Delfshaven (8km) 27 november 2017 Vandaag is het de bedoeling dat de regendruppel die in Pernis per ongeluk in de Maas terechtkwam een herkansing krijgt. Dat is nodig omdat een van de lezers van deze geschriften mij er op attent maakte dat de in het verhaal over Pernis besproken regendruppel uiteraard dient te vallen op het dak van een kerk, maar dat die kerk wel van de juiste signatuur moet zijn. Hij was ook zo vriendelijk om mij te laten weten dat er - zijns inziens - ten zuidwesten van Rotterdam maar één kerk is die dan in aanmerking komt: de Nederlands Hervormde kerk te Hekelingen. Ik bedenk voor de druppel een mechanisme waardoor het mogelijk zou zijn om de 'fout van Pernis' te herstellen. Deze maandag regent het echter onophoudelijk en het regent nog hard ook. In deze omstandigheid zal het niet mogelijk zijn de observaties te doen die leiden tot een bevestigde waarneming en daarmee ook niet leiden tot een aansprekende rapportage. Daarom uitstel naar begin volgend jaar. Voor de wandeling van vandaag later vertrekken en per bus en niet per fiets naar het station van Eindhoven gaan. Ik besluit ook om in Rotterdam dichter bij de vergaderlocatie van het Bataafsch Genootschap te blijven. Daarom naar Delfshaven en van daaruit afhankelijk of het weer aan het begin van de middag opknapt een kortere of een langere wandeling. De bus naar het station is hard nodig; ook tot Rotterdam Centraal blijft het onafgebroken plenzen; de metro naar Delfshaven biedt nog enig uitstel. Eerst naar station Beurs met lijn E en dan overstappen op lijn B (Schiedam) of C (de Akkers in Spijkenisse) voor Delfshaven. Er is ook een andere lijn naar de Akkers maar die volgt een ander tracé. Welke perron is nu goed? Er staan op de borden alleen namen van de eindbestemmingen en geen letters van de bijbehorende lijnen. Je wordt geacht te weten wat bij wat hoort, maar ik weet het niet. Daarom een heuristische redenering: naar het perron waarvan de eerstvolgende trein naar de Akkers vertrekt. Is die het niet, dan is er nog voldoende tijd voor het alternatief. Deze strategie lijkt waterdicht maar is het niet, de metro staat namelijk al klaar en dreigt al te vertrekken. In een flits bedenk ik dat deze trein in westelijke richting vertrekt en dat is goed. Achter mij sluiten zich de deuren en bij navraag blijkt dat ik de goede beslissing heb genomen. Station Delfshaven; een Rotterdams straatbeeld. Het miezert uit donkere wolken en ook de daar rondlopende autochtonen kunnen geen kleur aan het straatbeeld geven. In zuidelijke richting en zo gauw als mogelijk is linksaf. Aan het eind van de straat is er een 'tovertunnel'; dit blijkt een onderdoorgang naar de Aalbregtskolk van Delfshaven te zijn. Plotseling 'in medias res'! Schepen in het water, de Pelgrimvaderskerk aan de overkant.
In 1389 krijgt de stad Delft toestemming van de graaf van Holland om een kanaal te graven naar de Nieuwe Maas. Bij de sluis op het verbindingspunt ontstaat een vooralsnog onbeduidend dorp dat spoedig 'Delfshaven' wordt genoemd. De Hoekse en Kabeljauwse twisten aan het eind van de 15 e eeuw hebben er een vernietigende uitwerking. Pas in 1602 krijgt Delfshaven weer betekenis omdat Delft zich bij de Verenigde Oost-Indische Compagnie heeft aangesloten. Via Delfshaven kan de VOC kamer Delft (die 7% van het totale aandelenkapitaal heeft) onafhankelijk van Rotterdam opereren. De handel bloeit; spoedig wonen er meer dan 2500 mensen in het dorp. In 1795 weet Delfshaven zich eindelijk aan de greep van Delft te ontworstelen en wordt het een zelfstandige gemeente. In 1886 wordt het echter door Rotterdam geannexeerd. In de loop van de 19 e eeuw verdwijnt de commerciële scheepvaart naar elders in Rotterdam; de Voorhaven en de Achterhaven werden simpelweg te klein voor de toenmalige schepen. Wel vestigde er zich allerlei andere industrie in Delfshaven. Inmiddels is ook dat verleden tijd. Dienstverlening domineert nu in dit stadsdeel dat ook in belangrijke mate tot een woonwijk is getransformeerd. Rechtsaf, aan deze kant van het water blijven en bij de Voorhaven doemt spoedig het oorspronkelijke pand van distilleerderij Henkes op. Zelfs geen proeflokaal voor jenever meer (zou wel wat vroeg zijn, maar met dit weer wel passend), het is een verzamelgebouw voor startups geworden. Ze hebben namen als 'Empathon' en 'de Bolster' en dat doet het ergste vermoeden. Verder, oudbouw en nieuwbouw wisselen elkaar af. Hier stonden ooit de suikerfabriek 'van Oordt' en de azijnfabriek 'Tromp en Rueb'. Rechtsaf om naar de zwartgeblakerde romp van een molen te kijken. Dit geval blijkt 'Het Vertrouwen' te heten; een restauratie wordt echter in het vooruitzicht gesteld. Het bordje dat dit voornemen aangeeft is echter ook al vervallen dus ìk heb er weinig vertrouwen in. Terug naar de Voorhaven, nu over de brug en dan rechtsaf naar die andere molen, 'De Destilleerketel'. Daar staat hij dan, in volle glorie. Zo te zien moet het hier in de zomer een vrolijke boel zijn; nu is alles dicht en verlaten. Teruglopen aan de andere kant van de Voorhaven. Pand nr. 76 met de naam 'Electra' ziet er komisch uit, ook omdat er een witte fiets tegen de gevel staat. Of dit geïnspireerd is door de tragische figuur uit de Oudheid lijkt twijfelachtig; je zou dan een gebouw met de naam Klytamnestra in de buurt verwachten. Nr. 34 zou een kandidaat kunnen zijn maar dan bedenk ik dat de Elektra uit de Oudheid met een k geschreven wordt en niet met een c. Rechtsaf, de Piet Heinstraat in. Voor het eerst geen regen meer; kan daarom bij het geboortehuis van Piet Hein (nr. 6) mijn pet afzetten. Een veel bezongen held maar ook een piraat. Wanneer zal er naast een zwartepietenprotest ook een protest tegen deze witte piet komen? Piet Hein werd in 1577 in Delfshaven geboren in wat toen nog de Kerkhofsteeg heette. Het schip waarop hij voer werd in 1602 door Spanjaarden buitgemaakt. Vier jaar was hij vervolgens galeislaaf alvorens via een gevangenenruil weer vrij te komen. In 1623 trad hij in dienst van de West-Indische Compagnie om na een mislukte poging in 1626 in 1628 de Zilvervloot buit te maken. Dit maakte de weg vrij voor een van de topfuncties binnen de WIC. Piet Hein bleef zijn spreuk 'goud is meer dan zilver, doch de deugd overtreft beide' niet getrouw en overspeelde zijn hand. Zijn materiële eisen werden afgewezen en als gevolg daarvan moest hij terug naar de reguliere vloot. Daar sneuvelde hij een jaar later in gevechten met de Duinkerker kapers.
In 1828, 200 jaar na dato, wilde men in Delfshaven een monument voor Piet Hein. Dit plan heeft nog ruim 40 jaar op zich laten wachten. Pas toen in 1868 enige notabelen een grote sneeuwpop die Piet Hein voorstelde hadden gemaakt kwam er in 1870 een duurzamer standbeeld. Het huidige zogenaamde geboortehuis van Piet Hein is pas in 1871 gebouwd (weliswaar in 16 e -eeuwse stijl) op de ruïnes van een veel ouder pand. Wat mij intrigeert is de vermelding op het huis dat naast de 66 pond goud, 77.000 pond zilver, 1000 parels en 37.375 huiden ook een papagaai is buitgemaakt bij de verovering van de Zilvervloot. Het lot van deze papagaai is noch beschreven, laat staan bezongen, jammer, ik zou het wel willen weten. Door naar de Achterhaven, links een gebouw met het opschrift Eben Haëzer. Vanwege de Pilgrimfathers past het hier mogelijk beter dan in Pernis. Vervolgens ongemakkelijke trappen op en daar staat Piet Hein dan echt. Niet alleen zijn daden zijn groot maar ook zijn verschijning hier. Dat maakt, na zestig jaar, het dwangmatige zangonderwijs van de lagere school wel begrijpelijk maar niet echt goed. Terug naar de Voorhaven; direct rechts ligt hij dan: de Pelgrimvaderskerk, beroemd tot ver in Amerika toe. De Pelgrimvaders waren 'Puriteinen' en waren afkomstig uit Engeland. Zij vonden dat er sprake moest zijn van 'vrije religie' volgens zelf gestelde regels en vonden daarmee ook dat de Anglicaanse kerk nog veel te hiërarchisch en te dogmatisch was gebleven. Wegens repressie weken velen van hen uit naar het buitenland; grote groepen kwamen (in de periode tussen 1600 en 1610) in Amsterdam en Leiden terecht. In Nederland ontstonden onderlinge ruzies over wat de echt juiste geloofsopvattingen dienden te zijn. Bovendien werden de Hollanders voor veel te lichtzinnig gehouden. Een groep uit Leiden besloot daarom in 1620 naar Amerika te vertrekken om daar een geheel eigen kolonie te stichten. Dit gebeurde via Delfshaven waar in de kerk een dankdienst werd gehouden. Goede calvinisten zijn nu eenmaal dankbaar voor het verleden maar vragen niet om gunsten in te toekomst. Via de 'Speedwell' ging het naar Southampton. Daar was een grotere boot (de Mayflower) nodig omdat zich nog medestanders bij de groep voegden. Na veel ontberingen werd de emigratie een succes. De Pilgrimfathers worden in de U.S.A. nog steeds gezien als het boegbeeld van de 'moral values' waar het land voor denkt te staan. De opvattingen van de Pilgrimfathers zouden dan ook de basis zijn voor de Onafhankelijkheidsverklaring en ook bijvoorbeeld voor Thanksgiving Day. Hoewel de U.S.A. geacht wordt een egalitaire maatschappij te zijn wordt afstamming van de Pilgrim Fathers daar nog steeds als een positieve discriminator gezien. Bij de kerk ook een jeugdherinnering: mijn ouders behoorden in Eindhoven tot de 'door Philips geïmporteerden'. Zij vonden het belangrijk om aan hun kinderen, buiten die stad waar je alleen maar kwam om te werken, dingen te laten zien die zij belangrijk vonden. Ook werden aan deze 'praktische aardrijkskunde', wijze lessen verbonden. In Rotterdam was de Pelgrimvaderkerk voor hen een symbool van de opvatting dat je primair zelf moet nadenken en op basis daarvan verantwoordelijkheid moet nemen. In de verzuilde maatschappij van toen (en de collectivistische en moralistische van nu) uitzonderlijk. Met dankbare gevoelens loop ik langs herberg de Pelgrim (eens het havenkantoor, nu voor bruiloften en partijen) door naar het Zakkendragers huisje dat tevens als 'ontnuchteringshuis' diende.
Rechtsaf over het water en vervolgens schuin rechts voor naar de Havenstraat - in de Delfhavense tijd nog Rotterdamse Dijk geheten. Hoger gelegen, de straat was tegelijkertijd een zeedijk. Opmerkelijk zijn de panden nr. 197 (omdat het zo'n raar samenraapsel is) en nr. 172/1 (een poging tot voornaamheid die in deze omgeving niet uit de verf komt). Linksaf, het Heiman Dullaertplein over en de Pieter de Hoochstraat in. Hier bomen, allemaal nog vol in blad, onwerkelijk. Aan deze straat staat ook het huis 'Schoonloo', genoemd naar de vroegere ambachtsheerlijkheid hier. Bij eetcafé 'de Schoonmoeder' toch maar rechtsaf: de 'schoonmoeder special' kost weliswaar maar 12 Euro en een vegetarische schoonmoeder zelfs maar 10 Euro, maar het geheel trekt me niet aan. Verderop blijkt aan de Westzeedijk op nr. 497 het eetcafé Mombassa te zijn. Anders dan de naam doet vermoeden is dit een onvervalst Rotterdamse tent. Jenever voert bij de dranken de boventoon en als je wat wilt eten is het favoriete gerecht een uitsmijter met spek. Ik sluit mij bij deze mores aan en krijg een 'jaren zestig gevoel'. Terug naar de realiteit in oostelijke richting. Oversteken naar de Mullerpier; die is vol met nieuwbouw. Tussen de flats (sorry: de appartementen) zie ik de Euromast liggen. Links af, richting Parksluizen. Om die over te steken is het volgen van het fietsersregime noodzakelijk; dat hier ook mensen zouden kunnen lopen is kennelijk onvoorstelbaar. Rechts ligt dan de Maastunnel; één buis met veel verkeer, aan de andere wordt hard gewerkt. Het park in en aan de linkerkant ligt een gebouw in Scandinavische bouwstijl; het is dan ook de Sjømanskirke. Vol met christelijke maar ook (mijns inziens) heidense symbolen. Vooral het 'Læseværelse' is intrigerend; het lijkt permanent gesloten en is daarmee een overblijfsel van een voltooid verleden tijd, maar toch ' hensikten er fortsatt god'. De paden in het park staan vrijwel allemaal gedeeltelijk onder water. Door een links/rechts/linkse manoevre vanaf de kerk is de Parklaan met droge voeten bereikbaar. Al lopende tel ik het aantal bomen dat hier rechtop staat en het aantal dat op een of andere manier scheef hangt. De eerste categorie vormt slechts een kleine meerderheid in dit verticaal geïntegreerde moeras.
De Parklaan kent een duidelijk standsonderscheid tussen beide kanten, zij het dat het referentieniveau wel heel sterk boven het Rotterdamse gemiddelde ligt. Niet voor niets staan aan de kop van de Veerhaven verderop de bustes van vijf mannen die Rotterdam groot hebben gemaakt (Jamin, Van Beuningen, Mees, van Rijckevorsel en Van Hoboken). Pieter Caland heeft echter een torenhoog standbeeld. Hij was de bedenker, de ontwerper en de hoofduitvoerder van de Nieuwe Waterweg. De echte 'enabler', althans zo zou dat tegenwoordig heten. Aan de kop van de Veerhaven de onvolprezen de sociëteit van KRZV 'de Maas', ook een pleisterplaats voor het Bataafsch Genootschap. Via de Willemskade richting Erasmusbrug. Rechts de aanlegplaats van veel rondvaartboten, maar ook van de Waterbus naar Dordrecht. Naar de Boompjes; ik sta stil bij het monument voor de in de oorlog omgekomen bemanningsleden van de koopvaardij. De vlaggenparade verderop is vrolijker; toch linksaf de Rederijstraat in en rechtsaf naar de Scheepmakershaven. Leuke oude schepen tussen de nieuwbouw. Links de Wijnbrugstraat in en vervolgens de Zwartehondstraat door. De Blaak oversteken. Bezondig mij in de Markthal aan Snelle Jelle en bockbier en weet zodoende de verleidingen van de notenbar te weerstaan. Daar eindelijk een goede inval om een leuk Sinterklaascadeau voor mijn vrouw te kopen en ik weet dat idee in een winkel in de buurt ook in realiteit om te zetten. Op tijd voor de maaltijd in 'Dudok'. Vol verwachting klopt mijn hart, de lezing straks gaat over hoe de gezondheidszorg in Nederland kan worden verbeterd. Koek en gard worden niet uitgedeeld, wel wordt er een verstandig zevenpuntenplan (dat ook een behoorlijk draagvlak blijkt te hebben) gepresenteerd. Ab Stevels