Afscheidscollege prof. mr. Loe Sprengers



Vergelijkbare documenten
Wet normalisering rechtspositie ambtenaren

Programma Wet normalisering rechtspositie ambtenaren WNRA. Normaliseren rechtspositie ambtenaren. mr. Muriël Nolet

Advies Aanpassingswet normalisering rechtspositie ambtenaren

WNRA Onderwijs. Willem Lindeboom. Symposium NVOR/VARO 29 maart 2018

WNRA staat voor de deur Nieuw arbeidsrecht voor ambtenaren

VERSLAG VAN DE ALBEDALEERSTOEL. Arbeidsverhoudingen 2007

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Advies Aanpassingswet normalisering rechtspositie ambtenaren

Beroepscode doktersassistent. Nederlandse Vereniging van Doktersassistenten

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Speech Voorzitter bij het afscheid van Jan de Wit op 1 april 2014

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wet normalisering ambtelijke rechtspositie

Brief van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Werken in een andere sector of branche: iets voor u?

Verplichte deelneming directeur in pensioenfonds PGGM

Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten

2.1 Het werknemersbegrip

Jaarverslag Albeda Leerstoel Prof. Mr. B. Barentsen Prof. dr. J.J.M. Uijlenbroek

Wet gelijke behandeling op grond van leeftijd bij arbeid

Tweede Kamer der Staten-Generaal

NIEUWSBRIEF 21 juni 2011

Datum 10 juni 2014 Betreft Behandeling WWZ, schriftelijke reactie op voorstel VAAN d.d. 2 juni 2014

Update ' toezicht op bestuur in relatie tot de rol van participatiemaatschappijen in hun portefeuillebedrijven'

Brief van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. heb ik aan uw Kamer toegezegd in een Algemeen Overleg op 24 september 2014.

Lijst van afkortingen 15

Welkom bij de workshop WWZ, ambtenarenstatus en ondernemingsraad

Vragen uit informatiebijeenkomsten AIAD

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Hoofdstuk 3.0 Wat is een democratische rechtsstaat?

De artikelen die hieronder zijn weergegeven bevatten de tekst zoals die gold op 30 juni 2006.

Hoe beleven leerlingen de rechtsstaat? Workshop: rechtsstaat in de les; leerlingen activeren

VERSLAG VAN DE ALBEDA LEERSTOEL. Arbeidsverhoudingen bij de overheid 2008

Actualiteiten arbeidsrecht. 14 november 2011 Stephanie Profijt Astrid Riemslag

(a) instructies die het gevolg zijn van verplichtingen van de wetgeving welzijn op het werk (b) andere instructies, op voorwaarde dat :

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben

Vastgesteld 21 maart Inwerkingtreding met terugwerkende kracht tot 1 januari 2014

Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming

SAL/ , Z Verslag van de Albedaleerstoel. Arbeidsverhoudingen en ADR Prof.mr. A.F.Brenninkmeijer Prof.mr. L.C.J.

SAMENVATTING UITSPRAAK. A, B, C, D, E, F, G, werknemers van ROC H, gevestigd te I, verzoekers, hierna te noemen de werknemers gemachtigde: de heer J

overigens niet ongewoon; uit recent onderzoek van Nyenrode blijkt dat 69 % van de bedrijven in Nederland een familiebedrijf is.

De artikelen die hieronder zijn weergegeven bevatten de tekst zoals die gold op 30 juni 2006.

het college van bestuur van de Universiteit Leiden, gevestigd te Leiden, verweerder.

Wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de uitbreiding van het benadelingsverbod voor klokkenluiders

ECLI:NL:RBARN:2006:AV7682

Actualiteiten arbeidsrecht HR Seminar van 19 mei 2015

Wijzigingen per 1 juli 2015: van ketenregeling, ontslagrecht, WW en overige

Gemeente Utrecht, intranetsite Nieuwe rechtspositie

MODERN WERKNEMERSCHAP

Tweede Kamer der Staten-Generaal

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

WERK EN INKOMEN VOOR JONGGEHANDICAPTEN Signalen uit de praktijk in vraag en antwoord. Breed Platform Verzekerden en Werk NUMMER 1, november 2006

Artikel 3 Een overheidswerkgever sluit geen arbeidsovereenkomst met:

Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad. 18 augustus ECWGO/U Lbr: 17/046 CvA/LOGA 17/08 (070)

Toespraak staatssecretaris H.A.L. van Hoof bij de opening van de miniconferentie O&O-fondsen op 10 september 14.00u in Den Haag

MANIEREN OM MET OUDERPARTICIPATIE OM TE GAAN

Collectief arbeidsrecht

Verslag participatiedebat deel 2. Het werknemersperspectief

DE RECHTERS ZIJN GESCHEIDEN

2: vergaderen VASTE VOORZITTER EN NOTULIST

Nieuwsbrief community 3/4

NIEUWSBRIEF LEDEN. Nieuwe rechtspositie APRIL 2019 AC RIJKSVAKBONDEN IN DEZE NIEUWSBRIEF:

Advies van de Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid inzake de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen

Verslag ouderavond FIT(s) OP DE KRING


3 De nieuwe Wet Huis voor klokkenluiders en de rol van de ondernemingsraad

PROFESSIONEEL STATUUT van de Indicerende en adviserende Artsen

MODULE III BESLISSINGEN NEMEN IN EUROPA? BEST LASTIG!!!

[ Vakman ] Weet je dat? CNV Hout en Bouw

Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten

3. Wat betekent dat voor de manier waarop lesgegeven zou moeten worden in de - voor jou - moeilijke vakken?

Actualiteiten arbeidsrecht voor de OR. mr. Lieke van den Eijnden mr. drs. Manouk Milbou

Van ambtenaar naar werknemer in het openbaar onderwijs. Een handreiking om u goed voor te bereiden op de normalisering (Wnra)

NIEUWSBRIEF. Nineyardslaw/sectie arbeidsrecht

afspraken die in het Najaarsoverleg 2008 zijn gemaakt. Volstaan wordt dan ook met hiernaar te verwijzen.

Doel van deze presentatie is

Presentatie Tranzo Zorgsalon 29 november 2012 Christine Kliphuis

Master Arbeidsrecht. 11 maart 2016 prof. mr. B. Barentsen. Universiteit Leiden. Bij ons leer je de wereld kennen.

Ongelijkheidscompensatie bij stelplicht en bewijslast in het civiele arbeidsrecht en het ambtenarenrecht

1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank

ECLI:NL:RBGEL:2015:699

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid AV/IR/2003/ Datum 10 maart 2003

De 7 belangrijkste vragen:

Let op: Alleen gesproken woord geldt!

18 tips om te werken aan je eigen inzetbaarheid

Wet op de bijzondere opsporingsdiensten Geldend van t/m heden

Presenteren & Promoveren 2014

Advies- en Arbitragecommissie Rijksdienst

ECLI:NL:CRVB:2017:1541

Familie aan tafel. Een werkvorm voor individuele coaching of intervisie.

Enquete Zwangerschaps verlof bij meerling zwangerschap

Onderzoek werknemers met kanker

Transcriptie:

Afscheidscollege prof. mr. Loe Sprengers Terugkijkend op tien jaar hoogleraarschap van de Albeda Leerstoel: een leerstoel die zich bezighoudt met onderwijs, onderzoek en de platformfunctie om sociale partners bij de overheid rondom thema s die te maken hebben met de arbeidsverhoudingen bij de overheid, wetenschappelijk te ondersteunen en een podium voor debat te geven. En een leerstoel die zich bezighoudt met onderwijs. Dat is ook al aangegeven in de woorden van Hans Borstlap over het imago-onderzoek van Motivaction. Het onderwijs dat de leerstoel verzorgt in Leiden, de heer prof Roel Bekker en ik hebben daar beiden een keuzevak Arbeidsverhoudingen bij de overheid, is bestemd voor tweedejaars studenten. Dat kunnen studenten zijn van rond de twintig jaar tot drieënzestig jaar. Deze laatsten zijn contractstudenten, die aan het einde van hun carrière willen toetsen of datgene wat zij in de ambtelijke praktijk hebben meegemaakt ook klopt met de theorie. Het is leuk om dat onderwijs te geven. Ik heb begrepen dat jongeren tot vierentwintig jaar te vormen zijn in hun waardeoordelen, dus dat kan ook effect hebben. Ik herinner mij een van de aardige dingen bij de werkgroep, ca. twee jaar geleden. Aan het begin vraag ik altijd waarom heb je dit vak gekozen? Er zaten drie meisjes, die duidelijk tot de pragmatici behoorden, die zeiden dat het redelijk goed uitkwam met het vak dat zij ervoor en met het vak dat zij erna wilden volgen; alle onderwijs viel dan op én dag. Ik antwoordde dat wij dat begrepen, maar dat het dus aan ons was om te laten zien hoe boeiend de arbeidsverhoudingen bij de overheid zijn. Diezelfde collegereeks, aan het einde bij de evaluatie, merkte een student op dat hij nog nooit had gehoord dat een hoogleraar zich tot doel stelde mensen te interesseren voor het vak dat zij volgden. Daaruit leidden wij af dat wij daar toch enigszins in geslaagd waren. Hoe doe je dat? Wij kijken altijd even naar de week voor het college en de actualiteit en iedere keer bleek weer dat er vanuit de actualiteit voldoende onderwerpen waren om een link te leggen naar het vakgebied. Wanneer je de afgelopen tijd terug zou kijken, zouden wij nu kunnen kijken naar het feit dat Onze Taal de prijs uitgereikt heeft gekregen voor het woord van 2011: De weigerambtenaar. Ook Arabische lente en plaszak zijn goede navolgers. Wanneer je dit in het college aan de orde zou hebben, kan er een discussie ontstaan waarom weigerambtenaren en niet plaszak, zoals Trouw aan de orde stelde. Maar het kan ook in een breder kader geplaatst worden, samen met artikel 1.16 van het BW, waarin staat welke ambtseed of gelofte een trouwambtenaar moet afleggen. De trouwambtenaar zegt dan: Ik zweer dat ik de betrekking van ambtenaar van de burgerlijke stand met eerlijkheid en nauwkeurigheid zal vervullen en dat ik de wettelijke voorschriften, de burgerlijke stand betreffend, met de meeste nauwgezetheid zal opvolgen. Wanneer iemand gewetensbezwaren heeft, kan hij dan deze eed of gelofte afleggen? Als je weet dat het homohuwelijk in de wet geregeld is en dat het tot de voorschriften van de burgerlijke stand behoort? Dit zijn vragen die je dan aan de orde kunt stellen, waarbij enerzijds aan de orde komt de vraag ambtseed, is dat symboliek of stelt het iets voor? Is het niet gewoon een vertaling van goed werknemerschap, dat expliciet is gemaakt. Is een ambtseed voor een ambtenaar van de burgerlijke stand nog iets zwaarder, gezien de taken die hij heeft dan voor een ambtenaar in het algemeen? Hoe zit het met gewetensbezwaren en de ruimte die het systeem hiervoor geeft. Met dit soort vragen kan een aantal colleges gevuld worden. Een tweede voorbeeld is meer bestemd voor autoliefhebbers. In het nieuws was de 130 km/uur en ik realiseer me dat het lastig wordt om van hieruit een link naar arbeidsverhoudingen te leggen. In Engeland heeft, Jeremy Clarkson, de bekende presentator van Top Gear, zich ook bemoeid met de arbeidsverhoudingen bij de overheid. Er was een 24-uurs staking onderwijzers,

ziekenhuispersoneel, in verband met zaken rond pensioenen. Met Engels gevoel van understatement, heeft hij in een TV-show gezegd I would take them outside en execute them in front of their families. I mean, how dare they to go on strike, when they have got these gilt-edged pensions that are to be guarenteed, while the rest of us have to work for a living. Vanuit het vak Arbeidsverhoudingen bij de overheid kan hier mooi op ingespeeld worden met een vraag als mag een ambtenaar wel staken, hoe zit het met het collectief actierecht en het goudgerand zijn van de arbeidsvoorwaarden. Hoe zit het met de verschillende arbeidsvoorwaarden in de verschillende sectoren die wij hebben. Als je het zo bekijkt en je geeft het vak Arbeidsverhoudingen bij de overheid: never a dull moment. Ik moet ook terug naar het thema van mijn proefschrift, waar mijn interesse voor de Arbeidsverhoudingen bij de overheid gegroeid is. Paul van der Heijden, hier ook aanwezig, heeft mij toen gestimuleerd. Toen ik als onderwerp voor een proefschrift wilde nemen De invoering van de Wet Op de ondernemingsraden bij de overheid, vroeg hij zich af of het onderwerp niet een beetje dun was en niet beter breder gemaakt kon worden, kon ik niet eens kijken hoe het met de totale ambtelijke rechtspositie gaat. En, het is al eerder gezegd, mensen in de wetenschap bezitten enige eigenwijsheid en ik vertrouwde aan het papier toe wat ik wilde toevertrouwen, maar er kwamen wel een paar delen omheen. Ik ben daar in 1995 mee begonnen, maar moest wat snel zijn, omdat in 1997 de motie Zeilstra in de Tweede Kamer werd aangenomen. De motie verzocht om ambtenaren ook onder de WW en andere werknemersverzekeringen te brengen. Er werd ook aangegeven dat het mogelijk gewenst was om een verder normalisatie aan te brengen en de regering werd ook verzocht na te gaan onder welke voorwaarden de ambtelijke status afgeschaft kon worden. Ik moest flink doorschrijven om te voorkomen dat het boek, zelfs nog onuitgepakt, bij de Slegte terecht zou komen. Ik had echter de laatste regel in de motie niet gelezen: Gaat over tot de orde van de dag. En als je dan veertien jaar later gaat kijken wat er aan de orde is rond het thema waar ik nog steeds mee bezig ben, de ontwikkelingen in de arbeidsverhoudingen bij de overheid en hoe die zich verhouden tot de arbeidsontwikkelingen in de marktsector, dan is nu het wetsontwerp aan de orde. De laatste tijd zie je steeds meer principiële vragen. Frits van der Meer heeft dit voorjaar al een studie verricht en je ziet bijvoorbeeld de discussie over de eenzijdige rechtsrelatie, de minister had het er net ook al over, het publieke deel van de aanstelling dat steeds zou blijven. In welke mate heb je daar de ambtelijke status nodig voor het borgen van de publieke taak? In het advies van de Raad van State is deze vraag ook aan de orde gesteld. Hoe een tweezijdige arbeidsovereenkomst, als het wetsvoorstel wordt overgenomen, zich verdraagt tot het normatieve uitgangspunt dat de werkgever en de werknemer bij de overheid ondergeschikt zijn aan het algemeen belang. Past dat wel binnen een contract waar gelijkwaardigheid in zit. Kan wel gesproken worden van een tweezijdige overeenkomst, wanneer een van de partijen de mogelijkheid heeft om eenzijdig daar op inbreuk te maken. Dit leidt tot de vraag of vanwege het algemeen belang, de publieke taak, een eenzijdigheid in de rechtsverhoudingen nu juist vereist. Is dat nodig voor het algemeen belang, voor de politiek, voor de rol van de overheid als werkgever, voor de ambtenaar die bij de uitvoering van zijn taak mogelijk ook rekening te houden heeft met het algemeen belang. Dit heeft raakvlakken met de scheiding der machten, de wetgevende en de uitvoerende macht, dan wordt duidelijk waar grenzen liggen en waar welke instrumenten ingezet gaan worden. Schematisch voorgesteld komt

het advies van de Raad van State neer op een eenzijdige aanstelling van de werknemer bij de werkgever; omdat wij in Nederland geen dwangarbeid kennen zit er toch een tweezijdig karakter in, alleen van de dienstplicht zou je kunnen zeggen dat het eenzijdige karakter er heel duidelijk in zit. Deze wet wordt echter niet meer uitgevoerd. Dus ook voor militairen geldt dat zij uit vrije wil beslissen. Daarboven ziet u een wederkerigheid, omdat de ambtenaar die zijn werk verricht dat doet in het kader van het algemeen en publiek belang. Niet alleen wanneer hij een dienstopdracht krijgt, maar het hoort in zijn algemeenheid tot zijn taak en daar moet hij inhoud aan geven. Aan de andere kant, en daar wijst het advies van de Raad van State op, moet er ingegrepen kunnen worden door de politiek, vanuit het algemeen belang, om te realiseren wat in de ogen van de politiek gerealiseerd moet worden. Je kunt ook zeggen dat er onderscheid gemaakt kan worden in de ambtelijke rechtsrelatie tussen de functionele kant, het ambt, en de arbeidsrelatie, het economische en civielrechtelijke aspect; het tweezijdige. Wanneer we kijken naar de rechtspraak van het EVRM, die ook uitspraken heeft gedaan bij de afbakening van de vraag of het EVRM van toepassing is op de ambtelijke rechtsrelatie, waarbij het criterium is van burgerlijke rechten die aan de orde moeten zijn. Het EVRM heeft in de Pellegrin-zaak in 1999 aangegeven dat, wanneer het gaat om taken op het specifieke terrein van de overheid, dat niet valt onder burgerlijke en dus ook niet onder de werkingssfeer van het EVRM. Later is de nuance aangebracht, in het Aescelinen-arrest, dat het alleen kan als een overheid heel nadrukkelijk heeft gezegd, met name in het kader van de rechtsbescherming, dat de ambtenaar geen toegang tot de rechter heeft over die aspecten. En dan moet ook wel duidelijk zijn dat objectief vastgesteld kan worden dat het ook nodig is ter bescherming van het publiek belang van de Staat om die beperkingen aan te brengen. Dat betekent dat het terrein dat nog specifiek tot die publieke taak behoort daarmee behoorlijk ingeperkt wordt. Het begrip ambtenaar is vanmiddag al een aantal keren aan de orde geweest, ook bij het definiëren. De presentatie van Frits van der Meer en collega van den Berg was ook al duidelijk hoe moet je omgaan met gezondheidszorg als je kijkt naar de verschillende landen. In een recent artikel in het tijdschrift voor ambtenarenrecht van Hennekes, oud-hoogleraar, geeft hij ook aan dat, als hij naar dat wetsontwerp kijkt, bijna iedereen die een publiekrechterlijke taak uitoefent, ambtenaar wordt. Want de definitie van ambtenaar wordt degene die een arbeidsovereenkomst heeft bij een overheidswerkgever. Dus werknemers bij bijvoorbeeld het UWV zouden onder de nieuwe wet ook ambtenaar worden. En hij zegt daarvan dat je wel heel erg ver af komt van wat eigenlijk bedoeld werd met ambtenaar, degene die een specifieke overheidstaak uitoefent en degenen die in dit wetsontwerp buiten het begrip ambtenaar vallen, de rechterlijk macht, de militairen, de politieke ambtsdragers, die houden zich nu typisch met die publiekrechterlijke taak bezig; dat rijmt toch niet, of er een soort inflatie van het begrip ambtenaar in zit. Hij wijst in dat artikel er ook op dat, wanneer je de overstap maakt, de publiekrechterlijke rechtspersonen werkgevers worden, de gemeenten en tot nu toe word je aangesteld door een bestuursorgaan. De minister stelt personeel aan. Dit zou, volgens hem, tot gevolg kunnen hebben dat alle ambtenaren niet meer in dienst zijn van het departement, maar in dienst van het rijk. In de praktijk is dit ook al het geval. De minister, dat is de ambtsdrager, die taken kan mandateren en dat gebeurt via de bestuurlijke lijn en niet via de arbeidsrechterlijke lijn. De publieke rechtspersoon, de Staat, moet vertegenwoordigd worden op het moment dat je een arbeidsovereenkomst aangaat en dan komen die lijnen samen. Alexander de Becker heeft ook in De STAD, de publicatie ik heb al het genoegen gesmaakt er in te lezen gekeken vanuit rechtsvergelijkend perspectief. Hoe verhoudt het wetsontwerp waar we

nu in Nederland mee bezig zijn zich met andere landen. Hij heeft ook aangegeven dat het typische, wanneer je het hebt over ambtenaren, zijn degenen die met openbaar gezag bekleedt, een functie uitoefenen. In het Nederlandse voorstel zie je dat militairen worden uitgezonderd, de politie bijvoorbeeld niet, de belastingambtenaren niet, terwijl die ook allerlei beschietingen kunnen geven. Dat is in andere landen anders geregeld. Tegen deze achtergrond, ik snap de dogmatiek, maar ik kijk altijd maar hoe werkt dat nu uit in de praktijk, hoe zou dat functioneren. Ik ben op zoek gegaan naar goed voorbeeld dat duidelijk maakt dat die overheid behoefte heeft om eenzijdig in te grijpen en hoe past dat binnen de arbeidsrelatie. In dit college concentreer ik mij op én voorbeeld, dat te maken heeft met de euthanasiepraktijk. De euthanasiewetgeving is gewijzigd en op een moment was er een situatie, waar een arts euthanasie heeft gepleegd op een pasgeboren, ernstig gehandicapt kind. Het OM heeft zich beraden op vervolging en besloten niet te vervolgen. De minister, toenmalig minister Zorgdrager, vond wel dat vervolging ingesteld moest worden om de rechtsontwikkeling op gang te krijgen. Het leidde er uiteindelijk toe dat de werkgever aan een Officier van Justitie opdracht geeft om tot vervolging over te gaan. De minister heeft een aanwijzing gegeven, een bevoegdheid die op grond van artikel RO aanwezig is, de publiekrechterlijke taak. Uiteindelijk moet iemand het doen en dat werd die OvJ. Bij de uitoefening van die werkzaamheden heeft hij zijn requisitoir gemaakt en aangegeven dat het OM eigenlijk niet ontvankelijk verklaard zou moeten worden, omdat de hele regeling er van uitgaat dat artsen zichzelf moeten aangeven. De zwijgplicht past niet in ons stelsel, dat je geacht wordt mee te werken aan je eigen vervolging. Dat was een principiële vraag in het kader van het algemeen belang, zoals hij zijn functie uitoefende, vond hij het de moeite waard om aan de rechter voor te leggen. Als dat overgenomen zou worden kwam de aanwijzing van de minister, namelijk dat er een inhoudelijke rechtsvervolging plaats moest vinden over de vraag of het gedrag van die arts verwijtbaar was, niet aan de orde. Subsidiair had hij dan ontslag van rechtsvervolging gevraagd. Tegelijkertijd was er in Alkmaar ook zo n zaak, waar bij een subsidiaire bepaling wel de inhoud aan de orde was gekomen. Uiteindelijk volgt er een disciplinaire maatregel tegen de OvJ, want hij had niet gedaan wat hem was opgedragen, namelijk hij had iets meer gedaan, hij had niet conform de aanwijzing gehandeld. Dit is een voorbeeld waarbij ik denk dat het nodig was om eenzijdige in te grijpen als overheid. Vanuit algemeen belang kun je dus zeggen door het ingrijpen heeft de minister kunnen sturen, en heeft de uitvoerende macht gedaan wat de minister van belang vindt. Het is een publiekrechterlijke bevoegdheid. Ook in de commentaren op deze uitspraak van Vierling en Cummerling wordt aangewezen dat er wel voor gewaakt moet worden, en dan zit je direct op het grensgebied, dat als de minister daar teveel gebruik van maakt, hij eigenlijk zijn wetgevende rol aan het uitoefenen is; dat hij behoefte heeft aan een bepaald normatief karakter en het OM inschakelt om via de rechter dat ontwikkeld te krijgen. Je ziet in dit voorbeeld al vrij snel, dat dit helemaal indaalt in de arbeidsrelatie. Die OvJ wordt aangesproken op plichtsverzuim, hij heeft niet gedaan wat de aanwijzing in de publiekrechterlijke sfeer aanwezig waren. Ik denk dat dit een beter voorbeeld is dan het voorbeeld van de minister. Militairen zijn in het wetsontwerp uitgesloten, gaan niet mee naar de ambtelijke macht en wanneer dan gezegd wordt dat is desertie en dan treden andere regels in werking, het gaat juist om dit soort voorbeelden, waarbij een ambtenaar vanuit zijn idee over invulling geven aan een ambtelijk belang bepaalde zaken verricht, die ambtenaar had ook duidelijk aangegeven dat hij als professional vrij wilde zijn inquisitor anders schrijft de minister het maar zelf vanuit het algemeen belang daalt dat in in de werkgeverslijn en die werkgever geeft dan een instructie, dat pas in een eenzijdige rechtsrelatie en die houdt daar toezicht op en als het niet goed gebeurd is sprake van plichtsverzuim. Kijkend vanuit de ambtenaar kom je met de vraag hoever de professionele, functionele autonomie van een ambtenaar om zelf

inhoud te geven aan zijn taak. Dan blijkt, uit dit voorbeeld de CvB heeft ook uitgesproken dat er sprake was van plichtsverzuim en dat de gegeven berisping terecht was dat hij niet volledig vrij is in de uitoefening van zijn taak. Binnen kaders is hij vrij, maar het is aan zijn meerderen om die kaders te geven. Als we dan gaan kijken naar het wetsontwerp, dit voorbeeld er bij nemen en kijken of het in te passen zou zijn in de situatie dat er sprake is van een arbeidsovereenkomst, hoe zit het dan met de rol van de wetgever, de rol van de werkgever, de rol van de werknemer. Een arbeidsovereenkomst, een tweezijdige overeenkomst, wordt gedefinieerd vanuit een drietal kenmerken: gezagsverhouding, in dienst zijn, arbeid en loon. In dit geval moeten we vooral kijken naar de gezagsverhouding. Dat is het eenzijdige element in de arbeidsovereenkomst. Een werkgever mag opdragen wat iemand aan werkzaamheden moet verrichten, binnen bepaalde bandbreedtes. Het is niet zo dat een werknemer, omdat hij een tweezijdige arbeidsrelatie heeft, dagelijks het overleg aan kan gaan over wat hij zal gaan doen. Binnen zijn functie zal hij moeten doen wat er moet gebeuren. Het kan zo zijn, bij vele functies waar sprake is van een arbeidsovereenkomst, dat dat gepaard gaat met een grote mate van zelfstandigheid, bijv. medisch specialisten, accountants of juristen. Een mooi voorbeeld uit de arbeidsrechterlijk praktijk is de vraag hoe het zit met de arbeidsverhoudingen van predikanten en imams. De CvB heeft wel eens gezegd dat het goddelijk gezag aanvaarding van menselijk gezag niet behoeft uit te sluiten. Daarmee aangevend dat de instructiebevoegdheid niet zit in de goddelijke leer, maar dat je op een bepaald moment toch wel voor de gemeenschap moet staan en moet doen wat nodig is om die gemeente levend te houden. Wanneer we er al in slagen om het goddelijk gezag in te passen in het arbeidsrechterlijke stelsel, dan moet het publiek gezag toch een stuk gemakkelijker zijn. Je ziet ook in de rechtspraak van de Hoge Raad dat gezegd wordt dat de godsdienstige aspecten niet aan instructie onderhevig zijn, maar dat dat niet weg neemt dat in allerlei andere aspecten om arbeid te verrichten, wel sprake kan zijn van een arbeids- en een gezagsverhouding, waarbij er toch sprake is van in dienst functioneren. In het wetsontwerp is in een van de conclusies opgenomen hoe het wetsontwerp zou zien hoe je naar de verhouding van de verschillende regelingen aan moet kijken, als het wetontwerp zou worden aangenomen. Op de bodem van de piramide staat het Burgerlijk Wetboek, dat geldt voor iedereen die in Nederland werkt, dan dus ook voor ambtenaren. Daarboven komen de Collectieve ArbeidsOvereenkomsten (CAO ) en de Individuele ArbeidsOvereenkomsten. Het is aannemelijk dat CAO s per sector zullen worden afgesloten en ook in de individuele arbeidsovereenkomsten wordt de rechtspositie bepaald. Daarboven komt voor een deel van werkend Nederland, degenen die een overheidswerkgever hebben, nog een Ambtenarenwet. Weer daarboven zal voor een deel van degenen die onder de Ambtenarenwet vallen, een attributie, per mandaat/publiekrechterlijke taak komen. De vraag die voorligt, en die ook staat in het advies van de RvS, is vooral het bovenste deel van de piramide: kan dat ook binnen de arbeidsovereenkomst, binnen de gezagsverhouding tot zijn recht komen. Wanneer je dan kijkt naar de aanwijzingsbevoegdheid vanuit de publieke taak, die zal blijven bestaan zolang de rechterlijke organisatiebepaling niet wijzigt, zal het altijd zo zijn dat de overheid, vanuit de publiekrechterlijke taak, altijd de mogelijkheid heeft om zijn ambtelijk apparaat aan te sturen. Wanneer hij vindt dat dat onvoldoende gebeurt kan hij daartoe een aanwijzing, instructies geven. Er zullen altijd grensgevallen en discussies zijn over de vraag gaat de politiek, de wetgevende taak, niet teveel op de stoel van de uitvoerende macht zitten? Moet je dan niet vaak instructies geven aan de ambtelijke top die daarvoor verantwoordelijk is en ervoor zorgt dat het verder uitgewerkt gaat worden. De vraag is vervolgens hoe de rechtspraak, de geschillen die aan de orde komen, om zal gaan met de specifieke publiekrechterlijke taak die verricht moet worden. Wanneer we kijken naar de WOR, een van de wetten voor de private sector waar later ook de overheidsmedezeggenschap in is onder gebracht, vormt dat ook een punt van aandacht.

Anderhalve week geleden is nog bediscussieerd of het primaat van de politiek niet erg ruimhartig in het voordeel van de politiek werd uitgelegd. Wanneer deze wet als voorbeeld wordt genomen, een wet waarmee ervaring is opgedaan hoe de Hoge Raad moet omgaan met de dimensie van de publiekrechterlijk taak en de bescherming daarvan, dan is gebleken dat de Hoge Raad zeer veel begrip heeft voor het eigene van de publieke organisatie en daar ook ruimte voor laat. Ik heb zelf al op diverse plaatsen aangegeven dat ik het zelf teveel ruimte te vinden. Vanuit de vrees die is verwoord in het advies van de RvS is die civiele rechter wel in staat om het eigen publieke aspect ook mee te nemen in de afweging kan geantwoord worden dat, kijkend naar dit terrein, die vrees niet terecht is. Werkgevers bij arbeidsovereenkomsten hebben wat eenzijdige elementen als instructies, waar hij gebruik van kan maken. Verder zullen de grenzen ook bepaald worden door de eisen van goed werkgever- en goed werknemerschap en in welke mate dat geaccepteerd dient te worden. Dan kun je constateren dat wanneer het zo mocht zijn dat eisen die gesteld worden strijdig zouden zijn met goed werknemerschap en er zou een geschil ontstaan, dan is de vraag of het erg is als het politiek aspect teruggefloten zou worden. Dan kom je bij de grens dat ook de overheid als werkgever zich als een goed werkgever dient te gedragen. Het is ook heel waarschijnlijk, kijkend naar de rechtspraak op het terrein van de medezeggenschap, dat de rechter heel terughoudend zal zijn en dat hij politieke keuzes ook des politieks laat. Betreffende de positie van de werknemer: de OvJ die vindt dat hij de behartiger is van het algemeen belang met een autonome taak om aan de orde te stellen wat aan de orde gesteld moet worden, zal waarschijnlijk op dezelfde problemen stuiten als eerder bij de CvB. Namelijk als er zo n duidelijke aanwijzing ligt, waarin is opgenomen wat er inhoudelijk moest gebeuren en dat er gecommuniceerd moet worden. En dat overleg tevoren heeft niet plaats gevonden. Ik kom tot de conclusie dat het algemeen belang borgen binnen de kaders van de arbeidsovereenkomst zeer wel mogelijk is. De dilemma s tussen publiekrechterlijke taak en de arbeidsrelatie en wat dat betreft ben ik het wel eens met minister Donner zullen blijven. De scheiding tussen de rol van wetgever en werkgever zal mogelijk beter tot uiting komen. Ook kan men zich afvragen of het wel tot een rechtszaak gekomen zou zijn. De OvJ heeft een berisping gekregen, maar in het civiele recht kan het zo zijn dat iemand een brief terugschrijft, dat hij het er niet mee eens is; en die brief wordt dan opgenomen in het personeelsdossier. In het publieke recht moet je binnen zes weken bezwaar aantekenen, anders heb je je er bij neergelegd en is het een voldongen feit. De bestuursrechter gaat er van uit dat de feiten vaststaan. Ook hier kan een belangrijk verschil zitten, de juridiserende werking van het bestuursrecht in de arbeidsrelatie, waar werknemers kunnen aangeven het ergens niet mee eens te zijn, zonder naar de kantonrechter te hoeven stappen. Aan het eind van een college en zeker aan het einde van tien jaar hoogleraarschap, past het om woorden van dank uit te spreken. Ik ben Alexander de Becker en zeker ook Roel Bekker dankbaar voor hun samenwerking. Mij stond bij mijn aantreden, als fervent aanhanger van W.F. Hermans, Onder professoren voor ogen, en ik was benieuwd welke slangenkuil mij te wachten stond. Maar een warmere omgeving van collegialiteit is nauwelijks voorstelbaar. De samenwerking is van begin tot het eind heel prettig geweest en juist omdat je deze functie samen uitoefent, kon je elkaar aanvullen en zorgen voor verbreding. Ook een woord voor de andere professoren uit de pool, Frits van der Meer is ook gastdocent geweest in mijn colleges. Met Alexander de Becker en Roel Nieuwenkamp heb ik niet heel veel samengewerkt, maar hun inbreng in de collegereeks in Den Haag is zeer inspirerend geweest. Ik ben ook Lydia Schut dankbaar voor haar gastcolleges. De

mensen bij het CAOP hebben altijd tot doelstelling gehad om dit centrum een spilfunctie te geven in kennisoverdracht en onder de bezielende leiding van Hans Borstlap heeft het bestuur dit ook zeer ambitieus op zich genomen. De bestuursvergaderingen zijn meedenk- en inspiratiebronnen geworden die zich niet meer beperken tot organisatorische onderwerpen. Loes Spaans kan ik niet genoeg bedanken voor haar ondersteuning. Wanneer je dit werk doet naast een andere baan dan moet er een spin in het web zijn en er is geen betere spin denkbaar dan Loes. Dat draagt er zeker toe bij dat de leerstoelen zo soepel functioneren. De collega s uit Leiden, onder leiding van Guus, ik ben ook altijd met veel plezier bij jullie geweest. De klok in de kamer die wij delen staat al jaren op vijf voor drie. Dit heeft waarschijnlijk een hoog symbolische waarde. In de wetenschap in Leiden is het niet vijf voor twaalf, maar vijf voor drie. Tot slot wil ik niet zeggen vaarwel. Ik ben een aantal malen opgetreden als voorzitter van de examencommissies en ik heb daar in diverse toespraken gezegd dat als de universiteit er in geslaagd is van u echte academici te maken, dan weet u dat vragen veel belangrijker zijn dan antwoorden. Goede vragen stellen, zoeken naar het antwoord, het antwoord vinden leidt vanzelf tot andere vragen. Alle kennis die is vergaard is is maar betrekkelijk, het gaat om de vaardigheid. En wanneer die vaardigheid is ontwikkeld zult u terug blijven keren naar de universiteit.. Ouders die aanwezig zijn, knikken herkennend, studenten zie je denken, wat moet ik hier nog, ik ben net afgestudeerd. Maar ik herhaal die woorden graag ook hier. Het is voor de leerstoel goed dat zich een frisse kracht over het thema buigt en voor mij is het goed mij te richten op andere relevante thema s. Geen vaarwel, tot ziens. u bent nog niet van mij af.