Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin



Vergelijkbare documenten
DE GEHARMONISEERDE WERKLOOSHEID IN RUIME ZIN

De werkloosheid in België, Duitsland, Frankrijk en Nederland volgens drie benaderingen

De werkloosheid in België, Duitsland, Frankrijk en Nederland volgens drie benaderingen

Impact van de activeringsmaatregelen op de tewerkstelling van werknemers met een buitenlandse nationaliteit

Editie Directie Statistieken, budget en studies

ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010

PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013

Werkgelegenheid en werkloosheid (EAK)

PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2015

Impact van gesubsidieerde tewerkstelling op de tewerkstelling van werknemers met een buitenlandse nationaliteit

Werkgelegenheid en werkloosheid (EAK)

PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2014

PERSBERICHT Brussel, 24 september 2015

PERSBERICHT Brussel, 22 december 2015

PERSBERICHT Brussel, 28 maart 2013

PERSBERICHT Brussel, 30 september 2013

PERSBERICHT Brussel, 25 maart 2014

Jongeren vinden moeilijker een job - Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten, derde kwartaal

De werkloosheid op haar hoogste peil sinds het begin van de crisis

Gedifferentieerde evolutie van de langdurige werkloosheid volgens geslacht

VLAANDEREN OP HET EUROPESE SCOREBORD Hoofstuk 4

PERSBERICHT Brussel, 25 juni 2013

67,3% van de jarigen aan het werk

De beroepsbevolking in de grensregio s van Nederland en Vlaanderen: grote verschillen aan weerszijden van de grens

De helft van de 15 tot 64-jarigen met een langdurig gezondheidsprobleem of moeilijkheid bij het uitvoeren van dagelijkse handelingen is aan het werk

Heel gunstige arbeidsmarktevolutie in Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten -

Profiel van de UVW-WZ: vergelijking 2004/ 2013

Evolutie en verdeling van de volledige en de tijdelijke werkloosheid volgens nationaliteitsgroep

Evolutie sinds 1954 van de vergoede volledige werkloosheid in perspectief geplaatst

Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt

Werkloosheid Redenen om niet actief te

De federale cijfers betreffende de vergoede werklozen JANUARI 2014

Stijging van het aantal werkzoekende uitkeringsgerechtigde volledig werklozen maar eerste daling bij de jongeren onder 25 jaar

Activering en opleiding van werklozen: actualisering van de resultaten (2 de semester 2013)

«Bestaat er een verband tussen de leeftijd van de werkloze en de werkloosheidsduur?» (1 ste deel)

Deeltijdarbeid. WAV-Rapport. Seppe Van Gils. Maart 2004

Spotlight. Een onderwerp telkens beknopt uitgelicht. 1 Inleiding. 3 Resultaten. 3.1 Gewest en jaar. 2 Methodologie

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Januari 2017

Evolutie van de uitkeringstrekkers van 50 jaar of ouder

De jonge uitkeringstrekkers ten laste van de RVA

De Brusselse arbeidsmarkt: statistische gegevens

«Bestaat er een verband tussen de leeftijd van de werkloze en de werkloosheidsduur?» (2 de deel)

Vergelijking van de evolutie van de vergoede, werkzoekende volledig werklozen in België, Duitsland, Frankrijk en Nederland

Volledige en tijdelijke werkloosheid volgens nationaliteit

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Juli 2014

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Augustus 2017

Update: evolutie van de vergoede, werkzoekende volledig werklozen in België, Duitsland, Frankrijk en Nederland

FOCUS OP TALENT BAROMETER. Kansengroepen in cijfers

Statistisch Product. Werkgelegenheid, werkloosheid, arbeidsmarkt

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag juni 2016

Studies. De werkloze vrijwillig deeltijdse werknemer: een profiel

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Mei 2016

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Mei 2017

Hoofdstuk 3 KINDEREN EN DE WERKSITUATIE VAN HUN OUDERS

2.2.1 Aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt

DE ARBEIDSDEELNAME VAN MENSEN MET EEN ARBEIDSHANDICAP

Meeruitgaven in 2005 t.o.v voor vrouwelijke 60-plussers als gevolg van de pensioenhervorming in 1996

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Juli 2018

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Oktober 2018

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag December 2014

Dienst Studies. Evolutie van de tijdelijke werkloosheid art. 50 (slecht weer) in het licht van de geregistreerde weersomstandigheden

De uitkeringsgerechtigden ten laste van de RVA sedert 5 jaar en meer

De regionale impact van de economische crisis

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag September 2015

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Juni 2015

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Januari 2015

Trends op de Belgische arbeidsmarkt ( )

x Verandering t.o.v. voorgaand jaar Totaal

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Juni 2018

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Februari 2019

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag April 2019

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag November 2017

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Maart 2019

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag April 2018

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Juli 2015

Gepubliceerd. CRB evalueert interprofessioneel akkoord Arbeidsmarktbeleid. Inhoud van het Technisch Verslag 2003

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag November 2018

De Oost-Vlaamse arbeidszorgmedewerker in beeld September Data & Analyse, Provincie Oost-Vlaanderen

FOCUS OP TALENT BAROMETER. Kansengroepen in cijfers 2016

Werkloosheidscijfers Tijdelijke werkloosheid Faillissementen

Leeftijd en geslacht jaar jaar jaar. Studieniveau en geslacht Laag Midden Hoog

Infoblad - werknemers

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet-westerse allochtonen in 2008 licht gedaald

Niet-werkende werkzoekenden in Genk

Analyse van de uitkeringen voor volledige werkloosheid

Hinder door een handicap of langdurige gezondheidsproblemen

Doelgroepen aan het werk? Een blik op de arbeidsmarktpositie van de doelgroepen uit het Vlaams Doelgroepenbeleid

Evolutie van het aantal alleenwonenden in de volledige werkloosheid

Wel jong, niet NEET. Een analyse van de NEET-jongeren in Vlaanderen

Omschrijving: De werkzaamheidsgraad is het aandeel werkenden ( volgens IAB-statuut) in de bevolking.

De 50-plussers op de Limburgse arbeidsmarkt

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Oktober 2015

Neimed Krimpbericht. Potentiële beroepsbevolking Limburg MEI 2014

De arbeidsmarkt in maart 2016

De arbeidsmarkt in augustus 2016

De arbeidsmarkt in januari 2016

Titel VII. Enkele statistische en financiële gegevens

Aandeel van de gerechtigden op wachten overbruggingsuitkeringen. volledige werkloosheid - analyse volgens arrondissement

Evolutie van het arbeidsongevallenrisico in de privésector in België tussen 1985 en 2013

Transcriptie:

Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin ruime zin in België, Duitsland, Frankrijk en Nederland in 2014 Directie Statistieken, Begroting en Studies stat@rva.be

Inhoudstafel: 1 DEFINITIES VAN WERKLOOSHEID 1 1.1 Inleiding 1 1.2 De werkloosheid in strikte zin 1 1.3 Ruimere definitie van werkloosheid 2 2 DE WERKLOOSHEID IN RUIME ZIN IN 2014 4 2.1 België 4 2.2 Duitsland 4 2.3 Frankrijk 5 2.4 Nederland 5 2.5 Analyse over de vier landen 5 3 DE TEWERKSTELLING EN INACTIVITEIT IN 2014 7 4 BIJLAGE: DE VERDELING VAN DE BEVOLKING OP ARBEIDSLEEFTIJD (15-74 JAAR) IN 2014 8

1 Definities van werkloosheid 1.1 Inleiding In 2013 publiceerde de RVA een studie 1 waarin een aantal door Eurostat ontworpen aanvullende indicatoren voor de werkloosheid werden voorgesteld. Die indicatoren laten toe om in het kader van internationale vergelijking een ruimere definitie af te bakenen van de werkloosheid dan de standaard IAOdefinitie. Vervolgens werd voor het jaar 2012 de werkloosheid in ruime zin geschetst voor België en zijn buurlanden Frankrijk, Duitsland en Nederland. De huidige publicatie beoogt een actualisering van dit overzicht voor het jaar 2014. 1.2 De werkloosheid in strikte zin De werkloosheidsdefinitie van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO), waarop de Enquête naar de Arbeidskrachten is gebaseerd, bevat 3 verschillende aspecten: 1. een werkloze is niet tewerkgesteld; 2. een werkloze is direct beschikbaar voor de arbeidsmarkt; 3. een werkloze gaat actief op zoek naar een. Voor de IAO is de werkloze dus per definitie een werkzoekende volledig werkloze. De specifieke criteria waarmee de toestand van werkloosheid wordt bepaald, zijn eveneens vastgelegd: 1. wie gedurende de referentieweek minder dan een uur arbeid in loondienst of andere arbeid verricht, is niet tewerkgesteld; 2. wie bereid is te werken binnen de 2 weken volgend op de referentieweek, is direct beschikbaar voor de arbeidsmarkt; 3. wie gedurende de laatste 4 weken, inclusief de referentieweek, werk heeft gezocht of werk heeft gevonden waarbinnen hij/zij zal worden tewerkgesteld binnen een periode van 3 maanden, gaat actief op zoek naar een. Iemand die werkt, ook al is dat maar één uur per week, is volgens de IAO-definitie niet werkloos. Daarin verschilt deze definitie van een groot aantal administratieve statistieken die op nationaal niveau worden gecreëerd. Die statistieken tellen heel wat mensen die in meer of mindere mate beperkte activiteiten uitoefenen (bv. uitzendkrachten), maar geregistreerd staan als werkzoekend en/of een werkloosheidsvergoeding krijgen. Verder sluit de strikte IAO-definitie heel wat werkzoekenden uit die niet onmiddellijk beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt of minder tot niet intensief op zoek gaan naar werk. Ondanks het feit dat de EAK wordt georganiseerd om bij internationale vergelijking van de arbeidsmarkt het effect van verschillen in regelgeving per land te neutraliseren, kan ervan worden uitgegaan dat de nationale regelgeving toch een zekere invloed uitoefent op de enquêteresultaten. Zowel het zoekgedrag en de beschikbaarheid van de respondenten als de inschatting van de eigen situatie wordt immers in meerdere of mindere mate mee bepaald door de verplichtingen, toekenningsvoorwaarden en vergoedbaarheidsduur van diverse nationale uitkeringsstelsels, alsook van de aard van de controle hierop. 1 De geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin, raadpleegbaar op http://www.rva.be/sites/default/files/assets/publications/etudes/2013/chomage_harmonise/nl.pdf. 1

Tabel 1 De werkloosheid in strikte zin in 2014 Absolute cijfers Werkloosheidsgraad Verschil tot Europees gemiddelde in procentpunt België 423 300 8,5-1,7 Duitsland 2 089 700 5,0-5,2 Frankrijk 2 819 100 9,9-0,3 Nederland 609 000 6,8-3,4 EU-28 24 550 000 10,2 Bron: Eurostat EAK (lfsa_ugan - lfsa_urgan), 15-74-jarigen Hoewel de werkloosheidsgraad van de vier vergeleken landen onder het Europese gemiddelde blijft, kunnen we net als voor het jaar 2012 een relatief grote variatie van deze graad waarnemen. (van 5,0% tot 9,9%. De strikte definitie van de IAO leidt echter tot een verschuiving naar de inactiviteit van respondenten die wel tot op zekere hoogte verbonden zijn met de arbeidsmarkt en tot een verschuiving naar de activiteit van respondenten die een groter aantal uren zouden willen en kunnen werken. Sinds november 2011 stelt Eurostat dan ook drie aanvullende indicatoren ter beschikking om de grootorde van die verschuivingen beter te kunnen beschouwen. 1.3 De werkloosheid in ruime zin De EAK betracht de bevolking in te delen in drie verschillende posities ten opzichte van de arbeidsmarkt:, werkloosheid en inactiviteit. Tewerkgestelden en werklozen worden daarbij samen beschouwd als de actieve bevolking. Het onderscheid tussen en werkloosheid wordt bepaald door het eerste van de genoemde criteria van de IAO-definitie, het onderscheid tussen werkloosheid en inactiviteit door de laatste twee. Tabel 2 Schematische voorstelling van de bevolkingsindeling volgens de EAK Actieve bevolking Inactieve bevolking Tewerkstelling Werkloosheid Inactiviteit Direct beschikbaar en actief werkzoekend Niet direct beschikbaar en/of actief werkzoekend Tewerkgesteld (1 uur of meer in de referentieweek) Niet-tewerkgesteld 2

De drie aanvullende indicatoren van Eurostat brengen de populaties in kaart die behoren tot de tewerkgestelde of inactieve bevolking, maar zich in de marge rond de werkloosheid bevinden. Het betreft: Binnen de tewerkgestelde bevolking de respondenten die deeltijds zijn tewerkgesteld, maar meer willen werken (de onder). Binnen de inactieve bevolking (de potentiële ): a. de respondenten die actief naar werk zoeken, maar niet direct beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt omwille van studies, tijdelijke ziekte of familiale of persoonlijke redenen; b. de respondenten die direct beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt, maar niet actief naar werk zoeken omdat ze ontmoedigd zijn of omwille van studies of familiale of persoonlijke redenen. Door deze marges in beschouwing te nemen, bekomen we een definitie van werkloosheid in ruime zin, die toelaat het overzicht van de werkloosheid in strikte zin van tabel 1 te nuanceren. Tabel 3 Schematische voorstelling van de werkloosheid in ruime zin Tewerkstelling strikte zin Inactiviteit Vrijwillig deeltijdse Onder Niet-potentiële ruime zin 3

2 De werkloosheid in ruime zin in 2014 Hiernavolgend schetsen wij per land de werkloosheid in ruime zin, telkens vergezeld door de ratio van deze populatie ten opzichte van de totale bevolking op arbeidsleeftijd (15-74 jaar) 2. Aangezien het gaat om vrij recente indicatoren die nog worden gekenmerkt door reeksbreuken, beperken we ons tot het jaar 2014. Tabel 4 geeft alvast een dergelijk overzicht voor de Europese Unie. Tabel 4 De werkloosheid in ruime zin in 2014: EU-28 Onder strikte zin ruime zin Absolute cijfers 24 550 000 9 802 600 11 639 400 45 992 000 Ratio 6,5 2,6 3,1 12,2 Bron: Eurostat EAK (lfsi_sup_age_a - lfsa_pganws), 15-74-jarigen 2.1 België Tabel 5 De werkloosheid in ruime zin in 2014: België Onder strikte zin Absolute cijfers 423 300 154 300 151 400 729 000 Ratio 5,1 1,9 1,8 8,8 Bron: Eurostat EAK (lfsi_sup_age_a - lfsa_pganws), 15-74-jarigen ruime zin De Belgische ratio van de werkloosheid in ruime zin bedraagt 8,8%. In totaal gaat het om 729 000 personen, waarvan er 423 300 (d.i. 58%) voldoen aan de criteria van de werkloosheid in strikte zin. 2.2 Duitsland Tabel 6 De werkloosheid in ruime zin in 2014: Duitsland Onder strikte zin Absolute cijfers 2 089 700 1 626 200 989 400 4 705 300 Ratio 3,4 2,6 1,6 7,7 Bron: Eurostat EAK (lfsi_sup_age_a - lfsa_pganws), 15-74-jarigen ruime zin De Duitse ratio van de werkloosheid in ruime zin bedraagt 7,7%. Het aandeel van de werkloosheid in strikte zin, namelijk 2 089 700 van de 4 705 300 personen (d.i. 44%), ligt er lager dan in België. 2 De vrij ruime opvatting van de bevolking op arbeidsleeftijd is bij dit overzicht noodzakelijk, omwille van het beperkte aantal leeftijdsklassen dat voorlopig beschikbaar is voor de bijkomende indicatoren (m.n. 15-24 jaar, 15-74 jaar, 25-54 jaar, 25-74 jaar en 55-74 jaar). 4

2.3 Frankrijk Tabel 7 De werkloosheid in ruime zin in 2014: Frankrijk Onder strikte zin Absolute cijfers 2 819 100 1 560 800 949 100 5 329 000 Ratio 6,2 3,4 2,1 11,7 Bron: Eurostat EAK (lfsi_sup_age_a - lfsa_pganws), 15-74-jarigen ruime zin Voor Frankrijk benadert het aandeel van de werkloosheid in strikte zin t.o.v. die in ruime zin de verhouding in België, namelijk 2 819 100 van de 5 329 000 (d.i. 53%). De ratio van werkloosheid in ruime zin bedraagt er 11,7%. 2.4 Nederland Tabel 8 De werkloosheid in ruime zin in 2014: Nederland Onder strikte zin Absolute cijfers 609 000 168 500 465 900 1 243 400 Ratio 4,8 1,3 3,7 9,8 Bron: Eurostat EAK (lfsi_sup_age_a - lfsa_pganws), 15-74-jarigen ruime zin Voor Nederland ten slotte bedraagt de ratio van werkloosheid in ruime zin 9,8%. De werklozen in strikte zin vertegenwoordigen bijna de helft: 609 000 van de 1 243 400 personen (d.i. 49%). 2.5 Analyse over de vier landen Tabel 9 klasseert zowel voor de werkloosheid in strikte als in ruime zin de vier landen in oplopende volgorde van de ratio ten opzichte van de bevolking op arbeidsleeftijd (15-74 jaar) en toont de mate waarin de ratio van de andere landen verschilt van de laagste waarde. Tabel 9 Variatie van de werkloosheidsratio in strikte zin en in ruime zin strikte zin ruime zin Land Ratio Verschil Verschil Verschil Verschil Land Ratio in %-punt in % in %-punt in % Duitsland 3,4 - - Duitsland 7,7 - - Nederland 4,8 + 1,4 + 41% België 8,8 + 1,1 + 15% België 5,1 + 1,7 + 50% Nederland 9,8 + 2,2 + 28% Frankrijk 6,2 + 2,8 + 82% Frankrijk 11,7 + 4,0 + 53% EU-28 6,5 + 3,1 + 91% EU-28 12,2 + 4,5 + 59% Bron: Eurostat EAK (lfsi_sup_age_a - lfsa_pganws), 15-74-jarigen Hierbij valt op te merken dat de onderlinge verschillen tussen de vier landen kleiner worden, wanneer we de werkloosheid in ruime (gemiddeld 32% verschil met de laagste ratio) in plaats van de werkloosheid in strikte zin beschouwen (gemiddeld 58% verschil). Verder dienen we ook op te merken dat België ten opzichte van zijn buurlanden de op één na laagste ratio laat noteren van de werkloosheid in ruime zin, terwijl Nederland voorgaat bij de werkloosheid in strikte zin. 5

Tabel 10 De evolutie 2012-2014 van de werkloosheid in strikte en in ruime zin Absolute cijfers strikte zin Ratio t.o.v. de totale bevolking (15-74 jaar) 2012 2014 Evolutie in % 2012 2014 Evolutie in procentpunt België 369 000 423 300 + 15% 4,5 5,1 + 0,6 Duitsland 2 224 400 2 089 700-6% 3,6 3,4-0,2 Frankrijk 2 806 600 2 819 100 + 0% 6,2 6,2 + 0,0 Nederland 468 500 609 000 + 30% 3,7 4,8 + 1,1 EU-28 25 177 000 24 550 000-2% 6,7 6,5-0,2 Absolute cijfers ruime zin Ratio t.o.v. de totale bevolking (15-74 jaar) 2012 2014 Evolutie in % 2012 2014 Evolutie in procentpunt België 686 500 729 000 + 6% 8,4 8,8 + 0,4 Duitsland 5 016 300 4 705 300-6% 8,2 7,7-0,5 Frankrijk 4 669 400 5 329 000 + 14% 10,3 11,7 + 1,4 Nederland 999 000 1 243 400 + 24% 8,0 9,8 + 1,9 EU-28 45 428 500 45 992 000 + 1% 12,0 12,2 + 0,1 Bron: Eurostat EAK (lfsi_sup_age_a - lfsa_pganws), 15-74-jarigen Een vergelijking van de evolutie die de vier landen doormaakten sinds 2012, toont aan dat in elk van de buurlanden de evolutie van de ratio van de werkloosheid in ruime zin meer uitgesproken is dan die in strikte zin. Dit geldt echter niet voor België: ons land laat een stijging met 0,6 procentpunt noteren voor de ratio in strikte zin, maar slechts met 0,4 procentpunt in ruime zin. Dit betekent dat waar in België de werkloosheid in strikte zin is gestegen, de onder en de potentiële verminderd zijn in omvang. In Frankrijk en Nederland is de omvang van deze groepen daarentegen toegenomen, terwijl Duitsland er (net als voor de werkloosheid in strikte zin) een daling laat noteren. 6

3 De en inactiviteit in 2014 Als de werkloosheid in ruime zin in dergelijke mate wordt beïnvloed door de groepen die strikt genomen worden geteld binnen de en de inactiviteit, kan men ervan uitgaan dat voor de interpretatie van werkloosheidscijfers (zowel in strikte als in ruime zin) de structuur van de en de inactiviteit per land belangrijke factoren zijn. Om een beeld te schetsen van de arbeidsmarktstructuur per vergeleken land, toont grafiek 1 het relatieve aandeel van de deeltijdse arbeid in de totale. Hierbij valt op dat Duitsland en Nederland, met hun relatief lage werkloosheid in strikte zin, een groter aandeel deeltijdse tellen. Voor Nederland gaat het zelfs om een kleine meerderheid van de tewerkgestelde bevolking. Grafiek 1 Verdeling van de in 2014 volgens sbreuk 20% 24% 28% 19% 51% 49% 80% 76% 72% 81% EU-28 België Duitsland Frankrijk Nederland Voltijds Deeltijds Bron: Eurostat EAK (lfsa_eppga), 15-74-jarigen Grafiek 2 geeft een overzicht van de inactiviteit naargelang de voornaamste reden die de respondenten opgeven voor hun inactiviteit. Over de vier landen nemen we op dit vlak belangrijke verschillen waar. Zo telt België ten opzichte van zijn buurlanden relatief weinig gepensioneerden (slechts 38% van de inactiviteit), maar wel een behoorlijk aandeel inactiviteit wegens studies of opleiding (27%, net als Frankrijk) wat kan behoren tot de potentiële. Voor Nederland valt vooral het grote aandeel van inactiviteit wegens ziekte of handicap op: 22%, d.i. dubbel zoveel als het Europese gemiddelde. Grafiek 2 Verdeling van de inactiviteit in 2014 volgens opgegeven voornaamste reden 22% 4% 11% 40% 21% 4% 12% 38% 1% 9% 20% 48% 14% 2% 9% 48% 14% 4% 22% 45% 23% 27% 23% 27% 15% EU-28 België Duitsland Frankrijk Nederland Pensioen Studies of opleiding Ziekte of handicap Denkt geen werk te zullen vinden Andere Bron: Eurostat EAK (lfsa_igar), 15-74-jarigen 7

4 Bijlage: de verdeling van de bevolking op arbeidsleeftijd (15-74 jaar) in 2014 Ten slotte geven wij voor 2014 nog per land een verdeling mee van de bevolking op arbeidsleeftijd (15-74 jaar) in functie van de arbeidsmarktindicatoren. De aantallen worden weergegeven in duizendtallen, de ratio s zijn berekend op basis van de totale bevolking op arbeidsleeftijd (15-74 jaar). Tabel 11 België Totale bevolking (15-74 jaar) 8 277,1 100% Actieve bevolking Inactieve bevolking 4 958,4 3 318,7 59,9% 40,1% Tewerkstelling strikte zin Inactiviteit 4 535,1 423,3 3 318,7 54,8% 5,1% 40,1% Tewerkgesteld (1 uur of meer in de referentieweek) Niet-tewerkgesteld 4 535,1 3 742,0 54,8% 45,2% Deeltijdse strikte zin Inactiviteit 3 446,7 1 088,4 423,3 3 318,7 41,7% 13,1% 5,1% 40,1% Vrijwillig deeltijdse Onder Direct beschikbaar en actief werkzoekend Niet-potentiële 3 446,7 934,1 154,3 423,3 151,4 3 167,3 41,7% 11,2% 1,9% 5,1% 1,8% 38,3% 52,9% Bron: Eurostat EAK (lfsi_sup_age_a - lfsa_pganws - lfsa_eppga), 15-74-jarigen ruime zin 729,0 8,8% 38,3% 8

Tabel 12 Duitsland Totale bevolking (15-74 jaar) 61 371,8 100% Actieve bevolking Inactieve bevolking 41 832,0 19 539,8 68,2% 31,8% Tewerkstelling strikte zin Inactiviteit 39 742,3 2 089,7 19 539,8 64,8% 3,4% 31,8% Tewerkgesteld (1 uur of meer in de referentieweek) Niet-tewerkgesteld 39 742,3 21 629,5 64,8% 35,2% Deeltijdse strikte zin Inactiviteit 28 813,2 10 929,1 2 089,7 19 539,8 47,0% 17,8% 3,4% 31,8% Vrijwillig deeltijdse Onder Direct beschikbaar en actief werkzoekend Niet-potentiële 28 813,2 9 302,9 1 626,2 2 089,7 989,4 18 550,4 47,0% 15,2% 2,6% 3,4% 1,6% 30,2% 62,1% Bron: Eurostat EAK (lfsi_sup_age_a - lfsa_pganws - lfsa_eppga), 15-74-jarigen ruime zin 4 705,3 7,7% 30,2% 9

Tabel 13 Frankrijk Totale bevolking (15-74 jaar) 45 502,8 100% Actieve bevolking Inactieve bevolking 28 568,4 16 934,4 62,8% 37,2% Tewerkstelling strikte zin Inactiviteit 25 749,3 2 819,1 16 934,4 56,6% 6,2% 37,2% Tewerkgesteld (1 uur of meer in de referentieweek) Niet-tewerkgesteld 25 749,3 19 753,5 56,6% 43,4% Deeltijdse strikte zin Inactiviteit 20 882,7 4 866,6 2 819,1 16 934,4 45,9% 10,7% 6,2% 37,2% Vrijwillig deeltijdse Onder Direct beschikbaar en actief werkzoekend Niet-potentiële 20 882,7 3 305,8 1 560,8 2 819,1 949,1 15 985,3 45,9% 7,3% 3,4% 6,2% 2,1% 35,1% 53,2% Bron: Eurostat EAK (lfsi_sup_age_a - lfsa_pganws - lfsa_eppga), 15-74-jarigen ruime zin 5 329,0 11,7% 35,1% 10

Tabel 14 Nederland Totale bevolking (15-74 jaar) 12 664,6 100% Actieve bevolking Inactieve bevolking 8 905,2 3 759,4 70,3% 29,7% Tewerkstelling strikte zin Inactiviteit 8 296,2 609,0 3 759,4 65,5% 4,8% 29,7% Tewerkgesteld (1 uur of meer in de referentieweek) Niet-tewerkgesteld 8 296,2 4 368,4 65,5% 34,5% Deeltijdse strikte zin Inactiviteit 4 106,6 4 189,6 609,0 3 759,4 32,4% 33,1% 4,8% 29,7% Vrijwillig deeltijdse Onder Direct beschikbaar en actief werkzoekend Niet-potentiële 4 106,6 4 021,1 168,5 609,0 465,9 3 293,5 32,4% 31,8% 1,3% 4,8% 3,7% 26,0% 64,2% Bron: Eurostat EAK (lfsi_sup_age_a - lfsa_pganws - lfsa_eppga), 15-74-jarigen ruime zin 1 243,4 9,8% 26,0% 11

Voor de volledigheid geven we in tabel 15 hetzelfde overzicht voor de Europese Unie van de 28. Tabel 15 EU-28 Totale bevolking (15-74 jaar) 377 394,3 100% Actieve bevolking Inactieve bevolking 241 742,5 135 651,8 64,1% 35,9% Tewerkstelling strikte zin Inactiviteit 217 192,5 24 550,0 135 651,8 57,6% 6,5% 35,9% Tewerkgesteld (1 uur of meer in de referentieweek) Niet-tewerkgesteld 217 192,5 160 201,8 57,6% 42,4% Deeltijdse strikte zin Inactiviteit 173 102,4 44 090,1 24 550,0 135 651,8 45,9% 11,7% 6,5% 35,9% Vrijwillig deeltijdse Onder Direct beschikbaar en actief werkzoekend Niet-potentiële 173 102,4 34 287,5 9 802,6 24 550,0 11 639,4 124 012,4 45,9% 9,1% 2,6% 6,5% 3,1% 32,9% 54,9% Bron: Eurostat EAK (lfsi_sup_age_a - lfsa_pganws - lfsa_eppga), 15-74-jarigen ruime zin 45 992,0 12,2% 32,9% 12