Vademecum. Richtlijnen voor het afnemen en inzenden van patiëntenmateriaal voor microbiologisch en immunologisch onderzoek



Vergelijkbare documenten
Toegevoegd: plasma invriezen bij -20C; voorwaarden afdraaien plasma. Toegevoegd dat het altijd in combinatie bepaald wordt met Chikunguya en JE

DIAGNOSTIEK TARIEVEN EERSTE LIJN 2014

Titel document Afnamematerialen overzicht microbiologie. Wijziging. TB PCR urine toegevoegd. Doel Beschrijven afnamematerialen microbiologie

Medische microbiologie. Onderzoekspakket MSL MM

Medische microbiologie. Onderzoekspakket MSL MM

Titel document Afnamematerialen overzicht microbiologie. Wijziging

Medische microbiologie. Onderzoekspakket MSL MM

IgG antistoffen. imuunstatus/vaccin atie: IgG antistoffen. Antistoffen

Titel Vademecum MMI St. Antonius. Wijziging

Titel document Afnamematerialen overzicht microbiologie. Wijziging

Kweek algemeen, BRMO Onderzoek per onderdeel Tarief

Titel: Onderzoeksduur Comicro

Vademecum. Richtlijnen voor het afnemen en inzenden van patiëntenmateriaal voor microbiologisch en immunologisch onderzoek

Vademecum MMI St. Antonius Ziekenhuis

Tarieven Streeklab - Eerstelijns diagnostiek 2014

R E G I O N A L E M A A T S C H A P M E D I S C H E M I C R O B I O L O G I E & I M M U N O L O G I E VADEMECUM

MICROBIOLOGISCH EN IMMUNOLOGISCH ONDERZOEK

Vademecum Richtlijnen voor het afnemen en inzenden van patiëntenmateriaal voor microbiologisch en immunologisch onderzoek Inhoudsopgave

Labboekje. Medische Microbiologie. Virologie (LKV) Zoeken op basis van serologie.

Kweek algemeen, BRMO Onderzoek per onderdeel Tarief

Bereikbaarheid tijdens kantoortijden: Bereikbaarheid buiten kantoortijden: VADEMECUM

Lijst verrichtingen laboratorium Medische Microbiologie

Lijst verrichtingen laboratorium Medische Microbiologie

Tarieven Laboratorium diagnostiek 2016

GERICHT MICROBIOLOGISCH ONDERZOEK SPECIFIEK AANVRAGEN

Tarieven Laboratorium diagnostiek 2015

Onderzoeken afdeling Medische Microbiologie versie 8 7 april 2014

Instructie bewaren en verzenden materialen. Let op: strip tot 3/4 dopen in urine; geen vloeibare urine in potje!

Laboratoria Stichting PAMM. Pathologie en Medische Microbiologie

Doorloo ptijd (in dagen) SERUM Stolbuis 1 ml serum 2-8 C 7-14 Onderzoek wordt door extern lab verricht. minimaal 2 ml 2-8 C 1-3

Labboekje. Medische Microbiologie MDU. Zoeken op basis van bepaling

Labboekje. Medische Microbiologie. Virologie (LKV) Zoeken op basis van serologie.

Tarieven Lab diagnostiek 2014

L-ALG-102 Overzicht doorlooptijden. Lijst v012 ( ) Status: Vastgesteld

Tarieven Laboratorium diagnostiek 2017

Analyse frequentie* Kan cito na overleg. 1x/week. 1x/week. 1x/week. 1x/week. 1x/week. 1x/week. 1x/week. 1x/week. 1x/week. 1x/week. 1x/week.

Richtlijnen afname materiaal, doorlooptijd en transportmedia (externe aanvragers)

Afname materialen MMB en bewaarcondities

Confirmatie E.coli O157 Stam 2-3 weken Carbapenemase genotypering (KPC) stammen genotypering 1 week

MICROBIOLOGISCH EN IMMUNOLOGISCH ONDERZOEK

Tarievenlijst Microbiologische onderzoekingen

LET OP: dit is een onbeheerde kopie; de inhoud kan gewijzigd zijn.

Informatie afnamemateriaal microbiologie

INSTRUCTIE AFNEMEN MRSA KWEKEN DOOR HUISARTS

Laboratoriumbepalingen

Medische Microbiologie en Infectieziekten ( Tarievenwijzer 2016 (per )

De nieuwe meldingsplicht voor tien ziekten Hans van Vliet RIVM-CIb 7 oktober 2008

MICROBIOLOGISCH EN IMMUNOLOGISCH ONDERZOEK

Uitbestede onderzoeken

Veranderingen in autoimmuunbepalingen Versie 4 Juli 2008

Uitbestede onderzoeken

PROTOCOL AFNAME MATERIALEN OOGHEELKUNDE VOOR MEDISCH MICROBIOLOGISCH ONDERZOEK versie

Afname materialen MMB en bewaarcondities

Wordt standaard ingezet bij fluor bij IUD (intra-uterine device), abcessen in KNO-gebied en in de tractus genitalis

Uitbestede onderzoeken

Tarievenlijst Microbiologische onderzoeken

serologie pneumoniae, Chlamydia psittaci (papagaaienziekte Nasopharynxwat tot 3 weken na begin daarna: Serum Bordetella pertussis (kinkhoest)

Uitbestede onderzoeken

HAL Bulletin. Nummer 2, December 2008 MFB/KC/HAL HO/DH/AH

Afname instructies t.b.v. medisch microbiologisch onderzoek ALGEMENE INSTRUCTIES AFN-INSTR-ALGEMEEN-v Publicatiedatum:

FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID

Casuspresentaties infectieuse serologie: laboratoriumaspecten. Dr. Alex Mewis Klinisch Bioloog Jessa Ziekenhuis - Campus Virga Jesse Hasselt

Afname instructies Medische microbiologie

CMV, EBV, Toxoplasma. Diagnostiek. Inge Gyssens Dienst infectieziekten Internist infectioloog

: R411, V924, V066 toegevoegd, V072, V069 en V074 verwijderd, V979 gewijzigd : normaalwaarde toegevoegd bij A042 bij kwantitatief

versie SWAB CERVIX BORSTEL SWAB ZELFAFNAME STERIELE BEKER URI STERIEL POTJE FECES URINE E-SWAB SWAB UNISEX

LET OP: dit is een onbeheerde kopie; de inhoud kan gewijzigd zijn.

Analyse frequentie MMB MUMC*

Apr Medische Microbiologie

Concentratie-en verdunningsproef ,70 0,58 (maximaal 6 x)

LET OP: dit is een onbeheerde kopie; de inhoud kan gewijzigd zijn.

Algemene Voorwaarden Laboratoriumonderzoek voor externe aanvragers

SAMENVATTING VOOR NIET-INGEWIJDEN Kattenkrabziekte. Diagnostische en klinische aspecten van Bartonella henselae infectie

De accreditatie werd uitgereikt aan/ L'accréditation est délivrée à/ The accreditation is granted to/ Die akkreditierung wurde erteilt für:

Algemeen microbiologisch onderzoek (Materiaal, Wijze van afnemen, verzendmedium, opslag/transport)

Antibacteriële therapie: diagnose, behandeling en therapieduur

Bartonella henselae (kattenkrabziekte)

Reticulocyten ,43 2, Hemoglobine (Hb) ,82 1,71

LET OP: dit is een onbeheerde kopie; de inhoud kan gewijzigd zijn.

Interpretatie van laboratoriumtesten: microbiologie

Onderzoeken afdeling Medische Microbiologie versie oktober 2017

MV 10.1 B8 Insturen en afname instructies van materiaal voor Medische Microbiologie MMC voor Huisartsen, Verpleeghuizen, Verloskundigen etc.

INSTRUCTIE BEWAREN EN VERZENDEN MATERIALEN

Versie 2: Versie 3: Richtlijnen inzenden materiaal voor medisch microbiologisch onderzoek: handleiding voor huisartsen

Bepalingenwijzer Acanthamoeba Adenovirus Amoeben serologie Antrax Ascaris serologie Ascites kweek Aspergillus serologie AST

Tarievenlijst Microbiologische onderzoekingen

Afname instructie Microbiologie en Occult bloed (ifobt)

Diagnostiek naar Infectieziekten

KWALITEITSHANDBOEK. Staalbehandeling moleculaire biologie OLV Ziekenhuis Aalst Versie 25/03/2016. OLV Ziekenhuis. Klinisch Laboratorium F.MB.

Community-acquired pneumonie. Kliniek, verwekkersen antibioticabeleid. Michiel Bos(huisarts) en Sunita Paltansing/Elise Kraan. (artsen-microbioloog)

Afname instructie Microbiologie en Occult bloed (ifobt)

Dit document is bestemd voor alle aanvragers van medisch microbiologisch onderzoek

De accreditatie werd uitgereikt aan/ L'accréditation est délivrée à/ The accreditation is granted to/ Die akkreditierung wurde erteilt für:

STATE OF THE ART MOLECULAIRE DIAGNOSTIEK VAN VIRALE EN ATYPISCHE LUCHTWEGPATHOGENEN

Laboratoriumdiagnostiek van ANCA: dagelijkse praktijk in Nederland

Het juiste antibioticum bij meningo-encephalitis. Dr. Danielle Van der beek

TARIEVENLIJST HUISARTSEN LAB 2015

NIEUWSBRIEF Special Edition 2014 nr. 2

Laboratoria Nieuwsbrief Februari 2012 Klinisch Chemisch en Hematologisch Laboratorium Medisch Microbiologisch Laboratorium

Transcriptie:

Vademecum Richtlijnen voor het afnemen en inzenden van patiëntenmateriaal voor microbiologisch en immunologisch onderzoek Afdeling Medische Microbiologie en Immunologie St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein / Utrecht Versie 17 juni 2014 GEAUTORISEERD

Inhoudsopgave GEBRUIKTE AFKORTINGEN...4 ALGEMENE GEGEVENS...6 ADRESGEGEVENS EN OPENINGSTIJDEN...6 ACTIVITEITEN:...7 AANVRAAGFORMULIEREN EN VERZENDMATERIALEN...8 CITO-ONDERZOEK...9 BEREIKBAARHEID BUITEN KANTOORUREN...9 BEREIKBAARHEID...10 RAPPORTAGE...11 PRIVACY...11 AANWIJZINGEN VOOR HET INZENDEN VAN PATIËNTENMATERIAAL...12 MICROBIOLOGISCH EN SEROLOGISCH ONDERZOEK...13 AFNAMEMATERIALEN:...13 ALFABETISCHE LIJST VERRICHTINGEN...14 ACANTAMOEBA...14 ACETYLCHOLINERECEPTOREN, ANTISTOFFEN TEGEN...14 ACTINOMYCES...14 ADENOVIRUS, SNELTEST...14 ADENOVIRUS, PCR...14 AEROMONAS...15 ANA, ANTI-NUCLEAIRE ANTISTOFFEN...15 ANCA, ANTI-NEUTROFIEL CYTOPLASMATISCHE ANTISTOFFEN...16 ANTIBIOTICASPIEGELS...16 ANTI-NEURONALE ANTIGENEN...16 AP (ALTERNATIEVE ACTIVATIE ROUTE VAN HET COMPLEMENT SYSTEEM)...17 ASCA, ANTISTOFFEN TEGEN SACCHAROMYCES CEREVISIAE...17 ASPERGILLUS FUMIGATUS, SPECIFIEKE IGG ANTISTOFFEN TEGEN (OUDE NAAM: PRECIPITINEN)...17 ASPERGILLUS FUMIGATUS, ANTIGEEN...17 AST, ANTI-STREPTOLYSINETITER...18 AURAMINE-PREPARAAT...18 BANALE KWEEK, ALGEMEEN...19 BARTONELLA HENSELAE (KATTENKRAB), MOLECULAIRE DETECTIE...19 BARTONELLA HENSELAE (KATTENKRAB), SEROLOGIE...19 BLASTOCYSTIS HOMINIS, MOLECULAIRE DETECTIE...19 BLOEDKWEEK...20 BOFVIRUS, PCR...20 BOFVIRUS, SEROLOGIE...20 BORDETELLA PERTUSSIS (KINKHOEST), KWEEK...20 BORDETELLA PERTUSSIS/PARAPERTUSSIS (KINKHOEST), MOLECULAIRE DETECTIE...21 BORDETELLA PERTUSSIS (KINKHOEST), SEROLOGIE...21 BORRELIA BURGDORFERI (LYME ZIEKTE), SEROLOGIE...21 BRUCELLA (ZIEKTE VAN BANG), SEROLOGIE...21 BIJNIERSCHORS, ANTISTOFFEN TEGEN...21 C1-ESTERASEREMMER ACTIVITEIT...22 CAMPYLOBACTER, KWEEK...22 CAMPYLOBACTER, SEROLOGIE...22 CAMPYLOBACTER, MOLECULAIRE DETECTIE...22 CANDIDA, KWEEK...23 CARDIOLIPINE, ANTISTOFFEN TEGEN...23 CD34 STAMCEL BEPALING, IMMUNOFENOTYPERING...23 Pagina 1 Versie 17 juni 2014

CENTROMEREN, ANTISTOFFEN TEGEN...23 CCP, ANTISTOFFEN TEGEN...23 CHLAMYDIA, SEROLOGIE...24 CHLAMYDIA TRACHOMATIS, MOLECULAIRE DETECTIE...24 CHLAMYDIA PNEUMONIAE, MOLECULAIRE DETECTIE...24 CHLAMYDIA PSITTACI, MOLECULAIRE DETECTIE...24 CLOSTRIDIUM DIFFICILE-TOXINE...24 COMPLEMENT C3...25 COMPLEMENT C3D...25 COMPLEMENT C3-NEFRITIC FACTOR...25 COMPLEMENT C4...25 COXIELLA BURNETII, MOLECULAIRE DETECTIE...25 COXIELLA BURNETII, SEROLOGIE...25 CP (KLASSIEKE ACTIVATIE ROUTE VAN HET COMPLEMENT SYSTEEM)...26 CREUTZFELDT-JAKOB DEMENTIA...26 CRYOGLOBULINE...26 CRYPTOCOCCUS NEOFORMANS...26 CRYPTOSPORIUM PARVUM, MOLECULAIRE DETECTIE...26 CYTOMEGALOVIRUS (CMV), SEROLOGIE...27 DENGUE VIRUS, SEROLOGIE...28 DIENTAMOEBA FRAGILIS, MOLECULAIRE DETECTIE...28 DIFTERIE-TOXINE, ANTISTOFFEN TEGEN...28 DNASE-B, ANTISTOFFEN TEGEN...28 DNA DUBBELSTRENGS (DS), ANTISTOFFEN TEGEN...29 DUIF, SPECIFIEKE IGG ANTISTOFFEN TEGEN (OUDE NAAM: PRECIPITINEN)...29 ECHINOCOCCUS SPP., SEROLOGIE...30 ENTAMOEBA HISTOLYTICA, SEROLOGIE...30 ENTAMOEBA HISTOLYTICA, MOLECULAIRE DETECTIE...30 ENTEROVIRUS, MOLECULAIRE DETECTIE...30 ENTEROVIRUS, SEROLOGIE...31 EPSTEIN-BARR-VIRUS, MOLECULAIRE DETECTIE...31 EPSTEIN-BARR-VIRUS, SEROLOGIE...31 EILANDJES VAN LANGERHANS, ANTISTOFFEN TEGEN...32 ENA, ANTISTOFFEN TEGEN EXTRAHEERBARE NUCLEAIRE ANTIGENEN....32 ENDOMYSIUM IGA, ANTISTOFFEN TEGEN...32 ESBL, KWEEK...32 FECESKWEEK...33 FECESPAKKET MOLECULAIRE DETECTIE...33 GAD (GLUTAMINEZUURDECARBOXYLASE), ANTISTOFFEN TEGEN...34 GENITAAL KWEEK...34 GIARDIAE LAMBLIAE, MOLECULAIRE DETECTIE...34 GISTEN EN SCHIMMELS...34 GLADSPIERWEEFSEL, ANTISTOFFEN TEGEN...34 GLIADINE (IGA), ANTISTOFFEN TEGEN...35 GLOMERULAIRE BASAAL MEMBRAAN (GBM), ANTISTOFFEN TEGEN...35 GRAM-PREPARAAT...35 HAEMOPHILUS INFLUENZAE B KAPSELPOLYSACCHARIDEN, ANTISTOFFEN TEGEN...36 HANTAVIRUS, ANTISTOFFEN TEGEN...36 HARTSPIERWEEFSEL, ANTISTOFFEN TEGEN...36 HELICOBACTER PYLORI, KWEEK...36 HELICOBACTER PYLORI, SEROLOGIE...36 HELICOBACTER PYLORI, ANTIGEENTEST...37 HEPATITIS A, SEROLOGIE...37 HEPATITIS B, SEROLOGIE...38 HEPATITIS C, SEROLOGIE...38 HEPATITIS B-RNA, MOLECULAIRE DETECTIE (VIRALE LOAD, GENOTYPERING)...39 HEPATITIS C-RNA, MOLECULAIRE DETECTIE (VIRALE LOAD, GENOTYPERING)...39 HEPATITIS E, SEROLOGIE...39 HERPES SIMPLEX VIRUS, MOLECULAIRE DETECTIE...39 HERPES SIMPLEX VIRUS, SEROLOGIE...39 HIV, SEROLOGIE...40 Pagina 2 Versie 17 juni 2014

HIV, MOLECULAIRE DETECTIE...40 HLA-B27, MOLECULAIRE DETECTIE...40 HTLV...40 HUID, ANTISTOFFEN TEGEN...40 IA2, ANTISTOFFEN TEGEN...41 IGD...41 IGG-SUBKLASSEN...41 INSULINE, ANTISTOFFEN TEGEN...41 INTRINSIC FACTOR, ANTISTOFFEN TEGEN...41 JO-1, ANTISTOFFEN TEGEN...42 KOH-PREPARAAT...43 KOUDE AGGLUTININEN (KA)...43 LEGIONELLA, KWEEK...44 LEGIONELLA PNEUMOPHILA, MOLECULAIRE DETECTIE...44 LEGIONELLA PNEUMOPHILA, SEROLOGIE...44 LEGIONELLA, SNELTEST...44 LEPTOSPIREN, SEROLOGIE...44 LIQUORKWEEK, BACTERIEEL...45 LIVER-KIDNEY-MICROSOMEN (LKM), ANTISTOFFEN TEGEN...45 LUIZEN EN MIJTEN...45 LYMFOCYTENSUBSETS...45 LYMFOOM/LEUKEMIE, IMMUNOFENOTYPERING...46 MALARIA-PREPARAAT...47 MAZELENVIRUS, SEROLOGIE...47 MICROPOLYSPORA FAENI, SPECIFIEKE IGG ANTISTOFFEN TEGEN (OUDE NAAM: PRECIPITINEN)...47 MITOCHONDRIËN, ANTISTOFFEN TEGEN...47 MP (MBL ACTIVATIE ROUTE COMPLEMENT SYSTEEM)...47 MRSA (METICILLINE RESISTENTE STAPHYLOCOCCUS AUREUS), KWEEK...48 MRSA (METICILLINE RESISTENTE STAPHYLOCOCCUS AUREUS), MOLECULAIRE DETECTIE...48 MYCOBACTERIËN, KWEEK...48 MYCOBACTERIUM TUBERCULOSIS, MOLECULAIRE DETECTIE...48 MYCOPLASMA PNEUMONIAE, MOLECULAIRE DETECTIE...48 MYCOPLASMA PNEUMONIAE, SEROLOGIE...49 NEISSERIA GONORRHOEAE, KWEEK...50 NEISSERIA GONORRHOEAE, MOLECULAIRE DETECTIE...50 NEONAAT, INVENTARISATIE KWEEK...50 NEUTROPENIE, INVENTARISATIEKWEEK BIJ ANTIBIOTISCHE PROFYLAXE...50 NOROVIRUS (GENOGROEP 1 EN 2), MOLECULAIRE DETECTIE...51 NOROVIRUS (SNELTEST)...51 OOST INDISCHE INKT-PREPARAAT...52 OVARIUM, ANTISTOFFEN TEGEN...52 PARASIETEN, PCR...53 PARASIETEN, SEROLOGIE...53 PARIËTALE CELLEN, ANTISTOFFEN TEGEN...53 PARVOVIRUS B19, SEROLOGIE...53 PENICILLINE RESISTENTE STREPTOCOCCUS PNEUMONIAE (PRSP)...53 PNEUMOCYSTIS JIROVECII, MOLECULAIRE DETECTIE...54 POLIOVIRUS TYPE 1, 2 EN 3, ANTISTOFFEN TEGEN...54 RABIES, ANTISTOFFEN TEGEN...55 RESPIRATOIR SYNCYTIEEL VIRUS (RS-VIRUS), SNELTEST...55 RESPIRATOIRE VIRUSSEN, SEROLOGIE...55 RESPIRATOIRE VIRUSSEN, MOLECULAIRE DETECTIE...55 REUMA- FACTOR...55 RNP70, ANTISTOFFEN TEGEN...56 ROTAVIRUS, SNELTEST...56 RUBELLA VIRUS (RODE HOND)...56 SALMONELLA SPECIES, MOLECULAIRE DETECTIE...57 SCHILDKLIER, ANTISTOFFEN TEGEN...57 SCHISTOSOMA, MICROSCOPIE...57 SCHISTOSOMA, SEROLOGIE...57 SCL-70, ANTISTOFFEN TEGEN...58 Pagina 3 Versie 17 juni 2014

SHIGELLA SPECIES, MOLECULAIRE DETECTIE...58 SIL2 -R...58 SKELETSPIERWEEFSEL, ANTISTOFFEN TEGEN...58 SM, ANTISTOFFEN TEGEN...58 SOLUBLE LIVER ANTIGEN (SLA), ANTISTOFFEN TEGEN...59 SPEEKSELKLIER, ANTISTOFFEN TEGEN...59 SPUTUMKWEEK...59 SS-A, ANTISTOFFEN TEGEN...59 SS-B, ANTISTOFFEN TEGEN...59 STAFYLOLYSINETITER (ASTA), ANTISTOFFEN TEGEN...60 STREPTOCOCCUS PNEUMONIAE, ANTISTOFFEN TEGEN...60 STREPTOCOCCUS PNEUMONIAE, SNELTEST...60 STRONGYLOÏDES...60 STRONGYLOÏDES, SEROLOGIE...60 TETANUS-TOXINE, ANTISTOFFEN TEGEN...61 TPO, ANTISTOFFEN TEGEN...61 TISSUE TRANSGLUTAMINASE (TTG), ANTISTOFFEN TEGEN...61 TOXOPLASMA...61 TREPONEMA PALLIDUM, SEROLOGIE...61 TRICHOMONAS...62 TSH-RECEPTOREN, ANTISTOFFEN TEGEN...62 U1RNP, ANTISTOFFEN TEGEN...63 URINEKWEEK...63 VANCOMYCINE RESISTENTE ENTEROCOCCUS, (VRE)...64 VARICELLA-ZOSTERVIRUS, SEROLOGIE...64 VARICELLA-ZOSTERVIRUS, MOLECULAIRE DETECTIE...64 VIBRIO CHOLERAE...64 VOGEL, SPECIFIEKE IGG ANTISTOFFEN TEGEN (OUDE NAAM: PRECIPITINEN)...64 WORMEIEREN...65 YERSINIA ENTEROCOLITICA, MOLECULAIRE DETECTIE...66 YERSINIA ENTEROCOLITICA, SEROLOGIE...66 BIJLAGE I REFERENTIEWAARDEN IGG-SUBKLASSEN...67 BIJLAGE II FREQUENTIES (%) VAN ANCA S BIJ VERSCHILENDE VASCULITIDEN (KLEINE VATEN)...68 BIJLAGE III FREQUENTIES (%) VAN AUTO-ANTISTOFFEN BIJ PATIËNTEN MET VERSCHILLENDE AUTO-IMMUUNZIEKTEN...69 BIJLAGE IV AFNAMEMATERIALEN...70 Gebruikte afkortingen ANA/ANF ANCA AST BAL CBR CMV CLIA CTG ELISA ENA FTA GAS HiB MCTD Anti Nucleaire Antistoffen / Anti Nucleaire Factoren Anti Neutrofiel Cytoplasmatische Antistoffen Anti Streptolysine Titer Broncho Alveolaire Lavage Complement Bindings Reactie Cytomegalovirus Chemiluminescence immunoassay College Tarieven Gezondheidszorg Enzym-Linked Immuno-Sorbent Assay Extraheerbare Nucleaire Antigenen Fluorescent Treponemal Antibody (FTA-absorbtie) Groep-A-Streptokokken Haemophilus-influenzae-type-B Mixed Connective Tissue Disease Pagina 4 Versie 17 juni 2014

MRSA PCR PRSP RIA SLE VDRL Meticilline Resistente Staphylococcus aureus Polymerase-Ketting(Chain)-Reactie Penicilline Resistente Streptococcus Pneumoniae Radio Immuno Assay Systemische Lupus Erythematosus Venereal Disease Reference Laboratory Pagina 5 Versie 17 juni 2014

Algemene gegevens De Regionale Maatschap Medische Microbiologie en Immunologie is een samenwerkingsverband van de afdelingen medische microbiologie en immunologie van de volgende ziekenhuizen: - St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein en Utrecht; - Diakonessenhuis Utrecht, Zeist en Doorn; - Zuwe Hofpoort Ziekenhuis Woerden. Samen vormen de laboratoria van de genoemde afdelingen het Streeklaboratorium voor de Volksgezondheid van de regio Utrecht. In deze laboratoria wordt patiëntenmateriaal onderzocht ten behoeve van preventie, diagnostiek en therapie van infecties en ziekten van het immuunapparaat. Het belang van de patiënt en dienstverlening aan de aanvragers staan centraal in de werkzaamheden. De laboratoria voeren ieder een basis-verrichtingenpakket uit. Bijzondere onderzoeken of onderzoeken die minder frequent voorkomen vinden in principe plaats op één van de locaties. De afdelingen Infectiepreventie maken deel uit van de afdelingen medische microbiologie. Adresgegevens en openingstijden St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein en Utrecht Locatie Nieuwegein: Koekoekslaan 1 3435 CM Nieuwegein Telefoon 088 320 74 05 Telefax 030-609 24 29 Locatie Utrecht Soestwetering 1 3543 AZ Utrecht Telefoon 088 320 74 40 Openingstijden: Locatie Nieuwegein: - Weekdagen 8.00-17.00 uur - Zaterdag, zondag & feestdagen 8.00-12.00 uur Locatie Utrecht - Weekdagen 8.00-17.00 uur Pagina 6 Versie 17 juni 2014

Activiteiten: De volgende diensten worden aangeboden: Diagnostiek: - microbiologische diagnostiek: bacteriologisch virologisch mycologisch parasitologisch - infectieserologisch onderzoek - immunologisch onderzoek - moleculair biologisch onderzoek - allergieonderzoek Consulten: - intercollegiaal consult inzake diagnostiek, behandeling en preventie van infecties. - intercollegiaal consult ten behoeve van diagnostiek van immunologische, hemato-oncologische en allergische aandoeningen. Infectiepreventie Streeklaboratorium voor de Volksgezondheid voor GG&GD en epidemiologisch onderzoek voor het RIVM. Pagina 7 Versie 17 juni 2014

Aanvraagformulieren en verzendmaterialen Aanvraagformulieren en verzendmaterialen kunnen via de laboratoria kosteloos worden aangevraagd. Een goede afname en verzending bepaalt voor een belangrijk deel de waarde van het onderzoek. Sommige micro-organismen vereisen namelijk specifieke media om te overleven. In de alfabetische verrichtingenlijst staat aangegeven welke afnamematerialen nodig zijn. Algemene aanwijzingen over afnemen en verzenden staan in bijlage IV Afnamematerialen van dit vademecum. Aanvragers binnen het St. Antonius ziekenhuis kunnen dit overzicht ook raadplegen via de Intranetpagina van de afdeling MMI. Klik hier om direct naar bijlage IV Afnamematerialen te gaan: Bijlage IV Afnamematerialen Invullen aanvraagformulier Een volledig ingevuld aanvraagformulier is van belang voor een goede identificatie van de patiënt en de aanvrager. Gebruik bij voorkeur het ponsplaatje of stickers met de patiëntgegevens. Relevante klinische gegevens zijn voor het laboratorium erg belangrijk voor een goede uitvoering van het onderzoek en een goede interpretatie van de uitkomsten daarvan. De volgende gegevens zijn van belang: Patiëntgegevens - patiëntnaam (meisjesnaam/geboortenaam) - geboortedatum - geslacht - adresgegevens patiënt - naam huisarts - ziektekostenverzekeraar (naam + verzekeringsnummer) - BSN nummer Identificatie aanvrager - naam aanvrager - afdeling/poliklinisch - telefoonnummer, zeker indien cito onderzoek gewenst is - AGB code aanvrager (liszcode) Klinische gegevens - ziektegeschiedenis (inclusief eventueel verblijf in buitenland) - afnamedatum (bij antibioticaspiegels ook afnametijd) - aard patiëntenmateriaal - zo nodig herkomst materiaal - eerste ziektedag, vooral bij serologisch onderzoek - antibiotica gebruik Pagina 8 Versie 17 juni 2014

Cito-onderzoek Onderzoeken kunnen ook CITO worden aangevraagd. Dit moet persoonlijk/telefonisch worden aangemeld. Buiten de kantooruren zijn de dienstdoende analist en dienstdoende arts-microbioloog te bereiken via de portier of telefooncentrale van de instelling. Uitslagen van cito-onderzoeken worden altijd telefonisch gerapporteerd en daarna schriftelijk bevestigd. Vermeld daarom de naam en het telefoonnummer van de aanvragend arts op het aanvraagformulier. Bereikbaarheid buiten kantooruren Buiten kantooruren en in het weekeinde is voor dringende gevallen een dienstdoende analist en artsmicrobioloog beschikbaar. Deze zijn te bereiken via de portier of de telefooncentrale van de instelling. Pagina 9 Versie 17 juni 2014

Bereikbaarheid Dienstseinen: Dienstdoende arts-microbioloog: Sein 858/ 088 320 96 04 Dienstdoende medisch immunoloog: 088 320 96 68 Opvragen uitslagen: Medische microbiologie: Medische immunologie: 088 320 74 05 (Nieuwegein) 088 320 74 40 (Utrecht) 088 320 74 05 (Nieuwegein en Utrecht) Artsen-microbioloog Locatie Nieuwegein: - Dr. B.M. de Jongh Sein 862/ 088 320 74 51 - Dr. M. Tersmette Sein 852/ 088 320 74 08 - Dr. B.J.M. Vlaminckx Sein 867/ 088 320 74 52 - Dr. G.P. Voorn Sein 868/ 088 320 74 53 Chef de clinique - Dr. M.J. Schijffelen Sein 863/ 088 320 74 09 Locatie Utrecht - Dr. R. Diepersloot 088 320 74 50 - Dienstdoende arts-microbioloog 088 320 96 02 Medisch immunologen: 088 320 96 68 - Dr. A.M.E. Claessen 088 320 74 11 - Dr. A.J. van Houte Sein 861/ 088 320 74 12 - Dr. A. Roos 088 320 74 14 Moleculair bioloog: - Dr. E.J. van Hannen Sein 864/ 088 320 74 56 Onderzoeker immunologie - Dr. B. Meek 088 320 74 13 Coördinerend Hoofdanalist: - M.A.W.B. van Ooijen 088 320 74 04 Subhoofdanalisten: - D. van Ballegoy 030 609 24 27 - M. Brok 030 609 24 27 - A. van Heugten 030 609 34 02 - E. Reinders 030 609 24 27 Pagina 10 Versie 17 juni 2014

Infectiepreventie: - Dienstdoende infectiepreventieadviseur: 088 320 74 48 - Ter zake deskundige scopendeskundige: 06 10551732 - Infectiepreventieverpleegkundige Nieuwegein: 088 320 74 55 - Infectiepreventieverpleegkundige Utrecht: 06 10498055 Zie ook de bereikbaarheidspagina s van de afdeling MMI (alleen beschikbaar voor interne aanvragers): zie Wie Wat Waar Rapportage Uitslagen worden schriftelijk, in enkele ziekenhuizen elektronisch, verzonden op de dag waarop het onderzoek is geautoriseerd. Indien van belang, worden voorlopige uitslagen afgegeven. Uitslagen van cito-aanvragen worden telefonisch gerapporteerd, evenals aanvragen waarvan het resultaat of de toestand van de patiënt snelle terugkoppeling noodzakelijk maakt. Telefonisch gerapporteerde uitslagen worden schriftelijk bevestigd. Uitslagen worden aan de aanvragend arts en/of aan de afdeling waarop de patiënt is opgenomen verzonden. Infectieziekten waarvoor een wettelijke meldingsplicht bestaat worden anoniem onder vermelding van de behandelend arts door het laboratorium gemeld bij de GG & GD. Privacy Medewerkers hebben een geheimhoudingsplicht ten aanzien van de patiëntgegevens. De registratie van patiëntgegevens voldoet aan de eisen gesteld in de Wet op de Persoonsregistratie. Alle relevante gegevens zijn opgenomen in het Privacyreglement van de betrokken ziekenhuizen. Medewerkers eerbiedigen de privacy en persoonlijke levenssfeer van de patiënt/gebruiker. Pagina 11 Versie 17 juni 2014

Aanwijzingen voor het inzenden van patiëntenmateriaal Klinische informatie De waarde van het diagnostisch onderzoek wordt voor een belangrijk deel bepaald door de klinische informatie. Door het vermelden van goede klinische gegevens, zoals symptomen, duur van de ziekte/eerste ziekte dag en epidemiologische gegevens, kan gerichter onderzoek plaatsvinden. De waarde van de (voorlopige) uitslag neemt daarmee toe, waardoor eerder met een gerichte therapie kan worden begonnen of gestopt. In sommige gevallen kan het zinvol zijn over de diagnostische mogelijkheden bij een individuele ziektegeschiedenis te overleggen met de arts-microbioloog of medisch immunoloog. Afname van patiëntenmateriaal De kwaliteit van het patiëntmateriaal heeft een directe invloed op de kwaliteit van onderzoek. Contaminatie met micro-organismen van een andere plaats dan de afnameplaats zal het resultaat negatief beïnvloeden. Bij virologisch onderzoek is belangrijk dat het materiaal zo vroeg mogelijk na het begin van de ziekte wordt ingezonden omdat de duur van de virusuitscheiding vaak beperkt is. Algemene aanwijzingen over de afnamematerialen staan vermeld onder de Intranetpagina van de afdeling MMI van het St, Antonius Ziekenhuis, Intranet/Medisch/MMI/Diagnostiek/Materiaalafname (Overzicht afnamematerialen) en in bijlage IV Afnamematerialen van dit vademecum. In de alfabetische verrichtingenlijst staan eventuele bijzonderheden vermeld. Verzenden van patiëntenmateriaal Een goede verzending draagt ook bij aan goede diagnostiek. Voorwaarde is wel dat het materiaal zo spoedig mogelijk wordt ingezonden. Zie bijlage IV Afnamematerialen van dit vademecum voor de transportmedia en bewaarcondities. Uitzonderingen en bijzonderheden over de verzending en opslag van patiëntenmateriaal staan bij de individuele verrichtingen in de alfabetische verrichtingenlijst. Pagina 12 Versie 17 juni 2014

Microbiologisch en serologisch onderzoek Verwekkers van infectieziekten kunnen in het laboratorium met verschillende technieken worden gedetecteerd. Kweek De meeste bacteriën, gisten en schimmels kunnen door kweek op geschikte media worden aangetoond. Preparaten Soms zijn ook directe preparaten mogelijk waarbij door kleuringen extra informatie verkregen kan worden. Het Gram-preparaat kan binnen enkele uren na afname belangrijke informatie verschaffen over eventuele verwekkers. Moleculair-biologische technieken Diverse ziekteverwekkers kunnen aangetoond worden door middel van hun DNA of RNA. Hiervoor zijn een aantal technieken voorhanden zoals hybridisatie en PCR (polymerase ketting reactie). Met name van de PCR wordt vaak gebruik gemaakt omdat deze techniek zeer gevoelig is. Een belangrijke ontwikkeling in de moleculaire diagnostiek is de opkomst van de real-time PCR. Deze nieuwe vorm van PCR maakt het mogelijk om de amplificatie en de detectie van DNA in één reactie te combineren. Dit heeft als voordeel dat uitslagen sneller verkregen kunnen worden. Antigeen-detectie Snelle diagnostiek berust veelal op detectie van antigenen van het micro-organisme door specifieke antistofbinding in combinatie met een kleurreactie. Deze methode is beschikbaar voor het aantonen van RS-virus, Adenovirus, Rotavirus, Clostridium difficile-toxine, Norovirus, Legionella pneumophila en S. pneumoniae. Infectieserologie Door het aantonen van antistoffen in het bloed van de patiënt kan vaak een uitspraak worden gedaan over de aanwezigheid en het beloop van een infectie. Een veel gebruikte serologische methode is het meten van de stijging (of daling) van de antistoftiter. In deze gevallen wordt een serumpaar ingestuurd. Het eerste monster wordt op de eerste ziektedag of zo spoedig mogelijk daarna afgenomen. Het tweede monster meestal na tien tot veertien dagen, soms later, afhankelijk van het micro-organisme (zie onder specifieke verrichtingen). Het al dan niet stijgen van de antistoftiter is een maat voor een (nieuwe) infectie. Deze methode wordt vooral gebruikt bij virale verwekkers van luchtweginfecties. Bij verdenking op sommige infecties, zoals met Epstein-Barr-, mazelen-, rubella- of hepatitis A, B of C virus kan worden volstaan met het insturen van een enkelvoudig serummonster. Afnamematerialen: Het actuele overzicht van de afnamematerialen vindt u op de Intranetpagina van de afdeling MMI van het St. Antonius Ziekenhuis, Intranet/Medisch/MMI/Diagnostiek/Materiaalafname, en in bijlage IV Afnamematerialen van dit vademecum. Klik hier voor de bijlage: Bijlage IV Afnamematerialen Pagina 13 Versie 17 juni 2014

Alfabetische lijst verrichtingen Acantamoeba algemeen: conjunctivitis bij contactlensgebruik materiaal: materiaal conjunctiva wijze van insturen: specimen potje steriel niet mogelijk, overleg met laboratorium methode: real-time PCR, kweek referentie-waarde: negatief frequentie: op aanvraag Acetylcholinereceptoren, antistoffen tegen algemeen: antistoffen tegen acetylcholinereceptoren zijn zeer specifiek voor myasthenia gravis bewaarcondities: koelkast (2-8ºC) indien direct insturen niet mogelijk is methode: wordt opgestuurd Actinomyces algemeen: aantonen Actinomyces-infectie. materiaal: divers wijze van insturen: specimen potje steriel methode: kweek referentie-waarde: geen groei bijzonderheden: kweek kan tot 14 dagen duren Adenovirus, sneltest algemeen: sneltest voor aantonen adenovirus antigeen in feces materiaal: feces wijze van insturen: fecespotje methode: latex-agglutinatie referentie-waarde: geen adenovirus antigeen detecteerbaar bijzonderheden: bij diarree op kinderleeftijd. Zie ook adenovirus PCR. Adenovirus, PCR algemeen: PCR voor aantonen adenovirus materiaal: keel, neus, oog, sputum, BAL, liquor, urine wijze van insturen: Eswab (keel, neus, oog, sputum). Specimen potje steriel (BAL, liquor, urine) methode: PCR referentie-waarde: geen adenovirus DNA detecteerbaar bijzonderheden: Zie ook adenovirus, sneltest. Pagina 14 Versie 17 juni 2014

Aeromonas algemeen: aantonen van Aeromonas spp. in feces. Zeldzame verwekker van diarree materiaal: feces wijze van insturen: fecespotje methode: kweek referentie-waarde: geen groei Amoeben, moleculaire detectie algemeen: onderzoek naar amoeben (Entamoeba histolytica/dispar) materiaal: feces wijze van insturen: fecespotje niet methode: real-time PCR referentie-waarde: negatief ANA, anti-nucleaire antistoffen algemeen: bepaling van auto-antistoffen in bloed van patiënten die worden verdacht van een (systemische) autoimmuunziekte. Indien positief volgt semi-kwantitatieve ANAbepaling via titratie en typering (anti-ss-a. SS-B, Sm, U1RNP, RNP70, Scl70, Jo-1,centromeer) en kwantitatieve anti-ds-dna bepaling. bewaarcondities: koelkast (2-8ºC) indien direct insturen niet mogelijk is methode: indirecte immuunfluorescentie op HEp-2 cellen referentie-waarde: volwassenen: <1:80 = negatief kind ( 16 jaar): <1:10 = negatief frequentie: 4x per week bijzonderheden: zie bijlage III: Frequenties (%) van auto-antistoffen bij patiënten met verschillende auto- immuunziekten. Pagina 15 Versie 17 juni 2014

ANCA, anti-neutrofiel cytoplasmatische antistoffen algemeen: bepaling van auto-antistoffen in bloed van patiënten verdacht van vasculitis van de kleinere bloedvaten in het bijzonder M. Wegener (zie bijlage II: Frequenties (%) van ANCA s bij verschillende vasculitiden). Screening d.m.v. immuunfluorescentie, indien positief volgt nadere typering (PR3/29kD, MPO). Bij positieve typering (PR3 of MPO) volgt titratie. bewaarcondities: koelkast (2-8ºC) indien direct insturen niet mogelijk is methode: indirecte immuunfluorescentie; typering anti-pr3s/29kd en anti-mpos: Fluoro-enzym-immuno-assay referentie-waarden : ANCA (IFT): < 1:40 = negatief anti-pr3s: <2,0 IU/ml = negatief 2,0-3,0 IU/ml = dubieus >3,0 IU/ml = positief anti-mpos: <3,5 = negatief 3,5-5,0 = dubieus >5,0 = positief frequentie: screening 4x per week typering 4x per week Antibioticaspiegels algemeen: bepalen van dal spiegels ter monitoring van antibiotische therapie. De volgende antibioticaspiegels worden bepaald: amikacine, gentamicine, tobramycine en vancomycine. methode: fluorescentie-polarisatie immunoassay. streefwaarde: geldend bij dosering 1x daags, amikacine dal < 2,5 mg/l gentamicine dal < 1,0 mg/l tobramycine dal < 1,0 mg/l vancomycine dal 15-20 mg/l frequentie: gentamicine en vancomycine dagelijks, overige op aanvraag. bijzonderheden: afname dalspiegel < ½ uur voor volgende toediening. Anti-neuronale antigenen synoniemen: paraneoplastische (neuronale) antistoffen, anti-neuronale antistoffen. algemeen: Anti-neuronale antistoffen zijn gericht tegen ectopische onconeurale antigenen die kruisreageren met soortgelijke antigenen in het zenuwstelsel. Er wordt gescreend op a-hu, a-yo, a-ri, a-tr, a-amphiphysine, a-cv2, a-ma1, a-ma2. ; liquor, 2ml. bewaarcondities: serum: koelkast (2-8ºC), liquor: -20 C. methode: wordt opgestuurd. Pagina 16 Versie 17 juni 2014

AP (alternatieve activatie route van het Complement systeem) algemeen: AP is een maat voor de functionele activiteit van de alternatieve activatie route van het complementsysteem.. bewaarcondities: serum uit stolbloed binnen 1 uur na afname bij -70ºC bewaren. methode: ELISA. referentie-waarde: 30-115% frequentie: 1x per week Bijzonderheden: zie ook CP (klassieke activatie-route) en MP (MBL activatie-route). Alleen binnen kantooruren afnemen. ASCA, antistoffen tegen Saccharomyces cerevisiae algemeen: antistoffen tegen S. cerevisiae kunnen voorkomen bij patiënten met morbus Crohn. beaarcondities: methode: wordt opgestuurd bijzonderheden: vormt samen met ANCA (IFT) het immunologisch onderzoek bij inflammatoire darmziekten (IBD). Aspergillus fumigatus, specifieke IgG antistoffen tegen (oude naam: precipitinen) algemeen: Specifieke IgG antistoffen tegen Aspergillus fumigatus kunnen voorkomen in bloed van patiënten met een allergische broncho-pulmonale aspergillose (ABPA), aspergilloom en extrinsieke allergische alveolitis (EAA; type III reactie) bewaarcondities: methode: Fluoro-enzym-immunoassay. referentie-waarde: < 40 ml/l frequentie: 4x per week bijzonderheden: niet geschikt voor diagnostiek van een invasieve Aspergillus- infectie. Alleen positieve kweken uit biopt of positieve antigeendetectie zijn bewijzend voor een invasieve aspergillose Aspergillus fumigatus, antigeen algemeen: ter bevestiging van een invasieve aspergillose kan Aspergillus-antigeen in serum worden aangetoond. Antigeenspiegels fluctueren. De conclusie wordt op grond van meerdere opeenvolgende bepalingen gesteld., BAL koelkast (2-8ºC) indien direct insturen niet mogelijk is methode: ELISA referentie-waarde: negatief frequentie: 2 x per week Pagina 17 Versie 17 juni 2014

AST, anti-streptolysinetiter algemeen: streptolysine-o is een extracellulair product van groep-a- streptokokken (GAS). Antistofvorming tegen Streptolysine-O kan een bijdrage leveren aan de serologische diagnostiek van infecties met GAS. Bij huidinfecties met GAS blijft de AST vaak negatief, de anti-dnase-b is dan vaak wel positief. methode: nefelometrie referentie-waarde: 120 IE/ml frequentie: 4 x per week bijzonderheden: vooral het beloop van de AST is van betekenis. Auramine-preparaat algemeen: aantonen van zuurvaste staven (Mycobacteriën) materiaal: divers wijze van insturen: specimenpotje steriel methode: microscopie na kleuring referentie-waarde: negatief bijzonderheden: zie ook Ziehl-Neelsen-preparaat Pagina 18 Versie 17 juni 2014

Banale kweek, algemeen algemeen: aantonen van pathogene micro-organismen. Afhankelijk van het materiaal en de klinische gegevens wordt bepaald hoe het materiaal wordt ingezet en uitgewerkt. Vermelden klinische gegevens is daarom belangrijk. materiaal: divers methode: kweek referentie-waarde: geen groei van pathogene micro-organismen, bij in principe steriel materiaal geen micro-organismen. Bartonella henselae (kattenkrab), moleculaire detectie algemeen: aantonen DNA van Bartonella henselae. materiaal: weefsel wijze van insturen: steriele container methode: PCR referentie-waarde: geen DNA van Bartonella henselae aantoonbaar. frequentie: wordt opgestuurd bijzonderheden: zie ook Bartonella henselae, serologie. Bartonella henselae (kattenkrab), serologie algemeen: aantonen van IgM in bloed van patiënten verdacht van een Bartonella henselae (kattenkrabziekte) infectie. methode: ELISA referentie-waarde: <8 = negatief frequentie: wordt opgestuurd bijzonderheden: zie ook Bartonella henselae, moleculaire detectie. Blastocystis hominis, moleculaire detectie algemeen: aantonen DNA van Blastocystis hominis. materiaal: feces wijze van insturen: fecespotje methode: PCR referentie-waarde: geen DNA van Blastocystis hominis aantoonbaar. Pagina 19 Versie 17 juni 2014

Bloedkweek algemeen: aantonen van micro-organismen in bloed. Na positieve kweek volgt determinatie en resistentiebepaling. materiaal: 2 x 10 ml bloed, aëroob en anaëroob medium. Bij kleine kinderen zoveel als verkregen kan worden. Zet bij klein volume alleen aërobe kweek in. wijze van insturen: bloedkweekset, direct insturen. methode: beoordeling groei van micro-organismen referentie-waarde: geen groei bijzonderheden: onderzoek naar gisten apart aanvragen. Vermeld verdenking op endocarditis apart i.v.m. langere incubatieduur. Indien de toestand van de patiënt empirisch starten van antibiotica noodzakelijk maakt (bijv. sepsis, meningitis) kunnen 2-3 bloedkweken kort na elkaar, vòòr het toedienen van antibiotica, worden afgenomen. In overige gevallen worden 2 à 3 bloedkweeksets per 24 uur afgenomen, zonodig na 24 uur nogmaals. Bofvirus, PCR algemeen: aantonen RNA van bofvirus. materiaal: Urine vacuette buis zonder additief of steriele container., keel wijze van insturen: eswab keel kamertemperatuur of koelkast (2-8ºC) methode: realtime PCR referentie-waarde: geen RNA van Bofvirus aantoonbaar. frequentie: wordt opgestuurd bijzonderheden: zie ook Bofvirus serologie. Bofvirus, serologie algemeen: aantonen van IgM- en IgG-antistoffen in bloed van patiënten verdacht van een glandula parotis (speekselklier) infectie door het bofvirus. methode: indirecte immuunfluorescentie referentie-waarde: negatief frequentie: wordt opgestuurd Bordetella pertussis (kinkhoest), kweek algemeen: aantonen Bordetella pertussis, veroorzaker van kinkhoest. materiaal: eswab wijze van insturen: eswab kamertemperatuur of koelkast (2-8ºC) methode: kweek referentie-waarde: negatief. bijzonderheden: zie ook bij Bordetella pertussis serologie en moleculaire detectie. Pagina 20 Versie 17 juni 2014

Bordetella pertussis/parapertussis (kinkhoest), moleculaire detectie Algemeen: aantonen van DNA Bordetella pertussis/parapertussis, veroorzaker van kinkhoest. materiaal: eswab kamertemperatuur of koelkast (2-8ºC) methode: real time PCR referentiewaarde: geen DNA van Bordetella pertussis/parapertussis aantoonbaar. bijzonderheden: zie Bordetella pertussis/parapertussis kweek en serologie. Bordetella pertussis (kinkhoest), serologie algemeen: aantonen van IgG-antistoffen tegen pertussistoxine in bloed van patiënten verdacht van een Bordetella pertussis-infectie.. methode: ELISA referentie-waarde: afhankelijk van leeftijd en vaccinatiestatus. negatief: < 40 IU/ml niet conclusief: 40-100 IU/ml positief: > 100 IU/ml frequentie: 1 x per week bijzonderheden: zie ook bij Bordetella pertussis kweek en moleculaire detectie. Borrelia burgdorferi (Lyme ziekte), serologie algemeen: C6, blot, neuroborrelia ; liquor gepaard met serum. methode: ELISA, zonodig confirmatie via immunoblotting referentie-waarde: negatief frequentie: 1x per week Brucella (ziekte van Bang), serologie algemeen: met behulp van een agglutinatietest kunnen antistoffen tegen Brucella abortus en Brucella melitensis worden aangetoond. Met behulp van de CBR worden IgMen IgG-antistoffen gericht tegen een algemeen brucella antigeen aangetoond. koelkast (2-8ºC) indien direct insturen niet mogelijk is, methode: agglutinatie en CBR referentie-waarde: aggl. < 1:40 = negatief, CBR < 1:4 = negatief frequentie: wordt opgestuurd Bijnierschors, antistoffen tegen algemeen: antistoffen tegen bijnierschors komen voor bij patiënten met de ziekte van Addison en autoimmuunadrenalitis (idiopathische bijnierschors insufficiëntie). bewaarcondities: methode: wordt opgestuurd Pagina 21 Versie 17 juni 2014

C1-esteraseremmer activiteit algemeen: C1-esteraseremmer is een complementremmer. Deficiënties van de C1- esteraseremmer worden gezien bij patiënten met angio-oedeem. materiaal: vers EDTA plasma, 2 ml. kamertemperatuur, niet in koelkast. methode: wordt opgestuurd bijzonderheden: vooraf wordt altijd complement C4 bepaald, een normaal C4 sluit een C1- esteraseremmerdeficiëntie uit. Campylobacter, kweek algemeen: aantonen Campylobacter-infectie materiaal: feces wijze van insturen: fecespotje methode: kweek referentie-waarde: geen groei bijzonderheden: onderdeel van feceskweek, zie aldaar Campylobacter, serologie algemeen: aantonen IgM- en IgG-antistoffen tegen Campylobacter. Antistoffen kunnen voorkomen bij patiënten met reactieve artritis en bij het syndroom van Guillain- Barré. vriezer -20ºC methode: ELISA referentie-waarde: < 1.1 = negatief frequentie: wordt opgestuurd. bijzonderheden: zie ook Campylobacter, kweek. Campylobacter, moleculaire detectie algemeen: aantonen DNA van Campylobacter. materiaal: feces wijze van insturen: fecespotje methode: PCR referentie-waarde: geen DNA van Campylobacter aantoonbaar. Pagina 22 Versie 17 juni 2014

Candida, kweek algemeen: aantonen Candida-infectie. materiaal: divers wijze van insturen: specimen potje steriel, uitstrijkwat in transportmedium. methode: kweek referentie-waarde: geen Candida aantoonbaar. Cardiolipine, antistoffen tegen algemeen: bepaling van IgM- en IgG-antistoffen tegen cardiolipine in bloed van patiënten met stollingsstoornissen / anti-fosfolipiden syndroom. bewaarcondities: methode: Fluoro-enzym-immuno-assay. referentie-waarden: eenheid negatief dubieus positief IgG / IgM GPL-U/ml <10 10-40 >40 frequentie: 4x per week bijzonderheden: ook bekend als ACLA: Anti-CardioLipine Antistoffen. CD34 stamcel bepaling, immunofenotypering algemeen: bepaling aantal CD34-positieve stamcellen na een mobilisatiekuur in perifeer bloed en in feresemateriaal. materiaal: vers EDTA-bloed (4 ml), feresemateriaal. bewaarcondities: kamertemperatuur methode: flowcytometrie referentie-waarde: n.v.t. frequentie: op afspraak Centromeren, antistoffen tegen algemeen: antistoffen tegen centromeren kunnen voorkomen bij patiënten met het CRESTsyndroom en in mindere mate bij patiënten met sclerodermie en bij patiënten met het fenomeen van Raynaud. bewaarcondities: methode: Fluoro-enzym-immuno-assay. referentie-waarde: negatief: < 7 U/ml dubieus : 7-10 U/ml positief: 11 U/ml frequentie: 4x per week bijzonderheden: zie bijlage III: Frequenties (%) van auto-antistoffen bij patiënten met verschillende auto-immuunziekten. CCP, antistoffen tegen algemeen: bepaling van auto-antistoffen (anti-cyclisch gecitrullineerd peptide: anti-ccp) in bloed van patiënten die worden verdacht van reumatoïde artritis. methode: fluoro-enzym-immuno-assay. referentie-waarde: <= 10 E/ml : negatief; >10 E/ml: positief frequentie: 4 x per week bijzonderheden: zie ook reumafactor. Pagina 23 Versie 17 juni 2014

Chlamydia, serologie algemeen: aantonen IgM- en IgG-antistoffen in bloed van patiënten verdacht van een (doorgemaakte) Chlamydia-infectie. Met de gebruikte techniek worden antistoffen aangetoond tegen Chlamydia pneumoniae, Chlamydia psittaci en Chlamydia trachomatis. Er kan géén onderscheid worden gemaakt tussen de verschillende species. koelkast (2-8ºC) indien direct insturen niet mogelijk is methode: ELISA referentie-waarde: negatief frequentie: 1x per week bijzonderheden: zie ook Chlamydia trachomatis, moleculaire detectie Chlamydia trachomatis, moleculaire detectie algemeen: aantonen plasmid-dna, van alle serovars, van Chlamydia trachomatis materiaal: cervixuitstrijk, urethra-uitstrijk, eventueel urine (urine alleen betrouwbaar bij mannen) wijze van insturen: Eswab, Urine: Vacuette buis zonder additief of steriele container. methode: PCR referentie-waarde: geen plasmid-dna van Chlamydia trachomatis aantoonbaar. bijzonderheden: zie ook Chlamydia, serologie. Chlamydia pneumoniae, moleculaire detectie algemeen: aantonen DNA van Chlamydia pneumoniae. materiaal: sputum, bronchiaal secreet wijze van insturen: steriel potje methode: PCR referentie-waarde: geen DNA van Chlamydia pneumoniae aantoonbaar. frequentie: op aanvraag Chlamydia psittaci, moleculaire detectie algemeen: aantonen DNA van Chlamydia psittaci. materiaal: sputum, bronchiaal secreet wijze van insturen: steriel potje methode: PCR referentie-waarde: geen DNA van Chlamydia psittaci aantoonbaar. Clostridium difficile-toxine algemeen: Clostridium difficile-toxine kan de oorzaak zijn van diarree bij patiënten opgenomen in het ziekenhuis na antibioticagebruik. materiaal: feces wijze van insturen: fecespotje methode: latex-agglutinatie referentie-waarde: geen Clostridium difficile-toxine gedetecteerd. Pagina 24 Versie 17 juni 2014

Complement C3 algemeen: complement factor C3 is de centrale factor van het complementsysteem. bewaarcondities: vriezer (- 20ºC) indien direct inzenden niet mogelijk is. methode: nefelometrie referentie-waarde: 0,90 1,80 g/l frequentie: 4x per week Complement C3d algemeen: C3d, een afbraakproduct van C3, is bij acute activatie van het complementsysteem in verhoogde mate in bloed aantoonbaar. materiaal: vers EDTA plasma, 2 ml, direct invriezen. bewaarcondities: vriezer (-20ºC) indien direct inzenden niet mogelijk is. methode: wordt opgestuurd. Complement C3-nefritic factor algemeen: C3-nefritic factor is een autoantistof tegen het C3-splitsende enzym. C3-nefritic factor komt voor bij patiënten met een membrano-proliferatieve glomerulonefritis en geeft aanleiding tot sterk verlaagde C3 en C5 spiegels. materiaal: vers serum, 2 ml, direct invriezen. bewaarcondities: vriezer (- 20ºC) indien direct inzenden niet mogelijk is. methode: wordt opgestuurd. Complement C4 algemeen: materiaal: bewaarcondities: methode: referentie-waarde: 0,10 0,40 g/l frequentie: 4x per week complement factor C4 behoort tot de factoren van de klassieke route van complement activatie. serum, 2 ml vriezer (- 20ºC) indien direct inzenden niet mogelijk is. nefelometrie Coxiella burnetii, moleculaire detectie algemeen: aantonen DNA Coxiella burnetti bacterie. materiaal: serum, sputum, bronchiaal secreet wijze van insturen: steriel potje methode: real-time PCR referentie-waarde: negatief bijzonderheden: Coxiella burnetii is de verwekker van Q-koorts. Coxiella burnetii, serologie algemeen: aantonen van complementbindende antistoffen in serumpaar. materiaal: serum, 2ml koelkast (2-8ºC) indien direct insturen niet mogelijk is methode: Complement Bindings Reactie (CBR), ELISA fase 1 en 2. Fase 1 & 2 IgG/IgM immuunfluorescentie wordt opgestuurd naar RIVM, fase 2 IgG/IgM ELISA naar Diak Utrecht. referentie-waarde: negatief frequentie: 1x per week bijzonderheden: Coxiella burnetii is de verwekker van Q-koorts. Pagina 25 Versie 17 juni 2014

CP (klassieke activatie route van het Complement systeem) algemeen: CP is een maat voor de functionele activiteit van de klassieke activatie route van het complementsysteem.. bewaarcondities: serum uit stolbloed binnen 1 uur na afname bij -70ºC bewaren. methode: ELISA referentie-waarde: 70-130% frequentie: 1x per week Bijzonderheden: zie ook AP (alternatieve activatie-route) en MP (MBL activatie-route). Alleen binnen kantooruren afnemen. Creutzfeldt-Jakob dementia algemeen: aantonen 14/3/3 eiwit in liquor van patiënten verdacht van Creutzfeldt-Jakob dementia. materiaal: liquor, 1 ml. Informeer bij KCL. vriezer (-20ºC) methode: immuunelectroforese referentie-waarde: negatief frequentie: wordt opgestuurd bijzonderheden: contra-indicatie voor onderzoek: hoofdletsel en encefalitis geeft grote kans op fout positief resultaat. Via afdeling KCL. Cryoglobuline algemeen: materiaal: bewaarcondities: methode: referentie-waarde: negatief frequentie: 1x per week cryoglobulinen zijn serumeiwitten die precipiteren bij lage temperatuur (2-8 ºC) en meestal weer oplossen bij opwarmen tot 37ºC. bloed 3x10 ml. Bloed opvangen in verwarmde buizen en laten stollen bij 37 ºC. Hierna direct centrifugeren, bij 37ºC en serum van bloedkoek scheiden. koelkast (2-8ºC) na scheiding serum van bloedkoek bij 37 C. precipitatie reactie. Cryptococcus neoformans algemeen: aantonen Cryptococcus neoformans materiaal: liquor, sputum, BAL wijze van insturen: specimenpotje, steriel koelkast methode: kweek referentie-waarde: geen groei Cryptosporium parvum, moleculaire detectie algemeen: aantonen DNA van Cryptosporidium parvum. materiaal: feces wijze van insturen: fecespotje methode: PCR referentie-waarde: geen DNA van Cryptosporidium parvum aantoonbaar. Pagina 26 Versie 17 juni 2014

Cytomegalovirus (CMV), moleculaire detectie algemeen: aantonen DNA van het Cytomegalovirus. Bij verdenking viraemie bij immuungecompromitteerde patiënten. materiaal: plasma, 2 ml wijze van insturen: EDTA-afnamebuis Stuur geen heparine-ontstold bloed in! moet binnen 2 uur bij MMI binnen zijn. methode: PCR referentie-waarde: geen DNA van Cytomegalovirus aantoonbaar. bijzonderheden: zie ook Cytomegalovirus (CMV), serologie. Cytomegalovirus (CMV), serologie algemeen: aantonen IgM- en IgG-antistoffen in bloed van patiënten verdacht van een Cytomegalovirus-infectie. materiaal: serum, minimaal 170 ųl methode: CLIA referentie-waarde: IgM: <18 U/ml = negatief IgG: < 12 U/ml = negatief bijzonderheden: zie Cytomegalovirus (CMV), moleculaire detectie. Pagina 27 Versie 17 juni 2014

Dengue virus, serologie algemeen: aantonen van de IgM- en IgG-antistoffen bij patiënten verdacht van een dengue virus-infectie (knokkelkoorts), Dengue NS1 antistoffen referentie-waarde: negatief frequentie: wordt opgestuurd. Dientamoeba fragilis, moleculaire detectie algemeen: aantonen DNA van Dientamoeba fragilis. materiaal: feces wijze van insturen: fecespotje methode: PCR referentie-waarde: geen DNA van Dientamoeba fragilis aantoonbaar. Difterie-toxine, antistoffen tegen algemeen: antistoffen tegen difterie-toxine (eiwit-antigeen) zijn in patiënten aantoonbaar na succesvolle vaccinatie en geven een indruk van de immuunstatus van de patiënt. materiaal: ongevaccineerd: serumpaar, 2 ml, serum vóór en drie weken na vaccinatie met DTP. gevaccineerd: serum, 2 ml, indien antistoftiter onder beschermend niveau; vaccinatie. Herhaal drie weken na vaccinatie onderzoek onder vermelding van vorig monster. methode: ELISA referentie-waarde: afhankelijk van vaccinatiestatus. 0,1 E/ml : niet voldoende beschermd. frequentie: wordt opgestuurd. bijzonderheden: immuunstatus onderzoek DNAse-B, antistoffen tegen algemeen: DNAse-B is een extracellulair product van groep-a- streptokokken (GAS). Antistofvorming tegen DNAse-B kan een bijdrage leveren aan de serologische diagnostiek van infecties met GAS. methode: nefelometrie referentie-waarde: 200 E/ml frequentie: 4 x per week bijzonderheden: vooral het beloop van de anti-dnase-b-titer is van betekenis. Pagina 28 Versie 17 juni 2014

DNA dubbelstrengs (ds), antistoffen tegen algemeen: bepaling van antistoffen tegen ds-dna in bloed van patiënten met SLE. Hoogte van de anti-ds-dna-titer correleert met de ziekte-activiteit. bewaarcondities: methode: fluoro-enzym-immuno-assay referentie-waarde: <= 15 IE/ml : negatief > 15 IE/ml : positief frequentie: 4 x per week bijzonderheden: zie bijlage III: Frequenties (%) van auto-antistoffen bij patiënten met verschillende auto-immuunziekten. Duif, specifieke IgG antistoffen tegen (oude naam: precipitinen) algemeen: Specifieke IgG antistoffen tegen duif (serumeiwitten, veren, faeces) kunnen voorkomen in bloed van patiënten verdacht van duivenmelkersziekte, een vorm van Extrinsieke Allergische Alveolitis (EAA), type III allergie. bewaarcondities: methode: fluoro-enzym-immuno-assay. referentie-waarde: < 40 mg/l frequentie: 4 x per week Pagina 29 Versie 17 juni 2014

Echinococcus spp., serologie algemeen: aantonen IgG-antistoffen tegen Echinococcus spp. Bij een intacte Echinococcuscyste kan de serologie negatief zijn.. methode: ELISA referentie-waarde: negatief frequentie: wordt opgestuurd Entamoeba histolytica, serologie algemeen: aantonen IgG-antistoffen tegen Entamoeba histolytica. Serologie is alleen zinvol bij extra-intestinale amoebiasis. methode: ELISA referentie-waarde: negatief frequentie: wordt opgestuurd. Entamoeba histolytica, moleculaire detectie algemeen: aantonen DNA van Entamoeba histolytica. materiaal: feces wijze van insturen: fecespotje methode: PCR referentie-waarde: geen DNA van Entamoeba histolytica aantoonbaar. Enterovirus, moleculaire detectie algemeen: aantonen RNA van enterovirus bij patiënten verdacht van virale meningitis/encefalitis. materiaal: liquor, minstens 0,5 ml. Op indicatie is de bepaling ook mogelijk op serum, keelwat of feces. wijze van insturen: specimenpotje, steriel, direct inzenden. Invriezen (-20ºC) tot transport indien direct insturen niet mogelijk is. methode: PCR referentie-waarde: geen RNA van enterovirus aantoonbaar. bijzonderheden: zie ook Enterovirus, serologie Pagina 30 Versie 17 juni 2014

Enterovirus, serologie algemeen: serologische diagnostiek is bij Enterovirussen (o.a. Coxsackievirus, Echovirus en poliovirus) vanwege de vele subtypen alleen uitvoerbaar bij positieve viruskweek van dezelfde patiënt. Enterovirussen worden aangetoond door PCR op feces, keel materiaal of eventueel liquor. Op het serumpaar worden antistoftiters bepaald tegen het geïsoleerde virus. materiaal: feces, keel (voor PCR) en serum, 2 ml. wijze van insturen: fecespotje, eswab. koelkast (2-8ºC) indien direct insturen niet mogelijk is (feces), kamertemperatuur of koelkast (2-8ºC) (eswab) methode: neutralisatie referentie-waarde: acute infectie bij significante titerstijging van specifieke antistoffen tegen het homologe virus in een serumpaar. frequentie: op aanvraag bijzonderheden: zie Enterovirus, moleculaire detectie en voor kweek Virologisch onderzoek. Epstein-Barr-virus, moleculaire detectie algemeen: aantonen DNA en aantal kopieën van Epstein-Barr-virus bij verdenking op een actieve EBV infectie. materiaal: plasma, minimaal 0,5 ml. wijze van insturen: EDTA-afnamebuis. moet binnen 2 uur bij MMI binnen zijn. methode: PCR referentie-waarde: geen Epstein-Barr-virus aantoonbaar. Bijzonderheden: zie ook, Epstein-Barr-virus, serologie. Epstein-Barr-virus, serologie algemeen: aantonen IgM- en IgG-antistoffen tegen viraal capside-antigeen (VCA), en EBV nuclear antigen (EBNA). materiaal: serum, minimaal 510 ųl methode: CLIA referentie-waarde: IgM VCA <20 U/ml = negatief IgG VCA <20 U/ml = negatief EBNA <5 U/ml = negatief bijzonderheden: zie ook Epstein-Barr-virus, moleculaire detectie Pagina 31 Versie 17 juni 2014

Eilandjes van Langerhans, antistoffen tegen algemeen: antistoffen tegen eilandjes van Langerhans kunnen vookomen voor bij patiënten met diabetes mellitus type I en in mindere mate bij patiënten met autoimmuunadrenalitis. bewaarcondities: methode: wordt opgestuurd. bijzonderheden: zie ook GAD (glutaminezuurdecarboxylase) en IA2, antistoffen tegen. ENA, antistoffen tegen Extraheerbare Nucleaire Antigenen. Oude verzamelnaam voor de antigenen SS-A, SS-B, Sm en RNP. Tegenwoordig kunnen naast antistoffen tegen deze antigenen, ook antistoffen tegen Scl70 en Jo-1 worden bepaald. Zie voor nadere informatie bij afzonderlijke antigenen. Endomysium IgA, antistoffen tegen algemeen: IgA-antistoffen tegen endomysium kunnen voorkomen in bloed van patiënten met coeliakie. bewaarcondities: methode: indirecte immuunfluorescentie, wordt opgestuurd. referentie-waarde: negatief. frequentie: 2x per week bijzonderheden: IgA-deficiëntie uitsluiten door bepaling van totaal IgA in serum (klinische chemie). ESBL, kweek algemeen: screening op ESBL bij patiënten overgenomen uit een buitenlands ziekenhuis of een Nederlands ziekenhuis met een ESBL-probleem en bij contacten met ESBL-dragers. divers, voornamelijk keel- en perineumuitstrijk. materiaal: wijze van insturen: Stuart medium methode: kweek referentie-waarde: geen groei van ESBL-positieve micro-organismen. bijzonderheden: neem kweken af in overleg met afdeling Infectiepreventie. Volg ESBL-protocol van de instelling. Pagina 32 Versie 17 juni 2014

Feceskweek algemeen: standaard-feceskweek omvat kweek op Salmonella, Shigella, Yersinia, en Campylobacter na een positieve PCR. Verder kunnen op indicatie de volgende onderzoeken verricht worden: - dunne feces: Gram-preparaat - bloederige feces: EHEC/ STEC (o.a. E. coli O157:H7) (Entero Hemorragische Escherichia coli) - dunne/brijige feces bij kinderen < 5 jr: rotavirus, adenovirus - Clostridium difficile-toxine (na antibioticagebruik) - na contact met oppervlakte water: Aeromonas spp. - na verblijf in het buitenland: Plesiomonas, Shigelloides Na positieve kweek volgt determinatie en resistentiebepaling feces materiaal: wijze van insturen: fecespotje koelkast methode: kweek referentie-waarde: geen groei van genoemde pathogene micro-organismen. bijzonderheden: onderzoek naar parasieten apart aanvragen. Vraag bij vermoeden reizigersdiarree feceskweek aan. Fecespakket moleculaire detectie algemeen: standaard-fecespakket omvat Salmonella, Shigella, Yersinia en Campylobacter. Na positieve detectie volgt een kweek en daarna een determinatie en resistentie bepaling. materiaal: feces wijze van insturen: fecespotje koelkast methode: real-time PCR referentie-waarde: geen DNA aangetoond van pathogene micro-organismen. Pagina 33 Versie 17 juni 2014

GAD (Glutaminezuurdecarboxylase), antistoffen tegen algemeen: antistoffen tegen GAD (glutaminezuurdecarboxylase, een antigeen uit de cellen van de eilandjes van Langerhans) kunnen voorkomen bij patiënten met diabetes mellitus type I. bewaarcondities: koelkast (2-8 C) indien direct insturen niet mogelijk is. methode: wordt opgestuurd bijzonderheden: zie ook IA2 en eilandjes van Langerhans, antistoffen tegen. Genitaal kweek algemeen: onderzoek omvat kweek van pathogene micro-organismen, Gardnerella vaginalis en gisten. Veelal wordt ook een Gram-preparaat gemaakt. Na positieve kweek volgt determinatie en resistentiebepaling. cervixuitstrijk, ecoulement, fluor, semen, urethra-uitstrijk, vulva-uitstijk. materiaal: wijze van insturen: Eswab, specimen potje steriel. koelkast (2-8ºC) indien direct inzenden niet mogelijk is (specimen potje steriel), kamertemperatuur of koelkast (2-8ºC) (eswab). Materiaal voor onderzoek naar Neisseria gonorrhoeae niet in de koelkast plaatsen! methode: kweek referentie-waarde: geen significante groei van pathogene micro-organismen. bijzonderheden: onderzoek naar Neisseria gonorrhoeae, Chlamydia trachomatis en Trichomonas vaginalis apart aanvragen. Giardiae lambliae, moleculaire detectie algemeen: aantonen DNA van Giardiae lambliae. materiaal: feces wijze van insturen: fecespotje methode: PCR referentie-waarde: geen DNA van Giardiae lambliae aantoonbaar. Gisten en Schimmels algemeen: aantonen gist- of schimmelinfectie materiaal: divers, haren, huidschilfers of nagels. wijze van insturen: specimen potje steriel. Huidschilfers, neem materiaal af van de rand van de laesie. Nagels, neem materiaal af op overgang naar niet aangetaste nagel en lever kleine stukjes in. Anders: uitstrijkwat in transportmedium. methode: kweek referentie-waarde: geen gisten of schimmels aantoonbaar. bijzonderheden: schimmelkweken kunnen enige weken instaan. Gladspierweefsel, antistoffen tegen algemeen: antistoffen tegen gladspierweefsel kunnen worden aangetoond bij patiënten met autoimmuunziekten van de lever.. methode: indirecte immuunfluorescentie. referentie-waarde: negatief frequentie: 4x per week Pagina 34 Versie 17 juni 2014