MEST EN ENERGIE. De ultieme combinatie voor een duurzame veehouderij

Vergelijkbare documenten
Biobased economy in het Groene Hart

De business case: Mest verwaarden. Hans van den Boom Sectormanager Food & Agri Rabobank Nederland

Innovatieve mestverwerking op de boerderij

Mestverwaarding Op weg naar een duurzame veehouderij

Workshop mestvergisting. Jan Willem Bijnagte CCS Energie advies

Be- en verwerken van mest: een zegen voor water en milieu?

Mono vergisting in Wijnjewoude?!

Workshop mestvergisting. Jan Willem Bijnagte CCS Energie advies

Mest, mestverwerking en wetgeving

Groengas in landbouw. 11 maart 2015

Oplossing mestafzet voor de veehouderij in De Liemers

Monomestvergisting een mooie kans: wie (be)grijpt m! De bijdrage van monomestvergisting aan grootschalige mestverwerking

GroenGas InOpwerking. Kleinschalige biogasopwaardering met Bio-Up. Rene Cornelissen (CCS) 11 maart 2015

Agem-cáfe: biogas uit grootschalige mestvergisting. 20 april 2016 Ton Voncken, Programmanager Groen Gas Nederland

Mestsituatie en de verwerkingsplicht Gelderse Vallei en Utrechts zandgebied

Méér uit mest halen Stand van zaken anno 2017

DS% de juiste indicator? ENERGIE UIT MEST OPBOUW PRESENTATIE MEST # MEST. Mest mest. Wet- en regelgeving. Vloerkeuze en kelderplan

Presentatie HoSt Microferm voor CLM/NMU

Compact Plus biogasinstallatie, Lierop, 600 kw

Disruptive innovations. Marktgericht mest management 6/10/17. Centraal of op bedrijfsniveau?

Mestverwaarding middels monovergisting en digestaatverwerking

Mestmarkt en mestverwerking

Innoveren doe je Samen

Kosten/baten-analyse MC-installaties en gebruikerservaringen MC

GroenLinks Bronckhorst. Themabijeenkomst Groengas Hoe groen is ons gas? 2 juni 2015

Uw kenmerk Ons kenmerk Datum verzoek 2 april 2010

Systeemdocument AgriMoDEM mestraffinage

Kringloop neutraal denken Emissie, mineralen, energie

Melkveebedrijf Familie Prinsen

Copernicus Institute of Sustainable Development. Koe en klimaat. Dr. Jerry van Dijk Dr. Karin Rebel. Copernicus Institute of Sustainable Development

Energie- en klimaatmonitor agrosectoren Hernieuwbare energie, reductie broeikasgassen en energiebesparing

Luchtkwaliteit: ammoniak en broeikasgassen. VK Loonwerkers Najaar 2018

Harry Roetert, Stimuland / Provincie. Themadag bio-energie 27 februari 2013

Aandeelhoudende gemeenten van Cogas willen

Emissies van broeikasgassen door de land- en tuinbouw,

Mestverwerkingscapaciteit 2015

Mestverwerking in De Peel

Circulair Congres TKI-BBE Ronald Zwart, Platform Bio-Energie 08 mei 2019

Provinciaal klimaat- en energiebeleid: doelen, emissies, maatregelen. Robert Koelemeijer - PBL

Mest: de melkkoe voor de productie van grondstoffen. A. Visser Maart 2015

Perspectief voor klimaat neutraal en hernieuwbaar gas

Wat is het Agroconvenant?

Monitor Schoon en Zuinig

Groene Fabriek Lochem

Mest met beleid. Adviesgroep Mestbewerking

Opties voor productie van duurzame energie in de regio Helmond d.m.v. van mest en andere biomassa

Project omschrijving Groen gas Hub Ameland

Kansen voor mestscheiding

Biogas is veelzijdig. Vergelijking van de opties Vergelijking opties voor benutting van biogas

Bio-energie. van de Boer.

Quickscan energie uit champost

Biogas: In 2011 startte het samenwerkingsverband. Het doel van het project was Biogas

05/10/2017. Workshop biogas NO Twente 5 oktober 2017

S ch ng Groen Gas Nederland. De bijdrage van monomestvergisting aan grootschalige mestverwerking

Duurzame mestverwerking voor productie van schone energie en groene mineralen

Vergisting anno 2010 Rendabele vergister onder SDE Hans van den Boom 22 april 2010 Sectormanager Duurzame Energie

Milieu. Waterkwaliteit: Denk aan: nitraat uitspoeling / erfwater / gewasbeschermingsmiddelen / alles wat oppervlakte- en grondwater kan vervuilen

Broeikasgasemissies in Nederland,

Jan Willem Straatsma Samen klantwaarde realiseren met kwaliteit en duurzaamheid in onze keten

Gedetailleerde doelen Duurzame Zuivelketen

Kringloop neutraal denken Emissie, mineralen, energie

Technologie ontwikkeling als aandrijver van de circulaire economie Biobased economy met MEST & MINERALEN

Groen Gas BBQ TKI Mestvergisten en digestaatverwerking September 2017

Hergebruik mestwater uit de veehouderij

Presentatie voor Agrivaknet Kleinschalig mest vergisten met Microferm

Warmtetransitie en het nieuwe kabinet. Nico Hoogervorst

NMVisie op Koe&Klimaat

Hernieuwbare elektriciteit,

Tanja de Koeijer, Harry Luesink en Gideon Kruseman (LEI Wageningen UR) November 2013

Seminar: Mest(verwerking), compost en groene biomassa. 7 november 2013 Rob Aartssen

Fosfaatproblematiek en mestverwerking


Landgebruik in Gelderland. Juni 2016, Ronald Hutjes & collega s

Workshop Innovatie in mestverwerking en vermarkting Bert Bohnen en Frederik Accoe

Kringloop neutraal denken (Emissie, mineralen, energie) Eddie ter Braack

Kwantificering van innovaties op de Energiemix van Twente. 4 maart 2014

Voorsprong met mineralen

Presentatie Microferm studiegroep Westhoek Holsteins

Subsidies Groen Gas en Biobased 2017

Co-vergisting van dierlijke mest

TITRE 00/00/2015 DE LA PRESENTATION ( MENU "INSERTION / 1 EN-TETE ET PIED DE PAGE") Groen Gas Burgum. 25 maart 2017

Programma Kas als Energiebron

Kansen voor warmte. Frans Rooijers Lustrumcongres Stichting Warmtenetwerk,

Mest vergisting en bewerking Vier routes verminderen N en P overschot. Welkom op Knowledge Transfer Centre De Marke:

Verder verduurzamen melkveehouderij; Pro-actieve aanpak Route2020

Perspectieven mest verwerken

Green Gas Technology. Duurzaam, betrouwbaar, betaalbaar. Shared Succes

Varianten binnen de wet Verantwoorde Groei Melkveehouderij

Strategische visie Biomassa drs. Marten Hamelink Directie Topsectoren & Industriebeleid

Mestscheiding Annelies Gorissen

Uitslag KringloopWijzer

Broeikasgasemissies in Nederland,

Stichting Springtij Ophelialaan 69-A 1431 HA, Aalsmeer

de bodem in de kringloop wijzer Frank Verhoeven ir Frank

Thermofiele Slibgisting en Stikstofterugwinning op RWZI Bath

Het gebruik van biogas als transportbrandstof

Transcriptie:

MEST EN ENERGIE De ultieme combinatie voor een duurzame veehouderij

Mest en Energie DE ULTIEME COMBINATIE VOOR EEN DUURZAME VEEHOUDERIJ LTO NEDERLAND Nederland heeft een hoogproductieve landbouw, weet uitdagingen in kansen om te zetten en weet deze kansen te verzilveren. Het mestdossier is een voorbeeld van een actuele en urgente uitdaging: het overschot moet op een verantwoorde manier worden verwerkt en tot waarde worden gebracht. Op dit moment wordt mest gezien als een afvalproduct, zelfs binnen de agrarische sector. Mest wordt nu alleen nuttig ingezet voor de teelt van plantaardige producten (van gras tot groente) maar zelfs daar niet altijd optimaal ingezet. Hier ligt dan ook een kans voor de agrarische sector, zeker als de combinatie gemaakt kan worden met het opwekken van energie. Vergisting van mest haalt ook het energiepotentieel uit mest, zonder negatieve gevolgen voor beschikbaarheid van nutriënten. De combinatie van verwerking en vergisting kan positieve gevolgen hebben voor de bedrijfseconomische positie van veehouders en daarmee voor de bedrijvigheid op het platteland. Sterker nog: met het wegnemen van knelpunten kunnen er grote stappen gezet worden op gebied van werkgelegenheid, duurzaamheid, innovatie, emissiereductie en investeringen. Ook de combinatie mestvergisting en de afzet van het geproduceerde groen gas naar bijvoorbeeld mobiliteit, biedt kansen in verbetering van luchtkwaliteit, investeringen en werkgelegenheid. Op dit moment worden de kansen voor het optimaal benutten van mest voor energie nog niet verzilverd omdat de rentabiliteit van vergisting beperkt is. Om deze kansen te verzilveren moeten nog wel wat stappen genomen worden. Dit document schetst de uitdagingen en kansen, knelpunten en oplossingen. UITDAGINGEN VOOR NEDERLAND: ENERGIE EN BIOBASED Verantwoorde productie in de agrarische sector: Sluiten van kringlopen, Optimaliseren van nutriëntengebruik op het bedrijf en Verwerking van overschotsmest tot hoogwaardige mineralen concentraten en grondstoffen voor biobased toepassingen Transitie naar Biobased Economy: verwaarden van reststromen Broeikasgasreductie van 20% in 2020 t.o.v. 1990 (convenant Schoon en Zuinige Agrosectoren: 30%) 16% duurzame energie in 2020 (convenant Schoon en Zuinige Agrosectoren: 20%) 10% bijmengverplichting voor transport in 2017 (waarvan 50% in te vullen met biobrandstoffen van reststromen). VERWERKING VAN MEST Niet alle mest die in Nederland geproduceerd wordt kan geplaatst worden op landbouwgrond. De hoeveelheid aan stikstof en fosfaat die per hectare kan worden aangewend is beperkt. Omdat veel grondstoffen voor veevoer uit het buitenland komen is er een mestoverschot ontstaan. Met dit overschot moet verantwoord worden omgegaan. Hiervoor is in samenspraak van overheid en LTO een nieuwe mestwet in voorbereiding. In de mestwet moeten bedrijven met een overschot aan fosfaat op het bedrijf een deel van dat overschot verplicht verwerken tot een product dat buiten de Nederlandse mestmarkt wordt afgezet. Met het inwerkingtreden van de nieuwe mestwet vervallen in 2015 de dierrechten voor de intensieve veehouderij. Tegelijkertijd zal in 2015 het melkquotum vervallen. Naar onze verwachting zal het vervallen van dierrechten niet leiden tot een toename van dieren in de veehouderij. Er is in Nederland ongeveer 58 mln. ton mest uit rundvee (stallen) en varkenshouderij. Een reële schatting van de voor vergisting beschikbare mest is dan 12 mln. ton varkensmest en 10 mln. ton rundveemest. Rundveemest zal waarschijnlijk alleen vergist worden als er sprake is van een mestoverschot. Onze inschatting is dat voor 2020 minimaal 25% van de rundveemest zal worden verwerkt 1. Deze schatting is als volgt tot stand gekomen: volgens 1 20% extra melk, 10% meer dieren waarvan 5 % van de mest verwerkt moet worden.

Luesink et al. (2011, p66) werd in 2010 75% van de rundveemest die van het bedrijf werd afgevoerd binnen de landbouw afgezet. Als conservatieve schatting gaan we er van uit dat ook de komende jaren bij een aanscherping van de gebruiksnormen en afschaffing van de melkquotering minimaal 25% van de rundveemest zal worden vergist. Voor rundveehouders zal het gebruik maken van microvergisters naast de stallen een reële optie kunnen worden, mits de kosten voor aanschaf en exploitatie significant dalen en de eindproducten tot waarde kunnen worden gebracht. Naar verwachting zullen er voor het verwerken van deze hoeveelheden mest zo n 2.000 microvergisters nodig zijn. Voor varkenshouders is het waarschijnlijker dat er monovergisting op regionale schaal plaats vindt. Uitgaande van dat alle varkensmest overschotmest is en ter verwerking wordt aangeboden en alle verwerking een monovergistingsstap hebben betekent dit het verwerken van 12 miljoen ton varkensmest per jaar. Hiervoor zijn 100 regionale verwerkers nodig die dan gemiddeld 120.000 ton drijfmest per installatie verwerken. Mono vergisting op de boerderij: Door bedrijfsontwikkeling zal in de melkveehouderij schaalvergroting blijven plaatsvinden. Door aanpassing van de stalsystemen om te voldoen aan emissie- eisen ontstaat gelijktijdig de mogelijkheid om versere mest beschikbaar te krijgen voor vergisting. Verse mest kan tot twee keer meer biogas per m 3 leveren dan mest die al enige weken in opslag heeft gelegen. Door verder techniek ontwikkeling komen dit soort oplossing snel dichterbij. Grootschalige mono vergisting: Grootschalige mono vergisting van mest is technisch haalbaar, maar economisch moeilijk, omdat het digestaat nog steeds in de mestmarkt afgezet moet worden. Het is mogelijk door digestaat aansluitend te drogen met restwarmte van de industrie, het economische plaatje rond te maken. Voordeel hierbij is dat de industrie gelijktijdig efficiënter omgaat met energie. Dit type installatie is zowel geschikt voor varkenshouders als rundveehouders. De varkenshouders zullen vooral dikkere vleesvarkensmest aanleveren terwijl het voor rundveehouders interessant kan zijn om dikke fractie rundveemest aan te leveren. In dit document gaan we uit van monovergisting volgens de nieuw toegevoegde categorie: mestvergisting met minimaal 95% mest (TK, 2012; Agentschap NL, 2013) KANS: VERGISTING VAN LAAGWAARDIGE RESTSTROMEN (O.A. MEST) Vergisting van laagwaardige reststromen biedt grote kansen als het gaat om het oppakken van de uitdagingen op het gebied van mest, en biobased en kan daarnaast een bijdrage leveren aan de productie van hernieuwbare energie. Het verzilveren van deze kansen zal bijdragen aan het oplossen van het mestoverschot, het behalen van de doelen voor nutriënten (waaronder ketenakkoord fosfaat), het verder sluiten van kringlopen en het verbreden van het verdienmodel van de agrarische sector. VOORDELEN VOOR DE AGRARISCHE SECTOR: Inzetten op het combineren van mestverwerking met monovergisting heeft een aantal voordelen die nu niet, of beperkt behaald worden: Bijdrage aan het verduurzamen van de Nederlandse agrarische sector: Duurzame oplossing voor het mestoverschot. Verbetering bedrijfseconomie op bedrijfsniveau Mogelijkheid tot het sluiten van kringlopen Verlagen van de footprint Voordelen mestverwerking met monovergisting versus mestverwerking zonder monovergisting: Mestverwerking kost per definitie energie (drogen, hygiëniseren) Met een vergistingsstap kan mestverwerking haar eigen energieverbruik opwekken Hiermee wordt dus energieverbruik vermeden, hetgeen gunstig is voor de totale Nederlandse energiebalans. MAATSCHAPPELIJKE VOORDELEN Optimale benutting beschikbare biomassa: Er is een grote vraag naar hernieuwbare bronnen voor biobased producten in Nederland en EU. PBL en CE schatten in dat in 2030 ongeveer 10% van de grondstoffenbehoefte in de Europese economie gehaald kan worden uit hernieuwbare biomassa bronnen (PBL &, CE Delft 2012). Dit betekent dat alle beschikbare biomassa optimaal ingezet moet worden. Laagwaardige biomassa als mest is goed en verantwoord 2 in te zetten voor energieproductie, met behoud van nutriënten. Kosteneffectieve reductie van broeikasgassen: Met (mono)vergisting is een kosteneffectieve reductie van broeikasgassen te bereiken (Ecofys, 2012) Op grotere schaal inzetten van monovergisting levert bijdrage aan de Nederlandse economie en groene groei door Werkgelegenheid (onder andere bij productie, installatie, onderhoud en beheer) ontwikkelkansen en exportpotentieel voor de kennissector en maakindustrie 2 Laagwaardige reststromen laag in de waardepiramide in zetten LNV (2007) en Odegard et al. (2012)

POTENTIEEL VAN MESTVERWERKING IN COM- BINATIE MET MESTVERGISTING We onderscheiden een theoretisch en een praktisch potentieel. THEORETISCH POTENTIEEL Groot theoretisch potentieel bij monovergisting: 40 PJ, ofwel 1,2 miljard kuub groen gas 3. (ca. 2,8% van totaal aardgasverbruik in Nederland en ca 1,8% van totaal energieverbruik 4 o.b.v. bruto eindgebruik 5 ) Dit komt overeen met het gebruik van ongeveer 700000 huishoudens. Dit komt grofweg overeen met het aantal huishoudens in Amsterdam en Rotterdam in 2008 6 Vermeden broeikasgasreductie hiervan komt overeen met 2,1 Mton equivalent 7 Doorlopend verwijderen van verse mest zorgt voor behoud biogaspotentieel van de mest bij vergisting en vermindert de emissie van methaan uit stallen, met een theoretisch potentieel van 2,6 Mton 8. Monovergisting van alle verse runder- en varkensmest in Nederland geeft dan een potentiële emissiereductie van 4,7 Mton (ca. 2,3% van totale Nederlandse broeikasgas emissie 9 ) Dit is ruim eenderde van wat Nederland in het kader van de Kyoto afspraken zou moeten reduceren (12,8 Mton eq) 10, en zou neer komen op het bijna volledig bereiken van de doelen die de Agrosectoren en de overheid hebben afgesproken in het Convenant Schone en Zuinige Agrosectoren (4-6 Mton eq, Ministerie van LNV, 2008, artikel 2b) Dit potentieel kan nog vergroot worden als digestaat na opwerking kan worden gebruikt als kunstmestvervanger. Bij de productie en gebruik van kunstmest komt veel broeikasgas vrij. Als het opgewerkte digestaat ingezet mag worden als kunstmestvervanger worden kringlopen verder gesloten en wordt emissie door kunstmest vermeden. Hoeveel Mton dat bespaart is op dit moment nog niet duidelijk. Door het rendabel maken van de business case voor vergisting komt er een positieve prikkel voor innovaties in stallenbouw zodat deze vermeden emissie ook daadwerkelijk behaald wordt. Dit vergroot dan weer de potentie van werkelijke biogasproductie. Mestvergisting kent een simpele biologie en vergt slechts beperkte kennis en tijd van initiatiefnemer. Daarnaast is het risicoprofiel een stuk lager doordat de rentabiliteit niet afhankelijk van de beschikbaarheid en prijs van co-substraten. Theoretisch potentieel monovergisting laagwaardige reststromen. Vergisting van de op dit moment beschikbare mest van varkens en rundvee uit stallen: Levert 40 PJ (1,2 miljard kuub groen gas) Levert voldoende energie voor ongeveer 700.000 huishoudens Levert een reductie van 4,7 Mton ( equivalent) Hiermee reduceert Nederland bijna de helft van de Kyoto doelstelling (12,8 Mton eq minder in 2020 tov 1990) Hiermee bereikt de agrarische sector bijna de volledige reductie die is afgesproken in het convenant Schoon en Zuinige Agrosectoren (4-6 Mton equivalent). Inzet van digestaat als kunstmestvervanger kan helpen de nutriëntenkringloop verder te sluiten en geeft een verdere reductie van broeikasgasuitstoot door vermeden productie en gebruik van kunstmest. PRAKTISCH POTENTIEEL Bij het theoretisch potentieel gaan we uit van het maximale potentieel. Het is niet realistisch om te verwachten dat dit potentieel volledig benut gaat worden. Vanwege economische of andere overwegingen. Wij gaan er vanuit dat het reëel is te verwachten dat de komende jaren vooral mest vergist gaat worden afkomstig van bedrijven met een mestoverschot. Naarmate de technieken een kortere terugverdientijd krijgen zullen meer ondernemers over willen gaan naar vergisting van laagwaardige restromen op het bedrijf. Dit betekent: Bij (mono)vergisting van mest maakt het voor de opbrengst aan ruw gas uit of de mest vers vergist wordt of niet. ECN (2012) rekent met een opbrengst van 35 m 3 ruw biogas uit een ton mest. In de praktijk wordt een opbrengst gemeld van ongeveer 25 m 3 uit een ton niet-verse mest gemeld. 3 Uitgaande van CBS (2013; zie bijlage) is er 46 miljoen ton rundveemest/jaar (op stal, inclusief vleeskalveren, exclusief overig vleesvee) + ongeveer 12 miljoen ton varkensmest/jaar = 58 miljoen ton mest. Dit heeft een potentie van ruim 2 miljard kuub biogas/jaar (o.b.v. 35 m 3 biogas/ton ECN (2012; zie bijlage). Dit komt overeen met 1,2 miljard kuub groen gas (aardgas equivalent) oftewel 40 PJ. 4 CBS Statline: Aardgasbalans 2012 (voorlopige cijfers): 43.372 mln. kuub 5 CBS: Hernieuwbare energie in Nederland 2011. Berekening analoog aan CBS rapportage o.b.v. bruto eindverbruik. Bruto Eindverbruik van energie bedroeg in Nederland in 2011 2.165 PJ (p.24) waarvan 4,3% hernieuwbare energie. 6 Dit komt grofweg overeen met het aantal huishoudens in Amsterdam en Rotterdam in 2008. CBS (2012) 7 Broeikasgasemissie van 1,2 miljard kuub aardgas komt overeen met een vermeden emissie ten opzichte van fossiel van 2,1 Mton equivalent (aardgas heeft een uitstoot van 56,6 kg uitstoot per GJ (Vreuls en Zijlema, 2011). Het gebruik van verse mest voorkomt emissie uit mestopslagen ter grootte van maximaal 2,6 Mton eq. 8 Reductie uit mestopslagen is berekend op basis van Coenen et al. (2012) National Inventory Report 2012 en CRF bij NIR 2012. Betreft emissie uit opslag van mest (IPCC categorie Manure Management (4B)) van rundveehouderij (totale emissie emissie bij beweiding 1,54 Mton eq) - en varkenshouderij ( 1.1 Mton eq). Hierbij gaan we er van uit dat ECN niet van dagverse mest uitgaat in haar berekeningen maar op basis van de door ECN gehanteerde definitie van monovergisting 9 Plan Bureau voor de Leefomgeving (PBL): BKG-emissie 2011 (voorlopig) 196 Mton 10 Op basis van Coenen et al. (2012): doel 6% reductie t.o.v. basisjaar 1990 = 213.3 Mton eq. (exclusief LULUCF)

Voor het praktisch potentieel van monovergisting rekenen we met een opbrengst van 25 m 3. Uitgaand van 12 mln. ton rundveemest en 12 mln. ton varkensmest is er dan een reële potentie van een productie van ongeveer 11 PJ aan groen gas. Indien gewerkt wordt met verse mest: Stijgt de gasopbrengst Worden emissies uit mestopslagen vermeden. Dit levert een extra reductie van methaanuitstoot van ongeveer 0,9 Mton eq. 11 Naar verwachting zal het in de nabije toekomst voor kleinere melkveebedrijven (<150 koeien) interessant worden om op het bedrijf mest te scheiden en de dikke fractie naar een centrale vergister te brengen. Hiermee zal extra energieproductie bereikt kunnen worden. Totale broeikasgasreductie wordt dan 1,8 Mton eq. 12 Vergisten van dagverse mest wordt meer en meer mogelijk door dichte vloeren bij duurzame stallenbouw. Dit heeft voordelen voor biogasopbrengst en vermeden emissie van methaan uit de mestopslag, maar vereist dus wel een positieve prikkel. 100 regionale vergisters voor de varkenshouderij betekent 400 miljoen aan investeringen, jaarlijks 15 miljoen aan onderhoud, 48 miljoen aan transport (van boer naar verwerker ( 4/ton), van verwerker naar export ( 5/ton)) Te verwachten is dat er een positieve invloed is op de werkgelegenheid: er moet ontwikkeld, gemaakt, geïnstalleerd, beheerd en onderhouden worden. Ecorys (2013) gaat uit van een totale werkgelegenheid van ongeveer 60.000 banen als er in 2020 16% duurzame energie wordt geproduceerd. Door dit praktische potentieel werkelijkheid te maken komt ook het bereiken van het theoretisch potentieel beter in beeld. Naast bovengenoemde voordelen heeft dit ook nog andere positieve gevolgen Praktisch potentieel monovergisting laagwaardige reststromen. Praktisch moet het mogelijk zijn: 12 miljoen ton varkensmest te vergisten in regionale centra voor vergisting en verwerking 10 miljoen ton rundveemest te vergisten op bedrijfsniveau of in regionale centra voor vergisting en verwerking Hiervoor is nodig: Ongeveer 2000 monovergisters op bedrijfsniveau Ongeveer 100 regionale centra voor vergisting en verwerking van varkensmest Lokale werkgelegenheid, investeringen en biomassa: Voor rundveehouderij gaan we uit van 2.000 vergisters die het digestaat opwaarderen tot kunstmestvervangers of andere producten. Dit betekent kansen voor de Nederlandse maakindustrie en de kenniseconomie. De microvergistingstechniek kan wereldwijd ingezet worden en zal een betekenisvolle bijdrage aan het exportpotentieel van de Nederlandse maakindustrie kunnen leveren. Private investeringsordegrootte, alleen in Nederland, bij huidig beschikbare technieken en huidig prijsniveau totaal 1 miljard, jaarlijks terugkerende onderhoudskosten ongeveer 100 miljoen. Dit betekent dat met monovergisting het volgende bereikt wordt: Een grote initiële investering en jaarlijkse investeringen in onderhoud en arbeid Voor monovergisting in de rundveehouderij betekent dit een investering van ongeveer 1 miljard euro en jaarlijks onderhoud van 100 miljoen euro Voor centrale verwerking en vergisting van varkensmest betekent dit 400 miljoen aan investeringen, 15 miljoen aan jaarlijks onderhoud en 48 miljoen aan transport Op basis van Ecorys zou de totale werkgelegenheid voor duurzame energie in Nederland op kunnen lopen tot 60 000 banen. Monovergisting kan hierbij een belangrijk deel van uit maken. Een energieproductie van 11 PJ Een kosteneffectieve reductie van broeikasgassen van 1,8 Mton eq. (14% van de Nederlandse verplichting voor 2020) Een besparing op toekomstig energieverbruik van mestverwerking zonder vergistingstap Verbeteren van de business case levert daarnaast een prikkel om emissies uit mestkelders te verminderen. 11 Emissiecijfers uitgaande van Coenen et al. (2012); 26% (12 mln ton van de 46 mln ton) van de rundveemest wordt dagvers vergist: 1,54Mton*0,26= 0,4Mton. Als de helft van alle varkensmest vers vergist wordt of wordt bewaard in buitenopslag betekent dat een reductie van 0,5 Mton (0,5* 1,1 Mton) 12 0,9 Mton vermeden emissie uit opslagen, 0,9 Mton eq reductie door vervanging aardgas. Zie eerdere noten.

DE BUSINESS CASE De business case voor monovergisting van laagwaardige reststromen is bepalend voor het bereiken van de doelen voor mestverwerking en om het energiepotentieel te benutten. Op dit moment zijn de kosten voor monovergisting nog (veel) te hoog. We verwachten dat de kosten voor vergisting bij grootschalige adoptie verlaagd kunnen en zullen worden (zie later in dit stuk). Daarnaast brengt monovergisting ook een kostenbesparing met zich mee. Om de business case te verbeteren zijn een aantal stappen nodig. In dit stuk gaan we bij vergisting uit van een gasopbrengst van 25 m 3 per ton mest. In figuur 1 staat de business case schematisch weergegeven, zoals deze op dit moment mogelijk is, zonder vergisting op bedrijfsniveau voor de melkveehouderij. Waarbij de eindproducten niet per definitie buiten de landbouw worden afgezet. Vanuit de nieuwe mestwet kan hier nog een verwerkingsstap noodzake lijk zijn voor de dikke P fractie (hygiëniseren). In figuur 2 staat de route voor de varkenshouderij. Merk op dat deze route in beginsel oook voor rundveemest mogelijk is, waarbij het dan waarschijnlijk is dat de drijfmest gescheiden wordt, de dunne fractie op het bedrijf wordt aangewend, en de dikke fractie regionaal verwerkt wordt. Het opnemen van een vergistingsstap in de mestverwerking is vanuit energetisch oogpunt nuttig. Hiervoor zijn een aantal routes inclusief de huidige kosten opgenomen in figuur 4. Deze routes zijn weergegeven tot aan het opgewekte ruwe biogas. Dit biogas kan weer op verschillende manieren worden verwaard. Figuur 3 laat de mogelijke routes van deze verwaarding zien. In de Green Gas Green Deal (G3D) worden de verschillende routes op dit moment uitgewerkt en de business cases verder onderbouwd. Figuur 1: verwerking mest op rundveebedrijf (voor aannamen zie bijlagen) Boerderij rundvee Raffineren drijfmest NK Fractie Dikke P Fractie Kosten per ton ingaande mest Water 11,07 Figuur 2: route voor de varkenshouderij (voor aannamen zie bijlagen) Varkenshouderij Regionale verwerking Scheiden Dunne fractie Dikke fractie Flotatie & RO Drogen/ Hygiëniseren Water Concentraat Export Kosten per ton ingaande mest 20,20 Figuur 3: routes naar biogas (voor aannamen zie bijlagen) Warmte WKK Rundveemest groot door WKK: 0,08/ Nm 3, of 6,08 per ton ingaande mest Ruw biogas (netto output) Opwaarderen GG rundvee kleinschalig: 5,71 / ton ingaande mest, of 0,23/ Nm 3 varkens regionaal 2,66/ ton ingaande mest, of 0,11 /Nm 3 Met membraantechnieken, injectie in 8 bar RTL Opwaarderen bio-cng Korte afstand vervoer (trekkers e.d.) Is gelijk aan Opwaarderen GG. Alternatief is biomethaan (99% CH4). Opwaarderen bio-lng Lange afstand vrachtvervoer (binnenvaart, wegtransport)

Figuur 4: routes vergisten en digestaatopwerking (voor berekeningen en aannamen zie bijlagen) Input 5.600 ton drijfmest (ca. 173 mk) a 25 m3 biogas 15% biogas voor warmte vergister. Netto output 166.600 m3 biogas en 5.365 ton digestaat. (ECN 2013) totaalkosten Invest. 300k 12jr 6% rente Opex: 21,5k. Capex: 31,5k. Boerderij rundvee Vergisten Regionaal rundvee Scheiden (erf) Regionaal varkens Transport Vergisten Opbrengsten en besparingen kosten 9,46/ ton ingaande mest Groengas levering aardgasnetwerk 11,82 15,17 Kostprijs (0,38/ Nm 3 ) Ruw biogas (zie Raffineren 11,07 / ton ingaande mest NK Fractie Dikke P Fractie Water besparing kunstmestinkoop en mestafzet en Boxvulling diepstrooiselboxen Totaal per ton ingaande mest 7,07 11,08 18,89 26,25 Digestaat Hygiëniseren Export Dunne Fractie 0,16 /Nm 3 SDE fase 3; 11,83 /ton ingaande mest Kosten per ton ingaande mest Dikke Fractie Export 20 Aanvoer (gatefee) - 20/ ton ingaande mest 0,54 / ton ingaande mest 0,16 / Nm 3 SDE Fase 3; 3,88/ ton ingaande mest Ruw biogas Digestaat Kostprijs ( 20/ton) Scheiden Dunne fractie Dikke fractie Flotatie & RO Transporteren Vergisten Hygiëniseren Transporteren Drogen/ Hygiënis -eren Concentraat Water Export Kosten per ton ingaande mest 5

Zonder monovergisting kost de mestverwerking op dit moment, op basis van diverse marktbronnen, rond de 20 per ton ingaande mest. Toevoegen van monovergisting kan de business case verbeteren maar hiervoor zijn wel een aantal stappen nodig. Kosten monovergisting op bedrijfsniveau op dit moment De kosten voor monovergisting met mestverwerking (opwerking/ raffinage) zijn op dit moment: Investering per vergister met raffinagestap: 500.000 per monovergister (o.b.v. ECN 2012 monomestvergisting 300.000 en o.b.v. diverse marktbronnen 13 raffinagestap 200.000). Op dit moment zijn er al systemen in de markt die in totaal rond de 350.000 kosten. Kosten biogasproductie en kunstmestvervangers op bedrijfsniveau: Productie van 1 m 3 ruw biogas kost op dit moment 0,38 per Nm 3 ; 8-10 euro per ton ingaande mest Raffinage tot kunstmestvervangers (restproduct: composteerbare fractie en water) kost 11 euro per ton ingaande mest extra. Opwerking ruw gas tot bruikbaar gas voor wkk, invoeding gasnet of voor mobiliteit kost gemiddeld 23,6 of 3-6 euro per ton ingaande mest extra. Bij centrale opwerking van het gas komen nog kosten voor vervoer Kosten biogasproductie bij regionale verwerking: Productie van 1 m 3 ruw biogas kost op dit moment 0,16 of 6 euro per ton ingaande mest Voor de verwerking van het digestaat inclusief de mestaanvoer- en afzetkosten van de producten voortkomend uit verwerking zijn de kosten 20 per ingaande ton mest. BUSINESS CASE MET KUNSTMESTVERVANGERS Opbrengsten en kostenbesparingen bij monovergisting digestaatverwerking op bedrijfsniveau Opwerken digestaat tot kunstmestvervanger kan een besparing opleveren voor een individueel melkveebedrijf van 34.000,- per jaar. Wanneer gedroogde digestaat gebruikt kan worden als box bedekking kan het voordeel oplopen tot 40.000,- per jaar (berekening: zie bijlage) Deze besparing is voor twee derde bepaald door besparing op de afzetkosten van mest, en daarnaast op besparing van aankoop van kunstmest en strooisel. Voor de 2.000 melkveebedrijven die gaan vergisten zou dit 68 mln. opleveren. Bij opbrengsten energie o.b.v. SDE+ fase V wordt er kostenneutraal gewerkt, m.a.w. de kosten zijn gelijk aan de opbrengsten per ingaande ton mest. Niet meegenomen is de potentiele opbrengst voor broeikasgas reductie. KOSTENBESPARING MELKVEEHOUDERIJ Voor een toekomstbestendig bedrijf ( ongeveer 170 melkkoeien op 60 hectare met een gemiddelde melkproductie per koe) en bij forfaitaire gehalten in de mest, kan mestverwerking, ook zonder monovergisting, op bedrijfsniveau een besparing opleveren als eindproducten van het verwerkingsproces ingezet kunnen worden als boxvulling en kunstmestvervanging van kunstmest. Besparing per jaar Minder afzetkosten mest 22.451 Besparing aankoop kunstmest 11.525 Besparing strooisel 6.690 Max besparing 40.666 Kostenbesparing bij monovergisting en digestaatverwerking regionaal Voor de varkenshouderij wordt niet direct een kostenbesparing op bedrijfsniveau voorzien. Het realiseren van voldoende verwerkingscapaciteit zal leiden tot daling van afzetkosten. Op dit moment is regionale verwerking, inclusief vergisting, van varkensmest met fase 3 onvoldoende renderend. Zie de bijlage. Deze daling zal groter zijn naarmate er meer waarde aan het digestaat kan worden toegevoegd. Een kunstmestvervangingsstatus zal er voor zorgdragen dat de 6 per ingaande ton mest aan afzetkosten verwerkte producten een positieve waarde gaan vormen. Bij daling van de afzetkosten wordt voor degenen die geïnvesteerd hebben in monovergisting op bedrijfsniveau het voordeel kleiner. Degenen die niet geïnvesteerd hebben zullen minder snel investeren in monovergisting. Het is moeilijk in te schatten hoeveel de mestafzetkosten omlaag gaan en waar het kantelpunt ligt. OPBRENGSTEN Na vergisting van laagwaardige reststromen blijven er een aantal producten over: Digestaat Biogas 13 CCS Energieadvies; GET/LELY mondelinge mededeling

De opbrengsten van vergisting worden bepaald door de waarde van deze producten: Digestaat heeft op dit moment dezelfde status als mest en is een kostenpost. Na bewerking zijn de volgende productstromen te onderscheiden: Vloeibare NK-rijke fractie (mineralenconcentraat, fertraat) Vaste P- en organische stof rijke fractie (bodemverbeteraar, exportwaardige meststoffen ) Loosbaar water (spoelwater) Het is mogelijk digestaat op te werken tot kunstmestvervangers. Met de status van kunstmestvervanger zal de vermarktbaarheid vergroten en zal digestaat tot opbrengsten leiden. Ruw biogas kan op verschillende manieren tot waarde worden gebracht. Wat de beste route is hangt af van bijvoorbeeld de locatie waar opgewekt wordt. Huidige conversieroutes voor ruw biogas zijn: Warmte Stroom en warmte middels WKK Opwaardering tot Groen Gas en invoeden op het gasnet Opwaardering tot bio-cng (gasvormig) of bio-lng (vloeibaar) voor transport Binnen de Green Gas Green Deal (G3D) wordt de routekaart groen gas momenteel uitgewerkt. rechten. Op dit moment is het mogelijk om afhankelijk van de afzet, de vermeden uitstoot te gelde te maken, bijvoorbeeld via verkoop van Garanties van Oorsprong bij energieproductie. rechten, potentiële opbrengsten In potentie is het ook mogelijk om de besparing die als gevolg van vergisting optreedt te verkopen. Op dit moment is het mogelijk om dat via het vrijwillige emissiehandel te doen. Opbrengsten op dit moment rond 5 euro per ton eq. voor een Gold Standard VER (Carbon Trade Exchange; Climex 14 ). Dit betekent een opbrengst van 1 1,25 per kuub mest Daarnaast kunnen in beginsel rechten uit vermeden emissies via ETS worden verhandeld. Dit vereist een strakke monitoring en borging waardoor het op dit moment nog niet interessant is om op te pakken. Alleen als er op grotere schaal met monovergisting wordt gewerkt, volgens welke route dan ook, dan wordt het kosteneffectiever om dit te doen. Op dit moment leveren ETS rechten ongeveer 5 euro per ton op (pointcarbon.com feb 2013), veel minder dan de beoogde 25-40 bij een goed werkende markt. WAAROM GEBEURT HET NU NOG BEPERKT? Bovenstaande laat zien dat er kansen liggen voor het verduurzamen van de veehouderij met behulp van mestverwerking in combinatie met monovergisting. Toch worden deze kansen nu nog niet benut. Dit heeft een aantal redenen waarvan de belangrijkste is dat monovergisting nu nog te duur is t.o.v. andere duurzame opties. De redenen voor deze slechte business case zijn: De mineralen in het digestaat kunnen niet worden gebruikt als kunstmestvervanger De vermeden broeikasgasemissies door mestvergisting kunnen niet worden verzilverd. Met name kleinschalige installaties (100-150 koeien) voor energieproductie en kunstmestvervangers hebben te hoge kapitaalkosten (investering 500.000). Door innovatie en schaalvoordelen moeten deze kosten nog verder dalen (investering richting 250.000). Product/marktcombinaties zijn nog niet voorhanden, maar wel aanstaande: (1) mono vergisting na stalrenovatie & schaalvergroting en (2) grootschalige mestvergisting gekoppeld aan restwarmte van industrie. Dit zijn de twee sporen die succesvol kunnen worden. ONRENDABELE TOP Op dit moment kan verwerking van mest in combinatie met mestvergisting eigenlijk niet uit. Onderstaande grafiek illustreert dat voor monovergisting op bedrijfsniveau, zonder opwerking van digestaat. Op dit moment is zelfs meer dan fase V nodig om deze case sluitend te maken. Als door innovatie de kosten voor monovergisting halveert dan ontstaat de situatie die we in de grafiek kosten optimaal noemen. Dan is de case met fase III kostenneutraal. Figuur 5 onrendabele top verschuiving door innovatie 14 Geraadpleegd 22 maart 2013 www.carbontradeexchange.com: 5,50. Climex: 4,75

SUGGESTIE: BELEID VOOR MONO-VERGISTING Om de potenties te realiseren is het nodig dat er een doorbraak komt voor monovergisting. De belangrijkste stap is dat de kapitaalkosten van de vergister en de apparatuur voor het verder opwerken van digestaat significant daalt. Op dit moment hebben veel technieken en initiatieven de leercurve doorlopen is het wachten op schaalvoordelen. Te verwachten is daarom dat, op basis van de ontwikkelingen in de markt lijkt een halvering van de kosten reëel. Immers: op dit moment is de prijsrange van monovergisters (energieproductie) al tussen 75.000 en 300.000. Dit verschil wordt uiteraard veroorzaakt door de mate van technische complexiteit en verfijndheid van de vergister. Te verwachten is dat bij grootschalige adoptie van vergisting de kosten zullen dalen. Daarnaast is het goed denkbaar dat er op langere termijn door verdere innovaties ook een positieve ontwikkeling zal komen waar het gaat om de afzet van producten uit mestvergisting (biobased). Een en ander betekent wel dat er nu stappen gezet moeten worden. Wij denken dat deze stappen ondersteund kunnen worden door de overheid, juist omdat het ook voordelen biedt voor de BV Nederland. VAN DE STATUS QUO VIA DE PRAKTISCHE POTENTIE NAAR DE MAXIMALE POTENTIE Dit moet in samenwerking mogelijk zijn. Wat wij vragen van de overheid: Afspraken over mogelijke inzet van eindproducten bij monovergisting. Verlaging investeringskosten monovergisters op bedrijfsniveau. Bijvoorbeeld door: Innovatiebijdrag voor kleinschalige monovergisters Faciliteren van een grootschalige demonstratie voor monovergisters op bedrijfsniveau, bijvoorbeeld door een gezamenlijke aanbesteding van bedrijfsleven en overheid voor 100+ monovergisters Gedurende vier jaar een schot in de SDE voor monovergisting ter grootte van 15% van het SDE budget. SBIR regeling voor goed werkende vergister/digestaatopwerking voor 150.000 all-in zodat ook in de wat verdere toekomst perspectief blijft. Biogas opgewekt op het eigen bedrijf en ingezet voor bedrijfsprocessen (traktoren, aggregaten) vrijstellen van accijns. Vermeden methaanemissies belonen, bijvoorbeeld door domestic offset mogelijk te maken voor monovergisting Ondersteuning bij het koppelen van de agrarische sector aan andere sectoren met een duidelijke doelstelling voor reductie: kan de agrarische sector bijvoorbeeld de KLM helpen neutraal te worden? BIJLAGEN: - aannamen en toelichting routes mestvergisting en mestverwerking - doorrekening mestvergistings en verwerkings routes Bijlagen zijn op verzoek verkrijgbaar.

REFERENTIES: Agentschap NL (2013) SDE+ 2013. Zo vraagt u subsidie aan voor de productie van duurzame energie. Agentschap NL, Zwolle http://www.agentschapnl.nl/sites/default/files/digitale%20brochure%20sde+%202013%20(kleurenversie)%20def%20incl%20monitoring.pdf Carbon Trade Exchange (2013) Carbon Trade Exchange. London. http://carbontradexchange.com/ Geraadpleegd 22 maart 2012 CBS (2012) Hernieuwbare energie in Nederland 2012. CBS, Den Haag http://www.cbs.nl/nr/rdonlyres/3047c025-fc03-4457-b7d2-bc0783f52ef1/0/2012c89pub.pdf CBS (2013) Aardgasbalans: Aanbod en Verbruik. http://statline.cbs.nl/statweb/publication/?vw=t&dm=slnl&pa=00372&d1=a&d2=335-337,352-354&hd=130328-1449&hdr=g1&stb=t (geraadpleegd 28 maart 2013) CBS (2013) Bevolking en huishoudens; viercijferige postcode, 1 januari 2008 http://statline.cbs.nl/statweb/publication/?vw=t&dm=slnl&pa=71899ned&d1=66,70&d2=4368,4466&hd=130327-1245&hdr=t&stb=g1. Geraadpleegd 27 maart 2013 CBS (2013) Mestproductie varkenshouderij en rundveehouderij http://statline.cbs.nl/statweb/publication/?vw=t&dm=slnl&pa=80866ned&d1=10-12,17,24&d2=0&d3=16-19&hd=130225-1158&hdr=g2 &STB=G1,T&CHARTTYPE=1 (geraadpleegd 25 feb 2013) Climex (2013). Press Release 18 maart 2013: Climex introduces monthly Collective Purchase Auctions for Gold Standard VERs. Climex. Amsterdam http://www.climex.com/documents/collective%20auctions.pdf Geraadpleegd 22 maart 2012 ECN (2012): Basisbedragen in de SDE+ 2013 Eindadvies (categorie monomestvergisting). ECN, Petten. Zie http://www.ecn.nl/publicaties/pdffetch.aspx?nr=ecn-e--12-038 en http://www.ecn.nl/fileadmin/ecn/units/bs/sde/sde_2013/g2013_mestmonovergisting.xls Odegard et al. (2012) Cascading of Biomass: 13 Solutions for a Sustainable Bio-based Economy. Making Better Choices for Use of Biomass Residues, By-products and Wastes Report. CE Delft, Delft Coenen et al. (2012) Greenhouse Gas Emissions in the Netherlands 1990-2010. National Inventory Report 2012 and CRF 2012. Ministerie van I en M, Den Haag http://unfccc.int/files/national_reports/annex_i_ghg_inventories/national_inventories_submissions/application/zip/nld-2012-nir- 14apr.zip (National Inventory Report) en http://unfccc.int/files/national_reports/annex_i_ghg_inventories/national_inventories_submissions/application/zip/nld-2012-crf-14apr.zip (CRF) Ecofys (2012) Costs and effectiveness of domestic offset schemes. Final report. Project number: MARNL12277. Ecofys, Utrecht Ecorys (2013) Banen en economische waarde van 16% duurzame energie in Nederland in 2020. Ecorys Nederland BV, Rotterdam. http://assets.wnf.nl/downloads/ecorys banen_en_economische_waarde_van_16 de_in_nl_in_2020.pdf Ministerie van LNV (2008) Convenant Schone en Zuinige Agrosectoren. Ministerie van LNV, Den Haag Leusink, Blokland & Bosma (2011) Monitoring Mestmarkt 2010. Achtergronddocumentatie. LEI, Den Haag PBL and CE Delft (2012) Sustainability of biomass in a bio-based economy; A quick-scan analysis of the biomass demand of a bio-based economy in 2030 compared to the sustainable supply. Planbureau voor de Leefomgeving (PBL); CE Delft Bilthoven; Delft Tweede Kamer (2012) 31239 nr. 142. Stimulering Duurzame Energie. Brief van de Minister van Economische Zaken over Openstelling SDE+2013. https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-31239-142.html Vreuls, H. en P. Zijlema (2011) Jaarlijkse update NL brandstoffenlijst. Agentschap NL, Utrecht http://www.agentschapnl.nl/sites/default/files/

VERANTWOORDING Dit document is opgesteld door LTO Nederland in afstemming met Royal Friesland Campina Groen Gas Nederland, Groen Gas Mobiel en Green April April 2013