VOORLOPIGE UITKOMSTEN VOOR HET GEMEENTEDOMEIN. Dennis Lanjouw, Osman Baydar, Mariëtte Goedhuys en Frank van der Linden. Maart 2006



Vergelijkbare documenten
IN EERSTE HALFJAAR Paula van der Brug en Robert Selten. April Het aantal gestarte trajecten in het eerste halfjaar van 2002.

Tweede vervolgmeting 25%-doelstelling; voorlopige uitkomsten voor het gemeentedomein

Mathilda Copinga, Dennis Lanjouw en May Hua Oei. Augustus 2005

Voorlopige uitkomsten Sluitende Aanpak 2003

Van uitkering naar werk

Centraal Bureau voor de Statistiek

Derde vervolgmeting 25%-doelstelling

Han van den Berg, Antoinette van Poeijer en Mira Peeters-Bijlsma. September 2006

Wijziging Uitvoeringsregeling inkoop arbeidsvoorziening door gemeenten

Wijziging Regeling uitvoering en financiering Wet inschakeling werkzoekenden

Tweemeting Uitstroomdoelstelling re-integratieondersteuning Voorlopige cijfers 2006 en eerste halfjaar 2007

Centraal Bureau voor de Statistiek

Nulmeting 60%-doelstelling Uitstroom naar ar werk (voorlopige cijfers)06

Vanuit de uitkering naar werk

Werkt begeleiding naar werk?

Eerste uitkomsten sluitende aanpak 2006: instroom in de eerste helft van 2005 (gemeentedomein) Herziene versie

Onderzoek Sluitende aanpak 2006

re-integratieondersteuning

Een nieuwe start, of niet?

Met begeleiding naar werk

Uitstroom naar Werk. Centrum voor Beleidsstatistiek Dennis Lanjouw, Frank van der Linden, May Hua Oei, Mathilda Copinga

Aan het werk met re-integratieondersteuning

Waar moeten we bouwen en waar (nog) niet. Gerard Marlet 11 oktober 2016

Aan het werk met of zonder re-integratieondersteuning

2e Paasdag maandag 17 april

Aan het werk met re-integratieondersteuning

thema 1 Nederland en het water topografie

Geheel of gedeeltelijk eltelijk uit de uitkering naar werk

Niet-werkende werkzoekenden en uitkeringsgerechtigden

Alkmaar BCC BCC. Almere-Buiten BCC. Amersfoort BCC. Amsterdam BCC. Apeldoorn BCC. Arnhem BCC. Barendrecht BCC. Beek BCC. Bergen op Zoom BCC

Niet-werkende werkzoekenden en uitkeringsgerechtigden

Registraties gesubsidieerde arbeid en loonkostensubsidies nader bekeken Centrum voor Beleidsstatistiek

Aan het werk met re-integratieondersteuning

aanpak 2007: instroom in het eerste halfjaar aar ar van 2006

Jaarcijfers Sluitende aanpak 2008

Aan het werk met re-integratieondersteuning

Tweede vervolgmeting indicatoren Agenda voor de Toekomst

Aan het werk met re-integratie ondersteuning

Aan het werk met re-integratie ondersteuning

De waarde van winkels

Naam Plaats donderdag 20 dec vrijdag 21 dec Koopzondag 23 dec dinsdag 25 dec woensdag 26 december 1828 Alkmaar WC de Mare open tot 21 uur open tot 21

Eerste vervolgmeting indicatoren AvdT

Aan het werk met of zonder reintegratieondersteuning.

Tabellenboek klantcontacten arbeidsadviseur

CRITERIA PRODUCTRATING OPSTALVERZEKERING PRIJS

RDC Regio-indeling Nederland

De waarde van de Academie. Gerard Marlet Antwerpen 7 november 2013

Tabellenboek klantcontacten arbeidsadviseur

inkoop dienstverlening Arbeidsvoorzieningsorganisatie

BIJLAGEN. Betrekkelijke betrokkenheid Studies in sociale cohesie. Sociaal en Cultureel Rapport Redactie: Paul Schnabel Rob Bijl Joep de Hart

Aan het werk met re-integratie ondersteuning

Afbouw gesubsidieerde arbeid

Met re-integratieondersteuning 0g op weg naar werk

SRG-uitstroom Conclusie

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Trickle down in de stad

De toedeling aan deze uitkeringssituaties is afhankelijk van de volgende uitgangspunten:

Bijlage 1: Uitwerking per regio

Vluchtelingen in Nederland Stromen op de arbeidsmarkt Linda Muller, Jeroen van den Tillaart en Caroline van Weert

Eenmeting uitstroomdoelstelling re-integratieondersteuning

Labour Market Policy database

Aan het werk met re-integratieondersteuning

Amsterdam, 14 januari 2019 P e r s b e r i c h t

Bijlage verzuimcijfers

Tabellenboek klantcontacten arbeidsadviseur

BCC AMSTERDAM BUITENVELDERT MEDIA MARKT AMSTERDAM NOORD

CRITERIA PRODUCTRATING INBOEDELVERZEKERING PRIJS

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA DEN HAAG

Vaatkeurmerk x x x x x x. x x x

maatschappelijke afdeling Beleidsonderzoek en Geo Informatie

Eindrapport Sluitende aanpak 2006 (gemeentedomein) Uitstroom en begeleiding naar werk van bijstandsgerechtigden en niet-uitkeringsgerechtigden

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Arbeidsongeschiktheidsuitkeringen sterk teruggelopen. Vooral minder nieuwe WAO-uitkeringen

Na Amsterdam is Utrecht de stad met de meeste deelauto s. In deze stad staan meer auto s dan in Den Haag en Rotterdam samen.

Overzicht wijzigingen CAFAS database t/m Q1 2016

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht

Jongeren met een tijdelijk contract in 2009 en 2010

Aantal deelauto s stijgt licht grote en middelgrote steden blijven achter

Vergelijking discriminatiemeldingen 2012 binnen de G32

Absoluut verzuim. Absoluut verzuim totaal verzuim. > 3 maanden. Opgelost in schooljaar

De staatssecretaris van Volksgezondheid Welzijn en Sport, Mevrouw drs. C.I.J.M Ross-van Dorp, Postbus EJ DEN HAAG

Robots houden groei arbeidsmarkt (nog) niet tegen

Den Haag, 17 mei 2000

Eindrapport Sluitende aanpak 2005 (gemeentedomein)

Tabellenboek klantcontacten arbeidsadviseur Registraties 1 e kwartaal 2008 per regio en vestiging

./. Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het lid Bussemaker (PvdA) over doorstroming bij gesubsidieerde arbeid.

Woningen Provincie/Gemeenten Marktgegevens en prognoses Prijzen en transacties. Prijs per m² GBO in mediaan 2017

Toelichting gegevens waarstaatjegemeente.nl bij de thema s:

Overijssel FRYSLÂN DRENTHE FLEVO- LAND DUITSLAND. Zwolle GELDERLAND. Steenwijk* Giethoorn* Hardenberg* Kampen* Vecht* Ommen* Nijverdal* Almelo

Met re-integratieondersteuning op weg naar werk

Centrum voor Beleidsstatistiek en Microdata Services. Documentatierapport Hackaton bestand

afdeling Beleidsonderzoek en Geo Informatie

Factsheet Stapelingsmonitor 2014 Gemeente Schiedam

2. Het vierde lid vervalt, onder vernummering van het vijfde tot en met achtste lid tot vierde tot en met zevende lid.

HET APOLLO MODEL. Figuur 1: Ontwikkeling aantal studenten HBO en WO, Nederland,

10. Veel ouderen in de bijstand

Factsheets Nederland. Kantoren- en bedrijfsruimtemarkt. medio

HET APOLLO MODEL. Figuur 1: Ontwikkeling aantal studenten HBO en WO, Nederland,

T-Mobile Netherlands.

Locatie van banen, opleiding van niet werkend werkzoekenden, in- en uitstroom van uitkeringen

Uitslagen stemmingen buitengewone ALV VNG 17 november 2014 Account Gemeente Agenda Item Uitslag Aa en Hunze 4. Invulling vacatures in bestuur

Transcriptie:

Centraal Bureau voor de Statistiek Centrum voor Beleidsstatistiek EERSTE VERVOLGMETING 25%-DOELSTELLING; VOORLOPIGE UITKOMSTEN VOOR HET GEMEENTEDOMEIN Dennis Lanjouw, Osman Baydar, Mariëtte Goedhuys en Frank van der Linden Maart 2006 Op 1 januari 2004 is de Wet werk en bijstand (WWB) in werking getreden. Deze wet geeft gemeenten meer verantwoordelijkheden bij de reïntegratie van personen met een bijstandsuitkering. In het kader van de deregulering zijn ook verschillende aanpassingen in de Werkloosheidswet (WW) gedaan. Om de werking van de WWB en de deregulering in de WW te kunnen toetsen, heeft het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) in de begroting van 2004 een algemene doelstelling opgenomen: streven naar 25% meer uitstroom naar regulier werk in 2007, na deelname aan een reïntegratietraject. Vorig jaar heeft het Centrum voor Beleidsstatistiek van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS-MCB) in opdracht van SZW uitkomsten berekend voor de Nulmeting 25%-doelstelling. Deze uitkomsten beschreven de uitstroom uit de uitkering naar werk na de start van begeleiding naar werk in 2002, waarbij de uitstroom naar werk binnen 24 maanden na de start van de begeleiding plaats moest vinden. De door het CBS berekende gegevens hadden uitsluitend betrekking op de uitstroom van personen met een uitkering in het gemeentedomein. Dit jaar heeft SZW CBS-MCB verzocht gegevens te leveren voor de Eerste vervolgmeting 25%-doelstelling. De Eerste vervolgmeting beschrijft de uitstroom naar regulier werk na begeleiding naar werk, die gestart is in 2003. De voorlopige uitkomsten van de Eerste vervolgmeting hebben betrekking op de uitstroom naar regulier werk binnen 24 maanden na de start van begeleiding in het eerste halfjaar van 2003. De uitkomsten beschrijven uitsluitend de uitstroom van personen met een uitkering in het gemeentedomein.

Uitkomsten Uit het onderzoek blijkt dat 15 procent van de uitkeringsperioden in het gemeentedomein waarin in het eerste halfjaar van 2003 een traject of instrument is gestart, binnen 24 maanden wordt beëindigd door uitstroom naar werk. Dit is iets lager dan het percentage uitstroom naar werk na de start van een traject of instrument in 2002. De uitstroom naar regulier werk ligt hoger. Deze bedroeg in 2002 10 procent en in de eerste helft van 2003 14 procent. Deze stijging hangt samen met veranderingen in de regelgeving op het terrein van gesubsidieerde arbeid. Vanaf 2004 starten geen gesubsidieerde banen meer en worden in plaats daarvan loonkostensubsidies ingezet. Een baan met een loonkostensubsidie wordt gezien als een reguliere baan. De uitkomsten zijn gegeven in drie tabellen: Tabel 1 bevat uitkomsten over uitkeringsperioden waarin begeleiding naar werk is gestart in het eerste halfjaar van 2003. Beschreven wordt hoeveel van deze uitkeringsperioden zijn beëindigd binnen 24 maanden na de start van de begeleiding en hoeveel personen zijn uitgestroomd naar regulier werk en gesubsidieerd werk. Tabel 2 bevat uitkomsten over personen met een bijstandsuitkering die begeleiding naar werk zijn gestart in het eerste halfjaar van 2003. Beschreven wordt hoeveel uitkeringsperioden in 2003, 2004 en in het eerste halfjaar van 2005 zijn beëindigd door uitstroom naar werk. Tabel 3 bevat uitkomsten over gestarte begeleiding naar werk in 2003 en 2004. In 2004 zijn geen gesubsidieerde banen meer gestart. Vanaf 2004 zijn wel loonkostensubsidies ingezet als begeleiding naar werk. De gepresenteerde aantallen in de tabellen zijn afgerond op tientallen. Hierdoor kan het voorkomen dat de som van de aantallen afwijkt van het totaal. Beschrijving van het onderzoek De uitkomsten beschrijven de uitstroom uit de uitkering naar regulier werk in loondienst binnen 24 maanden na de start van de reïntegratie voor personen met een uitkering in het gemeentedomein. De reïntegratie kan in 2003 bestaan uit een reïntegratietraject of uit gesubsidieerd werk. Vanaf 2004 kunnen ook loonkostensubsidies worden ingezet als begeleiding naar werk. Uitstroom naar regulier werk als zelfstandige wordt niet gemeten. Uitstroom uit de uitkering naar gesubsidieerd werk wordt afzonderlijk zichtbaar gemaakt. De uitstroom naar gesubsidieerd werk wordt in het kader van de 25%-doelstelling niet als een succes gezien. De gegevens over reïntegratietrajecten zijn afkomstig uit de Monitor Scholing en Activering (MOSA), de Module Inkoop Reïntegratie Werkloosheidswet (MIR-WW) en de Module Inkoop Reïntegratie Arbeidsgehandicapten (MIR-AG). De gegevens over 2

gesubsidieerde arbeid zijn afkomstig uit de monitor van de Wet inschakeling werkzoekenden (WIW) en de Regeling Instroom/Doorstroombanen (ID-banen). In de WIW-monitor 2004 zijn ook gegevens over loonkostensubsidies meegenomen. De reïntegratie van een persoon kan uit één traject bestaan, maar ook uit verschillende samenhangende trajecten. De start van het eerste traject in de uitkeringsperiode wordt gezien als de start van de reïntegratie. Als een persoon zowel via een reïntegratietraject als een gesubsidieerde baan wordt begeleid naar werk, wordt de start van het traject gezien als start van de reïntegratie. Uitsluitend de 85 gemeenten die zijn aangewezen als gemeenten met een grootstedelijke problematiek zijn gevraagd mee te doen aan de MOSA. Van deze gemeenten zijn er 60 die over geheel 2003 trajectgegevens hebben verstrekt. Dit is de zogenaamde MOSArespons. De MOSA-respons over 2003 bestaat uit de volgende gemeenten: Alkmaar Eindhoven Hoogeveen Schiedam Almelo Emmen Kerkrade Smallingerland Alphen aan den Rijn Enschede Landgraaf Stadskanaal Amersfoort Gorinchem Leeuwarden Terneuzen Amstelveen Gouda Leiden Tiel Amsterdam `s-gravenhage Lelystad Utrecht Apeldoorn Groningen Maassluis Veenendaal Bergen op Zoom Haarlemmermeer Middelburg Venlo Breda Heemskerk Noordoostpolder Vlaardingen Capelle aan de IJssel Heerenveen Oosterhout Vlissingen Delft Heerlen Oss Zaanstad Delfzijl Hellevoetsluis Purmerend Zoetermeer Den Helder Hengelo Ridderkerk Zutphen Doetinchem `s-hertogenbosch Roermond Zwijndrecht Dordrecht Hilversum Rotterdam Zwolle De MOSA-respons 2004 bestaat uit dezelfde gemeenten als de MOSA-respons 2003 met uitzondering van Bergen op Zoom, Hellevoetsluis, Leiden, Middelburg, Oss, Purmerend en Zwolle. Verschillen met het vorige onderzoek Wanneer de uitkomsten van dit onderzoek vergeleken worden met de vorig jaar gepubliceerde uitkomsten voor de Nulmeting 25%-doelstelling 1, moet rekening worden gehouden met een aantal verschillen. 1 Zie CBS (2005), Uitstroom naar Werk, Centrum voor Beleidsstatistiek 05004. 3

a. Bijstandsgegevens Het CBS-onderzoek waarbij gegevens over bijstandsuitkeringen worden verzameld, is in 2005 vernieuwd. Dit is gepaard gegaan met een aantal aanloopproblemen, waardoor voor enkele gemeenten nog niet beschikt kon worden over alle gegevens over de eerste helft van 2005. Mede hierdoor is sprake van een lichte overschatting van de uitstroom in de eerste helft van 2005. b. MIR-AG Het MIR-AG bestand dat in dit onderzoek gebruikt is, bevat alleen de trajecten die in november 2004 (of eerder) zijn beëindigd. Hierdoor is sprake van een geringe onderschatting van het aantal gestarte MIR-AG trajecten. In augustus zullen de definitieve uitkomsten van de Eerste vervolgmeting worden berekend. Deze beschrijven de uitstroom naar regulier werk na het volgen van een traject, dat gestart is in 2003. Bij het vaststellen van de definitieve uitkomsten zal gebruik gemaakt worden van een volledig MIR-AG bestand. c. Gesubsidieerd werk Gemeenten moeten vanaf 1 januari 2004 de reïntegratie van langdurige werklozen en schoolverlaters zelf vormgeven. De regelingen voor WIW- en ID banen zijn daarom per 1 januari 2004 gestopt. De lopende banen kunnen door gemeenten worden aangehouden of afgebouwd, afhankelijk van het eigen gemeentelijk beleid. De voor 1 januari 2004 gestarte WIW- en ID-banen en de daarop werkende personen blijven in 2004 op dezelfde wijze geregistreerd in de WIW- en ID-monitor. Banen die met een subsidie tot stand zijn gekomen na 1 januari 2004, ook al zijn zij door gemeenten vormgegeven op een wijze zoals de WIW-dienstbetrekkingen, een werkervaringsplaats of een Rea-baan of een IDbaan worden geregistreerd bij de loonkostensubsidies in de WIW-monitor. 4

Toelichting bij de gebruikte begrippen Gemeentedomein - Personen met bijstand behoren tot het gemeentedomein. Personen die zowel WW als bijstand ontvangen en hun eerste begeleiding naar werk krijgen van het UWV, worden echter niet tot het gemeentedomein gerekend. Ook personen zonder uitkering die zich als niet werkend werkzoekende hebben ingeschreven bij het CWI behoren tot het gemeentedomein. Over deze personen zijn in dit onderzoek geen uitkomsten berekend. MOSA-respons - De MOSA-respons 2003 bestaat uit 60 grotere gemeenten; de MOSArespons 2004 uit 53 gemeenten. Zie de paragraaf Beschrijving van het onderzoek. Trajecten De gemeenten en het UWV kunnen instrumenten inzetten om te voorkomen dat personen langdurig werkloos worden of in een sociaal isolement terecht komen. De MOSA bevat reïntegratie-instrumenten die zijn aangeboden door de gemeenten. De MOSA-instrumenten worden als verschillende trajecten behandeld. MOSA-instrumenten die op dezelfde dag zijn gestart, worden wel als één traject geteld. Evenzo worden trajecten in de MIR met eenzelfde startdag als één traject gerekend. De MIR bevat reïntegratietrajecten die zijn aangeboden door het UWV. De module bestaat uit twee delen: de MIR-WW en de MIR-AG. In de MIR-WW worden trajecten geregistreerd die zijn aangeboden aan WW'ers. De MIR-AG bevat trajecten die in het kader van de wet REA zijn aangeboden aan arbeidsgehandicapten. Uitkeringsperiode - Een uitkeringsperiode van een persoon is een periode waarin een persoon aaneensluitend of samenlopend een of meer WW-, bijstands- of arbeidsongeschiktheidsuitkeringen ontvangt. Aaneensluitende of samenlopende perioden waarin een persoon een WW-, bijstands- of arbeidsongeschiktheidsuitkering ontvangt, worden als één uitkeringsperiode beschouwd. Wanneer tussen twee uitkeringsperioden van een persoon een onderbreking van maximaal een maand ligt, worden deze perioden als één doorlopende uitkeringsperiode gezien. Bij het bepalen van de start- en beëindigingsdatum van een uitkering is gekozen voor het betalingsconcept. Een uitkeringsmaand telt in deze optiek alleen mee als er op de laatste vrijdag van de maand sprake is van recht op de uitkering en bovendien in de desbetreffende maand een betaling heeft plaatsgevonden. Voorschotten en nabetalingen, dat wil zeggen betalingen die verricht worden voordat het recht op de uitkering is begonnen of nadat het recht is beëindigd, worden buiten beschouwing gelaten. Uitstroom Elke onderbreking van de uitkeringsperiode van meer dan een maand wordt gezien als uitstroom. Uitstroom kan uitstroom naar werk zijn, maar kan ook het gevolg zijn van demografische oorzaken, zoals het bereiken van de 65-jarige leeftijd of overlijden. 5

Gedeeltelijke uitstroom uit de WW- of bijstandsuitkering, waarbij een persoon werk in loondienst aanvaardt maar nog gedeeltelijk uitkeringsafhankelijk blijft, wordt niet als uitstroom gezien. Uitstroom naar werk - Als in een periode van één maand voor uitstroom tot drie maanden na uitstroom een nieuwe baan start, wordt dit beschouwd als uitstroom naar werk. Uitstroom uit de uitkering samengaand met uitbreiding van een baan, die al eerder naast de uitkering liep, wordt niet gezien als uitstroom naar werk. Uitstroom uit de uitkering naar werk als zelfstandige of freelancer kan niet worden gemeten. Ook uitstroom naar werk in het buitenland is niet opgenomen. Deze gevallen van uitstroom vallen onder uitstroom niet naar werk. Afkortingen ABW CWI ID-banen IOAW IOAZ MIR MOSA SZW UWV WIW WW WWB Algemene bijstandswet Centrum voor Werk en Inkomen Instroom/Doorstroombanen Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen Module Inkoop Reïntegratie Monitor Scholing en Activering Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Uitvoeringsorgaan Werknemersverzekeringen Wet inschakeling werkzoekenden Werkloosheidswet Wet werk en bijstand 6

Tabellen Tabel 1 Uitstroom naar werk van personen met een uitkering in het gemeentedomein die in het eerste halfjaar 2003 begeleiding naar werk zijn gestart, MOSA-respons Uitkeringsperioden waarin begeleiding naar werk is gestart 29 620 Trajecten of instrumenten 29 100 Gesubsidieerd werk maar geen traject of instrument 520 Uitkeringsperioden waarin een traject of instrument is gestart 29 100 Uitkeringsperioden die niet binnen 24 maanden na start traject of instrument zijn beëindigd 19 280 Uitkeringsperioden die binnen 24 maanden na start traject of instrument zijn beëindigd 9 820 Uitstroom niet naar werk 5 400 Uitstroom naar werk 4 420 Uitstroom naar regulier werk 4 180 Uitstroom naar gesubsidieerd werk 240 Tabel 2 Uitstroom naar werk van personen met een uitkering in het gemeentedomein die in het eerste halfjaar 2003 begeleiding naar werk zijn gestart naar uitstroomjaar, MOSA-respons Uitkeringsperioden waarin in het eerste halfjaar 2003 een instrument of gesubsidieerde arbeid is gestart 29 400 w.o. Uitkeringsperioden die in 2003 zijn beëindigd 4 920 w.o. uitstroom naar regulier werk 2 340 Uitkeringsperioden die in 2004 zijn beëindigd 4 280 w.o. uitstroom naar regulier werk 1 680 Uitkeringsperioden die in het eerste halfjaar 2005 zijn beëindigd 1 600 w.o. uitstroom naar regulier werk 350 Personen die als eerste door het UWV begeleid worden (een MIR-traject ontvangen), zijn in deze tabel niet opgenomen. Tabel 3 Uitkeringsperioden van personen met een uitkering in het gemeentedomein waarin begeleiding naar werk is gestart Uitkeringsperioden in 2003 waarin begeleiding naar werk is gestart, MOSA respons 2003 51 140 Uitkeringsperioden in 2003 waarin begeleiding naar werk is gestart, MOSA respons 2004 49 260 Uitkeringsperioden in 2004 waarin begeleiding naar werk is gestart, MOSA respons 2004 66 490 7