Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Transcriptie

1 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid WET MELDING COLLECTIEF ONTSLAG 2018 Jaarlijkse rapportage over de door bedrijven bij het UWV ingediende voor collectief ontslag maart 2019 N.Y. Kuiper

2

3 INHOUDSOPGAVE BLZ. SAMENVATTING I 1 INLEIDING Wet melding collectief ontslag (Wmco) in het kort Bedrijfseconomische redenen Werkgebieden Wmco 2 2 WMCO MELDINGEN IN Aantal per economische sector Aantal versus totaal bedrijven Aantal ontslagen per melding Aantal per regio Redenen voor melding collectief ontslag 6 3 HISTORISCHE GEGEVENS De jaren Resultaten naar economische sector 7 BIJLAGEN I Aantal bedrijven in Nederland 13 II Aantal in III Aantal / ontslagen naar sector en regio 19 IV Maandelijks overzicht 21

4

5 SAMENVATTING In 2018 zijn 156 in het kader van de Wet melding collectief ontslag bij het UWV ingediend. In totaal werd voor werknemers ontslag aangevraagd. De zijn met name afkomstig van bedrijven uit de economische sectoren industrie (35%), financiële/zakelijke dienstverlening (28%) en handel (15%). 7% van de is afkomstig uit de zorgsector. De meeste zijn afkomstig van bedrijven uit de regio s zuidwest (30%), noordwest (25%) en zuidoost (19%). De bedrijven noemen als primaire reden voor het collectief ontslag: organisatorische veranderingen (42%), slechte financiële situatie (22%), bedrijfsbeëindiging (17%), werkvermindering (12%), bedrijfsverhuizing (5%) en overige redenen (2%). I

6 II

7 1 INLEIDING Een collectief ontslag moet bij het UWV worden gemeld als het ontslag van 20 of meer werknemers betreft. De Wmco ziet toe op ontslagen die de werkgever wil realiseren via het UWV (opzegging met toestemming), de kantonrechter (ontbinding), of ontslagen die de werkgever wil realiseren door het sluiten van beëindigingsovereenkomsten met werknemers. 1.1 Wet melding collectief ontslag (Wmco) in het kort De Wmco ziet toe op de uitvoering van de Europese richtlijn betreffende collectief ontslag. Deze richtlijn stelt dat collectieve ontslagen om bedrijfseconomische redenen tijdig moeten worden gemeld aan de belanghebbende vakbonden en aan de bevoegde overheidsinstantie (UWV). De werkgever is bij een ontslag om bedrijfseconomische redenen van 20 of meer werknemers, binnen een tijdsperiode van 3 maanden en binnen een werkgebied van de Wmco, verplicht dit voornemen te melden aan de vakbonden. De werkgever moet de belanghebbende bonden tevens raadplegen. Het is echter niet vereist dat overeenstemming wordt bereikt. Een afschrift van deze melding moet naar het UWV. De werkgever kan de arbeidsovereenkomst niet eerder opzeggen, of door de rechter laten ontbinden, of een beëindigingsovereenkomst met werknemers sluiten, dan een maand na de melding. De maand wachttijd geldt niet als de geraadpleegde belanghebbende vakbonden kunnen instemmen met de beëindigingen. Verzoeken om toestemming tot opzegging worden door het UWV in behandeling genomen als blijkt dat de werkgever de bonden en de OR (of personeelsvertegenwoordiging/vergadering) heeft geraadpleegd Bedrijfseconomische redenen De werkgever kan ontslag om bedrijfseconomische redenen aanvragen. Als bedrijfseconomische redenen worden aangemerkt: slechte financiële situatie, werkvermindering (acuut of geleidelijk), organisatorische redenen (reorganisatie), technologische veranderingen, beëindiging van (een deel van) de bedrijfsactiviteiten, bedrijfsverhuizing, het vervallen van (loonkosten)subsidie of en andere bedrijfseconomische redenen. De ontslagaanvraag zal in een situaties moeten worden onderbouwd met cijfermatige gegevens, zoals de winst- en verliesrekening, balans, omzetcijfers en/of een accountantsverklaring. Afhankelijk van de aard van de bedrijfseconomische reden zullen meer of minder financiële gegevens 1

8 noodzakelijk zijn. Is er sprake van een reorganisatie, dan moet worden aangegeven in hoeverre de onderneming er anders uit komt te zien Werkgebieden Wmco De werkingssfeer van de Wmco wordt bepaald door beantwoording van de vraag of een ontslag van 20 of meer werknemers binnen één werkgebied van het UWV plaatsvindt. Er wordt uitgegaan van de volgende werkgebieden, gebaseerd op een clustering van provincies. Deze clustering komt nagenoeg overeen met de zes districten van het UWV: Noord: Friesland, Groningen en Drenthe Oost: Overijssel en Gelderland Zuidoost: Noord-Brabant en Limburg Zuidwest: Zuid-Holland en Zeeland Middenwest: Flevoland en Utrecht Noordwest: Noord-Holland 2

9 2 WMCO MELDINGEN IN 2018 In 2018 zijn in totaal 156 bij het UWV binnengekomen. Het ontslagen in deze periode bedraagt , gemiddeld 100 ontslagen per melding Aantal per economische sector In onderstaande tabel zijn het in 2018 en het ontslagen naar economische sector opgenomen 2. Tabel 2.1 Aantal en ontslagen in 2018, uitgesplitst naar economische sector economische sector ontslagen % 1 2 % 1 landbouw/visserij delfstoffen industrie bouwnijverheid handel horeca vervoer/telecommunicatie financiële dienstverlening uitzendbureaus zorg kinderopvang overige dienstverlening totaal Door afrondingsverschillen telt het geheel niet op tot 100% 2 Van 8 is het ontslagen niet bekend: delfstoffen (4x), financiële dienstverlening (2x), industrie (1x) en vervoer/telecommunicatie (1x). Van het totaal in 2018 is 35% afkomstig van bedrijven uit de sector industrie. Deze bedrijven nemen 20% van ontslagen voor hun rekening. Van het totaal is 28% afkomstig van bedrijven uit de sector financiële/zakelijke dienstverlening. Deze bedrijven nemen in vergelijking met het percentage, een relatief groter deel (50%) van de ontslagen voor hun rekening. Uit de sector handel is 15% van de afkomstig met een aandeel van 12% in het geheel van ontslagen. De sector vervoer en communicatie neemt 9% van de en 10% van de ontslagen voor haar rekening. Op twee transportbedrijven na, gaat het hier om media- en telecommunicatie bedrijven. De sector zorg is goed voor 7% van de en 5% van de ontslagen. 1 Bij 8 van de 156 is het ontslagen niet bekend, deze zijn buiten beschouwing gelaten bij het berekenen van het gemiddelde. 2 In Bijlage IV is een beeld geschetst van de verdeling van het en de ontslagen in 2018 per maand. 3

10 2.1.1 Aantal versus totaal bedrijven Afgezet tegen het totaal bedrijven in Nederland 3 valt op dat met name in de sectoren industrie en, in mindere mate, vervoer/communicatie en financiële dienstverlening een bovengemiddeld bedrijven (>1 op de x- as) een beroep heeft gedaan op de Wmco 4. In de sector zorg is het percentage in het kader van de Wmco even groot als het percentage bedrijven in de sector in Nederland. In de overige sectoren is een lager dan gemiddeld beroep gedaan op de Wmco. Grafiek 2.1 Percentage per economische sector afgezet tegen het percentage bedrijven in Nederland per sector landbouw/visserij delfstoffen industrie bouwnijverheid handel horeca vervoer/telecommunicatie financiele dienstverlening uitzendbureaus zorg kinderopvang overige dienstverlening % afgezet tegen het % bedrijven in Nederland In Bijlage III zijn twee tabellen opgenomen waarin uitgesplitst naar regio, het en het ontslagen per economische sector zijn weergegeven Aantal ontslagen per melding In onderstaande tabel wordt het per grootteklasse ontslagen in beeld gebracht. Hieruit blijkt dat het in 52% van de in 2018 gaat om 50 of minder ontslagen. In 25% van het gaat het om 51 tot en met 100 ontslagen. 3 Zie Bijlage I voor een verdeling van het totaal bedrijven in Nederland over de verschillende economische sectoren. 4 Leesvoorbeeld: het percentage bedrijven in de industrie met een melding in het kader van de Wmco is 5,8 maal groter dan het percentage bedrijven in Nederland in die sector. 4

11 Tabel 2.2 Aantal ontslagen per melding klasse percentage 1 <= > Niet bekend 8 5 totaal Door afrondingsverschillen telt het geheel niet op tot 100% In 13% van het gaat het om 101 tot en met 200 ontslagen. In 1% van de gaat het om 201 tot en met 300 ontslagen, en in 5% gaat het om meer dan 300 ontslagen per melding. 2.2 Aantal per regio Met 30% zijn de meeste afkomstig uit de regio zuidwest. Deze bedrijven nemen 38% van het ontslagen voor hun rekening. Het ontslagen ligt hoger dan het aandeel van deze regio in het totaal banen van werknemers in Nederland 5, een aandeel van 22,7%. Uit de regio noordwest is 25% van de afkomstig. Deze bedrijven nemen 31% van de ontslagen voor hun rekening, een percentage dat hoger ligt dan het aandeel banen in deze regio (18,3%). Uit de regio s zuidoost, middenwest, oost en noord zijn respectievelijk 19, 10, 9 en 7% van de afkomstig. Deze regio s nemen gezamenlijk 31% van het ontslagen voor hun rekening. Hun aandeel in het totaal banen bedraagt 59%. In deze regio s ligt het ontslagen lager dan het aandeel van deze regio s in het totaal banen, te weten 21,8% (zuidoost), 10,3% (middenwest), 18,1% (oost) en 8,8% (noord). Tabel 2.3 Aantal van bedrijven naar regio regio % % ontslagen ontslagen noord noordwest middenwest zuidwest zuidoost oost totaal Zie tabel I.4 in Bijlage I 5

12 2.3 Redenen voor melding collectief ontslag In onderstaande tabel zijn de primaire redenen vermeld die bedrijven hebben aangegeven om een melding te doen in het kader van de Wmco. De belangrijkste reden om een ontslagen te melden zijn organisatorische veranderingen (42%). Deze nemen 58% van de ontslagen voor hun rekening. In 22% van de is de slechte financiële situatie de belangrijkste reden voor het melden van ontslagen (18% van de ontslagen). In 34% van de zijn bedrijfsbeëindiging, werkvermindering of bedrijfsverhuizing de belangrijkste reden voor het melden van ontslagen. Deze nemen 23% van het totaal ontslagen voor hun rekening. Tabel 2.4 redenen Primaire redenen voor in het kader van de Wmco % ontslagen slechte financiële situatie werkvermindering organisatorische veranderingen bedrijfsbeëindiging bedrijfsverhuizing overige totaal Bedrijven kunnen meerdere redenen in hun melding collectief ontslag vermelden. De 66 bedrijven die primair organisatorische veranderingen als reden aangeven noemen, voor zover ze meerdere redenen opgeven, als tweede reden voor het ontslag van werknemers technologische veranderingen (34x) of bedrijfsverhuizing (4x). De 34 bedrijven die primair de slechte financiële situatie als reden aangeven noemen, voor zover ze meerdere redenen opgeven, als tweede reden voor het ontslag van werknemers organisatorische veranderingen (13x), werkvermindering (10x) dan wel bedrijfsbeëindiging (3x). % 6

13 3 HISTORISCHE GEGEVENS Directie UAW registreert sinds eind oktober 2008 in het kader van de Wet melding collectief ontslag (Wmco). Deze worden door het UWV aan UAW doorgegeven. In de periode november 2009 tot en met december 2018 zijn in totaal bij UAW binnengekomen. Het ontslagen in deze periode bedraagt werknemers. 3.1 De jaren In de onderstaande tabel staan het en het ontslagen in de jaren 2009 tot en met Tabel 3.1 jaar Aantal en ontslagen in de jaren 2009 tot en met 2018 ontslagen gemiddeld per melding totaal Uit de tabel blijkt dat het en het ontslagen tussen 2009 en 2011 is gedaald. In de jaren 2012 en 2013 neemt het en het ontslagen toe. Na 2013 daalt het. Het ontslagen daarentegen stijgt in 2015 om in 2016 weer te dalen. Het en ontslagen is in 2018 lager dan in Het gemiddeld ontslagen per melding stijgt van 72 in 2009 naar 86 in In 2013 daalt dit naar 72 om te stijgen naar 96 in In 2016 daalt het gemiddeld ontslagen per melding om in 2017 weer te stijgen. In 2018 is het gemiddeld ontslagen per melding gestegen naar Resultaten naar economische sector In Bijlage II zijn voor de jaren 2009 tot en met 2018 het en het ontslagen, uitgesplitst naar economische sector weergegeven. 7

14 In tabel 3.2 is voor de onderscheiden jaren het aandeel van de verschillende economische sectoren in de ontslagen weergegeven. Gemiddeld over alle jaren bezien komt het grootste deel van de ontslagen voor rekening van de sectoren industrie, financiële/zakelijke dienstverlening, zorg, vervoer/telecommunicatie en handel met een gemiddeld percentage ontslagen van respectievelijk 27, 22, 16, 13 en 11%. In de sectoren bouwnijverheid, overige dienstverlening, kinderopvang, delfstoffen, horeca, uitzendbureaus en landbouw/visserij is het percentage ontslagen relatief laag (van resp. 4% tot nihil). In de sector bouwnijverheid daalt sinds 2012 het percentage ontslagen. Kinderopvang Tot 2011 neemt de opvangcapaciteit in de kinderopvang toe. Dit gaat gepaard met een stijging van de kosten voor de overheid. Om de kosten te beperken verlaagt de overheid de oudertoeslag. Vanaf 2011 wordt de sector gekenmerkt door krimp. Dit is vooral het gevolg van een daling van de kinderopvangtoeslag die ouders krijgen, maar daarnaast spelen ook de toegenomen werkloosheid en de mogelijkheden voor werknemers tot flexibel werken een rol. Hierdoor neemt de uitstroom toe, daalt de instroom en daalt het uren opvang 6. Sinds 2013 daalt in de sector kinderopvang het percentage ontslagen weer. Dit als gevolg van een stijging van de toeslag die ouders kunnen krijgen maar ook de aantrekkende economie, waardoor de vraag naar kinderopvang weer toeneemt. Vanaf 2016 is het aandeel van kinderopvang in de ontslagen nihil. Zorg In de zorg (verpleeg en thuiszorg, ziekenhuizen, gehandicapten, geestelijke gezondheidszorg) werken ongeveer 1,1 miljoen mensen. Het is geen conjunctuurgevoelige sector. In de periode kwamen er banen bij. In 2012 heeft er een stelselwijzing plaatsgevonden: langdurige zorg bij de cliënt thuis, korting op de huishoudelijke zorg, verhoging eigen risico en overheidstaken die werden overgeheveld naar gemeenten en verzekeraars 7. Vanaf 2012 daalt het banen in de zorg met , zo n 4% van het totaal. Uit tabel 3.2 blijkt dat het percentage ontslagen vanaf 2012 toeneemt. Vanaf 2014 treedt er enig herstel op waardoor het percentage ontslagen daalt. En daling die tot in 2018 voortzet. Financiële dienstverlening Sinds 2008 daalt de werkgelegenheid in de financiële dienstverlening als gevolg van de bankencrisis. In de periode daalt de werkgelegenheid met 14% als gevolg aangepaste wet- en regelgeving sinds de crisis, een toenemende online dienstverlening, concurrentie door andere dienstverleners (internetbanken, crowdfunding) en de automatisering van de administratieve werkzaamheden. Voor de jaren ( ) wordt een verdere daling van de werkgelegenheid verwacht veroorzaakt door een 6 Krimp in de kinderopvang, Ouders over kinderopvang en werk. SCP, Den Haag Zorg, Sectorbeschrijving. UWV, Amsterdam

15 reorganisatie bij de banken, digitalisering en een krimp van het kantorennetwerk 8. Het percentage ontslagen in de financiële dienstverlening vertoont een wisselend verloop. In de jaren 2011 tot en met 2015, met een dip in 2014, stijgt het percentage ontslagen om in 2016 weer te dalen. In 2017 neemt het aandeel van de sector financiële dienstverlening in het ontslagen weer toe, en blijft in 2018 op hetzelfde niveau (28%). Industrie, handel In de sector industrie neemt daalt het percentage ontslagen in de jaren 2009 tot en met Vanaf 2014 vertoont de industrie een wisselend beeld met een stijging in 2014, daling in 2015 en vanaf 2016 weer een stijgende lijn. Na een jaren waarin het ontslagen relatief constant is, neem het percentage ontslagen in de sector handel in 2016 toe. In 2017 is weer sprake van een daling en in 2018 ligt het percentage een fractie hoger dan in Tabel 3.2 Percentage ontslagen in de jaren 2009 tot en met 2018 economische sector gem. % landbouw/visserij Delfstoffen Industrie bouwnijverheid Handel Horeca vervoer/telecommun financiële/zakelijke dv uitzendbureaus Zorg Kinderopvang overig dienstverlening Voor een economische sectoren is de ontwikkeling in het ontslagen in onderstaande grafiek weergegeven. Gekozen is voor de sectoren industrie, financiële/zakelijke dienstverlening, zorg, vervoer/telecommunicatie en handel. Samen hebben deze sectoren in % van de ontslagen aangemeld. 8 Financiële dienstverlening, Sectorbeschrijving. ECABO, UWV, Amsterdam

16 Grafiek 3.1 Percentage ontslagen in de jaren 2009 tot en met industrie handel vervoer/telecommunicatie financiele dienstverlening zorg 10

17 BIJLAGEN 11

18 12

19 BIJLAGE I AANTAL BEDRIJVEN IN NEDERLAND In onderstaande tabellen is het bedrijven (exclusief eenmanszaken) in Nederland naar economische sector en naar regio opgenomen. Indeling naar economische sector Overeenkomstig de Wmco worden de bedrijven ingedeeld in 12 economische sectoren (branches). De bedrijvengegevens zijn ontleend aan Statline. De gegevens hebben betrekking op het 1 e kwartaal van Er is gebruik gemaakt van een bedrijfstakkenindeling op 2 digits. In de eerste kolom van beide tabellen zijn de sbi-codes opgenomen. Tabel I.1 Indeling van het bedrijven in 12 economische sectoren sbi economische sector bedrijven % Landbouw/visserij , Delfstoffen, elektra, gas, water Industrie Bouwnijverheid Detail- en groothandel, reparatie Horeca , Vervoer & telecommunicatie , Financiële & zakelijke dienstverlening Uitzendbureaus , Overige dienstverlening Zorg Kinderopvang - - Totaal Naast de door de Wmco gehanteerde indeling in 12 branches is eveneens de door UAW gehanteerde indeling in 7 economische sectoren opgenomen. Tabel I.2 Indeling van het bedrijven in 7 economische sectoren sectoren economische sector bedrijven % Landbouw/visserij Industrie/delfstoffen Bouw , Handel/horeca , Vervoer/telecommunicatie Financiële dienstverlening Overige dienstverlening Totaal

20 Het UWV registreert uit welke regio de afkomstig zijn. In onderstaande tabel is op basis van gegevens van het CBS een schatting van het percentage vestigingen naar regio in beeld gebracht. Tabel I.3 Percentage vestigingen naar economische sector en regio noord noordwest middenwest zuidwest zuidoost landbouw/visserij 16,9 7,5 7,1 19,0 22,9 26,7 industrie/delfstoffen 11,0 15,5 8,7 20,6 24,6 19,6 bouwnijverheid 9,0 17,9 9,0 25,7 21,2 17,3 handel/horeca 9,9 18,0 9,3 22,0 21,9 18,8 vervoer/telecommunicatie 7,8 25,3 12,3 23,6 16,7 14,3 financiële dienstverlening 7,4 22,4 11,8 22,7 19,1 16,5 overige dienstverlening 9,0 23,0 10,3 21,5 19,9 16,4 totaal 9,0 20,3 10,5 22,5 20,3 17,5 oost De gegevens in onderstaande tabel zijn ontleend aan het CBS 9. Tabel I.4 Percentage banen naar regio, ultimo 2016 noord noordwest middenwest zuidwest zuidoost oost percentage banen 8,8 18,3 10,3 22,7 21,8 18,1 9 Statline, Banen van werknemers naar regio, december 2016 (geen recentere gegevens beschikbaar). 14

21 BIJLAGE II AANTAL MELDINGEN IN Tabel II.1 economische sector Aantal en ontslagen in 2009, uitgesplitst naar economische sector ontslagen gemiddeld per melding landbouw/visserij delfstoffen industrie bouwnijverheid handel horeca vervoer/telcommunicatie financiële dienstverlening uitzendbureaus zorg kinderopvang overige dienstverlening Totaal Tabel II.2 economische sector Aantal en ontslagen in 2010, uitgesplitst naar economische sector ontslagen gemiddeld per melding landbouw/visserij delfstoffen industrie bouwnijverheid handel horeca vervoer/telcommunicatie financiële dienstverlening uitzendbureaus zorg kinderopvang overige dienstverlening Totaal Tabel II.3 economische sector Aantal en ontslagen in 2011, uitgesplitst naar economische sector ontslagen gemiddeld per melding landbouw/visserij delfstoffen industrie bouwnijverheid handel horeca vervoer/telcommunicatie financiële dienstverlening uitzendbureaus zorg kinderopvang overige dienstverlening Totaal

22 Tabel II.4 economische sector Aantal en ontslagen in 2012, uitgesplitst naar economische sector ontslagen gemiddeld per melding landbouw/visserij delfstoffen industrie bouwnijverheid handel horeca vervoer/telcommunicatie financiële dienstverlening uitzendbureaus zorg kinderopvang overige dienstverlening Totaal Tabel II.5 economische sector Aantal en ontslagen in 2013, uitgesplitst naar economische sector ontslagen gemiddeld per melding landbouw/visserij delfstoffen industrie bouwnijverheid handel horeca vervoer/telcommunicatie financiële dienstverlening uitzendbureaus zorg kinderopvang overige dienstverlening Totaal Tabel II.6 economische sector Aantal en ontslagen in 2014, uitgesplitst naar economische sector ontslagen gemiddeld per melding landbouw/visserij delfstoffen industrie bouwnijverheid handel horeca vervoer/telcommunicatie financiële dienstverlening uitzendbureaus zorg kinderopvang overige dienstverlening totaal

23 Tabel II.7 economische sector Aantal en ontslagen in 2015, uitgesplitst naar economische sector ontslagen gemiddeld per melding landbouw/visserij delfstoffen industrie bouwnijverheid handel horeca vervoer/telcommunicatie financiële dienstverlening uitzendbureaus zorg kinderopvang overige dienstverlening totaal Tabel II.8 economische sector Aantal en ontslagen in 2016, uitgesplitst naar economische sector ontslagen gemiddeld per melding landbouw/visserij delfstoffen industrie bouwnijverheid handel horeca vervoer/telcommunicatie financiële dienstverlening uitzendbureaus zorg kinderopvang overige dienstverlening totaal Tabel II.9 economische sector Aantal en ontslagen in 2017, uitgesplitst naar economische sector ontslagen gemiddeld per melding landbouw/visserij delfstoffen industrie bouwnijverheid handel horeca vervoer/telcommunicatie financiële dienstverlening uitzendbureaus zorg kinderopvang overige dienstverlening totaal

24 Tabel II.10 Aantal en ontslagen in 2018, uitgesplitst naar economische sector economische sector ontslagen 1 gemiddeld per melding landbouw/visserij delfstoffen industrie bouwnijverheid handel horeca vervoer/telecommunicatie financiële dienstverlening uitzendbureaus zorg kinderopvang overige dienstverlening totaal Van 8 is het ontslagen niet bekend: delfstoffen (4x), financiële dienstverlening (2x), industrie (1x) en vervoer/telecommunicatie (1x). Deze zijn niet meegenomen bij de berekening van het gemiddeld ontslagen per melding. 18

25 BIJLAGE III AANTAL MELDINGEN/VOORGENOMEN ONTSLAGEN NAAR SECTOR EN REGIO Tabel III.1 Aantal in 2018, uitgesplitst naar economische sector en regio economische sector regio noord noordwest middenwest zuidwest zuidoost oost totaal landbouw/visserij delfstoffen industrie bouwnijverheid handel horeca vervoer/telecommunicatie financiële/zakelijke dienstverlening uitzendbureaus zorg kinderopvang overig dienstverlening totaal Tabel III.2 Aantal ontslagen in 2018, uitgesplitst naar economische sector en regio economische sector regio noord noordwest middenwest zuidwest zuidoost oost totaal landbouw/visserij delfstoffen industrie bouwnijverheid handel horeca vervoer/telecommunicatie financiële/zakelijke dienstverlening uitzendbureaus zorg kinderopvang overig dienstverlening totaal

26 20

27 BIJLAGE IV MAANDELIJKS OVERZICHT In onderstaande tabel wordt voor 2018 het en het ontslagen per maand weergegeven. Grafiek IV.1 Aantal melding in 2018 per maand Grafiek IV.2 Aantal ontslagen in 2018 per maand ontslagen 21

28 22