Beslissing op bezwaar

Vergelijkbare documenten
Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar

gezien het daartegen bij brief van 28 april 2014 ingediende bezwaarschrift,

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar

Kenmerk: / Betreft: ontheffingsverzoek ex artikel 3.24, tweede lid, en artikel 3.25 van de Mediawet 2008

Kenmerk: / Betreft: verzoek om ontheffing op grond van artikel 3.20, tweede lid, en 3.24, tweede lid, van de Mediawet 2008

Beslissing op bezwaar

Kenmerk: / Betreft: verzoek om ontheffing op grond van artikel 3.20, tweede lid, en 3.24, tweede lid, van de Mediawet 2008

Kenmerk: / Betreft: verzoek om ontheffing op grond van artikel 3.20, tweede lid, en 3.24, tweede lid, van de Mediawet 2008

Beslissing op bezwaar

Kenmerk: / Betreft: afwijzing aanvraag nevenactiviteit Het exploiteren van twee digitale reclameschermen langs de Rijksweg.

Beslissing op bezwaar

Kenmerk: / Betreft: verzoek om ontheffing op grond van artikel 3.20, tweede lid, en 3.24, tweede lid, van de Mediawet 2008

Kenmerk: / Betreft: verzoek om ontheffing op grond van artikel 3.20, tweede lid, en 3.24, tweede lid, van de Mediawet 2008

Kenmerk: / Betreft: ontheffingsverzoek ex artikel 3.20, tweede lid, artikel 3.24, tweede lid, en artikel 3.25 van de Mediawet 2008

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar

gezien het daartegen op 25 januari 2016, bij het Commissariaat binnengekomen op 28 januari 2016, door Omroep Zeeland ingediende bezwaarschrift,

Kenmerk: / Betreft: Aanvraag van Stichting Omroep Flevoland tot bekostiging voor 2017.

Kenmerk: / Betreft: toestemming voor het verzorgen van een commerciële televisieomroepdienst

Beslissing op bezwaar

Beschikking op handhavingsverzoek

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Juridisch kader. C. Status van de activiteit

Besluit toestemming nevenactiviteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Juridisch kader. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Beslissing op bezwaar

Besluit van het Commissariaat voor de Media betreffende de toepassing van artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob).

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Kenmerk: / Betreft: Ontheffingsverzoek artikel 6.14d van de Mediawet 2008

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Juridisch kader. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Kenmerk: / Betreft: Ontheffingsverzoek artikel 6.14d van de Mediawet 2008

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

3. Voor een overzicht van de relevante bepalingen wordt verwezen naar de bijlage bij dit besluit.

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Juridisch kader. C. Status van de activiteit

Kenmerk: / Betreft: Toestemming voor nevenactiviteit Het aanbieden van rondleidingen aan groepen door het gebouw van L1 in cluster 3

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Kenmerk: 29580/ Betreft: toestemming voor het verzorgen van een commerciële televisieomroepdienst

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Juridisch kader. C. Status van de activiteit

Beslissing op bezwaar

Besluit toestemming nevenactiviteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Juridisch kader. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Juridisch kader. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Boetebeschikking. a. Procedure. b. Feiten. Kenmerk: / Betreft: overschrijding maximum reclamezendtijd

Beslissing op bezwaar

gezien het daartegen op 24 september 2012 ingediende pro forma bezwaarschrift, aangevuld bij brief van 11 september 2013,

Beslissing op bezwaar

2. Daarnaast heeft de verzoeker het Commissariaat verzocht de kosten van het Wobverzoek

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Zienswijze. Kenmerk: / Betreft: verzoek om openbaarmaking

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Juridisch kader. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. C. Status van de activiteit

Besluit toestemming nevenactiviteiten

Besluit toestemming nevenactiviteiten

Beslissing op bezwaar

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verzoek om openbaarmaking. B. Relevante bepalingen. Kenmerk: / Betreft: verzoek om openbaarmaking

Besluit. A. Aard en strekking besluit

Afwijzing verzoek om handhaving

2. Een overzicht van de relevante bepalingen is bijgevoegd in de bijlage.

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit tot intrekking toestemming

gezien het daartegen op 3 september 2014, bij het Commissariaat binnengekomen op 5 september 2014, door de NOS ingediende bezwaarschrift,

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Beslissing op bezwaar

6. De activiteit is derhalve een nevenactiviteit als bedoeld in artikel 2.132, tweede lid, van de Mediawet 2008.

Transcriptie:

Beslissing op bezwaar Kenmerk: 645130/654703 Betreft: beslissing op bezwaar tegen het besluit van 23 maart 2015 (kenmerk: 644017) waarin de toezichtskosten over 2014 die TiDa B.V. als commerciële media-instelling is verschuldigd voor de vijf edities van de radio-omroepdienst PuurNL en de vier edities van de radioomroepdienst Radio 8FM is vastgesteld. Het Commissariaat voor de Media, gezien het besluit van 23 maart 2015 (kenmerk: 644017), gezien het daartegen door TiDa B.V. op 31 maart 2015 ingediende bezwaarschrift, gelet op het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht, gelet op het bepaalde in de artikelen 3.1 en 3.30 van de Mediawet 2008, artikel 17 van de Mediaregeling 2008 en de artikelen 2 en 4 van de bijlage behorende bij artikel 17 bijdrage toezichtskosten commerciële mediadiensten, overweegt als volgt. A. Verloop van de procedure 1. Bij besluit van 23 maart 2015, met kenmerk 644017, heeft het Commissariaat voor de Media (hierna: het Commissariaat), op grond van artikel 3.30 van de Mediawet 2008, de toezichtskosten die TiDa B.V. (hierna: TiDa) verschuldigd is voor het jaar 2014 voor het toezicht op de vijf edities van de radio-omroepdienst PuurNL vastgesteld op 5.413,35, en voor de vier edities van de radio-omroepdienst Radio 8FM op 4.330,68. 2. Bij brief van 31 maart 2015 heeft TiDa bezwaar gemaakt tegen voornoemd besluit (hierna: het bestreden besluit). 3. Op 28 mei 2015 heeft een hoorzitting plaatsgevonden, waarin TiDa haar bezwaar nader heeft toegelicht. Het verslag van de hoorzitting is als bijlage bij deze beslissing gevoegd. Opbouw beslissing op bezwaar 4. Deze beslissing op bezwaar heeft de volgende opbouw. Hierboven is al ingegaan op het verloop van de procedure (onder A). Hieronder wordt eerst verwezen naar het juridisch kader (onder B) en ingegaan op de ontvankelijkheid van het bezwaar (onder C). Vervolgens worden de overwegingen in het vaststellingsbesluit (onder D), het bezwaar van TiDa (onder E) en de overwegingen van het Commissariaat (onder F) weergegeven en wordt ingegaan op de openbaarmaking van de beslissing op bezwaar (onder G). Ten slotte volgt de beslissing op bezwaar (onder H). 1

B. Juridisch kader 5. Voor de relevante juridische bepalingen wordt verwezen naar bijlage 1 bij deze beslissing op bezwaar. C. Ontvankelijkheid bezwaar 6. Het bezwaar van TiDa is tijdig ingediend en voldoet aan de overige eisen die de Algemene wet bestuursrecht hieraan stelt. Het bezwaar is daarom ontvankelijk. Nu het bezwaar ontvankelijk is, vindt op grondslag daarvan een volledige heroverweging van het bestreden besluit plaats. D. Overwegingen vaststellingsbesluit 7. TiDa heeft vanaf 9 september 2014 vijf toestemmingen voor vijf verschillende edities voor de radio-omroepdienst PuurNL, en vier toestemmingen voor vier verschillende edities voor de radio-omroepdienst Radio 8FM. Bij de vaststelling van de hoogte van de toezichtskosten voor deze toestemmingen in 2014 heeft het Commissariaat rekening gehouden met het feit dat TiDa slechts vier maanden radio-omroep heeft verzorgd. Het Commissariaat is zodoende per toestemming uitgegaan van een derde van het bedrag dat op grond van tabel 3, tariefgroep D, genoemd in artikel 2 van de bijlage behorende bij artikel 17 van de Mediaregeling 2008 1 (hierna: de Toezichtskostenregeling 2 ) per toestemming verschuldigd zou zijn. Dat komt neer op een derde van 3.248 3, te weten 1.082,67. 8. Het Commissariaat heeft vervolgens de hoogte van de toezichtskosten voor de vijf edities van Puur NL op 5.413,35, en voor de vier edities van de radio-omroepdienst Radio 8FM op 4.330,68 vastgesteld. E. Bezwaar TiDa 9. Het Commissariaat begrijpt het betoog van TiDa als volgt. Volgens TiDa heeft het Commissariaat voor de vaststelling van de toezichtskosten van de vijf edities van de radio-omroepdienst PuurNL en de vier edities van de radio-omroepdienst Radio 8FM geen juiste toepassing gegeven aan artikel 4 van de bijlage behorende bij artikel 17 van de Mediaregeling 2008. 1 De regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 18 december 2008, nr. WJZ/84447 (8240) 2 Als vastgesteld bij Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 17 december 2012, nr. MLB/461975, houdende wijziging van de bijlage behorende bij artikel 17 van de Mediaregeling 2008 (Staatscourant Nr. 27183, 31 december 2012) 3 Na toepassing van de in artikel 8 bedoelde indexatie 2

10. Volgens TiDa had het Commissariaat voor de berekening van de toezichtskosten per radio-omroepdienst op grond van artikel 4 van de Toezichtskostenregeling uit moeten gaan van het maximumbedrag dat voor één toestemming geldt met een bereik van 500.000 3.000.000 huishoudens, te weten het maximumbedrag (na indexering) van tariefgroep E van Tabel 3. Daartoe stelt TiDa dat haar bereik door de edities niet wijzigt (en haar uitzenduren evenmin). Per radio-omroepdienst zou dan een derde van dat maximumbedrag moeten worden genomen, gegeven het feit dat slechts vier maanden radio-omroep is verzorgd. 11. Voor de edities van de radio-omroepdienst PuurNL dient, volgens TiDa, dan niet 5.413,35 aan toezichtskosten te worden berekend, zoals het Commissariaat heeft gedaan, maar rekening houdend met vier maanden uitzenden - 2.165,33, aldus TiDa. Voor de edities van de radio-omroepdienst Radio 8FM dient dan niet 4.330,68 aan toezichtskosten te worden berekend, maar ook rekening houdend met vier maanden uitzenden - eveneens 2.165,33, wederom aldus TiDa. F. Overwegingen Commissariaat 12. Het Commissariaat volgt TiDa niet in haar bezwaar en overweegt daartoe als volgt. 13. In artikel 3.30, eerste lid, van de Mediawet 2008 is bepaald dat een commerciële media-instelling voor elke, op basis van artikel 3.1 van de Mediawet 2008, verkregen toestemming en voor elke van haar mediadiensten op aanvraag, aan het Commissariaat jaarlijks kosten verbonden aan het toezicht is verschuldigd. Het tweede lid van dit artikel bepaalt dat over de vaststelling van de toezichtskosten bij ministeriële regeling regels worden gesteld en dat hierbij onderscheid kan worden gemaakt tussen omroepdiensten en mediadiensten op aanvraag, tussen toestemmingen voor radio-omroep en televisieomroep en dat voorts rekening kan worden gehouden met de gemiddelde duur van de uitzendingen en met het aantal huishoudens in Nederland dat het programmaaanbod kan ontvangen. 14. De ministeriële regeling als bedoeld in het tweede lid van artikel 3.30 van de Mediawet 2008 is de Mediaregeling 2008. Voor wat betreft de toezichtskosten geldt in het bijzonder artikel 17 van de Mediaregeling 2008 en de daarbij als bijlage gevoegde Toezichtskostenregeling. In artikel 17 van de Mediaregeling 2008 is bepaald dat een commerciële media-instelling voor elke verkregen toestemming jaarlijks aan het Commissariaat toezichtskosten verschuldigd is, die berekend zijn volgens de Toezichtskostenregeling. 15. Ten aanzien hiervan overweegt het Commissariaat het volgende. 3

16. Artikel 3.30 van de Mediawet 2008, het daarop gebaseerde artikel 17 van de Mediaregeling 2008 en de Toezichtskostenregeling geven duidelijk aan dat voor elke toestemming voor het verzorgen van een omroepdienst toezichtskosten verschuldigd zijn. Uitgangspunt is dan ook dat voor elke afzonderlijke toestemming voor het verzorgen van een omroepdienst toezichtskosten betaald moeten worden. Er dienen door het Commissariaat immers ook voor iedere omroepdienst toezichtswerkzaamheden te worden verricht. Bij verlening van de toestemmingen is TiDa ook gewezen op de verplichtingen die zij als commerciële media-instelling op grond van de Mediawet 2008 heeft. TiDa is hierbij ook gewezen op de jaarlijkse kosten verbonden aan iedere toestemming en de wijze waarop deze kosten worden vastgesteld. De Toezichtskostenregeling heeft voorts een bindend karakter en voorziet niet in een ontheffingsmogelijkheid. Het Commissariaat is dan ook gehouden de kosten in rekening te brengen en de heffing overeenkomstig de Toezichtskostenregeling vast te stellen. 17. Op grond van artikel 3.30, eerste lid, van de Mediawet 2008 zijn de toezichtskosten dan ook verbonden aan het aantal toestemmingen. 18. In de praktijk is de afgelopen jaren gebleken dat het voorgaande ertoe kan leiden dat een commerciële media-instelling die meerdere omroepdiensten onder dezelfde naam en met nagenoeg dezelfde inhoud verspreidt, bijvoorbeeld regionale edities van eenzelfde radioprogramma, een totaalbedrag diende te betalen dat uitkwam boven het maximum dat een aanbieder van een landelijke omroepdienst verschuldigd is. Om die reden is artikel 4 van de Toezichtskostenregeling tot stand gekomen. De achtergrond daarvan was dat men bij edities een al te nadelig gevolg van het feit dat het wettelijke uitgangspunt is dat voor elke afzonderlijke omroepdienst toezichtskosten betaald moeten worden, werd voorkomen door hier een maximum aan te stellen. 19. Uit artikel 4 van de Toezichtskostenregeling en de toelichting 4 daarop blijkt dat, in het geval een aanbieder van een omroepdienst edities verzorgt die onder dezelfde naam en met nagenoeg dezelfde inhoud worden verspreid, het totaalbedrag dat hij aan toezichtskosten is verschuldigd, niet boven het maximum uit de tabel dat een aanbieder van één omroepdienst verschuldigd is, mag uitkomen. Uit de toelichting volgt dat om die reden de heffing is gemaximeerd op het maximum dat voor één omroepdienst verschuldigd is. 20. Het Commissariaat stelt allereerst vast dat de edities van de radio-omroepdiensten PuurNL en Radio 8FM wat betreft inhoud nagenoeg identiek zijn en ze onder dezelfde naam worden verspreid. Het Commissariaat is daarom van oordeel dat op beide radioomroepdiensten artikel 4 van de Toezichtskostenregeling van toepassing is. 21. Het Commissariaat stelt vast dat in het onderhavige geval Tabel 3 van de Toezichtskostenregeling de toepasselijke tabel is, nu dit de tabel betreft waarin de toezichtskosten zijn gespecificeerd voor radio-omroepdiensten die zich uitsluitend of in overwegende mate op het binnenland richten. Het hoogste bedrag in die tabel dat voor één toestemming verschuldigd is, (bij toepassing van het criterium 12 of meer uitzenduren, wat in het onderhavige geval aan de orde is), is 12.992,- (na indexering 2014). 4 Staatscourant Nr. 27183, 31 december 2012, pag.6 4

22. Het Commissariaat is dan ook van oordeel dat op grond van artikel 4 van de Toezichtkostenregeling en gelet op de toelichting bij dit artikel, het desbetreffende hoogste bedrag aan toezichtskosten dat TiDa bij haar editiestelsels verschuldigd is, per editiestelsel nooit meer kan bedragen dan 12.992,-, het maximumbedrag uit de toepasselijke tabel voor radio-omroepdiensten. Het Commissariaat stelt in dit geval ook vast dat de bedragen die TiDa voor het jaar 2014 voor de edities van de radioomroepdiensten Puur NL en Radio 8FM verschuldigd is, niet uitkomen boven dat maximumbedrag dat voor één toestemming verschuldigd is. 23. Het Commissariaat kan TiDa voorts niet volgen in haar bezwaar dat het Commissariaat een verkeerde toepassing geeft aan de regeling in artikel 4 van de toezichtskostenregeling. De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft met deze regeling willen voorkomen dat aanbieders van omroepdiensten, die zogenaamde edities verzorgen, door het aantal toestemmingen dat daarvoor nodig is, geen bedragen verschuldigd zijn die hoger zijn dan hetgeen maximaal verschuldigd is voor een landelijke omroepdienst. Vandaar dat in artikel 4 van de Toezichtskostenregeling ook is opgenomen dat het moet gaan om niet meer dan éénmaal het desbetreffende hoogste bedrag uit de toepasselijke tabel (onderstreping Commissariaat) en niet, zoals TiDa meent, het hoogste bedrag uit de desbetreffende tariefgroep (onderstreping Commissariaat). Daar komt overigens bij dat de door TiDa voorgestelde alternatieve berekeningswijze er ten onrechte vanuit gaat dat het maximumbedrag nog eens verlaagd zou kunnen worden door rekening te houden met het aantal maanden dat is uitgezonden. Het Commissariaat houdt bij de berekening van de hoogte van de verschuldigde toezichtskosten uiteraard rekening met de hoeveelheid maanden, en kijkt vervolgens of dat totaalbedrag dan niet het maximumbedrag uit de toepasselijke tabel overschrijdt. Daarvan is in dit geval geen sprake. 24. Gelet op het vorenstaande ziet het Commissariaat geen aanleiding om het bestreden besluit te herzien en verklaart de bezwaren van TiDa dan ook ongegrond. G. Openbaarmaking 25. Het Commissariaat zal de volledige tekst van het besluit, met uitzondering van de daarin vermelde persoonsgegevens en vertrouwelijke bedrijfsgegevens, openbaar maken door publicatie op zijn website. De publicatie vindt plaats veertien dagen nadat het besluit op de in artikel 3:41 van de Algemene wet bestuursrecht voorgeschreven wijze is bekendgemaakt 5. Het Commissariaat ziet daartoe geen belemmering op grond van artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur. 5 dat wil zeggen door toezending aan de belanghebbende. 5

H. Besluit het Commissariaat: I. verklaart de bezwaren van TiDa tegen het besluit van 23 maart 2015, kenmerk 644017, voor zover daarin de toezichtskosten voor de commerciële media-instelling TiDa voor de edities van de radio-omroepdiensten PuurNL en Radio 8FM op 5.413,35 respectievelijk 4.330,68 zijn vastgesteld, ongegrond; II. III. handhaaft het besluit van 23 maart 2015, kenmerk 644017, onder aanvulling van de motivering daarvan, zoals hierboven verwoord; maakt de volledige tekst van dit besluit, veertien dagen na de voorgeschreven bekendmaking daarvan, met uitzondering van de daarin vermelde persoonsgegevens en vertrouwelijke bedrijfsgegevens, openbaar door publicatie op zijn website. Hilversum, 6 december 2016 COMMISSARIAAT VOOR DE MEDIA, prof. mr. dr. Madeleine de Cock Buning voorzitter drs. Eric Eljon commissaris Belanghebbenden die zich met dit besluit niet kunnen verenigen, kunnen op grond van de Algemene wet bestuursrecht binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt beroep instellen bij de rechtbank binnen het rechtsgebied waarvan de indiener van het beroepschrift zijn woonplaats heeft. Als de indiener van het beroepschrift geen woonplaats in Nederland heeft, kan beroep worden ingesteld bij de rechtbank Midden-Nederland. 6

Bijlage 1 Juridisch kader Artikel 3.30 van de Mediawet 2008 1. Een commerciële media-instelling is aan het Commissariaat jaarlijks kosten verbonden aan het toezicht verschuldigd voor elke verkregen toestemming en voor elke van haar mediadiensten op aanvraag. 2. Bij ministeriële regeling worden regels gesteld over de vaststelling van toezichtskosten, bedoeld in het eerste lid, waarbij in elk geval: a. onderscheid kan worden gemaakt tussen omroepdiensten en mediadiensten op aanvraag; b. onderscheid kan worden gemaakt tussen toestemmingen voor radio-omroep en televisieomroep; en c. rekening kan worden gehouden met de gemiddelde duur van de uitzendingen en met het aantal huishoudens in Nederland, dat het programma-aanbod kan ontvangen. 3. Het Commissariaat kan de verschuldigde toezichtskosten invorderen bij dwangbevel. Artikel 17 van de Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 18 december 2008, nr. WJZ/84447 (8240), houdende uitvoeringsregels van de Mediawet 2008 (Mediaregeling 2008) Een commerciële media-instelling is voor elke verkregen toestemming, bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de wet, voor elke van haar mediadiensten op aanvraag, bedoeld in artikel 3.29a van de wet, jaarlijks aan het Commissariaat toezichtskosten verschuldigd berekend volgens de bij deze regeling gevoegde bijlage. Artikelen 2, 4 en 8 van de bijlage behorende bij artikel 17 van de Mediaregeling 2008 bijdrage toezichtskosten commerciële mediadiensten (Toezichtskostenregeling) Artikel 4. Edities Een commerciële media-instelling die toestemmingen heeft voor het verzorgen van meerdere televisieomroepdiensten of meerdere radio-omroepdiensten waarbij: a. deze televisieomroepdiensten respectievelijk deze radio-omroepdiensten wat betreft inhoud nagenoeg identiek zijn; en b. deze televisieomroepdiensten respectievelijk deze radio-omroepdiensten onder dezelfde naam worden verspreid, is voor deze televisieomroepdiensten respectievelijk deze radioomroepdiensten tezamen niet meer verschuldigd dan éénmaal het desbetreffende hoogste bedrag uit de toepasselijke tabel. Artikel 8. Indexering De in deze bijlage genoemde bedragen worden jaarlijks bijgesteld met de door het Centraal Planbureau voor het desbetreffende jaar geraamde consumentenprijsindex. 7

Artikel 8 Wet openbaarheid van bestuur 1. Het bestuursorgaan dat het rechtstreeks aangaat, verschaft uit eigen beweging informatie over het beleid, de voorbereiding en de uitvoering daaronder begrepen, zodra dat in het belang is van een goede en democratische bestuursvoering. 2. ( ). Artikel 10 Wet openbaarheid van bestuur 1. Het verstrekken van informatie ingevolge deze wet blijft achterwege voor zover dit: ( ) c. bedrijfs- en fabricagegegevens betreft, die door natuurlijke personen of rechtspersonen vertrouwelijk aan de overheid zijn meegedeeld; ( ) 2. Het verstrekken van informatie ingevolge deze wet blijft eveneens achterwege voor zover het belang daarvan niet opweegt tegen de volgende belangen: ( ) d. inspectie, controle en toezicht door bestuursorganen; e. de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer; 1. ( ) 2. g. het voorkomen van onevenredige bevoordeling of benadeling van bij de aangelegenheid betrokken natuurlijke personen of rechtspersonen dan wel van derden. 3. ( ) 8