COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

Vergelijkbare documenten
COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2009/11 - De boekhoudkundige verwerking van partiële splitsingen. Advies van 16 september 2009

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

Analyse van de nieuwe adviezen van de Commissie voor Boekhoudkundige Normen inzake fusies en (partiële) splitsingen

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2011/11 - De boekhoudkundige verwerking van grensoverschrijdende partiële splitsingen

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

Boekhoudkundige continuïteit versus discontinuïteit

11. Cijfervoorbeelden

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

Inbreng in een Belgische vennootschap door een niet-europese vennootschap van haar Belgische vaste inrichting (filialisering) (art.

Fiscale aspecten bij éénmalige revisorale opdrachten

Fiscale aspecten bij éénmalige revisorale opdrachten. ViasDFK3 BEDRIJFSREVISOREN

Belastingkrediet voor onderzoek en ontwikkeling: boekhoudkundige verwerking en fiscale behandeling.

Omzetting van de Europese richtlijn naar het Belgisch recht

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2011/10 De boekhoudkundige verwerking van grensoverschrijdende splitsingen. Advies van 16 maart 2011

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2011/10 De boekhoudkundige verwerking van grensoverschrijdende splitsingen. Advies van 16 maart 2011

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN Advies 2009/6 - De boekhoudkundige verwerking van fusies. Advies van 1 april 2009

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

Ontbinding en vereffening

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

Fusies en splitsingen

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2017/XX Aftrek voor innovatie-inkomsten Ontwerpadvies van 13 september 2017

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN advies 2018/01 Aftrek voor innovatie inkomsten Advies van 21 maart

Circulaire 2018/C/103 over over de terugbetaling van maatschappelijk kapitaal

Aangeboden door Wouter Devloo IAB Accountant Belastingconsulent

INHOUDSOPGAVE. Voorwoord 5. In memoriam 7. De boekhoudkundige verwerking van fusies 9 Advies 2009/6, 1 april 2009

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2009/6 - De boekhoudkundige verwerking van fusies. Advies van 1 april 2009

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2018/01 Aftrek voor innovatie-inkomsten. Advies van 21 maart

Hof van Cassatie van België

Invloed van het buitengerechtelijk minnelijk akkoord of de gerechtelijke reorganisatie op de schulden en vorderingen. Ontwerpadvies 2010/X

CBN advies De boekhoudkundige verwerking van fusies

De inbreng in natura

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2018/02 Belastingkrediet voor kosten van onderzoek en ontwikkeling. Advies van 21 maart

Aanpassing BT van de reserves

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN advies 2017/XX Belastingkrediet voor kosten van onderzoek en ontwikkeling

Aftrek voor risicokapitaal

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. Advies 2012/XX Boekhoudkundige verwerking van een ruilverrichting

Lexalert : Gespreide belasting meerwaarden - herbelegging via belastingvrije fusie of splitsing kan!

Afdeling 2. Boekhoudkundige verwerking van fusies

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

Prof. dr. Stijn Goeminne, Faculteit Economie & Bedrijfskunde, Universiteit Gent

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2013/1 - De boekhoudkundige verwerking van (pseudo-)fusies van verenigingen en.

Keuzemogelijkheid tussen de notionele interestaftrek en de investeringsreserve Bespreking aan de hand van een voorbeeld

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

CBN adviseert over de boekhoudkundige verwerking van de wet betreffende de continuïteit van de ondernemingen

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

2. 01/04/x5 416 Diverse vorderingen Terreinen AW Meerwaarden op de realisatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

Ruling over herstructurering en omzetting van VZW. Ruling over herstructurering en omzetting van VZW

Overzicht van de belangrijkste wijzigingen aan het aangifteformulier inclusief de fiscale bijlagen voor het aj. 2015

GESPREIDE BELASTING VAN MEERWAARDEN OP BEPAALDE EFFECTEN

Het voeren van de boekhouding en het opstellen van de jaarrekening in een andere munt dan de Euro. 18 juni 2010

Herstructurering tijdens wachttermijn na 'interne vereffening' Herstructurering tijdens wachttermijn na 'interne vereffening'

Oefening 1 handboek: vrijgestelde reserve N-3

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

Kapitaalsubsidies Hendrik Claessens

TOELICHTING 275 C VOORAFGAANDE OPMERKINGEN TOELICHTINGEN

Notionele intrestaftrek

Afdeling V. Herwaarderingsmeerwaarden

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2018/XX Dividenduitkering en kapitaalvermindering in natura Ontwerpadvies van 11 juli 2018

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2012/17 - Erkenning van opbrengsten en kosten. Advies van 7 november 2012

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2015/XX - Verrichtingen met betrekking tot inschrijvingsrechten. Ontwerpadvies van 9 september 2015

Belastbare inkomsten in de vennootschap, de meerwaarden

BRUS. Gislenus BATS Ere-bedrijfsrevisor. ~~I~D. bergstr

AGENDA VAN DE BUITENGEWONE ALGEMENE VERGADERING DIE ZAL GEHOUDEN WORDEN OP 17 NOVEMBER 2014 OM 10H TE 1000 BRUSSEL, WATERLOOLAAN 16

Onderwerp. Copyright and disclaimer

JURIDISCHE EN FISCALE ASPECTEN VAN EEN OVERNAME LUDO DILLEN I. INLEIDING

de leasinggever? Ontwerpadvies CBN over leasing (IV) : hoe verwerken bij

2. Wat is het fiscale voordeel?

De pro rata aanrekening op kapitaal en belaste reserves zal inzonderheid gebeuren op basis van de breuk :

CBN-advies 2011/13 Overheidssubsidies. Advies van 4 mei 2011

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2019/01 Dividenduitkering en kapitaalvermindering in natura. Advies van 20 februari 2019

CBN advies Boekhoudkundige verwerking van een ruilverrichting en een aanbod tot inschrijving door inbreng in natura

Algemene verhoging van het tarief van de roerende voorheffing tot 27% - Kunnen winsten nog voordelig worden uitgekeerd?

Aftrek voor risicokapitaal

Bulletin. Commissie voor Boekhoudkundige Normen. maart

COMMISIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. Het gebruik van de verbindingsrekening tussen een buitenlandse vennootschap en haar Belgisch bijkantoor

Inhoud DEEL 1 ALGEMENE INLEIDING BOEKHOUDING EN RAPPORTERING... 1 HOOFDSTUK 1 HISTORISCHE EVOLUTIE EVOLUTIE VAN DE BEGRIPPEN...

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. Advies van 4 september

JAARREKENING IN EURO

COMMISIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

INHOUDSOPGAVE DEEL I : INBRENG IN NATURA EN QUASI-INBRENG. 0. Algemeen GB. 1. Inhoud GB Inbreng in natura GB. 1.2.

HOOFDSTUK 3. Herwaarderingsmeerwaarden. Blz. 39 tot 53

Tax shelter: geen eenduidigheid over de boekhoudkundige verwerking

Transcriptie:

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2009/15 - De boekhoudkundige verwerking van de inbreng van een bedrijfstak of van een algemeenheid van goederen Advies van 16 december 2009 1 I. Inleiding II. Boekhoudkundige verwerking 1. Principe 2. Enkele bijzonderheden I. Inleiding Door het Koninklijk Besluit van 3 december 1993 (B.S., 23 december 1993) werd met betrekking tot de boekhoudkundige verwerking van een inbreng van een bedrijfstak of van een algemeenheid van goederen vanaf 1 oktober 1993 het boekhoudkundig continuïteitsprincipe opgelegd indien deze verrichting belastingneutraal geschiedde. In het Verslag aan de Koning werd hierbij inderdaad gesteld dat het verkieslijk leek om het boekhoudkundig continuïteitsprincipe voor dergelijke inbrengen althans in een eerste fase, te beperken tot inbrengen van bedrijfsafdelingen of algemeenheden van goederen die voldoen aan de voorwaarden die de belastingwetgeving stelt om voor die verrichting belastingvrijdom te verkrijgen. Voor de boekhoudkundige verwerking van fusies en splitsingen werd voor verrichtingen vanaf 1 oktober 1993 door ditzelfde Koninklijk Besluit eveneens de toepassing van het continuïteitsprincipe opgelegd maar, in tegenstelling tot inbrengen, stond (en staat) de toepassing van dit principe los van de scale behandeling van de verrichting. Van zodra de fusie- of splitsingsverrichting conform de vennootschapsrechtelijke bepalingen ter zake verliep, moest de boekhoudkundige verwerking volgens het continuïteitsprincipe verlopen. Aangezien de vennootschapsrechtelijke regeling voor de inbreng van een bedrijfstak of van een algemeenheid van goederen slechts door de Wet van 13 april 1995 (B.S., 17 juni 1995) werd ingevoerd, kon voor de boekhoudkundige verwerking van zulke verrichtingen in 1993 vanzelfsprekend niet worden gerefereerd naar bijzondere vennootschapsrechtelijke bepalingen. Met het Koninklijk Besluit tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen (KB/W.Venn.) werd voor verrichtingen vanaf 6 februari 2001 de boekhoudkundige verwerking van een inbreng van een bedrijfstak of van een algemeenheid van goederen losgekoppeld van het fiscaal statuut van de verrichting. Van zodra vanaf 6 februari 2001 een inbreng van een bedrijfsafdeling of van een algemeenheid van goederen beantwoordt aan de begripsomschrijvingen gegeven in de artikelen 678 en 679 W.Venn., dient de verrichting boekhoudkundig volgens het continuïteitsprincipe te worden verwerkt. Voor een vlotte en verstaanbare lezing in relatie tot de scaliteit werd dit advies aangevuld met de voetnoten (2) tot (7) die de zienswijze terzake van de scale administratie op het ogenblik van de publicatie van dit advies weergeven uitgaande van de op dat ogenblik van kracht zijnde fiscale regelgeving. II. Boekhoudkundige verwerking 1. Principe Het continuïteitsprincipe bij de boekhoudkundige verwerking van de inbreng van een bedrijfstak of van een algemeenheid van goederen houdt in dat: - de ingebrachte activa, passiva, rechten en verplichtingen in de boekhouding van de inbrenggenietende vennootschap moeten worden opgenomen tegen de waarde waarvoor zij op het tijdstip van de inbreng in de boekhouding van de

- inbrengende vennootschap (t.t.z. in de rekeningen op basis waarvan de inbreng gebeurt) voorkwamen (artikel 81 KB/W.Venn.); in de boekhouding van de inbrengende vennootschap de als vergoeding voor de inbreng ontvangen aandelen in de verkrijgende vennootschap, moeten worden opgenomen tegen de nettowaarde van de ingebrachte bestanddelen (artikel 41, 1, tweede lid, in fine KB/W.Venn.). 2. Enkele bijzonderheden Enkele in de praktijk veelvuldig voorkomende bijzonderheden bij inbrengen verdienen een bijzondere aandacht. a. Geherwaardeerde activa worden mee ingebracht Wanneer de inbrengende vennootschap op een activum voorheen een herwaarderingsmeerwaarde had uitgedrukt en dit activum wordt naar aanleiding van een inbreng (er wordt uitgegaan van de hypothese dat de verrichting belastingneutraal verloopt) mee ingebracht (wat natuurlijk steeds het geval zal zijn indien de algemeenheid wordt ingebracht) dan zal als bij alle andere ingebrachte bestanddelen de scale waarde overeenstemt met hun boekwaarde de nettoboekwaarde van de inbreng groter zijn dan de fiscale nettowaarde van de inbreng. Hoe in zulk geval moet worden gehandeld, wordt geïllustreerd aan de hand van volgend voorbeeld. Voorbeeld 1 Vennootschap A brengt haar algemeenheid van goederen in, in een bestaande vennootschap B. Er wordt uitgegaan van de hypothese dat de verrichting belastingneutraal verloopt. A Activa 9.000 Kapitaal 3.000 Herwaarderingsmeerwaarden 1.000 Beschikbare reserves 4.000 10.000 10.000 Activum 1 was volledig afgeschreven en werd met 1.000 geherwaardeerd (er wordt uitgegaan van de hypothese dat deze 1.000 nog niet werd belast). B Activa 3.000 Kapitaal 3.000 3.000 3.000 De verwerking van deze verrichting volgens het boekhoudkundig continuïteitsprincipe kan op twee manieren gebeuren. - Eerste benadering : de herwaarderingsmeerwaarde wordt uitgeboekt In deze eerste benadering wordt het vermogensbestanddeel Herwaarderingsmeerwaarde als het ware beschouwd een integrerend deel uit te maken van de ingebrachte algemeenheid (resp. bedrijfstak). De debitering van deze vermogenspost die zulks tot gevolg heeft, wordt niet in resultaat genomen maar tegengeboekt door creditering van een belastingvrije reserve (op scaal vlak gaat het immers bij voortduur om een vrijgestelde reserve die aan de onaantastbaarheidsvoorwaarde is onderworpen). Deze benadering vindt ook steun in artikel 57, KB/W.Venn. luidens hetwelk de geboekte herwaarderingsmeerwaarde wordt behouden zolang de goederen waarop zij betrekking heeft, niet worden gerealiseerd. Bij A wordt geboekt: Participatie B 8.000 Herwaarderingsmeerwaarde 1.000

aan Activa 9.000 Belastingvrije reserves 1.000 en bij B: Activa 9.000 aan Kapitaal 7.000 Herwaarderingsmeerwaarde 1.000 Na de inbreng zien A en B er dan als volgt uit : A2 Participatie B 8.000 Kapitaal 3.000 Belastingvrije reserves 1.000 Beschikbare reserves 4.000 8.000 8.000 B3 Activa (3.000 + 9.000) 12.000 Kapitaal (3.000 + 7.000) 10.000 Activum 1 (0 + 1.000) 1.000 Herwaarderingsmeerwaarde (0 + 1.000) 1.000 Schulden (0 + 2.000) 2.000 13.000 13.000 - Tweede benadering: de herwaarderingsmeerwaarde wordt niet uitgeboekt In deze benadering blijft de herwaarderingsmeerwaarde behouden bij de inbrengende vennootschap niettegenstaande het geherwaardeerde activum zich niet langer in het vermogen van de inbrengende vennootschap bevindt. Deze herwaarderingsmeerwaarde wordt nu als het ware geacht een herwaarderingsmeerwaarde te zijn op de in ruil voor de inbreng ontvangen participatie. Bij vennootschap B die het geherwaardeerde activum naar aanleiding van de inbreng verkrijgt, wordt op het passief van de balans geen herwaarderingsmeerwaarde tot uitdrukking gebracht. Bij A wordt geboekt: Participatie B 8.000 aan Activa 9.000 en bij B: Activa 9.000 aan Kapitaal 8.000 Na de inbreng zien A en B er dan als volgt uit: A4 Participatie B 8.000 Kapitaal 3.000

A Herwaarderingsmeerwaarde 1.000 Beschikbare reserves 4.000 8.000 8.000 B5 Activa (3.000 + 9.000) 12.000 Kapitaal (3.000 + 8.000) 11.000 Activum 1 (0 + 1.000) 1.000 Schulden (0 + 2.000) 2.000 13.000 13.000 De Commissie voor Boekhoudkundige Normen is van mening dat de eerste benadering de voorkeur geniet aangezien de tweede benadering minder transparant is inzonderheid ten aanzien van de verkrijgende vennootschap. b. Gespreid te belasten meerwaarden of kapitaalsubsidies Wanneer vennootschap A een gespreid te belasten meerwaarde (artikel 47, WIB 92) realiseerde (of een kapitaalsubsidie bekwam - artikel 362 WIB 92) en het wederbeleggingsactivum (of gesubsidieerde activum) behoorde tot een belastingneutrale inbreng van een bedrijfstak (of uiteraard tot een belastingneutrale inbreng van de algemeenheid) gold voor verrichtingen vóór 15 januari 1999 het volgende : aangezien naar aanleiding van een inbreng van een bedrijfstak of een algemeenheid normalerwijze de belastingvrije reserves van de inbrengende vennootschap niet mee werden ingebracht, bleef de gerealiseerde gespreid te belasten meerwaarde (of kapitaalsubsidie) belast bij de inbrengende vennootschap en dit pro rata de afschrijvingen die de verkrijgende vennootschap op de betrokken activa uitvoerde. Omdat een logische samenhang tussen de gerealiseerde meerwaarde (of bekomen kapitaalsubsidie) en de noodzakelijke wederbelegging (of investering) vereist dat de meerwaarde (of de kapitaalsubsidie) zouden worden belast ten name van de vennootschap welke de afschrijvingen op het wederbeleggingsgoed (of gesubsidieerd activum) boekt, werden door de Wet van 22 december 1998 bepalingen ingevoerd, waarbij het de verkrijgende vennootschap zal zijn in wiens hoofde de door de inbrengende vennootschap gerealiseerde gespreid te belasten meerwaarde (of bekomen kapitaalsubsidie), zal worden belast indien: - het wederbeleggingsgoed (of gesubsidieerd activum) deel uitmaakt van de inbreng; - of, ingeval de wederbelegging voor een gespreid te belasten meerwaarde op het ogenblik van de inbreng nog niet plaatsvond, de verkrijgende vennootschap de wederbeleggingsverplichting uitdrukkelijk en onherroepelijk op zich neemt. Deze bepalingen impliceren dat ten name van de inbrengende vennootschap de gespreid te belasten meerwaarde (of de kapitaalsubsidie) wordt uitgeboekt en terug wordt aangelegd bij de verkrijgende vennootschap. Deze regeling wordt hierna geïllustreerd met een gespreid te belasten meerwaarde. De te volgen handelswijze in geval van een kapitaalsubsidie verloopt volledig analoog. Voorbeeld 2 Onderstel dat vennootschap A voorheen een gespreid te belasten meerwaarde van 1.000 realiseerde op een activum dat volledig was afgeschreven. De verkoopprijs werd wederbelegd in activum 1. Teneinde te voldoen aan de fiscale onaantastbaarheidsvoorwaarde werd de gerealiseerde meerwaarde overgeboekt ten belope van 660 onder de post belastingvrije reserves en voor 340 onder de post uitgestelde belastingen. A Activa 9.000 Kapitaal 4.000 Belastingvrije reserves 660 Beschikbare reserves 5.000 Uitgestelde belastingen 340 10.000 10.000 Vennootschap A brengt haar algemeenheid van goederen in, in een bestaande vennootschap B. Er wordt uitgegaan van de

hypothese dat de verrichting belastingneutraal verloopt B (vóór inbreng) Activa 3.000 Kapitaal 3.000 3.000 3.000 Bij A wordt geboekt: Participatie B 9.660 Belastingvrije reserve 660 Uitgestelde belastingen 340 aan Activa 9.000 Uitzonderlijke opbrengsten 660 en bij B: Activa 9.000 aan Kapitaal 9.000 Belastingvrije reserves 660 Uitgestelde belastingen 340 Na de inbreng zien A en B er dan als volgt uit: A6 Participatie B 9.660 Kapitaal 4.000 Beschikbare reserves 5.000 Overgedragen resultaat 660 9.660 9.660 B7 Activa (3.000 + 9.000) 12.000 Kapitaal (3.000 + 9.000) 12.000 Activum 1 (0 + 1.000) 1.000 Belastingvrije reserves (0 + 660) 660 Uitgestelde belastingen (0 + 340) 340 13.000 13.000 1. 2. 3. 4. 5. De termen bedrijfstak (artikel 680 W.Venn.) en bedrijfsafdeling (artikelen 81 en 41, 1, tweede lid, in ne KB/W.Venn.) moeten als synoniem worden beschouwd. Ten name van A is het verschil tussen de boekwaarde van participatie B (8.000) en de scale waarde ervan (7.000) terug te vinden in de belastingvrije reserve van 1.000, die op scaal vlak wordt aangemerkt als een meerwaarde als bedoeld in de artikelen 46, 1, eerste lid, 2, en 190, derde lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992. Bij B is de kapitaalverhoging van 7.000 volledig als scaal gestort kapitaal aan te merken. Pro rata de scaal niet aanvaardbare afschrijvingen op activum 1 wordt de ingeboekte herwaarderingsmeerwaarde jaarlijks omgezet in een belaste reserve. Aangezien de scale nettowaarde van de inbreng 7.000 bedraagt (10.000 1.000 2.000 = 7.000), is de scale waarde van de participatie B ten name van A, 7.000. Het verschil van 1.000 tussen de boekwaarde van participatie B en de scale waarde ervan, wordt teruggevonden in de niet uitgeboekte herwaarderingsmeerwaarde. Bij B zal de kapitaalverhoging met 8.000 slechts voor 7.000 als scaal gestort kapitaal worden aangemerkt. De overige 1.000 is een vrijgestelde reserve in kapitaal die op scaal vlak wordt aangemerkt als een herwaarderingsmeerwaarde op activum 1.

6. 7. Bijgevolg zal, pro rata de scaal niet aanvaardbare afschrijvingen op activum 1, deze vrijgestelde reserve in kapitaal worden omgezet in een belaste reserve in kapitaal. Vermits de scale waarde van de inbreng 10.000 bedraagt, hebben de aandelen verkregen als vergoeding voor deze inbreng een fiscale waarde gelijk aan 10.000 terwijl de boekwaarde van deze aandelen 9.660 is. Deze participatie B is bijgevolg ten belope van 340 onderschat. Deze onderschatting wordt in de scale aangifte van A tot uiting gebracht door de inschrijving van een occulte reserve van 340. A heeft bij de inbreng tevens een uitzonderlijk resultaat van 660 gerealiseerd. Ingevolge de toepassing van het belastingneutraal inbrengregime bij de inbrengende vennootschap A, wordt het scale resultaat van 1.000 (340 occulte reserve en 660 geboekt als uitzonderlijke opbrengst) geneutraliseerd door de begintoestand van de reserves met eenzelfde bedrag (1.000) te verhogen. Ten gevolge van de inbreng werd bij B het Kapitaal met 9.000 verhoogd. Aangezien de scale waarde van de inbreng 10.000 is, wordt het scaal gestort kapitaal naar aanleiding van deze inbreng met 10.000 verhoogd. Bij B zal ten belope van 1.000 een negatieve belaste reserve in kapitaal worden ingeschreven. Deze vermindering van belaste reserves zal evenwel worden gecompenseerd door eenzelfde bedrag (1.000) onder de verworpen uitgaven op te nemen.