Vlaamse Overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Richtlijnen milieueffectrapportage HERVERGUNNING EN UITBREIDING VAN METALLO-CHIMIQUE NV TE BEERSE Metallo-Chimique NV Nieuwe dreef 33 2340 BEERSE 12 november 2007 PRMER-0282-RL
1. Inleiding Metallo-Chimique NV is gespecialiseerd in het valoriseren van koper, nikkel, lood en tin vanuit verschillende metaalhoudende (afval)stoffen. Het bedrijf wil de hernieuwing aanvragen van zijn milieuvergunning die nog geldig is tot 01 september 2011, gekoppeld aan een aanvraag tot uitbreiding nl. met: - een nieuwe Cu/Ni elektrolyse-installatie met een maandelijkse productie van 3000 ton; - een uitbreiding en vernieuwing van de gieterij d.m.v. een nieuwe smelter en nieuwe anode- en raffinageovens; - een Zn - fumer om de slakken minder uitloogbaar te maken voor Zn; - een WKK ( 4,5 MWth en 6 ton stoom per uur ); - een verhoging van de vacuümcapaciteit van de Pb/Sn-afdeling; - drie bijkomende opslagterreinen. De mer-plicht vloeit voort uit de volgende rubrieken van bijlage II van het Besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectrapportage: 1d).. ontbossing met het oog op de omschakeling naar een ander bodemgebruik voorzover de oppervlakte 3 ha of meer bedraagt en voorzover artikel 87 van het Bosdecreet niet van toepassing is 4d) installaties voor het smelten (met inbegrip van het legeren), het (vorm)gieten, walsen (koud- en warmwalsen), het trekken van non-ferrometalen, met uitzondering van edele metalen,- inclusief terugwinningsproducten ( affineren, vormgieten enz.) met een productiecapaciteit van 50000 ton per jaar of meer 4e) installaties voor oppervlaktebehandeling van metalen, plastic materiaal en kunststoffen met een elektrolytisch of chemisch procédé, met gebruik van procesbaden met een individuele inhoud van 100 m³ of meer of een productiecapaciteit van 100000 ton per jaar of meer 11f) opslag van schroot met inbegrip van autowrakken als de opslagcapaciteit 10000 ton of meer of 10000 voertuigwrakken of meer bedraagt 13) wijziging of uitbreiding van projecten van bijlage I of II waarvoor reeds een vergunning is afgegeven, die zijn of worden uitgevoerd en die aanzienlijke nadelige gevolgen voor het milieu kunnen hebben (niet in bijlage I opgenomen wijziging of uitbreiding) Een gemotiveerde aanvraag tot ontheffing van deze plicht heeft de initiatiefnemer niet ingediend zodat een MER moet worden opgesteld.. De initiatiefnemer is Metallo-Chimique NV, Nieuwe dreef 33 te 2340 Beerse. Het kennisgevingsdossier heeft de Dienst Mer van de afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid volledig verklaard op 06 augustus 2007. Dit dossier lag van 23 augustus 2007 tot en met 21 september 2007 ter inzage bij de gemeente Beerse. Parallel hieraan heeft deze dienst de adviezen bij de betrokken administraties en openbare besturen ingewonnen. Deze richtlijnen heeft de Dienst Mer opgesteld met het oog op de inhoudsafbakening van het MER. Ontvangen inspraakreacties en adviezen zijn hierin opgenomen na een overleg met de Richtlijnen m.e.r. PR0282 Metallo-Chimique NV Pagina 2 van 8
betrokken partijen op een vergadering bij Metallo-Chimique NV op 05 oktober 2007 s namiddags. 2. Vorm en presentatie Met betrekking tot de vorm en presentatie vraagt de Dienst Mer: - de inhoudsopgave een logische en homogene structuur te geven die wat betreft het deel effectbespreking bovendien analoog is voor de verschillende disciplines; - de titels en de inhoud van de diverse delen en paragrafen te laten overeenstemmen; - recent kaartmateriaal (bij voorkeur minimum A4-formaat en zo nodig A3-formaat) te gebruiken voorzien van een duidelijke bronvermelding, schaalaanduiding en legende. Het gebruikte kaartmateriaal dient van goede kwaliteit te zijn (bv. vermeldingen op de kaart duidelijk leesbaar); - voor de topografische kaart een aangepaste schaal te gebruiken zodat de figuur goed leesbaar is; - een duidelijk intern plan te voorzien van het bedrijfsterrein met een precieze ruimtelijke situering en aanduiding van de installaties en hun onderdelen; de hoogspanningscabine is eigendom van de initiatiefnemer en niet meer van EBES; - een verklarende woordenlijst, afkortingenlijst en literatuurlijst in het MER op te nemen. Voor alle in de tekst gebruikte termen en afkortingen zal in de mate van het mogelijke het Nederlandstalige equivalent gebruikt worden zoals lading i.p.v. charge. Verouderde termen dienen overal geschrapt te worden en vervangen te worden door de actuele benaming (bv. Dienst Mer i.p.v. Cel Mer, LNE i.p.v. AMINAL); - internationaal aanvaarde benamingen, notaties en eenheden (SI, IUPAC, ) te gebruiken zoals MWh i.p.v. MWH; - enkel de technische projectspecifieke begrippen ( o.m. bleeding en A-metaal alsook afkortingen van procesinstallaties) te verklaren in de afkortingenlijst; - achtergrondinformatie in de bijlagen op te nemen; - duidelijke figuren/schema's toe te voegen o.m. het eventueel geactualiseerde BPA; - volledige overeenstemming tussen de tekst van het eigenlijke MER en de niet-technische samenvatting te bewaken; - de juistheid van de diverse verwijzingen en nummeringen (figuren, tabellen) na te gaan; - het MER grondig na te lezen op tikfouten, spellingsfouten en grammaticale fouten. - bij de erkenningen van de deskundigen ook hun medewerkers te vermelden en aan te geven dat de heer Cadron ingevolge de verkoop van de bodemafdeling niet meer werkzaam is bij SGS maar wel bij ABO; - de eindversies van het MER door de initiatiefnemer en door alle deskundigen te laten ondertekenen; 3. Doelstelling, verantwoording en besluitvorming art.4.3.7. 1,1, a en b Het milieueffectrapport wordt opgesteld om bij de aanvraag tot hernieuwing en uitbreiding van de milieuvergunning gevoegd te worden. De uitbreiding is nodig om de Cu/Ni-elektrolyse te optimaliseren, om de energie-efficiëntie en capaciteit van sommige processen te verhogen, om, als gevolg van de afbraak van een proefinstallatie, de vacuümcapaciteit van de Pb/Sn-afdeling te verhogen en om te kunnen voldoen aan de strenger wordende milieunormen. Richtlijnen m.e.r. PR0282 Metallo-Chimique NV Pagina 3 van 8
4. Voorgenomen project en alternatieven art.4.3.7. 1,1,c, d en e De volledig verklaarde kennisgeving heeft reeds het voorgenomen project beschreven. Bijzondere aandacht moet in het MER besteed worden aan: - het aangeven van wat binnen en wat buiten opgeslagen wordt bij ontvangst van de te verwerken grondstoffen; - het vermelden van de aard, herkomst en jaartal van de aangevoerde grondstoffen; - het al vermelden van het sproeisysteem bij de voorbereiding van de grondstoffen; - het vermelden van de (vloeistofdichte) inkuipingen van de opslagtanks; - het bespreken van de twee aan te leggen parkings in de context van het ontwikkelingsscenario betreffende de aanleg van een nieuwe brug en ringweg (initiatiefnemer gemeente Beerse); - het vermelden van de resultante van de verandering van de opslagcapaciteit voor grondstoffen ( toename met drie terreinen, afname als gevolg van de uitbreiding van de gieterij). De volledig verklaarde kennisgeving heeft tevens de in beschouwing te nemen alternatieven besproken. In het MER zal evenwel aandacht worden besteed aan de nieuwe inzichten betreffende de locatiealternatieven (o.m. uitbreiding van de Pb/Sn-afdeling in westwaartse richting) en aan de uitvoeringsalternatieven (implementatie van de resultaten van de BBT-studie). 5. Juridische en beleidsmatige context art.4.3.7. 1,1,f De volledig verklaarde kennisgeving heeft opgave gedaan van de juridische / beleidsmatige randvoorwaarden die voor dit MER van belang zijn. Het MER zal zorgvuldig nagaan waar de projectrelevantie zich situeert en met name aangeven of de voorwaarde onderzoekssturend kan zijn dan wel procedurebepalingen bevat of de combinatie van beide. Het is van belang om ook tijdens het opstellen van het MER de stand van zaken van deze randvoorwaarden op te volgen. In de overzichtsmatrix moet voor wat betreft de aangehaalde wetgeving de correcte benaming alsook de afkondigings- en publicatiedatum worden vermeld. Voor wat betreft de vermelde beleidsplannen moet de geldigheidsperiode vermeld worden. Tevens moet de BBT-studie schroot en de BREF behandeling van afval worden vermeld. De actuele toestand van de lopende en afgeronde bodemonderzoeken moet worden beschreven. Het gaat hier o.m; over een nieuw oriënterend bodemonderzoek, een beschrijvend bodemonderzoek dat ontvankelijk is verklaard en het bodemonderzoek uit 1988 in opdracht van de gemeente Beerse Waar in het MER een overzicht gegeven wordt van de bestaande vergunningen, zullen de begin- en einddatum van deze vergunningen alsook de vergunde rubrieken worden vermeld. Richtlijnen m.e.r. PR0282 Metallo-Chimique NV Pagina 4 van 8
6. Bestaande toestand en milieueffecten 6.1. Bestaande toestand en ontwikkelingsscenario s art.4.3.7. 1,1, g Als referentiesituatie dient de huidige toestand van het projectgebied met zijn omgeving te worden beschreven. Per discipline wordt aangegeven welke de huidige milieuwaarden en milieukwaliteiten zijn. Deze referentiesituatie dient te worden aangevuld met de beslissingen, die worden verwacht te zijn uitgevoerd, vooraleer het voorgenomen project zal aanvangen. De volledig verklaarde kennisgeving geeft een goede beschrijving per discipline van de wijze waarop de referentiesituatie zal worden beschreven. Vermits een hervergunning wordt nagestreefd moet het volledige bedrijf worden bekeken. Indien relevante gegevens voor 2005 voorhanden zijn moet ook dat jaar in de referentiesituatie worden opgenomen Richtlijnenboek m.e.r. Deel 2 geeft verdere aanbevelingen met betrekking tot het gebruik van deze begrippen en de invulling ervan. Tijdens het opstellen van het MER dient ook gebruik gemaakt te worden van de (geactualiseerde) disciplinespecifieke delen van het Richtlijnenboek m.e.r. meer bepaald de hoofdstukken met betrekking tot (bronnen van) Basisinformatie, (afbakening van het) Studiegebied en (analyse van de) Referentiesituatie. 6.2. Milieueffecten en milderende maatregelen art.4.3.7. 1,2, a, b, c De volledig verklaarde kennisgeving geeft reeds een goede beschrijving per discipline van de wijze waarop de effecten zullen worden onderzocht en beoordeeld en geeft aan dat in functie van het effectenonderzoek milderende maatregelen zullen worden voorgesteld en uitgewerkt. Belangrijk hierbij is dat in de tekst van het MER voor elke onderzochte effectgroep duidelijk de gebruikte methodologie wordt uiteengezet en dat er wordt gestreefd naar een maximale kwantitatieve beschrijving van het effect. Binnen elke discipline moet het gehanteerde toetsingskader worden aangegeven en, indien reeds voorhanden, het in consensus aanvaarde significantiekader. Voor de specifieke aandachtspunten in de disciplines wordt verwezen naar het uittreksel uit het verslag van voormelde vergadering van 05 oktober 2007 dat in bijlage is toegevoegd aan deze richtlijnen. Tijdens het opstellen van het MER dient gebruik gemaakt te worden van de (geactualiseerde) disciplinespecifieke delen van het Richtlijnenboek m.e.r., meer bepaald de hoofdstukken met betrekking tot (karakterisering van de) Effectgroepen, Effectuitdrukking en Beoordelingscriteria, en (analyse van de) Geplande situatie. Richtlijnen m.e.r. PR0282 Metallo-Chimique NV Pagina 5 van 8
6.3. Vergelijking van de alternatieven art.4.3.7. 1,2, e Eventuele uitvoeringsalternatieven zullen, op basis van de BBT en sectorstudietoetsing worden vergeleken en beoordeeld op hun milieu-impact. In functie van de resultaten van het effectenonderzoek kunnen bijkomende alternatieven geformuleerd worden, eventueel onder de vorm van milderende maatregelen. 7. Leemten in de kennis art.4.3.7. 1,4 Het MER dient opgave te doen van de leemten in de kennis die tijdens het uitvoeren van het onderzoek werden vastgesteld. Deze leemten kunnen ingedeeld worden in leemten m.b.t. het project, m.b.t. de inventaris en aangaande methode en inzicht. Het MER zal eveneens aangeven hoe met deze leemten is omgegaan en hoe zij kunnen doorwerken naar de besluitvorming. 8. Monitoring en evaluatie art.4.3.7. 1,2, d In het MER zal per discipline aangegeven worden of er eventueel opvolgingsmaatregelen voor te stellen zijn, bijvoorbeeld vanuit de milieuvergunningsreglementering. 9. Integratie en eindsynthese art.4.3.7. 1,2, e In een afzonderlijk deel zal het rapport een disciplineoverschrijdende, leesbare samenvatting geven over de verwachte gevolgen voor het milieu en hoe en in welke mate de voorgestelde maatregelen deze kunnen milderen. 10. Tewerkstelling, investering en gebruikte materialen art.4.3.7. 1,3 In dit hoofdstuk geeft het rapport aan welke de verwachte tewerkstellings- en investeringseffecten zijn van de voorgenomen activiteit. Indien dit nog niet bij de projectbeschrijving het geval is, zal in dit hoofdstuk aangegeven worden welke materialen voor dit project zullen worden gebruikt. De aspecten van ketenbeheer kunnen hierin verder aan bod komen met opgave van de aanvoerlijnen en van de afzetmogelijkheden. Richtlijnen m.e.r. PR0282 Metallo-Chimique NV Pagina 6 van 8
11. Niet-technische samenvatting art.4.3.7. 1,5 De niet-technische samenvatting vormt een afzonderlijk leesbaar deel van het rapport dat de essentie van de overige delen beknopt weergeeft. De tekst moet zodanig geschreven zijn dat hij begrijpelijk is voor een gemiddelde lezer. Figuren, kaarten of tekeningen dienen ter ondersteuning van de tekst in deze samenvatting te zijn opgenomen. Tenslotte wordt aanbevolen tijdens het opstellen van het rapport contact te houden met de Dienst Mer en met de overige instanties, in het bijzonder in functie van de verwerking in het MER van deze richtlijnen. Wanneer tijdens de opmaak van het MER contact wordt opgenomen met een van de adviserende administraties, wordt er op aangedrongen de Dienst MER schriftelijk of via e-post op de hoogte te brengen van eventuele afspraken die werden gemaakt. Dit teneinde misverstanden bij de beoordeling van het MER te vermijden. Brussel, 12 november 2007 ir. K. DE SMET afdelingshoofd Richtlijnen m.e.r. PR0282 Metallo-Chimique NV Pagina 7 van 8
Bijlagen Bijlage 1: hebben gereageerd naar aanleiding van de terinzagelegging in de gemeente Beerse: Bijlage 2: 1) gemeente Beerse 2) de heer L. Van Kerckhoven, Nieuwe dreef 44 te 2340 Beerse 3) de heer R. Walsmits, Kardinaal van Roeystraat 42 te 2340 Beerse (hoort evenwel thuis bij het openbaar onderzoek dat naar aanleiding van de vergunningverlening zal ingericht worden) Lijst van aangeschreven administraties, overheidsinstellingen en openbare besturen die hetzij schriftelijk, hetzij mondeling reageerden op de volledig verklaarde kennisgeving en dus een exemplaar van de ontwerptekst van het MER zullen ontvangen: LNE, Afdeling Milieuvergunningen Antwerpen; LNE, Afdeling Lucht, Hinder, Risicobeheer, Milieu en Gezondheid, Dienst Lucht en Klimaat en Dienst Hinder en Risicobeheer; OVAM; Agentschap R-O Vlaanderen, R-O Antwerpen / Onroerend Erfgoed; VMM, hoofdbestuur; VMM, buitendienst Mechelen; Agentschap Zorg en Gezondheid, Afdeling Toezicht Volksgezondheid Antwerpen; Gemeente Beerse; Provinciebestuur Antwerpen, Departement Leefmilieu. Lijst van aangeschreven administraties, overheidsinstellingen en openbare besturen die niet reageerden op de volledig verklaarde kennisgeving en dus in principe slechts een ontwerptekst van het MER ontvangen indien zij de Dienst Mer hierom verzoeken: VMM, Afdeling Water Antwerpen; Agentschap R-O Vlaanderen, R-O Antwerpen/ Ruimtelijke Ordening; Agentschap Natuur en Bos, buitendienst Antwerpen; Provinciebestuur Antwerpen, Departement RO en Mobiliteit. Ontvangen evenwel toch een ontwerptekst: Provinciebestuur Antwerpen, Departement RO en Mobiliteit; VMM, Afdeling Water Antwerpen Rekening houdend met de 2 exemplaren voor de Dienst Mer, moeten dus minstens 14 exemplaren van de ontwerptekst aangeleverd worden. Richtlijnen m.e.r. PR0282 Metallo-Chimique NV Pagina 8 van 8