Overgangsnormen schooljaar 2015-2016 Johannes Fontanus College Chr. Scholengemeenschap voor Mavo/Havo/Atheneum/Gymnasium/Technasium
PREAMBULE Algemeen: bij de overgang worden bepaalde regels gehanteerd om vast te stellen of een leerling: - reglementair bevorderd, of - reglementair afgewezen, of - in discussie is. Een leerling is reglementair afgewezen als aan één van de genoemde punten wordt voldaan. Valt een leerling niet onder reglementair bevorderd of reglementair afgewezen, dan is deze leerling in discussie. De overgangsvergadering beslist of de leerling wordt bevorderd of afgewezen. Bij de discussie laat de vergadering zich leiden door de punten die worden genoemd in het specifieke deel van de preambule. De vergadering laat zich ook leiden door dit specifieke deel als de vraag rijst welke vervolgroute de meest juiste is bij leerlingen die reglementair niet bevorderd zijn of bij leerlingen bij wie de vergadering een reglementaire bevordering van een advies wil voorzien. De overgangsvergadering kan in bepaalde gevallen een taak opleggen, bijvoorbeeld bij wisseling van afdeling. Het geven van een taak houdt in, dat de leerling wel bevorderd wordt, maar dat hem pas de toegang tot de lessen in het hogere leerjaar wordt verleend als de taak naar behoren is uitgevoerd. Verder gelden de volgende regels: 1. Onder te kort komen van punten wordt verstaan het totaal aantal punten dat ontbreekt aan een voldoende cijfer (=6) 2. Voor het berekenen van het gemiddelde gebruiken we de op helen afgeronde cijfers zoals ze op het eindrapport vermeld staan. (Het gemiddelde cijfer per vak wordt gekapt op 2 decimalen achter de komma. Dat cijfer wordt afgerond naar een heel cijfer, bijvoorbeeld: 5,46 = 5). 3. Indien de toepassing van de overgangsnormen voor een bepaalde leerling zou leiden tot grote onbillijkheid, behoudt de overgangsvergadering zich het recht voor van de normen af te wijken. Specifiek: bij een leerling die in discussie staat, reglementair is afgewezen of bij wie een advies wenselijk is, betrekt de vergadering de profielkenmerken die medebepalend zijn voor het welslagen in een bepaalde afdeling. Het gaat daarbij om de volgende aspecten: A. werkhouding: o inzet/ tempo o zelfbeeld o interesse o huiswerkattitude B. niveau/ intellectuele capaciteiten: o probleemoplossend vermogen o onderscheiden van hoofd- en bijzaken o toepassen van theorie o samenhang zien o overzicht hebben C. vaardigheden: o concentratie o mate van zelfstandigheid.
OVERGANGSNORMEN BRUGKLAS OVERGANGSNORMEN BRUGKLAS IN LIJN Omdat de vakken Nederlands, Engels en wiskunde kernvakken zijn geworden en daardoor de exameneisen zijn veranderd zijn de overgangsnormen van de bovenbouw en daarna de middenbouw aangepast aan deze eisen. In het kader van de doorgaande leerlijn is het van belang dat de overgangsnormen van de brugklas ook tegen het licht worden gehouden. Waar de nadruk eerder gelegd werd op alle talen en wiskunde zijn dat nu alleen de kernvakken geworden. VAN M/H-BRUGKLAS Naar Mavo 2: op basis van de Mavo-cijfers bij 66 punten of meer voor de vakken* en niet meer dan 3 punten te kort en als voor het vak NE minstens het eindcijfer 5 is behaald bij minder dan 62 punten voor de vakken* voor de vakken* Naar Havo 2: op basis van de Havo-cijfers** bij 66 punten of meer voor de vakken * en niet meer dan 3 punten te kort en voor NE, EN, WI minimaal 18 punten en niet meer dan 1 punt te kort bij minder dan 62 punten voor de vakken* voor de vakken* VAN H/A-BRUGKLAS Naar Havo 2: op basis van de Havo-cijfers en niet meer dan 3 punten te kort en en niet meer dan 1 punt te kort vakken* Naar Atheneum 2: op basis van de Atheneum-cijfers en niet meer dan 3 punten te kort en ij minder dan 68 punten voor de vakken* en niet meer dan 1 punt te kort
VAN A-BRUGKLAS Naar Atheneum 2: en niet meer dan 3 punten te kort en en en niet meer dan 1 punt te kort Van G-BRUGKLAS Naar Gymnasium 2: en niet meer dan 3 punten te kort en en niet meer dan 1 punt te kort * wanneer gesproken wordt over de vakken wordt daarmee bedoeld alle vakken m.u.v. informatiekunde en bewegingsonderwijs. ** voorwaarde voor bevordering naar Havo 2 technasium is dat de leerling in de 4e periode het vak O&O heeft gevolgd. *** wanneer gesproken wordt over de vakken wordt daarmee bedoeld alle vakken m.u.v. research, bewegingsonderwijs en modules.
Van Mavo 2 naar Mavo 3: bij niet meer dan 2 onvoldoendes en niet meer dan 3 punten te kort en als voor het vak NE minstens het eindcijfers 5 is behaald Van Mavo 3 naar Mavo 4: De rekentoets valt buiten de overgangsregeling en heeft dus geen invloed op het gemiddelde en het aantal tekorten bij niet meer dan 2 onvoldoendes en niet meer dan 3 punten te kort en als voor het vak NE minstens het eindcijfer 5 is behaald en als voor ten hoogste één van de examenvakken het eindcijfer 5 is behaald en voor de overige examenvakken een 6 of hoger, of als voor ten hoogste één van de examenvakken het eindcijfer 4 is behaald en voor de overige examenvakken een 6 of hoger, waarvan tenminste één 7 of hoger, of als voor twee examenvakken het cijfer 5 is behaald en voor de overige examenvakken een 6 of hoger waarvan tenminste één 7 of hoger als één of meer handelingsdelen niet naar behoren (=onvoldoende) zijn afgerond Achtste vak leerlingen hebben de mogelijkheid om in mavo 4 een achtste vak in hun pakket te houden. Om voor een achtste vak in aanmerking te komen moet aan de volgende voorwaarden voldaan worden: Leerlingen dienen op het overgangsrapport van mavo 3 naar mavo 4 voor de 7 vakken minimaal 49 punten te hebben behaald en er mag bij deze vakken slechts één 5 zitten. De docenten geven de leerlingen die hieraan voldoen een positief of negatief advies. N.B. dit is een advies. Leerlingen die niet aan de bovengenoemde voorwaarden voldoen en te kennen hebben gegeven toch in 8 vakken examen te willen doen, zijn afhankelijk van een beslissing van de docentenvergadering. Leerlingen die voor 8 examenvakken hebben gekozen, worden geacht ook in deze 8 vakken examen te doen. Slechts in zeer bijzondere gevallen kan door de afdelingsleider besloten worden van deze regel af te wijken.
OVERGANGSNORMEN HAVO: Van Havo 2 naar Havo 3: bij niet meer dan 2 onvoldoendes en niet meer dan 3 punten te kort en bij niet meer dan 1 punt te kort in de groep vakken NE, EN en WI Van Havo 3 naar Havo 4: bij niet meer dan 2 onvoldoendes en niet meer dan 3 punten te kort en voor NE, EN en de gekozen vakken het gemiddelde van de cijfers minimaal 6,0 en niet meer dan 2 punten te kort en bij niet meer dan 1 punt te kort in de groep vakken NE, EN (WI) Een vak mag pas in de vrije ruimte gekozen worden bij maximaal 1 punt te kort Van Havo 3 naar Mavo 4: bij de eindcijfers één punt optellen; overgangsnormen van Mavo 3 naar Mavo 4 toepassen Van Havo 4 naar Havo 5: De rekentoets valt buiten de overgangsregeling en heeft dus geen invloed op het gemiddelde en het aantal tekorten bij niet meer dan 1 punt tekort. bij 1 onvoldoende en 2 punten tekort en een gemiddelde over alle vakken van minimaal 6,0 en géén punten tekort in de groep vakken NE, EN, WI. bij 2 onvoldoendes en niet meer dan 3 punten tekort en een gemiddelde over alle vakken van 6,0 of hoger en niet meer dan 1 punt tekort in de groep vakken NE, EN en WI. bij 5 of meer punten tekort bij één of meer cijfers lager dan 4 voor afgesloten vakken in het combinatiecijfer bij één of meer handelingsdelen die niet met voldoende of goed zijn afgerond
OVERGANGSNORMEN ATHENEUM/VWO: Van Atheneum 2 naar Atheneum 3: bij niet meer dan 2 onvoldoendes en niet meer dan 3 punten te kort en bij niet meer dan 1 punt te kort in de groep vakken NE, EN en WI. Van Atheneum 3 naar VWO 4: bij niet meer dan 2 onvoldoendes en niet meer dan 3 punten te kort en voor NE, EN en de gekozen vakken het gemiddelde van de cijfers minimaal 6,0 en niet meer dan 2 punten te kort en bij niet meer dan 1 punt te kort in de groep vakken NE, EN en WI. Een vak mag pas in de vrije ruimte gekozen worden bij maximaal 1 punt te kort. Van Atheneum 3 naar Havo 4: bij de eindcijfers één punt optellen; overgangsnormen van Havo 3 naar Havo 4 toepassen. Van VWO 4 naar VWO 5: bij niet meer dan 1 punt tekort bij 1 onvoldoende en 2 punten tekort en een gemiddelde over alle vakken van minimaal 6,0 en géén punten tekort in de groep vakken NE, EN en WI bij 2 onvoldoendes en niet meer dan 3 punten tekort en een gemiddelde over alle vakken van 6,0 of hoger en niet meer dan 1 punt tekort in de groep vakken NE, EN en WI bij 5 of meer punten tekort bij één of meer cijfers lager dan 4 voor afgesloten vakken in het combinatiecijfer bij één of meer handelingsdelen die niet met voldoende of goed zijn afgerond
Van VWO 5 naar VWO 6: De rekentoets valt buiten de overgangsregeling en heeft dus geen invloed op het gemiddelde en het aantal tekorten bij niet meer dan 1 punt tekort. bij 1 onvoldoende en 2 punten tekort en een gemiddelde over alle vakken van minimaal 6,0 en géén punten tekort in de groep vakken NE, EN en WI. bij 2 onvoldoendes en niet meer dan 3 punten tekort en een gemiddelde over alle vakken van 6,0 of hoger en niet meer dan 1 punt tekort in de groep vakken NE, EN en WI. bij 5 of meer punten tekort bij één of meer cijfers lager dan 4 voor afgesloten vakken in het combinatiecijfer bij één of meer handelingsdelen die niet met voldoende of goed zijn afgerond
OVERGANGSNORMEN GYMNASIUM: Van Gymnasium 2 naar Gymnasium 3: Zie: van Atheneum 2 naar Atheneum 3. Van Gymnasium 2 naar Atheneum 3: Zie: van Atheneum 2 naar Atheneum 3. Van Gymnasium 3 naar VWO 4: Zie: van Atheneum 3 naar VWO 4.
OVERGANGSNORMEN TECHNASIUM: Van Technasium 2 naar Technasium 3: Zie voor Technasium Havo: van Havo 2 naar Havo 3 Zie voor Technasium Atheneum: van Atheneum 2 naar Atheneum 3. Van Technasium 3 naar Havo 4: Zie: van Havo 3 naar Havo 4. Van Technasium 3 naar VWO 4: Zie: van Atheneum 3 naar VWO 4.