De organisatie. hanteert geen methodieken noch instrumenten voor de kwaliteitszorg. kwaliteitszorg.

Vergelijkbare documenten
//////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Vooruitblik op de inspecties kwaliteitszorg

HUIZE LEVENSLUST VZW KWALITEITSVERSLAG 2016

Kwaco of wacko? Muriel De Ryck

INSPECTIEVERSLAG INTERNATEN MET PERMANENTE OPENSTELLING

//////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

VOORWOORD. Niets is sterker dan een idee waarvoor de tijd gekomen is. Victor Hugo.

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

//////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

//////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Aanknopingspunten voor elk recht in het decreet rechtspositie van de minderjarige met het kwaliteitsdecreet en de SMK s. CKG s

Voorontwerp van decreet betreffende het lokaal sociaal beleid

Voorontwerp van decreet betreffende het lokaal sociaal beleid

Smetstraat Hasselt Tel: 011/ / Fax: 011/ Ondernemingsnr:

X.X Algemeen kader zelfevaluatie. Goedgekeurd door: Stuurgroep Kwaliteit

Kwaliteitsverslag 2016

Toelichting bij de bepalingen m.b.t. het kwaliteitsbeleid

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de minister van Begroting, gegeven op 10 juli 2018;

Kwaliteitsverslag 2018

Toelichting bij de kwaliteitsbepalingen van toepassing op de diensten voor pleegzorg 1

Introductie: gebruik van het CIPO beoordelingskader

Zelfevaluatie. 1. Inleiding: er was eens Zelfevaluatie. 2. Zelfevaluatie gekaderd in de regelgeving. 3. Zelfevaluatie gekaderd in de ROK

FUNCTIE/ORGAAN: Directeur

Decreet van 17 oktober 2003 (BS 10 november 2003) betreffende de kwaliteit van de gezondheids- en welzijnsvoorzieningen 1

Zelfevaluatie. 1. Inleiding: er was eens Zelfevaluatie. 2. Zelfevaluatie gekaderd in de regelgeving. 3. Zelfevaluatie gekaderd in de ROK

Bijlage 1 bij het besluit van de Vlaamse Regering van XXX houdende de erkenning en subsidiëring van milieu- en natuurverenigingen

Decreet van 17 oktober 2003 betreffende de kwaliteit van de gezondheids- en welzijnsvoorzieningen

De invoering van kwaliteitszorg in de Vlaamse voorzieningen BJB

Kwaliteitshandboek 5. De zelfevaluatie 5. DE ZELFEVALUATIE

De invoering van kwaliteitszorg in de Vlaamse voorzieningen

Functiebeschrijving. Functiehouder. Functiegegevens. Doel van de functie. Plaats in de organisatie OCMW SCHOTEN

Inspecties kwaliteitskader bijzondere jeugdzorg

Jaarverslag Jeugdzorg De Patio

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 7 maart 2008 inzake bijzondere jeugdbijstand;

VR DOC.1441/2BIS

Ontwerp van decreet betreffende de organisatie van hulp- en dienstverlening aan gedetineerden DE VLAAMSE REGERING,

1.GEBRUIKERSGERICHT Rusthuizen, dagverzorging en kortverblijf Serviceflats en woningcomplexen met dienstverlening

Hoofdstuk 1 SECTORSPECIFIEKE MINIMALE KWALITEITSEISEN

VR DOC.1589/2

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

VR DOC.1268/2

KWALITEITSVERSLAG 2018

Vacature CAW Centraal-West-Vlaanderen BELEIDSMEDEWERKER & KWALITEITSCOÖRDINATOR

Bijlage V. Diensten maatschappelijk werk van het ziekenfonds. Hoofdstuk I. Definities

Hoofdstuk I - Algemene bepalingen

Ontwerp van decreet. houdende de stimulering van een inclusief Vlaams ouderenbeleid en de beleidsparticipatie van ouderen

VR DOC.0952/2BIS

VISIETEKST INTEGRALE KWALITEITSZORG (IKZ)

Hilde Sels Ria Van Huffel Ria Van Looveren

Functiebeschrijving TEAMVERANTWOORDELIJKE CULTUURCENTRUM A1a2a3a

VR MED.0321/2

ONTWIKKELINGSSCHALEN LEERLINGENBEGELEIDING BASISONDERWIJS

Zelfevaluatie InZicht Zelfevaluatie binnen het woon- en zorgcentrum

Kind & Gezin. 1. Decreet van 29 mei 1984 houdende oprichting van de instelling Kind en Gezin (B.S.22.VIII.1984)

VR DOC.0614/2BIS

LEESWIJZER Toegepaste wetgeving en administratieve bepalingen: Algemeen: Besluit van de Vlaamse Regering van 4 februari 2011 betreffende de algemene e

2 De organisatie geeft aan welke actuele maatschappelijke ontwikkelingen relevant zijn in relatie tot haar missie en visie.

2 De organisatie geeft aan welke actuele maatschappelijke ontwikkelingen relevant zijn in relatie tot haar missie en visie.

DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin; BESLUIT:

Audit Vlaanderen & de Leidraad Organisatiebeheersing

pedagogie van het jonge kind PJK: Opvoeding en Coaching

De doelstellingen van directie en personeel worden expliciet omschreven in een beleidsplan en worden jaarlijks beoordeeld door de directie.

Competentieprofiel. Maatschappelijk werker

Kwaliteitsbeleidsplan van het Sint-Godelievecollege

Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin; Na beraadslaging, Besluit:

Kwaliteitshandboek 2 Kwaliteitsbeleid 2.2 Sectorspecifieke Minimale Kwaliteitseisen. Beoordeeld: Goedgekeurd: Geldig vanaf:

ZAKELIJKE BEOORDELING IN DE OVERGANGSPERIODE, GELDIG VOOR ALLE ORGANISATIES

VR DOC.0404/2BIS

VR DOC.1168/1BIS

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de minister van Begroting, gegeven op 10 juli 2018;

Functiebeschrijving TEAMVERANTWOORDELIJKE OPENBARE WERKEN B4-B5

OVERGANGSBEPALINGEN VOOR VERENIGINGEN VOORTGANGSRAPPORT 2018

VERSLAG VAN DE PROEFDOORLICHTING INSPECTIE 2.0 VBS Sint-Jansschool te Menen (19059)

Het kwaliteitshandboek: neerslag van het kwaliteitsbeleid

KWALITEITSCOÖRDINATOR

Kwaliteitshandboek 5. Zelfevaluatie 5.1. Opstellen, uitvoeren en evalueren van het jaarlijks beleidsplan. Goedgekeurd: Filip Slosse Paraaf:

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op... (datum);

Medewerkers. Leiderschap. Strategie & Beleid. Processen. Instrumenten. Zijn medewerkers duurzaam inzetbaar?

Onderwijskwaliteit bewaken en ontwikkelen. Een benadering vanuit een lokaal perspectief

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 27 september 2016;

VERENIGING WAAR ARMEN HET WOORD NEMEN

BIJLAGE 5. WAARDERINGSKADER VOORSCHOOLSE EDUCATIE

UITVOERINGSBESLUIT VOOR DE PSYCHIATRISCHE ZIEKENHUIZEN EN DE CENTRA VOOR GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG

VR DOC.1472/2BIS

Bijlage III. Diensten voor oppashulp. Hoofdstuk I. Definities

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 19 juli 2018;

A CLIENTSYSTEEM. 1 Intake

Bijlage 1:Begrippenlijst

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 8 november 2013 houdende de organisatie van pleegzorg;

De rechtenverkenner: een hefboom voor het lokaal sociaal beleid in Vlaanderen

Checklist duurzame inzetbaarheid

VERSLAG VAN DE DOORLICHTING ZONDER JURIDISCHE CONSEQUENTIES GO! Basisschool Vogelzang (2221)

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december 2006 betreffende de uitvoering van het Vlaamse inburgeringsbeleid;

KWALITEITSKAART. Scan opbrengstgericht besturen. Opbrengstgericht werken vraagt om opbrengstgericht besturen. Waarom deze scan?

Advies. Over het ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering betreffende de juridische eerstelijnsbijstand

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 7 november 2018; Pagina 1 van 7

TOGETHER WE IMPROVE OP PAD NAAR CONTINUE VERBETERING VAN ZORG- EN DIENSTVERLENING IN DE WOONZORG

FUNCTIEBESCHRIJVING JURIST

FUNCTIEBESCHRIJVING STAFMEDEWERKER GIS

SECTORSPECIFIEKE MINIMALE KWALITEITSEISEN

Transcriptie:

Bijlage. Schema als vermeld in artikel 26/4, eerste lid Groeiniveaus (0-5) Kwaliteitszorg: organisatie en visie Kwaliteitszorg: betrokkenheid Kwaliteitszorg: methodieken en instrumenten Kwaliteitszorg: verbetertraject 0 heeft geen visie op kwaliteitszorg. onderneemt geen acties om te komen tot een adequate kwaliteitszorg. Binnen de organisatie is er geen betrokkenheid op het vlak van kwaliteitszorg. onderneemt geen acties om de betrokkenheid te vergroten. hanteert geen methodieken noch instrumenten voor de kwaliteitszorg. formuleert geen verbetertrajecten. 1 Er is structureel overleg over de kwaliteitszorg van de organisatie. heeft een basiskennis van de basisprincipes en modellen van integrale kwaliteitszorg. betrekt de directie en de medewerkers op adhocbasis bij het beleid. hanteert alleen ad-hoc methodieken en instrumenten voor de kwaliteitszorg. formuleert ad-hoc verbetertrajecten. 2 heeft een of meer personeelsleden die kwaliteitszorg als eindverantwoordelijkheid in hun takenpakket hebben. heeft een visie op integrale kwaliteitszorg. betrekt de medewerkers bij het beleid. betrekt de bestuursorganen bij het beleid. beschikt over een kwaliteitshandboek waarin een kwaliteitsbeleid is opgenomen. beschikt over een methodiek of instrument voor zelfevaluatie. ontwikkelt SMART-geformuleerde verbetertrajecten. informeert de medewerkers over de verbetertrajecten. Pagina 1 van 14

Integrale kwaliteitszorg beslaat minimaal de volgende domeinen van de organisatie: leiderschap, personeelsbeleid, beleid en strategie, middelen en partnerschappen, kernprocessen, gebruikers-, medewerkers- en samenlevingsresultaten. 3 Kwaliteitszorg is geïntegreerd in de dagelijkse werking van alle activiteitencentra of afdelingen van de organisatie. Alle elementen van kwaliteitszorg zijn op elkaar afgestemd en vormen een geheel. Alle functiegroepen participeren in de kwaliteitszorg. bepaalt op een doordachte wijze waar de gebruiker bij de kwaliteitszorg betrokken wordt. bepaalt op een doordachte wijze wanneer de externe partners (verwijzers, andere hulpverleners,...) bij de kwaliteitszorg betrokken worden. Het kwaliteitshandboek is gebruiksvriendelijk en bevat alle elementen volgens artikel 5, 4, van het Kwaliteitsdecreet. Alle functiegroepen passen het kwaliteitshandboek toe. De zelfevaluatie wordt uitgevoerd op basis van een vooraf vastgelegde en gestandaardiseerde manier, waarin de PDCA-cyclus duidelijk aanwezig is en waarin minimaal de volgende domeinen van de organisatie aan bod komen: leiderschap, personeelsbeleid, beleid en strategie, middelen en partnerschappen, kernprocessen, gebruikers-, medewerkers- en samenlevingsresultaten.. De verbetertrajecten zijn SMART gedefinieerd en als dusdanig opgesteld dat de PDCA-cyclus herkenbaar is. stelt verantwoordelijken aan voor de uitvoering en voortgang per verbetertraject. overloopt systematisch minimaal de volgende domeinen van een organisatie (leiderschap, personeelsbeleid, beleid en strategie, middelen en partnerschappen, kernprocessen, gebruikers-, medewerkers- en samenlevingsresultaten) om verbetertrajecten binnen het jaar- of meerjarenplan van de organisatie te bepalen. De bestuursorganen participeren in de kwaliteitszorg. communiceert de resultaten van de verbetertrajecten aan de betrokkenen van het verbetertraject. Pagina 2 van 14

4 evalueert kwaliteitszorg en stuurt ze bij. brengt minimaal de gebruikers-, medewerkers- en samenlevingsresultaten samen in een synthese, die de basis vormt om prioritaire verbetertrajecten te bepalen. evalueert systematisch de wijze waarop de externe partners en de gebruikers bij het beleid betrokken worden en stuurt die bij. evalueert ingezette methodiek of het instrument voor de zelfevaluatie en stuurt die methodiek of dat instrument bij. evalueert systematisch het kwaliteitshandboek en stuurt het bij. voert de verbetertrajecten conform de planning uit, evalueert ze en stuurt ze bij. implementeert de resultaten van de verbetertrajecten in de werking van de organisatie en legt ze samen met andere beleidsrelevante informatie. neemt de resultaten van de verbetertrajecten op in het kwaliteitshandboek. 5 benchmarkt haar kwaliteitszorg en zelfevaluatie. maakt de manier waarop alle betrokkenen bij het beleid betrokken worden, actief kenbaar. onderneemt actief initiatieven voor kennisdeling van de gebruikte methodieken en instrumenten. communiceert actief over de verbetertrajecten en de resultaten ervan. heeft een kwaliteitscertificaat. vergelijkt haar methodieken en instrumenten nationaal en internationaal. maakt haar kwaliteitszorg en zelfevaluatie actief kenbaar. De methodieken en instrumenten zijn gecertificeerd of wetenschappelijk onderbouwd. Pagina 3 van 14

Kernprocessen: onthaal van de gebruiker Kernprocessen: doelstellingen en ondersteuningsplan Kernprocessen: afsluiting en nazorg Kernprocessen: agogisch en pedagogisch profiel Kernprocessen: gebruikersdossier 0 Er is geen procedure voor onthaal. Er is geen procedure voor de doelstellingen en het ondersteuningsplan. Er is geen procedure voor afsluiting en nazorg. Er is geen agogisch en pedagogisch profiel. Er zijn geen procedures voor het beheer en de uitwisseling van gebruikersdossiers. 1 bepaalt ad hoc een werkwijze. bepaalt ad hoc een werkwijze. bepaalt ad hoc een werkwijze. De medewerkers stemmen hun visie op en de uitvoering van de hulpverlening ad hoc af. beheert ad hoc de gebruikersdossiers. 2 Er is een procedure voor onthaal. Er is een procedure voor de doelstellingen en het ondersteuningsplan. Er is een procedure voor afsluiting en nazorg. Er is een agogisch en pedagogisch profiel. Er zijn procedures voor het beheer en de uitwisseling van gebruikersdossiers. 3 stelt de procedure op met inspraak van de proceseigenaars. stelt de procedure op met inspraak van de proceseigenaars. stelt de procedure op met inspraak van de proceseigenaars. documenteert de visie op hulpverlening aan de hand van onderbouwde referentiekaders met handvatten voor de hulpverleners. stelt de procedures op met inspraak van de proceseigenaars. De procedure is geëxpliciteerd met duidelijke verantwoordelijke(n), doelstellingen, instrumenten en werkwijzen. De procedure is geëxpliciteerd met duidelijke verantwoordelijke(n), doelstellingen en instrumenten. De procedure is geëxpliciteerd met duidelijke verantwoordelijke(n), doelstellingen en instrumenten. heeft een duidelijke visie op en afspraken over de essentiële aspecten van de hulpverlening. De procedures voor het beheer en de uitwisseling van gebruikersdossiers zijn geëxpliciteerd volgens de wettelijke bepalingen met duidelijke afspraken over het beheer en de toegankelijkheid (intern en extern) van de dossiers. Pagina 4 van 14

communiceert over de procedure. Alle medewerkers passen de procedure toe. documenteert de procedure en communiceert erover. Alle medewerkers passen de procedure toe. documenteert de procedure en communiceert erover. Alle medewerkers passen de procedure toe. Alle betrokkenen passen de visie en de afspraken toe. De gebruiker heeft inspraak en participeert in alle aspecten van zijn hulpverleningstraject. De hulpverlening maakt voor elke gebruiker samenwerkingsa fspraken met het externe hulpverleningsnetwerk. De hulpverlening betrekt het directe sociale netwerk actief in het hulpverleningstraject van de gebruiker. documenteert de procedures en communiceert erover. Alle medewerkers passen de procedures toe. 4 evalueert procedure en stuurt die bij. De gebruikers en de interne partners hebben inspraak in de evaluatie. evalueert procedure en stuurt die bij. De gebruikers en de interne partners hebben inspraak in de evaluatie. evalueert procedure en stuurt die bij. De gebruikers en de interne partners hebben inspraak in de evaluatie. evalueert systematisch de visie op hulpverlening en de afspraken daaroveren stuurt die bij. De gebruikers en de interne partners hebben inspraak in de evaluatie. evalueert procedures en stuurt die bij. De gebruikers en de interne partners hebben inspraak in de evaluatie. evalueert systematisch de wijze waarop de inspraak en participatie van de gebruiker vorm krijgen en stuurt die bij. Pagina 5 van 14

5 communiceert systematisch extern over de procedure. evalueert procedure met inspraak van de externe partners. De procedure staat model voor andere organisaties. communiceert systematisch extern over de procedure. evalueert procedure met inspraak van de externe partners. De procedure staat model voor andere organisaties. communiceert systematisch extern over de procedure. evalueert systematisch de procedure met inspraak van de externe partners. De procedure staat model voor andere organisaties. De visie op hulpverlening krijgt vorm vanuit minimaal de gebruikers-, medewerkers- en samenlevingsresultaten. Een onafhankelijke externe evalueert de visie op hulpverlening, en de afspraken daarover. communiceert over die resultaten en stuurt de visie, de afspraken en de uitvoering bij. stelt de visie op hulpverlening en de afspraken daarover als model voor andere organisaties. communiceert systematisch extern over de procedures. evalueert procedures met inspraak van de externe partners. De procedures staat model voor andere organisaties. Pagina 6 van 14

Groeiniveaus (0-5) Gebruikersresultaten: klachtenbehandeling 0 heeft geen klachtenbehandeling. Gebruikersresultaten: gebruikerstevredenheid over hulpverleningsprocessen, over hulpuitvoering, over inspraak en participatie gaat de gebruikerstevredenheid niet na. Gebruikersresultaten: effect van de hulpverlening gaat het effect van de hulpverlening voor de gebruikers niet na. 1 bepaalt ad hoc een werkwijze voor de klachtenbehandeling. gaat ad hoc de gebruikerstevredenheid na. gaat ad hoc de effecten van de hulpverlening na. 2 heeft een klachtenprocedure. hanteert een of enkele methodieken of instrumenten om de gebruikerstevredenheid na te gaan. hanteert een of enkele methodieken of instrumenten om het effect van de hulpverlening te meten. 3 stelt de klachtenprocedure op met inspraak van de proceseigenaars. De klachtenprocedure is geëxpliciteerd met een duidelijk stappenplan, en tijdspad, aangewezen verantwoordelijken, doelgerichtheid en terugkoppeling aan de gebruiker die de klacht heeft ingediend. communiceert over de klachtenprocedure. heeft een duidelijke procedure of afspraken om de gebruikerstevredenheid te meten. gebruikt systematisch een methodiek die afgestemd is op de doelgroep(en) om de gebruikerstevredenheid te meten, waarbij ze minimaal de hulpverleningsprocessen, de hulpuitvoering, de inspraak en de participatie bevraagt. gebruikt de gegevens van de tevredenheidsmeting als input voor de beleidsvoering van de organisatie. heeft SMART indicatoren geformuleerd om het effect van de hulpverlening na te gaan. gebruikt systematisch de eigen en de sectorale gegevens uit een uniform registratiesysteem (als dat voorhanden is) om de effecten en processen van de hulpverlening in kaart te brengen. participeert in wetenschappelijk onderzoek. Pagina 7 van 14

Alle betrokkenen passen de klachtenprocedure toe. bundelt klachten van gebruikers en bespreekt ze tijdens (beleids)overleg. gebruikt de gegevens van de tevredenheidsmeting om de communicatie en de samenwerking met gebruikers te verbeteren. 4 evalueert klachtenprocedure en stuurt die bij. De gebruikers en medewerkers hebben inspraak in de evaluatie. Vanuit de gegevens van de klachtenprocedure zet de organisatie systematisch acties op rond de inputgebieden en de kernprocessen. linkt de gegevens van de klachtenprocedure aan de resultaten van andere thema s, waardoor een gefundeerde interpretatie van de gegevens geformuleerd kan worden. evalueert systematisch de instrumenten om de gebruikerstevredenheid te meten, en stuurt ze bij. De gebruikers hebben inspraak in de evaluatie. Vanuit de gegevens van de tevredenheidsmeting zet de organisatie systematisch acties op rond de inputgebieden en de kernprocessen. linkt de gegevens van de tevredenheidsmeting aan de resultaten van andere thema s, waardoor een gefundeerde interpretatie van de gegevens geformuleerd kan worden. evalueert gehanteerde indicatoren en instrumenten om de effecten van de hulpverlening te meten en stuurt ze bij. gebruikt de aanbevelingen van wetenschappelijk onderzoek om de hulpverlening te optimaliseren. gebruikt haar eigen gegevens en de sectorale gegevens uit een uniform registratiesysteem om systematisch acties op te zetten rond de inputgebieden en de kernprocessen. linkt de resultaten van de effectmeting aan de resultaten van andere thema s, waardoor een gefundeerde interpretatie van de gegevens geformuleerd kan worden. Pagina 8 van 14

5 communiceert systematisch extern over de klachtenprocedure. evalueert klachtenprocedure met inspraak van externe partners. De klachtenprocedure staat model voor andere organisaties. Een onafhankelijke externe evalueert de tevredenheidsmeting. De organisatie communiceert over die resultaten en stuurt de tevredenheidsmeting bij. De tevredenheidsmeting is wetenschappelijk onderbouwd. stelt de tevredenheidsmeting als model voor andere organisaties. publiceert de resultaten van de tevredenheidsmeting. gebruikt systematisch haar eigen registratiegegevens en de registratiegegevens van de sector om te benchmarken. gebruikt systematisch haar eigen registratiegegevens en de registratiegegevens van de sector om te benchlearnen. staat model voor andere organisaties op het vlak van het meten van de effectiviteit van de hulpverlening. publiceert de resultaten van de hulpverlening, de registratiegegevens en de resultaten van het wetenschappelijk onderzoek. Pagina 9 van 14

Groeiniveaus (0-5) Medewerkersresultaten: personeelstevredenheid Medewerkersresultaten: indicatoren en kengetallen (objectieve personeelsgegevens) 0 gaat de personeelstevredenheid niet na. houdt geen personeelskengetallen bij. 1 gaat ad hoc de personeelstevredenheid na. houdt ad hoc personeelskengetallen bij. 2 hanteert een of meer methodieken of instrumenten om de personeelstevredenheid na te gaan. geeft een aanzet tot het systematisch bijhouden van een aantal personeelskengetallen. 3 heeft een duidelijke procedure voor of duidelijke afspraken over het meten van de personeelstevredenheid. meet personeelstevredenheid, waarbij ze alle thema s systematisch bevraagt. voert een duidelijk beleid om signalen en input van medewerkers op te vangen, en communiceert daarover. bundelt systematisch signalen en input van medewerkers en bespreekt ze op (beleids)overleg. bepaalt de personeelskengetallen op een doordachte wijze. houdt de verschillende personeelskengetallen systematisch bij en bespreekt ze systematisch op (beleids)overleg. gebruikt de gegevens van de tevredenheidsmeting als input voor de beleidsvoering van de organisatie. 4 evalueert systematisch het beleid rond de personeelstevredenheid en rond het omgaan met signalen en input van medewerkers en stuurt het bij. De medewerkers hebben inspraak in de evaluatie. evalueert personeelskengetallen en stuurt ze bij. Vanuit de gegevens van de personeelskengetallen zet de organisatie systematisch acties op rond de inputgebieden en de kernprocessen. Pagina 10 van 14

Op basis van de gegevens van de tevredenheidsmeting en de signalen en de input van medewerkers zet de organisatie systematisch acties op rond de inputgebieden en de kernprocessen. linkt de gegevens van de tevredenheidsmeting en de signalen en de input van medewerkers aan de resultaten van andere thema s, waardoor een gefundeerde interpretatie van de gegevens geformuleerd kan worden. linkt de resultaten van de personeelskengetallen aan de resultaten van de andere thema s, waardoor een gefundeerde interpretatie van de gegevens geformuleerd kan worden. 5 Een onafhankelijke externe evalueert de tevredenheidsmeting. communiceert over de resultaten en stuurt de tevredenheidsmeting bij. De tevredenheidsmeting is wetenschappelijk onderbouwd. stelt de tevredenheidsmeting als model voor andere organisaties. Een onafhankelijke externe evalueert de wijze waarop de personeelskengetallen worden verzameld, en de resultaten ervan. communiceert over de resultaten van die evaluatie en stuurt ze bij. gebruikt personeelskengetallen om te benchmarken. stelt de personeelskengetallen als model voor andere organisaties. Pagina 11 van 14

Groeiniveaus (0-5) Samenlevingsresultaten: waardering strategische partners 0 gaat de waardering van de strategische partners niet na. Samenlevingsresultaten: maatschappelijke opdracht en maatschappelijke tendensen gaat niet na wat haar maatschappelijke opdracht is. gaat de maatschappelijke tendensen die een impact hebben op het welzijn van de gebruiker en de werking van de organisatie, niet na. 1 gaat ad hoc de waardering van de strategische partners na. gaat ad hoc na of haar maatschappelijke opdracht nog actueel ingevuld is. speelt ad hoc in op maatschappelijke tendensen die impact hebben op het welzijn van de gebruiker en op de werking van de organisatie. 2 neemt initiatief om de waardering van de strategische partners na te gaan. neemt initiatief om haar maatschappelijke opdracht te actualiseren.. neemt initiatief om in te spelen op de maatschappelijke tendensen en de impact ervan op het welzijn van de gebruiker en de werking van de organisatie. 3 verzamelt en analyseert systematisch gegevens over de waardering. communiceert over de analyse van de waarderingsgegevens aan de strategische partners. actualiseert systematisch haar maatschappelijke opdracht en houdt systematisch rekening met maatschappelijke tendensen en de impact ervan op het welzijn van de gebruiker en de werking van de organisatie. communiceert aan de overheid en andere betrokkenen over maatschappelijke tendensen die impact hebben op het welzijn van de gebruiker en de werking van de organisatie. 4 Vanuit de analyse van de gegevens over de waardering zet de organisatie systematisch acties op rond de inputgebieden en de kernprocessen. Vanuit de actualisatie van de maatschappelijke opdracht, rekening houdend met maatschappelijke tendensen en de impact op het welzijn van de gebruiker en de werking van de organisatie, zet de organisatie systematisch acties op rond de inputgebieden en de kernprocessen. Pagina 12 van 14

linkt de waarderingsgegevens aan de resultaten van andere thema s, waardoor een gefundeerde interpretatie van de gegevens geformuleerd kan worden. linkt de actualisatie van de maatschappelijke opdracht, rekening houdend met maatschappelijke tendensen en de impact ervan op het welzijn van de gebruiker en de werking van de organisatie, aan de resultaten van andere thema s, waardoor een gefundeerde interpretatie van de gegevens geformuleerd kan worden. stelt de werking van de bestuursorganen af op de realisatie van haar maatschappelijke opdracht. 5 neemt initiatief en zet samen met strategische partners acties op om de waardering en de samenwerking te verbeteren. De samenwerkingsacties staan model voor andere organisaties. neemt acties om, samen met andere betrokkenen, vanuit haar maatschappelijke opdracht, proactief en constructief maatschappelijke tendensen te beïnvloeden. staat model voor andere organisaties op het vlak van de implementatie van maatschappelijke tendensen en nieuwe evoluties in haar eigen werking. Pagina 13 van 14

Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van (datum) tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 9 november 2012 inzake erkenning en subsidiëring van de centra voor kinderzorg en gezinsondersteuning, het besluit van de Vlaamse Regering van 28 maart 2014 tot uitvoering van het decreet van 29 november 2013 houdende de organisatie van preventieve gezinsondersteuning en het besluit van de Vlaamse Regering van 17 november 2017 betreffende de erkenning en subsidiëring van de vertrouwenscentra kindermishandeling en de partnerorganisatie. Brussel, xxx. De minister-president van de Vlaamse Regering, Geert BOURGEOIS De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, Jo VANDEURZEN Pagina 14 van 14