Handige Harry s. Handleiding en leerdoelen - 2de graad

Vergelijkbare documenten
Handige Harry s. Handleiding en leerdoelen - 3de graad

Handige Harry s. Handleiding en leerdoelen - 1ste graad

Creepy Griezelbeesten. Handleiding en leerdoelen - 2de graad

ZOO PLANCKENDAEL VAN A TOT Z

OP BEZOEK BIJ KAI-MOOK

OP BEZOEK BIJ KAI-MOOK

Creepy Griezelbeesten. Handleiding en leerdoelen - 3de graad

Creepy Griezelbeesten. Handleiding en leerdoelen - 1ste graad

ZOO PLANCKENDAEL VAN A TOT Z

ZOO PLANCKENDAEL VAN A TOT Z

ROVERS EN HUN PROOIEN

ZOO Antwerpen van A tot Z. Handleiding en leerdoelen - 1ste graad

OP BEZOEK BIJ KAI-MOOK

ROVERS EN HUN PROOIEN

ZOO Antwerpen van A tot Z. Handleiding en leerdoelen - 2de graad

ZOO Antwerpen van A tot Z. Handleiding en leerdoelen - 3de graad

Kijk je mee? Oerwoud. 2006, Parasol N.V. België

Wie eet wie en wie eet wat?

maandag - dinsdag - woensdag of woensdag - donderdag - vrijdag Groep van ±25 leerlingen

dieren in de dierentuin

De Oude Kaasmakerij. Algemeen

Boer in Beeld Ontwikkelingsdoelen voor type 8

Ontdek je mee het leven in vijver en sloot? Zeg niet gewoon vis tegen een vis. Visinitiatie en Visdeterminatie voor de 3 de graad

K i n d e r b o e r d e r i j. Thema / onderwerp Voorbereiding bezoek kinderboerderij. Thema s : voeding, huisvesting, uiterlijke kenmerken.

Introductieles. Vogels in de klas. groep 5/6. Handleiding leerkracht. Inhoud in het kort. Kerndoelen. Lesdoelen

Boer in Beeld Ontwikkelingsdoelen voor type 1

Arie Aardvarken. Lesbrief

Lesactiviteit 2.1 Aanpassingen vogels algemeen en die van kusttrekvogels

Arie Aardvarken. Lesbrief. Tips

JAARPLAN NATUURWETENSCHAPPEN tweede jaar

14 Speuren naar dieren Handleiding voor begeleiders 01

Auditieve oefeningen bij het thema de dierentuin

Auditieve oefeningen - dierentuin. Hakken en plakken

Rondleidingen ZOO Antwerpen

Wie eet wie en wie eet wat?

Meneer en mevrouw bunzing zoeken een huis voor de winter

LESPAKKET ECOLOGIE. Naam. Dierenrijk is onderdeel van

Het feest van de olifant

Honger! Het voedselweb van de slechtvalk. voor de leerkracht. Instructie & Introductie. Tips: Opwarmopdracht. Junior. groep 7/8

jaar 1 Dieren en hun vacht voorbeeldles uit het thema wie ben ik?

Blijde Wei. Lesaanbod

Doel: Na deze opdracht weet je wat een voedselkringloop is en hoe het leven van planten en dieren met elkaar samenhangt.

Informatieles Vleermuizen

RONDLEIDINGEN ZOO ANTWERPEN

Ik weet wat een wintervoorraad is en waarom dieren dit verzamelen. (weinig verse voeding in de winter)

BIODIVERSITEIT IN GEUREN EN KLEUREN

Verbondenheid met zichzelf, anderen, gemeenschappen, natuur en cultuur

Groep 1 Groep 2 Groep 3

2 groepen. Dagplanning De Zonnegloed dierenavonturen 2-daagse. Groep 1 Groep 2. Dag 1. Bel ons wanneer u er bijna bent op:

Zintuigen. Groep 6, 7 en 8 van het basisonderwijs

RONDLEIDINGEN ZOO ANTWERPEN

EINDTERMEN en ONTWIKKELINGSDOELEN Zoektocht in het Maascentrum. A. Eindtermen voor het basisonderwijs vanaf 01/09/2010

ZOEKTOCHT VOOR SCHOLEN

Afkijken van de natuur

Klimaat: een thema in het Vlaams onderwijs?

Bijlage 2. Werkbladen

Aantekeningen Hoofdstuk 2: Planten, dieren, mensen BBL. 2.1 Namen 1 Hoe komen planten en dieren aan hun naam? De naam van een plant of een dier kan: *

Rondleidingen ZOO ANTWERPEN

het het varken varken de krokodil krokodil de haai de haai het zeepaardje het

LESPAKKET ECOLOGIE. Naam. Dierenrijk is onderdeel van

Voorbeeld dagplanning dierenavonturenkamp De Zonnegloed 1 groep

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken Een wereldberoemde tekening. 2 / 5

Zoektocht voor scholen

ZOEKTOCHT VOOR SCHOLEN

Roodkapje vult haar mandje

Beestige bundel van: 1

de aap hoe ziet het jong van het dier eruit en hoeveel jongen krijgt het dier? wat is er speciaal aan het dier?

' Educatieve dienst 2010 'Een bos vol leven' EEN BOS VOL LEVEN

5.9. Keuzeopdracht door een scholier 1425 woorden 31 mei keer beoordeeld. Inhoud

Kooi. Lesaanbod

Het mysterie van ons bord

(WERELD) BURGERSCHAP VRIENDJES WORDEN MET AFLATOUN (OPDRACHT OM THUIS UIT TE VOEREN) AFLATOUN IN ANDERE LANDEN (20 MINUTEN)

Maak een feestmaaltijd voor de dieren in het bos. Voor kinderen van 4 tot 8 jaar

Rondleidingen ZOO ANTWERPEN

Thema dieren. Deze werkbundel is van:

Handleiding Leskist bomen groep 7/8

Amfibieën. Les 1 Kenmerken amfibieën en de kikker. 1. De leerkracht vertelt dat de les gaat over hoe je amfibieën kunt herkennen.

Groep 1 Groep 2 Groep 3 Groep 4

Honger! Het voedselweb van de slechtvalk. voor de leerkracht. Instructie & Introductie. Opwarmopdracht. Nabespreking: Tips: Junior.

1. Biotische factoren (zijn afkomstig van andere organismen) - voedsel - soortgenoten - ziekteverwekkers - vijanden

Kaartenset gewervelde dieren

Vind de schat van Het Vinne!

Adam geeft de dieren namen

Lesbrief Bij, wesp, hommel of zweefvlieg? 1

Eerste graad A-stroom

INHOUD. Inleiding Mensapen Haaien Wolven Walvissen Vleermuizen Kwallen Panda s...

Superboom. Kinderen onderzoeken op basis van een detail op een afbeelding hoe de volledige

Verwerkingsles biodiversiteit onderbouw

Waarnemingen.be als educatieve tool in het onderwijs. Stephan Boulez en alle admins van waarnemingen.be

Introductieles. Vogels in de klas. groep 7/8. Leerkracht. Inhoud in het kort. Kerndoelen. Lesdoelen

Sporen opsnorren docentenhandleiding

Adam geeft de dieren namen

Handleiding Leskist bomen groep 7

SPREEKBEURT WITLIPBOOMKIKKER

Boterbloemen in het gras

BIOTOOPSTUDIE HET BOS

tussendoelen: Vertellen wat de verschillende dieren eten en drinken en waar ze wonen

Themawandeling Herfst

Voorbereiding activiteit

Naverwerking BosStratEgo s

Transcriptie:

Handige Harry s Handleiding en leerdoelen - 2de graad

Van een aantal dieren kunnen aantonen dat ze aangepast zijn aan hun omgeving. De vaardigheden van dieren in verband brengen met hun levenswijze Voorbeelden kunnen geven van dieren die hun eigenschappen gebruiken in functie van hun voeding, bescherming of woonst De diversiteit in de dierenwereld ervaren Dat kun jij goed Laat enkele leerlingen dit voordoen. Je noteert telkens één oplossing op het bord. Als de leerlingen hier weinig oplossingen kunnen geven, kun je dat zo laten. Tijdens deze les komt dit aspect immers uitvoerig aan bod. Je kunt deze oefening dan eventueel herhalen aan het eind van de les.

Kijk met de leerlingen naar de afbeelding van een olifant. Oren: om mee te flapperen tegen de warmte. Staart met haren: om insecten weg te meppen. Slagtanden: om schors los te werken van een boom. Slurf: om eten in de mond steken, te sproeien bij het wassen, snorkel Dikke, ruwe huid: om zich te beschermen.. Ze moeten de juiste verbinding maken en aanvullen hoe het dier dat doet. Besluit: Elk dier heeft lichaamsdelen die het goed kan gebruiken op de plaats waar hij leeft. Een aap kan met zijn grijparmen aan takken hangen Een giraf kan door zijn lange nek aan de bladeren hoog in de boom Een papegaai kan met zijn scherpe snavel noten kraken Iemand die iets goed kan, noemen we een handige Harry. Dieren zijn aangepast aan het gebied waar ze leven. Waar moeten ze voor zorgen? Laat de leerlingen dat proberen op te sommen; noteer het op het bord.

De leerlingen proberen om op basis van het uiterlijk van de kikkers de juiste verbinding te maken tussen de afbeelding en de bijhorende uitspraak. Daarna wordt de naam van de kikker ingevuld. Een groene kikker leeft in een poel en met zijn groene kleur valt hij niet op. Hij is vrij groot voor een kikker. Een boskikker leeft tussen bomen en bosgrond en heeft dus een lichtere kleur. Hij heeft twee opvallende lijnen aan elke zijde van de rug. Een pijlgifkikker leeft in het regenwoud en heeft een felle en gladde huid. De opvallende kleur geeft aan dat het een giftige kikker is. Kunnen de leerlingen bij de afbeelding op het werkblad noteren wat we overnamen van dit dier? Mogelijke antwoorden:

De leerlingen kunnen (in duo s) de juiste verbinding maken tussen een dier en een voorwerp waarvan we het idee van dit dier hebben overgenomen. Laat de leerlingen in duo s bij elke afbeelding noteren wat we ervan overgenomen hebben. Zweefvliegtuig hoort bij roofvogels Camouflagepak hoort bij luipaard Schepnet hoort bij pelikaan Klimijzers hoort bij kat in boom eronder: open vleugels eronder: kleur pels eronder: snavel eronder: klauwen (hoe handig ze zijn) (om voedsel te vinden, zich te beschermen tegen vijanden, nesten te bouwen, beschermd te zijn tegen het weer) In de zoo gelden een aantal regels omwille van het welzijn van de dieren. Ook kun je kort een paar afspraken maken die vanzelfsprekend zijn bij een wandeling met een gids. Bespreek ze kort of laat de leerlingen suggesties geven.

2 de graad DL-WO-NAT-02.01: De leerlingen herkennen een aantal veel voorkomende organismen in de natuur OWna2 Vaak voorkomende organismen uit de eigen omgeving waarnemen, herkennen en onderzoeken 3.2.3 2 Veel voorkomende dieren uit onze streken herkennen en benoemen. DL-WO-NAT-02.02: De leerlingen herkennen en benoemen ten minste twee verschillende biotopen in hun omgeving OWna2 Twee verschillende biotopen in de omgeving herkennen 3.2.3 3 Van veel voorkomende dieren uit de omgeving aangeven in welk biotoop ze thuishoren (bijvoorbeeld de dieren in en om de poel, op de heide, in het bos, in de berm ). DL-WO-NAT-02.03: De leerlingen kunnen van een biotoop enkele typische organismen aangeven die erin thuishoren OWna2 Vaak voorkomende organismen in biotopen in de omgeving herkennen en benoemen 3.2.3 1 Veel voorkomende dieren uit hun omgeving herkennen en benoemen (bijv. huisdieren, vogels, boerderijdieren ). 3.2.3 2 Veel voorkomende dieren uit onze streken herkennen en benoemen. 3.2.3 3 Van veel voorkomende dieren uit de omgeving aangeven in welk biotoop ze thuishoren (bijvoorbeeld de dieren in en om de poel, op de heide, in het bos, in de berm ). 3.2.4 1 Uit minstens twee verschillende biotopen in hun omgeving enkele veel voorkomende organismen (planten, dieren, zwammen) opnoemen. DL-WO-NAT-02.05:De leerlingen kunnen van dieren in een biotoop, zeggen wat ze eten OWna4 Vaststellen en uitdrukken hoe levende organismen ontwikkelen en groeien DL-WO-NAT-02.06: De leerlingen leggen een duidelijk verband tussen de omgeving en het al dan niet voorkomen van organismen

OWna2 Kenmerken van biotopen waarnemen, onderzoeken en erover in interactie gaan OWna2 Vaak voorkomende organismen in biotopen in de omgeving herkennen en benoemen DL-WO-NAT-02.07a: De leerlingen geven bij dieren kenmerken aan waaruit hun aangepastheid blijkt aan omgevingsinvloeden. OWna5 Illustreren hoe bepaalde houdingen of handelingen van organismen wijzen op en aanpassing aan hun omgeving 3.2.4 3 Bij dieren kenmerken opsommen waardoor hun aangepastheid blijkt aan o.m. de voeding (bijv. gebit, scherpte van de tanden, grootte van het dier, snelheid ), het klimaat, de sei zoenen (bijv. vacht, winterslaap, voedsel stockeren, vogeltrek ) en hun vijanden (bijv. snelheid, schutkleur, zintuigen ). DL-WO-NAT-02.07b: De leerlingen geven bij dieren kenmerken aan waaruit hun aangepastheid blijkt aan bescherming tegen vijand." 4-12 OWna5 Illustreren hoe bepaalde houdingen of handelingen van organismen wijzen op en aanpassing aan hun omgeving 3.2.4 3 Bij dieren kenmerken opsommen waardoor hun aangepastheid blijkt aan o.m. de voeding (bijv. gebit, scherpte van de tanden, grootte van het dier, snelheid ), het klimaat, de sei zoenen (bijv. vacht, winterslaap, voedsel stockeren, vogeltrek ) en hun vijanden (bijv. snelheid, schutkleur, zintuigen ). DL-WO-NAT-02.07c: De leerlingen geven bij dieren kenmerken aan waaruit hun aangepastheid blijkt aan hun voeding. OWna5 Illustreren hoe bepaalde houdingen of handelingen van organismen wijzen op en aanpassing aan hun omgeving 3.2.4 3 Bij dieren kenmerken opsommen waardoor hun aangepastheid blijkt aan o.m. de voeding (bijv. gebit, scherpte van de tanden, grootte van het dier, snelheid ), het klimaat, de sei zoenen (bijv. vacht, winterslaap, voedsel stockeren, vogeltrek ) en hun vijanden (bijv. snelheid, schutkleur, zintuigen ). DL-WO-NAT-02.09: De leerlingen weten dat organismen hun energie halen uit voedsel om te kunnen functioneren.

OWna3 Onderzoeken en illustreren dat levende organismen energie nodig hebben - de wet van eten en gegeten worden kunnen illustreren aan de hand van minstens twee met elkaar verbonden voedselketens OWna3 Onderzoeken en illustreren dat energie nodig is voor het functioneren van levende en nietlevende systemen - de energiebronnen benoemen 3.2.3 4 Aangeven dat voeding als energiebron nodig is voor de ontwikkeling, de instandhouding en het functioneren van organismen. DL-WO-NAT-02.12: De leerlingen illustreren dat organismen in een bepaalde biotoop afhankelijk zijn van elkaar. OWna3 Onderzoeken en illustreren dat levende organismen energie nodig hebben - de wet van eten en gegeten worden kunnen illustreren aan de hand van minstens twee met elkaar verbonden voedselketens 3.2.4 5 De wet van eten en gegeten worden illustreren aan de hand van een voedselketen DL-WO-NAT-02.17: De leerlingen zien in dat de mensen, dieren en planten elkaar beïnvloeden. S OWna7 Onderzoeken en vaststellen welke factoren invloed hebben op het voortbestaan van de mens en van plant- en diersoorten - aan de hand van voorbeelden uit de omgeving onderzoeken en vaststellen hoe milieuproblemen ontstaan onder invloed van de mens - onderzoeken en vaststellen hoe hierbij tegengestelde belangen kunnen spelen DL-WO-NAT-08.01: *De leerlingen dragen zorg voor hun eigen omgeving. IVds4 Zorg dragen voor het milieu, dichtbij en veraf - deelnemen aan acties die ijveren voor meer zorg voor natuur en milieu - persoonlijke ervaringen met dergelijke acties met elkaar delen en daaruit leren voor de toekomst IVds4 Zorg dragen voor de natuur in de eigen leefomgeving IVds4 Bereidheid tonen om in de eigen omgeving aan acties deel te nemen of acties te ondernemen die opkomen voor natuur en milieu - kritisch reflecteren op ondernomen acties en eruit leren voor de toekomst DL-WO-NAT-08.02: *De leerlingen tonen een houding van zorg en respect voor de natuur. IVds4 Zorg dragen voor het milieu, dichtbij en veraf - deelnemen aan acties die ijveren voor meer zorg voor natuur en milieu - persoonlijke ervaringen met dergelijke acties met elkaar delen en daaruit leren voor de toekomst 3.2.1 6 Een houding van zorg en respect voor de natuur. IVds4 Zorg dragen voor de natuur in de eigen leefomgeving

3.2.1 7 Aantonen dat ze respect en zorg hebben voor de natuur vanuit het besef dat de mens voor zijn levensbehoeften afhankelijk is van het natuurlijk leefmilieu. IVds4 Bereidheid tonen om in de eigen omgeving aan acties deel te nemen of acties te ondernemen die opkomen voor natuur en milieu - kritisch reflecteren op ondernomen acties en eruit leren voor de toekomst DL-WO-NAT-08.03: De leerlingen verwoorden waarom het noodzakelijk is zorg te dragen voor dieren, planten en het milieu. IVds4 Ervaren en verwoorden in welke situaties de natuur en het milieu bedreigd zijn - uitdrukken op welke manier hen dit raakt - kleur bekennen ten aanzien van de natuur- en milieuproblematiek OWna3 Ervaren, vaststellen en uitdrukken dat de natuur bron is van voeding, kleding, gebruiksvoorwerpen OWna7 Verantwoordelijkheid opnemen voor de verzorging van dieren en planten uit de omgeving