ADVIES VAN DE GEMEENTELIJKE COMMISSIE VOOR RUIMTELIJKE ORDENING OVER HET ONTWERP VAN HET GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN. De commissie, vergaderd in besloten zitting van 15 november en 29 november 2017. Op 31 maart 2006 keurde de gemeenteraad een eerste gemeentelijk ruimtelijk structuurplan (GRS) goed. De planningsperiode in dat GRS liep in feite tot 2007 (in relatie met de structuurplannen van de hogere overheden) met een doorwerking tot 2012. Een actualisatie drong zich op vermits ondertussen ook het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen (RSV) en het ruimtelijk structuurplan van de provincie Antwerpen (RSPA) reeds deels werden geactualiseerd. Om de leesbaarheid te vergroten werd gekozen voor een volledig nieuwe gecoördineerde tekst. Daar waar evaluaties nodig waren, werden deze uitgevoerd. Nieuwe visie(s) en planningsprocessen werden opgenomen. Het nodige vooroverleg met het provinciebestuur en de Vlaamse administratie heeft plaats gehad. De plenaire vergadering werd gehouden op 22 november. Na deze plenaire en het advies van de GECORO, kan de gemeenteraad desgevallend overgaan tot de voorlopige vaststelling. Het doel is het partieel herzien en actualiseren van het huidige GRS door het verlengen van de planperiode tot 2018. Hierdoor kan de continuïteit in het ruimtelijk beleid worden gehandhaafd. Een grondige herziening is voor nadien, via een Lokaal Beleidsplan, analoog met het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen (BRV) en de provinciale Nota Ruimte. Vermits bij de start van de procedure en ook thans het wettelijk kader voor de opmaak van gemeentelijke beleidsplannen nog niet is afgerond, werd gekozen voor het structuurplanproces. Kerncijfers, getallen, planningscontext e.d. werden in het informatief deel geactualiseerd. De ruimtelijke structuur van de gemeente zoals vastgelegd in het GRS van 2006 blijft in het voorliggend document behouden. Wat betreft de woonbehoeften, hiervoor werd het provinciaal beleid en cijfers gebruikt. Berekening tussen behoefte en aanbod geeft aan dat tot 2022 er een bijkomende behoefte is aan 628 woningen. Het realiseren van deze woningen in de hoofddorpen krijgt de voorkeur, daarbij rekening houdend met verdichting, zuinig ruimtegebruik en mogelijke nieuwe woonvormen. De opvang van deze bijkomende woningen kan bovendien binnen het bestaande juridisch vastliggend aanbod (verkavelingen, uitgeruste wegen, BPA, RUP). Bijgevolg overstijgt in Kalmthout het aanbod nog steeds de behoefte. De gewenste ruimtelijke structuur, maar ook de gewenste ontwikkeling, zal gerealiseerd worden door een gebiedsgerichte aanpak, met aantrekkelijke en duurzame omgevingen, door het behoud van de relatie tussen het wonen en het aanwezige landschap, door waardering te geven aan het open agrarisch landschap en door de identiteit van Kalmthout te omschrijven en te benadrukken. Het grondgebied van de gemeente wordt ingedeeld in vier deelruimten, de centrale woonband, het (zuidwestelijk) natuur- en landschapspark, het open landbouwgebied en de bedrijventerreinen Bosduin en De Rijkmaker. Voor elke van deze deelruimten wordt de ruimtelijke context, de visie, de gewenste ruimtelijke ontwikkeling, de gewenste ruimtelijke structuur, de mogelijke ontwikkelingsperspectieven, alsook acties en maatregelen beschreven, dit telkens in functie van de ruimtelijke deelstructuren. Het voorliggend ontwerp van het GRS is evenwichtig en houdt algemeen rekening met de nieuwe inzichten van o.a. het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen. Het beschrijft op een goede wijze waar Kalmthout voor staat.
De deelruimte centrale woonband wordt verder ontwikkeld als een woon- en werkgebied, hierin met ruimte voor een verhoogde woningdichtheid en ook het voorzien van nog andere functies dan enkel wonen. Er worden kernwinkelgebieden aangeduid en zones waarbinnen appartementsbouw nog te verantwoorden is. De aanwezige residentiële woonomgevingen met een groen karakter in deze deelruimte worden bewaard en de woningdichtheid verder beperkt. Het aanwezige bouwkundig erfgoed versterkt mede de identiteit en het aanzien van belangrijke delen binnen deze deelruimte. Ook het voorzieningenniveau is hier sterk aanwezig. Nieuwe woonprojecten krijgen een plaats in deze deelruimte. Het is aan te bevelen om bij verdichting binnen de woonkern(en) ook andere woonvormen te gaan stimuleren, niet alleen de traditionele appartementsbouw en verkaveling. Een nieuwe visie op het wonen is noodzakelijk (anders wonen, anders parkeren, ) In de deelruimte natuur-en landschapspark is het grensoverschrijdend heidegebied en de woonparken alom overheersend. Maar ook de woongebieden in deze deelruimte kennen een lage woon-en bouwdichtheid en hebben een uitgesproken residentieel en bebost karakter. In deze deelruimte werd reeds een omvangrijk deel van het woongebied geordend via het RUP WOONBOS. Doelstellingen zullen verder worden uitgewerkt via het ruimtelijk uitvoeringsplan WOONBOS II, dit met gebiedsgerichte invulling. Ook de poort tot de Kalmthoutse Heide bevindt zich in deze deelruimte en krijgt meer invulling op termijn. In deze woongebieden is de woningdichtheid eerder beperkt, waardoor het residentieel karakter als landschapspark wordt benadrukt en deze gebieden mede invulling geven aan een natuurverbinding tussen het Klein Schietveld en de Kalmthoutse Heide. De realisatie van de lokale natuurverbindingen lopen doorheen bebouwde omgevingen. Het is van belang om via maatregelen de openheid van dit gebied te behouden (open tuinomheiningen, haagstructuren). Landschapselementen dragen hiertoe ook bij. Verder is er ook de nodige aandacht voor de kleine dieren en hun verplaatsing tussen bijvoorbeeld de Kalmthoutse Heide en de Withoevense Heide. Oversteekplaatsen aan de Putsesteenweg kunnen hierbij nuttig zijn. In de deelruimte open landbouwgebied is landbouw nog steeds de belangrijkste ruimtegebruiker. Het open landbouwgebied wordt zo veel mogelijk gevrijwaard van nieuwe bebouwing, bestaande landbouwbedrijven behouden evenwel een mogelijkheid tot uitbreiding. Binnen deze deelruimte bevinden zich de twee zelfstandige woonkernen Nieuwmoer en Achterbroek. Woningtypologie en dienstverlening worden voorzien op niveau van deze kernen. In de beide woonkernen is er noodzaak voor het realiseren van een aantal sociale huur-en koopwoningen. Aanpassing van kaart nummer 6 uit het richtinggevende deel: aanduiding bouwvrij landbouwgebied nr. 8 uitbreiden naar het zuiden toe (vallei van de Kleine Aa). 2 / 5
Deelruimte bedrijventerreinen Bosduin en De Rijkmaker omvat de beide industriegebieden van de gemeente. Binnen de hiervoor beschreven deelruimten zijn er ook (gewenste) deelstructuren: de natuurlijke structuur, de nederzettingsstructuur, de ruimtelijke-economische structuur, de landschappelijke structuur, de toeristische-recreatieve structuur en de verkeers-en vervoersstructuur. Binnen de natuurlijke structuur wordt de focus gelegd op de lokale natuur-en verbindingsgebieden. Door het voorzien van een aantal acties en maatregelen moet de (omvangrijke) natuurlijke structuur van Kalmthout behouden blijven. Zie onder natuur en landschapspark. Binnen de nederzettingsstructuur is het woonbeleid een belangrijk onderdeel. Invulling wordt voorzien door kwalitatieve woonomgevingen en een gevarieerd woningaanbod. Gebiedsgerichte invulling door middel van een differentiatie in de woningdichtheden kunnen hiertoe bijdragen. In de woningbouwprogrammatie voor het centraal woongebied wordt de voorkeur gegeven aan de ontwikkeling van inbreidingsprojecten. Voor de kernen van Nieuwmoer en Achterbroek worden gefaseerde ontwikkelingen van de woonuitbreidingsgebieden voorzien (aantal sociale woningen op niveau van deze kernen). Om het sociaal bindend objectief inzake sociale huisvesting voor gans de gemeente te realiseren, worden voorwaarden opgelegd waaraan verkavelingen moeten voldoen om goedkeuring te bekomen van de gemeenteraad m.b.t. het wegtracé en weguitrusting. -adviezen Deputatie en Departement Omgeving zijn niet positief m.b.t. het aansnijden van de WUGgebieden. Standpunten afgesproken op de plenaire vergadering worden bijgetreden (zie verslag). Inzake de ruimtelijke-economische structuur Het voorziene beleid past binnen de visie van de hogere overheid op de ontwikkelingen binnen het buitengebied. Herbestemming van het industrieterrein De Rijkmaker naar een KMO-bestemming is een verdere uitwerking van het bestaande GRS. De afbakening van kernwinkelgebieden in het hoofddorp en op buurtniveau voor de kernen in het open landbouwgebied kan een nieuwe invulling geven aan de bestaande omgeving(en). Landbouw blijft de belangrijkste ruimtegebruiker, met overheersend de grondgebonden landbouw. 3 / 5
De landschappelijke structuur bepaalt in belangrijke mate de ruimtelijke kwaliteit van de gemeente. Maatregelen en acties om het agrarisch landschap, het heidelandschap en het boslandschap te behouden en te versterken worden voorzien. Het toeristisch-recreatief aspect van de gemeente zal verder worden uitgebouwd. Het aspect zal ook ruimere invulling krijgen door een medegebruik van landschap en bos (daar waar mogelijk) en de herwaardering van de aanwezige landschapselementen in de deelruimten (b.v. vaartstelsels). Een nieuwe invulling van functies voor landgoed De Markgraaf zal worden uitgewerkt in een op te maken ruimtelijk uitvoeringsplan. Nieuwe functies mogen de ruimtelijke draagkracht niet overstijgen. Uit te werken in overleg met alle betrokken actoren. Voor het Strijboshof geldt hetzelfde, voor de locatie van bijkomende parkeermogelijkheden moeten alle pistes worden onderzocht in het nog op te maken RUP. Inzake de gewenste verkeers-en vervoersstructuur ligt de focus vooral op de herziening van het gemeentelijk mobiliteitsplan dat een aantal nieuwe inzichten en doelstellingen formuleert en gelijktijdig met het GRS in herziening is. Uitwerking via het nieuw mobiliteitsplan dat in opmaak is. Parkeren is en blijft een belangrijk aandachtspunt bij de realisatie van nieuwe woonprojecten. Ondergronds parkeren dient de nodige aandacht te krijgen en bij voorkeur wordt geen algemene regel voorzien, maar wordt projectmatig onderzocht op welke manier het mobiliteitsaspect het best wordt uitgewerkt. Bij nieuwe vergunningen kan ook gedacht worden aan gemeenschappelijke parkeerplaatsen. Het luik openbaar vervoer mag nog worden versterkt in het document. Aandachtspunten zijn zeker de fietsverbindingen en onderzoek naar een fiets -en voetgangersverbinding onder of boven de spoorlijn. Ook de NMBS-halte Kijkuit is een knooppunt inzake fietsgebruik. Stimulatie van fietsgebruik kan ook samengaan met recreatief gebruik. In het bindend deel worden de beslissingen en bepalingen voorzien welke noodzakelijk zijn voor de realisatie van de visie en de bepalingen uit het richtinggevend deel. ------------------ 4 / 5
Gelet op de VCRO, meer bepaald de artikelen 2.1.14 en volgende; Gelet op art. 6 van het door de gemeenteraad goedgekeurde huishoudelijk reglement van de GECORO, dat bepaalt dat er geldig beslist kan worden inden de helft van de leden aanwezig is op de vergadering; Overwegende dat overeenkomstig artikel 2.1.16 van de VCRO de gemeenteraad het ontwerp van gemeentelijk ruimtelijk structuurplan voorlopig kan vaststellen na advies over het ontwerp door de GECORO; Overwegende dat de leden vooraf kennis hebben kunnen nemen van het volledige dossier; Overwegende dat de inhoud van het GRS ook aan de commissie werd toegelicht door Dhr. Lowie Steenwegen, ruimtelijk planner en belast met de opmaak van het document; Gelet op de bespreking en beraadslaging door de commissie in zitting van 15 november en 29 november; Gehoord de uiteenzetting van de secretaris en de voorzitter over het onderwerp; Gaat de commissie over tot de stemming; Uitslag van de stemming. De stemming is UNANIEM (11 leden) Namens de commissie: (Get) De secretaris: (Get) De voorzitter: Patrick Reynaerts Karel Vanwesenbeeck 5 / 5