OPGAVEN HOOFDSTUK 4 UITWERKINGEN

Vergelijkbare documenten
OPGAVEN HOOFDSTUK 4 UITWERKINGEN

Cursus Bedrijfseconomie 2

De kostenplaatsenmethode en Activity Based Costing

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 7

OPGAVEN HOOFDSTUK 5 UITWERKINGEN

OPGAVEN HOOFDSTUK 5 ANTWOORDEN

Heterogene productie (meerdere producten) De directe kosten hebben een rechtstreeks verband met de productie/verkoop van een product.

7 Kostenverbijzondering (I)

Antwoorden hoofdstuk 12

a. Indirecte kosten afhankelijk van de grondstofkosten: % = 40%

Kostencalculatie niveau 5 Examenopgaven voorbeeldexamen 2

Leerarrangement 31 De Investering

b. Materiaal Loonkosten Opslag indirecte kosten: 125%

Deel 2 hoofdstuk 12 BOEKHOUDEN GEBOEKSTAAFD -- DEEL 2 -- HFD 12. Versie aug Voorbeeld 1 analyse van het resultaat

2 Kostprijsberekening en opslagmethode

7 Directe en indirecte kosten

Deze examenopgave bestaat uit 9 pagina s, inclusief het voorblad. Het examen bestaat uit 3 opgaven en omvat 20 vragen.

OPGAVEN HOOFDSTUK 3 ANTWOORDEN

OEFENOPGAVEN LESBRIEF INDUSTRIE

Bedrijfseconomische basisbeginselen. College 3, spm 1212

Leerarrangement 31 De Investering

Dit voorbeeldexamen bestaat uit 20 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen.

Omschrijf wat er verstaan wordt onder proportioneel variabele kosten.

Cursus Bedrijfseconomie 2 IBK2BEC20. Tentamentraining

Deze examenopgave bestaat uit 8 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle pagina s aanwezig zijn.

Modulehandleiding Bedrijfseconomie 1.2. Collegejaar AC/adBE/BE/FSM Periode 2

Dit voorbeeldexamen bestaat uit 23 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen.

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 10

Examen VWO. economische wetenschappen II en recht (oude stijl)

Samenvatting M&O De Industrie

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 8

UITWERKINGEN OPGAVEN OEFENEXAMEN 1 ASSOCIATIE MBA-KC

ANTWOORDEN OPGAVEN HOOFDSTUK 10

In deze opgave blijven de belastingen buiten beschouwing. Bij deze opgave horen de informatiebronnen 4 tot en met 6.

EXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden

Dit voorbeeldexamen bestaat uit 20 vragen. De opbouw en het aantal vragen komen overeen met het online examen.

Hoofdstuk 26 Kosten en resultaten in de industriële onderneming

2015 Nederlandse Associatie voor Examinering Kostencalculatie niveau 4 1 / 9

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 8

ELEMENTAIRE BEDRIJFSECONOMISCHE MODELLEN Auteurs: Fons Vernooij en Paul van der Aa Website: fons-vernooij.nl/bm-site/ebm

Kostencalculatie niveau 5 Correctiemodel voorbeeldexamen 2

UITWERKINGEN OPGAVEN

Vraag 1 Toetsterm Beheersingsniveau: K - Aantal punten: 1 Wat is de juiste omschrijving van het begrip technische voorraad?

PRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN FINANCIAL & COST ACCOUNTING UITWERKINGEN 22 EN 23 JUNI 2010

Management & Organisatie VWO 5 Hoofdstuk 27 t/m juni 2009 proeftoets 100 minuten. In deze opgave blijft de btw buiten beschouwing.

EXAMEN Moderne Bedrijfsadministratie

Internetopgaven hoofdstuk 7

EXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden

Vraag 1 Toetsterm Beheersingsniveau: K - Aantal punten: 1 Wat is de juiste omschrijving van het begrip technische voorraad?

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel COST & MANAGEMENTACCOUNTING DINSDAG 15 DECEMBER UUR

Deze examenopgaven bestaan uit 9 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle pagina s aanwezig zijn.

Verdieping bij hoofdstuk 7 Verwerking van indirecte kosten in het productieproces

Terugkoppelsjabloon kostprijsmodel RZ15A

Uitwerkingen proefexamen II PDB kostencalculatie

ELEMENTAIRE BEDRIJFSECONOMISCHE MODELLEN Consistent naslagwerk voor nieuwkomers in de bedrijfseconomie

Deze examenopgaven bestaan uit 8 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle pagina s aanwezig zijn.

Bedrijfseconomische aspecten van de industriële onderneming

Deze examenopgave bestaat uit 8 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle pagina s aanwezig zijn.

EXAMEN Moderne Bedrijfsadministratie

Een juiste interpretatie van een calculatie hangt af van de onderliggende gegevens. 1 Gebruikt u in de calculatie de bruto of de netto grondstofprijs?

Opgave 6.2. PDB Kostencalculatie Uitwerkingen hoofdstuk 6. Opgave 6.1

Cost Accounting. Fasttrack Microsoft Dynamics NAV 2013

EXAMENPROGRAMMA. Financieel-Administratief Diploma('s) Diplomalijn(en)

activiteiten verdeling van de overheadkosten? verdeling van de overheadkosten Activity Based Costing Hendrik Claessens Kostprijsberekening 1

De JetStar bestaat uit een reeks onderdelen die in de onderneming JetFun bvba worden geproduceerd.

Deze examenopgave bestaat uit 7 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle pagina s aanwezig zijn.

Personeelsmanagement nader becijferd. Begrippenlijst. Karin Potting

Provinciaal blad van Noord-Brabant

PRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN FINANCIAL & COST ACCOUNTING UITWERKINGEN 16 EN 17 JUNI 2009

Grootste examentrainer en huiswerkbegeleider van Nederland M&O. Trainingsmateriaal. De slimste bijbaan van Nederland! lyceo.nl

1 Kostprijsberekening en bezettingsresultaat

Deze examenopgave bestaat uit 8 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle pagina s aanwezig zijn.

Deze examenopgaven bestaan uit 7 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle pagina s aanwezig zijn.

Uitwerkingen proefexamen I PDB kostencalculatie

M&O VWO 2011/

Handreiking kostprijsberekening versie Inleiding Doel Productdefiniëring Systematiek kostprijsberekening...

Dit oefenexamen bestaat uit 22 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen.

Bedrijfsadministratie Opgave 1 Fabrieksboekhouding 25 punten

Elementaire Bedrijfseconomie. Uitwerkingen bij het werkboek. Prof. dr. R. Slot Drs. G.H. Minnaar. Zevende druk. Stenfert Kroese Groningen

Bij de verschillende gemeentelijke diensten is informatie opgevraagd over of en hoe een integrale kostprijs berekend wordt.

opgave 1 Hoeveel bedraagt het opslagpercentage voor de indirecte kosten op de directe kosten die samenhangen met de reiskosten?

Voorbeeldexamen bij het werkcollege van Management Accounting & Controle

Voor bedrijven t/m 15 medewerkers Meer greep op uw financiële bedrijfsvoering

Toetstermen STIBEX Moderne Bedrijfsadministratie - Bedrijfsadministratie 5

Meer greep op uw financiële bedrijfsvoering

Dit voorbeeldexamen bestaat uit 22 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen.

Administratie van de industriële onderneming

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 7

Samenvatting door Sabien 1939 woorden 15 juni keer beoordeeld

Notitie K o s t e n v e r d e l i n g B & W

EXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden (PDB)

OPGAVEN HOOFDSTUK 5 UITWERKINGEN

De kapitaalslasten worden gevormd door de afschrijving en de rentekosten. De verdeelsleutel van de hulpkostenplaats huisvesting is als volgt:

BEKNOPTE HANDLEIDING KOSTPRIJSBEREKENING Samenvatting van de theorie

Direct costing en break even analyse

Handreiking Kostprijsberekening

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel COST & MANAGEMENTACCOUNTING DINSDAG 8 MAART UUR

2015 Nederlandse Associatie voor Examinering Bedrijfsadministratie niveau 5 1 / 13

Dit oefenexamen bestaat uit 22 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen.

Opgave 2 a. Met welke formule berekenen we de integrale kostprijs? b. Hoe noemen we integrale kostprijsberekening ook wel?

Transcriptie:

OPGAVEN HOOFDSTUK 4 UITWERKINGEN Opgave 1 a. Wat wordt verstaan onder het verbijzonderen van de indirecte kosten? Het verbijzonderen van de indirecte kosten houdt in dat de indirecte kosten aan de producten worden toegewezen. b. Welke drie methoden kent u om de indirecte kosten te verbijzonderen? de opslagmethode de kostenplaatsenmethode, ook wel productiecentramethode genoemd activity based costing Opgave 2 a. Hoe worden de indirecte kosten bij de opslagmethode aan de producten toegerekend? Bij de opslagmethode worden de indirecte kosten door middel van een opslag aan een product of dienst toegerekend. b. Welke twee opslagmethoden ken je? de primitieve- of enkelvoudige opslagmethode Bij deze methode wordt gebruik gemaakt van één opslagpercentage. de verfijnde- of meervoudige opslagmethode Bij deze methode wordt gebruik gemaakt van meerdere opslagpercentages om de kosten aan het product of de dienst door te berekenen. Opgave 3 a. Welke van de opslagmethoden is het meest nauwkeurig? De verfijnde of meervoudige opslagmethode is van de twee opslagmethoden het nauwkeurigst. b. Is deze opslagmethode zeer nauwkeurig? Neen, het blijven percentages die berekend worden op totalen van een begroting. Een karwei waarvoor veel materiaal nodig is, zal kunnen leiden tot een hoge opslag voor indirecte materiaalkosten. Wanneer dit materiaal echter door de leverancier direct op het werk wordt afgeleverd is bijvoorbeeld het magazijn niet gebruikt. Dit zal dan leiden tot een te hoge offerte in verband met de opslag materiaalkosten. 1

c. Wat zijn de nadelen van de opslagmethode? De opslagpercentages zijn gebaseerd op een totale begroting. Dit hoeft niet met de werkelijkheid overeen te stemmen. Zie het antwoord bij b. Wanneer er twee keer zoveel wordt geproduceerd dan is begroot, zijn de directe kosten ook veel hoger. De dekking van de indirecte kosten wordt dan ook veel hoger dan de werkelijke kosten. Afdeling die indirecte kosten veroorzaken zouden de neiging kunnen krijgen meer kosten te maken dan noodzakelijk. De dekking is er immers. d. Wat is het voordeel van de opslagmethode? Het is een eenvoudige methode om de indirecte kosten te verbijzonderen. e. Voor welk soort ondernemingen is de opslagmethode geschikt? De opslagmethode is het meest geschikt voor kleinere ondernemingen met weinig indirecte kosten. Opgave 4 Van den Broecke verwacht voor 2018 jaar de volgende kosten: Directe loonkosten 250.000 Directe materiaalkosten 175.000 Indirecte materiaalkosten 25.000 Indirecte loonkosten 50.000 Overige indirecte kosten 30.000 Van den Broecke gebruikt het enkelvoudig opslagpercentage. a. Bereken het enkelvoudige opslagpercentage van Van den Broecke dat in 2018 wordt gebruikt (afronden op 1 decimaal). Totale directe kosten zijn: Directe loonkosten 250.000 Directe materiaalkosten 175.000 + Totale directe kosten 425.000 De totale indirecte kosten zijn: Indirecte materiaalkosten 25.000 Indirecte loonkosten 50.000 Overige indirecte kosten 30.000 + Totale indirecte kosten 105.000 2

Opslagpercentage volgens de primitieve enkelvoudige opslagmethode: 105.000 100% = 24,7% 425.000 Voor een karwei in maart 2018 berekent Van den Broecke de volgende directe kosten: Loonkosten 40 uur à 45 1.800 Materiaal 5 kozijnen à 3.500 17.500 b. Welke kosten worden in de offerte opgenomen? Totale directe kosten: Loonkosten 40 uur à 45 1.800 Materiaal 5 kozijnen à 3.500 17.500 + Totale directe kosten 19.300 Opslag voor indirecte kosten 24,7% is 19.300 24,7% = 4.767,10 Totale prijs offerte: 19.300 + 4.767,10 = 24.067,10 Van den Broecke besluit in 2018 toch de meervoudige of verfijnde opslagmethode toe te passen. c. Wat is het essentiële verschil tussen de verfijnde en de enkelvoudige opslagmethode? Bij de meervoudige opslagmethode wordt gewerkt met meer opslagpercentages. Bij de enkelvoudige opslagmethode wordt met maar 1 opslagpercentage gerekend. d. Bereken de opslagpercentages nu opnieuw (1 decimaal). Opslagpercentage directe materiaalkosten: 25.000 100% = 14,3% 175.000 Opslagpercentage directe loonkosten: 50.000 100% = 20% 250.000 Opslagpercentage totale directe kosten: 30.000 100% = 7,1% 425.000 3

e. Welke kosten worden nu in de offerte van het karwei in maart 2018 opgenomen? Totale directe kosten: Loonkosten 40 uur à 45 1.800 Materiaal 5 kozijnen à 3.500 17.500 + Totale directe kosten 19.300 Opslag indirecte materiaalkosten 14,3%: 14,3% 17.500 = 2.502,50 Opslag indirecte loonkosten 20%: 20% 1.800 = 360 Opslag overige indirecte kosten 7,1% 7,1% 19.300 = 1.370,30 Totale kosten in de offerte: Totale directe kosten Loonkosten 40 uur à 45 1.800 Materiaal 5 kozijnen à 3.500 17.500 + Totale directe kosten 19.300 Opslag indirecte materiaalkosten 2.502,50 Opslag indirecte loonkosten 360 Opslag overige indirecte kosten 1.370,30 + Totale kosten offerte 23.532,80 Opgave 5 Voor het product P11 verwacht Van den Jassche in 2018 de volgende productiekosten: Directe loonkosten 3.000.000 Directe grondstofkosten 2.000.000 Indirecte grondstofkosten 600.000 Indirecte loonkosten 900.000 Overige indirecte kosten 750.000 Van den Jassche past voor de verbijzondering van de indirecte kosten de meervoudige opslagmethode toe. 4

a. Bereken de opslagpercentages die Van den Jassche in 2018 hanteert. Opslagpercentage voor indirecte grondstofkosten: 600.000 100% = 30% 2.000.000 Opslagpercentage voor indirecte loonkosten: 900.000 100% = 30% 3.000.000 Opslagpercentage voor overige indirecte kosten: Totale directe kosten: Directe loonkosten 3.000.000 Directe grondstofkosten 2.000.000 + 5.000.000 750.000 100% = 15% 5.000.000 Per P11 zijn de volgende productiekosten bekend: 4 kg materiaal à 11 44 0,5 uur arbeid à 38 19 b. Bereken de fabricagekostprijs van P11. Directe grondstofkosten 44 Directe loonkosten 19 + 63 Opslag indirecte loonkosten: 30% 19 = 5,70 Opslag indirecte grondstofkosten: 30% 44 = 13,20 Opslag overige indirecte kosten: 15% 63 = 9,45 + Totale indirecte kosten 91,35 5

Opgave 6 Bij Maas en Waal is voor 2018 de volgende begroting gemaakt: Directe loonkosten 375.000 Directe grondstofkosten 410.000 Indirecte grondstofkosten 75.000 Indirecte loonkosten 105.000 Overige indirecte kosten 45.000 Voor product S412 zijn de directe kosten 130. De directe kosten bestaan voor 30% uit directe materiaalkosten en voor 70% uit directe loonkosten. a. Wat is de fabricagekostprijs van S412 wanneer de primitieve of enkelvoudige opslagmethode wordt gehanteerd (opslagpercentage op 1 decimaal)? Berekening opslagpercentage primitieve opslagmethode: Directe kosten: Directe loonkosten 375.000 Directe grondstofkosten 410.000 + 785.000 Indirecte kosten: Indirecte grondstofkosten 75.000 Indirecte loonkosten 105.000 Overige indirecte kosten 45.000 + 225.000 Opslagpercentage: 225.000 100% = 28,7% 785.000 Fabricagekostprijs S412: Directe kosten 130 Directe materiaalkosten 30% 130 39 Directe loonkosten 70% 130 91 + 130 Opslag indirecte kosten 28,7% 37,31+ 167,31 6

b. Wat is de fabricagekostprijs van S412 wanneer de verfijnde of meervoudige opslagmethode wordt gehanteerd (opslagpercentages 1 decimaal)? Opslagpercentage indirecte materiaalkosten: 75.000 100% = 18,3% 410.000 Opslagpercentage indirecte loonkosten: 105.000 100% = 28% 375.000 Opslagpercentage overige indirecte kosten: 45.000 100% = 5,7% 785.000 Directe kosten: Directe materiaalkosten 30% 130 39 Directe loonkosten 70% 130 91 + 130 Opslag indirecte materiaalkosten: 18,3% 39= 7,14 Opslag indirecte loonkosten: 28% 91 = 25,48 Opslag overige indirecte kosten: 5,7% 130 = 7,41 + Totale fabricagekostprijs S412 170,03 Opgave 7 a. Hoe wordt de kostenplaatsenmethode ook wel genoemd? De kostenplaatsenmethode wordt ook wel de productiecentramethode genoemd. b. Wat zijn kostenplaatsen? Kostenplaatsen zijn plaatsen waar in een onderneming kosten worden gemaakt. Het betreft hier indirecte kosten die via een verdeelsleutel worden doorberekend aan andere kostenplaatsen. c. Welke soorten kostenplaatsen kennen we? Geef een toelichting op de verschillende soorten kostenplaatsen. Dit kunnen afdelingen zijn met werknemers zoals de verkoopafdeling, de productieafdeling, de boekhoudafdeling en personeelszaken, maar ook functies zoals huisvestingskosten en vervoermiddelen. 7

d. Wat is het doel van de kostenplaatsenmethode? Om de indirecte kosten uiteindelijk aan de hoofdkostenplaatsen toe te kennen zodat ze kunnen wordt doorberekend aan het product of dienst. Opgave 8 De Kiel heeft een onderneming waar de eerste verdeelde indirecte kosten worden verzameld op de verschillende afdelingen en middels een tarief uiteindelijk worden doorberekend aan de producten. a. Hoe wordt dit systeem van kostenverbijzondering genoemd? De kostenplaatsenmethode. b. Wat zijn eerst verdeelde kosten? Eerste doorbelaste kosten hebben een 1:1 relatie met de kostenplaatsen en kostendragers. Het zijn kosten die rechtstreeks worden geboekt vanuit het magazijn, de loonverdeelstaat of rubriek 4.. c. Hebben de afdelingen ook nog andere kosten? Motiveer het antwoord. Afdelingen hebben andere kosten. Dit zijn kosten die door andere kostenplaatsen aan hen worden doorberekend. d. Wat zijn hoofdkostenplaatsen? Noem er twee. Hoofdskostenplaatsen verrichten direct werkzaamheden aan de kostendragers. We noemen de afdelingen Productie en Verkoop. e. Wat zijn hulpkostenplaatsen? Hulpkostenplaatsen zijn plekken in de administratie waar gelijksoortige kosten bij elkaar worden verzameld die vervolgens worden doorbelast. Ze hebben geen loonkosten. f. Wat is het grote verschil tussen hulpkostenplaatsen en zelfstandige kostenplaatsen? Hulpkostenplaatsen hebben geen loonkosten. 8

g. Wat is de grote overeenkomst tussen hulpkostenplaatsen en zelfstandige kostenplaatsen? Indirecte kosten worden gegroepeerd en doorbelast aan de gebruikers. Dit zijn andere kostenplaatsen. Opgave 9 Katendijk bv past de kostenplaatsenmethode toe. Katendijk bv heeft vier kostenplaatsen: Twee hulpkostenplaatsen (Algemeen Beheer (AB) en Huisvesting (HV)) en twee hoofdkostenplaatsen (Productie (PR) en Verkoop (VK)). Over het eerste kwartaal hebben de kostenplaatsen de volgende eerstbelaste kosten: Algemeen Beheer 800.000 Huisvesting 2.400.000 Productieafdeling 5.000.000 Verkoopafdeling 2.000.000 De kostenplaatsen verrichten ook diensten voor elkaar op basis van het volgende schema: Verstrekker van Ontvanger van de dienst de dienst Algemeen Beheer Huisvesting Productie Verkoop Algemeen Beheer 25% 40% 35% Huisvesting 20% 60% 20% a. Wat zijn in het eerste kwartaal de totale aan de kostenplaats Productie toegerekende kosten op basis van de stapsgewijze methode met AB als eerste? Geef ook de berekening. (uit proefexamen Associatie MBA Kostencalculatie) Stap I De eerst doorbelaste kosten 5.000.000 Stap II Stap III Stap IV Doorbelasting van Algemeen Beheer 40% 800.000 320.000 Huisvesting krijgt van Algemeen Beheer doorberekend 800.000 25%. Een deel hiervan gaat naar Productie 60 80 (25% 800.000) 150.000 Van de eerst doorbelaste huisvestingskosten gaat een deel naar Productie 60 80 ( 2.400.000) 1.800.000 + 7.270.000 Anders uitgelegd: 9

Kostenverdeelstaat Algemeen Beheer Huisvesting Productie Verkoop Eerst doorbelast 800.000 2.400.000 5.000.000 2.000.000 Dekking Algemeen Beheer -800.000 200.000 320.000 280.000 25% 40% 35% Subtotaal - 2.600.000 5.320.000 2.280.000 Dekking huisvesting -2.600.000 1.950.000 650.000 60/80 20/80 Totaal - 7.270.000 2.930.000 Niet 60% 2.600.000 maar 60/80 2.600.000 omdat 20% huisvesting niet wordt doorbelast aan Algemeen Beheer. De kosten van Algemeen Beheer zijn al verdeeld. Opgave 10 Van Sprang uit Appelscha maakt twee producten P-R43 en P-T3. Om de indirecte kosten te verbijzonderen heeft Van Sprang twee hulpkostenplaatsen, twee zelfstandige kostenplaatsen en twee hoofdkostenplaatsen in de administratie opgenomen. Kostenplaats Huisvesting Vervoermiddelen Personeelszaken Boekhouding Productie Verkoop Soort Hulpkostenplaats Hulpkostenplaats Zelfstandige kostenplaats Zelfstandige kostenplaats Hoofdkostenplaats Hoofdkostenplaats De eerst doorbelaste kosten zijn: Eerst doorbelaste kosten Huisvesting Vervoer Boekhouding Personeelszaken Productie Verkoop Loon 140.000 120.000 1.500.000 300.000 Diensten van derden 65.000 25.000 5.000 12.000 75.000 110.000 Overige 235.000 60.000 15.000 5.000 42.000 16.000 300.000 85.000 160.000 137.000 1.617.000 426.000 10

Huisvesting heeft de volgende gebruikers: Huisvesting Kostenplaats m² Vervoer 125 Boekhouding 250 Personeelszaken 130 Productie 1.050 Verkoop 445 + 2.000 De volgende vervoermiddelen zijn in gebruik: Vervoermiddelen Kostenplaats Auto's Boekhouding 4 Personeelszaken 2 Productie 2 Verkoop 12 + 20 De afdeling Boekhouding wordt doorberekend aan de hand van een percentage: Boekhouding Kostenplaats Verdeling Personeelszaken 10% Productie 50% Verkoop 40% + 100% De afdeling Personeelszaken wordt doorberekend aan de hand van het aantal personeelsleden: Personeelszaken Kostenplaats fte's Boekhouding 4 Productie 19 Verkoop 7 + 30 a. Maak de kostenverdeelstaat. Als eerste worden de huisvestingskosten doorberekend. 11

Dekking Huisvesting Tarief huisvestingskosten: 300.000 2.000 = 150 300.000 zijn de eerst doorbelaste kosten van Huisvesting. Huisvesting Kostenplaats m² Tarief Doorbelasting Vervoer 125 150,00 18.750,00 Boekhouding 250 150,00 37.500,00 Personeelszaken 130 150,00 19.500,00 Productie 1.050 150,00 157.500,00 Verkoop 445 150,00 66.750,00 Eerst doorbelaste kosten KOSTENVERDEELSTAAT Huisvesting Vervoer Boekhouding Personeelszaken Productie Verkoop Loon 140.000 120.000 1.500.000 300.000 Diensten van derden 65.000 25.000 5.000 12.000 75.000 110.000 Overige 235.000 60.000 15.000 5.000 42.000 16.000 300.000 85.000 160.000 137.000 1.617.000 426.000 Doorbelaste kosten Huisvesting dekking -300.000 18.750 37.500 19.500 157.500 66.750 Subtotaal - 103.750 197.500 156.500 1.774.500 492.750 12

Vervolgens worden de vervoerskosten in rekening gebracht. Dekking Vervoer Tarief vervoer: 103.750 20 = 5.187,50 Eerst doorbelaste kosten 85.000 + Huisvesting 18.750. Vervoermiddelen Kostenplaats Auto's Tarief Doorbelasting Boekhouding 4 5.187,50 20.750,00 Personeelszaken 2 5.187,50 10.375,00 Productie 2 5.187,50 10.375,00 Verkoop 12 5.187,50 62.250,00 Eerst doorbelaste kosten: KOSTENVERDEELSTAAT Huisvesting Vervoer Boekhouding Personeelszaken Productie Verkoop Loon 140.000 120.000 1.500.000 300.000 Diensten van derden 65.000 25.000 5.000 12.000 75.000 110.000 Overige 235.000 60.000 15.000 5.000 42.000 16.000 300.000 85.000 160.000 137.000 1.617.000 426.000 Doorbelaste kosten: Huisvesting dekking -300.000 18.750 37.500 19.500 157.500 66.750 Subtotaal - 103.750 197.500 156.500 1.774.500 492.750 Vervoer dekking -103.750 20.750 10.375 10.375 62.250 Subtotaal - 218.250 166.875 1.784.875 555.000 13

Als 3 e worden de kosten van de afdeling Boekhouding verbijzonderd: Dekking Boekhouding Boekhouding Kosten Kostenplaats Verdeling boekhouding Doorbelasting Personeelszaken 10% 218.250 21.825 Productie 50% 218.250 109.125 Verkoop 40% 218.250 87.300 KOSTENVERDEELSTAAT Huisvesting Vervoer Boekhouding Personeelszaken Productie Verkoop Eerst doorbelaste kosten: Loon 140.000 120.000 1.500.000 300.000 Diensten van derden 65.000 25.000 5.000 12.000 75.000 110.000 Overige 235.000 60.000 15.000 5.000 42.000 16.000 300.000 85.000 160.000 137.000 1.617.000 426.000 Doorbelaste kosten: Huisvesting dekking -300.000 18.750 37.500 19.500 157.500 66.750 Subtotaal - 103.750 197.500 156.500 1.774.500 492.750 Vervoer dekking -103.750 20.750 10.375 10.375 62.250 Subtotaal - 218.250 166.875 1.784.875 555.000 Boekhouding dekking -218.250 21.825 109.125 87.300 Subtotaal - 188.700 1.894.000 642.300 14

De verbijzondering van de kosten van de personeelsafdeling: Dekking Personeelszaken Personeelszaken Kostenplaats fte's Boekhouding 4 Productie 19 Verkoop 7 + 30 Personeelszaken wordt na de boekhouding doorbelast. De kosten van personeelszaken worden dan ook niet door 30, maar door 26 gedeeld. Tarief: 188.700 26 = 7.257,69 Doorberekening personeelszaken: Personeelszaken Kostenplaats fte's Tarief Doorbelasting Boekhouding 0 7.257,69 - Productie 19 7.257,69 137.896,11 Verkoop 7 7.257,69 50.803,83 KOSTENVERDEELSTAAT Huisvesting Vervoer Boekhouding Personeelszaken Productie Verkoop Eerst doorbelaste kosten: Loon 140.000 120.000 1.500.000 300.000 Diensten van derden 65.000 25.000 5.000 12.000 75.000 110.000 Overige 235.000 60.000 15.000 5.000 42.000 16.000 300.000 85.000 160.000 137.000 1.617.000 426.000 Doorbelaste kosten: Huisvesting dekking -300.000 18.750 37.500 19.500 157.500 66.750 Subtotaal - 103.750 197.500 156.500 1.774.500 492.750 Vervoer dekking -103.750 20.750 10.375 10.375 62.250 Subtotaal - 218.250 166.875 1.784.875 555.000 Boekhouding dekking -218.250 21.825 109.125 87.300 Subtotaal - 188.700 1.894.000 642.300 Personeelszaken dekking -188.700 137.896 50.804 Subtotaal - 2.031.896 693.104 15

Als laatste zullen de kosten van de afdeling Productie en Verkoop aan de kostendrager moeten worden doorbelast. In deze opgave wordt dit buiten beschouwing gelaten. Opgave 4.11 Een onderneming produceert drie artikelen A100, B119 en C120. De drie artikelen worden in de bedrijfshal door het machinepark beurtelings geproduceerd. Na productie worden de artikelen gekeurd door de afdeling Kwaliteitsbeheer. De afdeling Verkoop brengt de artikelen vervolgens aan de man. De onderneming past activity based costing toe. Voor de productie van de artikelen onderkent men verschillende costpools en costdrivers met de begrote kosten. Costpool Costdriver Totale kosten 2017 Omstellen machines Omstellen 180.000 Productie Machine-uren 528.000 Kwaliteitsbeheer Steekproeven 184.000 Verkopen Verkoopbezoeken 260.000 Met betrekking tot de omstelkosten is het volgende gegeven: A100 B119 C120 Geproduceerd in series van 800 1.200 400 Normale productie/afzet 120.000 240.000 40.000 a. Hoeveel zijn de omstelkosten per product? Aantal omstellingen product A100: 120.000 800 = 150 Aantal omstellingen product B119: 240.000 1.200 = 200 Aantal omstellingen product C120: 40.000 400 = 100 Totaal aantal omstellingen is: 150 + 200 + 100 = 450 Het tarief per omstelling is: 180.000 450 = 400 16

De costpool Omstellen zal vanwege haar activiteiten de volgende bedragen in rekening brengen: Doorberekening costpool omstellen machines Product Aantal omstellingen Tarief costdriver Doorberekende omstelkosten A100 150 400 60.000 B119 200 400 80.000 C120 100 400 40.000 + 180.000 Er is machinetijd noodzakelijk om de producten te fabriceren. In de onderstaande tabel is één en ander weergegeven: A100 B119 C120 Minuten machinetijd noodzakelijk voor de productie 30 48 150 Normale productie/afzet 120.000 240.000 40.000 b. Bereken de totale productiekosten die de costpool Productie aan de producten doorberekend. Totale normale machine-uren: ( 30 60 120.000) + (48 60 Het tarief van de costdriver machine-uur = 528.000 352.000 = 1,50 240.000) + (150 40.000) = 352.000 uur 60 De costpool Productie zal vanwege de activiteit Machine-uren de volgende bedragen in rekening brengen: Doorberekening costpool Productie Product productieuren Tarief costdriver Doorberekende omstelkosten A100 60.000 1,50 90.000 B119 192.000 1,50 288.000 C120 100.000 1,50 150.000 + 528.000 Van iedere 5.000 geproduceerde hoeveelheden A100 worden 2 stuks gecontroleerd of het product aan de kwaliteit voldoet. Bij product B119 worden iedere 1.000 stuks 1 artikel gecontroleerd en bij product C120 wordt bij iedere 500 stuks 1 artikel gecontroleerd. 17

c. Welk bedrag wordt vanwege de steekproeven aan de producten doorberekend? Het totale aantal producten in de steekproeven is: A100 B119 C120 Totaal Normale productie/afzet 120.000 240.000 40.000 Controle bij 5.000 1.000 500 / Aantal controles 24 240 80 Aantal producten 2 1 1 Aantal producten gecontroleerd 48 240 80 368 Het tarief per product in de steekproef is: 184.000 368 = 500 Vanwege de kwaliteitscontrole wordt aan de producten in rekening gebracht: A100 B119 C120 Totaal Normale productie/afzet 120.000 240.000 40.000 Controle bij 5.000 1.000 500 / Aantal controles 24 240 80 Aantal producten 2 1 1 Aantal producten gecontroleerd 48 240 80 368 Tarief 500 500 500 Doorberekening costdriver 24.000 120.000 40.000 184.000 Product C120 is een nieuw product. De afdeling Verkoop zal voor dit product veel verkoopbezoeken gaan afleggen. Per product worden de volgende hoeveelheid bezoeken afgelegd: A100 B119 C120 Totaal Verkoopbezoeken 100 200 700 1.000 d. Welk bedrag zal de costpool verkopen aan de producten in rekening brengen? Het tarief per verkoopbezoek is: 260.000 1.000 = 260 In rekening wordt gebracht: A100 B119 C120 Totaal Verkoopbezoeken 100 200 700 1.000 Tarief costdriver 260 260 260 Doorberekening 26.000 52.000 182.000 260.000 18

e. Bereken de doorberekening van de indirecte kosten per product. Costpool Doorberekening indirecte kosten met ABC methode Tarief costdriver A100 B119 C120 Totaal Omstellen machines 400 150 200 100 Doorberekening 60.000 80.000 40.000 180.000 Productie 1,50 60.000 192.000 100.000 90.000 288.000 150.000 528.000 Kwaliteitsbeheer 500 48 240 80 24.000 120.000 40.000 184.000 Verkoop 260 100 200 700 26.000 52.000 182.000 260.000 Totaal doorberekend 200.000 540.000 412.000 1.152.000 Opgave 12 Een onderneming maakt twee producten B2 en B6. De directe kosten van deze producten zijn: B2 B6 Direct grondstoffenverbruik 110,00 340,00 Directe uren 85,00 150,00 195,00 490,00 Voor de verbijzondering van de indirecte kosten maakt de onderneming gebruik van de ABC methode. De normale en werkelijke productie en afzet is voor beide producten 18.000. De volgende activiteiten zijn voor de producten noodzakelijk: Kosten Productie 510.000,00 Onderhoudsbeurten 145.000,00 Vervoer 80.000,00 + De producten veroorzaken de volgende hoeveelheden costdrivers: B2 B6 Totaal Productie 1.600 2.200 3.800 Onderhoudsbeurten 10 15 25 Vervoer 80.000 45.000 125.000 19

a. Bereken de standaardkostprijs van product B6. Het tarief van de costdrivers is: Productie: 510.000 3.800 = 134,21 Onderhoudsbeurten: 145.000 25 Vervoer: = 5.800 80.000 125.000 = 0,64 Standaard kostprijs B6: B6 Direct grondstoffenverbruik 340,00 Directe uren 150,00 490,00 Costdrivers Aantal Tarief Totaal Productie 2.200 134,21 295.262 Onderhoud 15 5.800,00 87.000 Vervoer 45.000 0,64 28.800 411.062 Normale hoeveelheid 18.000 Indirecte kosten in de standaardkostprijs 22,84 Standaard kostprijs 512,84 20