Een exploratieve studie

Vergelijkbare documenten
Taakdelegatie in de Vlaamse huisartsenpraktijk. Een exploratieve studie

Praktijkassistentie: perceptie van de Vlaamse huisarts

Aanbod Huisartsen Lessons learned from general practice. J De Lepeleire, B Schoenmakers B Aertgeerts, F Buntinx G Van Pottelberg P Vankrunkelsven

Er is geen tekort aan huisartsen in Vlaanderen en zij zijn niet "burnt out"!

De Belgische kinesitherapeut verdient euro per jaar, een tandarts en een huisarts

74% is niet klaar om na de opleiding te starten als zelfstandige.

Burnout bij huisartsen preventie en aanpak

Is POP geschikt voor de SOLO praktijk? Kwaliteitsdag POP. Mechelen, 28 april 2012

Samenwerking met een externe verpleegkundige organisatie

Ervaringen vanuit D4D. Waarvoor staan we? Aanspreekpunt voor wie? Via de website Vzw met een verhaal Eerste gegevens uit de praktijk Hoe verder

Planningsmodellen beroepsbeoefenaars. gezondheidszorg

De inzet van doktersassistenten en praktijkondersteuners in de huisartspraktijk Factsheet Databank Communicatie

Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar

Coach Profession Profile

AAN DE SLAG MET EEN PRAKTIJKASSISTENT(E): OPSTELLEN VAN EEN TAKENLIJST EN UITWERKEN VAN PROCEDURES

Zorgtraject voor chronische nierinsufficiëntie. Kom jij in aanmerking?

Towards an evidence-based Workforce Planning in Health Care?

EVALUATIEDOCUMENT VAN DE STAGEMEESTER/-PLAATS door de Stagiair Algemeen Tandarts

Zorggroep Cohesie Cure and Care denkt mee bij zorg voor ouderen! Optimale zorg voor ouderen in een kwetsbare positie

Hoe kan het LMN u als arts ondersteunen?

Samen werken aan een samenwerking met praktijkverpleegkundigen.

Domus Medica Actief voor huisarts en kringen

WELZIJN VAN ARTSEN: ZORG VOOR ZICHZELF & DREMPELS TOT HULP. Saartje Jooris, huisarts Eline Van Tilburgh, huisarts

Dit document bevat 5 delen:

Een geïntegreerd zorgmodel voor abnormale moeheid: Oost-en West Vlaanderen

ANONIEME DONATIE VAN SPERMA EN EICELLEN

Enquête profiel peilartsen 2004

NOTITIE EERSTELIJNS GEZONDHEIDSZORG HOEKSCHE WAARD

Werkt Guided Care in jouw huisartsenpraktijk? Resultaten van een pilot bij vijf Nederlandse huisartsenpraktijken. multi.

Sport en Welzijn. Physician Assistant Masteropleiding Amsterdam

Hoe samen met de praktijkverpleegkundigen de uitdagingen van preventie aangaan

Peiling Flexibel werken in de techniek 2015

Actieplan 1 Informatie- en preventiebeleid naar de Zeelse bevolking toe op het vlak van o.m. (kinder)armoede, gezondheid, participatie

Artsen moeten geen supermannen of supervrouwen zijn Prof. dr. Jan De Maeseneer

Inleiding. Johan Van der Heyden

Praktijkorganisatie voor dummies: Een leidraad bij de opstart van verpleegkundige zorgen in een huisartsenpraktijk

7. Zorgtrajecten. Inleiding. suggestievragen

Wie is de Nederlandse huisarts?

PERSDOSSIER Is er een tekort aan huisartsen in Brussel? Het Brussels Gewest brengt zijn huisartsen in kaart

Belg tevreden over arts Transparantie en kostprijs blijven pijnpunt

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

RESULTATEN ENQUÊTE OVER OVERLEG APOTHEKERS-HUISARTSEN

Carrièreperspectief van de HAIO: werkdruk, zorgsubstitutie en taakdelegatie

FINANCIEEL ONDERZOEK VAN DE AUDIT FORFAITAIRE HUIZEN. Dr. Luc Herry, huisarts

De bevoegdheden voor Impulseo werden in juli 2014 overgedragen van de Federale Overheid naar de Gewesten. Momenteel is men volop bezig om dit

DONATEUR KIEST GOEDE DOEL VANWEGE ONDERWERP EN STOPT MET STEUN VANWEGE ONTEVREDENHEID OVER GOEDE DOEL

DOKTEREN DOE JE NIET ALLEEN OVER CONCRETE SAMENWERKING IN PRAKTIJK, EERSTE EN TWEEDE LIJN. Spiegelbijeenkomst 15 april 2015

Stand van zaken organisatie huisartsenpraktijken in de stad Antwerpen Welke maatregelen voorziet de stad?

De jonge uitkeringstrekkers ten laste van de RVA

RESULTATEN PATIENTEN ENQUETE Hoe vaak heeft u in de afgelopen 6 maanden contact (spreekuur, huisbezoek, telefonisch consult) gehad met de HAPEC?

Hoge Raad voor Vrijwilligers over het EYAA 2012 (European Year of Active Ageing 2012)

Stuurgroep Zorgtrajecten

dit is Pieter Informatie en educatie via internet voor mensen met diabetes in Drenthe Vita

Evaluatie Elektronisch Patiëntendossier (EPD)

Hoofdstuk 1: Introductie Hoofdstuk 2: Literatuuronderzoek

Dit document bevat 5 delen:

Organisatie van de chronische zorg: een nieuwe aanpak nodig? Ontwikkeling van een position paper. Presenter : K. Van Week denvpk Heede 18 Maart 2013

10 ZAKEN DIE JE MOET WETEN VOOR JE IN HET

Onderzoek Passend Onderwijs

Diabetes. jouw thuisverpleging. onze expertise.

Verzekeringen & erfelijkheid

Datum 10 september 2013 Uw kenmerk Ons kenmerk MN/fk/ Betreft Inbreng LHV en NHG voor verslag Jeugdwet Kamerstuknummer 33684

Ondersteunende zorg voor mensen met kanker

Interprofessionele vorming Omgeving Stationsbuurt

Reflecties over de stand van zaken over case management thuis in België Jean Macq Thérèse Van Durme

Cognitief revalidatieprogramma van de geheugenkliniek. RIZIV-conventie. informatie voor patiënten

KNELPUNTENNOTA TOEGELATEN ARBEID

Over de lijnen heen. Daan Aeyels Departement maatschappelijke gezondheidszorg & eerstelijnszorg KU Leuven

Resultaten voor Brussels Gewest Cardiovasculaire Preventie Gezondheidsenquête, België, 1997

Routinedata in de medische zorg in de avond, nacht en weekenden voor mensen met verstandelijke beperkingen

Knelpuntspecialismen in de geneeskunde

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Cardiovasculaire Preventie Gezondheidsenquête, België, 1997

Hoe gaat het zorgtraject diabetes type 2 er in de toekomst uitzien? Stand van zaken na de evaluatie

Het noodzakelijke evenwicht tussen privé- en beroepsleven

PERSONEEL IN VLAAMSE ZIEKENHUIZEN

Het organiseren van een MDO

MEER TIJD. voor uw patiënt

Bediende in de logistieke sector: kansen voor vrouwen?

Analyserapport van de patiënten vragenlijsten over de praktijk: Huisartsenpraktijk ten Kate (1107)

Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid

Ouders over tevredenheidmetingen.

Huisartsen aan het woord

MASTERPROEF. Bereidheid van 55-plussers tot deelname aan valpreventie

uitdagingen en ambities

EVOLUTIE VAN DE GEZONDHEIDSZORG IN BELGIË

Kennis en ervaringen met e-health van mensen met een chronische longziekte

IMPULSEO I. Gert Merckx Kennisdomeinverantwoordelijke huisartsenkringen Leuven - 8 november 2016

PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013

Verzekeringsgeneeskunde en Wetenschap

Samenvatting van de IMA-studie. Sociaaleconomisch profiel en zorgconsumptie van personen in primaire arbeidsongeschiktheid

1 jaar Zoet Zwanger: Vlaanderen in actie tegen diabetes

hoofdstuk 1 doelstellingen hoofdstuk 2 diagnosen

OPROEP TOT KANDIDATEN EVALUATIE VAN HET VINCA-PROJECT. Brussel, 11 maart 2008

Implementatie Zorgstandaard Obesitas voor kinderen (4-12 jaar) KIZO-project

Definitie : SPOEDGEVALLEN ACUTE ZORG

kinesitherapeut in de sector van de gezondheidszorg Executivee summary - Juni 2013

De opvattingen en houdingen van zorgverleners omtrent prenatale diagnostiek

VOORSTEL VAN RESOLUTIE betreffende het inzetten op preventie en welzijn voor het terugdringen van arbeidsongeschikte zelfstandigen

Patiënteninformatie. Welkom in het MDCCP

Transcriptie:

Taakdelegatie in de Vlaamse huisartsenpraktijk Een exploratieve studie B. Dirickx, M. Viaene, J. De Lepeleire Achtergrond Beleidvoerders voorspellen dat we in België afstevenen op een relatief en/of absoluut huisartsentekort waardoor belangrijke veranderingen in de organisatie van de Belgische eerstelijnsgeneeskunde noodzakelijk zijn. Buitenlands literatuuronderzoek toont aan dat taakdelegatie een mogelijke oplossing is om het dreigend huisartsentekort in te vullen. Doelstelling In een terreinverkennende studie worden de meningen van dertig huisartsen met betrekking tot de implementatie van praktijkassistentie in de huisartsenpraktijk bevraagd via focusgroeponderzoek. Resultaten In België bestaat er momenteel geen absoluut tekort aan huisartsen. Een toenemende takenlast zal veranderingen in de organisatie van het Belgische gezondheidszorgsysteem en de betrokken werkkrachten noodzakelijk maken. Taakdelegatie is één van de strategieën om de organisatie van de huisartsenpraktijk te rijmen met de op handen zijnde evoluties in de gezondheidszorg. Verder onderzoek is noodzakelijk om de effecten van taakdelegatie binnen de Belgische eerstelijnsgeneeskunde te kunnen voorspellen. Huisartsen wensen voornamelijk administratieve taken uit handen te geven. Hierbij zien we eveneens de tendens om meer minimaal medisch-technische aktes, alsook onderhouds- en managementtaken binnen de huisartsenpraktijk uit te besteden aan een competente praktijkassistent. Verschillende factoren, waaronder het financiële aspect en de beschikbaarheid van praktijkruimte, zijn belangrijke remmende factoren. Opvallend is de afwezigheid van eensgezindheid tussen huisartsen onderling. Besluit Taakdelegatie is een optie om het dreigend tekort aan huisartsen in te vullen. Focusgroepanalyse bevestigt de interesse van huisartsen om meer administratieve taken en minimaal medisch-technische aktes uit te besteden naar competente praktijkassistentie. Bijkomend onderzoek binnen het Belgische gezonheidszorgkader is nodig om een voorspelling te kunnen doen over de effecten van een invoering van een praktijkassistent in de Belgische huisartsenpraktijk. B. Dirickx is huisarts in Bree; M. Viaene is huisarts-praktijkopleider in Heusden-Zolder; J. De Lepeleire is huisarts in Lint en verbonden aan het Academisch Centrum voor Huisartsgeneeskunde van de K.U.Leuven. Correspondentie: bart_dirickx@hotmail.com Belangenconflict: niets vermeld Dankwoord Graag wens ik mijn dank te betuigen aan collega-huisarts dr. M. Viaene en promotor prof. dr. J. De Lepeleire, die mij assisteerden gedurende het proces van de opzet en uitwerking van dit onderzoek. Dirickx B, Viaene M, De Lepeleire J. Taakdelegatie in de Vlaamse huisartsenpraktijk. Een exploratieve studie. Huisarts Nu 2011;40:417-20. Inleiding Veranderingen in de gezondheidszorg De gezondheidszorg over de hele wereld, en vooral in de westerse landen, kent een snelle evolutie en verandering. Factoren als een verouderende populatie met een verschuiving van acute naar chronische ziekten, een continue evolutie van technologische en therapeutische mogelijkheden, wijzigende verwachtingspatronen bij de bevolking en patiënten en stijgende gezondheidszorgkosten vormen de stimulus voor noodzakelijke veranderingen in de organisatie van de gezondheidszorgsystemen en de betrokken werkkrachten 1-4. Beleidsvoerders stellen dat we, ook in België, afstevenen op een relatief en/of absoluut huisartsentekort. Belgische huisartsen hebben een eigen werkwijze ontwikkeld die hoog aangeschreven staat bij de patiënt. Wanneer wij echter in België door een toegenomen takenlast te maken zullen krijgen met een uitgesproken tekort aan huisartsen, zullen ook wij onze manier van werken en de organisatie van de huisartsenpraktijk moeten aanpassen zoals dit reeds het geval is in landen als Nederland, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten van Amerika 5. Twee rapporten van het Federaal Kenniscentrum 5,6 en statistische gegevens van het Riziv en de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid geven een betere kijk op het artsenbestand in België 7,8. De huisarts wordt in de veranderende context van de gezondheidszorg een almaar centralere rol toegewezen 2. Een uitbreiding van het aantal therapeutische mogelijkheden maakt dat uit de alternatieven een optimale keuze gemaakt moet worden die, in overleg, zoveel mogelijk rekening houdt met de draagkracht van de patiënt en zijn omgeving. Huisartsen hebben een expertise als procesbegeleiders opgebouwd, waardoor zij hiervoor de ideale partij vormen. De combinatie van een stijgende vraag met het toegenomen aanbod heeft de kosten van de gezondheidszorg de hoogte ingejaagd. Het solidariteitsprincipe, hoeksteen van de Europese gezondheidszorg, komt hierdoor onder grote budgettaire Huisarts Nu december 2011; 40(10) 417

druk te staan 9. Huisartsen zijn al een tijdje bezig met het verhogen van de doeltreffendheid door middel van aanbevelingen voor de medische praktijk en het ontwikkelen van materiaal voor continue professionele vorming (individueel en in kleine groepen zoals LOK s). Deze verhoogde doeltreffendheid moet leiden tot een betere patiëntenselectie voor doorverwijzing naar de tweede lijn, alsook wat preventieve geneeskundige onderzoeken betreft, waardoor er een verlaging van de kosten kan komen 9. Dreigt er een huisartsentekort? Deze toenemende takenlast vormt de eerste reden waarom er gesproken wordt over een dreigend huisartsentekort in België. Volgens gegevens van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid waren er eind 2008 in België 14 523 huisartsen, van wie 12 284 actief (geattesteerde praktijk met meer dan één prestatie in het afgelopen jaar, huisartsen in opleiding niet inbegrepen) 7. Dit aantal is beduidend meer dan de 9137 huisartsen aan wie het Riziv voor het jaar 2008 een praktijktoelage uitbetaalde. Hieruit kunnen we afleiden dat 3147 huisartsen die geen 1250 patiëntencontacten haalden, in de telling van het totale aantal actieve huisartsen zijn opgenomen. Dit geeft een vertekend beeld want dit wil zeggen dat bijna één op vier huisartsen minder dan 1250 patiëntencontacten per jaar verricht, wat overeenkomt met gemiddeld 3,5 patiëntencontacten per dag 8. Tabel 1 geeft een beeld van de huisartsen in België (eind 2008), onderverdeeld volgens leeftijd en geslacht. Uit deze gegevens, die eveneens bekomen werden via het statistiekenbureau van de FOD Volksgezondheid van België, kunnen we een aantal tendensen afleiden 7 : 25% van de huidig actieve huisartsen in België is ouder dan 55 jaar en 14% heeft zelfs al de pensioengerechtigde leeftijd (>65 jaar) bereikt. Verwacht wordt dus dat bijna de helft van de nu actieve huisartsen binnen tien jaar hun beroepsactiviteit zal stopzetten. Daarnaast valt de duidelijke vervrouwelijking van het beroep op. Waar bij de 45-plussers het grootste deel van de huisartsen wordt vertegenwoordigd door het mannelijke geslacht (80%), zien we bij de huisartsen onder de 45 jaar een omgekeerde tendens (40%). Vrouwelijke huisartsen kiezen er vaak voor om deeltijds te werken. De huidige generatie huisartsen streven in het algemeen naar een andere invulling van hun loopbaan. Ze willen een interessante, goedbetaalde baan met aangename werkvoorwaarden, waarbij ze meer tijd krijgen om hun sociaal en familiaal leven uit te bouwen. Het oude ideaal van de immer beschikbare arts die lange dagen werkt, spreekt de jongere generaties niet meer aan. Inhoudelijk wordt het huisartsenberoep gepercipieerd als te weinig medisch, te psychosociaal en zeker te complex. Velen kiezen een andere richting omdat ze de vergoeding niet in verhouding achten tot de complexe taak van de huisarts 3. Bijkomende gegevens geven aan dat er tussen 2000 en 2008 een toename was van slechts 0,1% in het totaal aantal huisartsen in België. Het aantal praktiserende huisartsen (vijftig Wat is gekend? Een veranderende gezondheidszorg en de hiermee gepaard gaande toegenomen takenlast voor de huisarts vormt de belangrijkste reden waarom beleidmakers in België stellen dat we afstevenen op een relatief en/of absoluut huisartsentekort. Buitenlands literatuuronderzoek toont aan dat taakdelegatie een mogelijke oplossing is om het dreigend huisartsentekort in te vullen. Wat is nieuw? Huisartsen wensen voornamelijk administratieve taken uit handen te geven. Minimaal medisch-technische aktes, management- en onderhoudstaken kunnen ook aan een competente praktijkassistent uitbesteed worden. Het gebrek aan financiële en praktijkondersteuning vormt de belangrijkste remmende factor om tot taakdelegatie over te gaan. Opmerkelijk is de afwezigheid van eensgezindheid tussen de huisartsen onderling. Tabel 1: Aantal huisartsen in België, onderverdeeld volgens leeftijd en geslacht (eind 2008) 8. vrouw man 3000 2500 2000 1500 1000 500 0 www.domusmedica.be info@domusmedica.be tel. 03 425 76 76 Leeftijd in jaren 418 Huisarts Nu december 2011; 40(10)

individuele patiëntencontacten per jaar) tussen 2002 en 2005 nam echter af met 5,4% (van 68,8% tot 63,4%). Het aantal actieve specialisten steeg met 7%. Enkele studies brachten de discrepantie tussen lange werkuren en lage lonen naar voren als geassocieerde factoren van deze dalende aantrekkingskracht voor jonge huisartsen. Onderzoek en bewijs van goede kwaliteit om dit fenomeen te begrijpen zijn tot nu toe niet voorhanden 6. Deze gegevens doen besluiten dat in de toekomst een kleinere groep huisartsen een grotere hoeveelheid werk zal moeten verrichten. Dit vormt een tweede belangrijke reden waarom er vandaag gesproken wordt over een dreigend huisartsentekort in België. Vraagstelling Taken delegeren of uitbesteden, samenwerkingsverbanden aangaan zowel met collega s als met andere hulpverleners, andere vormen van financiering ontvangen, eigen productiviteit opvolgen zijn slechts enkele strategieën om de organisatie van de huisartsenpraktijk te rijmen met de hierboven aangehaalde evoluties 3. In deze exploratieve studie zal de nadruk vooral gelegd worden op de mogelijkheid van taakdelegatie als oplossing. Er bestaat nog onduidelijkheid over de effecten van taakdelegatie met betrekking tot de kwaliteit, de werkdruk van artsen, de beschikbaarheid van zorg en de kosten van de zorg. Het ontbreken van heldere meetpunten voor de kwaliteit van de medische zorg is de belangrijkste oorzaak voor de onzekerheid over de effecten van taakherschikking 9. De samenwerking met een praktijkassistent wordt als tijdsbesparend en werkontlastend beschouwd door huisartsen die reeds voor deze samenwerkingsvorm gekozen hebben 10. De onderzoeksvraag is hoe huisartsen aankijken tegen praktijkassistentie en welke voor- en nadelen een dergelijke samenwerking, volgens de huisartsen, met zich meebrengt. Methode Een focusgroeponderzoek werd uitgevoerd bij vier groepen huisartsen, die op opportunistische wijze werden geselecteerd. Een vragenlijst en topiclijst werden opgesteld. De vragenlijst bestond uit drie open vragen die peilden naar de meningen over taakdelegatie: Welke taken wenst u te delegeren? Wie komt in aanmerking om deze taken over te nemen? Wat zijn voor u stimulerende of remmende factoren? De verschillende topics met stellingen werden ontwikkeld op basis van de literatuur en gesprekken met vier artsen, lid van Jong Domus Medica. De focusgesprekken werden op band opgenomen. Tijdens de gesprekken werden eveneens elektronische notities gemaakt. Nadien werd een uitgetypte versie gecodeerd door twee artsen (eerste en tweede auteur), waarbij codes werden gegeven aan belangrijke standpunten en vernieuwende elementen. Deze codes werden vervolgens gecross-checked en bediscussieerd tot consensus. De verwerking gebeurde met behulp van het softwareprogramma Weft QDA. Resultaten Demografie huisartsen Dertig huisartsen namen deel aan vier focusgroepen, met respectievelijk twee keer zeven en twee keer acht deelnemers. Het ging om negentien mannelijke en elf vrouwelijke huisartsen (3 v - 4 m, 3 v 4 m, 4 v - 4 m, 1 v - 7 m). De gemiddelde leeftijd van de deelnemende huisartsen bedroeg 50 jaar (26-71 jaar) en het aantal praktijkjaren was gemiddeld 23,5 (1 tot 46 jaar). Tabel 2 geeft een beschrijving van de praktijken. De helft van de huisartsen heeft een secretaresse tewerkgesteld. Zeven werken samen met een verpleegkundige. Twee van de dertig huisartsenpraktijken (3 huisartsen/10%) zijn niet geïnformatiseerd. Twaalf van de dertig huisartsen werken niet samen met een secretaresse of verpleegkundige. Slechts vier van hen had hier wel interesse voor. Kerntaak van de huisarts De anamnese, het klinisch onderzoek, de interpretatie van technische onderzoeken en de uitvoering van het beleid worden als kerntaak van de huisarts beschouwd. Daarbij heeft de huisarts ook een bufferfunctie tussen eerste en tweede lijn. Alles wat hiertussen gebeurt, is uit te besteden. Als de tijd beschikbaar is, doen de meeste huisartsen nog vele aktes graag zelf. Verschillende huisartsen maakten de bemerking dat ze zich moeten concentreren op de intellectuele akte en zich moeten bezighouden met wat zinvolle huisartsgeneeskunde is. Volgens anderen gaat met personeel de artspatiëntrelatie en dus het huisarts-zijn verloren. Delegeerbare taken Telefoonpermanentie In alle focusgroepen werd de telefoonpermanentie door een secretariaatsfunctie als een enorme ontlasting van het takenpakket aanschouwd. Huisartsen die al werken met een secretaresse, ervaren deze taakuitbesteding als onmisbaar, een verademing en ontstressend. Eveneens werd aangegeven dat telefoons tijdens de consultatie de focus op de patiënt wegnemen. De meegedeelde informatie wordt via de telefoon (bv. bloeduitslagen, INR-PTT-controle) door de patiënt vaak foutief geïnterpreteerd, wat kan leiden tot een vermindering van de zorgkwaliteit, enerzijds door tijdsgebrek van de arts zelf, maar anderzijds ook door een daling van de therapietrouw van de patiënt door te weinig uitleg en/of begeleiding. Enkelen vonden het niet erg om deze taak zelf te blijven doen, op voorwaarde dat hiervoor een goede organisatie is op basis van aflossing tussen collega s of het groeperen van de vele telefoons in een telefoonuurtje om het storend element van telefoon tijdens de consultatie tot een minimum te beperken. Verschillende artsen laten het doorgeven van laboresultaten, aangevuld met hun bemerkingen, over aan hun secretaresse. Anderen staan eerder wantrouwig tegenover de competentie en het inschattingsvermogen van een secretaresse om deze taak over te nemen. Huisarts Nu december 2011; 40(10) 419

Beheren van het preventiedossier Het dossierbeheer en vooral het preventiedossier werd als tweede belangrijke taak van een secretaresse/ praktijkassistent gezien. Onder het preventiedossier wordt de administratief-technische omkadering verstaan in verband met tetanus- en HPV-vaccinatiestatus, de screening naar borstkanker en baarmoederhalskanker en de opvolging van verschillende chronische ziekten als diabetes, chronische nierinsufficiëntie en hypertensie. Met de belasting van de zorgtrajecten en toekomstige kwaliteitsverbeterende projecten (bijv. e-health) is binnen de preventie een belangrijke administratieve en minimaal medisch-technische taak voor een verpleegkundige of praktijkassistent weggelegd. Op vlak van preventie schieten we nog allemaal vaak tekort. Ingeven in het elektronisch medisch dossier Over het ingeven van patiëntengegevens, o.a. specialistenbrieven, labo- en andere onderzoeksresultaten, in het elektronisch medisch dossier waren de meningen tijdens de verschillende focusgroepen sterk verdeeld. De meeste soloartsen, maar ook enkelen die reeds samenwerken met een secretaresse, stonden hier sceptisch tegenover. Voornamelijk de schrik om belangrijke resultaten over het hoofd te zien en het gevoel van verlies van controle en overzicht lagen aan de basis van dit scepticisme. Andere administratieve taken als middelenmanagement, contact met het sociaal netwerk en financiële aspecten als de betaling en de verlenging van het GMD kwamen in mindere mate aan bod. Afrekenen van de consultatie De afrekening geeft een negatief aspect aan het consult. Er steekt daarenboven ook veel tijd in. Deze stelling kwam naar voren tijdens de eerste focusgroep en werd nadien, weliswaar in beperkte mate, bevestigd in de twee daaropvolgende groepen. Als bemerking hierop werd aangehaald dat het huidige systeem van prestatiegeneeskunde moet blijven bestaan. Verrichten van minimaal medisch-technische aktes In deze focusgroepen werden verschillende taken tot het takenpakket van een verpleegkundige in de huisartsenpraktijk gerekend: een bloedafname, gewichts- en bloeddrukcontrole, wondverzorging of vaccinatie en meer technische aktes zoals een elektrocardiogram afnemen of een spirometrie uitvoeren. Tabel 2: Samenstelling van de praktijken in de vier focusgroepen. Geslacht Praktijktype Informatisering Verpleegkundige Secretaresse vrouw duo/netwerk ja nee ja vrouw duo ja ja nee man solo ja ja ja vrouw groep ja nee ja man groep ja nee ja man groep ja nee ja man solo/netwerk ja ja ja vrouw groep/netwerk ja ja ja man solo + haio ja ja nee vrouw duo ja nee nee vrouw groep ja nee ja man groep ja ja ja vrouw groep ja nee ja man solo nee nee nee man groep ja nee ja man solo ja nee ja man solo ja nee ja man solo ja ja nee vrouw groep ja nee ja man groep ja nee ja man duo ja nee nee vrouw duo ja nee nee vrouw groep ja nee nee vrouw duo nee nee nee man duo nee nee nee 420 Huisarts Nu december 2011; 40(10)

Over de delegatie van bloedafnames werd tijdens de vier focusgroepen het meeste gedebateerd. Het onderscheid tussen een geplande en niet-geplande bloedafname werd hier als belangrijkste discussiepunt naar voren geschoven. Zo werd het onderbreken van een consultatie voor bloedafname door een verpleegkundige als onpraktisch en negatief voor de arts-patiëntrelatie beschouwd. Voorafgaand aan de consultatie is er dan geen kennis van de klacht van de patiënt en vertrouwen sommigen niet op het vermogen van de verpleegkundige en al zeker niet op dat van de patiënt om te beslissen welke bloedanalyses dienen te gebeuren. Geplande bloedafnames (INR-PTT, preoperatief bloedonderzoek) werden wel tot de delegeerbare bloedanalyses gerekend. Wat doe je met de intellectuele akte van het invullen van de laboaanvraag? Hoe ontlast je dit? Dit vergt het meeste tijd! Daarentegen bestaat de mening dat een verpleegkundige op administratief vlak minder sterk is: Onze verpleegkundige heeft te weinig tijd voor technische aktes omwille van de telefoon. Een fulltime praktijkassistent, iemand die zowel administratief, als minimaal medisch-technische taken kan verrichten, werd in elke focusgroep als ideaal aangegeven. Dergelijke opleiding is momenteel in België nog niet beschikbaar. Stimulerende factoren Maatschappelijke evoluties Verschillende maatschappelijke evoluties maken het noodzakelijk dat er naar een oplossing voor het dreigend huisartsentekort gezocht moet worden. Mededelen van de resultaten Een tweede belangrijk discussiepunt dat in alle focusgroepen aan bod kwam, was de mededeling en de bespreking van de resultaten. Het is gemakkelijker als we de uitslag van het bloed al hebben tijdens de consultatie, hier kan dan verder onderzoek uitgevoerd worden en het medicatiebeleid besproken. Deze werkwijze, beschreven in bovenstaand citaat, wordt door de meeste huisartsen aanvaardbaar bevonden. Sommigen stellen zich echter vragen bij de facturatie van een bloedafname door een verpleegkundige en het nut van een consult achteraf bij normale bloedwaarden. Anderen maken de bemerking dat dergelijke werkwijze zal leiden tot een verslechtering van de arts-patiëntrelatie: Taken zitten in het geheel van het consultatiepatroon, ondertussen is er contact met de patiënt. Communicatie is belangrijk. Delegatie van achter het bureau trekt de consultatie uit mekaar. Hierdoor gaat de arts-patiëntrelatie verloren. Secretaresse, praktijkassistent of verpleegkundige? Op de vraag naar wie bovenvernoemde taken gedelegeerd kunnen worden, werd eenduidig geantwoord dat het om een competent iemand moet gaan. Een verpleegkundige krijgt over het algemeen de voorkeur op een secretaresse. Zij zijn ge-diplomeerd, waardoor de mogelijkheid bestaat hen meer taken in handen te geven dan enkel de administratie. Hierbij bestaat een groter vertrouwen in de competentie van een verpleegkundige met betrekking tot de continuïteit van zorg voor de patiënt: Een verpleegkundige is een meerwaarde ten opzichte van een secretaresse. Het geeft meer de geruststelling dat de patiënten goed opgevolgd worden. Werkverlichting maakt het voor een vrouw gemakkelijker om huisarts te zijn. Er bestaat een vervrouwelijking van het beroep, maar het huisarts-zijn in het algemeen is de laatste jaren enorm geëvolueerd. De thuisblijvende of meewerkende echtgenote bestaat niet meer bij de jongere generatie huisartsen, waardoor aanpassingen aan het werkschema noodzakelijk zijn om een gezin te kunnen ondersteunen. Lange, ononderbroken werkdagen passen volgens het merendeel van de huisartsen niet meer binnen dit schema. Daarbij verwachten ook de jongere generatie patiënten, omwille van tijdsgebrek, een toegenomen efficiëntie van de huisarts. We gaan misschien ooit met te weinig huisartsen zijn en dan gaan we onze capaciteiten als huisarts moeten concentreren en verschillende taken moeten overlaten aan minder gekwalificeerde disciplines, om iedereen te kunnen blijven helpen met de kwalificaties die wij hebben. Tabel 3: Stimulerende en remmende factoren om over te gaan tot taakdelegatie in de huisartsenpraktijk. Stimulerende factoren Remmende factoren Financieel (subsidies) Maatschappelijke evoluties Tijdswinst Efficiëntie Kwaliteit Continuïteit Financieel (kostprijs) Maatschappelijke perceptie van huisartsgeneeskunde Praktijkruimte Management Interesse Samenwerken Bereikbaarheid en toegankelijkheid van de huisarts Arts-patiëntcontact Tekort aan competente praktijkassistentes Huisarts Nu december 2011; 40(10) 421

Tijdswinst, efficiëntie, kwaliteit en continuïteit De algemene perceptie bestaat dat toegenomen taakdelegatie zal leiden tot tijdswinst en een toegenomen efficiëntie. De gewonnen tijd kan met privézaken worden ingevuld, waaronder hobby s en tijd voor familie, maar ook met medische interesses. Huisartsen hadden en beschikken nog steeds over veel competenties, maar deze gaan verloren door tijdsgebrek en doordat de tweede lijn taken overneemt van de eerste lijn, die de huisartsen door tijdsgebrek niet meer kunnen uitvoeren. Door tijdswinst kunt ge u met de patiënt bezighouden. Anamnese, klinisch onderzoek en de bespreking van het beleid kunnen hierdoor grondiger. Zoals bovenstaand citaat aangeeft, wordt er ook geloofd dat deze gewonnen tijd door taakdelegatie zal leiden tot een betere zorgkwaliteit, en dan voornamelijk op het vlak van preventie en opvolging van chronische ziekten. Taakdelegatie verhoogt het risico op fragmentering en overconsumptie. Naast een mogelijk positief effect op de zorgkwaliteit kan taakdelegatie ook een gunstige invloed hebben op de continuïteit van de zorg. Een praktijkassistent of verpleegkundige kan in de praktijk instaan voor de opvang en eerste hulpverlening bij spoedgevallen. Dit wordt door het overgrote deel van de huisartsen als een meerwaarde en service tegenover de patiënt beschouwd. Enkelen vinden daarentegen dat huisartsen niet voor dergelijke permanentie moeten zorgen ze worden er ook niet voor betaald. Remmende factoren Financiële beperkingen Als voornaamste remmende factor wordt het financiële aspect van taakdelegatie het vaakst benoemd. Ten eerste bestaan er momenteel binnen de huisartsgeneeskunde nog geen betalingsregels voor taken die door een verpleegkundige of praktijkassistent worden uitgevoerd. Het delegeren van taken zal dus, volgens sommigen, leiden tot minder consultaties en hierdoor een vermindering van de inkomsten. Intellectuele arbeid moet betaald worden! Met de huidige subsidiëring via Impulseo II en de gestegen erelonen in vergelijking met vroeger is er volgens de meerderheid van de huisartsen al een belangrijke vooruitgang geboekt op het vlak van ondersteuning van de huisarts. Maar de loonkosten van een verpleegkundige blijven, ondanks deze financiële verbeteringen, zeer hoog. Om zowel administratieve als minimaal medisch-technische aktes te kunnen uitvoeren is een fulltime equivalent verpleegkundige noodzakelijk. Hiervoor worden de subsidies als ontoereikend beschouwd. Zeker voor een soloarts is er kosten/baten geen voordeel te halen uit taakdelegatie. Ook als de huisarts in de toekomst bijkomende taken toegewezen krijgt, zoals het optimaliseren en beschikbaar stellen van het EMD, de preventiemodule, opvolging van chronische ziekten via zorgtrajecten zullen extra financiële en ondersteunende maatregelen nodig zijn, voor alle huisartsen, om een goede organisatie van de huisartsgeneeskunde te waarborgen. Wanneer wij de gezondheidszorg betaalbaar moeten houden, moet de overheid ons hiervoor subsidiëren. Een mogelijke oplossing voor dit financiële probleem is een schaalvergroting van de huisartsenpraktijk met een toename van het aantal artsen binnen één groepspraktijk. Een belangrijke bemerking hierop is dat dit ook een schaalvergroting van de praktijkruimte vergt, wat wederom bijdraagt tot het financiële probleem. Financiële praktijkondersteuning is noodzakelijk. Impulseo voor praktijkuitbreiding (infrastructuur en organisatie) is een ander voorstel vanuit de focusgroepen om deze extra kosten te kunnen dekken. Negatieve maatschappelijke perceptie Naast geld bestaat er ook een maatschappelijke noodzaak om het voortbestaan van huisartsen te garanderen. Huisartsen moeten geherwaardeerd worden voor wat ze zijn. Wij zijn geen slaafjes! Te grote tijdsinvestering Management van taakdelegatie wordt als een derde belangrijke remmende factor beschouwd. Hoe grootser, hoe meer delegatie, hoe meer management. Het vraagt een inspanning om alles te organiseren, er bereid toe te zijn u ervoor in te zetten, het uit te voeren en uiteindelijk ook terug te koppelen over hoe het verloopt. Het vergt een grote tijdsinvestering, waardoor bij sommigen de twijfel bestaat of taakdelegatie wel tot tijdswinst zal leiden. Een goede organisatie en afspraken rond de taakverdeling zijn noodzakelijk voor een goede samenwerking en patiëntentevredenheid. Huisartsen zullen alles zelf moeten beheren en worden hiervoor niet vergoed. De tijdsinvestering is niet in verhouding tot de vergoeding. Door sommigen wordt een manager als mogelijke oplossing van dit probleem aangereikt, maar dit leidt volgens de meerderheid tot het gevaar van inmenging en een verlies van vrijheid van de huisarts. Gebrek aan interesse De interesse van de huisarts om tot taakdelegatie binnen de huisartsenpraktijk over te gaan is een absolute vereiste. Door 422 Huisarts Nu december 2011; 40(10)

verschillende artsen wordt aangegeven dat ze patiëntgebonden technische aktes, zoals een bloedafname, niet belastend vinden en dit ook zelf graag blijven doen. Het zorgt voor afwisseling tijdens de, vaak psychisch belastende, consultaties. Er bestaat een afwisselende interesse om deze patiëntgebonden technische aktes uit te besteden. De interesse voor het uitbesteden van administratieve taken is groter. Delen van competenties Kunnen samenwerken met andere huisartsen en andere disciplines binnen de eerstelijnsgezondheidszorg is ook een belangrijke vereiste tot taakdelegatie. Aflossing door collega s binnen een huisartsengroep wordt als een meerwaarde voor de huisartsen en voor de patiënten beschouwd. Deze samenwerking zorgt niet alleen voor een toename van de vrije tijd, maar leidt ook tot feedback en verantwoording van de geleverde zorg, wat kan leiden tot een verbetering van de totale zorg. Het delen van competenties met collega s, assistentes, verpleegkundigen en andere gezondheidszorgwerkers wordt in alle focusgroepen als verrijkend ervaren. Een belangrijke voorwaarde is dat dit moet gebeuren vanuit evenredigheid, zoals bij de zorgtrajecten. Op basis van: wij zullen u eens zeggen wat ge moet doen... is het delen van competenties niet verrijkend. Een tweede belangrijke aangehaalde voorwaarde voor samenwerking en het delen van competenties is dat huisartsen generalisten moeten blijven. Huisartsen hebben een brede basiskennis waardoor ze een centrale rol spelen in de gezondheidszorg. Subspecialisatie zal daarom bijdragen tot een fragmentatie van de eerstelijnsgezondheidszorg. Wanneer huisartsen zich toeleggen op een bepaalde pathologie zal de frequentie waarmee ze geconfronteerd worden met andere pathologieën, afnemen. De brede basis van kennis, een belangrijk kenmerk van de huisarts, zal dan verdwijnen. Om expertise te houden moet ge alles regelmatig blijven doen en dat is heel moeilijk omdat ons domein zo uitgebreid is geworden dat het moeilijk is om op elk domein voldoende expertise te houden. Bij verschillende huisartsen bestaat het verlangen om de huidige samenwerkingsvorm uit te breiden, bij sommigen zelfs eerder naar een samenwerking met psychologe en/of diëtiste, dan naar een samenwerking met een verpleegkundige. Dit verlangen bestaat omdat huidige problematieken als obesitas, diabetes, depressies, relatieproblemen, en andere psychologische decompensaties een belangrijk deel van de tijd en energie van de huisarts innemen. Deze disciplines integreren binnen de huisartsenpraktijk verlaagt volgens hen de drempel voor de patiënt om, na doorverwijzing, ook daadwerkelijk de hulp van deze disciplines in te roepen. Dit gaat volgens anderen echter in tegen de keuzevrijheid en verantwoordelijkheid van de patiënt. Wij kunnen, als huisarts, enkel de patiënt uitleg geven en motiveren tot het consulteren van andere disciplines, we kunnen de patiënten niet verplichten. Vrees voor moeilijkere bereikbaar- en toegankelijkheid Verschillende oudere huisartsen hebben het gevoel dat het huisarts-zijn, zoals het tot op heden bestaat, verloren zal gaan. De continue bereikbaarheid en toegankelijkheid is reeds sterk afgenomen door de invoering van de wachtkringen, de afname van het aantal huisbezoeken en de toegenomen tewerkstelling van secretaresses in de huisartsenpraktijken. Deze kenmerken worden door een groot deel van de huisartsen boven de vijftig jaar als basis van de Belgische huisartsgeneeskunde gezien. Een van de dingen die een Belgische huisarts interessant maakt, is dat wij heel kort bij de patiënt staan, we zijn heel toegankelijk. De vrees bestaat dat, wanneer de huisarts enkel medisch gaat werken, deze kenmerken volledig zullen verdwijnen en de patiënten geremd zullen zijn om met hun klachten bij de huisarts te komen. Het zal een verarming van de huisartsgeneeskunde zijn, maar in de toekomst zal iedereen het zo doen, dus zullen we allemaal mee moeten veranderen. Anderen zien de praktijkassistentie dan weer als een aanvulling voor deze bereikbaarheid en toegankelijkheid. Ook een verpleegkundige kan tijd maken om op mensenvoet met de patiënten te communiceren en uitleg te geven. We moeten als huisarts vooral het gevoel blijven geven dat we tijd nemen voor de patiënt en hen op de voet volgen. Dit is, met de huidige tijds- en werkdruk, ook niet meer mogelijk. Vrees voor minder arts-patiëntcontact Er bestaat een veel nauwer arts-patiëntcontact wanneer ge alles zelf doet. Het merendeel van de deelnemende huisartsen gaat akkoord met dit citaat. Bij vele van deze huisartsen bestaat hierbij de vrees dat informatie verloren zal gaan door de invoering van taakdelegatie naar een secretaresse, verpleegkundige of praktijkassistent. Door technische prestaties zelf uit te voeren zijn we op een metaniveau bezig met de patiënt waar we ook veel uit kunnen leren over de patiënt. Dit is nuttige informatie die we anders niet zouden verkrijgen. Deze vrees bestaat vooral uit een wantrouwen in de competentie van lager gekwalificeerde zorgverleners. Verschillende Huisarts Nu december 2011; 40(10) 423

artsen vrezen daarbij een administratief werker / technieker te worden waarbij het huisarts-zijn zich zal beperken tot de intellectuele akte en hierdoor de diversiteit, de arts-patiëntrelatie en dus ook de charmes van de huisartsgeneeskunde verloren zullen gaan. Anderen, voornamelijk diegenen die reeds voor een dergelijke samenwerkingsvorm gekozen hebben, staan hier minder sceptisch tegenover. Volgens hen leidt het uitbesteden van taken niet onherroepelijk tot een verlies van contact met de patiënt. Wel is een goede organisatie nodig waarbij de patiënt wordt teruggezien door de huisarts na de technische akte door de verpleegkundige of praktijkassistent. De inbreng van een andere vertrouwenspersoon kan zelfs bijkomende informatie verschaffen die een arts alleen misschien niet te weten komt. Minder gekwalificeerde praktijkassistentie Er wordt aangenomen dat huisartsen veel taken van hun dagelijkse takenpakket aan minder gekwalificeerde zorgverleners kunnen overlaten. Een bemerking hierbij is dat ook verpleegkundigen in België taken verrichten waarvoor ze overgekwalificeerd zijn (bijv. wassen van patiënten). Besluit Taakdelegatie is een optie om het dreigend tekort aan huisartsen te rijmen met de op handen zijnde evoluties in de gezondheidszorg. Focusgroepanalyse bevestigt de interesse van huisartsen om meer administratieve taken (telefoon, preventiedossier) en minimaal medisch-technische aktes (bloedafname, biometriecontrole, vaccinatie ) uit te besteden naar competente praktijkassistentie. Verschillende factoren, waaronder het financieel aspect en de beschikbaarheid van praktijkruimte, zijn belangrijke remmende factoren. Opvallend is de afwezigheid van eensgezindheid tussen huisartsen onderling. Dit onderzoek is niet representatief voor de Vlaamse huisarts maar geeft toch belangrijke tendensen aan. In ons onderzoek wordt enkel de optie van taakdelegatie en daarbij de meningen van huisartsen met betrekking tot taakdelegatie, als mogelijke oplossing van het dreigend huisartsentekort onderzocht. Andere strategieën zoals andere financieringvormen en kwaliteitsmanagement werden niet verder besproken. Bijkomend onderzoek is nodig om een voorspelling te kunnen doen over de uitkomsten van een invoering van een praktijkassistent in de Belgische huisartsenpraktijk. Literatuur 1 Laurant M, Reeves D, Hermens R, Braspenning J, Grol R, Sibbald B. Substitution of doctors by nurses in primary care (review). The Cochrane Collaboration 2009, issue 1. 2 WONCA Europe. The European definition of general practice/family medicine, 2002. 3 Hoerée T, Grouwels D, Cuypers R, Heyrman J. De huisartspraktijk herbekeken: een visiedocument. Berchem: WVVH/HUSAM, 2006. 4 Laurant M, Harmsen M, Faber M, Wollersheim H, Sibbals B, Grol R. Revision of professional roles and quality improvement: a review of the evidence. Radbound University Nijmegen, 2010. 5 Remmen R, Seuntjens L, Pestiaux D, et al. Kwaliteitsbevordering in de huisartsenpraktijk in België: status quo of quo vadis? Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE), 2008; reports 76A. 6 Roberfroid D, Stordeur S, Camberlin C, et al. Physician workforce supply in Belgium. Current situation and challenges. Brussel: Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE), 2008; reports 72A. 7 FOD Volksgezondheid. Jaarstatistieken van de erkende huisartsen in België. www.health.fgov.be 8 Kwart huisartsen op non-actief. Artsenkrant nr. 2143, 01/03/2011. 9 Harmsen M, Laurant M, Van Achterberg T, et al. Taakherschikking in de gezondheidszorg: Een systematisch literatuuroverzicht. Afdeling Kwaliteit van Zorg (WOK) Nijmegen, 2006. 10 Geeraert F. Aan de slag met een praktijkassistent: Opstellen van een takenlijst en uitwerken van procedures [masterscriptie huisartsgeneeskunde]. Leuven: Faculteit Geneeskunde K.U.Leuven, 2010. Gezondheidsgids De Gezondheidsgids van Domus Medica is een praktijkinstrument om samen met uw patiënt een preventieplan op maat uit te stippelen. Door de Gezondheidsgids te gebruiken bij patiënten van 45 tot 75 jaar wordt voldaan aan de preventiemodule van het GMD+. Alle hoofdstukken van de Gezondheidsgids zijn op aanbevelingen en richtlijnen gebaseerd. Om huisartsen te helpen deze gids vlot in de praktijk te brengen biedt Domus Medica vanaf 2012 ook gratis lespakketten aan voor LOK s. Voor alle bijkomende informatie en uitgebreidere dossiers over de verschillende preventiemodules van de Gezondheidsgids, de vragenlijst en het afsprakenkaartje kunt u terecht op: www.domusmedica.be/gezondheidsgids 424 Huisarts Nu december 2011; 40(10)