Herziening Buitengebied Someren. Watermolenweg/Schouwenweg te Lierop. Afbeelding voorblad hier invoegen!

Vergelijkbare documenten
Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel

Landelijk gebied, percelen rond Kiebergerweg 2

Format Ruimtelijke Onderbouwing (versie 1, aug 2014) INHOUDSOPGAVE

Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24

College van Burgemeester en Wethouders Gemeente Leudal Postbus ZG Heythuysen. Geacht College,

15003 RO VERPLAATSEN VLAAMSE SCHUUR LANGEREIT 14

Ruimtelijke onderbouwing Leveroyseweg 14, Heythuysen

Bestemmingsplan Buitengebied Zundert, vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing

WIJZIGINGSPLAN ZORGBOERDERIJ BROEK 4, MARIAHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 2 februari 2016 vastgesteld

Wijzigingsplan Bouwvlak wijziging Veenweg 3 Gemeente Renswoude

Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen

Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe

WIJZIGINGSPLAN NATUURONTWIKKELING BOSRAND 25 EN OMGEVING, LIESHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 30 augustus 2016 vastgesteld

Gemeente Achtkarspelen Projectbesluit Veranderen erf bij de woning Skieppedrifte 5 te Drogeham Ruimtelijke onderbouwing

Bestemmingsplan Buitengebied Grubbenvorst

Ruimtelijke Onderbouwing. t.b.v. het realiseren van twee lichtmasten, Flevostraat 251 Purmerend (Sportcomplex De Munnik)

Projectbesluit Watermolendijk 3 Eelde

Bouwplan voor het realiseren van een werktuigenberging

Ruimtelijke onderbouwing

3. Gewenste ontwikkeling Milieu Planbeschrijving Inspraak Voorschriften 7

Wijzigingsplan De Wedze 22c te Twijzel

Ruimtelijke ordening. Ruimtelijke Ordening

(ontwerp) ruimtelijke onderbouwing afwijking BP Akenveenweg 1 Tynaarlo

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Oprichten aanduidingsmast McDonald s Vlietweg 16 te Santpoort-Noord

Derde partiële herziening, bestemmingsplan Buitengebied Someren, Boringsvrije zone. Toelichting

Aanleg paardenbak Het Zuid 34 Drachten

Ruimtelijke onderbouwing Hollandseweg 19, Someren. Gemeente Someren

GEMEENTE BUREN. Ruimtelijke onderbouwing Hendriklaan 15 16, Beusichem

Inhoudsopgave ruimtelijke onderbouwing Olympus 20

BIJLAGE 2: VERANTWOORDING UITBREIDING BOOMSWEG

Stedenbouw/welstandsrichtlijnen Aangezien er enkel een interne verbouwing zal plaatsvinden, zal de uiterlijke verschijningsvorm niet wijzigen.

Wijzigingsplan Wyldpaed West 3 te Twijzelerheide ONTWERP

Duinkampen 23 te Paterswolde

Buitengebied e wijziging (Broekstraat 23 Wehl)

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Omgevingsvergunning Hollewandsweg 28

3. Toekomstige situatie Milieuaspecten Planbeschrijving Inspraak Voorschriften 7

(ontwerp) ruimtelijke onderbouwing afwijking BP Asserstraat 31 Vries

Gemeente Achtkarspelen Ruimtelijke onderbouwing 'het uitbreiden van de woning met een aanbouw' op het perceel de Wedze 22a te Twijzel

Thematische herziening archeologie

INHOUDSOPGAVE Buitengebied Noord, deelplan Noorderhoofddiep in Nieuweroord Vastgesteld bij collegebesluit d.d. 17 juni 2008

GEMEENTE OUDE IJSSELSTREEK Plan van wijziging Buitengebied 2000, herziening 2002 Locatie Marmelhorstweg 2a

Gasthuisbergweg 18 te Wijchen

Uw raad ontving over dit bestemmingsplan eerder een raadsinformatiebrief onder nummer

GEMEENTE HOOGEVEEN. BESTEMMINGSPLAN Buitengebied Zuid Herziening 2007, deelplan Trambaan 5 te Nieuweroord

wijzigingsplan Boerderijsplitsing Bemmerstraat 7, Beek en Donk gemeente Laarbeek

memo Verlegging rode contour ter plaatse van de Driebergsestraatweg 63 en 65 te Doorn

Bestemmingsplan Haule, Dorpsstraat 56 te Haule V A S T G E S T E L D

Bestemmingsplan Waterdael III, herziening Boerenkamplaan 5. Gemeente Someren

Namens cliënte, familie Van Kessel, woonachtig aan de Kwadestaartweg 10 te (5752 PV) Deurne, richt ik mij tot u met het volgende.

Ruimtelijke onderbouwing. behorend bij de aanvraag van een omgevingsvergunning voor de herbouw van een kleedruimte aan de Pierswijk te Marum

*Z04630B9E6E* Ruimtelijke onderbouwing. Bouwen van een loods op het perceel Westerweg 21 Ouddorp. Initiatiefnemer: Maatschap Aleman-Sperling

Blad 2. Beoordeling verzoek

Oude Badweg 60 Eelderwolde

Toelichting Wijzigingsplan Buitengebied, Lage Klappenberg 55. vastgesteld: 20 januari 2016

Compensatieaanpak N794 Heerderweg i.r.t EHS en Boswet

Verslag inspraak en vooroverleg. Voorontwerpbestemmingsplan. Bedrijventerreinzone Roerstreek

Notitie gevolgen inrichting natuur en landschap voor agrarische bedrijfsvoering

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Artikel 2.12 lid 1 sub a onder 3 WABO

TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN RANDWEG WEST

Inrichting Ecologische verbindingszone Sparrenrijk Kampina

Ruimtelijke onderbouwing

NOTITIE: Zienswijzen en ambtshalve aanpassingen. Inzake. Bestemmingsplan Bebouwde kom St. Willebrord, Irenestraat ongenummerd, tussen 63 en 69

BUITENGEBIED WIJZIGING 2017, VEERSTEEG 12A

Bestemmingsplan Enkelbestemming Beoordeling

BESTEMMINGSPLAN BERG VONDELPLEIN 4

VASTGESTELD Wijzigingsplan bestemmingsplan Halfweg Hee Hoofdweg, ten westen van de Richel

RO Wielemakersbaan 6 Ride by the Sea

Burg. J.G. Legroweg 98 te Eelde

Ruimtelijke onderbouwing

Visie op Zuid-Holland. Verordening Ruimte. Wijzigingsbesluit behorende bij ontwerpherziening Herijking EHS

Toelichting. vastgesteld 23 februari Meeuwisdijk 9

Ruimtelijke onderbouwing bouw schaapskooi Haarweg 16 in Ruurlo

Gemeente Achtkarspelen Projectbesluit Vervanging woning Miedweg 6 Stroobos Ruimtelijke onderbouwing 1. INLEIDING

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING T.B.V. HET BOUWEN VAN EEN LOODS AAN DE WESTHOFSEZANDWEG 9 TE S- HEER ARENDSKERKE

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Artikel 2.12 lid 1 sub a onder 3 WABO

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Realisatie kunstwerk Bestemming Drachten Markeringspunt Noord

percelen cultuurgrond

Landelijk Gebied - Dalweg 12

Ruimtelijke motivering. Plaatsing zonnepanelen Bokhoven, tegenover perceel Gravin Helenastraat 3 te Bokhoven

1. Streekplan Brabant in balans

Maastricht Centraal, reparatie Gebroeders Hermansstraat 11-13

bestemmingsplan natuurcompensatie t Woold

BESTEMMINGSPLAN WESTELIJK BUITENGEBIED, PARTIËLE HERZIENING NIJKERKERSTRAAT 35 - BIJZONDERE PARTICULIERE BEGRAAFPLAATS LANDGOED BIJSTEIN

Notitie Inspraak Voorontwerp Bestemmingsplan Buitengebied 2012, De Heimolen te Rucphen (identificatienummer: NL.IMRO.0840.

Gemeente Haaksbergen. Rood voor Rood beleid 2015

Wijzigingsplan Baarsdorpermeer 4, Zuidermeer Bestemmingsplan Landelijk Gebied Koggenland, wijziging bedrijfswoning naar plattelandswoning

Omgevingsvergunning Oude Broekstraat 12a, Klarenbeek Planfase vastgesteld

Ruimtelijke onderbouwing garageboxen Maasweg Maassluis, d.d. 5 september 2016

Bestemmingsplan Buitengebied 1994 wijziging bouwperceel Oxersteeg 20-22

Gemeente Bergen Datum besluit Datum verzending: Nummer

NOTA ZIENSWIJZE BESTEMMINGSPLAN Molenweg 5-5a Hoogeloon.

Toelichting behorende bij de binnenplanse wijziging van het. bestemmingsplan ex. Artikel 3.6 Wro. Weverwijk 7 rood te Meerkerk

Bestemmingsplan Veghel-Noord, herziening Prins Willem Alexander Sportpark 7. Gemeente Veghel

Realiseren paardenbak

NOTITIE BOMENKAP GASLEIDINGTRACE ODILIAPEEL - MELICK

Besluit artikel 3.6 lid 1 onderdeel a Wro Buitengebied Asten 2008, wijziging Keizersdijk 2

Bestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening. (ontwerp 25 januari 2019)

Kerkstraat 39 te Nederweert

GEMEENTE HOOGEVEEN. Wijzigingsplan Buitengebied Noord, deelplan Noorderhoofddiep 16 te Nieuweroord. Vastgesteld

Referentienummer Datum Kenmerk GM februari

Transcriptie:

Bergs Advies B.V. Leveroyseweg 9a 6093 NE Heythuysen Telefoon (0475) 49 44 07 Fax (0475) 49 23 63 E-mail info@bergsadvies.nl Internet www.bergsadvies.nl BIC code: RABONL2U IBAN: NL76RABO0144217414 K.v.K. Roermond nr. 12065400 BTW nr. NL817604844B01 Afbeelding voorblad hier invoegen! Bij invoegen cursor boven tekst plaatsen of gehele tekst verwijderen Herziening Buitengebied Someren Watermolenweg/Schouwenweg te Lierop

Toelichting (Veegplan VI) Watermolenweg/Schouwenweg te Lierop Aanvrager(s): De heer N. van Bussel Herselseweg 36 5715 PJ Lierop De heer J. van Bussel Hanekamp 15 5715 RA Lierop Opgesteld door: mr. M.H.M.E. Rampen Datum: 0 (definitief) 2

Inhoudsopgave 1. Inleiding... 4 1.1. Aanleiding bestemmingswijziging... 4 1.2. Plangebied en begrenzingen... 4 1.3. Vigerend bestemmingsplan... 5 2. Planbeschrijving... 7 2.1. Huidige situatie... 7 2.2. Planvoornemen... 7 2.3. Landschappelijke inpassing en beeldkwaliteit... 7 3. Beleidskader... 9 3.1. Rijksbeleid... 9 3.1.1. Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte... 9 3.1.2. Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro)... 9 3.1.3. Nationaal Waterplan 2016-2021... 9 3.1.4. Boswet... 10 3.2. Provinciaal beleid... 10 3.3. Gemeentelijk beleid... 11 4. Randvoorwaarden... 12 4.1. Inleiding... 12 4.2. Bodem... 12 4.3. Waterhuishouding... 12 4.4. Wet Natuurbescherming, flora en fauna... 13 4.5. Beplantingsvoorstel bosperceel... 14 4.6. Archeologie... 14 5. Uitvoerbaarheid... 15 5.1. Financieel... 15 5.1.1. Uitvoerbaarheid... 15 5.1.2. Kostenverhaal... 15 5.2. Maatschappelijk... 15 5.2.1. Overleg ex artikel 3.1.1 Bro... 15 5.2.2. Ter inzage legging... 15 Bijlage 1 Brief Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, d.d. 11 augustus 2016... 16 Bijlage 2 Beplantingsplan percelen aan de Schouwenweg te Lierop 2017... 17 3

1. Inleiding 1.1. Aanleiding bestemmingswijziging Op 27 december 2016 is namens de heren N. van Bussel en J. van Bussel een herziening van het bestemmingsplan aangevraagd voor enkele percelen binnen het grondgebied van Someren, met het doel de bestemming van de gronden om te zetten van agrarisch naar bos en vice versa. Aanleiding voor dit verzoek is het feit dat de eerder aanwezige bosopstanden op een tweetal percelen, zonder de daarvoor benodigde kapvergunning, is gekapt c.q. gerooid. Vervolgens zijn deze gronden in gebruik genomen als landbouwgrond in afwijking van de vigerende bestemming. De gemeente is hierop een handhavingstraject gestart, met het doel het strijdig gebruik te doen beëindigen. Naast het feit dat sprake is van een met het bestemmingsplan strijdige situatie is tevens niet voldaan aan de herplantplicht binnen een periode van 3 jaar, op grond van de Boswet. Hiertoe is de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (hierna: RVO) verzocht om medewerking te verlenen aan een compensatieplan, waarbij sprake is van bosontwikkeling op een derde perceel, in plaats van herplant op de oorspronkelijke locatie. Bij brief van 11 augustus 2016 is hiertoe door de RVO ingestemd (zie brief in bijlage 1). Het compensatieplan wordt nu verder uitgewerkt en vastgelegd in onderhavige herziening van het bestemmingsplan Buitengebied Someren. Dit mede ook naar aanleiding van een gesloten grondtransactie met de gemeente Someren, waarin is vastgelegd dat de gemeente hieraan medewerking zou verlenen. 1.2. Plangebied en begrenzingen Het plangebied bestaat uit 3 percelen, welke gelegen zijn in het buitengebied van de gemeente Someren. De percelen zijn kadastraal bekend als Lierop, sectie P, nrs. 23 en 111 (beide gelegen nabij de Watermolenweg) en nr. 43 (gelegen nabij de Schouwenweg). In figuur 1. is de globale situering van de percelen aangegeven. Perceelnrs. 111 en 23 Perceelnr. 43 Figuur 1: Uitsnede topografische kaart (bron: www.pdok.nl) 4

1.3. Vigerend bestemmingsplan De percelen zijn gelegen in het bestemmingsplan Buitengebied Someren dat door de gemeenteraad is vastgesteld op 29 juni 2011. Het plan is op 6 oktober 2011 in werking getreden. In dit bestemmingsplan hebben de percelen met nr. 11 en 23 de bestemming Bos. Het perceel met nr. 43 is grotendeels bestemd als Agrarisch met landschappelijke waarden en ondergeschikt deel als Bos. In figuur 2 is een uitsnede van het vigerend bestemmingsplan weergegeven. Perceelnrs 111 en 23 Perceelnr 43 Figuur 2: Uitsnede bestemmingsplan Buitengebied Someren (bron: www.ruimtelijkeplannen.nl) De gronden met bestemming Bos zijn hiermee bestemd voor bosbouwkundige doeleinden, t.b.v. het behoud van duurzaam bos ter plaatse en het behoud van de groeiplaats. Tevens is van toepassing de specifieke aanduiding: multi-functioneel bos, waarvoor ten aanzien van onderhavige percelen de navolgende doeleinden gelden: Behoud, herstel en/of ontwikkeling van natuurwaarden in het algemeen en van de op de verbeelding aangeduide specifieke natuurwaarden in het bijzonder. Behoud, herstel en/ of ontwikkeling van abiotische en landschapswaarden. Waterhuishoudkundige doeleinden ten behoeve van de onder 1 en 2 genoemde doeleinden in het algemeen en in het bijzonder ter plaatse van de aanduiding hydrologisch waardevol. Extensief recreatief medegebruik. 5

P111 P23 P43 Figuur 3: kadastrale ondergrond (bron: www.pdok.nl) De gronden met bestemming Agrarisch met landschapswaarden hebben een specifieke functieaanduiding visueel waardevol; besloten. De gronden zijn hiermee bestemd voor: Al dan niet bedrijfsmatig agrarisch grondgebruik inclusief tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen. Behoud, herstel en /of ontwikkeling van de aanwezige landschapswaarden in het algemeen en verder specifiek voor het behoud van het besloten karakter ter plaatse van de aanduiding visueel waardevol, besloten. en in het bijzonder Extensief recreatief medegebruik. Groenvoorzieningen. Infiltratie. Water en waterhuishoudkundige voorzieningen. Voor alle gronden in dit plan gelden de dubbelbestemmingen Waarde-Archeologie en Waarde-Ecologie. Aanlegwerkzaamheden dieper dan 0,40 m. en het aanbrengen of weghalen van diepwortelende beplanting is niet toegestaan, zonder voorafgaand archeologisch onderzoek. Er mag geen afbreuk worden gedaan aan het behoud, herstel en/of de ontwikkeling van de waarden zoals aanwezig conform de gegeven bestemming. In het kader van het aspect ecologie is met name van belang dat bouwen niet is toegestaan ter bescherming van de EHS (Ecologische Hoofdstructuur). Tevens is enkel met vergunning toegestaan: dieper dan 0,50 m. diepwoelen/-ploegen, het verwijderen van landschapselementen en het beplanten van houtgewas t.b.v. tuinbouw en agrarische teelt. Het planvoornemen bestaat uit het wijzigen van de vigerend bestemmingen. Het bestemmingsplan biedt hiervoor echter geen wijzigingsbevoegdheid. Derhalve is het noodzakelijk een nieuw bestemmingsplan op te stellen t.b.v. de voorgestelde bestemmingswijziging. De gemeente Someren is op dit moment bezig met de opstelling van een herziening van het vigerende bestemmingsplan in de zgn. veegplanronde. Dit initiatief zal onderdeel uitmaken van deze bestemmingsplanprocedure. Onderhavige toelichting vormt daarbij het ruimtelijk afwegingskader. 6

2. Planbeschrijving 2.1. Huidige situatie Op de percelen P111 en P23, welke bestemd zijn tot Bos zijn in de huidige situatie geen bomen aanwezig. De gronden zijn agrarisch in gebruik. Op perceel P43 zijn voor een gedeelte bestaande bomen aanwezig. Dit gedeelte is ook bestemd als Bos. Zie hiervoor onderstaande afbeelding, figuur 4. Figuur 4: Kadastrale kaart met luchtfoto als ondergrond (bron: www.kadastralekaart.com) 2.2. Planvoornemen Het plan bestaat uit het wijzigen van de vigerende bestemming van de percelen kadastraal bekend Lierop, sectie P nrs 23, 111 en 43. In concreto komt het erop neer dat er een ruil plaatsvindt. De percelen met nrs 23 en 111, resp. 4.860 m² en 4.050 m², welke in het vigerend bestemmingsplan de bestemming Bos hebben, worden gewijzigd naar de bestemming Agrarisch met landschapswaarden. Het perceel nr 43, met een totale omvang van 15.550 m², wat bestemd is tot Agrarisch met landschapswaarden wordt gewijzigd naar de bestemming Bos. Dit perceel heeft in het huidig bestemmingsplan reeds voor een gedeelte deze betreffende bestemming. 2.3. Landschappelijke inpassing en beeldkwaliteit Voor de ontwikkeling is door de bosgroep een beplantingsplan opgesteld. Dit beplantingsvoorstel is als bijlage 2 bij deze toelichting gevoegd. 7

In het Beeldkwaliteitsplan Buitengebied 2011 Gemeente Someren dat is vastgesteld op 29 juni 2011 heeft de gemeente Someren ontwerprichtlijnen opgenomen die bij een planvoornemen kunnen worden meegenomen om op passende wijze invulling te geven aan de in het bestemmingsplan opgenomen randvoorwaarden ten aanzien van bijvoorbeeld landschappelijke inpassing. Onderhavig ontwikkeling betreft geen ruimtelijke ontwikkeling zoals bedoeld in de geest van het Beeldkwaliteitsplan, want er wordt niets gebouwd dat ruimtelijk moet worden ingepast. Desondanks is het zinvol het Beeldkwaliteit te analyseren op de gebiedstypen waar de percelen gelegen zijn. De percelen met nrs. 23 en 111 behoren op grond van de Gebiedsindeling Landschap tot het landschapstype Bos- en heidelandschap. De uitgestrekte natte en droge Heidegebieden met een aantal grote vennen als enclaves in de bossen van Someren zijn een landschapstype waar natuurwaarden en het beheer hiervan voorop staan. Het perceel met nr. 43 behoort tot het landschapstype Oudere Heideontginningen. Dit overgangslandschap tussen oude en jonge ontginningen is tot ongeveer 1910 ontgonnen. De landschappelijke lijnen zijn minder organisch dan die van het kampenlandschap en ook de schaal is iets groter. Maar ook in dit landschap hoort een rijke groenstructuur van houtwallen, lanen en bospercelen. Ontwikkelingen in deze ontginningen kunnen grootschaliger zijn dan in de oude landschappen, maar moeten begeleid worden door stevige houtwallen of bosstroken. Als richtlijn voor de structuur van het landschap wordt aangegeven: behoud en herstel van de landschappelijke schaal (aanleg van bospercelen voor een sterke ruimtelijke structuur). De ontwikkeling op perceel nr. 43 (wijziging van Agrarisch naar Bos) is passend binnen het beleid, mede doordat dit perceel geheel tussen andere bospercelen is gelegen en natuur- of bosontwikkeling op deze locatie gewenst is. De herbestemming van de percelen 23 en 111 naar een agrarische bestemming past minder binnen het landschapstype dat voor deze percelen is aangeduid. Echter, de aanduiding Bos- en heidelandschap voor deze percelen is wat eigenaardig, daar de percelen gelet op hun ligging niet direct aansluiten bij een groter bosgebied. Juist mede om die reden is een wijziging van een agrarische bestemming zeer goed denkbaar, te meer daar de direct aangrenzende gronden ook (grotendeels) agrarisch in gebruik zijn. 8

3. Beleidskader 3.1. Rijksbeleid 3.1.1. Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) is opgesteld door het ministerie van Infrastructuur en Milieu. De structuurvisie geeft een totaalbeeld van het ruimtelijk- en mobiliteitsbeleid op rijksniveau en is de kapstok voor bestaand en nieuw rijksbeleid met ruimtelijke consequenties. De structuurvisie vervangt de volgende nota s: de Nota Ruimte; de structuurvisie Randstad 2040; de Nota Mobiliteit; de MobiliteitsAanpak; de Structuurvisie voor de Snelwegomgeving. In de structuurvisie is geschetst hoe Nederland er in 2040 uit moet zien, waarbij de termen concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig kernbegrippen zijn. De structuurvisie is hierbij een verdere integratie van rijksbeleid. Binnen de structuurvisie zijn drie hoofddoelen geformuleerd: 1. Het vergroten van de concurrentiekracht van Nederland door het versterken van de ruimtelijkeconomische structuur van Nederland; 2. Het verbeteren, instandhouden en ruimtelijk zekerstellen van de bereikbaarheid waarbij de gebruiker voorop staat; 3. Het waarborgen van een leefbare en veilige omgeving waarin unieke, natuurlijke en cultuurhistorische waarden behouden blijven. Deze hoofddoelen zijn gespecificeerde nationale belangen. Het onderhavige planvoornemen is van een dermate geringe omvang dat er op nationale schaal geen belangen in het geding zijn. 3.1.2. Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) Het rijk legt met het besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro), of AMvB Ruimte, de nationale ruimtelijke belangen juridisch vast. Enerzijds betreft het de belangen die reeds in de (ontwerp-) AMvB Ruimte uit 2009 waren opgenomen en anderzijds wordt het Barro aangevuld met onderwerpen uit de Structuurvisie Infrastructuur en Milieu (SVIR). In het Barro zijn onder meer rijksvaarwegen, hoofdwegen en hoofdspoorwegen, buisleidingen, primaire waterkeringen, erfgoederen, kustfundamenten en diverse concrete nationale ruimtelijke projecten zoals het Project Mainportontwikkeling Rotterdam aangewezen als nationaal belang. Ter bescherming van deze belangen zijn reserveringsgebieden, begrenzingen en vrijwaringszones opgenomen. In het besluit is aangegeven op welke wijze bestemmingsplannen voor deze gebieden moeten zijn ingericht. Indien vigerende bestemmingsplannen niet voldoen aan het Barro dan moeten deze binnen drie jaar na inwerkintreding van het besluit zijn aangepast. Onderhavige percelen liggen niet in één van de gebieden waar het Barro betrekking op heeft. Het Barro vormt dan ook geen belemmering voor onderhavig planvoornemen. 3.1.3. Nationaal Waterplan 2016-2021 Het Nationaal Waterplan 2016-2021 (structuurvisie) is de opvolger van het Nationaal Waterplan 2009 2015. Het Nationaal Waterplan (NWP) bevat de hoofdlijnen van het nationaal waterbeleid en de daartoe behorende aspecten van het ruimtelijk beleid. In het Nationaal Waterplan heeft het Rijk onder meer de strategische doelen voor het waterbeheer vastgelegd. Rijkswaterstaat neemt in het Beheer- en Ontwikkelplan voor de Rijkswateren (Bprw) de condities en maatregelen op voor het operationeel beheer om deze strategische doelen te bereiken. 9

Het NWP is kaderstellend en het beleid dient door andere overheden te worden vertaald in hun beleidsplannen. In het NWP heeft het Rijk de volgende principes verankerd: Integraal waterbeheer Afwenteling voorkomen o Vasthouden-bergen-afvoeren o Schoonhouden-scheiden-schoonmaken Ruimte en water verbinden Een goede bescherming tegen overstromingen, het zoveel mogelijk voorkómen van wateroverlast en droogte en het bereiken van een goede waterkwaliteit zijn basisvoorwaarden voor welvaat en welzijn. Water levert een positieve bijdrage aan de kwaliteit van de leefomgeving en behoud van biodiversiteit. De bestemmingswijziging zoals voorgenomen, is niet gericht op een ruimtelijke ontwikkeling welke een mogelijk (negatief) effect kan hebben op de gestelde principe in het NWP. 3.1.4. Boswet De voormalige Boswet was bedoeld om het totale oppervlakte aan bos in ons land op peil te houden. Sinds 1 januari 2017 is de Boswet opgehouden te bestaan maar zijn de regelingen vrijwel geheel ondergebracht in de nieuwe Wet natuurbescherming. De belangrijkste elementen van de Boswet zijn onveranderd opgenomen in de nieuwe wet: de meldingsplicht, de herplantplicht en het kapverbod. Bos valt onder de Wet natuurbescherming als het gaat om beplantingen van bomen groter dan 10 are of, als het een rijbeplanting betreft, uit meer dan 20 bomen bestaat. Alleen als bos buiten de bebouwde kom ligt, valt het onder de Boswet. De gemeente kan voor de Boswet een andere bebouwde kom Boswet vaststellen dan de bebouwde kom volgens de Wegenverkeerswet. Voor het vellen (c.q. rooien) van houtopstanden die binnen de Wet natuurbescherming vallen, geldt een meldingsplicht. Het voornemen dient gemeld te worden bij Gedeputeerde Staten van de Provincie. De eigenaar van de grond waarop een houtopstand is geveld, is wettelijk verplicht binnen 3 jaar ter plaatse te herplanten. De regelgeving biedt tevens de mogelijkheid de herplant op een ander perceel te laten plaatsvinden, daar waarop de houtopstand is geveld. Er is dan sprake van compensatie. In onderhavig geval is middels verkregen toestemming van de RVO (d.d. 11 augustus 2016) sprake van compensatie door het uitvoeren van de herplantplicht op het perceel kadastraal bekend Lierop, sectie P nr. 43. 3.2. Provinciaal beleid Structuurvisie Ruimtelijke Ordening (SVRO) In de Structuurvisie Ruimtelijke Ordening (SVRO, vastgesteld 1 oktober 2010) zijn de hoofdlijnen van het provinciaal ruimtelijk beleid tot 2025 opgenomen, met een doorkijk naar 2040. De SVRO is bindend voor de provincie Noord-Brabant zelf en doorvertaling in de (provinciale) Verordeningen zorgt voor een doorwerking naar lagere overheden. In aanvulling op de Structuurvisie RO 2010 heeft Provinciale Staten op 7 februari 2014 de partiële herziening 2014 vastgesteld. In de SVRO wordt gesteld dat de belangrijkste opgave is om stad en land in de provincie in samenhang te ontwikkelen. De genoemde aspecten uit de SVRO zijn verder verankerd en uitgewerkt in de Verordening ruimte 2014. De Verordening ruimte is één van de uitvoeringsinstrumenten voor de provincie Noord-Brabant om de doelen uit de Structuurvisie Ruimtelijke Ordening te realiseren. Verordening Ruimte Noord-Brabant 2014 Het perceel met nr. 43 is op de Structurenkaart aangewezen als Groenblauwe mantel. De mantel beschermt het kerngebied groenblauw (zgn. Natuur Netwerk Brabant of NNB) en zorgt voor verbinding met het omliggende gebied. De groenblauwe mantel bestaat overwegend uit multifunctioneel landelijk gebied met grondgebonden landbouw. Het beleid in de groenblauwe mantel is gericht op het behoud en vooral de ontwikkeling van natuur, watersysteem en landschap. Voor de natuur betekent dit vooral versterking van de leefgebieden voor plant- en diersoorten en de bevordering van de biodiversiteit buiten het NNB. 10

De groenblauwe mantel biedt daarbij beperkt ruimte voor de ontwikkeling van gebruiksfuncties zoals landbouw en recreatie (de 'ja-mitsbenadering'). Het is in eerste instantie aan de gemeenten om te beoordelen welke huidige waarden er in een gebied aanwezig zijn en of de beoogde ontwikkeling een bijdrage levert aan de kwaliteit daarvan. Daarbij is vooral de versterking van leefgebieden voor plant- en diersoorten in de groenblauwe mantel van belang. De groenblauwe mantel biedt in beginsel geen ruimte voor stedelijke ontwikkeling of de ontwikkeling van nieuwe (kapitaal-)intensieve vormen van recreatie en landbouw (zoals de bouw van kassen, (bezoekers-)intensieve recreatie, of concentratiegebieden voor intensieve landbouwfuncties). Onderhavig perceel is weliswaar bestemd tot Agrarisch met landschapswaarden, maar in de huidige situatie deels in gebruik als bos. De voorgestane bestemmingswijziging naar Bos doet recht aan de feitelijke situatie. Verdere natuurontwikkeling op de gronden draagt bij aan de versterking van leefgebieden voor plant- en diersoorten en doet daarmee recht aan de uitgangspunten in het provinciaal beleid. De percelen met nrs. 23 en 111 zijn aangewezen als Natuurnetwerk Brabant (NNB). In juni 2013 kondigde staatssecretaris Dijksma aan dat de overheid het begrip Natuur Netwerk Nederland (NNN) gaat gebruiken in plaats van Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Natuur Netwerk Brabant (NNB) is het NNN dat in Noord- Brabant ligt. Het NNB bestaat uit de ecologische hoofdstructuur en de ecologische verbindingszones en maakt deel uit van de kern van de groenblauwe structuur. Het NNB is een samenhangend netwerk van natuurgebieden en landbouwgebieden met natuurwaarden van (inter-)nationaal belang. Voorbeelden van dergelijke gebieden in Brabant zijn: de bossen, de heide en vennen, de stuifduinen, de schraalgraslanden en wateren zoals rivieren en beken. Het doel van het NNB-beleid is het veiligstellen van ecosystemen en het realiseren van leefgebieden met goede condities voor de biodiversiteit. Deze leefgebieden zijn belangrijk voor dier- en plantensoorten. Om de populaties gezond te houden en de genetische uitwisseling te bevorderen, moeten de gebieden groot genoeg zijn en de mogelijkheid bieden voor migratie tussen de gebieden. Het Natuur Netwerk Brabant hangt samen met het Natuur Netwerk in de andere delen van Nederland en met het Europese net van natuurgebieden, bekend onder de naam Natura 2000. Onderhavige percelen zijn bestemd tot Bos in het vigerend bestemmingsplan. Het feitelijke gebruik van de percelen wijkt hiervan af. Er is sprake van een strijdige situatie, die middels onderhavige herziening van het bestemmingsplan wordt gelegaliseerd. Er bevinden zich in de huidige situatie geen bomen meer op de percelen. Met het planvoornemen wordt recht gedaan aan de feitelijke situatie en wordt geen afbreuk gedaan aan de ontwikkeling van het Natuur Netwerk Brabant, mede ook vanwege het feit dat de percelen niet gelegen zijn binnenin een bestaand bosgebied, maar worden omgeven door andere agrarische gronden. De provincie, als verantwoordelijke orgaan in het kader van de Boswet (toezichthouder), heeft reeds ingestemd met de voorgenomen compensatie c.q. herplantplicht, zie ook de brief van de RVO als opgenomen in bijlage 1.. 3.3. Gemeentelijk beleid Het gemeentelijk beleid betreft het vigerend bestemmingsplan Buitengebied 2014 en het Beeldkwaliteitsplan Buitengebied 2011 Gemeente Someren. Beide beleidsdocumenten zijn beschreven in paragrafen 1.3 en 2.3 van deze toelichting. Vanuit het gemeentelijke beleid zijn er geen bezwaren tegen de ingediende aanvraag voor de uitruil/omwisseling van bestemmingsvlakken. De natuurwaarde van de percelen 23 en 111 was reeds beperkt gelet op de geïsoleerde ligging en beperkte omvang. Met de herplant op het perceel nr. 43 wordt een bestaande bosstructuur versterkt. De herplant is wel een voorwaarde voor het toestaan van agrarische activiteiten op de perceelnummers 23 en 111. De aanleg en instandhouding van het bosgebied op het perceel nr. 43 wordt als voorwaardelijke verplichting gekoppeld aan het gebruik van de agrarische gronden. 11

4. Randvoorwaarden 4.1. Inleiding Bij de toekenning van een nieuwe functie aan een bepaald gebied dient rekening gehouden te worden met (milieu-)effecten vanuit de omgeving en op de omgeving. Een onderzoek naar de milieuaspecten, zoals geluid, luchtkwaliteit, bodem en grondwaterkwaliteit, milieu-invloed bedrijvigheid en geurhinder, speelt hierbij een rol. Daarnaast dient gekeken te worden naar de gevolgen van de gewenste ingreep voor onder andere de aspecten kabels, leidingen en straalpaden, ecologie, externe veiligheid, waterhuishouding, landschappelijke inpassing, archeologie en cultuurhistorie, verkeer en parkeren. Op voorhand kan gesteld worden dat de inhoud en omvang van dit planvoornemen dermate gering is dat er geen (negatieve) effecten te verwachten zjin ten aanzien van de aspecten geluid, luchtkwaliteit, milieuinvloed bedrijvigheid en geurhinder. Ook de aspecten kabels, leidingen en straalpaden, externe veiligheid, verkeer en parkeren kunnen hier buiten beschouwing blijven, daar de ontwikkeling geen effect heeft op of te verwachten van voornoemde aspecten. In dit hoofdstuk wordt een nadere toelichting gegeven op de aspecten bodem, waterhuishouding, ecologie, landschappelijke inpassing, archeologie en cultuurhistorie. 4.2. Bodem Het planvoornemen betreft de bestemmingswijziging van drie percelen, waarbij sprake is van een wijziging van de functie bos naar agrarisch en vice versa. De inbreuk op de bodem is dermate gering dat een bodemonderzoek niet noodzakelijk is. Er wordt geen bebouwing opgericht en ook geen functies toegevoegd, waarvan potentieel bodemverontreinigend of bedreigend effect te verwachten is. De gronden welke gewijzigd worden van bestemming Bos naar Agrarisch met landschapswaarden zijn in de huidige situatie reeds in gebruik voor agrarische activiteiten. Geconcludeerd kan worden dat het aspect bodem geen belemmering vormt voor onderhavig planvoornemen. 4.3. Waterhuishouding Relevante beleidsstukken op het gebied van water zijn de Keur van het Waterschap Aa en Maas, de Verordening Ruimte van de provincie Noord-Brabant, de Vierde Nota Waterhuishouding, WB21, Nationaal Bestuursakkoord Water en de Europese Kaderrichtlijn Water. Belangrijkste gezamenlijke punt uit deze beleidsstukken is dat water een belangrijk sturend element is in de ruimtelijke ordening. Water legt een ruimteclaim op het (stads)landschap waaraan voldaan moet worden. De bekende drietrapsstrategieën zijn leidend: vasthouden-bergen-afvoeren (waterkwantiteit); voorkomen-scheiden-zuiveren (waterkwaliteit). Daarnaast is de Beleidsbrief regenwater en riolering nog relevant. Hierin staat hoe het best omgegaan kan worden met het hemelwater en het afkoppelen daarvan. Ook hier gelden de drietrapsstrategieën. Het doel van deze beleidsstukken is het voorkomen van wateroverlast als gevolg van ruimtelijke ontwikkelingen en het garanderen van de waterkwaliteit en kwantiteit. Bij ruimtelijke ontwikkeling is een waterplan noodzakelijk. In dit waterplan wordt aangegeven op welke manier het (hemel)water op een locatie wordt opgevangen en hoe hiermee wordt omgegaan (infiltreren, opvangen, hergebruiken of afvoeren). Ten behoeve van het planvoornemen is een waterplan niet vereist. Er is geen sprake van toename van verhard oppervlak. Het (hemel)water dát op de percelen valt kan direct door de bodem en/of aanwezige beplanting worden openomen. Geconcludeerd kan worden dat het aspect waterhuishouding geen belemmering vormt voor onderhavig planvoornemen. 12

4.4. Wet Natuurbescherming, flora en fauna Vanaf 1 januari 2017 is de nieuwe Wet natuurbescherming in werking getreden. De Wet natuurbescherming vervangt de Natuurbeschermingswet 1998, de Boswet en de Flora- en faunawet. In deze wet zijn de bevoegdheden van het Rijk overgedragen aan de provincies. De gebiedsbescherming voor de Natura2000-gebieden blijft in deze wet behouden. Wel is de bescherming van de Beschermde Natuurmonumenten komen te vervallen. De soortenbescherming blijft hetzelfde als in de Flora- en Faunawet. In de Wet natuurbescherming is net als in de Flora- en faunawet een zorgplicht opgenomen voor alle in het wild levende dieren en planten. De regels in de Boswet zijn grotendeels onveranderd opgenomen in de Wet natuurbescherming. Zo is er nog steeds een melding- en herplantplicht voor het kappen en rooien van bosopstanden die onder de Wet natuurbescherming vallen. De voorgestane bestemmingswijziging betreft de legalisering van een strijdige situatie, omdat op de percelen 23 en 111 zonder verkregen vergunning bomenkap heeft plaatsgevonden. De gronden die in de huidige situatie zijn bestemd als bos worden feitelijk al vele jaren gebruikt als akkerbouwgronden. Door het intensieve gebruik van de gronden als akkerbouwgronden zijn deze gronden niet geschikt als leefomgeving voor flora en fauna. Met goedkeuring van het RVO (zie bijlage 1) wordt de bomenkap gecompenseerd met een herplantplicht op het perceel nr. 43. Als gevolg van het planvoornemen wordt nieuw bos aangeplant, waardoor de leefomgeving van flora en fauna in de directe omgeving versterkt wordt. Geconcludeerd kan worden dat het aspect flora en fauna geen belemmering vormt voor onderhavig planvoornemen. Ecologische Hoofdstructuur De ecologische hoofdstructuur (EHS) is door de provincie opgenomen in de Verordening Ruimte. Een bestemmingsplan dat geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op de EHS moet zo zijn ingericht dat de EHS wordt beschermd. De percelen met nrs. 23 en 111 zijn volgens het provinciale Natuurbeheerplan opgenomen binnen de EHS. Het perceel met nr. 43 valt erbuiten. Perceelnrs. 111 en 23 Perceelnr. 43 Figuur 5: Ligging EHS (bron: Natuurbeheerplan Provincie Noord-Brabant) Onderhavig planvoornemen zorgt voor bestemmingswijziging van de percelen 23 en 111 naar Agrarisch met landschapswaarden. 13

Volgens de vigerende bestemming verdwijnt er een stuk bos, echter reeds in de huidige feitelijke situatie is op de percelen geen bos aanwezig, maar zijn de gronden in gebruik als agrarische grond. Het perceel met nr. 43 zal gewijzigd worden naar Bos. Ten behoeve van het planvoornemen is een beplantingsplan opgesteld, waardoor natuurontwikkeling plaatsvindt. 4.5. Beplantingsvoorstel bosperceel Ter uitvoering van de herplantplicht op perceel nr. 43 is door de Coöperatieve Bosgroep Zuid-Nederland een beplantingsvoorstel opgesteld. De totale oppervlakte die voorzien wordt van nieuwe bomen bedraagt 1,16 ha. De herplantplicht heeft tevens betrekking op perceel nr. 42, welke geen onderdeel vormt van dit bestemmingsplan, maar waarop eveneens kap van bomen heeft plaatsgevonden. De open gedeeltes in dit perceel dienen ook weer ingeplant te worden. In de omgeving van de aan te planten percelen staan voornamelijk bossen die voor een groot gedeelte uit grove dennen bestaan. Vandaar dat de Bosgroep in haar beplantingsvoorstel adviseert om de twee percelen ook met Grove den te beplanten. Dit advies is gebaseerd op het feit dat de Grove den gedijt op voedselarme bodems, erg droogtetolerant is en past bij de landschappelijke omgeving. Op het perceel zullen grove dennen worden aangeplant, in de vorm van bosplantsoen, ca. 5.225 stuks. 4.6. Archeologie Sinds 1 september 2007 is de Wet op de archeologische monumentenzorg (Wamz) van kracht. Op basis van deze wet dienen gemeenten in hun bestemmingsplannen rekening te houden met in de grond aanwezige dan wel te verwachten archeologische resten. Voor een goed gemeentelijk archeologisch beleid kunnen gemeenten meer gedetailleerde verwachtings- of beleidskaarten laten opstellen. Hiermee geven gemeenten invulling aan hun eigen beleidsruimte op het gebied van archeologie en cultuurhistorie. De gemeente Someren heeft de Nota Archeologiebeleid gemeente Someren (juli 2011) opgesteld waarin de beleidsuitgangspunten en hun achtergronden worden beschreven. Binnen deze nota wordt tevens een instrumentarium aangeleverd dat dient ter implementatie van het archeologiebeleid. Het archeologiebeleid is verder verwerkt in het bestemmingsplan Buitengebied 2014 welke van kracht is voor de onderhavige locatie. Figuur 6: Uitsnede Archeologische beleidskaart gemeente Someren (bron: www.someren.nl) 14

De percelen vallen binnen categorie 5: gebieden met een middelhoge archeologische verwachtingswaarde. De bestemmingswijziging van de percelen leidt niet (direct) tot ingrepen in de bodem, waarvoor archeologisch onderzoek noodzakelijk is. Archeologische belangen worden niet aangetast als gevolg van de bestemmingswijziging. Er zijn dan ook geen verdere belemmeringen voor de uitvoering van dit planvoornemen. 5. Uitvoerbaarheid In dit hoofdstuk wordt de haalbaarheid van het bestemmingsplan aangetoond. Het planvoornemen moet zowel in financieel als in maatschappelijk opzicht haalbaar zijn. Er wordt daarom een korte financiële toelichting gegeven en daarnaast worden de te doorlopen procedures weergegeven. 5.1. Financieel 5.1.1. Uitvoerbaarheid Met deze aanvraag zijn geen gemeentelijke kosten gemoeid. De aanvrager beschikt over voldoende financiële middelen om de plankosten te kunnen voldoen. Het bestemmingsplan is hiermee financieel uitvoerbaar. 5.1.2. Kostenverhaal Wanneer met een bestemmingsplan een bouwplan, zoals gedefinieerd in artikel 6.2.1 Besluit ruimtelijke ordening, mogelijk wordt gemaakt, dient conform artikel 6.12 Wet ruimtelijke ordening een exploitatieplan te worden opgesteld om gemeentelijke kosten te kunnen verhalen. Onderhavig planvoornemen vormt geen bouwplan als bedoeld, derhalve is een exploitatieplan niet aan de orde. 5.2. Maatschappelijk 5.2.1. Overleg ex artikel 3.1.1 Bro De maatschappelijke uitvoerbaarheid heeft als doel om aan te tonen dat het bestemmingsplan maatschappelijk draagvlak heeft. Het ontwerpbestemmingsplan is in het kader van artikel 3.1.1. van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) ter advisering aangeboden aan de diverse betrokken instanties. Naar aanleiding van het vooroverleg zijn reacties ingekomen van: PM De vooroverlegreacties zijn beoordeeld en van een reactie voorzien in het Eindverslag inspraak- en overlegprocedure'. Het eindverslag is als PM bij de toelichting opgenomen. 5.2.2. Ter inzage legging Het ontwerp bestemmingsplan heeft ter inzage gelegen vanaf PM 2017 tot en met PM 2017. Van de mogelijkheid om op het ontwerpbestemmingsplan schriftelijk een zienswijze in te dienen, is gebruik gemaakt. De zienswijzen zijn beoordeeld en van een reactie voorzien in het PM. Daarnaast hebben ambtshalve wijzigingen plaatsgevonden. Het PM is als PM bij de toelichting opgenomen met daarin de wijzigingen ten opzichte van het ontwerpbestemmingsplan. Naar aanleiding van ingebrachte zienswijzen en ambtshalve wijzigingen is het bestemmingsplan aangepast PM. 15

Bijlage 1 Brief Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, d.d. 11 augustus 2016 16

Bijlage 2 Beplantingsplan percelen aan de Schouwenweg te Lierop 2017 Bosgroep Zuid-Nederland d.d. juni 2017 17