Investeren in duurzame groei

Vergelijkbare documenten
Investeren in duurzame groei

Investeren in. duurzame. groei

Investeren in duurzame groei

ENERGIE-INFRASTRUCTUUR IN HET ROTTERDAMSE HAVENGEBIED. Maart 2019

Rotterdam, 23 mei Geachte heer Van der Touw, beste Ab,

Investeren in. duurzame. groei

Investeren in duurzame groei

Startnotitie Energietransitie. November 2018

Rotterdam CCUS Project Porthos: transport en opslag van CO2

Green Deals gesloten voor stimuleren groene economische groei

Helmonds Energieconvenant

Raadsakkoord energietransitie. Februari 2019

Investeren in duurzame groei

Het KlimaatAkkoord (ieder z n opinie; hier is de mijne)

Provinciaal klimaat- en energiebeleid: doelen, emissies, maatregelen. Robert Koelemeijer - PBL

PROEFTUIN VOOR HET EUROPESE ENERGIESYSTEEM VAN DE TOEKOMST

Raadsakkoord energietransitie. April 2019

Rotterdam, 3 oktober 2012

Biomassa. Pilaar in de energietransitie. Uitgangspunt voor de biobased economie

IenM begroting 2015: inzetten op betere verbindingen in een schonere leefomgeving

volgens HbR zelfs verder Rotterdam

Wat zijn voor Nederland de argumenten voor en tegen CO2-afvang en -opslag (CCS*)?

De Europese lidstaten in het kader van de Lissabon-afspraken de EU tot de meest innovatieve economie ter wereld willen maken;

Duurzaamheidsmonitor 2017 Voorbeeld

PUBLIEKSRAPPORT ONDERZOEK POWERPLAYER

Praktische voorstellen voor energiebesparing in haven en industrie. Alex Ouwehand Directeur NMZH

Symposium De Groene Delta van Nijmegen. Dag van de duurzaamheid 10 oktober 2014

Klimaat- en energiebeleid Gemeente Nijmegen

Rotterdam Climate Proof

Elektrisch rijden is de toekomst

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

WATER- SCHAPPEN & ENERGIE

Energievoorziening Rotterdam 2025

Wereldklasse doen! Havenbedrijf Rotterdam. Henk de Bruijn 25 september Copyright - Port of Rotterdam

WELKOM BIJ PORT OF ROTTERDAM! Remco Neumann en Ankie Janssen 19 April 2018

Energieakkoord voor duurzame groei

Healthy Urban Living Slim, Gezond en Groen

Havenvisie 2030 Drechtsteden 5 april 2011

delft energieneutraal delft smart city thema

B-96 Green Deal de winst van paardenmest

Energietransitie Glastuinbouw en warmte

input voor programma duurzaamheid

Duurzaamheid: ervaringen uit Woerden. Hans Haring, wethouder duurzaamheid Woerden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Sámen werken aan. Voor gemeenten en MKB. erduurzaming

B-85 Green Deal verduurzamen dierenbeschermingcentra

KLIMAATAKKOORD NETBEHEER NEDERLAND 11 JULI 2018

Groeiplan voor warmte. een initiatief van provincies, gemeenten en sector

Presentatie SIM MEA-Industrie & LEA. Ron Bissels 16 april 2018

Rotterdamse adaptatiestrategie. John Jacobs Programmabureau Duurzaam Rotterdam Climate Proof

Mainport en blueports: samenwerken aan multimodaal netwerk

NEW BUSINESS. Guy Konings

Het milieu in de regio Rotterdam

Balans van de Leefomgeving

Notitie energiebesparing en duurzame energie

gemeente Eindhoven Hierin wil GroenLinks in ieder geval de volgende vragen beantwoord hebben.

Maak werk van zon & wind Schone energie voor heel Tynaarlo. Tynaarlo

Warmtetransitie en het nieuwe kabinet. Nico Hoogervorst

FACTCHECKER OVER MORGEN

CO 2 -uitstootrapportage 2011

Kosten en baten van warmtenetten. Presentatie op seminar De toekomst van warmte Jeroen Roos, 30 januari 2016

Programma Kies voor de toekomst van Brabant

Rabin Baldewsingh. 27 juni SBR congres

Samen Duurzaam DOEN! Stap 1 // Welkom en inleiding. Stap 2 // Voorstelronde aanwezigen. (5 minuten) (10 minuten)

NAAR EEN GROENE WATERSTOFECONOMIE IN ZUID-HOLLAND EEN VISIE VOOR 2030

STRATEGIE DUURZAME ENERGIETRANSITIE GEMEENTE BREDA

Het Energiebeleid van komende jaren. dr.j.a. Vijlbrief DG Energie, Telecom en Markten

Green Deal Elektrisch vervoer

RWE Power. CCS Werbeagentur 10/07. Energiecentrale Eemshaven. RWE Power AG Essen Keulen (Duitsland) I Dertien vragen

Notitie Duurzame energie per kern in de gemeente Utrechtse Heuvelrug

Eneco Groep. Duurzame energie voor iedereen

Elektrisch rijden in de praktijk

EEN NIEUWE AMBITIE IN ENERGIE

Paragraaf duurzaamheid

Jaarplan Energie Verantwoorde Glastuinbouw: morgen groeit vandaag

Zuid-Holland is een mooie provincie met grote steden en veel groen. Zuid-Holland is

Door: Vincent Damen Ninja Hogenbirk Roel Theeuwen

Totale uitstoot in 2010: kiloton CO 2

Nationale Energieverkenning 2014

Rotterdamse adaptatiestrategie. John Jacobs Afdeling Water Rotterdam Climate Proof

AgriFood Capital Monitor Belangrijkste feiten en cijfers

WARMTE IS HOT VISIE, KANSEN EN ONTWIKKELING. Sjaak Verburg Pipeliner terugkomdag, 18 november 2015

28 december Subsidieaanvraag Stadsinitiatief Rotterdam. Solar Green Point

Operationeel Programma EFRO Noord-Nederland

Energieakkoord voor duurzame groei. Juli 2014 WERK IN UITVOERING. Ed Nijpels. Wie zaten aan tafel tijdens de onderhandelingen?

Energieneutraal keten sluisdeur Goese Sas

Groene Fabriek Lochem

Westvoorne CO 2 - uitstoot

Initiatieven CO2 reductie MVOI BV.

Halfjaarlijkse CO 2 rapportage 2015

Gas op Maat. Postbus 250, 3190 AG Hoogvliet Rotterdam Telefoon +31(0)

1 Nederland is nog altijd voor 92 procent afhankelijk van fossiele brandstoffen

Power to gas onderdeel van de energietransitie

Analyse Prinsjesdag 2016 Troonrede & Miljoenennota

Premier Rutte: hogere ambitie Europa bij terugdringen van CO2-uitstoot. Regionale Energiestrategie NHN. Katowice 4 december 2018

ZUINIGE ENERGIE EN KPN

Ontwerp Gezonde Systemen

Bossche energieconvenant

Sector- en keteninitiatieven

De Energietransitie van de Elektriciteitsproductie

Transcriptie:

Investeren in duurzame groei

De Rotterdamse aanpak Het programma Duurzaam 2010-2014: Investeren in duurzame groei is het draaiboek waarmee Rotterdam werkt aan een schone, groene, gezonde en economisch sterke stad. Rotterdam is een daadkrachtige en innovatieve wereldhavenstad en neemt samen met bewoners, bedrijven en instellingen haar verantwoordelijkheid voor een duurzame toekomst. Door zowel de oorzaken als de gevolgen van de klimaatverandering aan te pakken, de luchtkwaliteit te verbeteren en de geluidsoverlast te beperken, werkt Rotterdam voortvarend aan het totale duurzaamheidsdossier. Door de ambities en resultaten op het gebied van milieu, klimaat, energie, water en afval ontwikkelt Rotterdam zich tot de duurzaamste wereldhavenstad. De aanpak van Rotterdam is uniek en blijkt een inspirerend voorbeeld voor andere steden. Het publiekprivate samenwerkingsverband Rotterdam Climate Initiative (RCI) maakt onderdeel uit van dit programma en richt zich op een halvering van de CO 2 -uitstoot in 2025 ten opzichte van 1990, honderd procent klimaatbestendigheid in 2025 en versterking van de Rotterdamse economie. 3

4

Inhoudsopgave Leeswijzer... 6 Voorwoord.... 7 Managementsamenvatting... 8 Activiteiten, resultaten en effecten 2012... 13 Het kader: Programma Duurzaam 2010-2014.... 14 Algemene resultaten... 15 Opgave 1 Vooroplopen bij het verminderen van CO 2 -uitstoot.... 17 Opgave 2 Verbeteren van de energie-efficiency... 20 Opgave 3 Omschakelen naar duurzame energie en biomassa als brand- en grondstof.... 25 Opgave 4 Bevorderen van duurzame mobiliteit en transport... 29 Opgave 5 Verminderen van geluidsoverlast en bevorderen van schone lucht... 33 Opgave 6 Groener maken van de stad... 37 Opgave 7 Vergroten van duurzame investeringen en bevorderen van duurzame producten.... 41 Opgave 8 Duurzaamheid in onderwijs en onderzoek.... 44 Opgave 9 Voorbereiden op de gevolgen van klimaatverandering... 47 Opgave 10 Bevorderen van duurzame gebiedsontwikkeling... 50 Transitiemonitor duurzaam Rotterdam 2012.... 53 Organisatie en financiën... 58 Publicaties.... 62 5

Leeswijzer In mei 2011 werd het Rotterdamse programma Duurzaam 2010-2014: Investeren in duurzame groei gelanceerd. In deze tweede Rotterdamse Duurzaamheidsmonitor worden de resultaten uit 2012 van dit programma op een rij gezet. Naast de behaalde resultaten op het gebied van duurzaamheid en milieu zijn hierin ook de resultaten verwerkt van het publiek-private samenwerkingsverband Rotterdam Climate Initiative (RCI), een initiatief van de gemeente Rotterdam, het Havenbedrijf Rotterdam NV, DCMR Milieudienst Rijnmond en Deltalinqs, de koepelorganisatie van de Rotterdamse bedrijven in haven en industrie. Het Rotterdam Climate Initiative is onderdeel van het programma Duurzaam. De indeling van deze rapportage is gebaseerd op de tien Rotterdamse duurzaamheidsopgaven van het programma Duurzaam. Met behulp van dit programma wil Rotterdam de transitie naar een duurzame stad en haven stimuleren. Jaarlijks wordt er over de voortgang in de tien opgaven en in deze transitie gerapporteerd. Deze Rotterdamse Duurzaamheidsmonitor 2012 bestaat dan ook uit drie hoofdonderdelen: Activiteiten en resultaten Voor elk van de tien duurzaamheidsopgaven wordt allereerst de belangrijkste activiteiten en de bereikte resultaten in het afgelopen jaar beschreven. Bereikte effecten Per opgave wordt ingegaan op de effecten van de inspanningen, in relatie tot de doelstellingen. Dit gebeurt aan de hand van indicatoren die voor iedere opgave zijn vastgesteld. Transitiemonitor In de transitiemonitor gaat het om de vraag in hoeverre Rotterdam op de goede weg is naar de finishlijn: een duurzame wereldhavenstad. Het Rotterdamse streven naar duurzaamheid betekent dat economische ontwikkelingen gepaard moeten gaan met een steeds lagere CO 2 -uitstoot. Hiervoor zijn fundamentele veranderingen, transities, nodig in de manier waarop energie wordt gebruikt in de sectoren gebouwde omgeving, verkeer en vervoer, en industrie en energieopwekking. De transitiemonitor is een apart onderdeel van deze rapportage. Aan het einde wordt ingegaan op de organisatie en de financiële verantwoording. Het geheel is op hoofdlijnen samengevat in de managementsamenvatting. 6

Voorwoord De stad verwarmen met restwarmte uit de industrie in de haven, energie besparen door stoom tussen bedrijven uit te wisselen, stil asfalt aanleggen, elektrische auto s stimuleren, vele vierkante meters groene daken aanleggen, een hybride sleepboot in de vaart brengen en samen met Rotterdammers werken aan meer groen in de stad. In Rotterdam gebeurt het! Met trots presenteer ik u dan ook de. Hierin vindt u alle grote en kleinere projecten en ontwikkelingen die in 2012 hebben plaatsgevonden vanuit het gemeentelijke programma Duurzaam. Het programma Duurzaam (2010-2014) is het programma waarin we als gemeente Rotterdam werken aan onze ambities voor een duurzame stad. Deze ambities zijn gebundeld en vertaald naar tien opgaven. We gaan vol voor een schone, duurzame en economisch sterke stad en haven. Omdat het in een duurzame stad prettiger en gezonder leven is. Omdat het economische kansen biedt en banen schept zodat we onze investeringen ruimschoots terugverdienen. Kortom: investeren in een groene economie maakt je als stad op tal van fronten sterker. Rotterdam is één van de duurzaamste steden van Europa (vierde plek Green Capital 2014). Dat is een gezamenlijk resultaat. We hebben sterke partners met gelijke ambities. Zoals de mede-initiatiefnemers van het Rotterdam Climate Initiative (RCI): Havenbedrijf Rotterdam, DCMR Milieudienst Rijnmond en Deltalinqs. Drie organisaties die samen met de gemeente Rotterdam werken aan de doelstellingen van het RCI: 50% CO 2 -reductie in 2025 ten opzichte van 1990 en 100% klimaatbestendigheid. Maar vooral ook Rotterdammers zelf leveren hun bijdrage. Door zonnepanelen te installeren, elektrisch te rijden, meer te fietsen en verantwoorder te eten. Er is een groeiende belangstelling voor duurzame en lokaal geproduceerde producten via stadslandbouw. En ook andere partijen in de stad, zoals scholen, kennisinstellingen, woningcorporaties, ontwikkelaars, ziekenhuizen en horecagelegenheden, zetten zich in. Samen met hen maakten we woningen en kantoren energiezuiniger, realiseerden we de honderdtienduizendste vierkante meter aan groen dak en bouwden we aan de infrastructuur voor elektrische voertuigen: in ruim een jaar zijn er meer dan 200 oplaadpunten bijgekomen. En ja: in Rotterdam worden sinds kort volop elektrische scooters geproduceerd én verkocht! Het boeken van resultaten gaat niet vanzelf. Veranderende economische omstandigheden maken het voor partijen lastig te investeren, ook al geeft die investering op langere termijn grote voordelen. Daarbij moet de prijs van de CO 2 -uitstoot omhoog om vergroening rendabel te maken. Samen bepleiten we bij de Europese Unie en de rijksoverheid gunstige randvoorwaarden voor verduurzaming. Maar het is vooral ook voor onszelf een extra grote uitdaging om al onze creativiteit aan te wenden en aansprekende projecten te kunnen blijven realiseren. Dat doen we samen, als vier RCI-partners en met de mensen, bedrijven, kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties in Rotterdam. Ik ben dan ook ongelofelijk trots op wat we met elkaar de afgelopen tijd in Rotterdam voor elkaar hebben gekregen. Maar ik kijk graag verder dan vandaag. Hoe gaan we in de toekomst aan de slag met onze grote opgave? Het gaat niet vanzelf. En we kunnen het niet alleen. Het blijft ontzettend belangrijk om de kwaliteit van onze leefomgeving te verbeteren en tegelijkertijd de Rotterdamse economie te versterken. Ik hoop dat ik ook het komende jaar weer op de inzet van velen mag rekenen om de volgende stap te kunnen zetten naar een écht duurzame stad! Alexandra C. van Huffelen Wethouder Duurzaamheid, Binnenstad en Buitenruimte 7

Managementsamenvatting Via het programma Duurzaam 2010-2014: Investeren in duurzame groei werkt Rotterdam aan een schone, groene, gezonde en economisch sterke stad. Het Rotterdam Climate Initiative (RCI), een initiatief van de gemeente Rotterdam, het Havenbedrijf Rotterdam, DCMR Milieudienst Rijnmond en Deltalinqs (de koepelorganisatie van de Rotterdamse bedrijven in haven en industrie), maakt hier deel van uit. De ambities voor 2025 zijn stevig: 50% CO 2 -reductie in 2025 ten opzichte van 1990 en 100% klimaatbestendig maken van de regio. Het programma moet bovendien tot een versterking van de Rotterdamse economie leiden, met in de periode tot 2014 minimaal 350 miljoen euro aan duurzame investeringen als resultaat. Investeringen die bijdragen aan meer werkgelegenheid, een betere leefkwaliteit voor de Rotterdammers en een nog aantrekkelijker vestigings-klimaat voor bedrijven. Ook werkt Rotterdam, vooral voor de gezondheid van Rotterdammers, aan een verbetering van de luchtkwaliteit en het terugdringen van het aantal geluidgehinderden. De Rotterdamse duurzaamheidsaanpak, vertaald in tien opgaven, wordt jaarlijks gemonitord. Deze tweede jaarrapportage van het programma Duurzaam 2010-2014, de Rotterdamse Duurzaamheidsmonitor 2012, beschrijft de belangrijkste activiteiten en resultaten in het afgelopen jaar. Daarnaast bevat het een effectenmonitor, die per opgave aangeeft welke effecten er in 2012 zijn bereikt, en een transitiemonitor, waarin de voortgang naar de Rotterdamse duurzaamheidstransitie wordt beschreven. Belangrijke stappen naar een duurzamer Rotterdam Verminderen van de uitstoot In 2012 zijn er belangrijke maatregelen genomen die op korte termijn gaan zorgen voor een schaalsprong op weg naar een duurzamere stad en haven. Zo is Stedin in april 2012 gestart met de aanleg van een pijpleiding voor het transport van stoom tussen bedrijven in het Botlekgebied. De oplevering is in het voorjaar van 2013. Met het stoomnetwerk kan de CO 2 -uitstoot op termijn jaarlijks met meer dan 200.000 ton CO 2 worden gereduceerd en wordt de luchtkwaliteit verbeterd. AVR Rozenburg en chemiebedrijf EKC, respectievelijk de eerste leverancier en eerste afnemer van de stoom, zijn de andere investeerders. Daarnaast is de aanleg van De Nieuwe Warmteweg gestart. Tot eind 2013 werkt Warmtebedrijf Rotterdam aan een pijpleiding van 26 kilometer tussen AVR Rozenburg en Rotterdam-Zuid. Als het warmtenet gereed is, kunnen ongeveer 50.000 huishoudens en bedrijven worden voorzien van duurzame warmte. De AVR is het eerste bedrijf dat restwarmte, die vrijkomt bij afvalverbranding, zal leveren aan het warmtetransportnet. Er zullen steeds meer warmte producenten en -afnemers worden aangesloten op het netwerk. De RCI-partners werkten verder aan de ontwikkeling van een CO 2 -hub in de Rotterdamse haven. Deze hub biedt een infrastructuur waarmee afgevangen CO 2 (CCS) kan worden vervoerd voor gebruik in kassen of voor opslag in lege olie- en gasvelden onder de Noordzee. Via Letters of Endorsement hebben Shell, Air Liquide, en de consortia ROAD (E.ON en GDF SUEZ) en CINTRA (Vopak, Anthony Veder, Air Liquide en Gasunie) het belang hiervan onderschreven. De CCS-demonstratieprojecten ROAD (E.ON en GDF SUEZ) en Green Hydrogen (Air Liquide) kwamen in een cruciale fase. De investeringsbeslissing van ROAD (Rotterdam Opslag en Afvang Demonstratieproject) wordt in 2013 genomen. De Europese subsidieaanvraag van het Green Hydrogenproject werd niet gehonoreerd. Air Liquide beraadt zich nu op andere manieren om CCS te realiseren. LNG kan een belangrijke bijdrage leveren aan het schoner maken van de transportsector, door vermindering van de uitstoot van NO x, SOx, fijnstof en broeikasgassen. Om LNG als transportbrandstof te introduceren, moet een hele keten op gang worden gebracht. De breakbulkterminal die Gasunie en Vopak naast de GATE-terminal gaan bouwen is daarin een belangrijke stap. Hiermee komt LNG beschikbaar als alternatief voor stookolie voor kustvaart, binnenvaart en wegtransport. De introductie van LNG als transportbrandstof wordt begeleid door het Nationaal LNG Platform, dat in 2012 in aanwezigheid van minister Verhagen in Rotterdam is opgericht. Andere mijlpalen op het gebied van toepassing van LNG zijn de lancering van de eerste hybride, en daarmee zeer energiezuinige, sleepboot van Europa (de RT Adriaan als E-KOTUG) in juni 2012 en de doop van een nieuwe LNG-tanker door prinses Maxima in december 2012. Ook hebben de havenbedrijven van Götenborg en Rotterdam in 2012 een intentieverklaring getekend over het versnellen van de introductie van LNG als maritieme brandstof. In 2015 moet in beide havens LNG gebunkerd kunnen worden. Luchtkwaliteit en geluid Om de luchtkwaliteit in Rotterdam te verbeteren, is het aantal walstroomvoorzieningen waar aangemeerde schepen gebruik van kunnen maken, uitgebreid. Zo wordt het 8

BRON: E-KOTUG. BRON: STEDIN. De RT Adriaan is in juni 2012 als E-KOTUG gedoopt. De Rotterdamse boot is de eerste hybride sleepboot van Europa. Aanleg stoomnetwerk in de Rotterdamse Botlek. gebruik van scheepsgeneratoren overbodig en wordt de uitstoot van fijnstof en NO x voorkomen. Om geluidshinder te voorkomen zijn de Laan van Dada, Laan van Magisch Realisme, Aveling Zuid, Rosestraat en de Ankie Verbeek Ohrlaan voorzien van een nieuw stil wegdek. Naast de aanleg van stil wegdek werkt Rotterdam ook aan andere concrete maatregelen, zoals het isoleren van gevels in geluidsbelaste gebieden. Duurzaam bouwen en wonen De aanpak van de gebouwde omgeving begint zijn vruchten af te werpen. Een goed voorbeeld hiervan is de Hildegaertschool in Rotterdam, die zich de duurzaamste school van Nederland mag noemen. De school is in 2012 geopend en voorzien van de nieuwste technieken. Zo vervangen warmte-koudeopslag en zonnecollectoren een standaard cv-installatie en is er een vegetatiedak dat regenwater vasthoudt en filtert. De duurzame verlichting speelt in op het gemoed van de kinderen om ze bij de les te houden. Leerlingen kunnen in hun eigen lokaal zien hoeveel energie ze verbruiken. Ook hebben in 2012 drie hotels een gouden Green Key-certificaat behaald. Hiermee telt de stad Rotterdam bijna vierduizend groene hotelbedden, ongeveer vijftig procent van het totaal. Woningbouwvereniging Hoek van Holland en Waifer Nederland hebben zeven corporatiewoningen van zonnepanelen voorzien. Waifer investeert als private partner in de zonnepanelen en levert vervolgens duurzame energie aan de huurder. De energielasten van de betrokken huurders zijn hierbij bevroren. Het project is goed uit te breiden naar andere gebieden. De voorbereidingen hiertoe zijn in volle gang vanuit het project Versnelling 010. Hierin worden Rotterdamse woningen grootschalig verduurzaamd, waarbij de investering zich terugverdient via een lagere energienota voor de bewoner. Duurzame mobiliteit Op het gebied van duurzame mobiliteit is de infrastructuur voor elektrisch rijden fors uitgebreid. In juni werd het honderdste oplaadpunt voor elektrische auto s in gebruik genomen. Eind 2012 waren er 212 oplaadpunten in Rotterdam. Verder was het eerste jaar van Het Nieuwe Rijden Elektrisch Vervoer Centrum (HNR EVC) een succes. Het centrum verwelkomde ruim drieduizend bezoekers sinds de opening, kreeg naamsbekendheid in het hele land en won in september 2012 de publieksprijs E-Mobility Awards in de categorie Stimulering Elektrisch Vervoer. Ook zijn de eerste Made in Rotterdam elektrische scooters van de ESFA op de RDM-Campus opgenomen in het gemeentelijke wagenpark. Deze fabriek kent een bijzondere opzet: mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt worden opgeleid tot arbeidskrachten met goede kansen op de arbeidsmarkt. Nieuwe voorzitter van de Council In oktober 2012 is Jeroen van der Veer officieel aangetreden als nieuwe voorzitter van de Council, de adviesraad van het RCI. Daarmee is hij een belangrijk adviseur van het RCI. Jeroen van der Veer volgt Ruud Lubbers op, die als erevoorzitter betrokken blijft bij het RCI. De inzet van Jeroen van der Veer zal vooral gericht zijn op het verduurzamen van de industrie, dat eveneens een centraal thema is in de Rotterdamse Havenvisie, Port Compass 2030. De RCI agenda is hierin goed geborgd. Koploper op het gebied van klimaatadaptatie Het programma Rotterdam Climate Proof heeft als doel ervoor te zorgen dat Rotterdam in 2025 honderd procent klimaatbestendig is. Dit betekent dat de stad zich kan aanpassen aan het veranderende klimaat, en beter bestand is tegen hevige regenbuien, stijging van de zeespiegel of veranderingen van de waterstand van de Maas. Vanuit dit programma is in 2012 de Rotterdamse Adaptatie Strategie (RAS) opgeleverd. Deze strategie gaat in op de urgentie van klimaatadaptatie in Rotterdam en beschrijft welke richtinggevende besluiten nodig zijn om dit de komende decennia op een gerichte en effectieve wijze te doen. Kortgezegd: hoe houden we hier droge voeten. Met deze informatie zijn kansrijke strategieën voor een klimaatbestendige stad ontwikkeld. Sinds eind 2012 is een eerste beschrijving van de Rotterdamse adaptatiestrategie beschikbaar, die in 2013 met stakeholders wordt besproken en bestuurlijk vastgesteld. Als onderdeel van de Rotterdamse Adaptatie Strategie is de Rotterdamse klimaat-mkba ontwikkeld. 9

Foto: KARIN OPPELLAND. In een MKBA (maatschappelijke kostenbatenanalyse) worden de kosten van een investering afgewogen tegen de baten vanuit het perspectief van de maatschappij als geheel. Rotterdam als internationale voorbeeldstad Ook ver buiten de stadsgrenzen zijn de stappen die Rotterdam zet op weg naar een duurzame stad goed merkbaar. De Europese Commissie bereidt een klimaatadaptatiestrategie voor. Omdat een dergelijke strategie op lokaal niveau ontwikkeld moet worden, faciliteert zij de steden met een trainingsprogramma. Rotterdam is hierbij benoemd tot peer city en heeft een leidende rol in dit trainingsprogramma. In oktober 2012 bezochten ongeveer twintig watermanagers uit vijftien Europese steden Rotterdam. In het project Ho Chi Minh City, moving towards the sea, werkten Nederlandse bedrijven in opdracht van Rotterdam aan de ontwikkeling van een klimaatadaptatiestrategie naar Rotterdams model. Ook de Filipijnen Bijen op de Dakakkers, het grote landbouwdak in Rotterdam centrum. zijn op zoek naar oplossingen voor wateroverlast in de deltastad Manilla. Studenten van de Hogeschool Rotterdam hebben in samenwerking met Rotterdam onderzoek gedaan naar klimaatadaptatie aldaar. Singapore heeft haar interesse in samenwerking met Rotterdam op het gebied van water en klimaatadaptatie kenbaar gemaakt. In 2012 werden circa 25 internationale delegaties ontvangen om te leren hoe Rotterdam werkt aan klimaatbestendigheid op de langere termijn, in combinatie met het aanjagen van groene groei. Het door Rotterdam opgerichte netwerk Connecting Delta Cities groeide in 2012 uit tot tien kernsteden met daaromheen een ring van geïnteresseerde wereldsteden, waaronder Vancouver en Singapore. Dit leverde Rotterdam een erkende voortrekkersrol op het terrein van klimaatadaptatie bij de C40 Climate Leadership Group, het samenwerkingsverband van steden op het gebied van klimaatverandering waaraan het Clinton Climate Initiative nauw gelieerd is. Congresstad Duurzaamheid In Rotterdam hebben diverse congressen op het gebied van duurzaamheid plaatsgevonden. Een voorbeeld hiervan is de Shell Eco-marathon. Parallel hieraan heeft een forum plaatsgevonden waar internationale deskundigen uit het bedrijfsleven, de academische wereld en maatschappelijke organisaties gewerkt hebben aan oplossingen voor de Energie-Water-Voedsel Nexus. Het evenement heeft ongeveer 40.000 belangstellenden getrokken. Vergroening en extra waterbergingen Er wordt voortvarend gewerkt aan het vergroenen van de stad. In april werden De Dakakkers op kantoorgebouw Het Schieblock in het centrum van Rotterdam aangelegd. De akkers zijn met 1.000 vierkante meter de eerste grote stadslandbouwdaken in Nederland. Op 2 juni 2012 werd de 100.000ste vierkante meter groen dak gevierd. Dat gebeurde op het groene sedumdak van flatgebouw Meyenhage de Schere in Rotterdam Charlois. Eind 2012 telde Rotterdam ruim 110.000 vierkante meter groen dak. Op de stenige plekken Hooglandtuin, Johan Idaplein, Zwijndrechtseplein, Tidemanplein, HBU-locatie Coolsingel en het Afrikaanderpark zijn daarnaast vergroeningsprojecten uitgevoerd. Ook is het eerste waterplein opgeleverd op het Bellamyplein in Spangen. De uitvoering van het waterplein op het Benthemplein is gestart; oplevering vindt plaats in 2013. Duurzame investeringen versterken de economie In deze collegeperiode staan eind 2012 bijna 300 miljoen euro aan investeringen genoteerd die voldoen aan de definitie duurzame investering. Daarmee ligt Rotterdam op schema om het doel van 350 miljoen euro aan duurzame investeringen te bereiken in 2014. Een voorbeeld van duurzaam investeren is het Stoomnetwerk, waarvoor de totale investering bijna 20 miljoen euro bedraagt. Stedin, afvalverwerker en enegieleverancier AVR en chemiebedrijf EKC zijn de investeerders. Een andere grote investering is het Windpark Hartelbrug II, waar acht windmolens met een totaal van 24 MW aan vermogen worden geplaatst. Dit windpark is een rechtstreeks resultaat van het RCI windconvenant 2009. De investering bedraagt 36 miljoen euro. In het regionale Valorisatieprogramma Deltatechnologie zijn kansrijke cases aangedragen om met de valorisatiepartners uit te werken tot (markt)producten of pilots. Het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) keurde de subsidieaanvraag in het najaar 2012 goed. Daarmee is er 3,6 miljoen euro beschikbaar gekomen voor regionale innovatieontwikkeling en valorisatie op het gebied van klimaatadaptatie. Voor het Masterplan Jakarta Coastal 10

Bij het wegverkeer begint het elektrisch vervoer voet aan de grond te krijgen door onder meer de aanleg van steeds meer oplaadpunten. Development Strategy is mede door Rotterdamse inspanningen 4 miljoen euro beschikbaar gekomen. Aan twee Nederlandse consortia is een opdracht gegund. Effectenmonitor: effecten van de inspanningen Elk jaar wordt met de effectenmonitor gekeken welke effecten zijn te benoemen uit de inspanningen die zijn geleverd, en of deze op koers liggen met de uitgestippelde weg richting de doelstellingen in 2025. Uit de effectenmonitor van 2012 blijkt dat diverse opgaven een aanzienlijk effect van de gedane inspanningen laten zien. Voor een aantal opgaven geldt dat de effecten eind 2012 nog niet duidelijk waarneembaar waren. Vaak is dit conform verwachting. In 2012 en de jaren daar aan voorafgaand, zijn belangrijke stappen gezet om de doelen in 2025 te kunnen halen. A. Verminderen van de CO 2 -uitstoot In 2012 is er, conform verwachting, een bescheiden effect op de vermindering van CO 2 -uitstoot. In 2012 bedroeg de CO 2 -uitstoot in Rotterdam 29.550 kton, waarbij de bereikte CO 2 -reductie door aanpak van het RCI ongeveer 100 kton bedraagt. Eind 2011 is een start gemaakt met extra CO 2 -afvang (bij chemiebedrijf Abengoa) die via een pijpleiding aan de glastuinbouw wordt geleverd. In 2012 werd ongeveer 80 kton afgevangen. De verbetering van de energieefficiency bij de industrie heeft vooralsnog geen aanvullende CO 2 -reductie opgeleverd. Bij het wegverkeer begint het elektrisch vervoer voet aan de grond te krijgen door onder meer de aanleg van steeds meer oplaadpunten. Eind 2012 waren dat er in Rotterdam 212. Ook de inzet van biobrandstoffen voor het vrachtverkeer levert een reductie op van de CO 2 -uitstoot. De bereikte reductie in de sector verkeer en vervoer wordt geschat op enkele kilotonnen CO 2 in 2012. In de gebouwde omgeving zijn inmiddels bij veel corporatiewoningen energiebesparende maatregelen uitgevoerd. Datzelfde geldt voor veel MKB-branches en grootverbruikers als ziekenhuizen. Ook zijn energie-adviezen verstrekt aan huishoudens met lage inkomens, waarmee zowel energie als kosten worden bespaard. De geschatte CO 2 -reductie in de gebouwde omgeving bedraagt 20 kton. De beperkte CO 2 -reductie door getroffen maatregelen is conform verwachting. Projecten die leiden tot grootschalige CO 2 -reductie, zoals de realisatie van het stoomnetwerk, aansluiting van woningen op industriële restwarmte en toepassing van het afvangen, opslaan en hergebruiken van CO 2 (CCS), vergen een lange aanlooptijd en hoge investeringen. Hier is in 2012 de bodem voor gelegd, waarna de beoogde effecten over enkele jaren merkbaar worden. Het RCI richt zich daarom op het bereiken van de doelstellingen in 2025, met belangrijke mijlpalen in 2015 en 2020. Als het huidige pakket aan RCI-maatregelen wordt gerealiseerd, zal dit naar verwachting leiden tot een CO 2 -reductie van ca 21 Mton in 2025. Verreweg het grootste deel hiervan komt van CO 2 -maatregelen bij de industrie en energieopwekking. Met deze CO 2 -reductie wordt de halvering van de CO 2 -emissies in 2025 gehaald. B. Klimaatbestendig maken van de regio In 2012 is ruim 6.200 kubieke meter extra waterbergingscapaciteit gerealiseerd. Het totaal staat nu op 36.000 kubieke meter. Daarmee is circa negen procent van de totale opgave tot 2025 ingevuld (415.000 kubieke meter). De verwachting is dat in 2015 75.000 kubieke meter extra waterberging gereed is. De doelstelling voor 2014 160.000 vierkante meter groene gevels en daken ligt op koers: het aantal vierkante meter groen dak waarvoor subsidie werd aangevraagd is in 2012 met bijna 31.000 gestegen. Eind 2012 stond de groenedakenteller op 110.000 vierkante meter. Daarnaast telde Rotterdam nog 5.500 vierkante meter aan groene gevels. C. Versterken van de Rotterdamse economie Het programma Duurzaam moet onder andere leiden tot een versterking van de Rotterdamse economie, met in de periode tot 2014 minimaal 350 miljoen euro aan duurzame investeringen van publieke en private partijen samen als resultaat. In 2012 bedroeg de omvang aan duurzame 11

Pluktuin Essenburgsingel. investeringen ruim 63 miljoen euro. Dat betekent dat vanaf 2010 al bijna 300 miljoen euro is geïnvesteerd. Dat is 26 miljoen meer dan het doel voor deze periode. Het bereiken van het uiteindelijke doel ligt daarmee ruim op koers. Transitiemonitor De transitiemonitor geeft antwoord op de vraag in hoeverre Rotterdam op de goede weg is naar een duurzame stad. Het realiseren van een duurzaamheidstransitie in Rotterdam vraagt inzet over vele jaren. Het resultaat hiervan is van jaar tot jaar meer zichtbaar. Voor het Rotterdamse streven naar duurzaamheid zijn fundamentele veranderingen nodig in de manier waarop energie gebruikt wordt in de sectoren gebouwde omgeving, verkeer en vervoer en industrie en energieopwekking. De transitie is in beeld gebracht door de CO 2 -uitstoot te koppelen aan indicatoren die de economische ontwikkeling in deze sectoren weergeven. Voor de gebouwde omgeving is gekeken naar de CO 2 -uitstoot per vierkante meter vloeroppervlak. Die is voor woningen en MKB ten opzichte van 2012 licht toegenomen door meer gasverbruik. Bij gemeentelijke gebouwen is de CO 2 -emissie per vierkante meter nagenoeg gelijk gebleven. Bij de elektriciteitsproductie is de CO 2 -uitstoot per opgewekte kilowattuur juist gestegen ten opzichte van 2011. De voornaamste oorzaak hiervan is dat gasgestookte energiecentrales, die een lagere uitstoot per kwh hebben, minder elektriciteit hebben geproduceerd, terwijl de kolencentrale van E.ON op de Maasvlakte relatief meer heeft geproduceerd. Dit wordt veroorzaakt door marktomstandigheden. In de sector Verkeer en Vervoer is nog geen sterke verandering zichtbaar in de indicator CO 2 per gereden kilometer ten opzichte van 2011. Omdat het gaat over meer dan alleen technologische innovatie, maar ook om veranderingen in beleid, gedrag en cultuur, wordt de echte transitie pas bereikt als op voldoende schaal sprake is van nieuwe manieren van denken, werken en organiseren. De transitiemonitor laat zien dat op belangrijke onderdelen in 2012 de kiem voor deze omslag is gelegd. De condities die het RCI schept, zijn daarmee in toenemende mate succesvol. In termen van structuur zijn de aanleg van het stoomnetwerk in het Botlekgebied, de aanleg van het warmtenet, de infrastructuur voor elektrisch rijden en de omvang van de investeringen in duurzaamheid belangrijke projecten die in de nabije toekomst gaan zorgen voor een schaalsprong. Om deze schaalsprong mogelijk te maken werken de RCI partners aan het opstarten, uitvoeren en vergroten van projecten. Daarbij wordt ook goed gekeken naar externe ontwikkelingen die Rotterdam niet zelf in de hand heeft. Belangrijk aandachtspunt is de lage CO 2 -prijs in het Europese emissiehandelssysteem. Die zorgt ervoor dat er weinig prikkel is voor de grote industrie en de energiesectoren om te verduurzamen. Daarnaast is de situatie op de energiemarkt op dit moment zodanig dat de elektriciteitsprijs laag is en de gasprijs relatief hoog. Hierdoor staan relatief efficiënte gasgestookte warmtekrachtinstallaties stil of worden op korte termijn uit bedrijf genomen. Er dreigt efficiencywinst verloren te gaan. RCI zet zich in richting de rijksoverheid en de Europese Unie om te pleiten voor gunstige randvoorwaarden voor verduurzaming. 12

Activiteiten, resultaten en effecten 2012

Het kader: programma Duurzaam 2010-2014 Naar een duurzame wereldhavenstad De partners van het Rotterdam Climate Initiative (RCI) werkten in 2012 met het programma Duurzaam 2010-2014: Investeren in duurzame groei aan een schone, groene, gezonde en economisch sterke stad. De twee hoofddoelstellingen voor 2025 zijn: het halveren van de CO 2 -uitstoot in 2025 ten opzichte van 1990 en het honderd procent klimaatbestendig maken van de regio. Daarnaast staan het verminderen van geluidshinder en het verbeteren van de luchtkwaliteit centraal en de relatie die daar ligt met de gezondheid van de Rotterdammers. Het programma moet bovendien tot een versterking van de Rotterdamse economie leiden, met in de periode tot 2014 minimaal 350 miljoen euro aan duurzame investeringen als resultaat. Die investeringen moeten ook bijdragen aan meer werkgelegenheid voor Rotterdammers. Rotterdam wil met het programma een betere leefkwaliteit realiseren voor haar bewoners en een nog aantrekkelijkere vestigingsstad worden voor bedrijven. Duurzaamheid als gezamenlijke uitdaging Meer dan zestig partijen droegen bij aan de inhoud van het programma Duurzaam. Ook de realisatie van de doelstellingen in het programma vormt een gezamenlijke uitdaging. Niet alleen voor de partners van het RCI, de gemeente Rotterdam, het Havenbedrijf Rotterdam, DCMR Milieudienst Rijnmond en Deltalinqs, de koepelorganisatie van de Rotterdamse bedrijven in haven Duurzame informatiemarkt in het Drijvend Paviljoen tijdens de Wereldhavendagen. en industrie. Ook andere partijen dragen bij aan de realisatie van het programma: individuele bewoners, verenigingen en instellingen, scholen, woningcorporaties, MKB-ondernemers en multinationals. Maar ook vervoersbedrijven, medeoverheden en kennisinstellingen. De tien Rotterdamse duurzaamheidsopgaven In het programma Duurzaam zijn voor de periode tot en met 2014 tien Rotterdamse duurzaamheidsopgaven en 89 concrete actiepunten geformuleerd. De tien Rotterdamse duurzaamheidsopgaven zijn: 1. Vooroplopen bij het verminderen van CO 2 -uitstoot 2. Verbeteren van de energie-efficiency 3. Omschakelen naar duurzame energie en biomassa als brand- en grondstof 4. Bevorderen van duurzame mobiliteit en transport 5. Verminderen van geluidsoverlast en bevorderen van schone lucht 6. Groener maken van de stad 7. Vergroten van duurzame investeringen en bevorderen van duurzame producten 8. Duurzaamheid in onderwijs en onderzoek 9. Voorbereiden op de gevolgen van klimaatverandering 10. Bevorderen van duurzame gebiedsontwikkeling. De indeling in deze tien opgaven vindt u terug in deze Rotterdamse Duurzaamheidsmonitor 2012. Ahmed Aboutaleb, burgemeester van Rotterdam: De economie van Rotterdam is in 2025 veelzijdiger, innovatiever, concurrerender en duurzamer dan nu. Eigenlijk is de economie alleen maar duurzaam: de chemie is groen, we produceren veel elektriciteit via zon en wind, vangen CO 2 op en hergebruiken warmte uit de haven. En de randen van de stad stellen we beschikbaar voor stadslandbouw voor de Rotterdammers. 14

Algemene resultaten In het vervolg van deze Rotterdamse Duurzaamheidsmonitor 2012 leest u per opgave de belangrijkste activiteiten en resultaten uit het afgelopen jaar. Hieronder wordt in de breedte kort teruggeblikt op enkele belangrijke ontwikkelingen. Nieuw kabinet wil inzetten op groene groei Duurzame economische groei bewerkstelligen. Dat is één van de belangrijkste opgaven van het kabinet. Het RCI heeft de informateurs voor de kabinetsformatie 2012 per brief tien kernpunten voor duurzame groei aangereikt. Deze zijn nodig voor het creëren van extra werkgelegenheid en economische groei in de Rotterdamse regio. De kernpunten betreffen onder andere de vergroening van het belastingstelsel en een betere werking van het Europese emissiehandelssysteem. Dit zijn cruciale instrumenten die leiden tot meer investeringen door bedrijven in energie-efficiency en daarmee kostenbesparing en modernisering. En in duurzame energieopwekking, warmtekrachtinstallaties en het afvangen, opslaan en hergebruiken van CO 2 (CCS). Het RCI vroeg het nieuwe kabinet om Rotterdam als uniek gebied te ondersteunen bij de duurzame transitie. Daarbij moet fors ingezet worden op de biobased economy en zijn er grote kansen voor het verduurzamen van de gebouwde omgeving en de mobiliteit. Lokale klimaatagenda Met de rijksoverheid is de Lokale Klimaatagenda opgesteld. Deze beschrijft op welke gebieden de rijksoverheid en lokale overheden met elkaar willen samenwerken om de duurzame transitie te versnellen. Doel van de agenda is dat succesvolle lokale klimaatinitiatieven op grote schaal navolging krijgen. Dit gebeurt door kennisuitwisseling en het opheffen van eventuele knelpunten in de wet- en regelgeving. Uitvoering van de Rotterdamse Havenvisie, Port Compass 2030 Nadat in 2011 de Rotterdamse Havenvisie, Port Compass 2030 was vastgesteld, werd in juli 2012 het convenant getekend om de uitvoering hiervan echt gestalte te geven. In deze havenvisie is onder andere afgesproken dat de Rotterdamse haven koploper wil zijn op het gebied van efficiency en duurzaamheid. De activiteiten die in RCI-verband worden opgestart en uitgevoerd zijn hiervoor hard nodig. Het Havenbedrijf Rotterdam, de gemeente Rotterdam, Deltalinqs, provincie Zuid-Holland en de ministeries van Infrastructuur & Milieu en van Economische zaken, Landbouw & Innovatie ondertekenden het convenant. Internationale activiteiten Sinds de start profileert RCI zich als actieve partner op het internationale speelveld, zowel in Europees verband waar actief de samenwerking wordt gezocht met Het kennisnetwerk Connecting Delta Cities breidt zich steeds verder uit. 15

Jeroen van der Veer, voorzitter Council (adviesraad) RCI: Groene groei, dat is de kern van waar we aan moeten werken. Op wereldschaal is daar, ondanks de grote klimaatconferenties, weinig van terecht gekomen. Daarom wordt het nu bottom-up aangepakt, met een grote rol voor lokale overheden en bedrijven. In Rotterdam is die werkwijze al vergevorderd, met een unieke samenwerking tussen het haven- en industrieel complex en de stad. Jeroen van der Veer, voorzitter Council (adviesraad) RCI. omringende landen op het gebied van LNG en CCS, als op wereldschaal. Vooral op het gebied van klimaatadaptatie wordt Rotterdam steeds meer gezien als koploperstad in de wereld. In 2012 werden circa 25 delegaties uit de hele wereld ontvangen om te leren van hoe Rotterdam werkt aan klimaatbestendigheid op de langere termijn en hoe Rotterdam dit doet in combinatie met het aanjagen van groene groei. Het door Rotterdam opgerichte netwerk Connecting Delta Cities groeide in 2012 uit tot tien kernsteden met daaromheen een ring van geïnteresseerde wereldsteden, waaronder Vancouver en Singapore. Dit leverde Rotterdam een erkende voortrekkersrol op het terrein van klimaatadaptatie in C40-verband op. De C40 Climate Leadership Group is het samenwerkingsverband van steden op het gebied van klimaatverandering waaraan het Clinton Climate Initiative nauw gelieerd is. In bilaterale contacten vond onder meer intensieve samenwerking plaats met Ho Chi Minh City in het project Ho Chi Minh City, moving towards the sea, waarbij Nederlandse bedrijven in opdracht van Rotterdam werkten aan de ontwikkeling van een klimaatadaptatiestrategie naar Rotterdams model. Vierde plaats voor Rotterdam bij European Green Capital Award Rotterdam eindigde op de vierde plaats bij de European Green Capital Award 2014. Deze award is een Europese titel voor duurzame steden. Voor de verkiezing hadden zich negentien steden aangemeld, waaruit het Europese panel drie finalisten selecteerde: Bristol, Kopenhagen en Frankfurt. De beoordeling van de Rotterdamse duurzaamheidsaanpak door het expertpanel laat zien dat de kracht van Rotterdam als duurzame stad zit in de duurzame gebiedsontwikkeling en duurzame innovaties. Rotterdam 26e Fairtrade Gemeente Op 14 december ontving de gemeente Rotterdam het predicaat Fairtrade Gemeente. Rotterdam werkte de afgelopen twee jaar hard om te voldoen aan de criteria voor Fairtrade Gemeente. Het toekennen van de titel is een erkenning van de stappen die Rotterdam de afgelopen jaren maakte om eerlijke handel op de kaart te zetten. Rotterdam heeft 41 maatschappelijke instanties en 28 bedrijven die Fairtradeproducten gebruiken. Fairtrade is ook opgenomen in het inkoopbeleid van de gemeente. Eerlijke handel bevordert de duurzame ontwikkeling in de internationale handel. Fairtrade-producten dienen daarnaast te voldoen aan strenge milieueisen. Ruud Lubbers erevoorzitter RCI Op 10 december nam het Rotterdam Climate Initiative intern afscheid van Ruud Lubbers als voorzitter van de RCI-Council. De heer Lubbers stond in 2007 aan de wieg van het Rotterdamse klimaatprogramma. In zijn rol als voorzitter van de International Advisory Board (IAB) adviseerde hij toenmalig burgemeester Opstelten en havenwethouder Harbers om met een ambitieus klimaatprogramma aan de slag te gaan vanwege de hoge CO 2 -uitstoot in dit gebied en om Rotterdam te moderniseren en efficiënter te maken. Zodat ook in de toekomst een goede economische ontwikkeling mogelijk is in een leefbare stad. Lubbers wist als kwartiermaker en voorzitter van de Council het RCI nationaal en internationaal op de kaart te zetten en Rotterdam als koploper te profileren. Daarnaast zette hij zich als betrokken ambassadeur in voor onderwerpen als CCS en de biobased economy. De heer Lubbers blijft betrokken bij het RCI als erevoorzitter. In deze rol kan het RCI een beroep op hem blijven doen voor advies of om zich voor bepaalde onderwerpen in te zetten als pleitbezorger. Jeroen van der Veer nieuwe voorzitter RCI-Council Op 22 oktober is Jeroen van der Veer officieel aangetreden als nieuwe voorzitter van de Council van het Rotterdam Climate Initiative. Daarmee is hij een belangrijk adviseur van het RCI. Van der Veer volgt de heer Lubbers op. De Council is het adviesorgaan van het RCI, met belangrijke vertegenwoordigers uit overheid, wetenschap en bedrijfsleven. Met zijn kennis van de energie- en industriesector is Van der Veer als geen ander in staat om het RCI te ondersteunen bij het vormgeven van de duurzaamheidstransitie in de Rotterdamse haven, industrie en stad. Van der Veer bekleedde diverse nationaal en internationaal toonaangevende functies. Naast bestuursvoorzitter van Shell, was hij recentelijk voorzitter van de Topsector Energie. 16

Opgave 1 Vooroplopen bij het verminderen van CO 2 -uitstoot Rotterdam wil zo snel mogelijk overgaan op een CO 2 -arme economie en zo een concurrentievoordeel creëren. Met als doel dat de CO 2 -uitstoot in 2025 gehalveerd is ten opzichte van 1990. Toen was de uitstoot 24 Mton, dus in 2025 mag de uitstoot hooguit 12 Mton zijn. Zonder maatregelen stijgt de uitstoot mogelijk tot meer dan 33 Mton in 2025. Het overgrote deel (88 procent) van de CO 2 -uitstoot in Rotterdam komt voor rekening van de industrie en energieopwekking in het havengebied. Verkeer en vervoer (zeven procent) en de gebouwde omgeving (vijf procent) stoten ook CO 2 uit. Bij deze opgave worden de vorderingen op het gebied van CO 2 -afvang, -transport en -opslag (CCS) beschreven. Verbeteringen van de energie-efficiency en opwekking van duurzame energie zorgen ook voor een vermindering van CO 2 -emissies. Deze komen bij de volgende opgaven aan de orde. Activiteiten en resultaten ROAD Het Rotterdam Opslag en Afvang Demonstratieproject (ROAD) is een gezamenlijk project van E.ON en GDF SUEZ Nederland (Electrabel) om vanaf 2016 op grote schaal CCS te demonstreren. Per jaar wordt dan meer dan 1 Mton CO 2 afgevangen bij de nieuwe E.ON-centrale op de Maasvlakte. De CO 2 wordt opgeslagen in een leeg gasveld onder de bodem van de Noordzee. ROAD zal het eerste grote CCS-project in Europa zijn. CCS wordt gezien als een onmisbare techniek in de strijd tegen klimaatverandering en de ontwikkeling hiervan wordt daarom ondersteund door de EU en de Nederlandse overheid. Voor Rotterdam betekent dit de start van grootschalige toepassing van CCS bij zowel de energiesector als bij de industrie. Voor de ontwikkeling van dit demonstratieproject is 180 miljoen euro aan Europese en 150 miljoen euro aan Nederlandse steun toegezegd. De investering van de ROADpartners is van dezelfde ordegrootte. Door de structureel lage CO 2 -prijs van de afgelopen jaren is echter een financieel tekort ontstaan. De ROAD-partners werken nu in samenwerking met de rijksoverheid en waar mogelijk gesteund door het RCI aan het vinden van extra dekking om dit tekort Foto: Rob Niemantsverdriet. Maasvlakte Power Plant 3 van E.ON in aanbouw. 17

Steven Lak, voorzitter Deltalinqs: Juist de gezamenlijke inspanning voor duurzame economische groei biedt Rotterdam met het haven- en industrieel cluster extra mogelijkheden voor energieefficiency, duurzame energie en CO 2 -hergebruik en -opslag. te dekken. Rotterdam heeft aangegeven E.ON en GDF SUEZ aan de gedane toezeggingen voor CCS-toepassing te zullen houden en in 2013 de investeringsbeslissing te willen vernemen. Deze toezeggingen werden in 2007 gedaan aan de gemeenteraad bij de besluitvorming over de bouw van de beide kolencentrales. Air Liquide (Green Hydrogen) In december werd bekend dat aan het Green Hydrogen Project van Air Liquide geen Europese subsidie is toegekend. Dit project is het tweede grootschalige Rotterdamse demonstratieproject naast ROAD. Hiermee zou Rotterdam een CCS-project hebben op het gebied van energieopwekking en één op het gebied van de industrie. In mei 2011 werd dit project door de toenmalige minister Verhagen van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie ingediend voor de NER300, een Europese subsidieregeling voor duurzame energie en CO 2 -opslagprojecten. Air Liquide wil nog steeds investeren in CCS en zoekt nu naar andere manieren om het project te realiseren. Verder bouwen aan de CO 2 -hub De partners van het RCI werken verder aan de ontwikkeling van een CO 2 -hub in de Rotterdamse haven. Deze hub biedt een infrastructuur waarmee afgevangen CO 2 vanuit het Rotterdamse industriegebied of van elders wordt verzameld en vervoerd voor gebruik in kassen of opslag in lege olie- en gasvelden onder de Noordzee. Via Letters of Endorsement hebben Shell, Air Liquide en de consortia ROAD (E.ON en GDF SUEZ) en CINTRA (Vopak, Anthony Veder, Air Liquide en Gasunie) het belang hiervan onderschreven. Internationale samenwerking op CCS-gebied Het RCI neemt deel aan een samenwerkingsverband van regio s rond de Noordzee. Deelnemers zijn onder meer Schotland, Noordrijn-Westfalen, Antwerpen en de Engelse Yorkshire en Humber-regio. Een belangrijk onderwerp dat gezamenlijk wordt opgepakt is de zogenaamde dry run - exercitie. In de toekomst zal CO 2 over landsgrenzen heen getransporteerd worden en (mogelijk) opgeslagen in een gedeelte van de Noordzee dat niet onder Nederlands beheer valt. Om hier in juridische en organisatorische zin op voor te bereiden, worden deze aspecten virtueel getest. Hiermee wordt duidelijk welke aspecten moeten worden aangepast. En verder zijn de geleerde lessen bij de Rotterdamse CCS-aanpak in kaart gebracht. Doel van dit onderzoek was om internationaal kennis te kunnen delen over praktische ervaringen binnen een groot en complex CCS-systeem. Deze lessen en de duiding van de resultaten hebben met behulp van de RCI-deelnemers geleid tot een evaluatierapport over de CCS-aanpak van het RCI. Hierin staan verbetersuggesties op het gebied van de ontwikkeling van infrastructuur, opslaglocaties voor CO 2, draagvlak voor CCS en economische prikkels op de lange termijn. is een studie opgestart naar de kosten van transport en opslag van CO 2. Voor de studie is ondersteuning verkregen van de Global CCS Institute en het Clinton Climate Initiative. Met het ontwikkelde kostenmodel kunnen potentiële ontwikkelaars van CCS nagaan wat de kosten van transport en opslag zullen zijn. Deze worden in hoge mate beïnvloed door de aan te leggen transportcapaciteit en de locatie waar CO 2 wordt opgeslagen. heeft het RCI haar input geleverd op een consultatie van de Europese Unie over mogelijke maatregelen om op korte termijn tot verhoging van de prijs van CO 2 -emissierechten te komen. zijn er bezoeken gebracht aan Brussel, Directoraat-generaal Klimaat en Directoraat-generaal Energie om de zorg te uiten over de aanhoudend lage prijs van CO 2 -emissierechten die de ontwikkeling van CCS-projecten bemoeilijkt. Daarbij is Rotterdam als centrum voor Europese ontwikkeling van CCS neergezet. neemt het RCI deel aan diverse overlegvormen om CCS lokaal en internationaal van de grond te krijgen. Doel is om door samenwerking synergievoordelen te behalen en niet twee keer het wiel uit te vinden. En om meer kracht te ontwikkelen voor het bewerkstellingen van de juiste kaders vanuit regelgeving en beleid. 18

Effectenmonitor Doel: CO 2 -uitstoot ligt in 2025 50 procent lager dan in 1990. Indicator: De jaarlijkse CO 2 -uitstoot van alle bronnen in Rotterdam. In 2012 bedroeg de CO 2 -uitstoot in Rotterdam 29.550 kton. Dat is ongeveer gelijk aan het niveau van 2011 (29.763 kton). Toch zijn er per sector verschillen met de uitstoot van 2011: bij bedrijven die gebruikmaken van warmtekrachtkoppeling (WKK) is een afname van de uitstoot te zien. Daar tegenover staat een hogere uitstoot in de chemiesector. Bij huishoudens is er toename van de uitstoot door het hogere gasverbruik als gevolg van de koude winter. De uitstoot door verkeer en vervoer is nagenoeg onveranderd. Overigens betreft het voorlopige cijfers: voor sommige bronnen waren nog geen cijfers over 2012 beschikbaar. Deze zijn geschat op basis van externe bronnen of inschattingen van experts. Bvenstaande grafiek betreft het beeld van de totale CO 2 -uitstoot. CO 2 -emissie Mton 50 45 40 35 30 25 20 15 10 5 0 1990 2005 06 07 08 09 10 11 12 2015 2020 2025 Reductie door aanpak RCI CO 2 -uitstoot Prognose Doel RCI Bron: PD1A.1 Het effect van ingezette maatregelen groeit gestaag maar is zoals verwacht nog beperkt. In 2011 was de bereikte CO 2 -reductie door RCI maatregelen nog 50 kton, in 2012 was dit ongeveer 100 kton. Eind 2011 werd een start gemaakt met extra CO 2 -afvang (bij chemiebedrijf Abengoa) die via een pijpleiding aan de glastuinbouw wordt geleverd. Daar wordt de CO 2 gebruikt als meststof voor de planten. In 2012 werd op die manier ongeveer 80 kton afgevangen. De verbetering van de energie-efficiency bij de industrie heeft per saldo vooralsnog geen aanvullende CO 2 -reductie opgeleverd (zie ook opgave 2). Hier is intensivering van de inzet noodzakelijk. Bij het wegverkeer (zie ook opgave 4) begint het elektrisch vervoer voet aan de grond te krijgen door onder meer de aanleg van steeds meer oplaadpunten. Eind 2012 waren dat er in Rotterdam 212. Ook de inzet van biobrandstoffen voor het vrachtverkeer levert een reductie op van de CO 2 -uitstoot. De bereikte reductie in de sector verkeer en vervoer wordt geschat op enkele kilotonnen CO 2. In de gebouwde omgeving zijn inmiddels bij vele corporatiewoningen energiebesparende maatregelen uitgevoerd. Datzelfde geldt voor veel MKB-branches en grootverbruikers als ziekenhuizen. De branchegerichte aanpak van het RCI, waarbij bedrijven en instellingen gericht worden benaderd, leidt in toenemende mate tot structurele maatregelen. Ook zijn energie-adviezen verstrekt aan huishoudens met lage inkomens, waarmee zowel energie als kosten worden bespaard. De geschatte CO 2 -reductie in de gebouwde omgeving bedraagt 20 kton. 2025 is het doeljaar voor halvering van de CO 2 -emissies en voor 2015 en 2020 zijn tussentijdse mijlpalen gesteld waarop significante CO 2 reductie zichtbaar moet zijn. Voor 2015 is dit 2,5 Mton, in de grafiek weergegeven door het groene gedeelte in de balk. Grootschalige CO 2 -reductie vergt vanwege de complexiteit en omvang van projecten een lange aanlooptijd. De verwachting is dat de komende jaren een toenemende en meer grootschalige CO 2 - reductie dankzij de RCI-aanpak zichtbaar zal zijn. Zo wordt in 2013 het eerste deel van het stoomnetwerk in de Botlek in gebruik genomen en worden de eerste gebouwen in de stad verwarmd met industriële restwarmte van AVR dat via het Warmtebedrijf Rotterdam aan de stad wordt geleverd. Ook zal het aantal elektrische voertuigen groeien en het opgesteld vermogen aan windenergie worden uitgebreid, zowel in de haven als in het stedelijk gebied (Hoek van Holland). Daarmee is een duidelijk begin gemaakt met de energietransitie in Rotterdam. Ondanks de maatregelen van het RCI zal de komende jaren de CO 2 -uitstoot in Rotterdam nog toenemen. Nieuwe bedrijvigheid op Maasvlakte 2 en de nieuwe elektriciteitscentrales van E.ON en GDF SUEZ die binnenkort in bedrijf gaan, zorgen voor een toename van CO 2 -emissies die de reductie daarvan door RCI maatregelen voorlopig nog overtreft. De CO 2 -afvang bij deze centrales start met een demonstratieproject (ROAD) en zal na verloop van tijd worden opgeschaald. Ook wordt voorzien in bijstook van biomassa. De halvering van de CO 2 -emissies in 2025 is met het huidige pakket aan RCI-maatregelen haalbaar, maar wel mede afhankelijk van externe factoren zoals de CO 2 -prijs in het Europese emissiehandelssysteem en de economische situatie. Wanneer voorziene maatregelen worden gerealiseerd, zal dit leiden tot een CO 2 - reductie van circa 21 Mton in 2025. Verreweg het grootste deel hiervan komt van CO 2 -maatregelen bij de industrie en bij energieopwekking. 19