Naam: MORFINE HCL 3WATER INJVLST 1MG/ML AMP 10ML Artnr.: )

Vergelijkbare documenten
Morfine wordt gebruikt bij chronische hevige pijn die behandeling met een opiotd noodzakelijk maakt; bij

Bevat per ampul van 1 resp. 10 ml 0,1 mg /10 mg / 20 mg morfinehydrochloride.o-water.

Apotheek Haagse Ziekenhuizen. SPC Individuele Bereidingen. Morfinehydrochloride 500 mg in 100 ml medicatiecassette (ZI )

Naam: Morfine HCL.3-water 0,1 mg = 1 ml (Artnr.: )

overgevoeligheid. Voorzichtigheid is geboden bij ouderen en kinderen (vanwege verhoogde gevoeligheid.

APO 4-02 SPC Voorraadproducten

APO 4-02 SPC Voorraadproducten

Apotheek Haagse Ziekenhuizen. SPC Voorraadproducten. Methadon HCL 5 mg = 1 ml (ZI )

Summary of product characteristics / 1 van 7

MORFINE HCl 10 MG/ML PCH oplossing voor injectie. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 20 april : Productinformatie Bladzijde : 1

onbehandeld myxoedeem, cardiovasculaire aandoeningen, toxische psychose, galblaasaandoeningen of

APO 4-02 SPC Voorraadproducten

Package leaflet / 1 van 7

APO 4-02 SPC Voorraadproducten

NOSCAPINE HCl TEVA 1 MG/ML stroop. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 13 november : Productinformatie Bladzijde : 1

Version 7.3.1, 03/2010 BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BIJSLUITER. MORFINE HCL 2 mg en 5 mg zetpil

Morfine HCl 10 mg/ml PCH, oplossing voor injectie morfinehydrochloride

Apotheek Haagse Ziekenhuizen. SPC Individuele Bereidingen. Clobazam 2 mg, capsule

Kruidvat Paracetamol 120, 240, 500 en 1000 mg, zetpillen bevatten als werkzaam bestanddeel per zetpil 120, 240, 500 resp mg paracetamol.

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Kruidvat Amylmetacresol Plus Dichloorbenzylalcohol honing & citroen zuigtabletten

Morfine HCl 10 mg/ml PCH, oplossing voor injectie morfinehydrochloride

Publieksbijsluiter Fentanyl-Janssen

ETOS AMYLMETACRESOL PLUS DICHLOORBENZYLALCOHOL HONING & CITROEN zuigtabletten

METHADON ALS PIJNSTILLER IN DE PALLIATIEVE ZORG

BIJSLUITER. MORFINE HCL10 mg en 20 mg zetpil

LAXEERSTROOP TEVA 667 mg/ml, stroop. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 9 februari : Productinformatie Bladzijde : 1

MORFINE HCl TEVA 10 MG/ML oplossing voor injectie. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 18 oktober : Productinformatie Bladzijde : 1

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. butylscopolaminebromide

Hulpstof met bekend effect: Opticrom, oogdruppels bevat benzalkoniumchloride. Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.

APO 4-02 SPC Voorraadproducten

Deel IB1 Dipidolor 1/5

Summary of the Product Characteristics

Thiamini hydrochloridum 100 mg/ml, oplossing voor injectie thiaminehydrochloride

Bevat dinatriumcromoglicaat overeenkomend met 20 mg natriumcromoglicaat per ml.

BIJSLUITER. METHADON HCL 2 mg tablet

BIJSLUITER. MORFINE HCL 10 mg en 20 mg zetpil

Summary of product characteristics / 1 van 9

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. BUSCOPAN injectievloeistof, 20 mg/ml butylscopolaminebromide

Informatie voor de patiënt

Apotheek Catharina Ziekenhuis SPC Voorraadproducten Clonazepamoplossing 2 mg/ml 100 ml fl

SUMMARY OF PRODUCT CHARACTERISTICS

LACTULOSE KELA 500ML FLES

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Apotheek Haagse Ziekenhuizen. SPC Voorraadproducten. Nitroprusside dinatrium 2H2O 50 mg = 2 ml (ZI )

APO 4-02 SPC Voorraadproducten

MORFINE HCL 20 MG/ML PCH oplossing voor injectie. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 18 oktober : Productinformatie Bladzijde : 1

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Dit product mag niet gebruikt worden bij: Overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel of voor één van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.

THIAMINE HCL TEVA 25 MG THIAMINE HCL TEVA 50 MG THIAMINE HCL TEVA 100 MG tabletten

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Summary of Product Characteristics

BIJSLUITER. GLYCOPYRRONIUM BROMIDE 0,2 mg/ml drank

PYRIDOXINI HYDROCHLORIDUM oplossing voor injectie. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 18 januari : Bijsluiter Bladzijde : 1

BOOTS PHARMACEUTICALS PARACETAMOL 500 MG tabletten. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 2 juni : Productinformatie Bladzijde : 1

Package leaflet

Package leaflet / 1 van 8

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Fentanyl-Janssen oplossing voor injectie 0,05 mg/ml (fentanyl)

Farmaceutische vorm en inhoud Injectievloeistof. Een verpakking bevat 1 ampul met 0,25 mg corticotrofine in 1 ml.

BIJSLUITER. METHADON HCL 5 mg/ml drank

OPTICROM OPTICROM (MELISANA) XIV B 3 e. Naam van het geneesmiddel: OPTICROM 2 % oogdruppels, oplossing Natrium cromoglicaat

Dosering: zie kinderformularium. Gebruik de doseringen die vermeld staan onder coffeïne base, niet te verwarren met coffeïne citraat

LUUF VERKOUDHEIDSBALSEM (voor kinderen) Zalf voor inhalatiedamp

Naast baclofen bevat Lioresal Intrathecaal als hulpstoffen natriumchloride en water voor injectie.

MAPROTILINE HCl PCH tabletten. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 29 februari : Bijsluiter Bladzijde : 1

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Summary of product characteristics / 1 van 5

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING. Actief bestanddeel: Gezuiverd capsulair Vi polyoside van Salmonella typhi (stam Ty2): 25 microgram

PETHIDINE HCl 50 MG/ML PCH oplossing voor injectie. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 22 september : Productinformatie Bladzijde : 1

Version 7.3.1, 03/2010 BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. butylscopolaminebromide

Package Leaflet / 1 van 5

SAMENVATTING VAN DE KENMERKEN VAN HET PRODUCT. Fenistil dimetindeenwaterstofmaleaat 1 mg/ml, druppels voor oraal gebruik, oplossing

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

1.3. PRODUCT INFORMATION

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Naam van degene die verantwoordelijk is voor het in de handel brengen Novartis Pharma B.V. Postbus LZ Arnhem Telefoon:

BIJSLUITER. GLYCOPYRRONIUM BROMIDE 1 mg tabletten

Fentanyl-Janssen oplossing voor injectie 0,05 mg/ml (fentanyl)

PYRIDOXINI HYDROCHLORIDUM oplossing voor injectie. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 18 januari : Productinformatie Bladzijde : 1

Bevat per 1 ml neusspray, oplossing 0,5 mg xylometazolinehydrochloride. Bevat per enkele dosis (140 µl) 70 microgram xylometazolinehydrochloride.

BETAMINE 474,5 mg dragees

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Gerenvooieerde versie CALCIPOTRIOL 50 MICROGRAM/G ZALF PCH zalf

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

VITAMINE C TEVA 250 MG VITAMINE C TEVA 100 MG. VITAMINE C TEVA 500 MG tabletten

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Cyklokapron, oplossing voor injectie 100 mg/ml. Tranexaminezuur

1 NAAM VAN HET GENEESMIDDEL. Molaxole, poeder voor orale suspensie 2 KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

1 sachet à 5 gram bevat 3,25 gram psylliumvezels (fijngemalen en gegranuleerde vezels van de Plantago ovata).

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

November Publieksbijsluiter

Transcriptie:

j l_l I 2 Y 1. Naam van het geneesmiddel Morfine HCI 3 water injvlst 1mg/ml ampul 10 ml 2. Kwalitatieve en kwantitatieve samenstelling Bevat per ampul van 10ml lomg morfinehydrochloride.s-water. Voor een volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1. 3. Farmaceutische vorm Steriele injectievloeistof 4. Klinische gegevens 4.1 Therapeutische indicaties Morfine wordt gebruikt bij chronische hevige pijn die behandeling met een opiotd noodzakelijk maakt; bij doorbraakpijn, in het bijzonder in het terminate stadium van een ziekte; bij acute hevige pijn, onder andere postoperatief en bij myocardinfarct; bij dyspneu en longoedeem ten gevolge van hartfalen. Voorts wordt morfine palliatief gebruikt bij chronische hevige pijn en dyspneu in de terminate fase. 4.2 Dosering en wijze van toediening epiduraal: volwassenen aanvankelijk 5 mg, zo nodig na 1 uur1-2 mg, zo nodig herhalen, gewoonlijk max. 10 mg per dag; epiduraal als infusie: volwassenen aanvankelijk 2-4 mg per 24 uur, zo nodig verhogen met 1-2 mg per dag, in ernstige gevallen tot 30 mg per dag; intrathecaal : volwassenen 0.2-1 mg 1x per dag, bij voorkeur niet herhaald aanprikken vanwege het risico op het optreden van sepsis; bij een getmplanteerd micro-infusiesysteem kan de dagdosis langzaam opiopen tot 25 mg (na 40 weken continue behandeling); Bij verminderde nierfunctie bij volwassenen: creatinineklaring 10-50 ml/min: een lagere dosering kan noodzakelijk zijn vanwege cumulatie van morfine-6-glucuronide. 4.3 Contra-indicaties Acute ademhalingsdepressie, cyanose, hersentrauma, verhoogde intracraniale druk, coma, ileus en overgevoeligheid. Voorzichtigheid is geboden bij ouderen en kinderen (vanwege verhoogde gevoeligheid, vooral wat betreft de ademhalingsdepressie; paradoxale opwinding komt ook voor), bij hypothyreotdie, onbehandeld myxoedeem, cardiovasculaire aandoeningen, toxische psychose, galblaasaandoeningen of galstenen, recente operatie aan urinewegen of maag-darmkanaal, acuut Revisienummer: Autorisatiedatum; Pagina; 0002 <rs 1/5 tttwi

A I H I z Apotheek Haagse Ztekenhuizen cpp Naam: MORFINE HCL 3WATER INJVLST 1MG/ML AMP 10ML Artnr.: 16081781) buikletsel, astma en COPD vanwege hat risico op ademhalingsdepressie, verminderde respiratoire reserve, epilepsie, ernstige leverfunctiestoornis, prostaathypertrofie of prostaatobstructie en shock. 4.4 Speciale waarschuwingen en bijzondere voorzorgen bij gebruik Voorzichtigheid is geboden bij patienten met shockverschijnselen of met verminderde respiratoire reserve, zoals emfyseem, kyfosoliose en ernstige obesitas. Voorzichtigheid is eveneens geboden bij patienten met myasthenia gravis, cardiovasculaire aandoeningen, onbehandeld myxoedeem of toxische psychose. 4.5 Interacties met andere geneesmiddelen Bij toevoeging van een partiele agonist/antagonist kunnen onthoudingsverschijnselen optreden. De combinatie moet worden vermeden. Naloxon en naltrexon zijn antagonisten van opioiden; bij combinatie kunnen onthoudingsverschijnselen optreden. Toevoeging van naloxon of naltrexon aan een morfineinfuus wordt ontraden, tenzij naloxon of naltrexon bewust wordt toegepast als antidotum bij een overdosering van het opiotd. Andersom kan bij toevoeging van een opiotd aan naloxon of naltrexon acute ademnood optreden. Ritonavir kan het metabolisme van morfine versnellen. 4.6 Gebruik bij zwangerschap en borstvoeding Zwangerschapscategorie: C (Australie). Het geven van borstvoeding wordt tijdens het gebruik van morfine ontraden. 4.7 Beinvioeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te gebruiken Het gebruik van morfine kan aanleiding geven tot verminderd reactie- en concentratievermogen. Derhalve dient ambulante patienten te worden ontraden potentieel gevaarlijke machines bedienen en voertuigen te besturen. 4.8 Bijwerkingen 7T7 Verwardheid en hallucinaties treden vooral op bij ouderen. Bij aanhoudende verwardheid door morfine kan worden overgestapt op een ander opiotd, zoals fentanyl of methadon (opiotdrotatie), of wordt haloperidol gegeven. Delirium kan ontstaan onder andere door een te hoge dosering. Indien dit delirium wordt verward met pijn, zai de dosering morfine nog verder worden verhoogd en ontstaat een vicieuze cirkel. Verder kan euforie of juist dysforie optreden. Ademhalingsdepressie komt vooral voor bij acuut en hooggedoseerd morfine, maar vrljwel niet bij de behandeling van chronische hevige pijn. Bij ernstige ademhalingsdepressie wordt naloxon toegediend. In de terminale fase komt soms een diepe Cheyne-Stokes-ademhaling voor, die afwijkt van ademhalingsdepressie; zo nodig kan de dosering worden verlaagd. Myoklonieen en epileptische insulten zijn gemeld, en dan vooral bij gebruik van hoge doses. Clonazepam wordt hierbij wel toegepast. Verder Revisienummer: Autorisatiedatum; Pagina: 0002 2/5

A I H I Z cpp w miosis, hypothermie, hoestdemping en bij hogere dosesverminderde geestelijke en motorische activiteit. Gastro-intestinale bijwerkingen, en effecten op galwegen en sfincter: obstipatie is een belangrijk probleem, vooral bij chronische behandeling. Morfine vermindert de peristaltiek en de intestinale secretie. Laxeren is vereist zodra een patient chronisch morfine gebruikt. Hiertoe worden, behalve dieetmaatregelen, onder andere iactuiose en senna toegepast. Misselijkheid en braken treden vooral op in het begin van de behandeling. Voor de behandeling van misselijkheid en braken ten gevolge van morfine zijn metoclopramide en domperidon middelen van eerste keuze. Alternatieven zijn haloperidol en ondansetron. Verder verminderde maagmotiliteit en maaglediging, verminderde secretie vanuit de gal, darm en pancreas, verhoogde tonus in de dunne darm en het colon (soms leidend tot spasme en galkoliek). Cardiovasculaire bijwerkingen: perifere vasodllatatie, verminderde perifere weerstand en verminderde baroreceptorreflex; bij een liggende patient zijn deze effecten gering. Bij opstaan uit liggende positie kunnen orthostatische hypotensie (duizeligheid) en flauwvallen optreden. Hoge doses kunnen bij een liggende patient hypotensie en bradycardie veroorzaken. Overige bijwerkingen: door stimulering van de histamine-afgifte jeuk, urticaria, bloeddrukverlaging, blozen en zweten. Zelden allergische huidreacties en anafylactoide reacties met bronchoconstrictie, urineretentie en oligurie. Door verminderde uterusmotiliteit kan de duur van de partus worden verlengd. Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker of verpleegkundig. Dit geldt ook voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden via het Nederiands Bijwerkingen Centrum Lareb (Website: www.lareb.nl). Door bijwerkingen te melden, kunt u ons helpen meer informatle te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel 4.9 Overdosering Symptomen zijn onder andere depressie van het centrale zenuwstelsel met bewustzijnsdaling tot coma, ademhalingsdepressie of een onregelmatig ademhalingspatroon, bradycardie, hypotensie, hypothermie, hyporeflexie, miosis, urineretentie, misselijkheid, braken, obstipatie, verwardheid, spierspasmen en convulsies. De toediening dient direct te worden gestaakt. Ernstige ademhalingsdepressie en coma bij overdosering kunnen worden geantagoneerd door naloxon, een zuivere antagonist. De Revisienummer: Autorisatiedatum: Pagina:

A I H I Z pp werkingsduur van naloxon is korter dan die van morfine; herhaald toedienen van naioxon is daarom nodig. 5. Farmacologische eigenschappen 5.1 Farmacodynamische eigenschappen Morfine oefent zijn werking uit via opioidreceptoren. Deze receptoren komen voor in de hersenen, het ruggenmerg en het perifere zenuwsteisel. Endogene opiotdpeptiden (enkefaiines, endorfines en dynorfines) zijn de natuurlijke liganden voor opioidreceptoren. Het endogene opiovdsysteem heeft verschillende functies, waaronder een sensorische functie (remming respons op pijniijke stimuli), een modulerende functie (gastro-intestinaai, bijvoorbeeld remming van de spijsvertering en darmpassage), een emotioneie functie (krachtige beionende en versiavende eigenschappen van opiotden) en een cognitieve functie (moduleren van leren en geheugen). Morfine heeft vooral farmacologische effecten op het centraai zenuwsteisel, het maag-darmkanaal en het cardiovasculaire systeem. De effecten zijn onder andere analgesie, siaperigheid, stemmingsveranderingen, miosis, verlaging van de oogboldruk, ademhalingsdepressie, hoestdemping, misselijkheid, braken, verminderde motiliteit van het maagdarmkanaal en obstipatie, perifere vasodiiatatie en veriaagde perifere weerstand. Bij een patient met pijn wordt de pijn minder intens, minder onbehaagiijk of verdwijnt; siaperigheid komt voor en soms euforie. De pijnperceptie en de emotioneie respons op de pijn verandert. Bij een persoon zonder pijn veroorzaakt een therapeutische dosis morfine vaak misselijkheid, braken, siaperigheid, apathie en verminderde fysieke activiteit. Er zijn verschiiiende opioidreceptoren, waarvan de beiangrijkste zijn; mu (p), kappa (k) en delta (5). Analgesie wordt vooral verkregen door activering van p- en k- receptoren. Activering van de K-receptor geeft verder dysforie en psychotomimetische effecten. 5.2 Farmacokinetische eigenschappen De plasma-eiwitbinding van morfine bedraagt ong. 35%. Het schijnbare verdeiingsvolume is gemiddeid 3,3 i/kg iich. gewicht (2,4-4,2 i/kg iich. gewicht). Het wordt voor ong. 70% in de lever omgezet in het inactieve morfine-3-glucuronide, voor ong. 3% in het actieve morfine-6-glucuronide en verder in een aantai andere metaboiieten. Morfine-6-glucuronide passeert de bloedhersenbarriere. Het heeft een sterkere analgetische werking dan morfine. Met de urine wordt in 24 uur 90% uitgescheiden, waarvan 4-7% in onveranderde vorm. Met de feces wordt 7-10% uitgescheiden, een groot deel hiervan via de gal. De eliminatiehalfwaardetijd van morfine is 2-3 uur, die van morfine-6-giucuronide gemiddeid 4 uur en deze kan bij nierfunctiestoornis opiopen tot meer dan 50 uur. 777 Revlsienummer: Autorisatledatum: Pagina: 0002 4/5

j l_l w 2 Y SPC Naam: MORFINE HCL 3WATER INJVLST 1MG/ML AMP 10ML Artnr.: 16081781) 6. Farmaceutische gegevens 6.1 Lijst van hufpstoffen Natriumchloride, water voor injectie. 6.2 Gevallen van onverenigbaarheid Er mogen geen stoffen worden toegevoegd aan Morfine HCL 3water injvst 1mg/ml amp 10 ml 6.3 Houdbaarheid 3 jaar houdbaar bij kamertemperatuur (15-25 C). 6.4 Speciale voorzorgen bij opslag Bewaren bij kamertemperatuur (15-25 C), buiten invloed van licht. 6.5 Aard en inhoud van de verpakking Ampul, glas type I 7. Fabrikant Charlotte Jacobslaan 70 2545 AB Den Haag 8. Datum van herziening van de tekst 12 September 2017 7 Revisienummer; Autorisatledatum: Pagina: 0002. 5/5