StudentenMonitor Zwolle 2010 Een huisvestings- en woonwensenonderzoek naar mbo- en hbo-studenten in Zwolle



Vergelijkbare documenten
Rapport. Studentenmonitor. Zwolle 2010

Rapport Studentenmonitor Leeuwarden 2010


Rapport. StudentenWoonMonitor. Utrecht 2011

Onderzoek Houten Jongeren en Wonen

Leeronderzoek: Enquête Studentenhuisvesting Propedeuse 2015/2016

StudentenMonitor Sittard 2011

5.1 Levensloop Leeftijd Opleidingsniveau

4.1 Levensloop Leeftijd Opleidingsniveau

Check Je Kamer Rapportage 2014

Uitkomsten enquête woonwensen jongeren Midden-Delfland

Verhuis- en woonwensen van starters

ONDERZOEK DOORSTROMING HUURDERS

UU ,7% HU ,5% Totaal ,0%

JONGERENPEILING WONEN IN EDE

Woningbehoefteonderzoek jongeren Hengelo en Borne

Enquêteresultaten QSK & studiekeuzetevredenheid

De vraag van studenten naar huisvesting

Studentenwoonwensen Leiden. Maarten Vijncke & René van Hulle. ABF Research Verwersdijk NH Delft

Sinterklaas onderzoek 2008

Jongeren en Starters op de Heetense Woningmarkt

UITKOMSTEN ONDERZOEK JONGEREN WONINGEN DIEPENHEIM

6. Alumni Universiteit Utrecht

Verhuisplannen en woonvoorkeuren

JE BENT STUDENT EN JE WILT WAT IN EINDHOVEN. Woonwensenonderzoek onder studenten van de TU/e, Fontys Hogescholen en Design Academy

# $% % & ' ( )*' + %&'& ',-./+

Is jouw maand ook altijd iets te lang? Onderzoek Jongerenpanel Tilburg


Woonwensen enquête. 5. Bent u tevreden met uw huidige woning? zeer tevreden, omdat.. tevreden, omdat ontevreden, omdat.. zeer ontevreden, omdat.

BEHOEFTEPEILING JONGERENHUISVESTING

Financiering woningaanpassingen een onderzoek van seniorenorganisatie ANBO

Onderzoek naar studentenhuisvesting

In verband met de vakantieperiode en in overleg met de vragensteller is de termijn van beantwoording verlengt tot 31 augustus 2015.

De resultaten van het panelonderzoek samengevat:

Sleutels gezocht in Leiden. De stand van zaken in studentenhuisvesting anno 2009

Waar en hoe wonen de Groninger studenten in 2020

Studentenwoonwensen. Maastricht. Maarten Vijncke & René van Hulle. ABF Research Verwersdijk NH Delft

ENQUÊTE WOONWENSEN LATTROP & BREKLENKAMP 10 minuten van uw tijd voor een beter woningbeleid en leefbaarheid!

Samen naar de gewenste woningvoorraad in Odiliapeel

RESULTATEN WOONONDERZOEK PURMEREND UPDATE MAART 2015

Landelijke Monitor. Studentenhuisvesting. Editie 2017: Vragenlijsten

Factsheet persbericht

Doelgroepenanalyse Resto VanHarte Zwolle

Studentenwoonwensen Den Haag. Onderzoek naar de woonwensen van studenten in Den Haag

Onderzoek Je wordt 18 jaar en dan? De gevolgen voor je geldzaken

1. Enquête StudentenMonitor Enquête Kansen voor Starters Begeleidende StudentenMonitor Hogeschool Utrecht...

Onderzoek Alumni Bètatechniek

Eindrapportage Huurderstevredenheidonderzoek 2015 uitsplitsing naar kernen. Van goed naar beter

Aanbod woningen 2008/ ,25

PF Toekomst voor jongeren in Fryslân

IBG en GBA Een gevaarlijk koppel

Onderzoek woningzoekenden Texel. Samenvatting. Inleiding

koopzondagen 2012 def KOOPZONDAGEN EN KOOPAVONDEN DE MENING VAN DE BURGER

KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK SCHOONMAAKDIENST GEMEENTE HAREN

Onderzoek kleine kernen

Woonwensenonderzoek t.b.v. Ziekenhuislocatie BK-Laan Schiedam

7.6. Waspik - SAMENVATTING TEVREDENHEID WOONOMGEVING TEVREDENHEID WOONOMGEVING AANBEVELING OM TE WONEN

Rijen (inclusief Hulten) - SAMENVATTING TEVREDENHEID WOONOMGEVING TEVREDENHEID WOONOMGEVING AANBEVELING OM TE WONEN

Behoeftepeiling voor alle mensen die graag in de Walsberg willen wonen.

Zorgbarometer 7: Flexwerkers

5 Starters op de markt voor koopwoningen

Waalwijk- centrum buitenpolders + Besoyen - SAMENVATTING TEVREDENHEID WOONOMGEVING TEVREDENHEID WOONOMGEVING AANBEVELING OM TE WONEN

Baardwijk + Laageinde + De Hoef - SAMENVATTING TEVREDENHEID WOONOMGEVING TEVREDENHEID WOONOMGEVING AANBEVELING OM TE WONEN

Een woning huren in Zwolle, Kampen of IJsselmuiden

7.6 10% 7.3. Antoniusparochie + Bloemenoord + Groenewoud - SAMENVATTING TEVREDENHEID WOONOMGEVING TEVREDENHEID WOONOMGEVING AANBEVELING OM TE WONEN

2.1 Onderzoeksgroep en populatie

Hoofdstuk 19. Financiële situatie

Jongeren en het huwelijk. Jongeren en het huwelijk

Factsheet persbericht. Toekomst van studenten onzeker

Omnibusenquête deelrapport. Studentenhuisvesting

MONITOR STUDENTENHUISVESTING

HET APOLLO MODEL. Figuur 1: Ontwikkeling aantal studenten HBO en WO, Nederland,

Jongeren & hun financiële verwachtingen

HET APOLLO MODEL. Figuur 1: Ontwikkeling aantal studenten HBO en WO, Nederland,

Aanleiding. Inleiding

[Geef tekst op] Bewoners over het verdelen van sociale huurwoningen. Stadsregio Amsterdam - Tabellenrapportage. Onderzoek, Informatie en Statistiek

In totaal hebben inwoners van de gemeente de enquête ingevuld. Een prachtig resultaat, waarvoor we iedereen hartelijk willen bedanken!

Bewoners over het verdelen van sociale huurwoningen. Amstelland-Meerlanden, Amsterdam, Zaanstreek-Waterland - Tabellenrapportage

SAMENVATTING RAPPORT VAN HET KWALITEITSONDERZOEK NAAR MATE VAN KLANTTEVREDENHEID OVER DIENSTVERLENING VAN ADVOCATEN

Fact sheet Wonen in Almere. Kerncijfers

25 juni 2015 Dorpsraad Waarland Bouwend Waarland Waarland Bouwt Zelf

MONITOR STUDENTENHUISVESTING

Hoofdstuk 9. Trendvragen financiële situatie Hoofdstuk 10. Financiële situatie

Fietsparkeren in Leiden

Woonwensenonderzoek Valkenswaard %

Imago-onderzoek Rotterdam onder studenten

Enquête inkomens woningzoekenden vanaf 29 jaar Texel 2011 omdat.

Een woning huren in Zwolle, Kampen of IJsselmuiden

Waardering van leefbaarheid en woonomgeving

JEUGD WERKLOOSHEID 1-METING Onderzoek naar de perceptie van jeugdwerkloosheid onder jongeren in opdracht van het Ministerie VWS - Jeugd en Gezin

Wonen en Verhuizen Een onderzoek van ANBO en Woonz

Woonwensen van (allochtone) jongeren in Amsterdam

FACTSHEET OUDEREN EN WONEN PURMEREND APRIL 2015

Eenzaamheid in relatie tot digitale communicatie

Factsheet persbericht. Helft allochtone stagiairs vermoedt discriminatie bij sollicitatie

Appendix I: Uitwerkingen en tabellen Inhoudsopgave Hoofdstuk 4.1: De verwachtingen vooraf Hoofdstuk 4.2: De algemene tevredenheid

Hoofdstuk 10. Financiële situatie

Check je Kamer Rapportage 2015

Betty Boerman en Inge Huiskers, Regio Gooi en Vechtstreek. Sjoerd Zeelenberg en Elien Smeulders, RIGO Research en Advies

Transcriptie:

StudentenMonitor Zwolle 2010 Een huisvestings- en woonwensenonderzoek naar mbo- en hbo-studenten in Zwolle Utrecht, juli 2010 G.D. Bos, MSc

Dit onderzoek werd uitgevoerd in opdracht van SSH Deze rapportage kwam tot stand in nauwe samenwerking met Anemoon van Dijk (SSH) en Marlies Bakker (Labyrinth). Copyright 2010, Labyrinth Onderzoek & Advies Ondiep Zuidzijde 6 3551 BW Utrecht T: 030 2627191 E: info@labyrinthonderzoek.nl W: http://www.labyrinthonderzoek.nl Alle rechten voorbehouden Niets uit deze uitgave mag - door iemand anders dan de opdrachtgever - worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming.

Inhoudsopgave SAMENVATTING... 4 INLEIDING... 6 RESULTATEN HBO-STUDENTEN... 7 INKOMEN... 8 WOONSITUATIE... 8 OP ZOEK NAAR NIEUWE WOONRUIMTE... 14 ASPECTEN VAN BELANG BIJ EEN NIEUWE WONING... 15 RESULTATEN MBO-STUDENTEN... 19 ACHTERGRONDKENMERKEN... 19 STUDIE... 19 WOONSITUATIE... 19 GEWENSTE WONING... 20 CONCLUSIE... 20 GEAGGREGEERDE CIJFERS... 21 CONCLUSIES... 23 BIJLAGE - VRAGENLIJST... 24

Samenvatting Labyrinth Onderzoek en Advies heeft in het voorjaar van 2010 in opdracht van woningcorporatie SSH een huisvestings- en woonwensenonderzoek uitgevoerd onder 2.861 mbo- en hbo-studenten in de stad Zwolle. De hoofdvraag van dit onderzoek luidt: Hoe ziet de woonvraag van studenten in Zwolle eruit en hoe kunnen diverse partijen (waaronder woningcorporaties en de gemeente) hier beter op in spelen? Van dit onderzoek volgt een nu een puntsgewijze samenvatting van de belangrijkste resultaten van dit onderzoek. In totaal hebben er aan dit onderzoek 2.533 hbo-studenten meegewerkt en 328 mbo-studenten. De respons onder de mbo ers is relatief een stuk lager dan bij de hbo-studenten, wat uiterst representatieve uitspraken voor deze groep in de weg staat. Om deze reden is de analyse van de mbo- en hbo-studenten gescheiden. De (verkorte) resultaten van de mbo-studenten zijn weergegeven in een apart hoofdstuk. De samenvatting die nu volgt gaat dus alleen in op de resultaten van de hbo-studenten. Het gaat hierbij altijd om gemiddelden. 91% van hbo-studenten tussen 2006 en 2009 met hun studie begonnen. Ongeveer 40% van deze groep denkt binnen 2 jaar hun studie te hebben afgerond. De vooropleiding (Het gaat hier om een havo-, vwo- of mbo-opleidng) van de hbo-ers is door ruim de helft buiten Overijssel gevolgd. Een derde van de studenten heeft zijn/haar vooropleiding in de stad Zwolle gevolgd. Het verzorgingsgebied van de onderwijsinstellingen is daarom een stuk groter dan (de regio) Zwolle en Overijssel. Het totale gemiddelde inkomen van thuiswonende studenten bedraagt 494 en bij de uitwonende studenten is dit 880. De woonsituatie is als volgt: ruim de helft van de studenten woont bij de ouders thuis, ruim een kwart woont op kamers (in een studentenhuis), 10% heeft een zelfstandige huurwoning van een woningcorporatie en 6% heeft een zelfstandige particuliere huurwoning. 5% van de studenten woont in een zelfstandige koopwoning. Gemiddeld betalen de kamerbewoners 288 aan huur (incl. g/w/l) het gaat hier om 38% van hun totale inkomen. De studenten die een zelfstandige huurwoning hebben betalen 389 (excl. g/w/l) dit is 41% van hun totale inkomen. De gemiddelde woonoppervlakte is 19 m 2 voor kamerbewoners, 51 m 2 voor studenten in een huurwoning 110 m 2 voor studenten in een koopwoning. Kamerbewoners en studenten met een huurwoning beoordelen de locatie van de woning erg goed (zij geven respectievelijk een 8,24 en een 7,71). Iets wat door deze studenten minder goed beoordeeld wordt is de staat van onderhoud en kwaliteit van buitenruimte. De studenten met een koopwoning beoordelen over het algemeen alle aspecten van de woning (erg) positief. De wijze waarop studenten aan de huidige woonruimte is gekomen is bij kamers vooral via familie/vrienden/studiegenoten (36%) en via internet (22%). Ook worden kamers gevonden via De Woningzoeker (19%) en via een makelaar / bemiddelingsbureau (19%). Huurwoningen worden veelal ook via De Woningzoeker (28%) en met behulp van familie/vrienden/studiegenoten (26%) en via internet (15%) gevonden. 4

Krap tweederde van de studenten heeft (slechts) 0 tot 3 maanden hoeven zoeken naar een kamer. Hetzelfde geldt voor de studenten met een particuliere huurwoning, en voor studenten met een koopwoning. Ook tweederde van de studenten heeft daarentegen 0 tot 12 maanden moeten zoeken naar een huurwoning van een corporatie ruim een derde studenten heeft hier zelfs een jaar of langer naar moeten zoeken. Een kwart van de studenten is actief op zoek naar een nieuwe kamer/woonruimte. Het percentage studenten dat actief op zoek is naar een nieuwe woonruimte is vrijwel gelijk voor thuiswonenden en uitwonende studenten. Daarentegen is een derde van de uitwonende studenten niet op zoek tegenover een kwart bij de thuiswonende studenten. 84% van de studenten die op zoek is naar een kamer zoekt die in de stad Zwolle, en 65% van de studenten is op zoek naar een huurwoning in deze stad. 29% van de studenten die op zoek is naar een huurwoning is hier naar op zoek buiten de regio Zwolle en de overige 6% buiten de stad Zwolle, maar wel in de regio. Daarnaast is 59% van de studenten die op zoek is naar een koopwoning (juist) buiten de regio Zwolle. Van de uitwonende kamerstudenten is een derde op zoek naar een nieuwe studentenkamer. Het percentage van de uitwonende kamerstudenten dat op zoek is naar een koopwoning ligt op 4%. Van de studenten met een huurwoning is daarentegen 30% op zoek naar een koopwoning. Van de studenten die op zoek zijn naar een huurwoning, is 92% op zoek naar relatief goedkope woning van 500 per maand (excl. g/w/l). De aspecten die studenten van belang achten bij een nieuwe kamer/(huur)woning, ingedeeld naar belangrijkheid: 1. hoogte van de woonlasten, 2. zelfstandig beschikken over faciliteiten als keuken of douche / toilet, 3. woonoppervlakte, 4. staat van onderhoud, 5. locatie van de woonruimte in de stad Zwolle, 6. aantal kamers. 70% van de respondenten die op zoek is naar een kamer geeft aan een minimale woonoppervlakte tussen 11 m 2 en 20 m 2 te accepteren. Slechts 2% geeft aan een kamer kleiner dan 10 m2 te accepteren. Twee derde van de studenten die op zoek is naar een huurwoning zoekt deze met een woningoppervlakte tussen 21 m 2 en 50 m 2. Slechts een kwart van de studenten die op zoek is naar een huurwoning geeft aan een woning tussen 11 m 2 en 20 m 2 te accepteren. Ten slotte geeft ongeveer de helft van de studenten die op zoek is naar een koopwoning aan op zoek te zijn naar een woning met een woonoppervlakte groter dan 50 m 2. De top 5 van meest populaire wijken in Zwolle: 1. Assendorp, 2. Binnenstad, 3. Diezerpoort, 4. Stadshagen, 5. Wipstrik. Een acceptabele kamer volgens de studenten een oppervlak tussen de 11 m 2 en de 20 m 2 en kost maximaal 290 per maand (incl. g/w/l). Deze kamer ligt bij voorkeur in de wijk Assendorp of in de binnenstad van Zwolle. Het realistische woonbeeld van de Middelweg (20 m 2 voor een huurprijs van 200 incl. g/w/l) in de wijk Diezenpoort komt als favoriet naar voren bij de kamers. Een acceptabele zelfstandige huurwoning volgens de studenten een oppervlak tussen de 21 m 2 en 40 m 2, kost maximaal 387 (excl. g/w/l) en ligt tevens bij voorkeur in de wijk Assendorp of in de Binnenstad. Het fictieve woonbeeld (en mogelijk in de toekomst gerealiseerd) van een zelfstandige woning (28 m 2 voor een huurprijs van 350 (excl. g/w/l) aan de Pannekoekendijk is het meest populair. 5

Inleiding In het kader van Zwolle Onderwijsstad (onderdeel van het onderwijsbeleid van de Gemeente Zwolle) heeft Labyrinth Onderzoek & Advies in opdracht van woningcorporatie SSH een huisvestings- en woonwensenonderzoek uitgevoerd onder studenten aan het mbo en hbo in de stad. Het doel van dit onderzoek is het in kaart brengen van de hoofdvraag: Hoe ziet de woonvraag van studenten in Zwolle eruit en hoe kunnen diverse partijen (waaronder woningcorporaties en de gemeente) hier beter op in spelen? In totaal hebben 2.861 studenten hun medewerking verleend aan het onderzoek. Zie onderstaande tabel voor een uitgebreid beeld van de verschillende instellingen en de respons: Tabel 1: Respons StudentenMonitor 2010 Instelling mbo Leerlingen Respons Responspercentage CIBAP 1.200 136 11,3% AOC De Groene Welle 1.800 4 0,2% Deltion College 13.100 30 0,2% Landstede 12.000 158 1,3% Totaal mbo 28.100 328 1,2% Instelling hbo Leerlingen Respons Responspercentage ArtEz 450 114 25,3% Gereformeerde Hogeschool Zwolle 1.100 274 24,9% Katholieke PABO Zwolle 550 165 30,0% Windesheim 18.000 1.980 11,0% Totaal hbo 20.100 2.533 12,6% Er blijken op sommige punten significante verschillen te bestaan in de kenmerken en wensen van mbo- en hbo-studenten. Er is daarom besloten de analyse van de resultaten tussen mbo en hbo te scheiden. De respons onder de mbo ers is echter relatief een stuk lager dan bij de hbo-studenten, wat uiterst representatieve uitspraken voor deze groep in de weg staat. Bij de hbo-studenten (waar ruim 12,5% van de populatie heeft meegewerkt) is dat wel mogelijk. Vandaar dat de hoofdmoot van deze rapportage een analyse van de hbo-studenten zal zijn en bondiger ingegaan zal worden op de mening en het woongedrag van de mbo-studenten. 6

Resultaten hbo-studenten Het gemiddelde geboortejaar van de respondenten is 1988, wat ze gemiddeld dus 22 jaar maakt. Ze zijn voornamelijk begonnen met hun studie tussen 2006 en 2009 (91% van de respondenten) en geven zeer diverse antwoorden op de vraag hoe lang ze nog denken bezig te zijn met hun studie: Figuur 1: Binnen hoeveel tijd denk je je studie afgerond te hebben? (n = 2533) 25% 20% 15% 10% 18% 21% 21% 23% 15% 5% 0% Minder dan een jaar 1 tot 2 jaar 2 tot 3 jaar 3 tot 4 jaar 4 tot 5 jaar 5 jaar of langer 1% De meeste respondenten (55%) hebben voor hun hbo-studie een havodiploma gehaald. 29% heeft (voor hun hbo-opleiding) een mbo-opleiding afgerond en 11% komt van het vwo. De helft van de hbo-studenten heeft de vooropleiding buiten Overijssel gevolgd, zo blijkt uit de volgende figuur. Deze studenten komen dan met name uit de omliggende provincies: Gelderland, Drenthe, Groningen, Friesland, Flevoland en Utrecht. Dit duidt er op dat het verzorgingsgebied van de onderwijsinstellingen een stuk groter is dan (de regio) Zwolle en Overijssel. Figuur 2: Waar heb je je vooropleiding gevolgd? (n = 2528) Zwolle 29% In de regio Zwolle 3% Ergens anders in de provincie Overijssel 17% Ergens anders 51% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% Driekwart van de hbo ers is alleenstaand (en een kwart woont dus samen met een partner). Van deze alleenstaanden verwacht een kwart binnen twee jaar te gaan samenwonen. 7

Inkomen Het inkomen van de studenten is opgedeeld in verschillende onderdelen. In de volgende tabel worden de inkomens van alle hbo-studenten, thuiswonende studenten en uitwonende studenten weergegeven: Tabel 2: Cijfer diversen aspecten dienstverlening (n = 2431) Alle Zwolse hbo-studenten Gemiddelde (Netto)loon 307,97 Studiebeurs 204,63 Lening 64,46 Bijdrage van derden (bijv. ouders) 62,32 Andere inkomsten 35,66 Inkomen Totaal 675,05 Thuiswonende hbo-studenten (Netto)loon 262,77 Studiebeurs 145,27 Lening 21,28 Bijdrage van derden (bijv. ouders) 39,97 Andere inkomsten 24,82 Inkomen Totaal 494,12 Uitwonende hbo-studenten (Netto)loon 359,07 Studiebeurs 271,75 Lening 113,28 Bijdrage van derden (bijv. ouders) 87,59 Andere inkomsten 47,91 Inkomen Totaal 879,60 Woonsituatie Iets meer dan de helft van de respondenten woont nog bij de ouders thuis. Daarnaast woont ongeveer een kwart op kamers. De rest van de studenten woont zelfstandig, in een huurwoning of koopwoning. 8

Figuur 3: Welke term beschrijft je huidige woonsituatie het beste? (n = 2533) Bij ouders thuis 53% Kamer(s) (in een studentenhuis) 26% Zelfstandige huurwoning van een woningcorporatie Zelfstandige particuliere huurwoning Zelfstandige koopwoning 6% 5% 10% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% Van de studenten die op kamers wonen, huurt het merendeel van een particuliere verhuurder (68%) en ongeveer een kwart (28%) van een woningcorporatie. De meeste studenten huren hun kamer vervolgens van Delta Wonen (54%), Woningstichting SWZ (23%) en Woningstichting Openbaar Belang (23%) volgen op gepaste afstand. Bij de studenten die hun zelfstandige huurwoning van een woningcorporatie huren zijn de percentages wat anders. Bij hen huurt het merendeel bij Woningstichting SWZ (51%), gevolgd door Delta Wonen (41%) en Woningstichting Openbaar Belang (8%). Ongeveer 60% van de studenten aan Zwolse hbo-instellingen woont in Overijssel. 15% woont in Gelderland en 9% in Drenthe. Er is een duidelijk verschil in woonplaats als thuis- en uitwonende studenten worden vergeleken. Terwijl de thuiswonende studenten in een relatieve grote straal rond de stad Zwolle wonen, wonen de studenten die op zichzelf wonen voornamelijk in de stad zelf, zo blijkt uit de volgende twee figuren. Hierbij geldt: hoe donkerder de kleur blauw des te meer hbo ers er in dit gebied wonen. 9

Figuur 4: Voornaamste woonplaatsen (postcodes) thuiswonende hbo-studenten (n = 1134) Figuur 5: Voornaamste woonplaatsen (postcodes) uitwonende hbo-studenten (n = 1188) De (semi-)zelfstandig wonende studenten die in de stad Zwolle wonen, wonen voornamelijk in de wijken Centrum / Kamperpoort, Assendorp en in veel mindere mate Schellerlanden. 10

Gemiddeld betalen de kamerbewoners onder de hbo-studenten 288 aan huur (dat is inclusief gas / water / licht). De huur is gemiddeld 38% van het totale inkomen van studenten die op kamers wonen. Bij de studenten die een zelfstandige huurwoning huren is de huur gemiddeld 389 (exclusief g/w/l). Bij hen is de huur 41% van het totale inkomen. Uiteindelijk zullen studenten met een huurwoning over het algemeen relatief meer kwijt zijn aan huur, aangezien kosten voor gas / water / licht nog niet meegenomen zijn in deze huurprijs. Kamerbewoners hebben gemiddeld een kamer van 19 m 2, terwijl de studenten in huurwoningen gemiddeld 51 m 2 tot hun beschikking hebben. De studenten die in een koopwoning wonen, wonen het grootst: gemiddeld 110 m 2. De beschikking van een aantal voorzieningen is voor kamerbewoners weergegeven in de volgende figuur. Figuur 6: Beschikking aantal voorzieningen hbo-kamerbewoners (n = 651) Keuken 83% 17% Douche Toilet Buitenruimte 92% 92% 23% 71% 8% 8% 6% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Niet aanwezig Gedeeld Voor mezelf De kamerbewoners onder de Zwolse hbo-studenten hebben een gemiddelde reistijd van 23 minuten naar hun onderwijsinstelling, bewoners van huurwoningen gemiddeld 39 minuten en studenten met een koopwoning hebben gemiddeld 51 minuten nodig om hun onderwijsinstelling te bereiken nodig. De verschillen zijn (logischerwijs) groter als de studenten die in Zwolle wonen worden vergeleken met de studenten die buiten de gemeente Zwolle wonen. Hier is de reistijd respectievelijk 15 en 62 minuten. Het grootste gedeelte (72%) van de respondenten woont minder dan 2 jaar in hun huidige woning, zo blijkt uit de volgende figuur. Studenten die in een koopwoning wonen, wonen gemiddeld al wat langer in hun woning. Figuur 7: Hoe lang woon je in je huidige woning? (n = 1075) 60% 40% 20% 0% 49% 44% 26% 26% 30% 23% 23% 23% 25% 2% 3% 25% Minder dan 1 jaar Tussen de 1 en 2 jaar Tussen de 2 en 5 jaar Meer dan 5 jaar Kamer Huurwoning Koopwoning 11

De locatie van de woning wordt door zowel kamerbewoners als respondenten met een huurwoning als beste beoordeeld. Opvallend is dat respondenten met een koopwoning alle onderdelen van hun woning met een zeer hoog cijfer waarderen. Figuur 8: Cijfers diverse aspecten van de woning (n = 1177) Locatie 8,24 7,71 8,38 Huur 6,45 7,05 8,06 Grootte Staat van onderhoud Kwaliteit van keuken 6,99 7,46 6,24 6,98 6,21 7,10 8,55 8,40 8,47 Kwaliteit van sanitair 6,10 7,03 8,29 Kwaliteit van buitenruimte 6,14 6,70 8,54 Verstandhouding met verhuurder 6,47 7,48 8,89 Algehele woonsituatie 7,14 7,70 8,77 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Kamer Huurwoning Koopwoning De kamerbewoners onder de hbo ers hebben hun kamer voor een groot gedeelte via via verkregen. Bij de bewoners van een huurwoning is het percentage dat via De Woningzoeker hun (sociale) huurwoning heeft gevonden het grootst, alhoewel de groep via via nog steeds aanzienlijk is. Opvallend is dat bij beide woonvormen het percentage respondenten dat hun woonruimte via een makelaar heeft verkregen relatief groot lijkt. 12

Figuur 9: Hoe ben je aan je huidige woonruimte gekomen? (n = 1074) Familie / vrienden / studiegenoten 26% 36% Internet 15% 22% Via De Woningzoeker 19% 28% Makelaar / bemiddelingsbureau 12% 19% Advertentie 3% 8% Andere woningcorporatie 0% 12% 0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% 40% Kamer Huurwoning De langste wachttijd kennen studenten die op zoek zijn naar een huurwoning van een woningcorporatie: bijna 4 op de 10 geeft aan langer gezocht te hebben voordat ze een woning hadden gevonden. De verschillen in zoektijd tussen kamerbewoners en studenten die in een particuliere zelfstandige huurwoning wonen zijn minimaal. Figuur 10: Hoe lang heb je gezocht voordat je je huidige woonruimte had gevonden? (n = 1154) Kamer 13% 19% 30% 29% 8% Huurwoning - corporatie 15% 8% 16% 23% 37% Huurwoning - particulier 19% 12% 31% 29% 9% Koopwoning 26% 8% 26% 35% 5% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Ik heb niet hoeven zoeken Korter dan 1 maand 1 tot 3 maanden 3 tot 12 maanden Langer dan 1 jaar 13

Op zoek naar nieuwe woonruimte Het percentage studenten dat actief op zoek is naar (nieuwe) woonruimte is vrijwel gelijk voor thuisen uitwonende studenten. Het percentage dat niet actief op zoek is, is echter een stuk hoger voor thuiswonende studenten. Overigens is er nauwelijks verschil in de zoek-actiefheid van kamerbewoners en respondenten die nu in een huurwoning wonen. De hbo ers die in een koopwoning wonen zijn daarentegen veel minder geneigd om te verhuizen (slechts 3% is actief op zoek). Figuur 11: Ben je nu op zoek, of denk je binnen twee jaar op zoek te gaan naar een (andere) kamer of woning? (n = 2244) Ja, ik ben actief op zoek 24% 26% Ja, maar ik ben nu niet actief op zoek 40% 49% Nee 24% 37% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% Thuiswonend Uitwonend Hbo-studenten die op zoek zijn naar een kamer willen voor het overgrote deel een kamer in Zwolle. Voor de respondenten die een huurwoning wensen is dit percentage al een stukje lager en respondenten die een koopwoning zoeken is het percentage dat een woning in de stad Zwolle zoekt maar 21%. Overigens is bij hen het percentage dat buiten de stad, maar wel in de regio een woning zoekt relatief hoog. Figuur 12: Waar zoek je een kamer of woning? (n = 1267) In de stad Zwolle 21% 65% 84% Buiten de stad, maar wel in de regio Zwolle 2% 6% 20% Buiten de regio Zwolle 14% 29% 59% 0% 25% 50% 75% 100% Op zoek naar een kamer Op zoek naar huurwoning Op zoek naar koopwoning 14

Logischerwijs zijn thuiswonende studenten een stuk vaker op zoek naar een kamer dan respondenten die nu al uitwonend zijn. Het percentage dat op zoek is naar een zelfstandige huurwoning is echter nog steeds hoog; bijna 50%. De interesse voor een koopwoning is voor beide groepen vrijwel gelijk. Van de uitwonende kamerstudenten is een derde op zoek naar een nieuwe studentenkamer. Bij de respondenten die op dit moment in een huurwoning wonen is het percentage dat op zoek is naar een studentenkamer slechts 8%. Het percentage op zoek naar een koopwoning is daarentegen 30% (tegenover 4% bij de kamerbewoners). Dit zijn geen verassende inzichten, met de theoretische onderbouwing van de wooncarrière (waarbij personen levensfasen doorloopt en daarbij van woning verandert (bijvoorbeeld: van ouderlijk huis naar studentenhuis, vervolgens een appartement, dan een koopwoning, etc.) in het achterhoofd: de uitwonende studenten zijn vaak in een andere (verdere) fase van hun wooncarrière. De meeste respondenten die op zoek zijn naar een huurwoning, zijn op zoek naar een relatief goedkope woning: 92% van de hbo-studenten is op zoek naar een woning van 500 (excl. gas, water, licht). Bij de respondenten op zoek naar een koopwoning zijn de meningen verdeeld: ongeveer de helft (44%) is op zoek naar een koopwoning van minder dan 150.000 terwijl de andere helft (56%) op zoek is naar een woning van meer dan 150.000. Van de respondenten die op zoek zijn naar een studentenkamer staat 30% ingeschreven bij De Woningzoeker (het woonruimteverdelingssysteem van de drie Zwolse woningcorporaties DeltaWonen, Openbaar Belang en SWZ). Bij de respondenten die op zoek zijn naar een huurwoning is dit 44% en bij de studenten op zoek naar een koopwoning slechts 13%. Figuur 13: In wat voor woning ben je dan voornamelijk geïnteresseerd? (n = 1564) Studentenkamer 24% 39% Zelfstandige huurwoning 48% 61% Zelfstandige koopwoning 13% 15% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% Thuiswonend Uitwonend Aspecten van belang bij een nieuwe woning De respondenten is gevraagd een aantal aspecten in te delen naar belangrijkheid bij het zoeken naar een nieuwe woning. De top 6 ziet er als volgt uit: 1. Hoogte van de woonlasten 2. Zelfstandig beschikken over faciliteiten als keuken of douche / toilet 3. Woonoppervlakte 4. Staat van onderhoud 5. Locatie van de woonruimte in de stad Zwolle 6. Aantal kamers 15

De gemiddelde acceptabele reistijd naar de onderwijsinstelling is voor de hbo-respondenten 36 minuten. Bij de respondenten die nu buiten Zwolle wonen is het gemiddelde 42 minuten, bij de respondenten die in Zwolle wonen is dit 25 minuten. Respondenten die op zoek zijn naar een kamer willen gemiddeld maximaal 27 minuten van hun onderwijsinstelling wonen, studenten op zoek naar een huurwoning 38 minuten en respondenten die een koopwoning wensen 49 minuten. Bijna 7 op de 10 respondenten die op zoek zijn naar een kamer geeft aan een minimale woonoppervlakte tussen de 11 m 2 en 20 m 2 te accepteren. De studenten op zoek naar een huurwoning vinden over het algemeen een grotere ruimte acceptabel en degenen die op zoek zijn naar een koopwoning willen een nog grotere woning. Figuur 14: Wat is de minimale woonoppervlakte die je nog acceptabel vindt voor een volgende kamer of woning? (n = 1563) 75% 50% 68% 51% 25% 0% -25% 2% 1% Kleiner dan 10 m² 31% 32% 23% 23% 23% 0% 12% 15% 7% 1% 13% Tussen 11 m² en 20 m² Tussen 21 m² en 30 m² Tussen 31 m² en 50 m² Groter dan 50 m² Op zoek naar een kamer Op zoek naar huurwoning Op zoek naar koopwoning Respondenten op zoek naar een kamer zijn bereid gemiddeld maximaal 295 te betalen voor hun nieuwe woning (inclusief gas, water, licht). Bij de respondenten op zoek naar een huurwoning is dat 390 (en dat is exclusief gas, water, licht). Opvallend is dat respondenten die nu uitwonend zijn, bereid zijn gemiddeld 20 meer uit te geven dan nog thuiswonende studenten. De top 13 van populairste wijken in Zwolle ziet er als volgt uit: 1. Assendorp 2. Binnenstad 3. Diezerpoort 4. Stadshagen 5. Wipstrik 6. Ittersum 7. Kamperpoort-Veerallee 8. Holtenbroek 9. Aalanden 10. Berkum 11. Schelle 12. Westenholte 13. Marsweteringlanden Een belangrijk onderdeel van het onderzoek was de respondenten die op zoek zijn naar nieuwe woonruimte in de stad Zwolle zogenaamde woonbeelden voor te leggen. De respondenten konden aangeven of ze deze op advertenties lijkende realistische woonvoorbeelden zouden accepteren als deze op dit moment zouden worden aangeboden. Met de antwoorden van de respondenten kan een zogenaamde acceptatiehiërarchie gemaakt worden die een uiterst nauwkeurig en realistisch beeld geeft van woningen die bij de respondenten in trek zijn. Hierbij worden ook aspecten als 16

locatie, prijs, grootte en soort woning geïntegreerd. Het woonbeeld Pannekoekendijk is als fictief (mogelijk toekomstig) woonbeeld toegevoegd. Tabel 3: Woonbeelden StudentenMonitor 2010 Wijk / buurt Verhuurder Kamers Oppervlakte Prijs Middelweg Diezerpoort Corporatie 1 20 m 2 200 incl. Prins Hendrikstraat (1) Veerallee Particulier 1 24 m 2 380 incl. Dortmundstraat Hanzeland Corporatie 1 23 m 2 300 incl. Eekwal Binnenstad Particulier 1 8 m 2 150 incl. Ruyterstraat Wipstrik Corporatie 1 23 m 2 262 incl. Pimpernelweg Westenholte Particulier 1 26 m 2 500 incl. Leliestraat Assendorp Corporatie 1 20 m 2 270 incl. Prins Hendrikstraat (2) Veeralle Particulier 1 9 m 2 240 incl. Pannekoekendijk Kamperpoort Corporatie 1 28 m 2 350 excl. Palestrinalaan Holtenbroek Corporatie 3 45 m 2 400 excl. Er zijn duidelijke verschillen in de acceptatiepercentages tussen respondenten die op zoek zijn naar een kamer en degenen die een huurwoning zoeken. Terwijl bij de kamerzoekers het woonbeeld Middelweg het populairst is, is dat bij de respondenten die op zoek zijn naar een huurwoning de Pannenkoekendijk. De acceptatiepercentages van studenten op zoek naar een huurwoning zijn over het algemeen een stuk lager dan bij de kamerzoekers. Dit duidt erop dat deze studenten minder snel tevreden zijn met een (toekomstige) woning. 17

[Figuur 15: Acceptatiehiërarchie Zwolse woonbeelden (n = 818) Middelweg De Ruyterstraat Leliestraat Dortmundstraat Pannekoekendijk Palestrinalaan Eekwal Prins Hendrikstraat (2) Prins Hendrikstraat (1) Pimpernelweg 16% 10% 6% 18% 36% 34% 28% 28% 33% 54% 55% 53% 65% 69% 77% 72% 63% 78% 87% 91% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Op zoek naar een kamer Op zoek naar een huurwoning Zoals te zien valt uit onderstaande tabel zijn de meest voorkomende redenen voor respondenten om een woonbeeld niet te accepteren de grootte en de prijs van de woning. Tabel 4: Belangrijkste redenen waarom respondenten woonbeelden niet accepteren (n = 179 265) Op zoek naar een kamer Middelweg Verkeerde wijk Te klein Prins Hendrikstraat (1) Te duur Te duur Dortmundstraat Te duur Te klein Eekwal Te klein Te klein Ruyterstraat Verkeerde wijk Te klein Pimpernelweg Te duur Te duur Leliestraat Te duur, verkeerde wijk Te klein Prins Hendrikstraat (2) Te klein Te klein Op zoek naar een huurwoning Pannekoekendijk Te duur Te duur, te klein Palestrinalaan Te duur Verkeerde wijk 18

Resultaten mbo-studenten Ook mbo-studenten hebben meegedaan aan dit onderzoek. In totaal hebben 328 van hen de vragenlijst ingevuld. In dit kader worden de belangrijkste verschillen en overeenkomsten met de hbo-studenten behandeld. Achtergrondkenmerken De mbo-respondenten zijn gemiddeld wat jonger dan de respondenten van het hbo (gemiddelde geboortejaren respectievelijk 1990 en 1988). Het percentage dat samenwoont is iets groter dan bij de hbo-studenten (27% i.p.v. 24%). Het percentage dat wil gaan samenwonen binnen twee jaar is daarentegen weer wat kleiner (22% t.o.v. 26%). Het gemiddelde inkomen van de respondenten aan het mbo is een stuk lager dan bij de hbo ers: 500 tegenover 675. Dit wordt met name veroorzaakt door een veel lager inkomsten vanuit loon: gemiddeld 181 t.o.v. 308 bij de hbo-studenten. Logischerwijs is de hoogte van de gemiddelde studiebeurs is vrijwel gelijk. Overigens is het grote verschil in inkomen tussen uit- en thuiswonende studenten ook bij de mbo-studenten goed zichtbaar: 781 versus 389. Studie Wel zijn ze op ongeveer hetzelfde moment begonnen aan hun studie in Zwolle. Ongeveer vier op de vijf mbo ers heeft hiervoor het vmbo (of mavo) gedaan. De respondenten van het mbo hebben hun vooropleiding relatief dichter in de buurt van de stad Zwolle gedaan dan hbo ers: terwijl het percentage dat hun vooropleiding in Zwolle zelf heeft gevolgd maar een klein beetje hoger is, is het percentage dat de vooropleiding buiten de provincie Overijssel heeft gevolgd veel lager (39% t.o.v. 51% bij de hbo-studenten). Woonsituatie De mbo-studenten die bij hun ouders wonen, wonen iets vaker in Zwolle dan de hbo ers: 18% tegenover 11%. Bij de uitwonende studenten zijn er significante geen verschillen in woonsituatie zichtbaar. Sowieso wonen de mbo ers een stuk vaker nog bij hun ouders dan de respondenten aan het hbo: 76% t.o.v. 53%. Als de mbo-studenten aangeven uitwonend te zijn, dan zijn de verschillen in woonsituatie met de hbo ers minimaal. Een duidelijk verschil tussen mbo en hbo is het tijdstip van het verlaten van het ouderlijk huis. Terwijl de groep studenten die aangeeft het ouderlijk huis te hebben verlaten vóórdat ze aan hun studie begonnen even groot is bij mbo en hbo, scoren de hbo ers aanmerkelijk hoger bij de categorieën ik ben bij het beginnen van mijn studie het huis uit gegaan en ik ben in het 1e jaar van mijn studie het huis uit gegaan. De groep die daarentegen in het 2e jaar van hun studie het ouderlijk huis heeft verlaten is weer een stuk groter bij de mbo-studenten. De mbo-studenten gaan dus over het algemeen 1 à 2 jaar later het huis uit. Directe resultante van het bovenstaande is dat de uitwonende mbo-studenten over het algemeen ook wat korter in hun huidige (studenten)woning wonen. De huur die de mbo-respondenten betalen is over het algemeen gelijk aan die van hbo ers. Maar aangezien het gemiddelde inkomen bij de uitwonende mbo ers wat lager is, is het deel van het inkomen dat aan huur wordt uitgegeven groter: 41% i.p.v. 37% bij de hbo ers. De grootte van de woning verschilt niet veel tussen mbo en hbo, evenals de reistijd. De respondenten van het mbo zijn een over de gehele lijn een stuk positiever over hun woning dan de hbo ers. In het bijzonder de verstandhouding met de verhuurder, de grootte van de woning en kwaliteit van de keuken worden veel positiever ontvangen. 19

Gewenste woning Er is slechts een zeer klein verschil tussen mbo en hbo in het percentage respondenten dat op zoek is naar nieuwe woonruimte (23% t.o.v. 22%). Hierbij moet wel opgemerkt worden dat de mborespondenten gemiddeld iets verder in hun studie zijn dan de respondenten van het hbo. Dit betekent dus dat ze over het algemeen vaker bijna klaar zijn met hun studie en dan is de stap om het ouderlijk huis te verlaten wellicht groter. Toch is zelfs als dit in ogenschouw wordt genomen het percentage mbo ers dat op zoek is naar (semi-)zelfstandige woonruimte hoger dan verwacht. De plaats waar ze de woning zoeken is bij hbo ers en mbo ers bijna hetzelfde. Wel is er een duidelijk verschil aanwijsbaar in het soort woning dat de respondenten zoeken: mbo-studenten zijn vaker op zoek naar een studentenkamer (46% versus 33% bij hbo), minder op zoek naar een huurwoning (47% tegenover 54%) en koopwoningen zijn relatief nog veel minder in trek (7% zoekt een koopwoning, ten opzichte van 14% bij hbo-respondenten). Een opvallend verschil tussen hbo- en mbo-studenten is het percentage dat ingeschreven staat bij de Woningzoeker. Bij de hbo ers is dit 27% maar bij de mbo-studenten slechts 16%. De rangorde van aspecten die voor de respondenten van belang zijn bij de zoektocht naar een nieuwe woning is exact hetzelfde bij de mbo-studenten. Ook de maximaal acceptabele reistijd naar hun onderwijsinstelling verschilt niet significant van de hbo ers (34 minuten tegenover 36 minuten bij hbo). Ook bij de minimale woonoppervlakte die men accepteert zijn er geen grote verschillen tussen mbo ers en hbo ers. Ten slotte is ook de maximale huurprijs die men bereid is te betalen vrijwel gelijk tussen mbo- en hbo-respondenten. Conclusie Wat men aanvankelijk zou verwachten met betrekking tot mbo-studenten, wordt hierboven gedeeltelijk onderschreven. Zo woont in vergelijking met hbo-studenten een veel groter gedeelte van hen nog bij de ouders thuis. Dit betekent ook dat mbo-studenten het ouderlijk gemiddeld zo n twee jaar later verlaten. Ook is de herkomst van de studenten veel meer gericht op de directe regio, in tegenstelling tot de hbo-instellingen, die studenten uit het hele land aantrekken. Maar verdere grote verschillen tussen beide groepen zijn vrijwel niet aan te wijzen. En het frappante is dat het deel van de mbo-studenten dat op zoek is naar nieuwe woonruimte is een stuk hoger dan men van te voren wellicht zou verwachten: bijna even hoog als bij de hbo-studenten. De conclusie van dit korte hoofdstuk dient dan ook te zijn dat de groep mbostudenten zeker niet vergeten moet worden! 20