Veel jonge Mexicanen proberen naar Amerika te komen omdat ze denken dat ze daar een betere toekomst zullen hebben.

Vergelijkbare documenten
6, Een grens tussen arm en rijk. 1.3 Relaties: handel en investeringen. Samenvatting door een scholier 1486 woorden 9 juni 2010

Samenvatting Aardrijkskunde Wereldbeeld

6,1. Samenvatting door een scholier 1759 woorden 11 januari keer beoordeeld. Aardrijkskunde

Samenvatting Aardrijkskunde Wereldbeeld hoofdstuk 1

Samenvatting door een scholier 1840 woorden 30 november keer beoordeeld. Aardrijkskunde

6,6. Samenvatting door R woorden 15 december keer beoordeeld. Aardrijkskunde

Samenvatting Aardrijkskunde Nederland

Scheiding tussen de VS en Mexico is ook een cultuurgrens. Dit zie je aan verschil in:

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 1

WERELD. 4 havo 1 Wereldbeeld 1-2

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 1 paragraaf 2 t/m 10

Samenvatting Aardrijkskunde hoofdstuk 1 paragraaf 2,3,4,7,8

Help! Het water komt!

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 4, Nederland Wateroverlast

2 rivieren: natuurlijke systeem

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 4: Rivieren en Kust

Samenvatting Aardrijkskunde Paragraaf 1.1 t/m , 1.8

AK samenvatting H4. Het stroomstelsel is de hoofdrivier met alle zijtakken, het bestaat uit drie delen:

4,6. Samenvatting door L. 989 woorden 30 november keer beoordeeld. Aardrijkskunde

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 2

Je let op: koopkracht, levensverwachting en analfabetisme. Voor één dollar kan je in het ene land meer kopen dan in een ander.

Twee belangrijke aardrijkskunde vragen zijn waar komt iets voor? En waarom is het daar? Verklaring zoek je in interne factoren en externe factoren.

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 4

Samenvatting Aardrijkskunde H1 paragraaf 2 t/m 8

Paragraaf 2 hoe de rivier werkt

Aantekening Aardrijkskunde Hoofdstuk 1: Globalisering

WERELD. 4 havo 1 Wereldbeeld 5

Thema 3 Waterland. Samenvatting. Meander Samenvatting groep 7. De Rijn. Rivierenland. Onder de loep. Begrippen. bron. gemengde rivier.

Hoeveel manieren worden er gebruikt bij aardrijkskunde om de welvaart in een land te meten?

6,1. Wat is migratie? On the move. Samenvatting door een scholier 1685 woorden 3 juni keer beoordeeld. Aardrijkskunde. 2.

Soorten rivieren vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Nigeria. 1. Bevolking en welvaart in Nigeria 2. Voedselvoorziening in Nigeria 3. Nigeria in de wereldeconomie 4. Gezond in Nigeria

De kloof wordt breder. Boekverslag door H woorden 15 februari keer beoordeeld. Aardrijkskunde

Vervolg aantekeningen H1 Nat. Hulpbronnen. Omgaan met Natuurlijke Hulpbronnen Hoofdstuk 1.1 Aardrijkskunde CA-3

Samenvatting Aardrijkskunde Water hoofdstuk 2

Soorten rivieren vmbo-kgt34

Samenvatting Aardrijkskunde Leefbaarheid en zorg in stedelijke en landelijke gebieden

Eindexamen aardrijkskunde havo II

DE WERELD VAN DE GROTE STAD

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 1, les 1,2,3

Menselijke ingrepen vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Spreekbeurt Aardrijkskunde De Verenigde Staten: land van migranten

Bevolkingsspreiding. Waar zit iedereen? Juist of onjuist: China is het grootste land ter wereld. A. Juist. B. Onjuist

Eindexamen aardrijkskunde havo I

uiterwaard + uiterwaardvergraving + retentie : winterdijk - Zomerdijk = + + : - =

INDONESIË. Sociaaleconomische positie en ontwikkelingen

Samenvatting Aardrijkskunde H3 Paragraaf

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 3.4 t/m 3.6

WERELD. 5 havo 1 Globalisering 10-13

Lesbrief. Dijken. Kijken naar dijken. Afdeling Communicatie waterschap Hollandse Delta

Eindexamen aardrijkskunde havo I

4,3. Werkstuk door een scholier 2417 woorden 3 november keer beoordeeld. Aardrijkskunde. 1. Wat zijn de kenmerken van onderontwikkeling?

Score-overzicht. 2 0 Correctievoorschrift: Uit het antwoord moet blijken dat in het oosten de matigende invloed van de zee kleiner is.

Het bnp/hoofd is een gemiddeld getal en de afwijkingen ten opzichte van het gemiddelde kunnen erg groot zijn

9,2. Antwoorden door een scholier 1786 woorden 1 april keer beoordeeld. Aardrijkskunde. Oefentoets hoofdstuk 3

De islam Ongeveer...mensen zijn islamiet. De heilige stad van de Islam is..., de... van de profeet Al zijn leefregels staan in de...

5,9. Samenvatting door een scholier 1458 woorden 18 januari keer beoordeeld. Aardrijkskunde

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 1 en 2: Arm en rijk

3 havo 4 water, 2 t/m 4

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 1 dinsdag 26 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

AK hoofdstuk 2; Wereldbeeld

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 2 woensdag 20 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Gebruik De Grote Bosatlas, 54e druk.

Eén Korea, twee landen

uiterwaard + uiterwaardvergraving + retentie : winterdijk - Zomerdijk = + + : - =

Rivieren vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

AK HF SE 2 'Wonen in NL' hoofdstuk 1

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 2 woensdag 19 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Gebruik De Grote Bosatlas, 55e druk.

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 1, 2 en 3, Migratie en vervoer

Werkstuk Aardrijkskunde Binnenlandse migratie in de VS

Samenvatting Aardrijkskunde H1 Zuid-Afrika en Argentinië

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 1 dinsdag 29 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Studiewijzer Aardrijkskunde 12 e klas VWO

Samenvatting Aardrijkskunde 4.1 t/m 4.6

Daarnaast wordt er ook nog onderscheid gemaakt in de soort rivieren. Ook hier zijn er drie van:

7.4. Boekverslag door E woorden 24 september keer beoordeeld. Aardrijkskunde

Samenvatting Economie H8

Een gedeelte van een stad of een groter dorp. Een wijk bestaat uit meerdere buurten.

Antwoorden Economie H1; Productie en Productiefactoren (Present)

Examen HAVO. Centraal Examen Havo Aardrijdskunde 2014 tijdvak 1 Opgaven aardrijkskunde

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 1 maandag 15 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Gebruik De Grote Bosatlas, 54e druk.

3.2 De omvang van de werkgelegenheid

Samenvatting Aardrijkskunde Migratie & mobiliteit

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 4

De antwoorden zoek ik op in de Bosatlas, en vergelijk ik met Nederland, Japan en Chili. Hieronder zie je waar de vier landen liggen.

1 Landschap en klimaat in Turkije

5,5. Werkstuk door een scholier 1890 woorden 25 juni keer beoordeeld. Aardrijkskunde

Werkstuk Aardrijkskunde Binnenlandse migratie in de VS

GROOT-BRITTANNIË en zeeklimaat

Praktische opdracht Economie Derde Wereld schuld

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 1 donderdag 27 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Rijnreis hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Een wal van zand, klei of steen die mensen beschermt tegen hoog water. De plek waar het rivierwater in de zee uitkomt.

Arm en Rijk. Hoofdstuk 2: Arm en rijk in de Verenigde Staten

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 4: Wereld

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 2 donderdag 23 juni 13:30-16:30 uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Gebruik De Grote Bosatlas, 54e druk.

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 3 Samenhang en verscheidenheid

Antwoorden Aardrijkskunde H1 bevolking 1.7 t/m 1.9 en workitout

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 1, 2, 3 oefenvragen en antwoorden

Samenvatting Aardrijkskunde H1 en 2 Nederland verandert

Samenvatting Aardrijkskunde globalisering in Azi?

Transcriptie:

Samenatting door een scholier 4776 woorden 22 augustus 2013 6,1 14 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde BuiteNLand Aardrijkskunde 1 Op de grens Veel jonge Mexicanen proberen naar Amerika te komen omdat ze denken dat ze daar een betere toekomst zullen hebben. Er is eel controle en het is erg geaarlijk, maar toch lukt het eel Mexicanen het Amerikaanse grondgebied te bereiken. Ze zijn dan illegaal in het land en moeten het zwaarste werk doen en erdienen er weinig. Toch wagen eel Mexicanen de sprong. 1.2 Een grens tussen arm en rijk Kenmerken an welaart - Welzijnindex - Verdeling beroepsbeolking: Hoe meer mensen in de landbouw, hoe armer het land. Ook weinig dienstensector, daarin ooral informele sector - Handel, infrastructuur, gezondheidszorg en onderwijs zijn hoog ontwikkeld - Grote koopkracht - Verschil in spreiding en groei - Beolkingsspreiding - Geboorte en sterfte Beolkingsspreiding = de manier hoe de beolking is erspreidt. Beolkingsdichtheid = hoeeel mensen er op 1 ierkante km wonen. Waarom in arme landen meer kinderen worden geboren: - Kinderen zijn een bron an inkomsten - Streng geloigen dus geen anticonceptie - Aanzien - Kinderen zijn een oudedagsoorziening 2 Een grens tussen rijk en arm Er is een groot erschil tussen Amerika en Mexico als het om rijk en arm gaat. Verschil in welaart: https://www.scholieren.com/erslag/79189 Pagina 1 an 15

- Koopkracht - Verdeling an de beroepsbeolking - Hoe meer mensen in de landbouw werken hoe armer een land. - Veel Mexicanen werken in de informele sector. - Arme landen hebben aak een jonge snel groeiende beolking Tussen de VS en Mexico is een cultuurgrens: - Taal - Godsdienst - Bouwstijl - Gebruiken In het zuiden an de VS wonen eel Mexicanen. 1.3 Relaties: handel en inesteringen - Een centrum-periferierelatie = de periferie leert arbeiders, grondstoffen, en laagwaardige eindproducten. Centrum leert hoogwaardige eindproducten, hoogopgeleide mensen, werkgelegenheid. Ze zijn afhankelijk an elkaar. - Grensregio (Tortilla Curtain) - Maquiladora s / assemblagebedrijen = Bedrijen die oor arbeidsintensiee deel an productieproces gebruik maken an lage lonen. De producten worden erkocht in eigen land. Voordelen an maquiladora s - Geen importbelasting - Gunstige ligging t.o. de VS - Lage lonen Assemblage = het in elkaar zetten an producten. Arbeidsintensief = eel inzet an arbeid nodig, oor weinig geld Maquiladora s - maakindustrie - ooral jonge meisjes - arbeidsintensief - belastingrij en lage lonen. Afstandsbeal = B: richting het zuiden an Mexico neemt het aantal maquiladora s af. https://www.scholieren.com/erslag/79189 Pagina 2 an 15

Geboortecijfer = het aantal leengeboren per 1000 inwoners per jaar. Steftecijfer = Het aantal stertegeallen per 1000 inwoners per jaar. 1994: NAFTA ( North America Fair Trade Agrement) : VS, Canada en Mexico ersloten erdrag rijhandelszone Maquiladora s ook buiten grenszones stichten. Daardoor gaan multinationals ook maquiladora s stichten in het zuiden, waar het nog goedkoper is. 3 Relaties: handel en inestering Op de grensregio staan eel assemblage fabrieken uit Amerika. Er zijn daar goedkope arbeiders krachten en goedkope middelen. 1.4 Go north, young Mexican - De grens trekt Illegale Mexicanen in VS -> ooral landbouw, bouw, horeca en huishouding (rouwen). Pushfactor: armoede. Pullfactor: werk en inkomen. Volgmigratie = na de eerste migratie komen ook familie en kennissen oer. (Familiehereniging) - Migratie in de grensregio. Afstandseral = wanneer een ruimtelijk erschijnsel afneemt naarmate de afstand toeneemt. Dubbelsteden: kleine plaatsjes zijn door migratie en komst maquiladora s uitgegroeid tot grote steden. El Paso -> dienstencentrum. Ciudad Juárez -> industriestad. 1.5 Mexico en de VS: oor eeuwig erbonden Bron an inkomsten Mexico: 1. Olie-export 2. Migrantengeld Mexicanen profijt oor VS: - Goedkoop - Doen het uile werk - Gemakkelijk ontslagen worden - Houden productiekosten laag. VS profijt oor Mexico: - Maquiladora s https://www.scholieren.com/erslag/79189 Pagina 3 an 15

- bron an inkomsten Probleem: Illegalen erdringen legale arbeidskrachten. Riier de Rio Grande: eruilde riier Oorzaken: bedrijen en steden aan beide kanten an de grens gebruiken het als open riool. - corruptie (=omkoping) onder inspecteurs - boetes zijn niet hoog. - De riier wordt ooral eruild door eel kleine bedrijfjes. Maatregelen: Internationale aanpak -Cuidad Juárez: economische groei -> eel migranten Te weinig scholen en geen aansluiting op waterleiding en riool. Fluiaal = stroomgebied an een riier Urbanisatie = mensen trekken naar de stad Wat maakt de grensregio uniek? 1. Meest harde grens tussen arm en rijk 2. Eigen grensoerschrijdende identiteit. -> Mengcultuur -> Wijkt af an identiteit Mexico en VS (taal, muziek etc) 3. Tegenstelling tussen arm en rijk kleiner dan tussen Mexico en VS als geheel 4. Dubbelsteden Problematiek grensregio 1. Toename laaggeschoolde arbeid in economie VS -> olgmigratie (nationaal) 2. Mensensmokkel en drugshandel (regionaal) 3. Oerbeolking in dubbelsteden -> krottenwijken 1.6 Arm en rijk Hoe meet je welaart? - BNP per inwoner (BNP/hoofd) -> welaart - VN-welzijnsindex -> welzijn Let op koopkracht, maar ook op alfabetiseringsgraad en leenserwachting. - Andere aanwijzingen oor mate an ontwikkeling: - Verdeling beroepsbeolking - Toegang tot schoon drinkwater, scholing en gezondheidszorg - Voedselsituatie https://www.scholieren.com/erslag/79189 Pagina 4 an 15

Problemen bij meten an welaart (gebruik: BNP/hoofd) 1. Dollar is niet oeral eeneel waard (denk aan: Mexico/VS). -> koopkracht 2. Inkomsten uit informele sector, ruilhandel en zelfoorziening tellen niet mee in de officiële statistieken an de economie. (Arme landen -> grote informele sector) 3. Sociale ongelijkheid -> ongewenste en grote erschillen in inkomen en ontwikkelingskansen tussen groepen mensen. Er wordt alleen naar gemiddelde gekeken. 1. Interne oorzaken -> ligt aan het land zelf. - Natuurlijke oorzaken (ongunstig klimaat, bergachtig, onruchtbaar en nauwelijks natuurlijke hulpbronnen - Menselijke oorzaken (slecht bestuur, corruptie, oorlogen) 2. Externe oorzaken -> ligt aan soort relatie dat een ontwikkelingsland heeft met rijke landen. Rijk = dominant, arm = afhankelijk. -> centrum-periferiemodel. Geolg -> ongelijke uitwisseling an: - Goederen -> grondstoffen uit periferie, kapitaalgoederen uit centrum (oa machines). - Arbeid -> ongeschoolde arbeidsmigranten uit periferie, hoogopgeleide technici uit centrum. - Kapitaal -> schulden en terugbetalingen uit periferie, inesteringen en leningen uit centrum. Centrum: hoogste welaart en grootste beolkingsdichtheid. Belangrijkste stedelijke centra, industrieën en diensterlenende bedrijen. Centrum heeft al macht anaf het koloniale tijdperk. Centrum-periferiemodel: gebruik op meerdere schaalnieaus. Voordeel: ingewikkeld systeem wordt eenoudig weergegeen. Nadeel: de situatie wordt te simpel oorgesteld. - Internationale arbeidsdeling Vanaf 1980: internationalisering. Gebieden raken steeds meer met elkaar erween. Geolgen oor internationale arbeidserdeling (= specialisatie an werkgelegenheid in de erschillende delen an de wereld) -> af te lezen aan: exportpakket en samenstelling an beroepsbeolking an landen. B: ontwikkelingslanden -> Jaren 60: export ooral grondstoffen (ertsen, energie, handelsgewassen) Nu: stijging export industriële producten (met ruim 30%) NIC s (= New Industrialised Countries) https://www.scholieren.com/erslag/79189 Pagina 5 an 15

-> China, Taiwan, Zuid-Korea -> Brazilië, Mexico 1.9 Beolkingsspreiding en migratie - Beolkingsdichtheid en spreiding Beolkingsdichtheid = gem. aantal inwoners per km² Beolkingsspreiding, hoge concentraties: - Randen an continenten - Kustlaktes - Langs riieren - In ruchtbare gebieden - De spreiding erklaard Beolkingsspreiding erklaard in natuurlijke en sociaal-economische factoren: 1. Natuurlijke mogelijkheden Klimaat, ruchtbare bodems, beschikbaarheid an water, niet te bergachtig. 2. Ligging Ligging/erbinding bij economische kerngebieden. 3. Koloniaal erleden Meeste roegere kolonies: beolking aan kustgebieden - On the moe Soorten migranten (bron 38!): - Economische migranten ->Verschil in welaart en ontwikkelingsmogelijkheden - Politieke migranten -> Vluchtelingen die wegens onderdrukking hun land erlaten (legaal) - Ecologische migranten -> Natuur en/of milieurampen (buurlanden belangrijker dan rijke landen) 1.10 Wereldbeeld: beolkingsgroei - Beolkingsgroei Beolkingsgroei -> erschil tussen geboorte- en sterftecijfer aststellen. Opallend aan groei wereldbeolking: 1. De groei gaat steeds sneller 2. De groei gaat niet oeral een snel - Beolkingsgroei en welaart Waarom hebben arme landen zo n hoog geboortecijfer? https://www.scholieren.com/erslag/79189 Pagina 6 an 15

1. Demografisch: arme landen hebben een jonge leeftijdsopbouw 2. Scholing: bij rouwen neemt kennis geboortegraad toe + betere carrièremogelijkheden. Hoe meer meisjes naar school, hoe lager de ruchtbaarheid. 3. Religie: katholiek geloof -> geen abortus en oorbehoedsmiddelen. Rijke landen -> de pil, en ontkerkelijking. 4. Cultuur: groot gezin geeft eel aanzien. 5. Gezondheidssituatie: zuigelingensterfte (= aantal baby s per duizend leendgeborenen dat in het eerste leensjaar sterft). Hoe hoger de zuigelingensterfte, hoe hoger het geboortecijfer. 6. Armoede: erschil in welaart. Welaart stijgt -> kindersterfte daalt, beter opgeleide mensen, inloed an godsdienst neemt af, sociale zekerheid (b: pensioen) wordt groter. Geen noodzaak oor groot gezin meer. - Demografische transitie (bron!) Ontwikkeling geboorte- en sterftecijfer geef je weer in een demografisch transitiemodel. Verhouding tussen aantal 0-20-jarigen en aantal 20-65-jarigen = groene druk Verhouding tussen aantal 20-65- jarigen en aantal 65+ = grijze druk 1.12 Cultuurgebieden Cultuur = ideeën, oertuigingen en gebruiken die een groep gemeenschappelijk heeft. Cultuurelementen: - Immateriële elementen Onzichtbaar -> normen & waarden, taal, godsdienst - Materiële elementen Zichtbaar -> bouwstijl, landbewerking, kleding Cultuurgebied = Gebied waar één, of meerdere culturen die op elkaar lijken oorkomen. Godsdienst -> direct: boeddhisme, hindoeïsme -> indirect: westers, christendom Islam breidt zich nu uit an de periferie naar het centrum (westen), door immigranten. Kolonialisme = een land die zijn macht uitbreidt met de bedoeling het gebied te exploiteren (uitbuiting) Taal: - Inheemse talen erdrongen door: Engels, Spaans en Chinees. - Belangrijk bij wereldwijde uitwisseling an informatie en ideeën. 1.13 Cultuurgebieden in erandering Verandering an cultuurgebieden door: https://www.scholieren.com/erslag/79189 Pagina 7 an 15

- Veroeringen en kolonialisme - Toerisme - Migratie - Moderne communicatiemiddelen Diffusie = erspreiding anuit een kerngebied naar een ruimtelijk erschijnsel Cultuurermenging = nieuwe cultuurelementen worden ingepast in de bestaande cultuur Tegengestelde bewegingen op wereldnieau: 1. Homogenisering Door erwestering eragen grenzen tussen cultuurgebieden. Centrale normen en waarden worden wereldwijd gelijkgeschakeld -> begin mondiale cultuur. B: producten die oeral erkocht worden. 2. Heterogenisering Door migratie ontstaat een mix an westerse en niet-westerse cultuurelementen. B: multiculturele wijken. Transnationale identiteit = twee culturen die zich erenigen. Fundamentalisme = Richting dat zich asthoudt aan de oorsprong. -> zetten zich af tegen inloeden an de westerse wereld: b islam. Buurtprofiel Werkplan Wat: Buurtprofiel Waar(buurt): Soesterkwartier Wie: Tijmen Grootten, Marijn an der Ploeg en Tessa Zwart Wanneer: Onbekend Waar(oerleg): Op school Verdeling: 1. 2. 3. 1. 2. 3. 1. 2. 3. Buurtprofiel opstellen. Bewonerskenmerken en woningkenmerken + cijfers oer de buurt (gemiddeld inwoners, etniciteit). Buurtprofiel digitaal maken. (Exel). Verwerk de hoofd- en deel ragen in een concluderend slot. Interiew erwerken in een tabel en nagaan of de antwoorden an de buurtbewoners leeftijdsgebonden. Op een stadskaart de plekken markeren anaf waar de foto s genomen zijn. Een erandering toebrengen op de kaart an de buurt in de openbare ruimte. Foto s maken an betreffende buurt, de openbare ruimtes. De wijk erkennen en cijfers en leuke weetjes oer de buurt erzamelen. De leefbaarheid in de buurt concluderen aan de hand an het buurtprofiel. Foto s afdrukken en bijschriften plaatsen. Allemaal: 1. Enquêtes bij de buurtbewoners afnemen. 20 buurtbewoners worden geïnteriewd, open en gesloten ragen worden gesteld + geënquêteerdekenmerken noteren (leeftijd, geslacht). 2. Bedenk met z n allen een maatregel die de openbare ruimte moet erbeteren en onderbouw deze maatregel. 3. Een rapport opstellen met daarbij een begeleidende brief, gericht aan een gemeente ambtenaar. In de brief maken we ons sterk https://www.scholieren.com/erslag/79189 Pagina 8 an 15

4. oor de maatregel die de openbare ruimte moet eranderen. (briefregels staan op blz. 79 an het werkboek). Na bespreking met de werkgroep. (wat was er nuttig, saai, leuk aan het onderzoek?) Wat te doen als iemand niet meewerkt: De persoon duidelijk maken dat er meer an hem/haar erwacht wordt. Als de persoon hier niets aan doet, dan komt er een oerleg met de rest an de groepsleden, of eentueel de docent. Aan de hand an dat oerleg komt er een beslissing. Onderzoeksragen De hoofdraag die wij gaan beantwoorden is: Hoe kan de leefbaarheid in de wijk worden erbeterd door de inrichting an de openbare ruimte aan te pakken?. Bij deze onderzoeksragen horen een aantal deelragen die meehelpen in het beantwoorden an de onderzoeksraag. De hoofdraag: Hoe kan de leefbaarheid in de wijk worden erbeterd door de inrichting an de openbare ruimtes aan te pakken? Als je de openbare ruimte aantrekkelijker maakt, dan zullen er meer personen op af komen. Dit kan zorgen oor sociale contacten in de buurt. Hoe meer sociale contacten mensen in de buurt hebben, hoe eiliger ze zich oelen. Hierdoor zal dus ook de leefbaarheid an de wijk beter worden. De deelragen: 1. 1. Hoe is het buurtprofiel an deze wijk? Een buurtprofiel laat de woningkenmerken en de bewonerskenmerken zien. 1. 1. Hoe is de leefbaarheid in deze wijk? Leefbaarheid: Voor het bepalen an de leefbaarheid an een buurt gebruiken wij deze factoren: De aanwezigheid an oldoende oorzieningen zoals scholen, winkels, parkeerplaatsen, openbare erlichting, groen en openbaar eroer. Rapportcijfer: 7,5 Factoren die de eiligheid bepalen zoals inbraak, drugsgebruik, andalisme en erkeer. Rapportcijfer: 5 Zaken die te maken hebben met het milieu zoals eruiling, zwerfuil, bodemerontreiniging, luchtkwaliteit en geluidsoerlast. Rapportcijfer: 5,5 Sociale kenmerken zoals de aanwezigheid en kwaliteit an buurtcontacten en ormen an burenhulp Rapportcijfer: 7 Wij geen de leefbaarheid an het Soesterkwartier een rapportcijfer an 6,5. Dit is lager dan het cijfer dat de gemeente Amersfoort het Soesterkwartier geeft. De aanwezigheid an oldoende oorzieningen zoals scholen, winkels, parkeerplaatsen, openbare erlichting, groen en openbaar eroer, geen wij een rapportcijfer an 7,5. Wij inden dat er genoeg oorzieningen zijn in het Soesterkwartier. Vooral in de buurt an de scholen en winkel zijn de oorzieningen goed erzorgd. De eiligheid in de buurt scoort niet zo hoog. Wij geen een 5 als cijfer. Uit de enquête blijkt dat mensen niet tereden zijn oer de eiligheid in de buurt en de criminaliteits cijfers zijn hoog. De zaken die te maken hebben met het milieu zoals eruiling, zwerfuil, bodemerontreiniging, luchtkwaliteit en geluidsoerlast scoort een 5,5. De auto s op de drukke Noorderwierweg geen eel geluidsoerlast en wij zijn an mening dat er te weinig prullenbakken zijn en er daarom eel zwerfafal ligt. Ook ruikt het er aak naar uitlaatgassen, ooral bij de openbare ruimtes in de buurt. Sociale kenmerken zoals de aanwezigheid en kwaliteit an buurtcontacten en ormen an burenhulp geen wij een hoger cijfer. Een 7, uit de enquête blijkt dat de mensen blij zijn met hun buren ook zijn er https://www.scholieren.com/erslag/79189 Pagina 9 an 15

in het Soesterkwartier organisaties om buren elkaar beter te leren kennen. 2. Hoe is de toegankelijkheid an de openbare ruimte? 4. Hoe is het onderhoud an de openbare ruimte? Toen wij in de buurtaankwamen zag het er allemaal erg goed en erzorgd uit maar dat kwam doordat de opruimingsdienst net geweest was. ( geïnformeerd naar het rooster an de opruimingsdienst gemeente Amersfoort). Maar uit de enquête blijkt dat niet iedereen de openbare ruimte goed erzorgd indt. Er ligt soms wel eel afal in de openbare ruimte en er worden eel dingen regelmatig ernield(bushokjes). Dat is globale conclusie die uit de antwoorden getrokken is an de enquête. 1. hoe is de oerzichtelijkheid an de openbare ruimte? Dit is goed. De inrichting an de openbare ruimte is erg mooi. Aan de Noordewierweg staan bushokjes bijoorbeeld niet te dicht op elkaar, de winkels hebben een mooi uiterlijk en zien er goed erzorgd uit. 2. Hoe is het toezicht op de openbare ruimte? Uit de enquête blijkt dat sommige buurtbewoners erg tereden zijn met de toezicht in de buurt en op de openbare ruimte. Maar toch komt uit de enquête dat de meerderheid an de buurt niet tereden is met het toezicht. Of de bewoners inden dat er te weinig toezicht gehouden wordt of ze weten er niks anaf en zien het ook nooit gebeuren. Na kort onderzoek blijkt date r wel buurtpreentie is in het Soesterkwartier. Deze buurtorganisatie houdt ook een oogje op de openbare ruimte. Hieruit kunnen wij de conclusie trekken dat er toch wel genoeg en goede toezicht op de openbare ruimte wordt gehouden 3. Hoe eraar jij zelf de openbare ruimte? De openbare ruimte zag er goed uit maar Marijn an der ploeg woont zelf in het Soesterkwartier en merkt op dat de openbare ruimte niet altijd op de manier gebruikt wordt zoals die bedoeld is. Een oorbeeld hieran is bijoorbeeld dat er aak op bankjes en in speeltuintjes wordt gehangen door grote groepen jongeren. Ook nemen hondenbezitters aak niet de moeite om naar een uitlaateldje in de buurt te lopen. 4. Hoe eraren inwoners met erschillende persoonskenmerken de openbare ruimte? Uit de enquête blijkt dat de groep oudere buurtbewoners weinig of nooit gebruikt maak an de openbare ruimte. In tegenstelling tot de groep jongeren bewoners die rij intensief gebruik maakt an de openbare ruimte. Op dit punt is er een duidelijke scheiding waarneembaar tussen oud en jong. Enquete Enquete ragen: Leeftijd: Geslacht: man/rouw Partner: ja/nee kinderen: ja/nee aantal kinderen: 1 / 2 / 3 / 4 / 5 / 6 leeftijd: 1. Waarom bent u in deze wijk gaan wonen? 2. Voelt u zich eilig in deze wijk? Waarom? https://www.scholieren.com/erslag/79189 Pagina 10 an 15

3. Wat oor huis woont u? 4. Maakt u eel gebruik an openbare ruimtes?(speeltuin, bushokje) 5. Bent u tereden met uw buren? Waarom? 6. Vind u deze wijk schoon genoeg? 7. Vindt u deze wijk eilig oor uw kinderen? 8. Wat indt u dat erbeterd kan worden aan de openbare ruimtes? 9. Vindt u de huizen an een goede kwaliteit? 10. Vindt u dat er genoeg toezicht is op het Soesterkwartier? Brief 31 mei 2012 Veranderingsoorstel openbare ruimte Soesterkwartier Geachte heer Land (woordoerder GroenLinks gemeenteraad Amersfoort), Onlangs hebben wij, Tessa Zwart, Marijn an der Ploeg en Tijmen Grooten oor het Corderius college een buurtonderzoek gedaan in het Soesterkwartier. In dit onderzoek hebben de leefbaarheid in de buurt onderzocht. Daarbij hebben we ook gekeken naar de openbare oorzieningen in de buurt. Daarbij zijn wij gestuit op een aantal plekken in de openbare ruimte waaroer we tereden zijn. We hebben oor deze plekken een ontwerp gemaakt met een nieuwe inrichting. Hierin hebben wij wat kleine eranderingen aangebracht. Het gaat hier om twee plekken. Op de ene plek staat een bushokje waar wij niet tereden oer zijn. Op de andere plek gaat het om wat kleine erbeteringen op en rond de openbare begraafplaats in het Soesterkwartier. Er zijn een aantal eranderingen die we willen oorstellen: Het bushokje In dit nieuwe ontwerp is een prullenbak aangebracht. De oerkapping an het bushokje is nog steeds waterdicht maar nu ook zonwerend gemaakt en het bankje in het bushokje zelf is erlengt. Ook hebben we aan de zijkant an het bushokje een warmtepaal geplaatst. De begraafplaats Het hek wat om de begraafplaats heen staat is erg oud en erroest. Het moet nodig erangen worden. Ook is het nodig om een klein eldje bij de ingang an het kerkhof aan te leggen zodat honden bezitters daar hun honden uit kunnen laten. Ook merkten we op dat er eel afal lag op de begraafplaats. Naar ons idee zou er minstens 1 keer in de twee weken een schoonmaker moeten komen die de plaats moet onderhouden. In de bijlage is op de kaart precies aangegeen om welke plekken het gaat en wat er erbeterd kan worden. In hoeerre is het mogelijk dat u serieus naar deze plannen gaat kijken. Zou er oor deze openbare oorzieningenerbeteringen in gemeente een budget beschikbaar gesteld kunnen worden? Of moeten we hieroor het bestuur an het buurtbudget raadplegen? Kunt u ons het wijk plan an 2013 kunnen toesturen zodat wij kunnen kijken of misschien 1 of meer an onze erbeteringen daar al in staan. https://www.scholieren.com/erslag/79189 Pagina 11 an 15

Zou u deze eranderingen kunnen oorstellen aan andere gemeenteraadsleden of zou u het in een ergadering kunnen bespreken? Wij hopen zo spoedig mogelijk een antwoord an u te ontangen. Met riendelijke groet Samenatting Aardrijkskunde hoofdstuk 4 4.2 Hoe riieren werken Van boenloop naar benedenloop: Wateroerlast Stroomstelsel: geheel an hoofdstroom en zijtakken an een riier. Stroomstelsel: Boenloop: Hoog in de bergen waar de riier snel stroomt. Middenloop: Het middelste deel waar de riier door een dal loopt waarin hij zich heeft gesneden. Benedenloop: De riier stroomt in laagland waar ij ook in zee uitkomt. Veral: nieauerschil an een riier Verhang: het hoogte erschil per kilometer. meanderen: het slingeren an een riier Stroomgebied en waterscheiding stroomgebied: gebied waarbinnen alle neerslag ia het grondwater en de zijriieren in de hoofdriier terecht komt. Waterscheidingen: grenzen waardoor een stroomgebieden an elkaar worden gescheiden. Waterscheidingen zijn altijd gebergten of andere erhogingen in het landschap Hoe snel de neerslag in een riier komt hangt af an: De egetatie De bodem Een bos angt eel water op, en bomen zuigen water uit de grond, maar op een kale grond stroomt water richting sloten en riieren. In zand zakt water sneller weg dan in klei. Vertragingstijd: De tijd die neerslag nodig heeft om in de riier te komen. Regiem en Debiet Riieren worden geoerd door regenwater en smeltwater. Regiem: De eranderingen (schommelingen) in de afoer an een riier in de loop an het jaar. Type riieren: Gletsjerriier: wordt geoed met smeltwater uit de bergen. Het smeltwater komt ooral rij in het oorjaar, wanneer de gletsjers in de bergen afsmelten. Dan staat deze riier hoger dan normaal. Regenriier: wordt ooral geoed met regenwater. Kenmerkend oor dit type riier is de hoge waterafoer in de natte maanden an het jaar: het oorjaar, najaar en winter. De maas is een regenriier. gemengde riier: Krijgt zijn water oor een deel an smeltwater en oor een deel met regenwater. Dit type riier heeft de meest regelmatige regiem. De Rijn is een gemengde riier. https://www.scholieren.com/erslag/79189 Pagina 12 an 15

Debiet: De totale hoeeelheid water die een riier afoert. Het regiem en debiet kunnen ariëren. In natte jaren is het debiet hoger dan in droge jaren. Piekafoer: een grote hoeeelheid water dat in een korte tijd moet worden afgeoerd, omdat de waterpeil snel is gestegen. Inloed an klimaatserandering Geolgen an broeikaseffect oor riier: Meer neerslag, hogere debiet. Er zijn extreme weersomstandigheden: natte en droge periodes. Piekafoeren kunnen oerstromingen worden. De zeespiegel stijgt, water kan moeilijker in zee terecht. 4.3 De mens grijpt in De ongetemde riier Oeerwal: Een brede rug langs een riier, ontstaan door sedimentatie an zandig materiaal direct langs de riier tijdens oerstromingen. Zand, erg ruchtbaar. kom: Een laagliggend gebied tussen de riieren, met een bodem bestaande uit zware klei. Klei, niet zo ruchtbaar. Wonen in een riierengebied mensen woonden eerst alleen op de oeerwallen Er werden dijken aan gelegd langs de riier: Winterdijken Winterdijken: Dijk op een grote afstand an een riier, die zorgt dat het gebied erachter niet oerstroomt. Terpen: Door mensen opgeworpen heuel. Soms werd hier een boerderij gebouwd, soms een dorpje. Het doel an de terpen (of wierden) : bescherming tegen hoog water in laag Nederland. Terpen komen oor in de noordelijke proincies en in het riierengebied. Uiterwaarden: Gebied, meestal aan beide zijden an de riierbedding, tussen de winterdijken. Hier kan bij hoog water het teeel aan riierwater worden opgeangen zonder schadelijke geolgen. In de zomerperiode gebruikt oor eeteelt en recreatie (campings) Er werd een nieuwe dijk dichterbij de rieir aangelegd: Zomerdijk. Zomerdijk: Lage dijk of kade aan weerszijden an de riier, die het gebied erachter beschermen tegen een oerstroming in de zomer. De uiterwaarden zodat koeien kunnen grazen. Ingrepen met geolgen Er zijn ingrepen gedaan die de eiligheid niet altijd beorderd hebben: Kribben: Stroomafremmer of strekdam in een riier. Hierdoor blijft de riier in het midden an een stroomgeul en blijft de stroomgeul diep genoeg oor scheepaart. Het erhogen an dijken. De riier gekanaliseerd en bochten weggehaald, de kans op oerstromingen is groter Verstedelijking: Het erschijnsel waarbij steeds meer mensen in steden en steeds minder mensen op het platteland komen te wonen. regen wordt ia de riolen direct in de riieren geloosd. erstening: dat er stenen komen in een gebied waar eerst aarde was. De ertragingstijd an regen wordt steeds korter. Verhoogde piekafoer:ontzettend eel water dat moet worden afgeoerd. Dit kan tot oerstromingen leiden. 4.5 Grootschalige maatregelen in de riieren https://www.scholieren.com/erslag/79189 Pagina 13 an 15

Maatregelen in het erleden Dijkerzwaringen: dijken worden erbreed of erhoogd. Noodoerloopgebieden/ retentiegebieden: gebieden die oerstroomd mogen worden Oerlaat:Lage plek in de riierdijk om water oer te laten tijdens hoogwaterstanden. Extra riierlopen gegraen. Stuwen: Dam in de riier met afsluitbare openingen. Hierdoor kan men de waterstand in de riier regelen. Door het sluiten an de stuwen wordt het water in een deel an de riier astgehouden. Hedendaagse maatregelen De regering is bezig met nieuwe maatregelen, de eiligheid staat oorop, en de natuurlijke waarden an de riier. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. erlaging uiterwaarden: het afgraen an klei en zand in de riier. De riier krijgt meer ruimte. Verwijderen of aanpassen an obstakels in het winterbed: Door obstakels aan te passen wordt het water sneller afgeoerd. aanleg an neengeulen: neengeulen in de uiterwaarden ergroten de afoercapaciteit an de riier. Uiterwaarderbreding door dijkerlegging: door het erleggen an dijken worden de uiterwaardenbreder en krijgt de riier meer ruimte. Retentie: retentie is het tijdelijk opangen an water in een bestemd gebied. Bypasses en groene riieren: bypasses en groene riieren zijn bedijkte gebieden die aftakken an een riier om een deel an het water ia een andere route af te oeren. Vermindering zijdelingse toestroom: de ermindering an zijdelingse toestroom an water kan een water erlagend effect hebben. Kriberlaging: kribben eroorzaken bij hoogwater opstuwing. 9. Zomerbederdieping: erdieping an het zomerbed kan de afoercapaciteit an de riier ergroten. 10. Dijkerhoging: het erhogen an dijken is nog steeds een maatregel om tegen oerstromingen te beschermen. Riierbederruiming: de dijk meer landinwaarts te erleggen. 4.6 Nationaal en internationaal waterbeleid Riieren op erschillende schaalnieaus De oorzaak an oerstromingen in Nederland ligt niet alleen aan Nederland zelf, maar ook aan de andere landen waar de riieren door stromen. Intergouernementele samenwerking: is een samenwerkingserband, waarbij de nationale regeringen an de deelnemende landen elke beslissing moeten goedkeuren. Afspraken oer water op lokaal en regionaal nieau Er is een afspraak gemaakt om bij bouwprojecten meer rekening te houden met de riier. Bij toekomstige plannen moet de watertoets worden toegepast. Watertoets: een test bij bouwaanragen oor grote projecten, teneinde oerstromingen te oorkomen. Nationaal waterbeleid Drietrapsstrategie: Drie termen centraal: asthouden, bergen, afoeren Ruimte oor de riier: De doelstellingen zijn het tegengaan an oerstromingen an de grote riieren in Nederland en het erbeteren an de "ruimtelijke kwaliteit" an het riierengebied. Vasthouden: Het water de grond in laten trekken. Bergen: noodoerloop, retentie Afoeren: in de uiterwaard zoeel mogelijk obstakels opruimen zodat het water snel kan worden afgeoerd. Internationaal waterbeleid Rijnconferentie: gezamenlijk afspraken maken oer de rijn. Belangrijke onderdelen Actieplan hoogwater: Water beter asthouden en bergen. Riieren meer ruimte te geen. Verbetering waarschuwingssystemen bij hoogwater. https://www.scholieren.com/erslag/79189 Pagina 14 an 15

Woorden: Stroomstelsel: geheel an hoofdstroom en zijtakken an een riier. Veral: nieauerschil an een riier Verhang: het hoogte erschil per kilometer. meanderen: het slingeren an een riier stroomgebied: gebied waarbinnen alle neerslag ia het grondwater en de zijriieren in de hoofdriier terecht komt. Waterscheidingen: grenzen waardoor een stroomgebieden an elkaar worden gescheiden. Vertragingstijd: De tijd die neerslag nodig heeft om in de riier te komen Regiem: De eranderingen (schommelingen) in de afoer an een riier in de loop an het jaar. Gletsjerriier: wordt geoed met smeltwater uit de bergen. Het smeltwater komt ooral rij in het oorjaar, wanneer de gletsjers in de bergen afsmelten. Dan staat deze riier hoger dan normaal. Regenriier: wordt ooral geoed met regenwater. Kenmerkend oor dit type riier is de hoge waterafoer in de natte maanden an het jaar: het oorjaar, najaar en winter. De maas is een regenriier. gemengde riier: Krijgt zijn water oor een deel an smeltwater en oor een deel met regenwater. Dit type riier heeft de meest regelmatige regiem. De Rijn is een gemengde riier. Debiet: De totale hoeeelheid water die een riier afoert. Piekafoer: een grote hoeeelheid water dat in een korte tijd moet worden afgeoerd, omdat de waterpeil snel is gestegen. Oeerwal: Een brede rug langs een riier, ontstaan door sedimentatie an zandig materiaal direct langs de riier tijdens oerstromingen. Zand, erg ruchtbaar. kom: Een laagliggend gebied tussen de riieren, met een bodem bestaande uit zware klei. Klei, niet zo ruchtbaar. Winterdijken: Dijk op een grote afstand an een riier, die zorgt dat het gebied erachter niet oerstroomt. Terpen: Door mensen opgeworpen heuel. Soms werd hier een boerderij gebouwd, soms een dorpje. Het doel an de terpen (of wierden) : bescherming tegen hoog water in laag Nederland. Terpen komen oor in de noordelijke proincies en in het riierengebied. Uiterwaarden: Gebied, meestal aan beide zijden an de riierbedding, tussen de winterdijken. Hier kan bij hoog water het teeel aan riierwater worden opgeangen zonder schadelijke geolgen. In de zomerperiode gebruikt oor eeteelt en recreatie (campings) Kribben: Stroomafremmer of strekdam in een riier. Hierdoor blijft de riier in het midden an een stroomgeul en blijft de stroomgeul diep genoeg oor scheepaart. Verstedelijking: Het erschijnsel waarbij steeds meer mensen in steden en steeds minder mensen op het platteland komen te wonen. regen wordt ia de riolen direct in de riieren geloosd. erstening: dat er stenen komen in een gebied waar eerst aarde was. De ertragingstijd an regen wordt steeds korter. Verhoogde piekafoer:ontzettend eel water dat moet worden afgeoerd. Dit kan tot oerstromingen leiden. Dijkerzwaringen: dijken worden erbreed of erhoogd. Noodoerloopgebieden/ retentiegebieden: gebieden die oerstroomd mogen worden Oerlaat:Lage plek in de riierdijk om water oer te laten tijdens hoogwaterstanden.extra riierlopen gegraen. Stuwen: Dam in de riier met afsluitbare openingen. Hierdoor kan men de waterstand in de riier regelen. Door het sluiten an de stuwen wordt het water in een deel an de riier astgehouden. erlaging uiterwaarden: het afgraen an klei en zand in de riier. De riier krijgt meer ruimte. Verwijderen of aanpassen an obstakels in het winterbed: Door obstakels aan te passen wordt het water sneller afgeoerd. aanleg an neengeulen: neengeulen in de uiterwaarden ergroten de afoercapaciteit an de riier. Uiterwaarderbreding door dijkerlegging: door het erleggen an dijken worden de uiterwaardenbreder en krijgt de riier meer ruimte. Retentie: retentie is het tijdelijk opangen an water in een bestemd gebied. Bypasses en groene riieren: bypasses en groene riieren zijn bedijkte gebieden die aftakken an een riier om een deel an het water ia een andere route af te oeren. Vermindering zijdelingse toestroom: de ermindering an zijdelingse toestroom an water kan een water erlagend effect hebben. Kriberlaging: kribben eroorzaken bij hoogwater opstuwing. Zomerbederdieping: erdieping an het zomerbed kan de afoercapaciteit an de riier ergroten. Dijkerhoging: het erhogen an dijken is nog steeds een maatregel om tegen oerstromingen te beschermen. Riierbederruiming: de dijk meer landinwaarts te erleggen. Intergouernementele samenwerking: is een samenwerkingserband, waarbij de nationale regeringen an de deelnemende landen elke beslissing moeten goedkeuren. Watertoets: een test bij bouwaanragen oor grote projecten, teneinde oerstromingen te oorkomen. Drietrapsstrategie: Drie termen centraal: asthouden, bergen, afoeren Ruimte oor de riier: De doelstellingen zijn het tegengaan an oerstromingen an de grote riieren in Nederland en het erbeteren an de "ruimtelijke kwaliteit" an het riierengebied. Vasthouden: Het water de grond in laten trekken. Bergen: noodoerloop, retentie Afoeren: in de uiterwaard zoeel mogelijk obstakels opruimen zodat het water snel kan worden afgeoerd. Rijnconferentie: gezamenlijk afspraken maken oer de rijn. https://www.scholieren.com/erslag/79189 Pagina 15 an 15