Bijlage 2 Voor de invulling van de strategische agenda van het Innovatieplatform zijn verschillende werkgroepen in het leven geroepen. De werkgroepen staan onder leiding van een van de leden van het Innovatieplatform. Hierbij treft u per werkgroep een korte stand van zaken aan. Het betreft: } De werkgroep Lange termijn keuzes } De werkgroep Dynamisering van de kennisketen } De werkgroep Dynamisering beroepsonderwijs } De werkgroep Overheid en Innovatie
Werkgroep Lange Termijn Keuzes Voorzitter: Joop Sistermans Doel Het doel van het project is de Nederlandse innovatie- en concurrentiekracht te vergroten door gerichte stimulerende acties van overheden, kennisinstellingen en bedrijven op gemaakte keuzes. Dit moet resulteren in een toename van het wereldwijde marktaandeel van Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen op de gekozen sleutelgebieden. Planning In de afgelopen maanden is een sleutelgebieden-aanpak ontwikkeld. De kern hiervan is een inventarisatie van bestaande sleutelgebieden en mogelijke stimulerende acties door alle betrokken partijen, bedrijven, kennisinstellingen en overheden ter stimulering. Op basis van deze inventarisatie zal het innovatieplatform in september bepalen welke acties (generieke en maatwerk) van belang zijn met onderlinge prioriteitsvolgorde en welke rol het innovatieplatform kan spelen. Door te werken vanuit de initiatieven van bedrijven, overheden en kennisinstellingen wordt al direct een proces gestart waarvan het Innovatieplatform denkt dat het waardevol op zich is, waardoor op specifieke terreinen samenwerking en bundeling van krachten versterkt kan worden. Het project bestaat uit de volgende 4 fases: Fase 1: Ontwikkeling van de aanpak (januari april) Fase 2: Externe communicatie en begeleiding (mei juli): tot 1 augustus kunnen partijen potentiële sleutelgebieden en acties inzenden Fase 3: Voorbereiden besluitvorming IP (augustus): t.b.v. IP op 8 september wordt in augustus een advies gemaakt van hoe om te gaan met de diverse inzendingen en wat de rol van het IP is. Fase 4: In gang zetten van acties en promotie door o.a. conferentie (september 04-februari 05) Stand van Zaken Op dit moment stellen diverse bedrijven en kennisinstellingen informerende vragen over de sleutelgebieden-aanpak, werken aan inzendingen of vragen ons mee te denken over partners bij inzendingen. Bij een beperkt aantal gebieden/organisaties brengen de leden van de werkgroep de kansen van de sleutelgebieden-aanpak gericht onder de aandacht. In augustus maakt de werkgroep op basis van de inzendingen een advies aan het Innovatieplatform met generieke acties en acties die maatwerk leveren voor bepaalde gebieden. De werkgroep zal adviseren voorrang te geven aan acties die de grootste toegevoegde waarde hebben voor de Nederlandse innovatie- en concurrentiekracht. 2
Werkgroep dynamisering kennisketen Voorzitter: Herman Wijffels Inleiding: De werkgroep dynamisering kennisketen heeft als opdracht om advies te geven over noodzakelijke veranderingen in het innovatiesysteem. Startpunt van het werk van de werkgroep is de kennisparadox. Publieke kennisinstellingen en bedrijven zijn te weinig gericht op gezamenlijke (vraaggestuurde) kennisontwikkeling. De kwalitatief goede publieke kennis vindt onvoldoende de weg naar commerciële toepassingen in het bedrijfsleven. Centraal in het werk van de werkgroep staat dan ook de vraag hoe we van de Nederlandse kennisketen een soepel draaiend vliegwiel kunnen maken ( dynamiseren ). Er is in Nederland de afgelopen jaren een aantal initiatieven van de grond gekomen die de kennisketen op een bepaald terrein dynamiseren (zoals het Regie-Orgaan Genomics). Het is nu zaak om deze (nog relatieve) uitzonderingen te ontwikkelen tot de nieuwe regel: in een kenniseconomie moet kennis kunnen stromen. Wat verstaat de werkgroep onder het begrip dynamisering? Als werkhypothese heeft de werkgroep geformuleerd dat hiervoor excellentie en ondernemersschap met kennis moet worden bevorderd. Daarbij moeten vraag en aanbod zo direct mogelijk bij elkaar worden gebracht 1. Om het begrip dynamisering meer handen en voeten geven is een aantal uitgangspunten geformuleerd: } Dynamisering gaat over het belonen van excellentie in het onderzoek. } Dynamisering gaat over het stimuleren van (het laten) benutten van publieke kennis } Dynamisering gaat over meer betrokkenheid en invloed van maatschappelijke actoren bij het publieke onderzoek (met waarborging van de kwaliteit van het fundamenteel onderzoek) Dynamisering gaat over drie keer minder: } minder versnippering in onderzoek } minder bureaucratie in het systeem } minder overlap en versnippering in het publieke deel van het innovatiesysteem. Bij de analyse gaat de werkgroep uit van innovatie als een cyclisch proces. Kort gezegd betekent dit dat de schakels in de kennisketen, van fundamenteel onderzoek tot aan de marketing van een nieuw product of dienst, met elkaar verbonden zijn en in interactie met elkaar staan. 1 Daarbij zal rekening worden gehouden met een tijdsdimensie (zo kan het zijn dat er nog geen maatschappelijke vraag is op terreinen van wetenschap die op langere termijn wel van belang zijn) 3
Knelpunten: de thema s Op basis van een uitgebreide literatuuranalyse, brainstormsessie met sleutelspelers en een review van het Nederlandse innovatiesysteem door een aantal experts heeft de werkgroep de volgende thema s benoemd die ze als cruciaal ziet om de kennisketen te dynamiseren: } Vraagarticulatie en interfaces voor het bedrijfsleven (en dan vooral het MKB) } Bekostigingsysteem van universiteiten (en daaraan gerelateerde issues zoals matching) } Rol en verantwoordelijkheden van het intermediaire veld } Organisatie en uitvoering van het beleid } Personeelsbeleid universiteiten en bureaucratie in het universitaire systeem } De overheid als launching customer. } (De financiering van) grote onderzoeksfaciliteiten. Tot slot heeft de werkgroep ook de opdracht om de komende tijd, in samenspraak met de betrokken departementen, de criteria voor de investeringsimpuls voor focus en massa in het onderzoek en de verbetering van de wisselwerking tussen bedrijven en de kennisinfrastructuur nader uit te werken (100 mln. van de 185 mln). De werkgroep zal de inzet van deze middelen vooral bezien in het perspectief van door haar gewenste oplossingsrichtingen voor de dynamisering van de kennisketen. Behaalde resultaten: Hoewel de werkgroep op dit moment dus de eerste contouren van haar advies aan het formuleren is heeft ze concreet de volgende producten opgeleverd: Advies over de verdeling van de extra middelen voor kennis en innovatie 2. Deze smart mix combineert vier prioriteiten op het terrein van onderzoek en innovatie: focus en massa in het onderzoek, samenwerking tussen bedrijven en kennisinstellingen, technostarters en kenniswerkers. Advies over (de wenselijkheid en mogelijkheden van) initiatieven om de publiek -private mobiliteit van onderzoekers binnen Nederland te bevorderen ( Casimir experimenten ). De eerste concrete experimenten zullen 7 juli worden gelanceerd. Tot slot heeft de werkgroep adviezen uitgebracht over trajecten die symboliseren waar de werkgroep voor staat, zoals de plannen voor een virtuele TU en het ICT regieorgaan. Verdere planning De eerst maanden is nadruk gelegd op het verzamelen van facts and figures, het beantwoorden van een aantal kennisvragen en het opdoen van ideeën voor het dynamiseren van de kennisketen. Op basis van de verschillende trajecten heeft de werkgroep het gevoel dat er voldoende basis en onderbouwing is om over te gaan tot oplossingen 3. 2 Oplopend tot 185 miljoen euro in 2007 3 Dat wil niet zeggen dat de analysefase v oorbij is. Relevante adviezen zullen natuurlijk nog worden betrokken 4
Na deze fase werkt de werkgroep nu aan haar advies. Het streven is om voor de Innovatieplatform vergadering van 7 juli een stuk te hebben waarin de contouren van de door de werkgroep beoogde oplossingsrichtingen zullen worden geschetst. In de zomermaanden zullen de ideeën in een open consultatie verder worden getoetst en aangescherpt. Daarbij zullen de voor- en nadelen van verschillende oplossingsrichtingen worden behandeld en is er ruimte voor input en consultatie van de belangrijkste stakeholders. De werkgroep wil in de Innovatieplatform vergadering van november haar advies bespreken. (zoals een AWT advies over de bekostiging van universiteiten). 5
Werkgroep dynamisering beroepsonderwijs Voorzitter: Frans Leijnse Inleiding Een versterking van het innovatievermogen van de Nederlandse economie over de volle breedte kan niet zonder een verhoging van het kwalificatieniveau van de beroepsbevolking. De kenniseconomie dient een brede basis te hebben. Innovatievermogen moet aan de top worden versterkt (geavanceerd fundamenteel onderzoek), maar evenzeer in den brede worden bevorderd (slimme consumenten, flexibele vaklieden en professionals, innovatief midden- en kleinbedrijf). Het beroepsonderwijs, waarin op alle niveaus rond 60% van alle leerlingen/studenten participeert, moet daartoe aanzienlijk effectiever worden. Kern De kern van de werkzaamheden van de werkgroep gaat over de systeemvraag hoe de uitval in de beroepskolom (en dan met name bij het VMBO en de overgang naar het MBO) te beperken, de doorstroom naar het hoger onderwijs te verbeteren en de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt te versterken. Het gaat hier om een fundamentele herwaardering van het beroepsonderwijs. Voor de middellange termijn (2005-2010) is nodig dat: Doel van het vernieuwingsproject is een verhoging van het aantal vaklieden (mbo 3 en 4) en professionals (bachelors/masters) door een betere realisatie van het verborgen talent in VMBO en MBO. Tevens zal het algemene niveau van vaklieden en professionals worden verbeterd en de verdeling naar beroepssectoren meer worden gericht op de plaatsen waar grote tekorten zijn (techniek, onderwijs, gezondheidszorg). Daartoe ware de praktijkoriëntatie van het beroepsonderwijs zodanig te versterken dat rond 2010 een wezenlijke kwaliteitsverbetering is bereikt, de uitval beneden het niveau MBO-2 tot een minimum is teruggebracht en de doorstroming naar MBO 3 en 4 én naar het hoger onderwijs met 25-50% is toegenomen. Daarmee moet een substantiële stijging van het kwalificatieniveau van de beroepsbevolking in algemene zin worden gerealiseerd, een versterking van de laag van geschoolde vaklieden, alsmede een deelnamegraad in hoger onderwijs van minstens 50% in de nieuwe generaties jongeren. Stand van zaken De werkgroep kiest onderwijsvernieuwing als vertrekpunt. In de onderwijsmethode wordt de leerling met zijn individuele talenten en mogelijkheden als uitgangspunt genomen, in de onderwijsinhoud komt de training in de beroepspraktijk meer centraal te staan. Focus van het advies wordt gepresenteerd langs vijf speerpunten, die ingrijpen op verschillende niveaus binnen het beroepsonderwijs: } Concretisering van het vernieuwingsproces: de onderwijsinstellingen weten zelf hoe en wat nodig is voor vernieuwing. (van kwaliteitsbewaking naar kwaliteitszorg en borging); 6
} Aanstelling van innovatoren: gericht op het docenten- en stafteam die er voor moeten zorgen dat onderwijsvernieuwing routine wordt; } Relatie met het bedrijfsleven: kenniscirculatie en netwerkvorming op regionaal, sectoraal n bovenregionaal niveau; } Professionalisering van management en docenten: scholen als lerende organisaties; } Financiering/ bekostiging: duurzame onderwijsvernieuwing vereist een andere bekostigingsfilosofie: van impulsgelden (geoormerkt) naar versterking van de lumpsum; Bij de dynamisering van het beroepsonderwijs gaat het met minder om het op gang brengen van een complete innovatiebeweging. Deze beweging is al op gang, maar verloopt te fragmentarisch. Het gaat er meer om dat vernieuwing binnen het onderwijs, in nauwe samenwerking met het bedrijfsleven, integraal gaat plaatsvinden, deel gaat uitmaken van de dagelijkse routine. De voorstellen van de werkgroep zijn erop gericht om dit tot stand te brengen. Planning 7 juli 5 e vergadering Innovatieplatform: presentatie van de finale versie. Juli-September Verwerken reactie leden van het IP, inclusief bestendigen draagvlak 8 september 6 e vergadering Innovatieplatform: vaststellen definitieve voorstel 7
Werkgroep Overheid en Innovatie Voorzitter: Frans van Vught Inleiding Het Innovatieplatform heeft in zijn vergadering van 21 april 2004 besloten de Werkgroep Overheid en Innovatie in te stellen. De aanleiding hiertoe is het advies van de sociaal Economische Raad (SER), getiteld Interactie voor Innovatie, waarin met klem wordt gewezen op de rol van de overheid als het gaat om het stimuleren van innovatie. Ook het Kabinet heeft in zijn brief aan de Tweede Kamer van 4 juni als reactie op Interactie voor Innovatie aangegeven dat de werkgroep Overheid en Innovatie het Kabinet zal adviseren over hoe de overheid kan functioneren als katalysator van innovatie in de samenleving. Thema s Inmiddels heeft een eerste bijeenkomst plaatsgevonden op 14 juni 2004. Tijdens die bijeenkomst heeft de werkgroep als doel geformuleerd: voorstellen ontwikkelen om de rol van de overheid als katalysator van innovatie in de samenleving te versterken. De werkgroep zal gedurende de komende maanden de rol van de overheid in de innovatieketen analyseren en vervolgens voorstellen ontwikkelen om die katalysatorfunctie te optimaliseren. Daarbij richt de werkgroep zich tot de volgende twee thema s: } Generiek overheidsbeleid ter stimulering van innovaties } Overheidsinvesteringen ter stimulering van innovaties In de loop van september zal de werkgroep nadere analyses en conceptvoorstellen hebben ontwikkeld. 8