zorg en gehele GGZ van 12 juli 2011 vindt de invoering van integrale bekostiging budgetneutraal plaats. De normatieve inventaris component is zodanig vastgesteld dat vermenigvuldiging met het totaal aantal dagen per ZZP gelijk is aan het totale beschikbare intramurale macrobudget inventaris 2013.

Artikelsgewijs Artikel 2. Doel van de beleidsregel Per 1 januari 2012 is de systematiek van nacalculatie van intramurale zorggebouwen ten behoeve van de zorg of dienst als omschreven bij of krachtens de AWBZ/Wlz vervangen door een prestatiegebonden vergoeding op basis van landelijke uniforme tarieven. 22 van 28 Artikel 3. Prijspeil De s zijn op prijspeil 2017 gebracht door een indexatie van 2,5% conform artikel 5.2.7. Artikel 4. Begripsbepalingen Invoering van integrale tarieven kan niet per direct gebeuren maar dient geleidelijk te worden ingevoerd. Om die reden beschrijft de beleidsregel Invoering normatieve huisvestingscomponent () bestaande zorgaanbieders het overgangsregime dat in de periode van 2012 tot en met 2017 van toepassing zal zijn op zorgaanbieders die reeds op 31 december 2011 intramurale langdurige AWBZ-zorg leverden aan cliënten en voor kapitaallasten reeds voor 31 december 2011 een vergoeding ontvingen op grond van de beleidsregel Kapitaallasten, de zogenaamde bestaande aanbieders. Nieuwe zorgaanbieders, dat wil zeggen, zorgaanbieders die voor 31 december 2011 nog geen vergoeding voor intramurale kapitaallasten ontvingen op grond van de beleidsregel Kapitaallasten bestaande zorgaanbieders, kunnen geen gebruik maken van de overgangsregeling. Deze zorgaanbieders behoeven immers hun werkwijze niet aan te passen aan de nieuwe systematiek, zij zijn vanaf 1 januari 2012 nieuw en kunnen derhalve zonder overgangsperiode, direct de -tarieven in rekening gaan brengen. Voor deze nieuwe zorgaanbieders is aldus direct sprake van invoering van integrale tarieven, zonder overgangstraject. In de beleidsregel Invoering en tarieven normatieve huisvestingscomponent () en normatieve inventariscomponent () nieuwe zorgaanbieders wordt beschreven op welke wijze de bekostiging van nieuwe zorgaanbieders plaats zal gaan vinden en wat voor soort tarieven door hen in rekening kunnen worden gebracht. De NZa benadrukt dat een zorgaanbieder die onroerend goed en/of zorg of dienst in de zin van de AWBZ/Wlz van een bestaande aanbieder overneemt tevens wordt beschouwd als bestaande zorgaanbieder teneinde misbruik van deze regeling te voorkomen. Het is uitdrukkelijk niet de bedoeling dat bestaande zorgaanbieders een nieuwe rechtspersoon oprichten waaraan onroerend goed wordt verkocht en door welke rechtspersoon voorts tevens de zorgactiviteiten worden overgenomen teneinde te kunnen worden beschouwd als nieuwe zorgaanbieder in de zin van deze beleidsregel. Verder wijst de NZa erop dat dit ook geldt voor bestaande zorgaanbieders die hun onroerend goed verkopen aan een woningbouwcorporatie waarna via een huurcontract de panden worden teruggehuurd en de zorg of dienst krachtens Wlz worden overgenomen teneinde te kunnen worden beschouwd als nieuwe zorgaanbieder. Ook in dit geval beschouwt de NZa de overnamekandidaat als bestaande zorgaanbieder en niet als nieuwe zorgaanbieder in de zin van deze beleidsregel.

Artikel 4.2 Dutch Centre for Health Assets (DuCHA) Met ingang van 1 januari 2010 is het College bouw zorginstellingen (CBZ) opgehouden te bestaan vanwege de afschaffing van het bouwregime per 1 januari 2009. Om die expertise niet verloren te laten gaan heeft het Ministerie van VWS besloten het Centrum Zorg en Bouw, onderdeel van TNO, te starten. Het Centrum voert taken uit voor de overheid omtrent de gebouwkwaliteit. Daarnaast levert het Centrum advies op maat voor bouwen in de zorg. De NZa heeft de rapportages van Centrum Zorg en Bouw betrokken bij het bepalen van de. 23 van 28 Artikel 4.7 Inventaris zijn losse gebruiksgoederen die in en om het gebouw aanwezig zijn, die niet nagelvast zijn verbonden aan het gebouw, niet zijn vastgezet in de aarde en niet zijnde een vervoermiddel. Artikel 5. Opbouw Artikel 5.1 Investeringsbedrag per ZZP Voor de investeringsbedragen per ZZP is het rapport van Centrum Zorg en Bouw Investeringskosten per zorgzwaartepakket; Basis voor in de Care 12 november 2009 2 als basis genomen. In dit rapport wordt per ZZP een investeringsbedrag berekend, dat nodig is voor de nieuwbouw van Wlz-voorzieningen. Centrum Zorg en Bouw heeft in een tweede rapport Investeringskosten per zorgzwaartepakket; Basis voor in de Care 2 augustus 2010 3 een vertaling gemaakt waarin de beleidsvrijheid van CBZ in het toekenningen van specifieke voorzieningen is meegenomen. Een nieuwe normatieve systematiek biedt zorgaanbieders de mogelijkheid om zelf keuzes te maken voor specifieke voorzieningen. Op basis van de beschikbare financiële middelen is hiervoor een algemene toeslag van 2% op de normatieve huisvestingscomponent beschikbaar gesteld, in de plaats van de diverse specifieke toeslagen die in het kader van het bouwregime mogelijk waren. De beschikbare 2% is na overleg met de brancheorganisaties en VWS en na inhoudelijke toetsing door Centrum Zorg en Bouw op enkele punten niet generiek, maar specifiek toegedeeld aan de ZZP's. Dit leidt tot bovenstaande investeringsbedragen. De investeringsbedragen uit de rapporten van Centrum Zorg en Bouw (van november 2009 en augustus 2010) zijn gebaseerd op de Bouwnota 2008 en zijn geïndexeerd naar het prijspeil van januari 2011 met een percentage van / 1%. Dit laatste negatieve percentage is het gevolg van de positieve aanbestedingsresultaten in de periode 2008-2011. 2 www.nza.nl 3 www.nza.nl

Tabel investeringsbedragen per ZZP (prijspeil 1 januari 2012) 24 van 28 Artikel 5.2 Uitgangspunten Voor de omrekeningen van investeringsbedrag per ZZP naar een tarief is gebruik gemaakt van het rapport van Centrum Zorg en Bouw Berekeningssystematiek in de Care. Het rapport Berekeningsmethodiek in de Care (van 4 mei 2011) beschrijft de berekeningssystematiek die wordt gebruikt voor bepaling van de. In het rapport zijn alle stappen om van investeringsbedragen tot een te komen beschreven.

Teneinde te komen tot een berekening is door de NZa en het Ministerie van VWS voor bepaalde uitgangspunten gekozen. De NZa verwijst naar de Aanwijzing van het Ministerie van VWS ter zake. Deze uitgangspunten hebben uiteindelijk geleid tot de definitieve vaststelling van de hoogte van de -bedragen zoals beschreven in artikel 5 van deze beleidsregel. 25 van 28 5.2.5, 6.2 en 11.4 logeren en logeren De tarieven voor logeren zijn formeel gezien (mede) gebaseerd op artikel 11 van de aanwijzing van de Staatssecretaris van VWS van 31 oktober 2008, Staatscourant 2008, 219. Zo kan ten gunste van zorgaanbieders worden voorzien in een lager bezettingspercentage (dus hoger tarief) dan voor de en is voorgeschreven. Voor het overige is zoveel mogelijk aangesloten bij de systematiek van de en. Artikel 5.2.6 Grond, interim-huisvesting en terreinvoorzieningen In de -tarieven wordt rekening gehouden met een deelbedrag van 10% bovenop de gemiddelde grondprijs in Nederland als onderdeel van de onderscheiden normatieve huisvestingscomponenten. Er is een nauwe samenhang tussen grond en interim-huisvesting. Nieuwe gebouwen op dezelfde, reeds in bezit zijnde grond vergen interimvoorzieningen voor de cliënten. Vervangende nieuwbouw op een ander terrein maakt interim-huisvesting overbodig, maar noodzaakt tot aanschaf van dat nieuwe terrein dan wel huur van de nieuwe voorziening. Een zorgaanbieder kan op een nieuwe locatie grond kopen, op deze grond bebouwen, vervolgens de cliënten laten verhuizen en aansluitend de oude locatie al dan niet met gebouw erop verkopen, verhuren of voor een ander doel gebruiken. Een zorgaanbieder kan evenwel ook besluiten om op dezelfde locatie nieuwbouw te realiseren in welk geval er gebruik gemaakt moet worden van tijdelijke, vervangende (interim)-huisvesting en er mogelijk terreinvoorzieningen nodig zijn. Terreinvoorzieningen zijn in geval van eigendom vaak noodzakelijk als vervangende nieuwbouw (elders) op het stuk grond plaatsvindt. Er kan daardoor behoefte zijn aan nieuwe aansluitingen op het riool en/of de waterleiding of aan wegen of een parkeerterrein. Door één percentage vergoeding in de normatieve huisvestingscomponent op te laten nemen kunnen zorgaanbieders al dan niet daartoe door hun huidige gebouwenbestand gedreven keuzes maken ten aanzien van de voor hen optimale wijze van opereren. Artikel 5.2.7 Indexering De s worden gedurende de overgangsperiode van 2012 tot 2018 jaarlijks geïndexeerd met 2,5%. Hierdoor blijven de s zo stabiel en voorspelbaar mogelijk. Dit betekent dat gedurende deze periode geen wijzigingen in de -berekening worden doorgevoerd en alleen sprake is van de vaste jaarlijkse algemene indexering van 2,5% op het tarief. Deze indexering is in lijn met het -rekenmodel. Artikel 5.2.8 onderhoud In 2017 vindt een evaluatie plaats. Dit biedt de mogelijkheid om, voordat het tarief in 2018 volledig integraal wordt, eventuele wijzigingen door te voeren wanneer de ontwikkelingen in de markt grote afwijkingen vertonen ten opzichte van de huidige uitgangspunten. Meer informatie over het onderhoud is te vinden in Advies onderhoud van februari 2012. Dit advies is te vinden op de website van de NZa.

Artikel 7 Tariefsoort Voor bestaande zorgaanbieders geldt tijdens de overgangsperiode een vast tarief voor de, waar niet van afgeweken mag worden. Artikel 8. -tarieven 26 van 28 Artikel 8.2.3 Overige -tarieven GGZ Voor de prestaties overige basisprestatie Klinisch Intensieve Behandeling (KIB) en forensische zorg zonder strafrechtelijke titel zijn per 2013 tarieven in de beleidsregel opgenomen. Deze -tarieven zijn gebaseerd op de investeringsnormen en s in de FZ en cggz. Bij de bepaling van de overige -tarieven GGZ zijn de investeringsnormen voor de curatieve GGZ en de forensische zorg gebruikt. Voor de Wlz is een inclusief behandeling van toepassing waarbij wordt uitgegaan van een bezettingsgraad van 97%. Daarom heeft een omrekening plaatsgevonden om te komen tot de Wlz-normen, waarbij is uitgegaan van een bezettingsgraad van 97% en een investeringsnorm inclusief behandeling. Onderstaande tabellen laten zien welke bezettingsgraden in de Zvw, forensische zorg en Wlz van toepassing zijn. De vermelde verblijfstypen geven de deelprestaties verblijf aan variërend van een lichte verzorgingsgraad (verblijfstype A) tot een zeer intensive verzorgingsgraad (verblijfstype G). De vermelde FZ-niveaus betreffen de beveiligingsniveaus binnen de forensische zorg. FZ-niveau 2 staat voor een gemiddeld beveiligingsniveau en FZ-niveau 3 voor een hoog beveiligingsniveau. Verblijfstype Bezettingsgraad Zvw (=aanwezigheid) Bezettingsgraad Wlz (= aan- en afwezigheid) A 83% 97% B 87% 97% C 88% 97% D 97% 97% E 91% 97% F 99% 97% G 85% 97% FZ-niveau Bezettingsgraad FZ (=aanwezigheid) Bezettingsgraad Wlz (= aan- en afwezigheid) 2 94% 97% 3 94% 97% Voor de toeslag forensische zorg zonder strafrechtelijke titel is aangesloten bij de FZ beveiligingsniveau 3. Om in aanmerking te komen voor deze toeslag moet sprake zijn van een toeslag forensische zorg ingevolge de beleidsregel Prestatiebeschrijvingen en tarieven zorgzwaartepakketten. De toeslag betreft een aanvulling tot maximaal FZ beveiligingsniveau 3. De toeslag is gebaseerd op de van FZbeveiligingsniveau 3 minus het gewogen gemiddelde van 75% 5GGZ-B en 25% 7GGZ-B.

Artikel 8.3.7 Toeslag kinderdagcentra GHZ (KDC) In 2012 is een normatieve opslag voor kapitaallasten van kinderdagcentra ingevoerd. Deze opslag is hoger dan de -modules voor dagbesteding en voor behandeling die in de basis zijn verwerkt. Daarom kan een toeslag op de s afgesproken worden voor de kapitaallasten van de kinderdagcentra voor gehandicapten (KDC). De som van deze toeslag en de reeds in de basis opgenomen vergoedingen voor dagbesteding en voor behandeling mag niet meer bedragen dan het tarief voor de prestatie Kapitaallasten dagbesteding kind GHZ (totaal 16,16 deel / 20,72 ). 27 van 28 Artikel 8.4 Overige basisprestaties Voor een aantal basisprestaties, niet zijnde ZZP s is geen specifieke ontwikkeld terwijl voor deze prestaties wel sprake is van kapitaallasten in verband met verblijf. Voor de koppeling van deze basisprestaties aan een is gezocht naar s van ZZP s waarbij de tarieven van de basisprestaties vergelijkbaar zijn met de tarieven van de ZZP s. Deze betreffen: Verblijfscomponent niet-geïndiceerde partner; Logeerdagen; Mutatiedagen; Crisisopvang. Verblijfscomponent niet-geïndiceerde partner De prestatie verblijfscomponent niet- geïndiceerde partner is gelijk aan de voor ZZP VV1. Logeren De tarieven zijn berekend op basis van een gewogen gemiddelde tarieven binnen de sector bij een bezetting van 75%. Mutatiedagen De mutatiedagen V&V worden zowel in- en exclusief behandeling gekoppeld aan de voor ZZP VV1. Crisisopvang De crisisopvang wordt als volgt gekoppeld: Crisisopvang V&V met behandeling Crisisopvang GHZ VG zonder behandeling Crisisopvang GHZ VG met behandeling Crisisopvang LVG VV7 inclusief behandeling VG6 exclusief behandeling, inclusief dagbesteding VG6 inclusief behandeling, inclusief dagbesteding LVG 4 inclusief behandeling, inclusief dagbesteding Voor het deel van de basisprestaties crisisopvang is van toepassing dat deze geldt voor zowel dagen dat een cliënt op een crisisbed aanwezig is als dagen waarop de cliënt niet op een crisisbed aanwezig is.

Artikel 9. Declaratie Bestaande zorgaanbieders declareren de intramurale prestaties en aan de Wlz-uitvoerder. In de te declareren tarieven is het deel van het percentage - en -budget conform tabel 1 en 2 uit artikel 4.1 van de beleidsregel Invoering normatieve huisvestingscomponent () bestaande zorgaanbieders opgenomen. 28 van 28 Een voorbeeld: Stel de afgesproken ZZP prijs is 100. Het bijbehorende -tarief is 10. Dan wordt 103, ( 100 + 30% * 10) in 2014 gedeclareerd. Voor 2015 zou dit 105 ( 100 + 50% * 10) zijn. Artikel 10. Vaststelling en inhoud jaarsluittarief/vereffenbedrag. Het budget kapitaallasten wordt conform de verdeling in tabel 1 uit artikel 4 opgenomen in het jaarsluittarief/vereffenbedrag. Een voorbeeld: Kosten (A) aantal prijs totaal ZZP (intramurale productie) 1.000 100,00 100.000 Nieuwe kapitaallastenvergoeding 12.000 112.000 Opbrengsten (B) ZZP (intramurale productie) 1.000 105 105.000 Jaarsluittarief (A-B) 7.000 Er wordt in dit voorbeeld een tarief gedeclareerd die bestaat uit de ZZP prijs en 20% van het -tarief. In het budget (aanvaardbare kosten) staat echter een nieuwe kapitaallastenvergoeding die bestaat uit 80% budget kapitaal en 20% budget. Hierdoor ontstaat een verschil tussen kosten en opbrengsten. Dit verschil wordt verwerkt in het sluittarief en kan zodoende gedeclareerd worden. Op deze wijze kunnen de kosten volledig gedekt worden door declaratie(s). Bij de nacalculatie in juni jaar t+1 wordt de definitieve nieuwe kapitaallastenvergoeding vastgesteld. Wanneer deze nieuwe vergoeding afwijkt van hetgeen de zorgaanbieder op basis van de declaratie van de intramurale zorgprestaties en dagbesteding kind GHZ én het jaarsluittarief/vereffenbedrag heeft ontvangen dan wordt het jaarsluittarief/vereffenbedrag hierop aangepast. Met ingang van 2015 is de methodiek als beschreven in artikel 7 en 8 ook van toepassing op de inventarisvergoeding.