1 Vastkokende aardappelen blijven heel, kruimige aardappelen vallen uit elkaar bij het koken.

Vergelijkbare documenten
Scheikundige begrippen

T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen

4 Verbranding. Bij gele vlammen ontstaat roet (4.1)

Proef Scheikunde Proeven

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3

Uitwerkingen. T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen

Samenvatting Chemie Overal 3 havo

Methode: Chemie. Verslag van de proeven opdracht 6, 19, 45, 70 van Hoofdstuk 3, Chemische reacties

SCHEIKUNDE. Hoofdstuk 9

Scheidingsmethoden methode principe voorbeeld. destilleren verschil in kookpunt wijn whiskey. filtreren verschil in deeltjesgrootte koffie

Er is sprake van een zuivere stof als er slechts één stof is. Salmiak is dus een zuivere stof.

3.1 Energie. 3.2 Kenmerken chemische reactie

8.1. Antwoorden door een scholier 1081 woorden 3 maart keer beoordeeld. Scheikunde 2.1 AFVAL

Wat is reactiesnelheid? Inleiding. Na deze clip kun je: Onderwerpen. Procestechniek: tijd is geld. Maar het moet ook weer niet te snel gaan

Hoofdstuk 4. Chemische reacties. J.A.W. Faes (2019)

Hoofdstuk 8. Opgave 2. Opgave 1. Oefenvragen scheikunde, hoofdstuk 8 en 10, 5 VWO,

De TOA heeft een aantal potjes klaargezet. In sommige potjes zit een oplossing, in andere potjes zit een vaste stof.

Samenvatting Scheikunde H3 Reacties

5, waar gaat dit hoofdstuk over? 1.2 stoffen bij elkaar: wat kan er gebeuren? Samenvatting door een scholier 1438 woorden 31 maart 2010

Uitwerkingen Basischemie hoofdstuk 1

Hoofdstuk 5 Reac/esnelheid en evenwichten

Oefenvragen Hoofdstuk 2 Scheidingsmethoden antwoorden

Een stof heeft altijd stofeigenschappen. Door hier gebruik van te maken, kun je stoffen makkelijk scheiden.

Samenvatting NaSk Hoofdstuk 6: Stoffen en Moleculen

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2

Aardolie is een zwart, stroperig mengsel van heel veel stoffen, wat door middel van een bepaalde scheidingsmethode in zeven fracties gescheiden wordt.

Onderwerp: Onderzoek doen Kerndoel(en): 28 Leerdoel(en): - Onderzoek doen aan de hand van onderzoeksvragen - Uitkomsten van onderzoek presenteren.

Samenvattingen. Samenvatting Thema 1: Stofwisseling. Basisstof 1. Organische stoffen:

Rekenen aan reacties (de mol)

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1, Mengen, scheiden en reageren

Eindexamen scheikunde havo 2005-I

In een reactieschema staan de beginstoffen en de reactieproducten van een chemische reactie.

Het smelten van tin is géén reactie.

Basisscheikunde voor het hbo ISBN e druk Uitgeverij Syntax media Hoofdstuk 1 Stoffen bladzijde 1

LANDBOUW EN NATUURLIJKE OMGEVING VERWERKING AGRARISCHE PRODUCTEN CSE KB

Het is echter waarschijnlijker dat rood kwik bestaat uit Hg 2+ ionen en het biantimonaation met de formule Sb2O7 4.

Verslag Scheikunde scheidingsmethoden

Een mengsel van lucht, hete verbrandingsgassen en kleine deeltjes vaste stof In rook zitten ook soms vonken

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2

Opgave 1 Een ideaal gas is een gas waarvan de moleculen elkaar niet aantrekken en bovendien als puntmassa s opgevat kunnen worden.

endotherme reactie met soda

SE voorbeeldtoets 5HAVO antwoordmodel

Water is een heel bekend begrip. De bekende molecuul formule voor water is uiteraard H2O, de stof heeft

Eindexamen scheikunde havo 2006-I

Is de pinda een energiebron? Zo ja, hoeveel energie bevat de pinda dan?

Reacties met koper 4.1 (1)

Hoofdstuk 2. Scheidingsmethoden. J.A.W. Faes (2019)

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1, 2, 3

Examen scheikunde HAVO tijdvak uitwerkingen

Eindexamen vmbo gl/tl nask I

Antwoorden Biologie Hoofdstuk 1: Stofwisseling

De ontbrandingstemperatuur is de laagste temperatuur waarbij een stof gaat branden

Oefenvraagstukken 4 VWO Hoofdstuk 6 antwoordmodel

Eindexamen scheikunde havo I

1 Grondstoffen Aardappelen Spinazie Appels Samenvatting 15

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 Scheikunde 3 havo

Fosfor kan met waterstof reageren. d Geef de vergelijking van de reactie van fosfor met waterstof.

toelatingsexamen-geneeskunde.be Vraag 2 Wat is de ph van een zwakke base in een waterige oplossing met een concentratie van 0,1 M?

5 Formules en reactievergelijkingen

Voedingsstoffen. Green Science CITAVERDE. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Samenvatting Natuurkunde hoofdstuk 4

Samenvatting Scheikunde Scheikunde Chemie overal H1 3 vwo

Proef Scheikunde Experimenten Hoofdstuk 1 en 2

Samenvatting NaSk H3 water en lucht + H4 warmte

Extra oefenopgaven H4 [rekenen met: vormingswarmte, reactiewarmte, rendement, reactiesnelheid, botsende-deeltjesmodel]

Hoofdstuk 1. Scheikunde is overal. J.A.W. Faes (2019)

Antwoorden hoofdstuk 3

Hoofdstuk 2: Kenmerken van reacties

De vlamverdeler. Je hebt nodig: 1 brander met aansteker 1 gaasje 1 lucifer 1 knijper

2.2 De Weende-analyse bij veevoeding

Proef Scheikunde Joodconcentratie & reactiesnelheid

Natuurscheikunde H1 Par1 nieuwe stoffen nieuwe materialen

Eindexamen scheikunde havo 2007-II

Hoofdstuk 5. Reacties en energie. J.A.W. Faes (2019)

Inleiding VOOR JE HET WEET, MAAK JE DE LEKKERSTE MAALTIJDEN IN EEN SCHONE EN OPGERUIMDE KEUKEN!

Thema 2 Materiaal uit de natuur

Cellen aan de basis.

2 Concentratie in oplossingen

Oefen opgaven rekenen 4 HAVO bladzijde 1

Showdechemie2. Demonstreren met Showde. dechemie

6.9. Boekverslag door G woorden 13 december keer beoordeeld. Scheikunde

Vragen bij de activiteiten A 1 a Als het zout oplost, verdwijnt de vaste stof en ontstaat een heldere oplossing.

Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen

De oorspronkelijke versie van deze opgave is na het correctievoorschrift opgenomen.

Datum Voorzitter Secretaris Klusser

Rekenen aan reacties 2. Deze les. Zelfstudieopdrachten. Zelfstudieopdrachten voor volgende week. Zelfstudieopdrachten voor deze week

5,4. Antwoorden door een scholier 913 woorden 31 januari keer beoordeeld. Basisstof 1; voedselproductie

1) Stoffen, moleculen en atomen

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2 stoffen en reacties

Een ei wordt tijdens het bakken verhit. Er moet constant warmte toegevoegd worden, deze reactie is daarom endotherm.

Oefenvragen Hoofdstuk 6 Chemische industrie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1

Praktische opdracht Scheikunde Redoxreactie puntenslijper metalen

5.7. Boekverslag door S woorden 26 oktober keer beoordeeld. Scheikunde

Voedingsleer. Waar gaat deze kaart over? Wat wordt er van je verwacht? Voedingsleer en het plantenrijk

TF5 Scheikunde 4 VWO H 8 en H 9 16 juni 2011

27 ste Vlaamse Chemie Olympiade

Antwoorden Scheikunde Hoofdstuk 7, Gezond aan tafel

Scheikunde havo 3. Matthijs Oosterhoff. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Transcriptie:

Antwoorden door een scholier 2377 woorden 17 juni 2010 7 39 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Pulsar chemie 6 Aardappelen: van snack tot plastic Activiteiten 6A 2 Hoe hoger je komt, hoe lager de luchtdruk wordt. Daardoor kookt water bij een lagere temperatuur. Het duurt dan langer voordat de aardappelen gaar zijn. 6B 2 Een stof waarmee je een andere stof kunt aanto-nen, heet een reagens. 6.1 Reactiesnelheid 1 Vastkokende aardappelen blijven heel, kruimige aardappelen vallen uit elkaar bij het koken. Vastkokend: frites, chips, gebakken aardappelen. Kruimig: gekookte en gebakken aardappelen. Zeer kruimig: aardappelpuree, aardappelkroket. 2 Weet je de definitie nog van exotherm en endo-therm? Om aardappelen te koken is warmte nodig. Het is dus een endotherm proces. 3 a Het koken van water is geen chemische reactie. Er ontstaat waterdamp, dat bij afkoelen weer water wordt. De stof verandert dus niet. b Voor het koken van water is steeds energie nodig. Het is dus een endotherm proces. c Geef eerst het reactieschema in woorden. methaan + zuurstof koolstofdioxide + water https://www.scholieren.com/verslag/36678 Pagina 1 van 9

CH4(g) + 2 O2(g) CO2(g) + 2 H2O(l) d Als bij je thuis de cv of gaskachel brandt, wordt het dan warmer of kouder in huis? Als het gas brandt, kun je rustig je lucifer uitbla-zen. Het brandende gas geeft zoveel warmte, dat aansteken niet meer nodig is. Het is dus een exo-therme reactie. Daarom verbranden we ook gas in onze cv of gaskachel. 4 5 a De vier factoren zijn: temperatuur, verdelings-graad, concentratie en katalysator. b De eerste drie factoren kun je verklaren door aan te nemen dat moleculen op elkaar moeten botsen voor een chemische reactie. Hoe hoger de temperatuur, hoe sneller de moleculen bewegen en botsen. Hoe fijner verdeeld en hoe hoger de concentratie, hoe groter de kans op botsingen. 6 In een hogedrukpan is de druk hoger en daardoor kookt water bij een temperatuur die hoger is dan 100 C. Bij die hogere temperatuur is het suddervlees eerder gaar. 7 Er zijn twee redenen: 1) Frites wordt bij ongeveer 180 C gebakken, aardappelen worden bij 100 C gekookt. 2) Frites is meestal kleiner gesneden dan gewone aardappelen. 8 9 Er zijn twee mogelijkheden: 1) Hij moet de aardappelen klein snijden. De klei-nere stukjes zullen sneller heet en gaar worden. 2) Hij kan een snelkookpan gebruiken. Dan wordt een hogere temperatuur bereikt. 10 a In een gas zijn alle deeltjes los van elkaar en dus heel fijn verdeeld. b Dat klopt. In een oplossing is de stof door de gehele vloeistof verdeeld. 11 Ze heeft ongelijk: een enzym is altijd een katalysator, maar een katalysator hoeft niet altijd een enzym te zijn. 12 a Geef eerst het reactieschema in woorden. magnesium + zoutzuur waterstof + magnesiumchloride Mg(s) + 2 HCl(aq) H2(g) + MgCl2(s) b Ga na welke van de vier factoren voor de reactie-snelheid hier van belang is. Hoe fijner verdeeld het magnesium is, hoe snel-ler de reactie gaat. De proef met het poeder levert dus de bovenste https://www.scholieren.com/verslag/36678 Pagina 2 van 9

lijn op. c Ga na welke van de vier factoren voor de reactie-snelheid hier van belang is. Tijdens de reactie daalt de concentratie van het zoutzuur. Het stukje magnesium wordt steeds kleiner. Hierdoor neemt de kans op botsingen af en daalt de snelheid van de reactie. d De hoeveelheid waterstof hangt af van de hoe-veelheid zoutzuur en magnesium die reageren. Bij beide proeven is evenveel magnesium en zoutzuur gebruikt. Er ontstaat dus evenveel waterstof. 13 14 a 35% van 150 = 35 1,50 = 42,5 ml b Het kookpunt van alcohol is 76 C. Alcohol ver-dampt dus eerder dan water. c d Reken eerst uit hoeveel alcohol je hebt. Bereken daarna hoeveel vieux daarmee gemaakt kan wor-den. Je kunt een verhoudingstabel maken. Antwoord: 42,9 L vieux. Je hebt 100 L van 15% = 15 L alcohol. In 100 L vieux zit 35 L alcohol. aantal L alcohol aantal L vieux 35 100 15. Dus (15 100) : 35 = 42,9 liter vieux 15 a Je weet weer hoeveel alcohol je hebt en hoeveel het totale volume is. Je hebt 10 ml alcohol en 200 ml drank. Er is dus (10 : 200) 100% = 5 % alcohol. b Je weet het totale volume van de drank en je weet het percentage alcohol. Volkert heeft 400 ml bier op met 5% alcohol. Dus 5% van 400 = 5 4 = 20 ml alcohol. Anneke heeft 70 ml vieux op met 35% alcohol. https://www.scholieren.com/verslag/36678 Pagina 3 van 9

Dus 35% van 70 = 35 0,70 = 24,5 ml alcohol. Anneke heeft het meest gedronken. 16 a Geef eerst het reactieschema in woorden. marmer + zoutzuur water + koolstofdioxide + calciumchloride-oplossing CaCO3(s)+ HCl(aq) H2O(l) + CO2(g) + CaCl2(aq) b Kijk nog eens naar opdracht 5. Je verandert niets aan de temperatuur, concentratie en verdelingsgraad. De proef gaat dus precies even snel. Er kan wel meer marmer reageren omdat je meer zoutzuur neemt. 17 18 Bereken de concentratie in beide soorten limonade. Simon heeft 10 ml siroop aangevuld tot 200 ml. Dus 10 : 200 = 0,05 ml siroop per ml ranja. Yvonne heeft 15 ml siroop aangevuld tot 250 ml. Dus 15 : 250 = 0,06 ml siroop per ml ranja. Yvonne heeft dus de hoogste concentratie. 6.2 Scheidingsmethoden en berekeningen 19 a Er ontstaan andere stoffen. Fotosynthese is dus een scheikundig proces. b Lees goed de inleidende tekst en geef eerst het reactieschema in woorden. water + koolstofdioxide zuurstof + glucose 6 H2O(l) + 6 CO2(g) 6 O2(g) +C6H12O6(s) c Voor de fotosynthese is energie (zonlicht) nodig. Het is dus een endotherm proces. d Gebruik een verhoudingstabel. koolstofdioxide zuurstof 11,0 8,0 10 Er ontstaat (8,0 10) : 11,0 = 7,3 gram zuurstof. https://www.scholieren.com/verslag/36678 Pagina 4 van 9

20 Geef eerst het reactieschema in woorden. zetmeel + water glucose (C6H10O5)n(s) + n H2O(l) n C6H12O6(s) 21 methode principe (verschil in) zeven filtreren bezinken en afgieten centrifugeren deeltjesgrootte deeltjesgrootte dichtheid dichtheid 22 a Zie ook activiteit 6B. Je moet eerst de aardappelen schoonmaken of spoelen, schillen en raspen. De fijngemaakte aardappelen moet je daarna behandelen met water, het ontstane zetmeel moet bezinken. Daarna moet het gespoeld worden. Tot slot moet je de suspensie filtreren en het zetmeel drogen en verpakken. b c Zetmeel bevat vrijwel geen water. Daardoor zal het minder snel rotten en schimmelen. 23 a 2500 gram aardappelen bevatten 320 gram zetmeel. aardappelen zetmeel 2500 gram 320 gram 100 % Dus (320 : 2500) 100% = 12,8% zetmeel. b Gebruik een verhoudingstabel. Je moet per dag 56 gram eiwit binnen krijgen. Per 100 gram patat is 2,3 gram eiwit aanwezig. gram aardappelen gram eiwit 100 2.3 56 https://www.scholieren.com/verslag/36678 Pagina 5 van 9

Je moet minstens (56 100) : 2,3 = 2435 gram aardappelen moeten eten. c In 100 gram aardappelen zit 14 mg vitamine C. Dus 21 mg vitamine C in 150 gram patat. Dat betekent (21 : 70) 100% = 30% van de dagelijkse behoefte. d In 100 gram aardappelen zit 16,8 gram koolhydraten. Dat is volgens de tabel 10,9% van de dagelijkse behoefte. aantal gram koolhydraten dagelijkse behoefte 16,8 gram 10,9%. 100% De dagelijkse behoefte is dus (16,8 100) : 10,9 = 154 gram koolhydraten. e De energiewaarde van patates frites is hoger dan die van gekookte aardappelen. Bij het bakken van frites komt er frituurvet in de aardappelen terecht. Frituurvet bevat veel calorieën. 6.3 Reagentia 24 Je kunt met jood de aanwezigheid van zetmeel aantonen. Er ontstaat dan een blauwzwarte kleur. Het omgekeerde kan dan ook: met een zetmeel-oplossing kun je jood aantonen. 25 Bedenk eerst enkele verschillen in eigenschappen tussen de drie stoffen. Suiker lost goed op in water, zetmeel matig en krijt lost vrijwel niet op in water. Neem drie reageerbuizen met water en doe per buis een klein schepje van één van de drie stoffen. Goed schudden. De buis die helemaal troebel blijft, bevat krijt. Voeg voor alle zekerheid aan de drie buizen een beetje joodoplossing toe. De buis met zetmeel zal een blauw/zwarte kleur geven. 26 Als je water wilt aantonen kun je een klein beetje wit kopersulfaat of custardpoeder toevoegen. Als er water aanwezig is, wordt het kopersulfaat blauw of het custardpoeder wordt geel. 27 wit kopersulfaat + water blauw kopersulfaat CuSO4(s) + 5H2O(l) CuSO4 5H2O(s). 28 29 reagens waarnemingen aangetoonde stof kalkwater joodoplossing https://www.scholieren.com/verslag/36678 Pagina 6 van 9

wit kopersulfaat custardpoeder kleurloos naar wit troebel geel naar (donker)blauw wit naar blauw wit naar geel koolstofdioxide zetmeel water water 6.4 Het gebruik van zetmeel 30 Lees de tekst van deze paragraaf goed door. Je kunt de oplosbaarheid van zetmeel verbeteren door het zetmeel bij een voldoende hoge temperatuur goed met water te roeren. De grote zetmeelmoleculen vallen uit elkaar. Er ontstaan kleinere moleculen. Dit gemodificeerde zetmeel lost beter in water op. 31 Lees de tekst van deze paragraaf goed door. Met zetmeel. Het zetmeel zet uit als het in water komt. De tablet valt dan uit elkaar. 32 Lees de tekst van deze paragraaf goed door. Ze kan het beste gemodificeerd zetmeel gebrui-ken. Dat lost veel beter in water op. 33 Nee, een thermoplast kan ook hard plastic zijn. Sommige thermoplasten worden pas bij vrij hoge temperatuur zacht. 34 Geef eerst het reactieschema in woorden. Maak de vergelijking eerst kloppend voor de verbranding van C3H4O2. polymelkzuur + zuurstof koolstofdioxide + water (C3H4O2)(s) + 3 O2 (g) 2 H2O(l) + 3 CO2(g) (C3H4O2)1000(s) + 3000 O2 (g) 2000 H2O(l) + 3000 CO2(g) 35 a Sommige gassen in de dampkring houden de warmte van de zon vast. Als de hoeveelheid van deze gassen toeneemt, wordt er meer warmte vastgehouden en stijgt de temperatuur op aarde. b Voor het maken van bioplastics zijn planten nodig. Planten verbruiken koolstofdioxide bij de fotosynthese. Bij de verbranding van bioplastics komt die koolstofdioxide weer vrij. De hoeveelheid koolstofdioxide neemt dus niet toe. https://www.scholieren.com/verslag/36678 Pagina 7 van 9

36 a b aardappelpoeder, meel, plantaardige olie en zout. c Schrijf eerst het reactieschema in woorden. Neem aan dat het bakje vooral uit zetmeel bestaat. zetmeel + zuurstof water + koolstofdioxide (C6H10O5)n(s) + 6n O2 (g) 5n H2O(l) + 6n CO2(g) d Zetmeel is een natuurproduct, dat met behulp van enzymen kan worden afgebroken. e De aardappelbakjes moeten voldoende sterk zijn, ze moeten niet oplossen in vettige stoffen en ze moeten enige tijd houdbaar zijn. f De prijs van de bakjes was waarschijnlijk te hoog, vergeleken met plastic bakjes of papieren zakken. Toepassing 37 a analisten, procestechnologen, kwaliteitszorgmedewerkers, productiemedewerkers, research medewerkers, afdelingsleiders, schoonmakers, controleurs. b Dat mag je zelf uitzoeken. Zie ook de eindopdracht. c Dat mag je zelf uitzoeken. d De inspectie controleert op groene delen van de aardappel, takken en stenen. e Water wordt gebruikt bij wassen en ontstenen, schillen, snijden en blancheren (koelen met koud water). In stap 3, 4, 5, 6 en 8 wordt water aangevoerd. f In stap 3, 4, 5, 6 en 8 wordt water afgevoerd. g Het afvalwater bevat vooral stenen en schillen. Die kunnen verwijderd worden door het afvalwater te filtreren of te laten bezinken. h Het gezuiverde afvalwater zal men niet gebruiken om de hete aardappelen af te laten koelen. Voor de andere processen is het prima te gebruiken. Het gezuiverde afvalwater wordt dus naar 3,4,5 en 6 teruggevoerd. i Er ontstaat afval bij 2, 3, 4, 5, 6 en 7. j Dit afval bestaat uit aardappelrestanten. Het kan gebruikt worden als veevoer. k Er wordt energie verbruikt bij 1 (koelen), 8 (water verwarmen), 14 (opslag koelen) en er zijn elektromotoren nodig bij https://www.scholieren.com/verslag/36678 Pagina 8 van 9

4, 8, 9 en 10. l Bij 8 wordt stoom gebruikt. Daar is nog warmte uit terug te winnen. Ook kan men de stoomleidingen isoleren. m ton aardappelen ton patates frites 100 70 5 Er is dus (5 100) : 70 = 7,1 ton aardappelen nodig. n Er zullen milieu-eisen gesteld worden voor de hoeveelheid geluid, stank en afvalwater. 38 https://www.scholieren.com/verslag/36678 Pagina 9 van 9