In de steden gingen meer mensen dood dan er werden geboren. Er kwamen nieuwe burgers van het platteland, waardoor de horigheid verdween.

Vergelijkbare documenten
Samenvatting Geschiedenis Tijdvak 5 Tijd van ontdekkers en hervormers

NEDERLAND IN DE 16e EEUW

Tijd van ontdekkers en hervormers ( ) / Renaissance

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 4, 5, 6.1 en 6.2

Samenvatting Geschiedenis 4. De tijd van steden en staten

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 4

Samenvatting Geschiedenis De wereld in de tijd van steden en staten

Calvijn. Vrede van Augsburg. Margaretha van Parma. Hertog van Alva. De keurvorst van Saksen. Karel V. Buitenlandse zaken en oorlog

Tijdwijzer. Het begin. Voor en na Christus

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 4 en 5

TIJD VAN ONTDEKKERS EN HERVORMERS PERIODE: DE VROEGMODERNE TIJD

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 4

H6 Middeleeuwse stad

Naam: DE BEELDENSTORM Ketters Luther en Calvijn

ONLINE BIJBELSTUDIE VOOR JONGEREN

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 1

4 De Nederlandse opstand

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 1

3. Door de kruistochten werden de wegen naar het Oosten weer bekend en werd

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5 De Romeinen

6,2. Pluk de dag. Schoonheid. Terug naar de natuur. Samenvatting door een scholier 2655 woorden 21 april keer beoordeeld.

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 1

Samenvatting Geschiedenis H1

Tijd van steden en staten

Tijd van ontdekkers en hervormers

Geschiedenis kwartet Tijd van jagers en boeren

Noord-Nederlandse gewesten. Smeekschift

1c. Losse opdracht- Memoryspel

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 1

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 4

Kenmerkend aspect 13: de opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor het herleven een agrarischurbane

Toetsvragen Geschiedenis Toelatingstoets Pabo. Tijdvak 3 Toetsvragen

Jagers & boeren Waarvan leefden de jagers-verzamelaars? Jagers & boeren Waarvan leefden de boeren? Van de jacht en van vruchten en planten

Brandaan. Geschiedenis WERKBOEK

GROTE-LIJN-OVERZICHT VAN TIJDVAKKEN BEHANDELD IN LEERJAAR 1

Afb Ingekleurde kaart van de zeven provinciën, naar een gravure van Jan Janssonius, Belgii Foederati nova descriptio (1658).

Samenvatting Geschiedenis 2.1 t/m 3.1

Samenvatting Geschiedenis Tijd van steden en staten: kern, perspectief en kenmerkende aspecten

Onderzoeksvraag; welke motieven leidden in de middeleeuwen tot de kruistochten?

Paragraaf 1 t/m 13 6/7 en 11 minder belangrijk. Hoofdstuk 3: De Middeleeuwen

Toetsvragen Geschiedenis - Toelating Pabo. Tijdvak 5 Toetsvragen

Samenvatting Geschiedenis Historische context; De republiek

1 Friesland 2 Stad en Lande 3 Drenthe 4 Overijssel 5 Gelre 6 Limburg 7 Sticht 8 Holland 9 Zeeland 10 Brabant 11 Vlaanderen 12 Artesië

3a. Denk opdracht- Wie ben ik?

Werkstuk Geschiedenis Frankrijk in de tijd van het absolutisme

1 Friesland 2 Stad en Lande 3 Drenthe 4 Overijssel 5 Gelre 6 Limburg 7 Sticht 8 Holland 9 Zeeland 10 Brabant 11 Vlaanderen 12 Artesië

Samenvatting Geschiedenis Examenkatern

5,1. Samenvatting door Anoniem 686 woorden 2 maart keer beoordeeld. Geschiedenis. Hoofdstuk 3 De tijd van monniken en ridders.

Hoofdstuk 2: De Nederlandse Opstand ( )

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5 Ontdekkers en Hervormers

Het verhaal van de 80 jarige oorlog!

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 1: De Republiek in een tijd van vorsten

Tijd van monniken en ridders ( ) 3.1 Leenheren en leenmannen ( ) ( ) Plundering Rome door Alarik in 410, tekening uit de 20 e eeuw

Info plus Het leenstelsel

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 4

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 4 t/m 6

Praktische opdracht Geschiedenis Geloof in de Lage landen

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2

Samenvatting Geschiedenis Veranderingen in de Nieuwe Tijd

Een weg door de geestelijke stromingen vragenlijst voor het Christendom. Naam:

Tijd van jagers en boeren? 3000 v. Chr. Prehistorie. Kenmerkende aspecten. Begrippen

De nieuwe tijd. Gemaakt door: Imke, Guusje en Miika. In de tijd van de ontdekkers en hervormers 1500 tot 1600.

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5: De tijd van Ontdekkers en Hervormers

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3 en 4

Landenspel. Duur: 30 minuten. Wat doet u?

Tijdvakken en kenmerkende aspecten.

Tijd van ontdekkers en hervormers ( ) 5.4 Uit de Opstand een Republiek geboren. ( )

Tijd van monniken en ridders ( ) 3.1 Leenheren en leenmannen ( ) ( ) Plundering Rome door Alarik in 410, tekening uit de 20 e eeuw

De Tien Tijdvakken. Tijd van de jagers en boeren, tot 3000 v.c.

Verslag Geschiedenis Hoofdstuk 3 - vragen en antwoorden

De klassieke tijdlijn

Het begin van staatsvorming en centralisatie. Onderzoeksvraag; Hoe vond de staatsvorming van Engeland, Frankrijk en het hertogdom Bourgondië plaats?

8,5. Samenvatting door K woorden 18 juni keer beoordeeld. Geschiedenis. Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden

Hoofdstuk 1C8. Hoe ontstond Nederland?

Stofomschrijving Deze opdracht hoort bij en 3.2 van De Republiek in tijd van Vorsten (Geschiedenis Werkplaats).

Geschiedenis hoofdstuk 5

Even herhalen. democratie. militaire dril. slimme list. Gwijde van Dampierre. Leliaerts Guldensporenslag

Samenvatting Geschiedenis ontdekkers en hervormers hoofdstuk 1

QUIZ. geschiedenis hoofdstuk 1

HC Stedelijke Dynamiek in de Lage Landen ( )

Samenvatting geschiedenistoets hoofdstuk 6: Een tijd van revoluties

Toelichting beelden tijdbalk Argus Clou Geschiedenis groep 7

Dagboek Sebastiaan Matte

Samenvatting Geschiedenis H1 (-1.5)

Samenvatting Geschiedenis De middeleeuwen

OEFEN SED V4 Tijdvak 1 t/m 6 juni 2008 GCD

De kruistochten. God wil het! Steden en Staten

Deze (autarkisch agrarische samenleving) veranderde in de tijd van steden en staten (11 e en 12 e eeuw).wat waren de Oorzaken?

Samenvatting Geschiedenis Tijdbalk Hoofdstuk 1 t/m Hoofdstuk 5

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5, De tijd van ontdekkers en hervormers

Naam: VAN WILLIBRORD tot Statenbijbel

6,3. Samenvatting door een scholier 2484 woorden 28 januari keer beoordeeld. Geschiedenis. Hoofdstuk 4 tijd van steden en staten

5,6. Werkstuk door een scholier 1133 woorden 12 oktober keer beoordeeld. Levensbeschouwing. Inhoudsopgave:

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 4

Samenvatting Geschiedenis De Romeinen

Verslag Geschiedenis Tijdvakkendossier tijdvak 2: tijd van Grieken en Romeinen

Ontstaan van de Gouden Eeuw ( )

De vijftig vensters en de kenmerkende aspecten van de tien tijdvakken van de commissie De Rooy

TIJDLIJN VAN DE MIDDELEEUWEN TIJDLIJN

6,5. Samenvatting door J woorden 9 januari keer beoordeeld. Geschiedenis Sprekend verleden. Samenvatting geschiedenis 2: hoofdstuk 2

Transcriptie:

Samenvatting door T. 3970 woorden 19 juni 2013 5,9 8 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Werkplaats Paragraaf 4.1:De opkomst van steden De landbouw werd uitgebreid en verbeterd door de groeiende bevolking. Weidegrond veranderde in akkerland en werden beter gebruikt. Dit leverde genoeg overschot op om te verhandelen. De boeren gingen zich specialiseren. Op de marktplaatsen waar de boeren handelde groeide nieuwe steden. Door de opkomst van de steden ontstond opnieuw een landbouw stedelijke samenleving. Boeren waren afhankelijker van de omgeving. Alleen steden aan bevaarbaar water konden hun voedsel en grondstoffen van ver halen. De stad en de handel hoorden bij elkaar. Kooplieden vormden de kern van de eerste stadsgemeenschappen. Daar kwamen specialistische producenten bij. Ze voorzagen in de groeiende behoeftes van de stad en maakten producten die de kooplui verhandelden. Hun beroepen worden ambachten genoemd. Hoe succesvol de stad was, blijkt wel uit de bevolkingsontwikkeling. Tussen 1300-1500 daalde het aantal mensen in Europa door honger en pest. Maar er kwamen toch steden bij. De meeste waren niet groter dan een paar honderd tot een paar duizend inwoners. In Noord-Italië werden steden als Venetië en Milaan zo rijk en groot dat ze staten op zich werden: stadstaten. De risterploeg Een risterploeg was een ijzeren ploegschaar om de aarde om te keren. De ploeg was sterker en kon in hoogte worden verstelt. Ook werd i.p.v. 2 ossen één paard voor de ploeg gespannen. Paragraaf 4.2:De stedelijke burgerij De eerste stadsbewoners beleefden een unieke vrijheid. De oude feodale heerser had niets meer over hun te zeggen. Ze mochten een aparte gemeenschap vormen, met een eigen bestuur en eigen rechtspraak, in ruil voor belasting. De schout of baljuw hield toezicht op de stad. Burgers zaten in de rechtbank en het stadsbestuur. Veel heersers verdienden goed aan de stadsrechten want de steden hadden steeds meer geld. De heren waren minder afhankelijk van de opbrengst van hun eigen land. De invloed van de adel nam, door het zelfstandiger en machtiger worden van de steden, af. In de steden gingen meer mensen dood dan er werden geboren. Er kwamen nieuwe burgers van het platteland, waardoor de horigheid verdween. Het burgerschap was een reden om trots te zijn en de burgers toonden dit door bv. stadsmuren te bouwen. Het kostte veel geld en dit kwam door het betalen van belasting. De muren beschermden tegen vijanden. Er ontstonden https://www.scholieren.com/verslag/78614 Pagina 1 van 11

nieuwe vormen van samenwerking. Zo vormden ambachtslieden per beroepsgroep een gilde. Een gilde zorgde voor de leden van de wieg tot het graf en regelde de opleiding in ambacht, lette op de productkwaliteit en stelde prijzen vast. Binnen een gilde waren de meesters de baas. Als een leerling zijn opleiding had voltooid werd hij gezel, meestal voor hun hele leven. Niet alle inwoners van een stad mochten zich burger noemen. Je moest een jaar en een dag binnen de stadsmuren wonen om burgerrechten te krijgen. De kooplieden waren het rijkst en de leden daarvan zaten in het stadsbestuur en de rechtbank en bepaalden wat er gebeurde. Ze werden net als de vroegere Romeinse stadelite patriciërs genoemd. Tussen de families was een rivaliteit, die de stad kon verdelen in vijandige clans van rijke families en van hen afhankelijke burgers. Dit veranderde toen de gilden macht op eisten. Aan het eind van de middeleeuwen was de macht inde steden meestal nog vrijwel helemaal in handen van de handelsfamilies. 4.3 Staatsvorming en centralisatie In de tijd van ridders en monniken reisden de koningen van hot naar her om hun macht daar te bevestigden en vervolgens weer door te reizen. Later kwam hier verandering in = centralisatie. Koningen kozen één centrale stad en probeerden vanuit daar overal meer macht te krijgen. Om meer macht te krijgen was er geld nodig. Ze gingen belasting heffen, en met geld konden ze trouw (van leenmannen) kopen, en legers en ambtenaren betalen. Samen met ambtenaren maakten ze regels die voor hun eigen rijk golden, ook waren de koningen de hoogste rechter. Dit was het begin van de staatsvorming. Drie grote koninkrijken Duitsland Koning in Duitsland probeerden meer macht te kijken door keizer te worden > bekroond worden door paus in Rome > dan zou hij opvolger van de Romeinse keizer worden. Alleen heel sterke keizers konden de macht van hertogen beperken, een hertogstitel is erfelijk, daarom stelden keizers ook bisschoppen als hertog of graaf aan (die mochten geen kinderen). Toch hielp dit niet en is Duitsland nooit tot een staat gekomen. Engeland In 1066 was er al een bestuurssysteem in Engeland. De Normandische koning van Engeland (Willem de Veroveraar) gaf zijn Normandische volgelingen allemaal vrij hoge posities. Ook stelde hij sheriffs in loondienst aan om alles op orde te houden en de belasting te heffen. Frankrijk De eerste Franse koningen hadden alleen macht rondom en in Parijs, maar na 1200 was de Franse koning Filips Augustus zo sterk dat jok hertogen en graven, die eigenlijk zijn eigen leenmannen waren te verslaan. Nadat hij de Honderdjarige Oorlog (1337-1453) had gewonnen was hij de machtigste heerser van Europa. De adel had steeds minder macht > zelfs leenmannen ware in hun kastelen niet meer veilig. Ook kwam er namelijk https://www.scholieren.com/verslag/78614 Pagina 2 van 11

een nieuw wapen = het kanon. Toch had de koning geld nodig door centralisatie en dus was hij afhankelijk vn de adel. Er moesten afspraken worden gemaakt, zo ontstonden de parlementen of ook wel Staten-Generaal. Vergaderingen tussen drie standen > adel, geestelijkheid en burgers. De vorst deed het parlementen beloftes in ruil voor bijvoorbeeld geld. Ondanks de groei van de koninklijke macht bleef Europa in de middeleeuwen een lappendeken van zelfstandige steden en landen. Er waren eenheden zoals het Heilige Roomse Rijk, er waren onafhankelijke hertogdommen en graafschappen. Verder waren er ook kleine stadstaten die zich verder nergens mee bemoeiden. 4.4 Kerk en Staat Conflict > paus of keizer? Beide zagen zichzelf als opvolger van de Romeinse Keizer. Wie had de hoogste macht? Keizer Hendrik had bisschoppen wereldlijke macht gegeven als hertog en graaf, zij waren zijn steun pilaren. Hij vond dat hijzelf de machtigste was. Maar Paus Gregorius vond dat hij het machtigst was om dat hij de opvolger van Petrus was die door Jezus was toegewezen. 1075 = keizer Hendrik benoemt zichzelf tot aartsbisschop van Milaan, terwijl de kerk iemand anders had toegewezen. De keizer word uit de kerk verbannen. Ook zegt de Paus dat hij niet langer keizer is en niemand hem mag gehoorzamen. De vorsten van het Duitse Rijk vinden dat keizer Hendrik zijn excuses aan moet bieden en dit doet hij > drie dagen lang zit Hendrik geknield voor de poort van Canossa, de Paus besluit de verbanning uit de kerk op te heffen. Hierna gaat Hendrik toch weer van alles uitvreten > paus Gregorius benoemd daarom een tegenkoning, waarop keizer Hendrik een tegenpaus benoemde. Het Heilige Roomse Rijk bleef lang verdeeld. 1122 > afspraak tussen keizer Hendrik en paus Gregorius: bisschoppen mogen alleen nog maar worden uitgekozen door priesters van het eigen bisdom. Wel mocht de keizer een bisschop benoemen tot graaf of hertog. De paus werd steeds machtiger. Vanaf 12e eeuw was het college van kardinalen in Rome het hoogste orgaan binnen de geestelijkheid. Kardinalen werden naar buitenland gestuurd voor meer macht. Ook besloot de Paus om belasting te heffen, dat geld ging naar Rome waardoor de kerk steenrijk werd. Toch kreeg de paus de koningen niet in zijn macht, er was een machstrijd tot de 15e eeuw. Toen was de macht van de koningen zo groot dat hij het niet eens hoefde te proberen. Ook probeerde de koningen de paus niet te onderschikken. De paus was gewoon de geestelijke leider van de christelijke wereld. Er was een kerkelijke en wereldlijke macht scheiding. In de jaren 1000-1500 werden steeds meer mensen (ook die niet tot de geestelijkheid hoorde) toch gegrepen door het christelijk geloof. Iedereen was voortdurend met God bezig. Overal werden mooie kathedralen gebouwd. Ook waren er mensen die hier op tegen waren, zij werden ketters genoemd: mensen die volgens de gelovigen van het rechte pad https://www.scholieren.com/verslag/78614 Pagina 3 van 11

afdwaalden. Via een kerkelijke rechtbank (inquisitie) werden ze op de brandstapel gegooid. 4.5 Christelijk Europa en de buitenwereld Wie naar Jeruzalem ging hoefde geen boete te doen voor zonden zei Paus Urbanus > kruistochten. Zijn oproep was niet alleen in het belang van het christelijk geloof, ook was het een sociaal economische oproep want Europa groeide, landen gingen buiten hun grens kijken. Vanaf 10e eeuw contacten tussen bijv. Italië en het Midden-Oosten. Einde 11e eeuw beheerden de christenen de zeevaart op Middellandse Zee. Maar Turkmenen vielen het midden oosten binnen (1050) en veroverden delen van Het Bryzantijnse Rijk. Keizer van Bryzantium vraagt paus om hulp > paus verteld christelijke pelgrims dat ze alles op orde moeten gaan brengen in Jeruzalem. Heilige oorlog tegen Islam. Wie zou sneuvelen gaat naar het paradijs > kruistocht. 1096 = kruisvaarders richting Jeruzalem, plunderend, barbaars. 1099 = kruisleger veroverd Jeruzalem en moord deel van bevolking (joden en moslims). Groot deel had toen al het leger verlaten. Zij hadden rijke steden veroverd en zich daar gevestigd > kruisvaardstaatjes. Ook waren sommige ridders met een doel vertrokken = zij hadden in Europa geen macht dus probeerde ze het in het oosten. Kruisvaardstaten verloren toen hun macht aan Turkmenen, onder leiding van Saladin, zij heroverden Jeruzalem (1187). Christenen vertrekken. Expansie had ook een economisch doel > land werd veroverd en omgebouwd tot akkerland. Nieuwe steden. Oorspronkelijke bevolking werd horig gemaakt. Vanaf 12e eeuw handel intensiever en uitgestrekter. Rond Noord en Oostzee netwerk > zelfstandige steden > opende handelsposten. Duitse Hanze = samenwerkingsbestand van handelaren. Zwolle, Deventer en Kampen doen ook mee. Venetie begon na 1200 kolonies op Kreta > slaven. Handelsposten groot succes! Paragraaf 5.1: De renaissance De renaissance is de wedergeboorte van de oudheid, het begon na de middeleeuwen in de 15e eeuw in de Italiaanse steden. De machtige bovenlaag van deze steden toonden hun rijkdom door grote villa s te bouwen en ze lieten kunstenaars voor hen werken. à Meer oog voor de goede kanten van het leven, minder bezig met God en het https://www.scholieren.com/verslag/78614 Pagina 4 van 11

hiernamaals. Het levensmotto veranderde van Memento Mori (gedenk te sterven) in Carpe Diem (Pluk de dag). De mensen hadden belangstelling voor het klassieke erfgoed van de Grieken/Romeinen. De humanisten speelden een grote rol in de herontdekking. De humanisten bestudeerden en vertaalden klassieke boeken. Dat deden ze nu opnieuw, maar deze keer los van het christendom. Door de Turkse verovering van Constantinopel in 1453 vluchtten geleerden naar Italië en namen allemaal kennis en Griekse handschriften uit de oudheid mee, kreeg het humanisme een extra impuls. De ontwikkeling tot de uomouniversalis werd een nieuw opvoedingsideaal. De mens moest zich op alle gebieden ontplooien. Door de boekdrukkunst en de levendige contacten tussen Italië en NW-Europa werd het werk van humanisten snel verspreid. Erasmus van Rotterdam vond dat de humanisten in Italië totaal losraakten van het Christendom. Door de Poolse sterrenkundige Copernicus veranderde het wereldbeeld, Copernicus zei dat de aarde om de zon het middelpunt was, en niet de aarde. Dit was de aanloop tot de wetenschappelijke revolutie in de 17e eeuw. Ook kunstenaars lieten zich weer inspireren door de oudheid. Ze onderzochten de anatomie om de werkelijkheid zo realistisch mogelijk weer te geven. Paragraaf 5.2: De Europese expansie De Europeanen kenden alleen het Midden-Oosten en de kust van Afrika, de rest van Afrika en Azië was onbekend. Er gingen allerlei enge verhalen rond over het verre land, maar toch was de mens nieuwsgierig over wat er achter de rivier de Indus was. Islamitische heersers lieten geen Europeanen toe op de Aziatische handelsroutes, dus moest er zelf een zeeroute naar Indië worden gevonden. De Portugezen reisden als eerste langs de westkust van Afrika. In 1488 voer Bartholomeo Diaz langs Kaap de Goede Hoop, in 1493 kregen de Portugezen slecht nieuws, een Italiaan in Spaanse dienst had Indië via het westen bereikt. Amerika is vernoemd naar AmerigoVespucci die de oostkust van Amerika verkende. In 1493 voer Vasco da Gama voor het eerst naar Indië. Er werden handelsposten gesticht rond de Indische Oceaan en er werd handel met China en Japan gedreven. De Spaanse veroveraars (conquistadores) veroverden in 1519 het Aztekenrijk en in 1530 het Incarijk. Ze vernietigden de samenleving, wonnen de zilver- en goudvoorraden, dwongen de indianen om voor ze te werken. De indianen stierven door de ziektes die de Europeanen meebrachten. In 1596 probeerde Willem Barentz via Noord Rusland naar Indië te varen. Paragraaf 5.3: De kerkhervorming Humanist Erasmus vertaalde het Nieuwe Testament opnieuw in het Grieks, want in de Latijnse Vulgaat stonden veel fouten. In zijn boek Lof der Zotheid had hij kritiek op het Katholicisme. Geestelijken waren tussenpersonen tussen de mens en God, maar ze kregen al het geld. Erasmus was een voorloper op de reformatie/kerkhervorming. In Holland sloeg hij vooral aan, en later maakte Holland zich los van de katholieke kerk. Erasmus wilde geen kerkbreuk, maar de kerk moest wel hervormd worden vond hij. Er was veel rijkdom en corruptie in de kerk, en daar was al veel langer kritiek op. De kerkelijke ambten werden verkocht aan de hoogste bieder, of adellijke zonen. Geestelijken hadden maîtresses en waren getrouwd, het celibaat werd aan de laars gelapt. Maarten Luther s actie zorgde voor de scheur tussen het christendom, protestant en katholiek. Luther spijkerde op 31 oktober 1517 zijn 95 stellingen op de deur van de slotkerk in Wittenberg. De kerk verkocht aflaatbrieven waarmee je in de hemel kwam als je die kocht, al het geld ging naar de geestelijken. Luther vond dat daar een eind aan moest komen. De paus was woedend op Luther en https://www.scholieren.com/verslag/78614 Pagina 5 van 11

begon een proces tegen hem, daardoor werkte Luther zijn ideeën verder uit. In 1520 dreigde de Paus Luther uit de kerk te zetten, Luther gaf niet toe en werd eruit gegooid, maar hij had in het Duitse rijk al zoveel aanhang. Er dreigde een complete kerkscheuring te komen, Karel V probeerde dat te voorkomen en gaf Luther de kans zijn woorden terug te nemen, dat deed hij weer niet en stond buiten de kerk. Er bleef tot 1555 een godsdienstoorlog tussen Karel V en de Duitse vorsten. De fransman Johannes Calvijn was de belangrijkste hervormer. De Bijbel was zijn enige vorm van waarheid, dus niet de beelden. Hij vond Mariaverering, kaarsen, orgelspel in de kerk al een bijgeloof, hij was dus stuk radicaler. Vanaf het begin was je voorbestemd, om naar de hemel te gaan, daar kon niemand invloed op uitoefenen. Sommigen werden uitverkozen, overtuigde calvinisten die hun leven wijdden aan gebed, Bijbelstudie, kerkgang en arbeid. Het verschil tussen Luther en Calvijn was dat Luther zich richtte op de Duitse vorsten, en Calvijn vond dat geen vorst wat over de kerk te zeggen had. Vanaf 1541 verspreidde het calvinisme zich over Europa, in Nederland werd het protestantisme verdrongen door het calvinisme. Paragraaf 5.4: De Nederlandse Opstand In 1515 was Karel V de baas over de Nederlanden. De gewesten hadden allemaal hun eigen rechten/gewoontes, ze hadden alleen een gemeenschappelijke vorst. Elk gewest had een stadhouder à die overlegde met de staten. Onder de stadhouder stond een hoge edelman, die hem vertegenwoordigde. Soms werd de Staten-Generaal bij elkaar geroepen, waarin alle gewesten zaten met vertegenwoordigers uit alle standen. Karel bestuurde zijn hof vanuit Brussel, doordat hij burgerlijke juristen aanstelde, was hij minder afhankelijk van hoge edelen. Ook bestreed hij het protestantisme, want hij had de taak het katholieke geloof te beschermen. In 1522 richtte hij de Inquisitie op, een rechtbank die misdrijven tegen het geloof vervolgde. Er werden 2000 Nederlanders omgebracht door hem. Filips ging verder in zijn vaders bestuur. Maar hij riep verzet op. In 1559 verliet hij de Nederlanden en zijn zus werd landvoogdes. Ze moest in zijn plaats de Nederlanden besturen. Maar ze had veel problemen met de hoge adel, die zich buitenspel voelden gezet omdat haar hoogste adviseur een franse kardinaal was. Ze wilden geen kerkelijke reorganisatie omdat dat ten koste ging van hun invloed. Er kwamen nieuwe centralisatiemaatregelen waar de steden/lage edelen zich druk over maakten, het calvinisme drong door in de Nederlanden. De inquisitie ging door, de edelen vonden dat een aantasting op de privileges. In 1564 vroeg Willem van Oranje om godsdienstvrijheid. En daarop gaf Filips bevel om harder op te treden in 1566. Honderden edelen gingen naar de landvoogdes om afschaffing van de Inquisitie. Ze schrok van de geuzen en matigde de kettervervolging. De calvinisten kwamen bijeen en sloegen alle beelden kapot à Beeldenstorm. Door de Beeldenstorm stuurde Filips in 1567 de hertog van Alva naar de Nederlanden. Een speciale rechtbank zorgde voor duizenden doodvonnissen. Veel mensen vluhctten weg, onder andere Willem van Oranje, die een invasie voorbereidde vanuit Duitsland. In 1568 wonnen ze de veldslag bij Heiligerlee. Maar Alva bleef oppermachtig. Velen haatten hem door zijn doodvonnissen en hoge belastingen à schending van privileges. De edelen leidden bendes die onrust veroorzaakten à geuzen. Ze volgden Willem van Oranje, maar Willem zag zelf niks in de geuzen. Op 1 april 1572 veroverden ze Den Briel uit Alva s handen. Alle steden waren tegen Alva, daardoor werd Alva boos en nam wraak. Iedereen werd vermoord. Soms hielden steden lang stand, maar de belegeraars werden verjaagd. Soldaten muitten alles, in gent werd vrede gesloten en eiste vertrek van de Spaanse groepen en maakten een eind aan de geloofsvervolging. Filips pikte dat niet en stelde de hertog van Parma aan tot landvoogd. Die sloot een verbond met enkele zuidelijke gewesten. De andere gewesten hadden een verbond met van Oranje, de Unie van Utrecht. Het katholieke geloof werd verboden en Oranje werd uit de kerk gezet en vogelvrij verklaard. En Filips werd afgezworen. Parma veroverde Vlaanderen en Brabant. In 1584 werd Oranje https://www.scholieren.com/verslag/78614 Pagina 6 van 11

vermoord en in 1585 nam Parma Antwerpen in. De opstand leek verloren, maar Parma kreeg de opdracht een aanval op Engeland voor te bereiden en onderbrak de aanval op de Unie. Spanje vormde een vloot en ging richting Engeland. Maar voor de Engelse kust ging de vloot onder. De gewesten besloten geen nieuwe landheer te zoeken en ze gingen verder als: De Republiek. Onder leiding van Willems zoon Maurits kreeg de republiek in het noorden in handen, maar de grens liep door Brabant. Begrippen hoofdstuk 4 Kenmerkende aspecten Opkomst handel en ambacht die de basis legde voor het herleven van een agrarisch-urbane samenleving. Opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden Begin van staatsvorming en centralisatie Conflict in de christelijke wereld over de vraag of de wereldlijke dan wel de geestelijke macht het primaat moest hebben Expansie van de christelijke wereld naar buiten toe, onder meer in de vorm van kruistochten Ambacht Beroep waarbij met geschoold handwerk een product wordt gemaakt of bewerkt Ban Kerkelijke straf waarbij iemand uit de kerk wordt gezet (excommunicatie). De gestrafte kon niet in de hemel komen en werd op de aarde als verschoppeling beschouwd. Soms kon de ban ook inhouden dat de gestrafte vogelvrij was. Ook een heel land of volk kon in de ban worden gedaan; dat heette interdict. Centralisatie Ontwikkeling waarbij een gebied steeds meer vanuit één punt, de hoofdstad, wordt bestuurd. Expansie Uitbreiding. Vanaf de 11 e eeuw veroverden de Europeanen nieuwe gebieden, onder meer via kruistochten. Geestelijkheid Groep personen met een leidende rol in de godsdienst. Ook wel clerus genoemd. Gilde Samenwerkingsverband van ambachtslieden, zoals bakkers, slagers en smeden. De organisatie van de stedelijke samenleving draaide voor een belangrijk deel op de gilden. Ze verzorgden de leden van de wieg tot het graf, controleerden de kwaliteit van de producten en beschermden de gevestigde producenten tegen nieuwkomers van buiten. Handel Het kopen en verkopen van producten. De handel was de drijvende kracht achter de opkomst van de stad van het jaar 1000. https://www.scholieren.com/verslag/78614 Pagina 7 van 11

Inquisitie Kerkelijke rechtbank die ketters onderzocht en bestrafte, ter bescherming van het christelijk geloof. Investituurstrijd De strijd over de vraag wie besliste over de benoeming van hoge geestelijken. Investituur is de aanbieding van de symbolen van geestelijke macht (staf en ring) aan een nieuwbenoemde bisschop. De paus verzette zich tegen de lekeninvestituur, waarbij de investituur in handen was van leken als de Duitse keizer en de Franse koning. Ketterij Afwijking van de als rechtzinnig (orthodox) erkende geloofsleer. Vanaf de 12 e eeuw begon de kerk gelovigen die afwijkende standpunten hadden of zich verzetten tegen bepaalde misstanden in de kerk, te vervolgen. Om de ketterij met wortel en tak uit te roeien, werden ketters verbrand. Kruistochten Gewapende tochten van christelijke ridders die het heilige land (het huidige Israël/Palestina) en met name Jeruzalem wilden veroveren op de islam. Tussen 1096 en 1270 waren er acht kruistochten. De ridders veroverden Jeruzalem en stichtten vier christelijke rijkjes. In de loop van de 13 e eeuw moesten ze alle veroverde gebieden weer prijsgeven. Staatsvorming De ontwikkeling waarbij een gebied steeds meer als eenheid wordt bestuurd, door één overheid, vanuit een hoofdstad. In de tijd van steden en staten begint deze ontwikkeling vooral in Frankrijk en Engeland, maar pas na deze periode ontstaan de eerste echte staten. Leek Iemand die niet tot de geestelijkheid behoort, ofwel iemand die geen vakman of deskundige is. Middeleeuwen De periode van omstreeks 500-1500. De jaren 500-1000 worden de vroege middeleeuwen of de tijd van monniken en ridders en de jaren 1000-1500 de tijd van steden en staten. De tijd van 1000-1300 zijn de hoge middeleeuwen en de tijd van 1300-1500 de late middeleeuwen. Parlement Volksvertegenwoordiging. In de middeleeuwen was het parlement een vertegenwoordiging van de drie standen: de adel, geestelijkheid en de rijke burgers. Parlementen werden door een koning bijeengeroepen, vaak omdat die een bede wilde doen, een https://www.scholieren.com/verslag/78614 Pagina 8 van 11

verzoek om een belasting in te voeren. Staten-Generaal Door de koning bijeengeroepen vergadering van de vertegenwoordigers van de drie standen (geestelijkheid, adel en de burgerij). Er waren ook regionale standenvergaderingen: die werden Staten genoemd. Tegenwoordig heet de Nederlandse volksvertegenwoordiging nog Staten-Generaal. Wereldlijk Alles wat buiten het geestelijke leven valt. Ook wel seculier genoemd. Begrippen hoofdstuk 5 Kenmerkende aspecten Veranderende mens- en wereldbeeld van de renaissance en het begin van een nieuwe wetenschappelijke belangstelling Begin Europese overzeese expansie Protestantse reformatie die een splitsing van de christelijke kerk in West-Europa tot gevolg had Conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van de Nederlandse staat Erfgoed Wat is geërfd van eerdere generaties. Het klassieke erfgoed zijn de kunst, architectuur, letterkunde en kennis van de Grieken en Romeinen. Katholicisme De katholieke godsdienst en levenshouding. Katholiek betekent letterlijk algemeen over de hele aarde verspreid. Maar met het (rooms-) katholicisme wordt de godsdienst van de katholieke kerk bedoeld, waarvan de paus aan het hoofd staat. Kerkhervorming Hervormen betekent letterlijk veranderen en verbeteren. De kerkhervorming van de 16e eeuw wilde de kerk in zijn oorspronkelijke, zuivere staat terugbrengen. Toen dit niet binnen de rooms-katholieke kerk lukte, ontstonden er afgescheiden protestantse kerken. Een ander woord voor kerkhervorming is reformatie. Protestantisme Geloofsleer van kerkgemeenschappen die zich als gevolg van de reformatie afsplitsten van de rooms-katholieke kerk. Reformatie https://www.scholieren.com/verslag/78614 Pagina 9 van 11

Letterlijke betekenis: herstel van de oorspronkelijke betere toestand. Vanaf de 16e eeuw verzamelnaam van christelijke kerken die van de rooms-katholieke kerk zijn afgescheiden. Een ander woord voor reformatie is kerkhervorming. Renaissance Letterlijke betekenis; wedergeboorte. Vernieuwing van de kunst en levensstijl in Europa die werd geïnspireerd door voorbeelden uit de klassieke oudheid. Het individu, het aardse leven en de aardse schoonheid werden sterker benadrukt dan in de voorafgaande middeleeuwen. De renaissance kwam in Italië in de 15e eeuw op gang, en raakte in de 16e eeuw verspreid over geheel Europa Wereldbeeld De voorstelling die mensen hebben van de werkelijkheid in de wereld. Humanisme Stroming onder geleerden vanaf de 15e eeuw die zich vooral kenmerkte door vernieuwde studie van de klassieke filosofie, literatuur en kunst. Een belangrijk kenmerk is de aandacht voor de vrije, autonome persoonlijkheid van de mens. Het humanisme van Erasmus heeft grote invloed gehad op de Nederlandse cultuur van gematigdheid. Privileges Een bijzonder recht dat door de soevereine vorst verleend is aan steden, gewesten, gilden, adellijke personen enzovoort. De bezitters van de privileges hebben hierdoor een zekere zelfstandigheid ten opzichte van het soevereine gezag, bijvoorbeeld in de rechtspraak en het bestuur. De privileges vormde vanaf de 16e eeuw in West-Europa een belangrijk conflictpunt tussen vorsten die het centrale bestuur wilden versterken, en de adel, steden en provincies die hun zelfstandigheid wilden bewaren. Nederlandse opstand De opstand van de Nederlandse gewesten tegen hun landsheer, de Spaanse koning Filips II, die uiteindelijk leidde tot een splitsing van de Nederlanden in de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden en de vorming van de republiek der zeven verenigde Nederland in het noorden. Stadhouder Letterlijke betekenis: plaatsvervanger. In de Nederlanden was de stadhouder een hoge edelman die de soevereine vorst in het gewest verving. Toen Nederland een republiek werd, bleef de functie van stadhouder bestaan. Hij was toen de hoogst gewestelijke functionaris, maar had ook andere bevoegdheden. Zo was hij opperbevelhebber en had hij rechten bij de benoeming https://www.scholieren.com/verslag/78614 Pagina 10 van 11

van regenten. In 1748 werd het stadhouderschap erfelijk en hadden alle gewesten dezelfde stadhouder. Daardoor ging de stadhouder lijken op een koning. De stadhouder was altijd een lid van het huis van Oranje. Toen Nederland een monarchie werd, werd de zoon van de laatste stadhouder koning. https://www.scholieren.com/verslag/78614 Pagina 11 van 11