hoofd neven in % in m² V/T Bestemg Kavel breedte Max. te bebouwen oppervlakte zijkavel grens achterkavel gr. diepte gelijkvloers diepte verdieping gem. hoogte kroonlijst imum aantal bouwlagen onder kroonlijst Type BPA 22 DEN ABEEL Tabel 1 Bouwzones Zone Hoofd gebouwen Plaatsing in m t.o.v. rooilijn Volume in m Hoofdgebouwen Dak vorm Helling in graden Aanvullende voorschriften paars SB/H W 75 Z.P A A B C C1 oranje W3 GEEN 250 Z.P 10 3 25 4.5 1 50 A B1 C2 paars SB/H GEEN 100 Z.P Z.P. Z.P. A C3 paars/oranje WB C4 paars/bladgr WB C4 blauwgr/loofgr WB C4 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 Verklaring bij tabel 1 - bouwzones Algemeen - niet bepaald of niet van toepassing zie aanvullende voorschriften ZP zie grafische cijfergegevens op plan Kolom 1 Kolom 2 en 3 Volgnummer en kleur van de zone zoals voorkomend op het plan Hoofd- en nevenbestemg van de zone: Naast de hoofdbestemgen zijn nevenbestemgen toegelaten. De nevenbestemg slaat op de bestemg die de hoofdbestemg ondersteunt. De toegelaten nevenbestemg is weergegeven in kolom 3. Per perceel moet de hoofdbestemg van de zone gerealiseerd worden.
De kenletters hebben volgende betekenis: W W3 SB H WB wonen wonen villabouw bedrijven horeca, detailhandel, diensten en kantoren wisselbestemg Kolom 4 De imale kavelbreedte, gemeten op de voorgevelbouwlijn. Deze bepaling is niet van toepassing voor bestaande percelen. Kolom 5 De imale kavelbreedte gemeten op de voorgevelbouwlijn. Kolom 6 De imum terreinbezetting wordt uitgedrukt in het procent van het perceelsdeel gelegen binnen de betrokken zone. Kolom 7 De imum terreinbezetting wordt uitgedrukt in m² Kolom 8 V som van de vloeroppervlakte De vloeroppervlakte wordt buitenwerks gemeten. Voor de berekening worden alle bouwlagen in aanmerking genomen. Vloeren van lokalen die meer dan 1,50 meter onder de pas van de inkomdorpel liggen worden niet meegerekend. Voor de vloeren onder het dak worden enkel deze meegerekend waarvan de vrije hoogte stens 1,80 meter bedraagt Kolom 9 Kolom 10 Kolom 11 Kolom 12 Kolom 12, 13, 14, 15 en 16 Kolom 17 Kolom 18 Kolom 19 Kolom 22, 23 en 24 T oppervlakte van het perceelsdeel gelegen binnen de betrokken zone De imum afstand van de voorbouwlijn ten opzichte van de rooilijn De imum afstand van de voorbouwlijn ten opzichte van de rooilijn Minimum afstand van het hoofdgebouw ten opzichte van de zijkavelgrens. De aanduiding 0/X betekent dat op een van de zijkavelgrenzen dient gebouwd te worden en dat ten opzichte van de andere zijkavelgrens een zijtuinstrook van X meter dient geëerbiedigd te worden. Minimum afstand van het hoofdgebouw ten opzichte van de achterkavelgrens. Bij hoekpercelen dient imum 1 van de kavelgrenzen als achterkavelgrens beschouwd te worden. Kavelgrenzen op rooilijnen kunnen niet beschouwd worden als achterkavelgrens. De afmetingen uit deze kolommen worden gemeten tussen de gekozen voorgevelbouwlijn en de verst ervan verwijderde achtergevel De imale kroonlijsthoogte wordt gemeten in het midden van de voorgevelbouwlijn vanaf het bestaande maaiveld. Maximum aantal bouwlagen. HD Hellend dak HD1 Hellend dak met nok evenwijdig aan voorgevelbouwlijn HD2 Hellend dak met nok loodrecht op voorgevelbouwlijn PD Plat dak Verwijzing naar de aanvullende voorschriften die van toepassing zijn voor deze zone
Hoofd Neven in % in m² Karakter Tabel 2 pen Ruimten nr Zone Bestemg Maximum te bebouwen oppervlakte Aanvullende voorschriften 7 bladgroen HG GEEN P A B C C5 8 blauwgroen AS/PA GEEN P C6 9 loofgroen AS/PA GEEN P C7 10 olijfgroen P GEEN P C8 11 geel STR GEEN C9 12 geel/wit PA GEEN P C10 13 lichtbruin L GEEN P C11 1 2 3 4 5 6 7 8 9 Verklaring bij tabel 2 - open ruimten Algemeen - niet bepaald of niet van toepassing zie aanvullende voorschriften ZP zie grafische cijfergegevens op plan Kolom 1 Kolom 2 en 3 Volgnummer en kleur van de zone zoals voorkomend op het plan Hoofd- en nevenbestemg: De nevenbestemg slaat op de bestemg die de hoofdbestemg ondersteunt: bv bij de hoofdbestemg tuin zijn bergingen toegelaten. De kenletters hebben volgende betekenis: HG AS PA STR P PA L hoogstammig groen achteruitbouwstrook parking straat oprit parking landbouw met bouwverbod
Kolom 4 penbaar karakter, aangeduid door Privaat karakter, aangeduid door P Kolom 5 De imum terreinbezetting wordt uitgedrukt in het procent van het perceelsdeel gelegen binnen de betrokken zone. Kolom 6 De imum terreinbezetting wordt uitgedrukt in m² Kolom 7, 8 en 9 Verwijzing naar de aanvullende voorschriften die van toepassing zijn voor deze zone
AANVULLENDE VRSCHRIFTEN A. ALGEMENE VRSCHRIFTEN A1 Harmonische aansluiting der gebouwen Bij het aanbouwen aan bestaande gebouwen dient de aansluiting harmonisch te gebeuren. Dit slaat onder meer op de kroonlijsthoogte, de dakhelling, de materialen, de afwerking van de scheidsmuren, het volume der gebouwen en de verhouding muur/raam. Bij het aanbouwen aan gebouwen met een ander gabarit dan voorzien in de zone, mag het nieuwe gebouw afwijken van de voorschriften van de zone om een harmonische overgang mogelijk te maken. Blinde gevels dienen afgewerkt te worden in het gevelmateriaal van het gebouw waarvan de gevel deel uitmaakt. A2 Hinder Alle maatregelen dienen genomen te worden om geen abnormale hinder voor de woonomgeving te veroorzaken A3 Afsluitingen op perceelsgrenzen De afsluitingen bestaan uitsluitend uit hout, bakstenen of hagen. Ze zijn toegelaten tot een hoogte van 2,40 meter tenzij anders bepaald in de zonevoorschriften. A4 Parkeerruimten, garages, stallingsruimten 1) Woningen Bij iedere nieuwbouw dient per woning voorzien te worden: 1 gargage of stallingsruimte 1 parkeerplaats (aansluitend bij de openbare weg). 2) Winkels, horeca, kantoren, stapelplaatsen en industrie, gemeenschapsvoorzieningen Er moeten voldoende parkeerplaatsen aangelegd worden op eigen terrein om te voldoen aan eigen parkeerbehoeften. Per 4 parkeerplaatsen dient 1 hoogstammige boom te worden aangeplant. A5 Wonen Iedere verblijfsruimte moet voldoende verlicht en verlucht worden en moet imum 1 raam in een buitenmuur hebben. Iedere woongelegenheid moet beschikken over een private buitenruimte. De buitenruimte moet aansluiten bij de verblijfsruimte en moet een imum oppervlakte hebben van : - 10m² indien er op de verdieping gewoond wordt. De kleinste afmeting moet imum 2 meter bedragen - 30m² indien er op het gelijkvloers gewoond wordt A6 Materialen 1) Algemeen De gebruikte materialen voor gevel en dak dienen steeds in harmonie te zijn met het bestaande straatbeeld. 2) Woningen, winkels, diensten, kantoren en autobergplaatsen gevelbekleding: kleinschalige materialen en/of bezetting
3) Industriële gebouwen Gevels Voor zover die aansluiten bij gebouwen vermeld onder A6.2 dienen kleinschalige materialen of bezettingen gebruikt te worden. In andere gevallen zijn zichtbaar blijvende prefabelementen of bezettingen toegelaten. A7 Uitbouwen 1) p de verdiepingen is een uitbouw aan de straatzijde toegelaten tot op imum 0,60 meter van de uiterste hoeken van de voorgevel en over imum de halve gevelbreedte e imum over 4 meter. De afstand tussen de rijweg en de uitbouw bedraagt imum 0,75 meter. De imum diepte van de uitbouw bedraagt 0,60m. Gemeten vanaf het voetpad moet de hoogte onder de uitsprongen imum 2,50 meter bedragen. 2) Dakkapellen tot imum 1,50 meter breedte en op imum 1 meter afstand onderling en van het midden van de scheidsmuren zijn toegelaten. De hoogte van de verticale wand is imum 1,50 meter. B. BIJZNDERE VRSCHRIFTEN B1 Bijgebouwen - bijgebouwen in de tuinstroken zijn toegelaten in zoverre de imum te bebouwen oppervlakte, bepaald in de tabellen, niet wordt overschreden - het bouwen op de perceelsgrens is enkel toegelaten op een afstand van imum 5 meter achter de voorbouwlijn van het hoofdgebouw in zoverre de muur op de perceelsgrens wordt opgetrokken in volle baksteen die ook aan de buitenkant gevoegd wordt. Bij niet bakstenen constructies dient een afstand van. 1 meter tot deze perceelsgrens te worden in acht genomen. Indien op het naastliggend perceel reeds gebouwd is op de perceelsgrens, dient ter hoogte van deze bebouwing aangesloten te worden - de gebouwen dienen binnen volgend imum gabarit opgetrokken te worden: perceelsgrens C. ZNEVRSCHRIFTEN
C1 De zone 1 en 3 zijn bestemd voor uitbreiding van bedrijven uit de directe omgeving. Bij elke bouwaanvraag moet een algemeen aanlegplan gevoegd worden waarop naast de inplanting van het gebouw zelf stens volgende gegevens vermeld worden - toegang tot het bedrijf - aanduiding verharding en parkeerplaatsen - stapelen in open licht - globaal beplantingsplan (zowel representatief als buffergroen) - maatregelen in verband met brandpreventie - aanduiding reclamepanelen - de inrichting en organisatie van de zone 12 indien nodig voor het bereiken van de gebouwen. Gebouwen binnen deze zone zijn toegelaten binnen volgend imum gabarit: 30 6 m 9 m. afstand tot de perceelsgrens: zie kolom 11 en 12 zonegrens Bij herbouw van de gebouwen dient aan de grens met zones met bouwverbod een strook buffergroen van. 5 m breedte aangelegd. De gebouwen moeten worden ingeplant t.o.v. de zonegrens op een afstand die stens zo groot is als hun kroonlijsthoogte. Per bedrijf kan 1 woongelegenheid voor de concierge of bedrijfsleider worden toegestaan op voorwaarde dat deze wooneenheid geïntegreerd wordt in het handelsgebouw. C2 Per zone is. 1 woning toegelaten C3 De bepalingen opgenomen in C1 zijn van toepassing De imum hoogte van de gebouwen is 12 meter C4 In deze zone dient gekozen te worden tussen de bestemgen, grafisch weergegeven op het plan. De keuze wordt gemaakt voor de gehele zone door een bouw- en verkavelingsvergunning. De voorschriften van de gekozen zone zijn van toepassing. C5 deze zone moet aangeplant worden met struikgewas en hoogstammige bomen, zodat er een voldoende dicht scherm ontstaat t.o.v. de aanpalende zones - het aanplanten van de bufferzone zal integraal deel uitmaken van de bouwvergunning. C6 bij het bepalen van de juiste plaats van de opritten, moet rekening gehouden worden met de bestaande hoogstammige bomen langs de Driemasten - stapelen van goederen en heftrucks in de achteruitbouwstrook is verboden C7 Deze zone is bestemd voor groenaanleg - Max. 40% van deze zone mag verhard worden
- Er mag niet geparkeerd worden - Binnen deze zone Wordt de hoogte van de afsluitingen op de rooilijn beperkt tot 1,00 meter C8 In deze zone mag geen enkele constructie opgericht worden - Deze zone mag wel verhard en aangeplant worden C9 Binnen deze zone zijn installaties, toestellen en aanhorigheden eigen aan nutsgebouwen toegelaten C10 De parking moet aangelegd worden overeenkomstig de hierna volgende voorschriften: - tussen de parkingzone en de handels en kantorenzone moet een hoogstammig groenscherm worden aangeplant van. 3 meter breedte Een beplantingsplan dient bij het bouwplan gevoegd en zal deel uitmaken van de bouwvergunning - het aantal op- en afritten op de Driemasten wordt beperkt tot 2 - verspreid over de parking moet. 1 hoogstammige boom per 100m² aangeplant worden C11 Binnen deze zone mogen geen gebouwen opgetrokken of verhardingen aangelegd worden