http://www.vub.ac.be/lsts



Vergelijkbare documenten
WETBOEK VAN ECONOMISCH RECHT. Boek XII

HOOFDSTUK I : ALGEMENE BEPALINGEN

Code UNIZO e-commerce label

Wet van 11 maart 2003 betreffende bepaalde juridische aspecten van de diensten van de informatiemaatschappij, B.S. 17 maart 2003

BDMA Dday Legal. Aandachtspunten bij M-commerce. 19 juni Tim Van Canneyt. Of Counsel

Hoe omgaan met verwerkers?

HOOFDSTUK 1 E-commerce juridisch bekeken: toepassingsgebied, informatieverplichtingen en elektronisch contracteren

Speaking Notes. e-invoicing: Juridisch luik

L -; IJa-mail BROKERS ) The LEADER in database - Websites of Belgium BAROMETER VAN HET INTERNET

GEDRAGSREGELS THUISWINKELORG

I N H O U D Inleiding Hoofdstuk 1. Juridische aspecten inzake de persoonlijke levenssfeer en de verwerking van persoonsgegevens 1 Inleiding

Inhoudstafel. De Bibliotheek Handelsrecht Larcier... i Voorwoord bij de Reeks Bank- en insolventierecht...iii. Voorafgaande opmerking...

9 voorwaardelijke toegang : elke technische maatregel en regeling die de toegang tot de beschermde dienst in een begrijpelijke vorm afhankelijk maakt

Publicatieblad Nr. L 178 van 17/07/2000 blz

N Financiële planners A2 Brussel, 27 maart 2014 MH/SL-EDJ/AS ADVIES. over

Wet van 13 maart 2016 op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen, de artikelen 107 tot 122.

Deel I. Belangrijkste basiswetgeving

509795/01/6 van 9 mei 2001 dr. J.A.G. Versmissen

RICHTLIJN (EU) 2018/1910 VAN DE RAAD

KNELPUNTEN HANDELSRECHT BUNDELING VAN DE BIJDRAGEN AAN DE STUDIEDAG "ACTUELE KNELPUNTEN IN HET HANDELSRECHT", GEHOUDEN TE OOSTKAMP OP 8 DECEMBER 2006

Boek I, titel 2 van het Wetboek van economisch recht Hoofdstuk 5. Definities eigen aan boek XIV:

Nieuwsbrief Nieuwe BTW-regels vanaf 01/01/2010 : wijziging inzake de plaats van diensten

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank van 24 augustus 2000;

ALGEMENE VOORWAARDEN. I. Algemeen. Art. 1 Toepassingsgebied. Art. 2 Definities. Art. 3 Website. Art. 4 Sluiten van de overeenkomst

Bijlage bij het memorandum over het verkrijgen van een vergunning als onafhankelijk financieel planner naar Belgisch recht

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Wet van 2 oktober 2017 vergunning voor het exploiteren van een onderneming voor camerasystemen.

De verhouding tussen Richtlijn 98/34/EG en de Verordening betreffende wederzijdse erkenning

U NI Z O E - C O M M E R C E L A B E L

Oproep tot het indienen van blijken van belangstelling nr. MARKT/2006/02/H: Analyse van financiële diensten uit het oogpunt van de gebruiker

GOF. Belgische gedragscode voor veiliger gsm-gebruik door jonge tieners en kinderen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

1. AANVAARDING VAN DE ALGEMENE VOORWAARDEN

De Europese Algemene Verordening van 27 april 2016 over gegevensbescherming (AVG of, in het Engels, GDPR) wordt van toepassing op 25 mei 2018.

A. ALGEMENE GEBRUIKSVOORWAARDEN VAN DE WEBSITE

Juridische aspecten van e- commerce

Doc. nr. E2:31011C05 Brussel, ADVIES VAN HET BUREAU. betreffende

Juridische aspecten van e- commerce

N Vastgoedmakelaar A06 Brussel, MH/BL/LC A D V I E S. over

Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken. van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken

Privacybeleid gebruiksvoorwaarden cookiebeleid

Deeleconomie De FOD Economie in het midden van de puzzel

PAS OP BIJ HET TOEPASSEN VAN ALGEMENE VOORWAARDEN

JC May Joint Committee Richtsnoeren voor de behandeling van klachten door de effectensector (ESMA) en de bankensector (EBA)

Gelieve deze algemene voorwaarden met betrekking tot het gebruik van deze website aandachtig te lezen.

1/ Wie zijn wij? 2/ Onze website

Factureringsregels van toepassing vanaf 1 januari 2013 volgend op de omzetting. in het Belgisch recht van richtlijn 2010/45/EU

RECHTSBIJSTAND. Hoofdstuk 5. Art.21. Voorafgaandelijke bepaling

Levering van goederen naar andere EU-lidstaten / 13

De General Data Protection Regulation : persoonsgegevensverwerking in een strakker jasje

Openbaar. Gezamenlijk rechtsoordeel van CBP en OPTA inzake tell-a-friend systemen op websites

Verbintenissen. ICT gebruiken voor contracten? Contracten over ICT

Verklaring Inzake Privacy

Samenwerkingsverbanden en de AVG

MiFID / Twin Peaks II

Reglement op het gebruik en toezicht

CIRCULAIRE PPB CPB van de CBFA over de voorbereiding op de inwerkingtreding van de MiFID- richtlijn


Gelet op de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, inzonderheid op artikel 15;

INHOUD. Voorwoord... v Inleiding Hoofdstuk I. Relevante begrippen bij de bepaling van het toepassingsgebied... 5

VR 2016 DOC.0943/1BIS

VOORBEELDNOTIFICATIE VOOR ARTIKEL 5:15 ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING (VENTEN) VOLGENS DE MODELVERORDENING VNG

Deze overeenkomst heeft tot doel de modaliteiten voor die toegangsmachtiging te regelen.

Marktpraktijken en informatieverplichtingen

PRIVACYVERKLARING VOOR CAMPUS RECRUITMENT

Privacyverklaring Versie: November 2018

Het principe van de sociale voorkeur

Artikel 2 Toepassingsgebied van de privacyverklaring

Handel op Internet : algemeen EDI. 15 februari Christiaan Beyaert

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

Verkoop- en leveringsvoorwaarden jaspers catering company

Toelichtingen bij enkele begrippen uit de wet marktpraktijken. Bescherming van de consument bv: onrechtmatige bedingen, prijsaanduiding

Welkom op ons privacy beleid!

WEDSTRIJDREGLEMENT GRATIS VZW WEBSITE

p r o v i n c i e Limburg

B2BE Data Processing Overeenkomst 1. DEFINITIES

FAQ over de solden en de sperperiode

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Toepassing van financiële consumentenbescherming op beleggingsvastgoed?

INFORMATIE OVER AANDEELHOUDERSRECHTEN 23 MAART 2012

LEIDRAAD BUSINESS COMPLIANCE VOOR ZAKELIJKE PARTNERS

Richtsnoeren voor de behandeling van klachten door verzekeringstussenpersonen

RECHTSPERSOON v

IBAN: BE BIC: BBRU BE BB - BTW: BE

concept wijziging van het Aanbestedingsbesluit 2015.ah

Circulaire betreffende de procedure voor de overdracht van een portefeuille verzekerings- of herverzekeringsovereenkomsten

'Vooraf erkend persoon' : (soms) ontheven van zijn hoofdelijkheid

2. In het arrest van 20 september 2001 heeft het Hof uitspraak gedaan over twee prejudiciële vragen die respectievelijk betrekking hadden op:

Vragenlijst voor bij bemiddelingsactiviteiten betrokken verantwoordelijke personen

HOOFDSTUK I: Specifieke bepalingen aangaande verkoop op afstand via webshop Eco Toilet.be

Wat zijn in s hemelsnaam elektronische contracten?

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO

JEP Jury voor Ethische Praktijken inzake reclame

A. Inleiding. beroepen. 2 Hervorming verschenen in het Publicatieblad van de Europese Unie L158 van 27 mei 2014.

Richtsnoeren voor de behandeling van klachten door de effectensector (ESMA) en de bankensector (EBA)

Circulaire 2018/C/37 betreffende de invoering van een nieuwe vrijstelling van de taks op de beursverrichtingen

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Transcriptie:

1 http://www.vub.ac.be/lsts

2 Not for quotation. F. Brison, E-commerce wettelijk geregeld sinds maart, Solvay Business Journal, 25/02 25/03 2003, 32- e-commerce wettelijk geregeld sinds maart 2003 In een nummer van Solvay Business Journal gewijd aan de sectoren van telecommunicatie en e-commerce, dringen bepaalde juridische thema's zich op natuurlijke wijze op. Zo bijvoorbeeld de vrij recente juridische reglementering van e-commerce, en meer in het bijzonder de Belgische Wetten van 11 maart 2003 die de Europese e-commerce-richtlijn van 8 juni 2000 in Belgisch recht omzetten en in voege zijn sinds 27 maart 2003. Lange tijd dacht men dat e-commerce een doodgeboren kind zou zijn. Er werd weliswaar veel heisa rond gemaakt, maar één en ander kwam maar niet van de grond. Na de beloftevolle ICT-boom in de jaren negentig, werd het inderdaad akelig stil rond e-commerce. Daar zat de economische crisis natuurlijk voor iets tussen: nieuwe initiatieven ontwikkelen kost immers geld vooraleer het geld kan opbrengen. Toch verschenen er onlangs weer hoopvolle berichten in de pers: uit een enquête van het onderzoeksbureau Insites en het VBO blijkt dat in 2003 27% van de websites van Belgische bedrijven e-commerce toepassingen bevat (ten opzichte van 19% in 2002) 1 en het onderzoeksbureau Forrester Research voorspelde dat alle Europeanen tegen einde 2003 samen voor ongeveer 9 miljard euro goederen via het internet zouden kopen (een stijging van 18% ten opzichte van 2002) 2. Natuurlijk zijn er nog talrijke juridische, technische en psychologische hindernissen te omzeilen, maar vandaag kan niemand er nog aan twijfelen dat het succes van e-commerce, ook in België, daartoe aangespoord door publieke initiatieven, zoals e-government, in de toekomst een (ongekende) vlucht zal nemen. Voor het zover is, kunnen we alvast een overzicht geven van de juridische aspecten van e- commerce die in de Belgische wetten van 11 maart 2003 ("e-commerce-wet") zijn geregeld. Het gaat eigenlijk maar om vier, weliswaar belangrijke juridische aspecten: de vrijheid van vestiging voor dienstverleners, de informatieplicht van dienstverleners, het elektronisch contracteren en de aansprakelijkheid van tussenpersonen op het internet. Overigens, en pour la petite histoire, de e-commerce-wet is geen uitvinding van onze Belgische wetgever, maar zet gewoon de Europese e-commerce-richtlijn van 8 juni 2000 om in Belgisch recht. De Europese wetgever wou al sinds 1998 een aantal juridische belemmeringen wegnemen die de ontwikkeling in de Europese Unie van de dienstverlening in een informatiemaatschappij in de weg staan. Verschillen in wetgeving waren vastgesteld, evenals rechtsonzekerheid betreffende de nationale regeling die op e-commerce van toepassing is. In een per definitie grensoverschrijdende context, zoals deze van het internet, is dat natuurlijk niet aangewezen. Een minimale harmonisatie van de nationale wetgevingen van 1 Belga, E-commerce steeds populairder, De Standaard, 18 december 2003. 2 R. Meeus, Ook elektronische consument koopt dicht bij de deur, De Morgen, 26 december 2003.

3 de Lidstaten drong zich met andere woorden op. Dat leidde tot de Richtlijn die de Lidstaten de tijd gaf tot 17 januari 2002 om haar bepalingen in nationaal recht om te zetten. In België kwam het vrij snel (hoewel, niet snel genoeg) en zonder veel discussie tot de aanneming van deze twee elkaar aanvullende wetten van dezelfde datum. Inmiddels, en meer in het bijzonder op 21 november 2003, heeft de Europese Commissie haar eerste verslag over de toepassing van de Richtlijn gepubliceerd 3. België staat niet op de zwarte lijst. Toepassingsgebied Een eerste vraag is in welke gevallen rekening moet (of kan) gehouden worden met de e- commerce-wet. De wet is van toepassing op "diensten van de informatiemaatschappij", dat wil zeggen diensten die op elektronische wijze, op afstand, op individueel verzoek van een afnemer en gewoonlijk tegen vergoeding worden verricht. Het toepassingsgebied is ruim: de wet is niet alleen van toepassing in een consumentenomgeving (B2C), maar ook in een professionele omgeving (B2B). Gewoonlijk tegen vergoeding verwijst louter naar een economische activiteit, ongeacht of daarvoor door de afnemer werkelijk een vergoeding is betaald. Enkele concrete voorbeelden van "diensten die gewoonlijk tegen vergoeding worden verricht" zijn: de verkoop van CD's via het internet, de aanbieding van on-line informatie door dagbladen en andere informatieleveranciers, zelfs de loutere voorstelling op een website van dergelijke diensten door een persoon die een economische activiteit uitoefent; maar niet de student die zijn curriculum vitae on-line verspreidt, noch diensten die door de overheid worden geleverd, zoals onderwijs. Sommige diensten en juridische aspecten zijn echter uitdrukkelijk uit het toepassingsgebied van de e-commerce-wet gesloten en dus niet aan haar regels onderworpen, met name: de activiteiten van notarissen en advocaten, althans onder bepaalde voorwaarden, de gokactiviteiten (waaronder loterijen en weddenschappen) en welbepaalde juridische aspecten, zoals belastingen 4, privacy en mededinging. De vrijheid van vestiging Ten eerste stelt de e-commerce-wet dat het starten en het uitoefenen van een dergelijke dienstverlening niet afhankelijk is van een voorafgaande vergunning. Vergunningsstelsels die niet specifiek van toepassing zijn op het on-line verlenen van diensten overeind, zoals de gereglementeerde beroepsactiviteiten van bijv. advocaten, notarissen, apothekers, enz. blijven evenwel overeind. Vervolgens stelt de e-commerce-wet dat een dienstverlener die in België is gevestigd, de vereisten van de Belgische wetgeving moet eerbiedigen. De hier geviseerde dienstverlener is de persoon die vanuit een duurzame vestiging in België effectief een economische activiteit uitoefent (ongeacht de plaats waar de voor de dienst aangewende technische middelen zich bevinden). Een in een andere Lidstaat gevestigde dienstverlener, is niet gehouden de Belgische wetgeving na te leven. De naleving van de regels van het "land van oorsprong" volstaat. Lidstaten zijn gehouden tot wederzijdse erkenning van hun respectievelijk regelgeving en 3 COM (2003) 702 def. 4 Zie bijv. de Wet van 28 januari 2004 die het BTW-Wetboek wijzigt (Belgisch Staatsblad, 10 februari 2004).

4 moeten, na de door de Richtlijn doorgevoerde minimale harmonisatie, het beginsel van het "vrij verkeer van diensten" eerbiedigen. Dat is zo bijv. voor de Franse dienstverlener in België, maar ook, omgekeerd, voor de Belgische dienstverlener in Frankrijk. De regel van de vrije dienstverlening moet echter worden genuanceerd; hij geldt onder meer niet voor de contractuele vrijheid om het toepasselijk recht te bepalen, de verzekeringen, de reclame voor collectieve beleggingsfondsen, de contractuele verplichtingen betreffende consumentenovereenkomsten, de intellectuele rechten, de formele geldigheid van contracten met betrekking tot onroerende rechten en de toelating tot spamming. De informatieplicht van dienstverleners Een dienstverlener op het internet heeft krachtens de e-commerce-wet een plicht tot het verschaffen van minimale informatie. Deze informatieplicht moet een zekere transparantie waarborgen in het kader van elektronische transacties. Een onderscheid wordt gemaakt tussen de informatieplicht die in het algemeen geldt (uitgezonderd wanneer contracten uitsluitend en volledig via elektronische post worden gesloten) en de informatieplicht die geldt voor reclame. In het algemeen moet voor de afnemers van de diensten (en de bevoegde controleautoriteiten) een aantal gegevens op eenvoudige, rechtstreekse en permanente wijze toegankelijk zijn (bijv. via het creëren van een hyperkink). Het betreft onder meer identificatiegegevens van de dienstverlener, zoals de officiële naam, het postadres, het e-mailadres, het handelsregisternummer (of nu het nummer van inschrijving in het register van rechtspersonen) en het BTW-nummer, maar ook duidelijke informatie over de prijs, in het bijzonder of de BTW en de leveringskosten inbegrepen zijn. Bovendien moet bij het contracteren via internet, vooraleer de order wordt geplaatst, bijkomende informatie op duidelijke, begrijpelijke en ondubbelzinnige wijze worden meegedeeld, zo onder meer: de taal in dewelke het contract moet worden gesloten, de technische stappen die moeten gevolgd worden om het contract te sluiten, de technische middelen die er zijn om invoerfouten vast te stellen en te verbeteren vooraleer de order wordt geplaatst, of het contract zal worden bijgehouden door de dienstverlener en of het toegankelijk zal zijn voor de afnemer. Van zodra de afnemer van de dienst zijn order plaatst, is er dan weer bijkomende informatie vereist, zoals de bevestiging door de dienstverlener langs elektronische weg van de ontvangst van deze order. Reclame (in de e-commerce-wet gedefinieerd als elke vorm van communicatie bestemd voor het al dan niet rechtstreeks promoten van goederen, diensten of het imago van een persoon met economische activiteit) is tenslotte ook nog onderworpen aan bijkomende regels. Ze moet bijv. duidelijk als dusdanig herkenbaar zijn. Verkoopbevorderende aanbiedingen moeten ook als zodanig worden aangeduid en de deelnemingsvoorwaarden moeten gemakkelijk toegankelijk zijn. De e-commerce-wet onderwerpt ongevraagde reclame per e-mail (spamming) ook aan de opt-in, dat wil zeggen dat het verzenden van reclame via mail in beginsel verboden is zonder de voorafgaande toestemming van de afnemer. Eén en ander werd inmiddels verder uitgewerkt (en teruggeschroefd) in het Koninklijk Besluit van 4 april 2003 betreffende het verzenden van reclame per elektronische post.

5 Al deze regels uit de e-commerce-wet moeten natuurlijk worden aangevuld met de op reclame en informatie van toepassing zijnde regels uit de Belgische Wet op de Handelspraktijken van 14 juli 1991 en uit de Belgische Privacywet van 8 december 1992. Het elektronisch contracteren Ons contractenrecht is uitgewerkt met in het achterhoofd een papieren werkomgeving; denk maar aan juridische begrippen zoals het geschrift, de handtekening, de aangetekende zending, enz. De e-commerce-wet moet nu het sluiten van contracten in een elektronische omgeving mogelijk maken. Volgens de e-commerce-wet is een overeenkomst geldig gesloten van zodra de functionele kwaliteiten van de wettelijke of reglementaire vereisten zijn gevrijwaard. Zo is er aan de vereiste van een geschrift voldaan door een opeenvolging van verstaanbare tekens die toegankelijk zijn voor een latere raadpleging, ongeacht hun drager en de transmissiemodaliteiten; aan de vereiste van een handtekening is ook voldaan wanneer deze beantwoordt aan de voorschriften van de wet van 9 juli 2001 tot vaststelling van het juridisch kader voor elektronische handtekeningen en certificatiediensten. Ook hier gelden weliswaar enkele uitzonderingen op de regel, zo bijvoorbeeld de overeenkomsten die rechten doen ontstaan of overdragen ten aanzien van onroerende zaken (uitgezonderd huurrechten). De aansprakelijkheid van tussenpersonen op het internet De e-commerce-wet bevat regels betreffende de aansprakelijkheid van tussenpersonen (ISP s) die in overeenstemming zijn met de Richtlijn. De wet onderscheidt drie situaties: mere conduit (tussenkomst als verschaffer van toegang of louter doorgeefluik), caching (tijdelijke opslag) en hosting (opslag van de informatie). Voor deze drie situaties stelt zij de voorwaarden vast waaronder de tussenpersoon niét aansprakelijk kan worden gesteld voor de door hem doorgegeven ongeoorloofde informatie (eigenlijk wanneer zijn tussenkomst louter technisch en passief blijkt te zijn). Zijn deze voorwaarden niet cumulatief vervuld, dan kan een tussenpersoon dus wél aansprakelijk worden gesteld. Tussenpersonen zijn bovendien vrijgesteld van een verplichting tot toezicht op de door hen doorgegeven informatie. Wanneer zij evenwel kennis hebben van vermeende onwettige activiteiten of informatie, moeten zij de bevoegde autoriteiten daarvan onmiddellijk in kennis stellen. Zij moeten ook samenwerken met de bevoegde autoriteiten op hun verzoek. Bovendien sluit de e-commercewet niet uit dat een stakingsvordering tegen de tussenpersoon kan worden ingeleid of dat hij als derde-medeplichtige kan worden beschouwd. Helemaal buiten schot staan zij dus niet. Denk bijv. maar aan de door IFPI (platenindustrie) recent ingeleide procedure tegen Telenet, waarin IFPI van Telenet eist zijn nieuwsgroepen die illegale muziek verspreiden, te identificeren en te blokkeren 5. Sancties Los van civielrechtelijke sancties (bijv. schadevergoeding) en zelfs strafrechtelijke straffen (zoals hoge - geldboetes), kan elke belanghebbende partij aan de rechtbank de stopzetting 5 E. Vanbrussel, Telenet zet muziekpiraten uit de wind, De Morgen, 10 januari 2004.

6 van een inbreuk op de e-commerce-wet vragen. Deze procedure staat ook open voor de Minister van Economische Zaken, een beroepsvereniging, een vereniging ter verdediging van consumentenbelangen, enz. Om te voorkomen dat het zover komt, kan beroep gedaan worden op een waarschuwingsprocedure: de Minister van Economische Zaken kan de dienstverlener in gebreke stellen de overtreding binnen een welbepaalde termijn stop te zetten, op straffe van gerechtelijke vervolging. Er zullen met andere woorden vele ogen rusten op de dienstverleners en, in geval van nietnaleving van de e-commerce-wet, kan de dreiging van een gerechtelijke procedure vanuit diverse hoeken komen. Het is daarom belangrijk zijn wettelijke verplichtingen te kennen vooraleer zich als dienstverlener op het internet te wagen. Eén en ander mag de ontwikkeling van e-initiatieven evenwel niet tegenhouden. De e-commerce-wet heeft uiteindelijk als doel zowel de dienstverlener als de consument meer rechtszekerheid te bieden, ook al, toegegeven, is er nog wat werk aan de winkel voor wetgever en juristen. Fabienne Brison (Prof.dr.) NautaDutilh Brussel Vrije Universiteit Brussel Katholieke Universiteit Brussel Te verschijnen in: Solvay Business Journal, 2004