WET AANPASSING ARBEIDSDUUR Een onderzoek naar in CAO s vastgelegde afspraken om de arbeidsduur te verminderen of te vermeerderen

Vergelijkbare documenten
AFSPRAKEN OVER KINDEROPVANG IN CAO S

LEVENSLOOPBESTENDIGE AFSPRAKEN

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. ARBEID EN ZORG IN CAO S 2004 Een update van de resultaten van het over 2003 uitgevoerde onderzoek

CONTRACTEN VOOR BEPAALDE EN ONBEPAALDE TIJD

ARBEID EN ZORG IN CAO S

Inhoud. Voorwoord / 11

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. ARBEID EN ZORG IN CAO S 2003 Een update van de resultaten van het over 2000 uitgevoerde onderzoek

Flexibiliteit en Zekerheid

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA DEN HAAG AV/CAM/2005/53511

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA DEN HAAG AV/CAM/2005/39180

De Jonge Orde parttime werken

Veranderingen per 1 januari 2016 op arbeidsrechtelijk vlak

Verzoeken om aanpassing werktijden, arbeidsduur en plaats van werken. Hoe om te gaan met de Wet flexibel werken?

ONDERSCHEID NAAR ARBEIDSDUUR IN CAO S

ONDERSCHEID NAAR ARBEIDSDUUR IN CAO S

Onderscheid naar Arbeidsduur in cao s 2008

BIJLAGE 3. RELEVANTE WETTELIJKE BEPALINGEN Aan deze bijlage kunnen geen rechten worden ontleend. 3-A Burgerlijk Wetboek 7 Titel 10

Jaarverslagen avv'de cao-fondsen boekjaar 2006

Bijlage: overzichten van de baten, lasten en reserves

Arbeidstijd- en Arbeidsplaatsonafhankelijk werken in cao's van 2013

MONITOR MOBILITEIT 2010

Jaarverslagen avv'de cao-fondsen boekjaar 2008

DE WET FLEXIBILITEIT EN ZEKERHEID

FLEXIBEL WERKEN RECHTEN EN PLICHTEN WERKGEVER. mr. Karen Maessen en dr. mr. Steven Jellinghaus De Voort Advocaten I Mediators

Directie Uitvoeringstaken Arbeidsvoorwaardenwetgeving NAJAARSRAPPORTAGE CAO-AFSPRAKEN 2005

VOLTIJD DEELTIJD EN CONTRACTEN VOOR BEPAALDE- EN ONBEPAALDE TIJD 2011

Factsheet normale arbeidsduur

Jaarverslagen avv'de cao-fondsen boekjaar 2007

Z-score 2010 en P-toets

Bereik (bijzonderheden; salarissen bruto per maand, excl. vakantietoeslag)

Omgaan met de Wet flexibel werken. mr. Karen Maessen De Voort Advocaten I Mediators

DE WET FLEXIBILITEIT EN ZEKERHEID

DE WET FLEXIBILITEIT EN ZEKERHEID

2.3 Inhoudsopgave Deeltijdbeleid Vooraf Vermindering van de werktijdfactor Uitbreiding van de werktijdfactor

Factsheet normale arbeidsduur

Factsheet normale arbeidsduur

BOVENWETTELIJKE AANVULLINGEN BIJ ZIEKTE, ARBEIDSONGESCHIKTHEID EN WERKLOOSHEID

ARBEID EN (MANTEL)ZORG 2014

Factsheet normale arbeidsduur

Factsheet normale arbeidsduur

ARBEID EN ZORG 2015 Een onderzoek naar cao-bepalingen gerelateerd aan de Wet modernisering regelingen voor verlof en arbeidstijden

Hoe hou je Werk en Privé in Balans?

Factsheet normale arbeidsduur

Factsheet normale arbeidsduur

Onderzoek ten behoeve van de evaluatie Waa en Woa

Hieronder worden eerst de bepalingen uit de Wet arbeid en zorg behandeld en daarna volgen de aanvullende bepalingen uit de CAO.

Factsheet normale arbeidsduur

Algemeen verbindend verklaarde cao-fondsen in 2005: Baten, Lasten, en Reserves

Statutaire naam Stichting Opleidings- en Ontwikkelingsfonds Arbeidsmarkt, Participatie en Diversiteit Kvk-nummer

Aanmelding registratie. A Gegevens onderneming (zoals genoemd in OR, GeOR -, COR -, of GOR-reglement) B De aanvraag is voor (aankruisen) 1 Gegevens OR

Actualiteiten arbeidsrecht. 14 november 2011 Stephanie Profijt Astrid Riemslag

Factsheet normale arbeidsduur

Factsheet normale arbeidsduur

Tweede Kamer der Staten-Generaal

GEMEENTEBLAD. Nr Regeling generatiepact gemeente Veere 2019

Generatiepact voor de branche Woondiensten

VISMA SOFTWARE WHITEPAPER. Calamiteiten- en zorgverlof

BUITENLANDSE WERKNEMERS EN GECERTIFICEERDE UITZENDBUREAUS 2010

Directie Uitvoeringstaken, Juridische Zaken en Beleidsinformatie Afdeling Monitoring en Beleidsinformatie. Voorjaarsrapportage CAO-afspraken 2003

Jaarverslagen AVV'de CAO-fondsen

PROVINCIAAL BLAD. Regeling van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant houdende regels omtrent levensfase Levensfaseregeling Noord-Brabant

Onderscheid naar leeftijd in CAO s

JONGE MOEDERS EN HUN WERK

Klokkenluiderprocedures een onderzoek naar procedures voor werknemers in CAO s over het signaleren van een vermoeden van een misstand in bedrijven

Artikel 2:1 Tenzij bij of krachtens wet of raadsbesluit anders is of wordt bepaald, geschiedt de aanstelling door het college.

Generatiepact Rijswijk

PERSONEEL EEN PUZZEL?

DETACHERING IN EEN ANDERE OPLEIDINGSINSTELLING: ARBEIDSRECHTELIJKE CONSEQUENTIES VOOR AIOS

5 Criteria maatstaven inkomensongelijkheid

onderhandelingsresultaat HEMA cao

Directie Uitvoeringstaken Arbeidsvoorwaardenwetgeving. Afdeling CAO-onderzoek en Beleidsinformatie

Juni 2011 VOORJAARSRAPPORTAGE CAO-AFSPRAKEN 2011

KINDEROPVANGAFSPRAKEN IN CAO S

Artikel 2:1 Tenzij bij of krachtens wet of raadsbesluit anders is of wordt bepaald, geschiedt de aanstelling door het college.

1 Inleiding: de metamorfose van de arbeidsmarkt

Omvang van het verlof Iedere ouder heeft éénmaal recht op 26 weken ouderschapsverlof voor elk kind onder de 8 jaar.

Bijlage 3 Verlofschema

Arbeidsinspectie. Centraal Kantoor Afdeling Monitoring en Beleidsinformatie. Voorjaarsrapportage Cao-afspraken 2002

DE ARBEIDSTIJDENWET. in 2003

De sociale balans gewaardeerd en gecorrigeerd

Nieuwsbrief december 2012

Arbeidsrecht Actueel. In deze uitgave: Bescherming van flexwerkers. Jaargang 19 (2014) november nr. 234

LOAZ. Kader generatiebeleid

Doorwerken na bereiken leeftijd 65 jaar. Bekendmaken van beleid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Directie Uitvoeringstaken Arbeidsvoorwaardenwetgeving VOORJAARSRAPPORTAGE CAO-AFSPRAKEN 2006

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Vakantieregeling TU Delft 1

Directie Uitvoeringstaken Arbeidsvoorwaardenwetgeving VOORJAARSRAPPORTAGE CAO-AFSPRAKEN 2005

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Richtlijn werk en mantelzorg

Zundertse Regelgeving

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Toelichting op de jaarurensystematiek

Het Generatiepact voor het Motorvoertuigen- en Tweewielerbedrijf

Werktijdvermindering in de Grafimedia cao uitleg van cao-partijen

VOORJAARSRAPPORTAGE CAO-AFSPRAKEN 2009

DIVERSITEIT IN CAO S 2010

FUSIE CONVENANT ADDENDUM BIJ DOORLOPEND SOCIAAL PLAN ORGANISATIEONTWIKKELING KWINTES. Inzake fusie Kwintes en Stichting Iks

Transcriptie:

Directie Uitvoeringstaken, Juridische Zaken en Beleidsinformatie Afdeling Monitoring en Beleidsinformatie WET AANPASSING ARBEIDSDUUR Een onderzoek naar in CAO s vastgelegde afspraken om de arbeidsduur te verminderen of te vermeerderen September 2003 M. Schaeps J.J.H. Schrama A. van den Ameele

INHOUDSOPGAVE BLZ. SAMENVATTING 2 1 INLEIDING 5 2 ACHTERGROND, DOELSTELLING EN METHODIEK VAN HET ONDERZOEK 6 2.1 Achtergrond van de wet 6 2.2 Doelstelling 8 2.3 Vraagstelling van het onderzoek 8 2.4 Methodiek van het onderzoek 8 3 RESULTATEN 10 3.1 Vermindering van de arbeidsduur in CAO s 10 3.2 Vermeerdering van de arbeidsduur in CAO s 10 3.3 Werkgevers met minder dan 10 werknemers 10 3.4 Weigering op grond van zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen 11 3.4.1 Gronden om een verzoek tot vermindering van de arbeidsduur te weigeren 12 3.4.2 Gronden om een verzoek tot vermeerdering van de arbeidsduur te weigeren 12 3.5 Onderzoek naar deeltijdwerk 13 3.6 Bepalingen met een deeltijdstimulerend effect 13 3.6.1 Bepalingen over het melden van (deeltijd) vacatures bij het arbeidsbureau 14 3.6.2 Bepalingen over het scheppen van deeltijdbanen 14 3.6.3 Bepalingen over het omzetten van voltijdbanen in deeltijdbanen 15 3.7 Resultaten tweede analyse 15 LITTERATUUR 16 BIJLAGE 1: Overzicht onderzochte CAO s eerste analyse 17 BIJLAGE 2: Overzicht vernieuwde CAO s tweede analyse 20 1

SAMENVATTING Achtergrond De Wet aanpassing arbeidsduur (Waa) is op 1 juli 2000 in werking getreden. Op grond van deze wet kan de werknemer de werkgever verzoeken zijn arbeidsduur aan te passen. Het kan hierbij om zowel vermindering als vermeerdering van het aantal uren gaan. De werkgever kan een verzoek alleen weigeren indien zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen zich hiertegen verzetten. Bij vermindering van de arbeidsduur is in ieder geval sprake van een zwaarwegend dienstbelang indien zich problemen voordoen: in de bedrijfsvoering ten aanzien van de herbezetting van vrijgekomen uren; op het gebied van veiligheid; van roostertechnische aard. Bij vermeerdering van de arbeidsduur is in ieder geval sprake van zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen bij problemen: van financiële of organisatorische aard; wegens het niet voorhanden zijn van voldoende werk; wegens het ontoereikend zijn van de vastgestelde formatieruimte of personeelsbegroting. De Waa biedt beperkte afwijkingsmogelijkheden. Het is alleen ten aanzien van vermeerdering mogelijk om in CAO s afwijkende afspraken vast te leggen. Doel van het onderzoek is na te gaan in welke mate in CAO s invulling aan de Waa is gegeven. Ten aanzien van de procedure van vermindering of vermeerdering van de arbeidsduur wordt nagegaan of kan worden afgeweken van de Waa. Ten behoeve van dit onderzoek zijn twee analyses uitgevoerd. De eerste analyse vond plaats in het eerste kwartaal van 2003. Onderzocht zijn die CAO s waarvan de expiratiedatum op of na 31 december 2002 viel. De tweede analyse vond plaats in het derde kwartaal van 2003. Hierin zijn de CAO s, die in de eerste analyse zijn bekeken, opnieuw nagelopen om te bezien of ze zijn vernieuwd. Indien ze vernieuwd waren is nagegaan of er, ten opzichte van de vorige CAO, andere afspraken zijn gemaakt. Het onderzoek is uitgevoerd op basis van de 122 grootste CAO s. Hieronder vallen bedrijfstak-cao s van toepassing op 10.000 of meer werknemers en ondernemings-cao s van toepassing op 3.000 of meer werknemers. De steekproef-cao s, die in de eerste analyse zijn onderzocht, zijn van toepassing op ongeveer 4,9 miljoen werknemers: circa 74% van het totale aantal werknemers onder een CAO. In de tweede analyse zijn 83 van de 122 CAO s vernieuwd. Deze CAO s zijn van toepassing op 3,8 miljoen werknemers, 67% van het totale aantal werknemers onder een CAO. 32 CAO s hebben de status van principe akkoord; 51 CAO s hebben de status van definitief akkoord. 2

Onderzoeksresultaten Vermindering arbeidsduur in CAO s In 2 van de 122 CAO s (0,9% van het totale aantal werknemers onder de onderzochte CAO s) zijn aanvullende bepalingen ten aanzien van de vermindering van de arbeidsduur aangetroffen. In één CAO heeft de afspraak betrekking op het aantal keren dat een verzoek om vermindering kan worden ingediend. In de andere CAO heeft de aanvulling betrekking op de termijn waarbinnen een beslissing over het verzoek moet worden genomen. Vermeerdering van de arbeidsduur in de CAO s In 7 van de 122 CAO s (5 % van het totale aantal werknemers onder de onderzochte CAO s) zijn afwijkende of aanvullende bepalingen ten aanzien van de vermeerdering van de arbeidsduur aangetroffen. In één CAO gaat het om het aantal keren dat een verzoek om vermeerdering van de arbeidsduur kan worden ingediend. 6 CAO s bevatten bepalingen waarin is afgesproken dat deeltijders in geval van een vacature met voorrang hun arbeidsuren kunnen uitbreiden. Werkgever met minder dan 10 werknemers 4 CAO s bevatten afspraken in relatie tot werkgevers met minder dan 10 werknemers. 2 CAO s (0,5% van het totale aantal werknemers onder de onderzochte CAO s) bepalen dat de Waa van toepassing is op werkgevers met minder dan 10 werknemers. De andere 2 CAO s (0,7% van het totale aantal werknemers onder de onderzochte CAO s) bepalen expliciet dat de Waa niet van toepassing is voor werkgevers met minder dan 10 werknemers. Weigering op grond van zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen In 47 van de 122 CAO s (41,3% van het totale aantal werknemers onder de onderzochte CAO s) kan een verzoek van de werknemer om vermeerdering of vermindering van de arbeidsduur door de werkgever onder verwijzing naar zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen geweigerd worden. 20 van de 47 CAO s (20% van het totale aantal werknemers onder de onderzochte CAO s) geven tevens aan op welke gronden een verzoek geweigerd kan worden. Een nadere invulling van deze gronden is niet aangetroffen. 9 van de 122 CAO s (8% van het totale aantal werknemers onder de onderzochte CAO s) bepalen dat een verzoek van een werknemer tot vermindering van zijn arbeidsduur geweigerd kan worden op grond van: problemen bij de herbezetting van de vrijgekomen uren, problemen op het gebied van de veiligheid en problemen van roostertechnische aard. In 7 van de 9 CAO s komen meerdere weigeringgronden naast elkaar voor. 2 van de 9 CAO s bevatten één van de drie genoemde weigeringgronden. In 8 van de 9 CAO s is afgesproken dat een verzoek tot vermindering van de arbeidsduur kan worden geweigerd indien dit problemen oplevert bij de herbezetting van de vrijgekomen uren. 6 van de 9 CAO s geven aan dat een verzoek geweigerd kan worden indien het leidt tot problemen op het gebied van de veiligheid. Ten slotte geven 8 van de 9 CAO s aan dat, indien er problemen van roostertechnische aard zijn, het verzoek geweigerd kan worden. 6 van de 9 CAO s bevatten alle drie de gronden om een verzoek te weigeren. 19 van de 122 CAO s (19% van het totale aantal werknemers onder de onderzochte CAO s) bepalen dat een verzoek van een werknemer tot vermeerdering van zijn arbeidsduur geweigerd kan worden op grond van: problemen van financiële aard, problemen van 3

organisatorische aard, onvoldoende werk voor handen hebben en problemen wegens een ontoereikende formatieruimte. In 12 van de 19 CAO s komen meerdere weigeringgronden naast elkaar voor. 7 van de 19 CAO s bevatten één van de vier in de wet genoemde weigeringgronden. 4 van de 19 CAO s bevatten alle vier de gronden om een verzoek te weigeren. In 12 van de 19 CAO s kan een verzoek tot vermeerdering van de arbeidsduur geweigerd worden op basis van problemen van financiële aard. 15 van de 19 CAO s bepalen dat een verzoek geweigerd kan worden als er problemen ontstaan van organisatorische aard. In 8 van de 19 CAO s is het onvoldoende voor handen hebben van werk een grond om een verzoek te weigeren. 6 van de 19 CAO s geven aan, dat als er problemen ontstaan wegens het ontoereikend zijn van de vastgestelde formatieruimte of personeelsbegroting, het verzoek geweigerd kan worden. Ten slotte geven 2 van de 19 CAO s aan dat een verzoek geweigerd kan worden op overige gronden 1. In één CAO kan een verzoek geweigerd worden indien de beperkingen van de werknemers dit in de weg staan. In de andere CAO kan een verzoek van een werknemer om zijn arbeidsuren uit te breiden geweigerd worden vanwege bedrijfssociale redenen. Echter de werkgever kan deze grond alleen gebruiken als de ondernemingsraad zijn instemming hiervoor heeft gegeven. Onderzoek naar deeltijdwerk 4 van de 122 CAO s (0,3% van het totale aantal werknemers onder de onderzochte CAO s) bevatten bepalingen over het nader onderzoeken van de mogelijkheden om in deeltijd te werken. Bepalingen met een deeltijdstimulerend effect 10 van de 122 CAO s (10,3% van het totale aantal werknemers onder de onderzochte CAO s) bevatten bepalingen met een deeltijdstimulerend effect. Een nadere invulling van deze bepalingen is niet aangetroffen. 7 CAO s (8,1% van het totale aantal werknemers onder de onderzochte CAO s) bevatten bepalingen over het melden van een (deeltijd) vacature bij het arbeidsbureau 2. 3 CAO s (0,2% van het totale aantal werknemers onder de onderzochte CAO s) bevatten bepalingen over het scheppen van deeltijdbanen. Eén CAO (0,1% van het totale aantal werknemers onder de onderzochte CAO s) bevat een bepaling over het omzetten van voltijdbanen in deeltijdbanen. Resultaten tweede analyse In 2 van de 83 CAO s (6% van het totale aantal werknemers onder de onderzochte CAO s) zijn andere afspraken aangetroffen. In één CAO wordt een maximum gesteld aan het aantal uren waarmee de arbeidsduur verminderd mag worden. In de andere CAO wordt een maximum gesteld aan het aantal uren waarmee de arbeidsduur vermeerderd kan worden. 1 2 Het betreft hier gronden die niet in de Waa worden genoemd Het arbeidsbureau is per 1 januari 2002 opgegaan in het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI) 4

1 INLEIDING Op 1 juli 2000 is de Wet aanpassing arbeidsduur (Waa) in werking getreden. In de Waa is vastgelegd dat werknemers, onder bepaalde voorwaarden, het recht hebben om de arbeidsduur te verminderen of te vermeerderen. De werknemer dient hiervoor een verzoek in bij de werkgever. De werkgever kan slechts onder verwijzing naar zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen van het verzoek afwijken. Ten aanzien van vermeerdering van de arbeidsduur biedt de wet de mogelijkheid om afwijkende bepalingen in de CAO op te nemen 3. Dit onderzoek gaat na of en hoe CAO-partijen gebruik maken van deze mogelijkheid om in CAO s zelf een nadere invulling aan deze wet te geven. In dit rapport worden de bevindingen uit het onderzoek gepresenteerd. Hoofdstuk twee handelt over de achtergrond, doelstelling en methodiek van het onderzoek. In hoofdstuk drie worden de resultaten weergegeven. Bijlage één bevat een overzicht van alle CAO s die in de eerste analyse zijn onderzocht. Bijlage twee bevat een overzicht van alle vernieuwde CAO s die in de tweede analyse zijn onderzocht. 3 Van de wet kan in gevallen van een verzoek om arbeidsduurvermeerdering worden afgeweken bij CAO of bij een regeling door of namens een bevoegd bestuursorgaan dan wel, indien beide eerdergenoemde regelingen niet van toepassing zijn dan wel geen regeling hieromtrent bevatten, bij schriftelijke overeenkomst met de OR of, bij het ontbreken daarvan, met de personeelsvertegenwoordiging. 5

2 ACHTERGROND, DOELSTELLING EN METHODIEK VAN HET ONDERZOEK De eerste paragraaf van dit hoofdstuk bespreekt de achtergrond van het onderwerp. De doelstelling van het onderzoek wordt in paragraaf 2 aangeven. De laatste paragraaf handelt over de methodiek van dit onderzoek. 2.1 Achtergrond van de wet De Wet aanpassing arbeidsduur (Waa) is op 1 juli 2000 in werking getreden. Op grond van deze wet kan de werknemer de werkgever verzoeken zijn arbeidsduur aan te passen. De werkgever kan dit alleen weigeren indien zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen zich hiertegen verzetten. De Waa biedt beperkte afwijkingsmogelijkheden. Het is alleen ten aanzien van vermeerdering mogelijk om in CAO s afwijkende afspraken vast te leggen. Bij vermindering mag dat niet. Wel mogen in beide gevallen aanvullende afspraken worden gemaakt. Voorwaarden om aanspraak te kunnen maken op het recht om de arbeidsduur aan te passen zijn: de werknemer dient ten minste een jaar voorafgaand aan het beoogde tijdstip van ingang van die aanpassing in dienst te zijn bij de werkgever (voor de berekening van een jaar dienen perioden waarin arbeid wordt verricht, die elkaar opvolgen met een onderbreking van niet meer dan drie maanden, te worden samengeteld); een eerder verzoek tot aanpassing van de arbeidsduur dient ten minste twee jaar geleden te zijn goedgekeurd of afgewezen. De Waa is alleen van toepassing op werkgevers die 10 of meer werknemers in dienst hebben. Werkgevers met minder dan 10 werknemers dienen een eigen regeling voor aanpassing van de arbeidsduur te treffen. De wet biedt een niet-limitatief overzicht van situaties die in ieder geval dienen te worden beoordeeld als zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen. Bij vermindering van de arbeidsduur is in ieder geval sprake van een zwaarwegend dienstbelang indien zich problemen voordoen: in de bedrijfsvoering ten aanzien van de herbezetting van vrijgekomen uren; op het gebied van veiligheid; van roostertechnische aard. Bij vermeerdering van de arbeidsduur is in ieder geval sprake van zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen bij problemen: van financiële of organisatorische aard; wegens het niet voorhanden zijn van voldoende werk; wegens het ontoereikend zijn van de vastgestelde formatieruimte of personeelsbegroting. Voor nader inzicht in de wijze waarop de normen en de afwijkingsmogelijkheden van de Waa in CAO s worden ingevuld, wordt de wettelijke regeling onderstaand beschreven: 6

Vermindering Wettekst: Het verzoek om aanpassing van de arbeidsduur wordt ten minste vier maanden vóór het beoogde tijdstip van ingang van de aanpassing schriftelijk bij de werkgever ingediend onder opgave van het tijdstip van ingang, de omvang van de aanpassing van de arbeidsduur per week of, als de arbeidsduur over een ander tijdvak is overeengekomen over dat tijdvak en de gewenste spreiding van de uren over de week of het anderszins overeengekomen tijdvak. Vermeerdering Uitsluitend ten aanzien van de vermeerdering van de arbeidsduur kan van de wet worden afgeweken bij CAO (of bij een regeling door of namens een bevoegd bestuursorgaan dan wel, indien beide eerdergenoemde regelingen niet van toepassing zijn dan wel geen regeling hieromtrent bevatten, bij schriftelijke overeenkomst met de OR of, bij het ontbreken daarvan, met de personeelsvertegenwoordiging). Afwijking of aanvulling is mogelijk ten aanzien van de volgende aspecten 4 : Tijdstip van indiening (ten minste 4 maanden voor ingang) kan worden aangepast Procedures omtrent goedkeuring/afwijzing (1 maand voor ingang, schriftelijk, onder opgaaf van redenen) Aantal keren indienen van verzoek (1x per 2 jaar) Aantal jaren in dienst (minimaal 1 jaar) Aantal uren dat meer gewerkt mag worden (omvang aanpassing arbeidsduur per week of ander overeengekomen tijdvak) De spreiding van de uren over de week (De werkgever stelt de spreiding van de uren vast in overeenstemming met de wensen van de werknemer. De werkgever kan de gewenste spreiding van de uren wijzigen, indien hij daarbij een zodanig belang heeft dat de wens van de werknemer daarvoor naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid moet wijken.) Ten aanzien van vermindering van de arbeidsduur mag niet worden afgeweken. Aanvullende afspraken ten gunste van de werknemer zijn echter altijd mogelijk. Dit geldt zowel ten aanzien van vermeerdering als vermindering. Uit de voortgangsrapportage over de Waa blijkt dat de meeste werknemers een verzoek tot vermindering van de arbeidsduur indienen en slechts in een enkel geval wordt een verzoek tot uitbreiding van de arbeidsduur ingediend (Van Beek, 2002). De wet kent de verplichting om binnen drie jaar na inwerkingtreding de wet te evalueren. In dit kader is door de Arbeidsinspectie een onderzoek uitgevoerd naar afspraken over vermindering en vermeerdering van de arbeidsduur in CAO s. 4 Tussen de haakjes wordt de wettelijke regeling weergegeven. 7

2.2 Doelstelling Doel van het onderzoek is na te gaan in welke mate invulling aan de Waa is gegeven. Ten aanzien van de procedure van vermindering of vermeerdering van de arbeidsduur wordt gekeken of wordt afgeweken van de Waa. Ten aanzien van het begrip zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen wordt gekeken hoe het begrip is ingevuld. 2.3 Vraagstelling van het onderzoek In dit onderzoek worden de volgende zes onderzoeksvragen beantwoord: 1. Hoeveel CAO s bevatten ten aanzien van de vermindering van de arbeidsduur een van de wet aanvullende bepaling en wat is de inhoud van een ten opzichte van de wet aanvullende bepaling? 2. Hoeveel CAO s bevatten ten aanzien van de vermeerdering van de arbeidsduur een van de wet afwijkende of aanvullende bepaling en wat is de inhoud van een ten opzichte van de wet afwijkende of aanvullende bepaling? 3. In hoeveel CAO s wordt, voor werkgevers met minder dan 10 werknemers, bepaald dat de Waa van toepassing is? 4. Op welke wijze wordt invulling gegeven aan het begrip zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen op basis waarvan een verzoek tot aanpassing van de arbeidsduur kan worden geweigerd? 5. Hoeveel CAO s bevatten bepalingen om de mogelijkheden om in deeltijd te werken nader te onderzoeken? 6. Hoeveel CAO s bevatten bepalingen die een deeltijdstimulerend effect hebben? 2.4 Methodiek van het onderzoek Gebruik wordt gemaakt van de standaard door de Arbeidsinspectie gehanteerde steekproef- CAO s, bestaande uit 125 CAO s. Onder de standaardsteekproef vallen bedrijfstak-cao s van toepassing op 10.000 of meer werknemers en ondernemings-cao s van toepassing op 3.000 of meer werknemers. Drie overheid-cao s (CAO s voor rijkspersoneel, defensie-personeel en beroepsonderwijs en volwasseneducatie) zijn niet in het onderzoek betrokken, omdat op het moment van het onderzoek er geen gegevens beschikbaar waren. Hierdoor heeft het onderzoek betrekking op 122 CAO s. Hiervan zijn 103 CAO s in de marktsector onderzocht, 9 CAO s in de overheidssector en 10 CAO s in de zorgsector. Op basis van twee analyses wordt in deze rapportage de stand van zaken tot juli 2003 geschetst. De eerste analyse vond plaats in het eerste kwartaal van 2003. Onderzocht werden die CAO s waarvan de expiratiedatum op of na 31 december 2002 viel. Vanwege onderzoekstechnische redenen is verondersteld dat de steekproef-cao s met een 8

expiratiedatum voor 31-12-2002, en die niet vernieuwd zijn, ongewijzigd worden voortgezet. De tweede analyse vond plaats in het derde kwartaal van 2003. Hierin is van de CAO s, die in de eerste analyse zijn bekeken, nagegaan of ze inmiddels zijn vernieuwd. Indien ze vernieuwd zijn is nagegaan of er, ten opzichte van de vorige CAO, andere afspraken zijn gemaakt. Gezamenlijk zijn de CAO s die in de eerste analyse zijn onderzocht, van toepassing op ongeveer 4,9 miljoen werknemers: 74 % van het totale aantal werknemers onder een CAO. In de tweede analyse bleken 83 van de 122 CAO s te zijn vernieuwd. Deze zijn van toepassing op ongeveer 3,8 miljoen werknemers, 67% van het totale aantal werknemers onder een CAO. 32 CAO s hebben de status van principe akkoord; 51 CAO s hebben de status van definitief akkoord. In de analyse die gehouden is in het eerste kwartaal van 2003, is een onderscheid gemaakt naar ingangsdatum van de CAO s. Verwacht wordt dat in CAO s die een ingangsdatum hebben voor 1 juli 2000, niet is geanticipeerd op de Waa. Van CAO s die tussen 1 juli 2000 en 1 januari 2001 zijn ingegaan, is onzeker of in de onderhandelingen over deze akkoorden rekening is gehouden met de Waa. De CAO s die na 1 januari 2001 zijn ingegaan, hebben de mogelijkheid gehad om de Waa mee te nemen. Door de groep onderzochte CAO s in deze drie categorieën in te delen, kan inzicht worden geboden in de vraag of de ingangsdatum van de CAO s inderdaad een rol speelt bij het al dan niet nader aanvullen c.q. afwijken van de Waa. Het onderscheid dat gemaakt wordt is als volgt: Voor 1 juli 2000: deze selectie omvat 34 CAO s Van 1 juli 2000 tot en met 31 december 2000: deze selectie omvat 8 CAO s Vanaf 1 januari 2001 deze selectie omvat 80 CAO s Tevens is er in de analyse, gebaseerd op de gegevens die in het eerste kwartaal van 2003 zijn verzameld, een onderscheid gemaakt naar economische sector. In de onderstaande tabel is de indeling in beeld gebracht. Hieruit blijkt dat de 122 onderzochte CAO s van toepassing zijn op bijna driekwart van alle werknemers onder een CAO. Voor de landbouwsector en de bouwnijverheid is dit het hoogst (beide 97%). De sector industrie en de sector vervoer en communicatie hebben het laagste dekkingspercentage met respectievelijk 60% en 56%. De steekproef geeft een goed beeld van de afspraken in CAO s over aanpassing van de arbeidsduur. Tabel 1: onderzochte CAO s naar economische sector Economische sector Aantal CAO s % werknemers van totaal aantal werknemers binnen de eigen economische sector Landbouw 4 97 Industrie 25 60 Bouwnijverheid 7 97 Handel en horeca 29 82 Vervoer en communicatie 17 56 Zakelijke dienstverlening 17 80 Overige dienstverlening 23 70 Totaal 122 74 9

3 RESULTATEN Dit hoofdstuk bevat de resultaten van het onderzoek. De resultaten van de eerste analyse worden weergegeven in de paragraven 3.1 tot en met 3.6. Paragraaf 3.7 geeft de resultaten weer van de tweede analyse. Per thema dat onderzocht is, wordt aangeven in aantallen of en hoe vaak het desbetreffende onderwerp voorkomt. 3.1 Vermindering arbeidsduur in CAO s In 2 van de 122 CAO s (0,9 % van het totale aantal werknemers onder de onderzochte CAO s) zijn aanvullende bepalingen ten aanzien van de vermindering van de arbeidsduur aangetroffen. Eén aanvulling heeft betrekking op het aantal keren dat een verzoek om vermindering van de arbeidsduur kan worden ingediend. De ondernemings-cao voor ABN- AMRO bepaalt dat een werknemer maximaal 3 keer per jaar een verzoek tot aanpassing van de arbeidsduur kan indienen. In de andere CAO heeft de aanvulling betrekking op de termijn waarbinnen een beslissing over het verzoek moet worden genomen. De CAO voor groothandel in textielgoederen en aanverwante artikelen bepaalt dat de besluitvorming plaats vindt binnen één maand na ontvangst van het verzoek. 3.2 Vermeerdering van de arbeidsduur in de CAO s 7 van de 122 CAO s bevatten afwijkende of aanvullende bepalingen ten aanzien van de vermeerdering van de arbeidsduur. Deze zijn van toepassing op 5% van het totale aantal werknemers onder de onderzochte CAO s. In één CAO gaat het om het aantal keren dat een verzoek om vermeerdering van de arbeidsduur kan worden ingediend. De ondernemings-cao voor ABN-AMRO bepaalt dat een werknemer maximaal 3 keer per jaar een verzoek tot aanpassing van de arbeidsduur kan indienen. 6 CAO s (openbaar vervoer, technische groothandel, HBO, kinderopvang, werkgeversorganisaties in de sport en welzijnswerk) bevatten bepalingen waarin is afgesproken dat deeltijders in geval van een vacature met voorrang hun arbeidsuren kunnen uitbreiden. Deze bepalingen staan los van de procedure die de Waa voorschrijft hoe de arbeidsduur van een werknemer kan worden vermeerderd. 3.3 Werkgever met minder dan 10 werknemers 4 CAO s bevatten afspraken in relatie tot werkgevers met minder dan 10 werknemers. 2 CAO s (0,5% van het totale aantal werknemers onder de onderzochte CAO s) bepalen dat de Waa van toepassing is op werkgevers met minder dan 10 werknemers. Het betreft hier de CAO s voor timmerfabrieken en bloemendetailhandel. 2 CAO s (0,7% van het totale aantal werknemers onder de onderzochte CAO s) bepalen expliciet dat de Waa niet van toepassing is voor werkgevers met minder dan 10 werknemers. Het betreft hier de CAO s voor groothandel in levensmiddelen en uitzendbureaus vaste medewerkers. Werkgevers moeten volgens deze CAO s zelf een regeling treffen. In de betreffende CAO s worden daar geen nadere invulling aan gegeven. 10

3.4 Weigering op grond van zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen In 47 van de 122 CAO s (41,3% van het totale aantal werknemers onder de onderzochte CAO s) kan een verzoek van de werknemer om vermeerdering of vermindering van de arbeidsduur door de werkgever onder verwijzing naar zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen geweigerd worden. 20 van deze 47 CAO s (20% van het totale aantal werknemers onder de onderzochte CAO s) geven tevens aan op welke gronden (herbezetting, veiligheid, financieel, roostertechnisch, organisatorisch, onvoldoende werk, formatieruimte of overige gronden) een verzoek geweigerd kan worden. Een nadere invulling van deze gronden is niet aangetroffen 5. Uit tabel 2 blijkt dat vooral op financiële en organisatorische gronden een verzoek om vermeerdering of vermindering van de arbeidsduur kan worden geweigerd. Binnen de sectoren industrie, handel en horeca, zakelijke dienstverlening en de overige dienstverlening kan een verzoek van de werknemer tot aanpassing van de arbeidsduur vooral geweigerd worden op de volgende gronden: problemen bij herbezetting van vrijgekomen uren, problemen op het gebied van de veiligheid, problemen van roostertechnische aard, problemen van financiële aard, problemen van organisatorische aard, het onvoldoende voor handen hebben van werk, problemen wegens het ontoereikend zijn van de vastgestelde formatieruimte of personeelsbegroting en overige gronden. Dit kan op basis van de wet in de andere sectoren ook, alleen staat het niet in de CAO. Tabel 2: invulling begrip zwaarwegende bedrijfsbelangen (in aantallen CAO s) naar economische sector Weigering verzoek Herbezetting Veiligheid Gronden waarop geweigerd kan worden Rooster- Financieenisatordoendmatie- Orga- Onvol- Fortechniscisch werk ruimte * De CAO in deze kolom bevat een grond om een verzoek te weigeren die niet in de WAA voorkomt. Over-ige * landbouw 0 0 0 0 0 0 0 0 0 industrie 6 1 0 0 3 4 2 3 1 bouw 0 0 0 0 0 0 0 0 0 handel en horeca 4 2 1 3 3 2 1 0 0 vervoer 0 0 0 0 0 0 0 0 0 zakelijke dienstverlening 4 3 3 3 3 4 3 3 0 Overige dienstverlening 6 2 2 2 3 5 2 0 1 Totaal 20 8 6 8 12 15 8 6 2 5 In dit onderzoek zijn de soort bepalingen zoals genoemd in de CAO voor gehandicaptenzorg niet meegenomen: een verzoek van de werknemer tot uitbreiding van het aantal uren in het kader van de wet aanpassing arbeidsduur kan door de werkgever worden geweigerd indien betrokken werknemer gebruik maakt van het recht op seniorenverlof als bedoeld in artikel 8:2 van deze CAO. 11

Uit tabel 3 blijkt dat de CAO s die voor 1 juli 2000 en de CAO s die tussen 1 juli 2000 en 31 december 2000 zijn ingegaan voornamelijk gronden bevatten om een verzoek van een werknemer tot aanpassing van de arbeidsduur te weigeren. Tabel 3: invulling begrip zwaarwegende bedrijfsbelangen (in aantallen CAO s) naar ingangsdatum Weigering verzoek Herbezetting Veiligheid Roostertechnisch Gronden waarop geweigerd kan worden Financieel Orga- nisator- isch Onvoldoende werk Formatieruimte * De CAO in deze kolom bevat een grond om een verzoek te weigeren die niet in de WAA voorkomt. Overige* Voor 1-7-00 8 3 2 2 3 7 2 1 0 Tussen 1-7-00 en 3 0 0 1 3 1 1 1 1 31-12-00 vanaf 2001 9 5 4 5 6 7 5 4 1 Totaal 20 8 6 8 12 15 8 6 2 3.4.1 Gronden om een verzoek tot vermindering van de arbeidsduur te weigeren 9 van de 122 CAO s (8% van het totale aantal werknemers onder de onderzochte CAO s) bepalen dat een verzoek van een werknemer tot vermindering van zijn arbeidsduur geweigerd kan worden op grond van: problemen bij herbezetting van de uren, problemen op het gebied van de veiligheid en problemen van roostertechnische aard. In 7 van de 9 CAO s komen meerdere weigeringgronden naast elkaar voor. 2 van de 9 CAO s bevatten één van de drie genoemde weigeringgronden. In 8 van de 9 CAO s is afgesproken dat een verzoek tot vermindering van de arbeidsduur kan worden geweigerd indien dit problemen oplevert bij de herbezetting van de vrijgekomen uren. 6 van de 9 CAO s geven aan dat een verzoek geweigerd kan worden indien het leidt tot problemen op het gebied van de veiligheid. Ten slotte geven 8 van de 9 CAO s aan dat, indien er problemen van roostertechnische aard zijn, het verzoek geweigerd kan worden. 6 van de 9 CAO s bevatten alle drie de gronden om een verzoek te weigeren. Een voorbeeld hiervan is te vinden in de CAO Uitzendbureau s vaste medewerkers, welke stelt: Bij vermindering van de arbeidsduur is in ieder geval sprake van een zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang, indien die vermindering leidt tot ernstige problemen: voor de bedrijfsvoering bij de herbezetting van de vrijgekomen uren, op het gebied van de veiligheid, of van roostertechnische aard. In de CAO s die voor 1 juli 2000 zijn ingegaan, komt een weigering van het verzoek tot vermindering van de arbeidsduur op grond van problemen bij herbezetting van de vrijgekomen uren relatief het meeste voor. 3.4.2 Gronden om een verzoek tot vermeerdering van de arbeidsduur te weigeren 19 van de 122 CAO s (19% van het totale aantal werknemers onder de onderzochte CAO s) bepalen dat een verzoek van een werknemer tot vermeerdering van zijn arbeidsduur geweigerd kan worden op grond van: problemen van financiële aard, problemen van organisatorische aard, problemen wegens onvoldoende werk, problemen wegens 12

onvoldoende formatieruimte en overige gronden 6. In 12 van de 19 CAO s komen meerdere weigeringgronden naast elkaar voor. 7 van de 19 CAO s bevatten één van de vier in de wet genoemde weigeringgronden 4 van de 19 CAO s bevatten alle vier de gronden om een verzoek te weigeren. Een voorbeeld hiervan is te vinden in de CAO confectie-industrie, welke stelt: bij vermeerdering van de arbeidsduur is in ieder geval sprake van een zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang, indien die vermeerdering leidt tot ernstige problemen: van financiële of organisatorische aard, wegens het niet voorhanden zijn van voldoende werk, of omdat de vastgestelde formatieruimte of personeelsbegroting daartoe ontoereikend is. De CAO s die voor 1 juli 2000 zijn ingegaan en waar een verzoek op grond van problemen van organisatorische aard geweigerd kan worden, komt relatief het meest voor. In 12 van de 19 CAO s kan een verzoek geweigerd worden op basis van problemen van financiële aard. In 15 van de 19 CAO s is bepaald dat een verzoek geweigerd kan worden als er problemen ontstaan van organisatorische aard. In 8 van de 19 CAO s is het onvoldoende voor handen hebben van werk een grond om een verzoek te weigeren. 6 van de 19 CAO s geven aan dat als er problemen ontstaan wegens het ontoereikend zijn van de vastgestelde formatieruimte of personeelsbegroting, het verzoek geweigerd kan worden. Ten slotte geven 2 van de 19 CAO s aan dat een verzoek geweigerd kan worden op overige gronden. Deze gronden worden niet in de Waa genoemd. In de CAO voor de sociale werkvoorziening kan een verzoek geweigerd worden indien de beperkingen van de werknemers dit in de weg staan. In de CAO voor welzijn kan een verzoek van een werknemer om zijn arbeidsuren uit te breiden geweigerd worden om bedrijfssociale redenen. Echter de werkgever kan deze grond alleen gebruiken als de ondernemingsraad zijn instemming hiervoor heeft geven. In 6 van de 19 CAO s hebben deeltijders (zie paragraaf 3.2), in geval er voldoende formatieruimte is, voorrang om hun arbeidsuren te uit te breiden. 3.5 Onderzoek naar deeltijdwerk In 4 (alle Akzo-Nobel) van de 122 CAO s (0,3% van het totale aantal werknemers onder de onderzochte CAO s) staat een bepaling over het nader onderzoeken van de mogelijkheden om in deeltijd te werken. De bepaling luidt: CAO partijen zullen de centrale ondernemingsraden van Akzo Nobel verzoeken met voorstellen te komen hoe, met behulp van lokale ondernemingsraden, onderzoek in te stellen naar de behoefte van werknemers om te werken in deeltijd en de praktijk met betrekking tot het aanvragen en afhandeling van deeltijdverzoeken. 3.6 Bepalingen met een deeltijdstimulerend effect 10 van de 122 CAO s (10,3% van het totale aantal werknemers onder de onderzochte CAO s) bevatten een bepaling met een deeltijdstimulerend effect. Een nadere invulling van deze bepaling is niet aangetroffen. Uit tabel 4 blijkt dat de meeste aangetroffen bepalingen verhoudingsgewijs gaan over het melden van een vacature bij een arbeidsbureau 7. Binnen de sectoren industrie, 6 Het betreft hier gronden die niet in de Waa worden genoemd. 13

bouwnijverheid, handel en horeca en overige dienstverlening zijn in CAO s deeltijdstimulerende bepalingen aangetroffen. Binnen de landbouw, de zakelijke dienstverlening en vervoer en communicatie zijn geen bepalingen met een deeltijdstimulerend effect aangetroffen. Tabel 4: aantallen CAO s met deeltijdstimulerende bepalingen. Inhoud deeltijdstimulerende bepalingen Deeltijdstimulerende Melden vacature bij arbeidsbureau Scheppen deeltijdbanen Omzetten van voltijd naar deeltijd bepalingen * landbouw 0 0 0 0 industrie 5 4 1 1 bouwnijverheid 2 2 0 0 handel en horeca 2 1 1 0 vervoer en communicatie 0 0 0 0 zakelijke dienstverlening 0 0 0 0 overige dienstverlening 1 0 1 0 Totaal 10 7 3 1 * Het arbeidsbureau is per 1 januari 2002 opgegaan in het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI) In de volgende subparagrafen wordt de inhoud van de bepalingen met een deeltijdstimulerend effect besproken. 3.6.1 Bepalingen over het melden van (deeltijd) vacatures bij arbeidsbureau 7 van de 122 CAO s (8,1% van het totale aantal werknemers onder de onderzochte CAO s) bevatten bepalingen over het melden van een (deeltijd)vacature bij het arbeidsbureau. Dit komt voor in CAO s in de sectoren industrie, bouwnijverheid en handel en horeca. Een voorbeeld van deze bepaling is te vinden in de CAO voor de betonproductenindustrie: Rekening houdend met de taak en positie van de personeelsvertegenwoordiging en met de uitgangspunten van een normale bedrijfsvoering zal de werkgever, teneinde de inzichtelijkheid van de arbeidsmarkt te bevorderen, alle daarvoor relevante, volledige en deeltijdvacatures melden aan het desbetreffende RBA c.q. afmelden. 3.6.2 Bepalingen over het scheppen van deeltijdbanen 3 van de 122 CAO s (0,2% van het totale aantal werknemers onder de onderzochte CAO s) bevatten bepalingen over het scheppen van deeltijdbanen. Binnen de CAO voor Heineken is de volgende bepaling over het scheppen van deeltijdbanen te vinden: Heineken streeft naar het vergroten van de mogelijkheden van werken in deeltijd. Heineken zal zich beijveren dat 10% van de CAO-medewerkers in deeltijd werkt. In de CAO voor Groothandel in textielgoederen en aanverwante artikelen staat dat er gestreefd wordt om het aantal werknemers in de onderneming voor 15% uit deeltijders te laten bestaan. Binnen de CAO voor het ziekenhuiswezen wordt er een stimulerend beleid opgezet ten aanzien van deeltijdarbeid. 7 Het arbeidsbureau is per 1 januari 2002 opgegaan in het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI) 14

3.6.3 Bepalingen over het omzetten van voltijdbanen in deeltijdbanen Eén CAO (0,1% van het totale aantal werknemers onder de onderzochte CAO s) bevat een bepaling over het omzetten van voltijdbanen in deeltijdbanen, namelijk Heineken. In deze CAO is afgesproken dat: ten aanzien van functies, waarin is bepaald, dat vervulling in deeltijd mogelijk is, zullen vacatures in beginsel in deeltijd worden gemeld (zowel intern als extern). 3.7 Resultaten tweede analyse In de tweede analyse bleken 83 van de 122 CAO s te zijn vernieuwd. Deze CAO s zijn van toepassing op 3,8 miljoen werknemers, 67% van het totale aantal werknemers onder een CAO. In 2 van de 83 CAO s (6% van het totale aantal werknemers onder de onderzochte CAO s) zijn andere afspraken aangetroffen. In één CAO wordt een maximum gesteld aan het aantal uren waarmee de arbeidsduur verminderd kan worden. De CAO voor schoonmaak- en glazenwasserbedrijf bepaalt dat een urenvermindering slechts mogelijk is met maximaal 12,5 % van het aantal uren per week in het individuele arbeidscontract met een maximum van 2 uur per week. In de andere CAO wordt er een maximum gesteld aan het aantal uren waarmee de arbeidsduur vermeerderd kan worden. De CAO voor jeugdhulpverlening bepaalt dat vermeerdering van de arbeidsduur mogelijk is tot een maximum van 38 uur per week (de normale arbeidsduur voor een werknemer met een volledig dienstverband bedraagt gemiddeld 36 uur). 15

LITERATUUR A.M.L.J. van Beek e.a. (2002). Wet aanpassing arbeidsduur, Voortgangsrapportage. Staatsblad (21 maart 2000). Wet van 19 februari 2000, houdende regels inzake het recht op aanpassing van de arbeidsduur (Wet aanpassing arbeidsduur). Nummer 114. SDU uitgevers: s-gravenhage. 16

BIJLAGE 1: OVERZICHT ONDERZOCHTE CAO S EERSTE ANALYSE Naam CAO Ingangsdatum Expiratiedatum Aardappelen Groenten Fruit (detailhandel) 01-04-2001 31-03-2003 ABN-AMRO 01-06-2001 31-05-2002 ABP / Loyalis 01-04-2002 31-03-2004 Academisch Ziekenhuis 01-01-2001 28-02-2002 Accordis 1 (v.h. Akzo Nobel Fibers / Akzo Engineering B.V.) 01-01-2000 31-03-2001 Achmea B.V. 01-04-2002 31-05-2003 Afbouw (v.h. Stucadoors- afbouw en terrazzobedrijf) 01-01-2000 31-12-2001 Akzo Nobel Chemicals 01-01-2000 31-03-2001 Akzo Nobel Nederland B.V. (HP) 01-01-2000 31-03-2001 Akzo Nobel Pharma B.V. 01-01-2000 31-03-2001 ANWB 01-04-2001 31-03-2003 Apotheken 01-04-2002 31-03-2004 Arbeidsvoorzieningsorganisaties 01-07-2000 31-12-2001 Arbo Unie Nederland 01-07-1999 31-12-2000 Atos Orgin 01-05-2001 30-04-2003 Bakkersbedrijf 01-07-2000 31-01-2002 Beroepsgoederenvervoer over de weg (NOB) 01-04-2001 31-03-2003 Betonproductenindustrie 01-03-2001 28-02-2002 Beveiligingsorganisaties (particuliere) 01-04-2000 01-04-2002 Bijenkorf 01-02-1998 31-01-1999 Bloemen en Planten (groothandel) 01-07-2001 30-06-2002 Bloemendetailhandel 01-04-2002 31-03-2003 Bouwbedrijf 01-01-2001 31-12-2001 Bouwbedrijf, UTA-Personeel 01-03-2001 28-02-2002 Carrosseriebedrijf (metaalnijverheid) 01-03-2001 01-04-2003 Confectie-industrie 01-07-2000 30-04-2002 Contract-catering 01-03-2001 28-02-2003 Corus Staal B.V. 01-04-1999 31-01-2002 Detailhandel (VAD) 01-01-2002 01-01-2003 Doe Het Zelf Bedrijf 01-04-2001 31-03-2003 Drogisterijbranche 01-04-1998 31-03-2000 DSM Limburg B.V. 01-04-2001 31-03-2003 Elektrotechnischbedrijf (metaalnijverheid) 01-03-2001 31-03-2003 Elektrotechnische detailhandel 01-07-2001 30-06-2002 Energie- en Nutsbedrijven, sector distributie 01-04-2001 31-03-2003 Fortis-bank 01-06-2002 01-06-2003 Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ) 01-05-2002 30-06-2003 Gehandicaptenzorg 01-07-2001 31-08-2002 Gemeente-ambtenaren 01-10-2000 01-02-2002 Gemengde- speelgoedbranche 01-10-2001 30-09-2002 Glastuinbouw (v.h. tuinbouw) 01-07-1998 31-12-2000 Goederenvervoer Nederland (KNV) 01-04-2001 31-03-2003 Grafi-media 01-02-2002 31-01-2003 Heineken Nederland Beheer B.V. 01-01-2000 31-12-2000 Hema 01-02-2001 31-01-2003 Hoger Beroepsonderwijs 01-06-2000 31-05-2002 Holland Casino s 01-01-2000 31-03-2001 Horeca- en Aanverwantbedrijf 01-01-2003 31-12-2004 Hoveniersbedrijf 01-03-2002 01-03-2004 Huisartsenzorg (v.h. doktersassistenten) 01-05-2001 30-04-2002 Informatie-, Communicatie- en kantoortechnische branche 01-04-2001 31-03-2002 ING-bank 01-06-2000 31-03-2002 Jeugdhulpverlening 01-04-2000 31-03-2002 kappersbedrijf 01-07-2000 30-06-2002 17

Naam CAO Ingangsdatum Expiratiedatum Kartonnage- en Flexibele verpakkingsbedrijf 01-01-2000 30-06-2002 Kinderopvang 01-10-2001 31-12-2002 KLM-cabinepersoneel 01-04-1997 30-06-1998 KLM-grondpersoneel 01-07-1998 31-08-2000 Koninklijke TPG Post (v.h. TNT Postgroep) 01-05-2002 30-04-2003 KPN Callcenter Agents 01-04-2000 31-10-2002 KPN N.V. 01-04-2000 31-03-2001 Landbouwwerktuigen Exploiterende Ondernemingen 01-03-2001 28-02-2003 Levensmiddelen (grootwinkelbedrijven) 01-04-2001 31-03-2002 Levensmiddelen en/of Zoetwaren etc., (groothandel) 01-06-2002 01-06-2004 Levensmiddelenbedrijf 01-04-2002 31-03-2003 Loodgieters- Fitters- en C.V. bedrijven (metaalnijverheid) 01-03-2001 31-03-2003 Metaal- en Elektronische industrie 01-07-2002 30-06-2004 Metaal- en Elektronische industrie (HP) 01-07-2002 30-06-2004 Metaalbewerking (metaalnijverheid) 01-03-2001 01-04-2003 Meubelindustrie en Meubileringsbedrijven 01-04-2002 31-03-2003 Mode- en Sportdetailhandel (v.h. Textieldetailhandel) 01-04-2002 31-03-2003 Motorvoertuigen en tweewielerbedrijven (metaalnijverheid) 01-03-2001 31-03-2003 Nederlandse Universiteiten (deel 1 openbare universiteiten) 01-06-2000 31-05-2002 Nederlandse Universiteiten (deel 2 bijzondere universiteiten) 01-06-2000 31-05-2002 Nedtrain B.V. 01-04-2000 31-03-2002 NS Reizigers 01-04-2001 20-09-2002 Oce Nederland B.V. 01-07-2001 30-06-2002 Open Teelten (v.h. landbouw) 01-07-1998 31-12-2000 Openbaar Vervoer 01-01-2002 30-06-2002 Philips (CAO A) 01-01-2002 30-04-2003 Philips (CAO B) 01-01-2002 30-04-2003 Pinkroccade 01-04-2001 31-03-2003 Politie-personeel 01-01-2001 01-01-2004 Postkantoren 01-04-2001 31-03-2002 Primair Onderwijs 01-03-2000 01-01-2004 Provinciepersoneel 01-01-2000 31-12-2001 RABO-bank 01-06-2001 01-06-2002 Railinfrastructuur 01-04-2001 31-03-2002 Reisorganisaties 01-04-2001 31-03-2003 Schilders- Afwerkings- en Glaszetbedrijf 01-05-2001 30-04-2003 Schoenendetailhandel 01-07-2000 30-06-2002 Schoonmaak- en glazenwassersbedrijf 01-01-2001 31-12-2002 Selectvracht B.V. 01-04-1998 31-03-2000 Slagersbedrijf 01-04-2002 31-03-2004 SNS Reaal Groep 01-06-2002 31-05-2003 Sociale verzekeringsbank 01-07-2002 30-06-2004 Sociale Werkvoorziening 01-12-2000 30-04-2002 Taxivervoer 01-07-2002 01-07-2004 Technische Groothandel 02-04-2000 31-03-2003 Textiel grootwinkelbedrijven 01-04-2000 31-03-2002 Textielgoederen en Aanverwante Artikelen; Groothandel 01-04-2002 31-03-2003 Textielindustrie 01-07-2001 30-04-2003 Thuiszorg 01-04-2002 30-06-2003 Timmerfabrieken 01-01-2002 31-12-2002 Tuincentra 01-04-2001 31-03-2003 Uitzendbureau s; vaste medewerkers 01-04-2002 31-03-2002 Uitzendkrachten (ABU) 01-01-1999 31-12-2003 Uitzendkrachten (NBBU) 01-01-1999 31-12-2003 Unilever 01-06-1999 28-02-2001 Van Gend en Loos B.V. 01-04-2001 31-03-2002 Verblijfsrecreatie 01-07-2002 30-06-2004 18

Naam CAO Ingangsdatum Expiratiedatum Verpleeg- en verzorgingstehuizen 01-01-2001 31-03-2002 Verzekeringsbedrijf (binnendienst) 01-04-2000 31-03-2002 Vleessector (v.h. Vleesgroothandel en exportslachterijen) 01-04-2002 30-09-2003 Voortgezet Onderwijs 01-08-1999 31-07-2000 Vroom en Dreesmann B.V. 01-02-2001 31-01-2003 Welzijnswerk 01-01-2001 31-12-2002 Werkgeversorganisatie in de Sport 01-04-2001 31-03-2002 Wonen 01-04-2001 31-03-2003 Woondiensten (v.h. Woningcorporaties) 01-07-2001 31-12-2001 Zaterdagbestellers (v.h. PTT Zaterdagbestelers) 01-05-2002 30-04-2002 Ziekenhuizen 01-04-1998 31-03-1999 19

BIJLAGE TWEE: OVERZICHT VERNIEUWDE CAO S TWEEDE ANALYSE Naam CAO Ingangsdatum Expiratiedatum Academische ziekenhuizen 01-03-2002 29-02-2004 Accordis 1 (v.h. Akzo-Nobel Fibers / Akzo Engineering B.V.) 01-04-2003 31-05-2005 Afbouw (stukadoors-, afbouw- en terazzobedrijf) 01-01-2002 31-12-2003 Akzo-Nobel Chemicals 01-04-2001 31-05-2003 Akzo-Nobel Nederland B.V. (HP) 01-04-2001 31-05-2003 Akzo-Nobel Pharma B.V. 01-04-2001 31-05-2003 Arbo unie Nederland 01-07-2002 31-12-2003 Atos Origin 01-05-2003 30-04-2004 Bakkersbedrijf 01-02-2002 31-01-2003 Beroepsgoederenvervoer over de weg (NOB) 01-04-2003 31-03-2004 Betonproductenindustrie 01-03-2003 28-02-2005 Beveiligingsorganisaties (particulier) 01-04-2002 31-03-2004 Bijenkorf B.V. 01-08-2002 31-01-2004 Bloemen en planten (groothandel) 01-07-2002 30-06-2004 Bouwbedrijf 01-01-2002 31-03-2004 Bouwbedrijf UTA-personeel 01-03-2002 31-03-2004 Carrosseriebedrijf (metaalnijverheid) 01-04-2003 30-04-2005 Confectie-industrie 01-05-2002 30-04-2005 Contract-cateringsbedrijf 01-03-2003 30-06-2004 Corus staal B.V. (v.h. Hoogovens) 01-02-2002 31-03-2004 Detailhandel (VAD) 01-07-2003 30-06-2004 Doe het zelf branche 01-04-2003 31-03-2004 Drogisterijbrance 01-04-2003 31-04-2004 DSM Limburg B.V. 01-04-2003 31-03-2004 Elektrotechnischbedrijf (metaalnijverheid) 01-04-2003 30-04-2005 Elektrotechnische detailhandel 01-07-2002 30-06-2004 Energie- en Nutsbedrijven, sector distributie 01-04-2003 31-03-2004 Geestelijke gezondheidszorg (GGZ) 01-07-2003 30-06-2004 Gehandicaptenzorg 01-09-2002 31-12-2003 Gemeente-ambtenaren 01-04-2003 31-03-2004 Glastuinbouw (v.h. tuinbouw) 01-07-2003 31-12-2003 Grafi-media 01-02-2003 31-01-2005 Heineken Nederland Beheer B.V. 01-01-2003 30-06-2004 Hema 01-02-2003 31-01-2004 Holland Casino 01-01-2001 31-03-2003 Huisartsenzorg (v.h. doktersassistenten) 01-05-2002 30-04-2003 Informatie-,. Communicatie- en kantoortechnische branche 01-04-2002 31-05-2003 ING bank 01-05-2003 30-04-2004 Jeugdhulpverlening 01-04-2002 31-05-2003 Kappersbedrijf 01-07-2002 30-06-2004 Kartonnage- en flexibele verpakkingsbedrijf 01-07-2002 30-09-2003 Kinderopvang 01-01-2003 31-12-2003 KLM-cabinepersoneel 01-09-2000 31-03-2002 KLM-grondpersoneel 01-09-2000 31-03-2002 Koninklijke TPG-post (v.h. TNT-Postgroep) 01-05-2003 30-04-2004 KPN N.V. 01-01-2003 31-12-2003 Levensmiddelen (grootwinkelbedrijven) 01-04-2003 31-03-2004 Levensmiddelenbedrijf 01-04-2003 31-03-2004 Loodgieters-, fitters- en C.V. bedrijven (metaalnijverheid) 01-04-2003 30-04-2005 Metaal en elektrotechnische industrie 01-07-2002 30-06-2004 Metaal en elektrotechnische industrie (HP) 01-07-2002 30-06-2004 Metaalbewerking (metaalnijverheid) 01-04-2003 30-04-2005 Meubelindustrie en meubileringbedrijven 01-04-2003 30-06-2004 Motorvoertuigen en tweewielerbedrijven (metaalnijverheid) 01-04-2003 30-04-2005 20

Naam CAO Ingangsdatum Expiratiedatum Nederlandse universiteiten (deel 1 openbare universiteit) 01-09-2003 31-08-2004 Nederlandse universiteiten (deel 2 bijzondere universiteit) 01-09-2003 31-08-2004 Nedtrain B.V. 01-04-2002 31-03-2003 NS-Reizigers 01-10-2002 31-12-2004 Oce Nederland B.V. 01-07-2003 30-06-2004 Open telen (v.h. landbouw) 01-04-2003 30-06-2004 Openbaar vervoer 01-01-2003 30-06-2003 Postkantoren 01-04-2003 31-03-2004 Provinciepersoneel 01-03-2003 31-03-2005 Rabobank 01-07-2003 30-06-2004 Reisorganisaties 01-04-2003 31-03-2004 Schilders-, afwerkings- en glaszetbedrijf 01-05-2003 28-02-2005 Schoenendetailhandel 01-07-2002 30-06-2003 Schoonmaak- en glazenwasserbedrijf 01-01-2003 31-12-2003 Sociale werkvoorziening 01-07-2003 30-06-2004 Textiel grootwinkelbedrijven 01-04-2002 31-03-2004 Textielgoederen en aanverwante artikelen; groothandel 01-04-2003 31-03-2004 Textielindustrie 01-05-2003 30-04-2005 Timmerfabrieken 01-01-2003 31-12-2003 Tuincentra 01-04-2003 31-03-2004 Uitzendbureaus (ABU) 01-01-2003 31-03-2004 Uitzendbureaus vaste medewerkers 01-04-2002 31-03-2003 Unilever 01-03-2003 29-02-2004 Verpleeg- en verzorgingstehuizen 01-04-2002 30-06-2003 Verzekeringsbedrijf (binnendienst) 01-04-2002 31-05-2003 Vroom en Dreesmann B.V. 01-02-2003 31-01-2004 Welzijnswerk 01-01-2003 31-12-2003 Werkgeversorganisatie in de sport 01-04-2002 01-07-2003 Woondiensten (v.h. woningcorporaties) 01-01-2002 31-12-2003 Zaterdagbestellers (v.h. PTT zaterdagbestellers) 01-05-2003 30-04-2004 Ziekenhuizen 01-07-2002 31-12-2003 21