INFOKAART INFECTIEZIEKTEN ALGEMEEN Naast deze infokaart over infectieziektebestrijding in het algemeen zijn er ook infokaarten beschikbaar over: hepatitis, tuberculose, seksueel overdraagbare aandoeningen, jeugd en onveilig vrijen en jeugd en vaccinatie. Inleiding Aan het begin van de vorige eeuw waren infectieziekten de belangrijkste doodsoorzaak. Door de verbeterde hygiëne, de beschikbaarheid van antibiotica en vaccins konden deze ziekten in toenemende mate beheerst worden. In de zeventiger jaren van de vorige eeuw leken infectieziekten niet langer een belangrijk gezondheidsprobleem te zijn in Nederland. Deze situatie is inmiddels sterk veranderd door het uitbreken van een aids-epidemie, een toenemende resistentie van infecties voor antibiotica, de dreiging van bioterrorisme en het toegenomen risico op wereldwijde epidemieën (griep). Dit heeft ertoe geleid dat nieuwe aandacht is ontstaan voor infectieziektebestrijding. Gemeenten, Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (GHOR) en GGD hebben belangrijke uitvoerende taken die wettelijk zijn verankerd. Wettelijke kaders De Infectieziektenwet is opgesteld om mensen te beschermen tegen de gevaren van bepaalde infectieziekten. De wet maakt onderscheid tussen drie groepen van meldingsplichtige infectieziekten die zijn ingedeeld naar de ernst van de ziekte en het risico van verspreiding (bijlage 1). Deze ziekten moeten worden gemeld bij de directeur GGD, die de melding doorgeeft aan de burgemeester en in een aantal gevallen ook aan de Inspectie voor de Gezondheidszorg. Op grond van deze wet kan de burgemeester iemand laten isoleren in een ziekenhuis en laten onderzoeken. Hij heeft verder de bevoegdheid een besmet persoon te verbieden werkzaamheden uit te voeren die een risico inhouden voor de verspreiding van de infectie. De burgemeester neemt deze besluiten op basis van een advies van de GGD. In de Wet Collectieve Preventie Volksgezondheid is bepaald dat de gemeenteraad zorgdraagt voor: algemene infectieziektebestrijding; bestrijding van seksueel overdraagbare aandoeningen (Soa), waaronder aids; tuberculose bestrijding; bron- en contactonderzoek; beantwoorden van vragen uit de bevolking; het geven van voorlichting en begeleiding. De uitvoering van deze taken is gedelegeerd naar de GGD. Verder is vastgelegd in het basistakenpakket Jeugdgezondheidszorg dat de GGD vaccinaties uit het Rijksvaccinatieprogramma aanbiedt. Voor meer informatie verwijzen we naar de infokaart jeugd en vaccinatie. Reizigersvaccinatie Naast deze wettelijke verplichte taken op het terrein van de infectieziektebestrijding verleent de GGD ook diensten aan reizigers naar het buitenland. Tegen betaling adviseert de GGD reizigers over benodigde vaccinaties, verstrekt deze en adviseert over hygiëne en leefregels. In 2005 werden ruim 12.000 vaccinaties aan reizigers verstrekt. Ook worden huisartsen van informatie voorzien die deze diensten aan hun patiënten verlenen. In bijlage 3 is een overzicht opgenomen van vaccinaties en recepten die de GGD verstrekt. Deze diensten worden verder niet besproken. Organisatie van infectieziektebestrijding Bij de uitvoering van de infectieziektebestrijding in Noord- en Midden-Limburg zijn naast de GGD ook andere organisaties betrokken. Het landelijk Centrum voor Infectieziektebestrijding formuleert het landelijk beleid en ondersteunt de GGD bij de uitvoering van beleid ter bestrijding van infectieziekten. Deze organisatie stelt o.a. de protocollen op voor infectieziektebestrijding. Verder zijn er op landelijk niveau ondersteunende organisaties zoals Soa Aids Nederland en het Tuberculosefonds. De Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (GHOR), wordt ingeschakeld als een uitbraak van infectieziekten de omvang van een ramp aanneemt. De GHOR is ondergebracht bij de Sector Veiligheid van de Regio Noord- en Midden-Limburg. De GHOR coördineert de hulpverlening van alle geneeskundige organisaties. Wat doet de GGD? De GGD heeft van oudsher een actieve rol in de bestrijding van infectieziekten. De GGD is 24 uur per dag bereikbaar en beschikbaar voor vragen en advies aan huisartsen, zorgcentra en scholen als het gaat om vragen of advies over infectieziekten, bij prikaccidenten en vergiftiging
door voedsel. Ook burgers kunnen met vragen 24-uur per dag terecht bij de GGD. Verder voert de GGD de volgende taken uit: Surveillance: het in kaart brengen van het vóórkomen van infectieziekten in de regio; Voorlichting, immunisatie, vaccinatie, informatieverstrekking en behandeling van personen met een infectieziekten, om te voorkomen dat de ziekte wordt overgedragen; Bronopsporing en contactonderzoek: bij bepaalde infectieziekten zoekt de GGD uit wie de ziektebron is. De GGD inventariseert vervolgens zo veel mogelijk contacten van besmette patiënten om verdere besmetting tegen te gaan; Vangnetfunctie: als andere partijen hun rol op het gebied van infectieziektebestrijding niet vervullen neemt de GGD hun taken over; Outbreakmanagement: snel optreden bij uitbraak van een infectieziekte; Beleidsadvisering aan gemeenten over het te volgen beleid; Zorgafstemming tussen zorginstellingen bij de infectieziektebestrijding. Overzichten van meldingen In bijlage 2 zijn overzichten opgenomen van meldingen van een aantal infectieziekten in Noord- en Midden-Limburg en in Nederland in de jaren 1995, 2000 en 2005. In dit overzicht zijn alleen infectieziekten opgenomen die met enige frequentie gemeld worden. In een aparte infokaart wordt het thema Soa behandeld. Lokaal gezondheidsbeleid gemeenten Gemeenten hebben inmiddels een nota lokaal gezondheidsbeleid vastgesteld en zijn bezig uitvoering te geven aan de voornemens in deze nota. Gemeenten hebben belangrijke taken en bevoegdheden bij de infectieziektebestrijding. De uitvoering van deze taken is voor een belangrijk deel gedelegeerd aan de GGD. Aangezien de uitvoering volgens strakke professionele standaarden verloopt hoeven gemeenten maar beperkt sturing te geven aan de uitvoering van deze taak. Wel kunnen gemeenten de keuze maken om voor bepaalde thema's of doelgroepen het preventiebeleid te intensiveren. Bronnen 1. RIVM. Nationaal Kompas Volksgezondheid. www.nationaalkompas.nl 2. C.J.P.A. Hoebe. Infectieziektesurveillance Limburg GGD Zuid-Limburg 2006. Colofon GGD Noord- en Midden-Limburg Contactpersoon: drs. Hans Spee, epidemioloog Postbus 1150 / 5900 BD Venlo / www.ggdnml.nl november 2006
Bijlage 1: Meldingsplichtige infectieziekten Infectieziekten die regelmatig voorkomen in Noord- en Midden-Limburg zijn vetgedrukt in onderstaand schema. In bijlage 2 wordt een overzicht gegeven van het aantal bekende gevallen van deze ziekten. Groep A Groep B Groep C Bij vermoeden door de behandelend arts onmiddellijk te melden aan GGD. Kinderverlamming SARS (Severe Acute Respiratory Syndrome) Bij vaststelling door de behandelend arts binnen 24 uur te melden aan de GGD. Bacillaire dysenterie Botulisme Buiktyfus Cholera Creutzfeld-Jacob's Difterie Febris recurrens Hepatitis A Hepatitis B Hepatitis C Hondsdolheid Kinkhoest Legionellose Mazelen Meningokokkose Paratyfus A Paratyfus B Paratyfus C Pest Tuberculose Virale hemorrhagische koorts Vlektyfus Voedselvergiftiging of voedselinfectie Door het laboratorium binnen 48 uur aan de GGD te melden. Brucellose Enterohemorragische E.coli Gele koorts Leptospirose Malaria Miltvuur Ornithose/psittacose Q-koorts Rodehond Trichinose
Bijlage 2: Meldingen van infectieziekten in Noord- en Midden-Limburg en in Nederland in de jaren 1995, 2000 en 2005. In de navolgende tabellen wordt een overzicht gegeven van het aantal bekende gevallen in Noord- en Midden- Limburg van veelvoorkomende meldingsplichtige infectieziekten (bijlage 1) in de jaren 1995, 2000 en 2005. Verder wordt het aantal gevallen per 100.000 van de bevolking in Noord- en Midden-Limburg vergeleken met het aantal gevallen per 100.000 in Nederland in dezelfde periode. Bron: CPA Hoebe, GGD Zuid-Limburg 1. Bacillaire dysentrie * 1995 2000 2005 aantal NML (1) 13 9 12 NML per 100.000 2,7 1,8 2,3 Ned. per 100.000 2,5 2,1 3,0 2,5 1,5 0,5 Bacillaire dysentrie * info over bacillaire dysenterie: http://www.medicinfo.nl/d_1902 2. Hepatitis A 1995 2000 2005 aantal NML (1) 23 17 11 NML per 100.000 4,8 3,5 2,1 Ned. per 100.000 6,5 4,1 1,3 7,0 6,0 5,0 3,0 Hepatitis A
3. Hepatitis B acuut 1995 2000 2005 aantal NML (1) 8 12 7 NML per 100.000 1,7 2,4 1,4 Ned. per 100.000 1,5 3,3 3,0 Hepatitis B acuut 4. Hepatitis B chronisch 1995 2000 2005 aantal NML (1) 33 52 NML per 100.000 6,7 10,1 Ned. per 100.000 6,6 9,5 1 1 8,0 6,0 Hepatitis B dragers
5. Hepatitis C 1995 2000 2005 aantal NML (1) 29 36 NML per 100.000 5,9 7,0 Ned. per 100.000 (2) 3,2 0,2 8,0 6,0 Hepatitis C 2. Vanaf 2003 wordt in Nederland alleen acute hepatitis C geregistreerd, waardoor de aantallen sterk zijn gedaald ten opzichte van voorgaande jaren. Aangezien dragers besmettelijk zijn worden in NML naast de acute gevallen ook de dragers van hepatitis C geregistreerd. 6. Kinkhoest * 1995 2000 2005 aantal NML (1) 74 289 248 NML per 100.000 15,3 57,8 48,4 Ned. per 100.000 30,9 40,6 7 6 5 4 3 2 1 Kinkhoest * Voor meer info over kinkhoest: http://www.medicinfo.nl/{45c1ce4e-2f2d-4cf1-af66-f15163e0995f}
7. Legionella ziekte * 1995 2000 2005 aantal NML (1) 5 8 9 NML per 100.000 1,6 1,8 Ned. per 100.000 0,3 1,1 1,7 1,5 Legionella 0,5 * Voor info over legionella of veteranenziekte zie bijlage 4 8. Meningokokken ziekte * 1995 2000 2005 aantal NML (1) 22 27 14 NML per 100.000 4,6 5,5 2,7 Ned. per 100.000 3,0 3,3 1,6 6,0 5,0 3,0 Meningokokken ziekte * Voor info over meningitis door meningokokken: http://www.medicinfo.nl/{cdcbb8e0-7f84-4ded-b1bc-17637cd1d9c5}
9. Tuberculose 1995 2000 2005 aantal NML (1) 43 31 28 NML per 100.000 8,9 6,3 5,5 Ned. per 100.000 10,6 8,6 -- 1 1 8,0 6,0 Tuberculose * Voor meer info over tuberculose: http://www.medicinfo.nl/{109bf358-8e9b-4106-a0fc-e44bff5836a1} 10. Darminfectie E. Coli O157 * 1995 2000 2005 aantal NML (1) 3 4 NML per 100.000 0,6 0,8 Ned. per 100.000 0,3 0,4 0,8 E. Coli O 157 0,6 0,4 0,2 * Voor meer info over Escherichia coli (E. coli): http://www.medicinfo.nl/{c43fb284-efa2-4c12-ba9d-04fcf913b07d}
11. Malaria 1995 2000 2005 aantal NML (1) 8 9 3 NML per 100.000 1,7 1,8 0,6 Ned. per 100.000 4,4 1,9 5,0 3,0 Malaria * voor meer info over malaria: http://www.medicinfo.nl/{c57a4f05-e4a2-4113-9c87-130ceb07f48c}
Bijlage 3: Voor onder andere de volgende ziekten zijn vaccinaties of recepten beschikbaar bij de GGD Noord- en Midden-Limburg in het kader van reizigersvaccinatie. bof mazzelen rode hond difterie tetanus polio hersenvliesontsteking gele koorts hepatitis a hepatitis b hondsdolheid tbc tyfus malaria (recept) reizigers diaree (recept)
Bijlage 4: Legionella of veteranenziekte De veteranenziekte is een vorm van longontsteking, veroorzaakt door de Legionellabacterie. De ziekte is voor het eerst geconstateerd in 1976 bij een reünie van Vietnamveteranen in een hotel in Philadelphia; 221 mensen werden ziek, van wie er 34 overleden. In Nederland was in 1999 in Bovenkarspel een uitbraak van Legionellabesmetting. Oorzaken Legionella komt meestal voor in een waterrijke omgeving, waar de bacterie maandenlang kan overleven en zich vermenigvuldigen. De infectie kan worden opgelopen door het inademen van besmette waternevel uit douchekoppen, kranen en badinrichtingen. Een besmettingsbron is ook de airconditioning in grote openbare gebouwen, zoals hotels en ziekenhuizen. Vaak ook wordt de infectie in het buitenland opgelopen. Er zijn geen aanwijzingen dat de bacterie van de ene op de andere persoon kan worden overgedragen. De kans op besmetting bij een bezoek aan een zwembad of sauna bestaat wel, maar is gering. Ouderen en mensen met een verminderde weerstand - zoals mensen met diabetes, HIV-infectie of een reeds bestaande chronische longaandoening - zijn extra vatbaar voor de veteranenziekte. Verschijnselen De incubatietijd van de veteranenziekte is 2-10 dagen. In het begin heeft de persoon in kwestie meestal hoofdpijn en spierpijn en voelt zich niet lekker. Vervolgens kunnen hoge koorts en rillingen ontstaan. Verder is er kans op misselijkheid, braken en diarree. Op de tweede of derde dag krijgt de patiënt vaak een droge hoest en soms pijn op de borst. Ook kunnen ademhalingsmoeilijkheden voorkomen. De Legionellabacterie veroorzaakt vaak een longontsteking. Bij ernstige vormen is ziekenhuisopname nodig. Longontsteking als gevolg van de veteranenziekte is vergelijkbaar met longontsteking in het algemeen. Diagnose De arts kan, na een lichamelijk onderzoek en het beluisteren van de longen, een test laten doen om de diagnose te bevestigen, zoals een sputumkweek, een urineanalyse en bloedonderzoek. Bij een Legionella-infectie maakt het lichaam antilichamen aan om de infectie te bestrijden. Er treedt een stijging op van de hoeveelheid antilichamen in het bloed in de loop van een aantal weken. De uitslag van dit bloedonderzoek is echter meestal pas bekend als de infectie al voorbij is. Behandeling De veteranenziekte kan aanleiding zijn voor opname in het ziekenhuis. Via een infuus wordt antibiotica toegediend. Bij een minder ernstige infectie kunnen de antibiotica ook in de vorm van tabletten worden ingenomen. Een deel van de mensen die een longontsteking hebben, veroorzaakt door de Legionellabacterie, overlijdt. Met name mensen met een verminderde weerstand. Preventie De Legionellabacterie groeit met name in stilstaand water van 25 tot 55 C. Als u enkele weken bent weggeweest doet u er goed aan de douche een tijdje te laten lopen met alleen heet water. Controleer of de boiler op minimaal 60 C staat afgesteld. Ook op vakantie, vooral in warme landen, is het raadzaam douches in hotels of vakantiehuisjes goed door te laten lopen voor u ze gebruikt. Er zijn wettelijke regels voor zwembaden en waterleidingen om besmetting met de Legionella te voorkomen. Bron: www.medicinfo.nl