INFORMATIE ZOEKEN MTSO-INFO 4 NILS NEYT DIMITRI MORTELMANS KOEN PEPERMANS NICO CARPENTIER 1999



Vergelijkbare documenten
EEN PC AANSLUITEN MTSO-INFO-EXTRA 1 VAKGROEP MTSO 2001

Hardware Specialisatie. Module 1: Zoeken op het internet

WINDOWS-UPDATE MTSO-INFO-EXTRA 5 VAKGROEP MTSO 2001

NETWERKVERBINDINGEN MAKEN

DE NETWERKPRINTER INSTALLEREN

INSTALLEREN MET SYMANTEC GHOST

SPYWARE VERWIJDEREN MTSO-INFO-EXTRA 8 VAKGROEP MTSO 2001

Module II - Enkele Begrippen

OPTICAL CHARACTER RECOGNITION (OCR)

1. Probleemstelling formuleren en sleutelwoorden bepalen.

Jen Kegels, Eveline De Wilde, Inge Platteaux, Tamara Van Marcke. Hardware. De computer in een oogopslag. 1 / 11 Cursusontwikkeling

TEST JE WEBKENNIS: Smarty or dummy >vakken> informatiekunde> test je webkennis

TELNET MTSO-INFO 2 NILS NEYT KOEN PEPERMANS 1999

'RNHRV6WXGHQWHQKDQGOHLGLQJ

Wat is internet? Hüseyin Uçar 3B

Inleiding Het adres Hoe werkt ? Je adres registreren Aanmelden bij Outlook Schermonderdelen...

2. Hoe zoeken in deze databank? Snelzoeken Eenvoudig zoeken Geavanceerd zoeken Zoeken via zoekbomen...

Om zelf een live stream op te zetten heb je een aantal dingen nodig:

ZOEKEN OP HET WORLD WIDE WEB

MICROSOFT EDGE INTERNET

Bronnen voor genderstudies

Boekverslag door G woorden 22 januari keer beoordeeld. Nederlands. Inleiding

Stappenplan zoeken en verwerken van informatie

Een desktopcomputer kan uit de volgende onderdelen zijn opgebouwd:

Mobiele technologie zorgt ervoor dat je met een smartphone en tablet en draadloos op een laptop of computer kunt werken.

Alle helponderwerpen Over blokken Over

Faq Droogsurfen Jeroen Devlieghere Ine Callebaut

Handleiding FOCWA Kennisbank. Kennisbank V 1.0 Remco Jansen

Hoofdstuk 1: Inleiding 7

SNELLE GIDS Zich voor geolives.com inschrijven. Onze software oplossingen. Hoe kunt u met Geolives PC Editor starten?

Zelftest Informatica-terminologie

De online winkel is te bereiken via en via een link op de site

Microsoft Windows XP Professional installatiegids.

HET BESTURINGSSYSTEEM

WEBDOC V2 mini-handleiding voor eindgebruikers

Elektronisch factureren

Netwerken en communicatie binnen en buiten het bedrijf

Handleiding van de Bibliotheek: e-books lezen op je e-reader - versie voor OS X (Mac)

INFORMATIE VAN HET INTERNET VERWERKEN

UPPresentment Gebruikershandleiding. Overzicht en gebruik van de verschillende functionaliteiten V 1.1

1. Starten op het World Wide Web

Beschrijving webmail Enterprise Hosting

Gebruikershandleiding. Copyright 2013 Media Security Networks BV. All rights reserved.

AFO 142 Titel Aanwinsten Geschiedenis

Les , de elektronische brief. Deze iconen tonen aan voor wie het document is

Terminal Services. Document: Terminal Services T.b.v. relatie: Isaeus Auteur: Martin Waltmans Versie: 2.3 Datum: KB nummer:

Office 365 installeren. Office 365 installeren voor leerkrachten

Het Internet omvat een geheel van toepassingen in een wereldwijd netwerk van computers.

Uitleg van de Systeeminstellingen in Ubuntu.

INFORMAT WEBAPPLICATIE. ischoolcommunicatie

Verklaring inzake cookies

Stappenplan zoeken en verwerken van informatie

LAB handleiding april

Cursus Onderwijs en ICT. bloggen met Wordpress

Windows Training voor 50-plussers. PC50plus trainingen Eikbosserweg AK Hilversum tel:

Auteur: Niels Bons. Handleiding Koepeldatabase Zakelijk toerisme: aanmelden organisatie. 2014, Provincie Fryslân. Uitgegeven in eigen beheer

Toegang tot MyBBTK: een korte toelichting

Installatie Handleiding voor Modelit Applicatieprogrammatuur

Handleiding afdrukken rotariaat CAMPUS NOORD Informaticadienst Scholengroep Sint-Rembert v.z.w. Kevin Baert Loes Casteleyn Michiel Seys

Bestanden ordenen in Windows 10

1. Proloog webtechno, rauwkost

Werken op afstand via internet

HORECA HANDLEIDING 1

Beknopte handleiding voor de PLEXTALK Linio Pocket online speler

1 Internet. 1.1 Korte geschiedenis

WINDOWS 10 Waarom Windows 10? Grootste veranderingen Wanneer upgraden? Installatie Instellingen Ervaringen

Internet bestaat uit miljoenen computers over de gehele wereld.

Winrar. door verhaegen

Muziek downloaden MP3 WMA Liedjes of albums? Collectie Waar?

Extra Maak een Twitter zoekprofiel

DataBase Manager KIWANIS BELGIUM LUXEMBOURG. Commissie Communicatie juni 2013 Rudy Broucke

Automatische conversie banknummers naar het IBAN formaat

1.1 Het gebruik van webbased

Vertrouwelijkheidsbeleid

Leerlingenbladen bij gegevensbanken en privacy

Handleiding VirtualBox

Windows Live (Mail) Een introductie HCC Beginners IG H.C.A.H. Moerkerken

Veel Gestelde Vragen over InterBibliothecair Leenverkeer via Web Impala aangevraagd via OpenVlacc

HANDLEIDING DMS Plugin Installatie, configuratie & werking

HANDLEIDING SMTP DIENST BEDRIJVENWEB NEDERLAND B.V.

Module I - Soorten Netten

DISCLAIMER GEBRUIKSVOORWAARDEN

Swhite bvba Frankrijklei 104 bus Antwerpen. flux.be. Flux webdesign. Versie 1.0.2

MEDIA NAV navigatiesysteem Handleiding voor het downloaden van content via internet

Inleiding MyUnifiedPost: verschillende inboxen De standaard MyUnifiedPost-inbox van het reisagentschap...4

1. Starten op het World Wide Web

aanmaken van een webaccount om e-books te kunnen lenen P. 3-7 het lenen van e-books de basis P

Gratis films downloaden van het internet Een volledige gebruiksaanwijzing van A tot Z

Labo 4 : Installatie Windows XP Professional Edition

Dropbox installatie. Inhoud

Inventus Software. Antum Secured Mail / Message System. Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding GO search 2.0

Omzeil het gebruik van mappen en bestanden over Wiki s en het werken in de 21 e eeuw

Handleiding Gopress Krantenarchief

Posts. 2) Hoe plaats ik een post? 2.1) Het postformulier Als je ingelogd bent, kan je bovenaan de site op het icoon " nieuwe post maken" klikken.

Pedagogische studiedag Colomaplus. Opzoeken van (wetenschappelijke) informatie op www Goedele Vergauwen

1. Starten op het World Wide Web

Handleiding voor Zotero versie 2.0

Handleiding Gopress Krantenarchief

Installatie Windows XP Professional Edition

Transcriptie:

INFORMATIE ZOEKEN MTSO-INFO 4 NILS NEYT DIMITRI MORTELMANS KOEN PEPERMANS NICO CARPENTIER 1999 Faculteit PSW Universiteit Antwerpen Contact: prof. dr. Dimitri Mortelmans (dimitri.mortelmans@ua.ac.be) Tel : +32 (03) 820.28.53 - Fax : +32 (03) 820.28.82

MTSO-INFO Documenten in de reeks MTSO-INFO werden geschreven door leden van de vakgroep MTSO (Methoden en Technieken van het Sociaal-Wetenschappelijk Onderzoek) met als doel op een heldere en eenvoudige manier bepaalde thema's van onderzoeksmethoden en computergebruik uit te leggen. De thema s sluiten aan bij analysetechnieken of softwareprogramma s die gebruikt worden aan de Faculteit PSW van de Universiteit Antwerpen. Vermits sommige documenten door andere leden van de Universiteit Antwerpen of daarbuiten nuttig kunnen zijn, worden deze gratis online aangeboden op http://www.ua.ac.be/mtso. Het downloaden en verspreiden van deze documenten is toegestaan mits correcte bronvermelding. WAARSCHUWING: De documenten worden slechts sporadisch bijgewerkt. Dit heeft repercussies voor die documenten die slaan op software. De auteurs hebben niet de bedoeling om bij het uitkomen van nieuwe versies van programma s steeds het hele document te herschrijven. Daarom dient de lezer er rekening mee te houden dat het document steeds slaat op de softwareversie zoals deze bij het uitkomen van het MTSO-INFO document gangbaar was.

INFORMATIE ZOEKEN Inhoud 1 INLEIDING... 2 2 ONLINE INFORMATIE ZOEKEN... 2 2.1 INTERNE(T) INFORMATIE... 2 2.1.1 Informatie op het Web... 2 2.1.2 Andere informatiebronnen... 10 2.2 EXTERNE INFORMATIE... 17 2.2.1 Bibliotheek catalogi... 17 2.2.2 Data-archieven... 17 2.2.3 Elektronisch leren... 18 2.2.4 Elektronisch winkelen en betalen... 18 2.2.5 Elektronisch communiceren... 19 3 OFFLINE INFORMATIE ZOEKEN... 21 3.1 DISKETTE... 21 3.2 CD-ROM... 22 3.3 CD-I... 22 3.4 DVD... 22 MTSO INFO / UA - FPSW

2 1 Inleiding De computertechnologie biedt tegenwoordig veel mogelijkheden om aan informatie te geraken. Enerzijds biedt de opkomst van het Internet en andere toepassingen van het World Wide Web nooit geziene mogelijkheden om aan informatie over allerhande onderwerpen te geraken. Gelet op de oorsprong van het Internet neemt de wetenschappelijke informatie daar geen onbelangrijke plaats in. Anderzijds hebben de steeds groter wordende capaciteiten van personal computers en de doorbraak van grotere opslagmedia ervoor gezorgd dat omvangrijke gegevensbronnen tegenwoordig ook zonder al te veel moeite vanop haast elke computer kan geraadpleegd worden. Beide vormen van (het zoeken naar informatie) zowel online als offline worden in de volgende onderdelen uitgebreid behandeld in al hun aspecten. 2 Online informatie zoeken 2.1 Interne(t) informatie Aangezien het Internet in feite niets meer is dan het kluwen van de onderling met elkaar verbonden plaatselijke netwerken van universiteiten, bedrijven en overheden, kan de gebruiker op het Net een overvloed aan informatie terugvinden door en over deze actoren. De nadruk ligt hierbij echter op het werkwoord "kunnen", want het Net is zo organisch en snel gegroeid dat het niet altijd vanzelfsprekend is om deze informatie te vinden. Eén van de gevolgen van de anarchistische structuur van het Net is dat mensen en organisaties reeds vrij snel de nood voelden om wegwijzers uit te zetten en structuur te brengen in deze informatie-goudmijn. De verschillende wijzen waarop dit nu nog steeds gebeurt, worden in dit deel besproken. 2.1.1 Informatie op het Web 2.1.1.1 Meta-lijsten Een meta-lijst is een gids van WWW-adressen of URL s. In zijn meest eenvoudige vorm is dit slechts één pagina met een opsomming van adressen rond één bepaald onderwerp. Hierbij wordt meestal echter niet over een meta-lijst gesproken. Een meta-lijst is eerder een geheel van HTML-documenten rond een hele reeks van onderwerpen. Deze informatie is net zoals in een bibliotheek gestructureerd op basis van een aantal criteria of categorieën. De indeling naar categorieën kan alfabetisch, chronologisch, geografisch of functioneel zijn. Meestal wordt er echter met een combinatie van categorieën gewerkt. De openingspagina van de meta-lijst vermeldt meestal de hoofdcategorieën. Door te klikken op één van deze hoofdcategorieën springt de gebruiker naar een ander HTML-document met een verdere onderverdeling in subcategorieën. Ook hier kunnen verder keuzes

3 gemaakt worden, totdat de gebruiker uiteindelijk terecht komt bij de lijst van adressen die specifiek informatie verschaffen over het gezochte onderwerp. Het aantal tussenliggende niveaus kan verschillen van onderwerp tot onderwerp, maar meestal wordt er gestreefd naar maximaal vier stappen tussen de hoofdcategorieën en de specifieke lijst van URL s opdat de meta-lijst overzichtelijk zou blijven. Het is belangrijk bij meta-lijsten voor ogen te houden hoe ze aangemaakt worden. Oorspronkelijk werd een meta-lijst aangemaakt door één of door enkele personen die zelf op het WWW op zoek gingen naar pagina s of sites die om één of andere reden interessant waren om op te nemen in de lijst. Dit systeem werkte goed zolang de aangroei van het WWW zeer beperkt was. In de laatste jaren is deze aangroei echter explosief (sommigen zouden zelf zeggen exponentieel) gestegen. De huidige grote meta-lijsten worden daarom meestal met behulp van een robot onderhouden. Een robot is een zoekprogramma dat een lijst van sites bezoekt en alle daar aanwezige documenten doorzoekt op bepaalde trefwoorden in titels of tekst. Op basis hiervan wordt dan een verslag gegenereerd en opgeslagen. Op basis van dit verslag beslissen de personen verantwoordelijk voor de meta-lijst welke sites in aanmerking komen om toegevoegd te worden. Deze menselijke inbreng zorgt ervoor dat niet elk document waarin een bepaalde term voorkomt opgenomen wordt in de lijst, maar alleen die documenten die een bepaalde meerwaarde over het onderwerp bevatten. Een andere wijze waarop de metalijsten aangevuld worden, is het doorzoeken en opnemen van URL s die door de bezoekers van de meta-lijsten zelf opgegeven werden. Bij het zoeken via een meta-lijst gaat de gebruiker een beperktere lijst van adressen rond een bepaald onderwerp terugvinden dan hij zou krijgen na het zoeken op een bepaalde zoekterm via search engines (cfr. infra). Hiertegenover staat dat de informatie die de gebruiker terugvindt op deze adressen gecontroleerd is en inderdaad sterk verband houdt met het gezochte onderwerp. Hieronder vindt U de kenmerken en achtergronden van de twee grootste metalijsten op het Web.

4 Yahoo (http://www.yahoo.com) De oudste van de grote metalijsten ontstond op het einde van 1994. Sinds december 1997 is het de grootste metalijst met de indexering van zo'n 750.000 websites. Bijzonder aan Yahoo is dat onderaan de pagina met zoekresultaten telkens een overzicht van de voornaamste search engines verschijnt. Een onbekende zoekterm kan aldus snel elders aan de hand van een zoekmotor opgezocht worden. Naast die verwijzingen voorziet Yahoo elke resultatenpagina ook van een alternatief overzicht van zoekresultaten die met behulp van Inktomi (cfr. infra) bekomen werden. LookSmart (http://www.looksmart.com) Deze metalijst werd toegankelijk in oktober 1996 en tegen februari 1998 omvatte het al niet minder dan 300.000 websites. LookSmart verschijnt standaard op de zoekpagina van browserproducent Netscape. Daarnaast maken ook de grote zoekmotoren AltaVista en HotBot van de mogelijkheden van LookSmart gebruik. Omgekeerd maakt LookSmart gebruik van de zoekresultaten van AltaVista indien een zoekopdracht niet in één van de categorieën ondergebracht kan worden. Bij de hertekening van de site in 1997 werd van de aanvankelijke Java-interface afgestapt om het laden van de pagina's aanzienlijk te versnellen. Hieronder volgen eveneens een aantal belangrijke Belgische meta-lijsten: RoadHouse http://www.roadhouse.be Webbel http://www.webbel.be WebRider http://www.webrider.be WebWatch http://www.webwatch.be 2.1.1.2 Search engines of zoekmotoren Een search engine is een databank die uit een lijst van adressen op het Internet bestaat. Een voordeel in vergelijking tot de hierboven besproken meta-lijst is dat de gebruiker niet beperkt wordt door op voorhand ingestelde categorieën. De gebruiker kan de database van de search engine doorzoeken aan de hand van één of meerdere zelf in te typen zoekwoorden. Het zoekprogramma zal de gebruiker dan een geordende lijst tonen van pagina s waarin deze zoekwoorden voorkomen. De ordening wordt gebaseerd op zowel het afzonderlijk aantal keren voorkomen als het gecombineerde gebruik van deze trefwoorden. Met behulp van een aantal operatoren kan de gebruiker deze zoekopdracht verfijnen en preciseren. Hoewel de verschillende zoekmotoren verschillende technieken hanteren om deze database aan te maken, zijn er toch een aantal gemeenschappelijke kenmerken. In tegenstelling tot de meta-lijsten wordt de inhoud van de database niet verkregen door menselijke inbreng. Net zoals bij de meta-lijst gaat een robot op zoek op basis van een lijst van adressen. In plaats van echter een verslag te genereren wordt de informatie die de robot verzamelt rechtstreeks toegevoegd

5 aan de database. Sommige robots indexeren volledige HTML-documenten, andere alleen bepaalde termen. Aangezien het Internet verbonden is via deze hyperlinks, zou een robot in theorie het volledige Internet kunnen doorkruisen en indexeren. Zowel de omvang als de snelle veranderingen op het Internet beletten dit echter. Bepaalde robots passen dezelfde techniek trouwens ook toe op de nieuwsgroepen en mailing lists. Aangezien de menselijke inbreng bij de invulling van de database van een search engine meestal zeer beperkt is, is de informatie die de gebruiker als resultaat krijgt meestal omvangrijk. Om het opzoeken van informatie te vergemakkelijken wordt er daarom tegenwoordig meer en meer gewerkt met een combinatie van meta-lijst en search engine. De gebruiker geeft zelf een zoekopdracht in waarbij ook aangeduid wordt binnen welke hoofdcategorie gezocht moet worden in de database. Hieronder vindt U een overzicht van de belangrijkste search engines met hun respectievelijke kenmerken en achtergronden: Alta Vista (http://www.altavista.digital.com) Deze zoekmotor is in december 1995 ontstaan en wordt door Compaq beheerd. In juni 1996 ging het een tweejarige alliantie met Yahoo aan. Met Lycos heeft het een overeenkomst inzake het gebruik van diens meta-lijsten. Alta Vista is al jaren de grootste search engine het beslaat zo n 70 procent van het Net en is vooral geliefd bij veeleisende gebruikers. Excite (http://www.excite.com) Sinds haar ontstaan op het einde van 1995 kent Excite een gestage groei, die gepaard ging met de overname van twee grote concurrenten, Magellan en WebCrawler. Deze laatsten bleven echter voortbestaan als aparte zoekmotoren. HotBot (http://www.hotbot.com) Het bedrijf Wired Digital stichtte HotBot in mei 1996. De site maakt gebruik van de Inktomi zoekmotor. Aanvankelijk was dit de search engine van de Berkeley Universiteit, maar al gauw werd een gelijknamig bedrijf opgericht in functie van HotBot. Nu maken echter ook andere search engines gebruik van de Inktomi zoekmotor. HotBot heeft ook een akkoord met LookSmart gesloten voor het gebruik van diens meta-lijsten. Infoseek (http://www.infoseek.com) Oorspronkelijk ontstond Infoseek aan het begin van 1995 en omvatte het zo'n 1 à 2 miljoen URL's. In de herfst van 1996 werd echter een nieuwe versie van de site geïntroduceerd, die ondertussen zo'n 30 miljoen sites beslaat.

6 Lycos (http://www.lycos.com) Dit is een van de oudste grote search engines. Het begon als een project aan de Carnegie Mellon Universiteit omstreeks mei 1994. De naam Lycos is afkomstig van het Latijnse woord voor Wolfspin. Spider is immers een Engels synoniem voor search engine, net als het woord Webcrawler. WebCrawler (http://www.webcrawler.com) Deze site werd op 20 april 1994 toegankelijk voor het internetpubliek. Het was als onderzoeksproject aan de Universiteit van Washington gestart. Al vrij snel kwam het in vreemde handen: in maart 1995 werd het eigendom van America Online en vervolgens in november 1996 van Excite. Laatstgenoemde baat WebCrawler als een onafhankelijke search engine uit. De summier beschreven grote zoekmotoren bezitten concreet volgende kenmerken. Het gaat hier evenwel slechts om een momentopname. Alhoewel de cijfers recent zijn, mag niet vergeten worden dat het Net een evolutief medium is. Tabel 1: De kenmerken van de grote zoekmotoren Kenmerk AltaVista Excite Hotbot Infoseek Lycos WebCrawler Grootte (pct. van het Net) 140 milj. sites (70 %) 55 milj. sites (28 %) 110 milj. sites (55 %) 30 milj. sites (15 %) 30 milj. sites (15 %) 2 milj. sites (1 %) Gezochte sites per dag 10 miljoen 3 miljoen tot 10 miljoen - 6 tot 10 miljoen - Versheid 1 dag tot 1 maand 1 tot 3 weken 1 dag tot weken 1 dag tot 2 maanden 2 tot 3 weken 1 tot 4 weken Toegevoegde sites 1 dag 1 tot 3 weken binnen 2 weken binnen 2 dagen 2 tot 3 weken 1 tot 4 weken Niettoegevoegde sites 1 dag tot 1 maand 3 weken 2 weken 1 tot 2 maanden 2 tot 3 weken 1 tot 4 weken Diepte geen grens geen grens geen grens geen grens geen grens geen grens Bron: http://www.searchenginewatch.com/webmasters/features.html (gegevens dd. 04/08/1998) Ook enkele belangrijke Belgische search engines kunnen in dit overzicht niet ontbreken: AdValvas http://www.advalvas.com Trouv tout http://www2.ccim.be WebSearch http://www.euregio.net/websearch/ Naast de gewone search engines bestaan er ook metasearch-engines. Deze zoekmotoren voeren zelf geen zoekopdrachten uit, maar halen de gevraagde

7 informatie tegelijkertijd van een reeks zelfstandige zoekmotoren. Deze sites zijn als het ware een compilatie van verschillende search engines. De kans op succes in de zoektocht naar informatie wordt hier uiteraard alleen maar groter door. Hieronder staan een aantal van de grootste van die metasearch engines: Dogpile http://www.dogpile.com Mamma http://www.mamma.com MetaCrawler http://www.metacrawler.com Metafinder http://www.metafinder.com 2.1.1.3 Zoekstrategieën Hoewel het voorbarig zou zijn te beweren dat er over elk onderwerp informatie te vinden is op het Net, kan men toch zeggen dat het Internet een zeer rijke bron van informatie is. Zowel meta-lijsten als search engines zijn twee krachtige gereedschappen om deze bron aan te boren. Zoals steeds zal het echter aan de gebruiker zijn om deze middelen efficiënt te gebruiken. Het is met andere woorden noodzakelijk een goede zoekstrategie te ontwikkelen. In onderstaand schema staat een mogelijke strategie om informatie op het Internet te zoeken. Daaruit blijkt ook het verschil in gebruik tussen meta-lijsten en search engines. Meta-lijsten worden namelijk gebruikt in het geval de gebruiker enkel over algemene informatie beschikt, terwijl met specifieke zoektermen of zinnen best van search engines gebruik gemaakt wordt. Figuur 1: Voorbeeld van een zoekstrategie Bron: http://www.slu.edu/departments/research/rcont5.html Volgende stappen zijn dus noodzakelijk bij het zoeken van informatie: Het formuleren van de algemene, te beantwoorden vraag De identificatie van de belangrijkste begrippen in die vraag Het zoeken naar relevante zoektermen die deze begrippen dekken Het zoeken naar synoniemen voor deze termen en ze eventueel vertalen Na deze stappen kan de gebruiker op zoek gaan naar de gewenste informatie op het WWW. Bij de search engines vertrekt de gebruiker daarbij best meteen met

8 zoveel mogelijk relevante trefwoorden. Te weinig specifieke trefwoorden leveren immers al snel een overvloed aan niet-relevante resultaten op. Te specifieke trefwoorden daarentegen kunnen geen resultaat opleveren. Om succesvol te zoeken is bovendien het gebruik van booleaanse operatoren en het werken met haakjes daarbij meestal een aan te raden optie. Booleaanse operatoren Er zijn een viertal van die booleaanse operatoren waarmee de meeste zoekopdrachten geformuleerd kunnen worden. Operator AND OR NEAR NOT ADJACENT Betekenis Deze uitdrukking laat het programma zoeken naar het gezamenlijk voorkomen van beide termen. Vb. Statistics AND SAS programming 1 Deze uitdrukking laat je toe om het afzonderlijk voorkomen van één van beide termen te verkrijgen. Vb. SAS OR Statistical Analysing System Deze uitdrukking doet hetzelfde als AND maar neemt enkel die pagina s op waarvan beide termen binnen de tien woorden van elkaar staan. Komen de twee termen in een tekst voor maar staan ze ver uit elkaar dan zullen ze niet voorkomen. Vb. "statistics" NEAR "CATMOD" Het gebruik van NOT sluit een bepaalde term uit van de zoekopdracht. Let wel op dat je NOT steeds gebruikt in combinatie met AND (d.w.z. AND NOT) indien NOT niet vooraan in de zoekopdracht staat. Vb. Statistics AND NOT qualitative research Strikt genomen is dit geen echte Booleaanse operator, maar in enkele search engines kan er wel gebruik van gemaakt worden. Het gebruik van haakjes Heel belangrijk in het opstellen van je zoekopdrachten is de plaats waar je haken zet in complexe zoekregels. Hier worden de regels van de associativiteit gevolgd. Aan de hand van een aantal voorbeelden wordt er aangetoond waar je wanneer haken zet. 1 Merk op dat zoektermen die uit meerdere woorden bestaan én toch een geheel vormen tussen aanhalingstekens [""] gezet worden.

9 Combinaties met AND gemiddelde OR t-test AND chi-kwadraat gemiddelde OR (t-test AND chi-kwadraat) (gemiddelde OR t-test) AND chi-kwadraat NOT gemiddelde AND t-test (NOT gemiddelde) AND t-test NOT (gemiddelde AND t-test) De eerste twee geven hetzelfde resultaat: documenten met zowel t-test en chi-kwadraat er in worden geselecteerd in combinatie met documenten die gemiddelde bevatten. De derde zoekopdracht zal zoeken naar documenten die zeker chi-kwadraat bevatten én ofwel gemiddelde ofwel t-test. Opnieuw zijn de eerste twee zoekopdrachten gelijk: t-test wordt opgezocht in combinatie met het niet voorkomen van gemiddelde. De laatste zoekopdracht geeft alle documenten die niet gemiddelde én t-test bevatten. Combinaties met NEAR gemiddelde NEAR t-test AND chi-kwadraat (gemiddelde NEAR t-test) AND chi-kwadraat (gemiddelde NEAR t-test) AND (gemiddelde NEAR chikwadraat) NOT gemiddelde NEAR t-test NOT (gemiddelde NEAR t-test) t-test AND NOT (gemiddelde NEAR t-test) gemiddelde NEAR t-test OR chi-kwadraat (gemiddelde NEAR t-test) OR chi-kwadraat gemiddelde NEAR (t-test OR chi-kwadraat) (gemiddelde NEAR t-test) OR (gemiddelde NEAR chikwadraat) De eerste twee opdrachten geven alle twee documenten waarin gemiddelde voorkomt in de buurt van t-test én waarbij eveneens in hetzelfde document nog eens de term chi-kwadraat staat. Als je wil dat in één document gemiddelde in de buurt van t-test staat én ook in de buurt van chikwadraat dan gebruik je de derde mogelijkheid. De eerste twee opdrachten elimineren documenten waarbij gemiddelde in de buurt staat van t-test. De derde zoekopdracht geeft alle documenten waar t-test in voor komt maar waar gemiddelde niet in de buurt staat van t-test. Deze twee opdrachten leveren documenten op waar chi-kwadraat in staat of waar gemiddelde in de buurt staat van t-test. Dit laatste voorbeeld geeft aan hoe je wwwpagina s vindt waarbij gemiddelde in de buurt staat van t-test of waar gemiddelde in de buurt staat van chi-kwadraat. In de praktijk zal de gebruiker merken dat niet al deze mogelijkheden door de meest gangbare meta-lijsten en search engines ondersteund worden. Hieronder volgt een overzicht van de ondersteuning door de grootsten onder hen:

10 Tabel 2: De zoekstrategieën voor de grote zoekmotoren Kenmerk AltaVista Lycos HotBot Excite Infoseek WebCrawler Standaard or or pop-up menu and or or Booleaanse operatoren and, and not, or, near and, or, not and, or, not AND, AND NOT, OR and, or, not, adjacent, near [ ] within 100 and, or not, near, adj Zinnen Hoofdletters identiek ongevoelig ongevoelig identiek identiek ongevoelig Woorden exof inclusief +/- +/- +/- +/- +/- Speciaal afbakening door datum, formaat en veld zoeken naar afbeeldingen en geluiden Bron: http://www.kclp.lib.mo.us/search/chart.htm afbakening door datum, mediumtype en best. type zoeken naar afbeeldingen 2.1.2 Andere informatiebronnen 2.1.2.1 Databanken Vooraleer het World Wide Web de stuwende kracht werd achter de groei van het Internet gedurende het laatste decennium, bestonden er reeds manieren om informatie online beschikbaar te maken voor externe gebruikers. Het Internet is ondertussen immers ook al dertig jaar oud (zie Deel I). De informatie die werd aangeboden was en is nog steeds hoofdzakelijk tekstueel van aard. Een blijvend voordeel hiervan is de snelheid waarmee de informatie verzonden kan worden. Toch is het de vraag of deze informatiebronnen op langere termijn niet verdrongen zullen worden door het WWW en diens grafische aantrekkelijkheden. Hieronder volgt een overzicht van de voornaamste informatiebronnen. Gopherspace De Gopher-databases werken net zoals http, telnet of ftp volgens het client-server model. Hoewel er ook aparte programma s bestaan om de zogenaamde Gopherspace te doorkruisen, kan men hiervoor best Netscape of Internet Explorer gebruiken. In plaats van een URL geeft men een gopher-adres op (beginnende met gopher:// ). De Gopher-databases zijn volledig menugestuurd en bevatten meestal ook links naar andere Gopher-databases op het Net. Net zoals bij het WWW gebeurt het navigeren met behulp van de muis. De Gopher-databases bevatten meestal korte artikels en gespecialiseerde informatie. Aangezien het aanmaken en onderhouden van een Gopher-database niet zo eenvoudig is als het aanmaken van HTML-documenten, zal men hier meestal zelden persoonlijke of commerciële informatie terugvinden.

11 Voorbeelden: Belnet gopher://gopher.belnet.be KUL gopher://gopher.kuleuven.ac.be/11 NAVO gopher://gopher.nato.org WAIS Het WAIS (Wide Area Information System) bevat eveneens een rijkdom aan informatie. Elke WAIS-database bevat informatie over één, al dan niet ruim onderwerp. Aan de hand van zoekwoorden kan de gebruiker de database doorzoeken en wordt er een selectie van artikels aangeboden die aan de zoekvoorwaarden voldoen. Naast publieke bestaan er ook een aantal commerciële databases waarvan de Dow Jones Information Service misschien wel de bekendste is. De WAIS-databases kunnen onder Unix met het commando wais <naam server> geraadpleegd worden. Voorbeeld: WAIS op UIA http://www.uia.ac.be/ext/waisgate.html Whois De Whois-databases bevatten zeer specifieke informatie. De bedoeling van deze databases is om informatie over gebruikers op het Internet beschikbaar te stellen. Het gaat hier meestal over het e-mailadres, de functie en het werkadres van een persoon. Door de sterke toename van het aantal gebruikers zijn de gegevens van de Whois-databases niet steeds recent of correct. Pogingen om een volledige database (opgesplitst in een aantal subdatabases) van gebruikers aan te maken worden ondernomen, maar dit lijkt momenteel een onhaalbare kaart. Om de database te raadplegen kan men onder Unix het commando "whois <naam persoon>" gebruiken. Archie Ook de Archie-databases bevatten een specifiek soort informatie. Ze houden een lijst bij van bestanden die opgeslagen staan op ftp-servers in hun regio. Gebruikers kunnen via een deel of de volledige naam van een bestand de database doorzoeken en krijgen dan een lijst van ftp-servers die de bestanden aanbieden. Op deze wijze is het mogelijk verschillende locaties te proberen totdat men een vlotte verbinding krijgt. De Archie-databases kunnen geraadpleegd worden met het commando "archie <naam server><naam bestand>" onder Unix. Daarnaast bestaan ook Windows-gerichte Archie-clients, die veel handiger in het gebruik zijn. FAQ Hoewel het hier niet gaat om een elektronische database zijn ook de FAQ s een belangrijke vorm van informatie op het Net. Een FAQ (Frequently Asked Questions) is een tekstdocument met een aantal veel gestelde vragen en de antwoorden hierop rond een bepaald onderwerp. Op het WWW kan men heel wat FAQ s raadplegen en ook vindt men ze vaak terug op FTP-servers. Zij zijn vaak de beste inleiding tot een onderwerp en voorkomen dat steeds weer dezelfde vragen beantwoord moeten worden.

12 2.1.2.2 E-mail, nieuwsgroepen en listservers Een nadeel van de informatiebronnen die tot nu toe besproken werden, was de afhankelijkheid van bestaande informatie. Indien de informatie nog niet opgenomen is in een meta-lijst of een search engine en evenmin in één van de informatiesystemen, dan zal de informatie moeilijk of niet te vinden zijn. Er zijn echter nog andere manieren om gebruik te maken van het Internet. Men kan via e-mail altijd trachten aan informatie te geraken. Dit veronderstelt echter dat vooraf reeds aanverwante informatie gevonden werd alsook e-mailadressen van personen die met dat bepaalde onderwerp bezig zijn. Indien deze informatie niet voorhanden is, bieden nieuwsgroepen of listservers een oplossing. Zij verschaffen immers beide de kans om bijkomende informatie te vragen of om nieuwe discussies te starten zonder voorafgaandelijke kennis van e-mailadressen. Nieuwsgroepen Onder de verzameling USENET vindt men de nieuwsgroepen terug. USENET is eigenlijk geen netwerk, maar wel een verzameling van servers die meewerken aan de verspreiding van het netwerk-nieuws. Een nieuwsgroep is een elektronische postbus waarheen gebruikers via e-mail berichten kunnen sturen en berichten van andere gebruikers raadplegen. Op deze wijze kunnen discussies ontstaan met een stroom reacties en tegenreacties. Om het geheel overzichtelijk te kunnen houden wordt er gewerkt met een thematische indeling. Momenteel zijn er zo reeds een kleine 15.000 nieuwsgroepen die onderwerpen bevatten van allerlei aard, gaande van ruimtevaart tot recepten. Aan de hand van de naam van de nieuwsgroep kan de gebruiker afleiden over welk onderwerp de nieuwsgroep handelt. Een voorbeeld maakt dit wellicht duidelijk. De naam "comp.os.windows95.setup" kan als volgt ontleed worden: comp: dit is het hoogste niveau. Het is een nieuwsgroep die zich bezighoudt met computing of informatica. os: operating systems of besturingssystemen. De nieuwsgroep zal te maken hebben met het aspect besturingssytemen. Dit sluit dus de technologische discussies uit. windows95: hiermee wordt het onderwerp nog scherper afgelijnd. Alleen berichten i.v.m. het besturingssysteem Windows95 zouden in theorie naar deze nieuwgroep verstuurd mogen worden. setup: de berichten in deze nieuwsgroep en de vragen die de gebruikers hier kunnen stellen zouden moeten gaan over het installeren van het besturingssysteem Windows95 Vooral de eerste term is belangrijk om te weten over welk onderwerp een nieuwsgroep handelt. Er zijn slechts een aantal hoofdcategorieën.

13 Tabel 3: Hoofdcategorieën van de nieuwsgroepen Categorie alt biz comp news rec sci soc talk Betekenis alternatieve zaken commerciële berichten en aankondigingen computing informatie over usenet recreatie en ontspanning wetenschap sociale nieuwsgroepen controversiële onderwerpen Hiernaast zijn er ook nog hoofdcategorieën die aangeven dat een nieuwsgroep slechts gericht is op een bedrijf of universiteit (b.v. groepen beginnende met ua.*) of een bepaald land of regio (b.v. be.*; eunet.*). De berichten in deze nieuwsgroepen worden dan ook niet naar newsservers die buiten het bereik vallen, verstuurd. De meeste nieuwsgroepen zijn niet-gemodereerd. Dit wil zeggen dat niemand nagaat of de inhoud van de berichten wel overeenkomt met het thema van de groep. Hoewel de meeste gebruikers zich aan het thema van een nieuwsgroep houden, zijn er ook individuen of bedrijven die hetzelfde bericht naar een hele reeks groepen sturen. Dit zogenaamde cross-posting wekt heel wat wrevel op en vaak wordt dit gevolgd door een represaille vanwege van de gebruikers. Eén van de meeste beruchte voorbeelden is dat van een Amerikaans advocatenkantoor dat naar bijna alle nieuwsgroepen hetzelfde reclamebericht stuurde. Als reactie ontving het bedrijf op zijn e-mailadres duizenden berichten (mail bombing) en ook via telefoon en fax werden ze belaagd. Binnen de kortste keren liep hun (mail)server aldus helemaal vast. Zoals steeds is het belangrijk je als gebruiker te houden aan een aantal elementaire beleefdheidsregels. Listservers of Listserv mailing-lists Listservers zijn vergelijkbaar met nieuwsgroepen. Een LISTSERV is een mailing list programma dat ontworpen is om elektronische post te kopiëren en te verdelen naar de leden van die listserver. Dat is in essentie hetzelfde opzet als bij een nieuwsgroep, met dit verschil dat bij nieuwsgroepen de boodschappen op één centraal punt verzameld en daar geraadpleegd, terwijl bij een LISTSERV de boodschappen centraal verzameld maar lokaal geraadpleegd worden. Belangrijk bij LISTSERV s is het verschil in het oog te houden tussen het LISTSERV file server adres en het LISTSERV lijstadres. A. Het LISTSERV file server adres De LISTSERV file server is de machine waar je allerlei LISTSERV-bevelen naar stuurt. De file server dient om nieuwe abonnees in te schrijven, om archiefstukken te beheren, enz. Het kan misschien eigenaardig lijken maar die commando s

14 worden via een gewoon e-mail bericht doorgestuurd. De file server-machine is zo geprogrammeerd dat het e-mail berichten met LISTSERV-commando s kan lezen en uitvoeren. Er bestaan handboeken vol met LISTSERV-commando s. We behandelen enkel de vier belangrijkste: Inschrijven op een LISTSERV Om in te schrijven op een lijst stuur je een e-mail bericht naar het LISTSERV file server adres (hoe je aan die adressen komt, bespreken we in de volgende paragraaf). Je geeft geen Subject op en zet op de eerste regel van het tekstvak: subscribe [lijstnaam] [Voornaam Achternaam] vb. subscribe PSW-L Jan Janssens Uitschrijven op een LISTSERV Nadat je dit berichtje hebt verstuurd krijg je naargelang de nieuwsgroep ofwel binnen de 48 uur allerlei inschrijvinsinformatie van de fileserver, ofwel een onmiddelijk lidmaatschap zonder voorafgaandelijke bevestiging. Indien je in het eerste geval de instructies beantwoordt die je krijgt, wordt je automatisch ingeschreven op de lijst. Om een lidmaatschap op te zeggen, volstaat het een berichtje met het volgende commando te sturen: unsubscribe [lijstnaam] Lijst van berichten van een LISTSERV halen Een bericht van de LISTSERV halen Vaak houdt men op de file server bestanden bij die interessant zijn in het kader van het onderwerp van de groep. Een lijst van dergelijke bestanden krijg je met het commando: index [lijstnaam] <F=mail> De optie F=mail wijst op het formaat waarin je de file wil krijgen. Als je F=mail gebruik zal de file server het bestand per e-mail sturen. De index die je krijgt toegestuurd zal een lijst bevatten met bestandsnamen en daarbij het passende bestandstype. Indien er iets interessants staat op de fileserver kan je het GET-commando gebruiken om een bepaalde file af te halen: get [filenaam] [filetype] <f=format> vb. get rfc 1462 f=mail

15 B. Het LISTSERV lijstadres Het LISTSERV lijstadres is het adres waar je teksten naartoe stuurt die voor heel de groep bedoeld zijn. Dit kan enerzijds op eigen initiatief gebeuren, om bijvoorbeeld een bepaalde stelling te formuleren of om een vraag te stellen aan één persoon, meerdere personen of de hele groep van abonnees. Anderzijds kan jouw schrijven ook door iemand anders uitgelokt worden, bijvoorbeeld ten gevolge van een vraag of als reactie of aanvulling op een eerder geponeerde stelling. Het gaat hier dan ook om de kern van nieuwsgroepen: fora die continu in beweging zijn ten gevolge van de talloze opmerkingen, vragen en reacties die van zowat alle leden uitgaan. Achter het LISTSERV adres schuilt technisch gesproken in feite niets meer dan een e-mail kopieer- en verzendmachine. Het is dus aangewezen géén commando s naar het LISTSERV lijstadres te sturen, want dan wordt die boodschap behandeld als een doodgewone brief en bijgevolg de hele groep rondgestuurd C. Over LISTSERV-adressen Zoals hierboven reeds werd aangegeven is het heel belangrijk om het lijstadres en het file server adres uit elkaar te houden. Beide worden nogal snel verward omdat ze zo goed op elkaar lijken. We geven een (fictief) voorbeeld: Lijstadres van een fictieve LISTSERV: Lijstnaam van een groep: File server van die lijst: PSW-L@uia.ua.ac.be PSW-L LISTSERV@uia.ua.ac.be Het voorbeeld geeft het verschil duidelijk aan. Het lijstadres begint met de lijstnaam terwijl het file server adres die naam vervangt door LISTSERV. Op die manier kan je steeds onmiddellijk een lijstadres van een file server adres onderscheiden. Rest tot slot nog de vraag hoe je aan de lijstadressen komt om je op een interessante groep in te schrijven. Daar bestaan twee manieren voor. 1. WWW: Vooreerst is er een URL/LISTSERV-pagina die je met een browser kan opzoeken en die een overzicht biedt van alle LISTSERV-groepen, geordend op een aantal manieren: http://www.tile.net/tile/listserv/viewlist.html 2. E-mail: Ten tweede bestaat ook een groot bestand met een overzicht van alle LISTSERV-groepen die op het Internet bestaan, inclusief hun omschrijving en hun adres. Om dit bestand te bekomen, volstaat het een mailtje sturen naar onderstaand adres, met het commando list global om het volledige bestand te ontvangen: LISTSERV@CC1.KULEUVEN.AC.BE

16 Om de lijst een beetje in te korten, kan je ook gaan zoeken op bepaalde kenwoorden. Als je volgend commando stuurt naar het file server adres: list global socio, zal de lijst ingekort worden tot lijsten die iets met sociologie te maken hebben. Mensen uit de communicatiewetenschappen kunnen gebruik maken van de zoekwoorden communicat, radio, telecom, tv, phone en politologen gebruiken pol. Je kan natuurlijk altijd zelf een aantal andere zoekwoorden (zoek steeds een Engelse variant) uitproberen. 2.1.2.3 IRC en talk Een zeer specifieke bron van informatie of misschien beter communicatie is IRC (Internet Relay Chat) en talk. Alternatieven zijn ICQ, MSN Messager en AOL Instant Messenger. Eerstgenoemd communicatiemiddel laat toe deel te nemen aan gesprekken over het Internet via het toetsenbord. Met de juiste software en enkele beginadressen kan de gebruiker op die wijze in contact komen met mensen van over heel de wereld. Meestal gaat het in deze gesprekken echter niet zozeer over wetenschappelijke onderwerpen, maar eerder over relaties, ontspanning of muziek. Het talk-bevel maakt eveneens een rechtstreekse communicatie mogelijk andere mensen via het toetsenbord. Hierbij is er echter slechts een gesprek mogelijk met één persoon tegelijk en moet deze persoon ook ingelogd zijn op de server. Let er daarbij ook op of die andere persoon met SAS bezig is of niet (zie Deel I). 2.1.2.4 Telnet en FTP Bij een klassieke Telnet-verbinding moet je om toegang te krijgen tot de server een gebruikersnaam en paswoord opgeven. Ook bij FTP is dit het geval. Er bestaan echter ook een aantal Telnet-servers die net zoals bij FTP een anonieme login toestaan. Meestal is het de bedoeling informatie op een eenvoudige manier toegankelijk te maken. Het is immers niet efficiënt elke gebruiker die toegang tot de betreffende informatie wenst een eigen gebruikersnaam en paswoord te geven. Deze anonieme Telnet geeft de gebruiker dan de mogelijkheid om een beperkte reeks handelingen uit te voeren en informatie te raadplegen. Een goed voorbeeld hiervan is de bibliotheek van de UIA die via telnet bereikbaar is (zie ook Deel I). 2.1.2.5 Push technologie Door middel van deze recente technologie wordt informatie van het Net naar de computer gebracht (als het ware gepusht ), in plaats van zelf op zoek te gaan naar informatie. Push technologie bestaat onder twee vormen. De eerste vorm is eerder passief van aard, zodat soms wel van pull gesproken wordt. Speciale software maakt onder deze, passieve variant van de PC-verbinding met het internet gebruik om op de achtergrond allerlei bestanden of recente informatie van speciale servers op te halen en op bepaalde momenten weer te geven op het scherm. Dit kan zowel aan de hand van gewone programma s zoals BackWeb

17 gebeuren, als onder de vorm van screen savers zoals PointCast en After Dark Online. Een tweede, agressievere vorm van push technologie is doorgebroken na de lancering van versies 4.x van de webbrowsers van Microsoft en Netscape, als element in hun onderlinge browseroorlog. Informatie wordt in het geval van Microsoft's Internet Explorer rechtstreeks naar het bureaublad van de gebruiker gedownload. Het staat deze laatste vrij zelf te bepalen welke kanalen ( channels ) daarop worden weergegeven. De informatiestroom is evenwel continu en altijd zichtbaar voor zover er niets op de voorgrond staat. 2.2 Externe informatie 2.2.1 Bibliotheek catalogi Tijdens de jaren tachtig zijn de meeste, grotere bibliotheken overgestapt van de klassieke kaartenbak op elektronische databases om hun collecties te beheren. Dit zorgt voor een betere opvolging aangezien aan deze database ook gegevens gekoppeld kunnen worden over de uitleners. Deze database kan dan eveneens via terminals ter plaatse geraadpleegd worden door de gebruikers. Het VUBISsysteem waarop onder andere de bibliotheken van UFSIA en UIA aangesloten zijn is hiervan een goed voorbeeld. Een volgende logische stap is dan ook al deze databases met elkaar te verbinden en toegankelijk te maken via het Internet. Op deze wijze kunnen gebruikers nu niet alleen de catalogi van de meeste Belgische universiteiten via het World Wide Web raadplegen, maar hebben zij eveneens toegang tot bibliotheken van heel de wereld. Naast deze catalogi stellen bibliotheken tegenwoordig meer en meer informatie ter beschikking op grote opslagmedia zoals CD-ROM s of harde schijven. Vooral de veralgemening van het gebruik van CD-ROM-spelers en de spectaculaire daling van CD-ROM-prijzen hebben deze evolutie in de hand gewerkt (cfr. infra). Bovendien kunnen de CD-ROM- collecties vaak ook vanop afstand geraadpleegd worden. Zo kan de uitgebreide collectie van de UIA-bibliotheek doorbladerd worden via het programma "Library Information Network", dat standaard op alle studentencomputers geïnstallerd is. 2.2.2 Data-archieven Naast de besproken elektronische databases bestaan er ook nog een aantal specifieke data-archieven waarvoor de gebruiker aangepaste software en een toegangscode nodig heeft. Hoewel een aantal van hen ook toegankelijk zijn via het Internet gaat het hier meestal toch om systemen waarbij de gebruiker per modem een verbinding met een server moet tot stand brengen en zich dar moet aanmelden. Zo kunnen bij bepaalde uitgeverijen tegen betaling artikels uit hun archieven geraadpleegd en afgehaald worden.

18 2.2.3 Elektronisch leren Net zoals het leven op Mars was ook elektronisch of afstandsleren een stokpaardje van de vroegste SF-auteurs. Hoewel het klassieke onderwijssysteem nog niet hoeft te vrezen, is het toch nu reeds duidelijk dat de mogelijkheden van het Internet hiervoor benut kunnen worden. Momenteel spelen die echter nog een aanvullende rol. Het verspreiden van lesinformatie, elektronische cursussen, contact met docenten via e-mail: dit is momenteel reeds allemaal mogelijk met de bestaande technieken. In de toekomst zullen deze mogelijkheden wellicht nog uitgebreid en verfijnd worden. Of het klassieke leslokaal vervangen zal worden door computers en camera s zal de toekomst moeten uitwijzen. Zo loopt momenteel een proefproject over gelijktijdige lessen met studenten van de UIA en de Katholieke Univeriteit Tilburg door middel van een camera. Een rol die het Internet nu ook kan spelen is er één van zelfstudie. Met lichte overdrijving kan men stellen dat het Net vandaag de dag de rol vervult die de encyclopedie vervulde in de 18 e eeuw. 2.2.4 Elektronisch winkelen en betalen Hoewel het hier niet echt om informatie in strikte zin gaat, is het elektronisch winkelen toch één van de stuwende krachten achter het Internet en vooral dan het World Wide Web. Om deze reden is het belangrijk hier even bij stil te staan. Na een wat schuchtere start springt de commerciële sector nu massaal op dit nieuwe medium. Oorspronkelijk werd het WWW door de bestaande bedrijven vooral gebruikt om nieuwe producten aan te prijzen en meer informatie te verschaffen over het eigen bedrijf. Nu begint men in te zien dat ook verkoop via het Internet een haalbare kaart is. Via WWW-pagina s worden de producten voorgesteld en kan de gebruiker een aankoop doen. Via de post of particuliere verzendingsdiensten komen ze dan bij de gebruiker terecht. Natuurlijk is dit niet geschikt voor alle producten. Vooral zaken als software, boeken en cd s worden momenteel via het Net verkocht en gekocht. Ook warenhuisketens hebben ondertussen hun weg naar het Internet gevonden. In België bestaan momenteel een drietal sites, waar virtueel boodschappen kunnen gedaan worden. De daaropvolgende dag kunnen de bestellingen op een centraal punt afgehaald worden of zelfs aan huis ontvangen worden. Het Net heeft echter ook geleid tot het ontstaan van een aantal nieuwe bedrijven die louter elektronisch zaken doen (de zogenaamde "e-commerce" of "ebusiness"). Aangezien deze bedrijven belang hebben bij een goed werkende elektronische betaling liggen zij ook mee aan de basis van enkele elektronische betalingssystemen. Momenteel bestaan er ruwweg twee manieren om te betalen op het Internet. De eerste manier is het gebruik van een kredietkaart (voornamelijk VISA). De gebruiker geeft een aantal gegevens door via e-mail of een WWW-formulier en de betaling wordt door de verkoper afgehandeld. Aangezien het hier om gevoelige informatie gaat die doorgezonden moet worden, bevat deze werkwijze een aantal