Vergelijking van de evolutie van de vergoede, werkzoekende volledig werklozen in België, Duitsland, Frankrijk en Nederland

Transcriptie

1 Vergelijking van de evolutie van de vergoede, werkzoekende volledig werklozen in België, Duitsland, Frankrijk en Nederland Inhoud 1 Inleiding Verschillen in werkloosheidstatistieken Problematiek van internationale vergelijkbaarheid Vergelijken van administratieve statistieken: België en zijn buurlanden Afbakening telcriteria Geselecteerde statistieken Resultaten Evolutie van de werkloosheid Werkloosheidsratio s Interpretatie: de casus Duitsland Interpretatie: werkloosheid of invaliditeit Tabellenaanhang Absolute maandcijfers Werkloosheidsverzekering Sociale bijstand Totaal: werkloosheidsverzekering + sociale bijstand Evolutie werkloosheid Tabellen Grafieken Evolutie bevolking Actieve bevolking (15 64 jaar) Bevolking op beroepsleeftijd (15 64 jaar) Werkloosheidsratio s T.o.v. de actieve bevolking (15 64 jaar) T.o.v. de bevolking op beroepsleeftijd (15 64 jaar)... 14

2 1 Inleiding 1.1 Verschillen in werkloosheidstatistieken België kent net als de andere landen meerdere werkloosheidstatistieken. In de eerste plaats bestaan er administratieve statistieken, die worden opgesteld door de bevoegde administraties. Als federaal organisme bevoegd voor de werkloosheidsuitkering publiceert de RVA statistieken over de vergoede werkloosheid. Deze statistieken zijn gebaseerd op uitgevoerde betalingen in de loop van de maand. De Gemeenschaps- of gewestelijke organismen die bevoegd zijn voor het begeleiden van werkzoekenden, VDAB, Forem, Actiris en het Arbeidsamt, publiceren statistieken over al dan niet uitkeringstrekkende werkzoekenden, die bij hen zijn ingeschreven op het einde van de maand. Anderzijds publiceert Eurostat, de statistische dienst van de Europese Commissie, een geharmoniseerde trimestriële werkloosheidstatistiek om internationale vergelijkingen uit te voeren. Deze statistiek is gebaseerd op een gemeenschappelijke enquête die op trimestriële basis wordt afgenomen bij een steekproefpopulatie in elke lidstaat van de Europese Unie. Daarnaast publiceert Eurostat ook een geharmoniseerde maandelijkse werkloosheidstatistiek. Om deze harmonisering te bekomen, worden de enquêteresultaten geactualiseerd door er de evolutie bij te betrekken die blijkt uit de administratieve gegevens over het aantal werkzoekenden. 1.2 Problematiek van internationale vergelijkbaarheid Het internationaal vergelijken van werkloosheidstatistieken is geen gemakkelijke opgave. De administratieve statistieken worden beïnvloed door de van toepassing zijnde reglementering. Binnen één land kan dit reeds zorgen voor statistische breuken bij reglementaire wijzigingen. Bij vergelijking tussen verschillende landen worden we geconfronteerd met sterk afwijkende reglementeringen of zelfs stelsels. Dit is de reden waarom internationale vergelijkingen gebaseerd zijn op de gegevens van enquêtes die via een steekproef in elk land worden afgenomen. Deze vergelijkingen zijn meer betrouwbaar, maar zijn ook gelimiteerd. Dit is vooral te wijten aan de steekproefomvang die een foutenmarge mogelijk maakt. Anderzijds zijn in de gegevensbank van Eurostat geen reeksen te vinden die de vergoede werkloosheid vergelijken. Rekening houdend met de competenties van de RVA doen wij in deze nota een poging om de vergoede volledige werkloosheid van werkzoekenden te vergelijken voor België en zijn buurlanden Duitsland, Frankrijk en Nederland. Hiervoor moet worden gebruik gemaakt van administratieve gegevens over het aantal betalingen, die worden gepubliceerd door de daarvoor bevoegde instanties in elk van deze landen. In het volgende hoofdstuk lichten wij toe welke telcriteria wij hanteren en welke statistieken eraan voldoen. Vervolgens stellen wij een aantal resultaten van deze methodologie voor. Wij ronden de nota af met een tabellenaanhang, waarin deze resultaten met een hogere mate aan detail worden weergegeven. Deze moeilijke oefening moet met de nodige voorzichtigheid worden aangepakt MS 1

3 2 Vergelijken van administratieve statistieken: België en zijn buurlanden 2.1 Afbakening telcriteria Het vergelijken van de werkloosheid in België, Frankrijk, Duitsland en Nederland wordt bemoeilijkt, vanwege het feit dat elk land andere criteria hanteert om de notie werkloosheid af te bakenen. Voor het bekomen van vergelijkbare cijfers wordt daarom gekozen voor het tellen van de vergoede volledige werkloosheid bij werkzoekenden in de ruime zin, waardoor we de internationale verschillen in onze definitie kunnen integreren: Wij tellen slechts de werklozen die Op basis van hun werkloosheid volgens de nationale regelgeving in hun land recht hebben op een uitkering ongeacht in welk vergoedingsregime; Worden beschouwd als volledig werkloos (geen enkele vorm van arbeid gedurende hun werkloosheidsperiode) volgens de modaliteiten van het desbetreffende vergoedingsregime; Werkzoekend zijn volgens de modaliteiten van het desbetreffende vergoedingsregime; en Beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt volgens de modaliteiten van het desbetreffende vergoedingsregime. Voor elk van de vier landen werden de instanties gezocht die bevoegd zijn voor de toepassing van de gevonden uitkeringsstelsels en/of voor de publicatie van betrouwbare statistieken over het aantal uitkeringsgerechtigden. Telkens wordt hun meest systematisch te verschijnen statistiek geselecteerd als bron. De gevraagde cijfers kunnen worden verzameld met een vertraging van ca. 3 tot 4 maanden. 2.2 Geselecteerde statistieken Voor België worden via de gegevensbank van de RVA de werkzoekende uitkeringsgerechtigde volledig werklozen (UVW-WZ) geteld na voltijdse arbeid, met wacht-of overbruggingsuitkering, de niet-vrijgestelde UVW-WZ na vrijwillig deeltijdse arbeid en de werkzoekende voltijds werklozen met bedrijfstoeslag. Voor uitkeringsgerechtigden van het (equivalent van het) leefloon worden enkel die uitkeringsgerechtigden geteld die op beroepsleeftijd zijn en een volledig (equivalent van het) leefloon ontvangen. Via de FOD Maatschappelijke integratie worden ons hiertoe statistieken bezorgd, die gedetailleerder zijn dan degene die op hun website beschikbaar zijn. Duitsland voorziet werkloosheidsuitkeringen via de stelsels van en II. Deze uitkeringen worden ook toegekend aan wie minder dan 15 uur per week werkt. Slechts de volledig werklozen (arbeitslosen) worden door ons geteld. De zogenaamde Aufstocker (uitkeringsgerechtigden binnen beide stelsels tegelijk) worden slechts één maal geteld. De uitkeringsgerechtigden van Sozialgeld worden niet in beschouwing genomen, aangezien zij niet beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt (ruim 90% minderjarigen). Als bron worden de Monatsberichte van de Bundesagentur für Arbeit gehanteerd. Aangezien de cijfers over de volledige werkloosheid binnen het stelsel van II slechts met vijf maanden vertraging worden gepubliceerd, worden deze twee maanden vooruitgeprojecteerd (o.b.v. de evolutie in de corresponderende maanden van het voorgaande jaar). De gemiddelde foutenmarge per maand bedraagt hiervoor ca. 1,8 %. Binnen de Franse werkloosheidsverzekering bestaan twee stelsels: de assurance de chômage en de solidarité. Binnen de assurance wordt het aantal uitkeringsgerechtigden van de allocations d'aide au retour à l'emploi (ARE) zonder allocations de formation reclassement (AFR) geteld. Deze laatste vorm van uitkeringen impliceert immers dat de werklozen zijn vrijgesteld van het zoeken naar werk gedurende de opleiding in kwestie. De solidarité omvat vier verschillende uitkeringsstelsels: allocation de solidarité spécifique (ASS), allocation temporaire d'attente (ATA), allocation équivalent retraite (AER) en allocation transitoire de solidarité (ATS). Behalve de ATA kunnen deze allen ook MS 2

4 worden uitgekeerd als een aanvullende uitkering bij een andere bron van inkomsten (complément). Het gaat in dat geval om niet-volledig werklozen of om werklozen die binnen een ander uitkeringsstelsel reeds geteld worden. Precieze cijfers over deze categorie zijn niet beschikbaar, maar hun aandeel wordt door DARES op 4% geschat. 1 Er wordt dan ook slechts 96% van deze uitkeringsgerechtigden door ons geteld. De interactieve online statistieken van Pôle Emploi dienen als bron voor al deze genoemde categorieën. Wie in Frankrijk als werkloze geen beroep kan doen op de werkloosheidsverzekering, kan via de caisse des allocations familiales (CAF) een minimuminkomen verkrijgen, de revenu de solidarité active (RSA). Wij tellen slechts de werklozen die een volledige RSA krijgen (socle seul). Hun aantal wordt op trimestriële basis gepubliceerd door CAF. Tot voor kort gebeurde dat in het online tijdschrift l-e-ssentiel, maar recentelijk is men deze statistiek apart gaan publiceren onder de noemer RSA Conjoncture. Om tot maandcijfers te komen worden de ontbrekende aantallen geïnterpoleerd via pro ratadistributie. Voor de twee maanden na de laatst gepubliceerde waarde, wordt een projectie uitgevoerd via dezelfde methodologie als gehanteerd voor het Duitse II. De gemiddelde foutenmarge per maand bedraagt hiervoor ca. 0,5 %. Volledig werklozen in Nederland kunnen o.b.v. arbeidsprestaties toegelaten worden tot de WW-uitkering (WerkloosheidWet). Vroeger was deze ook toegankelijk voor wie minder dan 12 uur per week werkte, maar dat is niet meer toegestaan binnen de huidige reglementering. Wie onvoldoende arbeidsprestaties kan voorleggen, dient beroep te doen op een uitkering binnen de Algemene Bijstand. Tot 1 januari 2012 werd binnen dit stelsel nog de WIJ-uitkering voor jongeren (Wet Investeren in Jongeren) afgebakend, die nu integraal deel uitmaakt van de Algemene Bijstand. Het Nederlandse Centraal Bureau voor de Statistiek publiceert echter breukloze reeksen van de uitkeringstrekkers in deze categorie: binnen de statistieken van de WW-uitkering zijn alleen de volledig werklozen opgenomen en binnen Algemene Bijstand worden ook de uitkeringsgerechtigden van de WIJ gerekend. Om de lectuur van deze statistiek te vereenvoudigen, plaatsen wij elk uitkeringsstelsel dat voornamelijk steunt op een verzekeringsprincipe onder de noemer werkloosheidsverzekering. Stelsels die meer steunen op solidariteit klasseren wij als sociale bijstand. Synthesetabel België Duitsland Frankrijk Nederland Gegevensreeks Categorie Bron WZ-UVW in ruime zin (incl. niet-vrijgestelde werklozen met bedrijfstoeslag of op vrijwillig Werkloosheidsverzekering RVA: Directie Statistiek deeltijdse basis) Volledig leefloon op beroepsleeftijd Sociale bijstand POD Maatschappelijke Integratie Volledige fin. hulp (equivalent van het leefloon) op beroepsleeftijd Sociale bijstand POD Maatschappelijke Integratie SGB III - arbeitslos Werkloosheidsverzekering Monatsberichte BFA (DEU.) II SGB II - arbeitslos Sociale bijstand Monatsberichte BFA (DEU.) - Aufstocker - arbeitslos 2 Sociale bijstand Monatsberichte BFA (DEU.) RAC (allocations d Assurance Chômage) sans AFR (allocations de formation reclassement) Werkloosheidsverzekering Pôle emploi: Séries Statistiques Solidarité: allocation de solidarité spécifique (ASS) + allocation temporaire d'attente (ATA) + allocation équivalent retraite (AER) + allocation transitoire de Sociale bijstand Pôle emploi: Séries Statistiques solidarité (ATS)- remplacement Revenu de solidarité active (socle seul) Sociale bijstand CAF: L'e-ssentiel + RSA Conjoncture Werkloosheidwet-uitkering Werkloosheidsverzekering Centraal Bureau voor de Statistiek WWB-uitkeringen (Wet Werk en Bijstand) + WIJuitkeringen (Wet Investeren in Jongeren) - Sociale bijstand Centraal Bureau voor de Statistiek samengevloeid 1 DARES. «Les Allocataires du Régime d Assurance Chômage en 2009.» DARES Analyses. N 30. April Web. < 2 NB: De zogenaamde Aufstocker zijn werklozen die tegelijk als II ontvangen. Om dubbele telling van deze groep te vermijden, wordt het aantal arbeitslose Aufstocker één maal afgetrokken van de som van de arbeitslosen die via deze stelsels een uitkering ontvangen MS 3

5 3 Resultaten 3.1 Evolutie van de werkloosheid Met de bovenstaande methode kunnen maandelijkse gegevensreeksen verkregen worden over de vergoede volledige werkloosheid van werkzoekenden vergoed via een stelsel van werkloosheidsverzekering, via een stelsel van sociale bijstand of van de totale vergoede volledige werkloosheid (cf. deel 4.1). Met deze maandcijfers kunnen gemiddelden worden berekend per trimester en per jaar (cf. deel 4.2). Vergoede volledige werkloosheid: werkloosheidsverzekering, sociale bijstand en totaal (absolute cijfers) Werkloosheidsverzekering Sociale bijstand Totale vergoede volledige werkloosheid Vergoede volledige werkloosheid: werkloosheidsverzekering, sociale bijstand en totaal (2007 = 100) Werkloosheidsverzekering Sociale bijstand Totale vergoede volledige werkloosheid Aan de hand hiervan kan een vergelijking gemaakt worden van de evolutie van de vergoede volledige werkloosheid in deze vier landen. Onderstaande grafiek (herhaald in deel ) toont deze evolutie per trimester met het eerste trimester van 2007 als basis. Evolutie van de vergoede volledige werkloosheid basis = T T1 T2 T3 T4 T1 T2 T3 T4 T1 T2 T3 T4 T1 T2 T3 T4 T1 T2 T3 T4 T1 T2 T3 T Werkloosheidsratio s Voor het berekenen van werkloosheidsratio s op basis van de vergoede volledige werkloosheid hebben we nood aan de bevolkingsaantallen in elk van deze landen. Hiervoor kunnen we terecht bij Eurostat (reeks lfsq_pganws, cf. deel 4.3). We kunnen deze werkloosheidsratio s berekenen ten opzichte van de actieve bevolking en/of ten opzichte van de bevolking op beroepsleeftijd, d.i. de bevolking tussen 15 en 65 jaar (cf. deel 4.4) MS 4

6 Werkloosheidsratio s o.b.v. de vergoede volledige werkloosheid T.o.v. de actieve bevolking T.o.v. de bevolking op beroepsleeftijd (15-64 jaar) ,6 7,7 11,6 6,2 7,1 5,8 8,1 4, ,0 6,9 11,2 5,4 6,7 5,2 7,8 4, ,8 7,3 12,3 6,1 7,2 5,6 8,7 4, ,8 7,0 12,7 7,0 7,3 5,3 9,0 5, ,5 6,4 12,9 7,1 7,0 4,9 9,1 5, ,4 6,2 13,3 7,6 6,9 4,8 9,5 6, ,2-1,5 +1,7 +1,4-0,2-1,0 +1,4 +1,2 3.3 Interpretatie: de casus Duitsland Bij het interpreteren van deze vergelijkende reeksen moet echter men rekening houden met een ruimere context dan enkel de vergoede volledige werkloosheid. Een belangrijk aspect hierbij is de beschouwing van vergoede werklozen met verminderde activiteit. Zoals gezegd kan men in Duitsland, dat volgens de bovenstaande methodologie de laagste werkloosheidscijfers kan voorleggen van de vier landen, een uitkering krijgen indien men 15 uur per week of minder werkt. De definitie van arbeitslos is er dan ook erg streng: werklozen die één uur per week of meer werken, horen al niet meer thuis in de statistieken van de vergoede volledige werkloosheid. Duitsland: vergoede volledige tegenover vergoede gedeeltelijke werkloosheid (A) Volledig werkloze uitkeringsgerechtigden ('arbeitslos') Absolute cijfers (B) Uitkeringsgerechtigde werklozen met verminderde activiteit (A)+(B) Totaal aantal uitkeringsgerechtigden (zonder Aufstocker) II (zonder Aufstocker) Totaal II Totaal II NB: De zogenaamde Aufstocker zijn uitkeringsgerechtigden die zowel als II ontvangen. Bij de publicatie van de cijfers van het totaal aantal uitkeringsgerechtigden is de dubbele telling reeds gecorrigeerd. Totaal (A) Volledig werkloze uitkeringsgerechtigden ('arbeitslos') In % (B) Uitkeringsgerechtigde werklozen met verminderde activiteit (A)+(B) Totaal aantal uitkeringsgerechtigden (zonder Aufstocker) II (zonder Aufstocker) Totaal II Totaal II ,8% 44,9% 49,8% 26,2% 55,1% 50,2% 100% 100% 100% ,2% 41,8% 47,6% 20,8% 58,2% 52,4% 100% 100% 100% ,8% 41,4% 49,6% 15,2% 58,6% 50,4% 100% 100% 100% ,0% 40,5% 48,4% 14,0% 59,5% 51,6% 100% 100% 100% ,8% 41,7% 48,7% 12,2% 58,3% 51,3% 100% 100% 100% ,1% 41,3% 48,8% 11,9% 58,7% 51,2% 100% 100% 100% Totaal Tegelijk zijn er in Duitsland heel wat mensen slechts enkele uren per week tewerkgesteld bv. in de stelsels van Mini-jobs of Eurojobs. Werkzoekenden mogen dergelijke betrekkingen ook niet weigeren op straffe van schorsing van hun uitkering. Meer dan 50% van de Duitse uitkeringstrekkers kennen dan ook een verminderde activiteit. Ter vergelijking: een werkloze die in België een aantal dagen (of uren) per maand werkt, bijvoorbeeld als interimaris of seizoensarbeider, kan deze dagen schrappen op zijn werkkaart en nog steeds geteld worden als een volledig werkloze MS 5

7 3.4 Interpretatie: werkloosheid of invaliditeit Er valt ten slotte nog op te merken dat we de landen niet kunnen vergelijken met alleen de werkloosheidscijfers als basis. Bepaalde landen hebben immers lagere werkloosheidscijfers en hogere invaliditeitscijfers (bijvoorbeeld Nederland of bepaalde noordelijke landen). Deze verschillen laten zich minstens ten dele uitleggen door de meer of minder strikte toelatingsvoorwaarden tot deze stelsels MS 6

8 4 Tabellenaanhang 4.1 Absolute maandcijfers Werkloosheidsverzekering MS 7

9 4.1.2 Sociale bijstand MS 8

10 4.1.3 Totaal: werkloosheidsverzekering + sociale bijstand MS 9

11 4.2 Evolutie werkloosheid Tabellen Werkloosheidsverzekering 2007 T T T T T T T T Jaar Jaar T T1 94,0 81,6 92,7 77,9 T T2 92,9 87,8 95,0 79,8 T T3 93,8 94,7 98,3 81,0 T T4 96,8 106,3 105,1 85,7 Jaar Jaar 94,3 91,2 97,7 80, T T1 96,4 100,7 106,1 77,6 T T2 101,0 126,5 114,7 97,1 T T3 103,2 133,1 117,4 116,2 T T4 105,8 135,1 123,5 134,8 Jaar Jaar 101,5 121,4 115,2 104, T T1 102,4 109,3 115,2 116,1 T T2 102,8 110,5 117,4 122,7 T T3 102,1 110,6 118,5 127,2 T T4 104,3 111,8 121,9 132,8 Jaar Jaar 102,9 110,4 118,2 124, T T1 98,8 87,3 113,4 110,8 T T2 98,1 89,0 115,8 116,4 T T3 99,1 94,0 119,1 124,6 T T4 102,1 97,4 125,0 135,0 Jaar Jaar 99,5 91,3 118,3 120, T T1 97,3 81,8 118,2 120,3 T T2 97,7 90,8 121,2 133,4 T T3 98,2 100,3 124,8 148,7 T T4 100,5 109,2 132,0 168,3 Jaar Jaar 98,4 93,8 123,9 141, Sociale bijstand ,9 102,7 104,8 116, T T T T T T T T Jaar Jaar T T1 102,3 89,8 94,7 92,8 T T2 102,7 87,2 95,2 93,9 T T3 103,7 88,6 96,1 95,0 T T4 105,8 88,6 97,4 95,7 Jaar Jaar 103,6 88,6 95,8 94, T T1 111,4 83,3 94,5 90,3 T T2 114,2 84,2 97,2 94,0 T T3 116,1 87,1 101,4 98,7 T T4 117,7 88,9 104,0 102,6 Jaar Jaar 114,9 85,8 99,2 96, T T1 121,2 83,5 100,4 99,3 T T2 121,0 82,6 103,6 104,2 T T3 120,0 84,1 105,7 108,4 T T4 119,3 84,9 107,1 112,0 Jaar Jaar 120,4 83,7 104,1 105, T T1 120,4 81,3 103,6 107,4 T T2 119,1 80,0 106,1 111,1 T T3 118,0 81,6 107,7 113,6 T T4 117,3 82,2 109,0 116,1 Jaar Jaar 118,7 81,2 106,5 112, T T1 119,1 77,0 105,3 109,4 T T2 118,7 76,2 108,6 111,5 T T3 118,9 77,8 112,4 115,0 T T4 118,9 79,4 115,8 118,6 Jaar Jaar 118,9 77,5 110,5 113, ,1 95,5 103,7 101, MS 10

12 Totaal: werkloosheidsverzekering + sociale bijstand 2007 T T T T T T T T Jaar Jaar T T1 94,9 87,4 93,6 86,4 T T2 94,0 87,4 95,1 88,2 T T3 94,8 90,0 97,3 89,5 T T4 97,9 92,7 101,6 91,9 Jaar Jaar 95,4 89,2 96,8 88, T T1 98,0 88,4 100,8 84,8 T T2 102,5 94,3 106,4 95,3 T T3 104,6 98,0 110,0 105,6 T T4 107,2 99,6 114,5 115,1 Jaar Jaar 103,0 94,7 107,8 99, T T1 104,4 91,1 108,5 106,5 T T2 104,8 89,3 110,8 111,7 T T3 104,1 90,3 112,6 115,8 T T4 106,0 91,1 115,1 120,1 Jaar Jaar 104,8 90,5 111,7 113, T T1 101,1 83,1 109,0 108,9 T T2 100,4 82,2 111,2 113,2 T T3 101,1 84,5 113,8 117,9 T T4 103,9 85,7 117,6 123,4 Jaar Jaar 101,6 83,8 112,8 115, T T1 99,6 78,4 112,3 114,1 T T2 100,0 79,7 115,2 120,4 T T3 100,5 83,1 119,1 128,3 T T4 102,6 86,3 124,5 137,8 Jaar Jaar 100,6 81,6 117,7 124, ,1 97,4 104,3 107, Grafieken Werkloosheidsverzekering 150,0 140,0 130,0 120,0 110,0 100,0 90,0 80,0 70,0 60,0 50,0 T1 T2 T3 T4 T1 T2 T3 T4 T1 T2 T3 T4 T1 T2 T3 T4 T1 T2 T3 T4 T1 T2 T3 T MS 11

13 Sociale bijstand 150,0 140,0 130,0 120,0 110,0 100,0 90,0 80,0 70,0 60,0 50,0 T1 T2 T3 T4 T1 T2 T3 T4 T1 T2 T3 T4 T1 T2 T3 T4 T1 T2 T3 T4 T1 T2 T3 T Totaal: werkloosheidsverzekering + sociale bijstand T1 T2 T3 T4 T1 T2 T3 T4 T1 T2 T3 T4 T1 T2 T3 T4 T1 T2 T3 T4 T1 T2 T3 T MS 12

14 4.3 Evolutie bevolking Actieve bevolking (15 64 jaar) 2007 T T T T T T T T Jaar Jaar T T1 101,3 100,4 100,6 101,0 T T2 100,2 99,8 100,6 101,0 T T3 102,3 100,1 100,4 100,7 T T4 100,1 100,0 100,9 101,1 Jaar Jaar 101,0 100,1 100,6 101, T T1 101,7 100,7 101,7 102,4 T T2 101,3 100,2 101,9 101,3 T T3 101,6 99,1 101,2 101,0 T T4 101,2 100,3 101,5 100,9 Jaar Jaar 101,4 100,1 101,6 101, T T1 103,4 101,1 102,3 100,3 T T2 102,7 100,2 102,0 99,9 T T3 103,8 99,3 101,7 99,6 T T4 103,3 99,6 101,7 99,7 Jaar Jaar 103,3 100,1 101,9 99, T T1 101,6 101,4 102,3 100,3 T T2 103,4 101,4 102,1 99,5 T T3 102,9 100,9 101,6 99,4 T T4 102,0 101,0 101,9 100,4 Jaar Jaar 102,5 101,2 102,0 99, T T1 102,4 101,5 102,6 101,3 T T2 103,1 101,5 102,7 100,9 T T3 103,9 101,3 102,3 100,9 T T4 103,1 101,1 103,1 101,2 Jaar Jaar 103,1 101,4 102,7 101,1 Bron: Eurostat - lfsq_pganws Bevolking op beroepsleeftijd (15 64 jaar) 2007 T T T T T T T T Jaar Jaar T T1 101,0 100,0 100,5 99,9 T T2 100,9 99,2 100,4 99,9 T T3 101,1 99,8 100,4 99,8 T T4 100,9 99,7 100,3 99,8 Jaar Jaar 100,9 99,7 100,4 99, T T1 101,8 99,9 100,9 99,9 T T2 101,7 99,0 100,7 99,9 T T3 101,8 98,5 100,7 99,8 T T4 101,5 99,2 100,6 99,8 Jaar Jaar 101,7 99,1 100,7 99, T T1 102,5 99,6 101,2 100,3 T T2 102,3 98,5 101,1 100,3 T T3 102,5 98,4 101,1 100,3 T T4 102,3 98,4 101,0 100,3 Jaar Jaar 102,4 98,7 101,1 100, T T1 103,2 99,5 101,5 100,3 T T2 103,0 99,0 101,3 100,2 T T3 103,0 99,1 101,2 100,0 T T4 102,8 98,8 101,0 99,8 Jaar Jaar 103,0 99,1 101,2 100, T T1 103,5 99,7 101,4 99,9 T T2 103,4 99,2 101,2 100,0 T T3 103,3 99,4 101,0 100,1 T T4 103,1 99,1 100,8 100,2 Jaar Jaar 103,3 99,3 101,1 100,1 Bron: Eurostat - lfsq_pganws MS 13

15 4.4 Werkloosheidsratio s T.o.v. de actieve bevolking (15 64 jaar) 2007 T1 11,0 8,7 12,3 6,7 T2 10,6 7,9 11,4 6,3 T3 10,7 7,4 11,4 6,0 T4 10,1 6,9 11,4 5,8 Jaar 10,6 7,7 11,6 6, T1 10,3 7,6 11,4 5,7 T2 10,0 6,9 10,8 5,5 T3 10,0 6,6 11,0 5,3 T4 9,9 6,4 11,5 5,2 Jaar 10,0 6,9 11,2 5, T1 10,6 7,6 12,1 5,5 T2 10,7 7,4 11,9 5,9 T3 11,1 7,3 12,3 6,2 T4 10,7 6,9 12,9 6,6 Jaar 10,8 7,3 12,3 6, T1 11,1 7,8 13,0 7,1 T2 10,8 7,0 12,4 7,0 T3 10,8 6,7 12,6 6,9 T4 10,4 6,3 13,0 6,9 Jaar 10,8 7,0 12,7 7, T1 11,0 7,1 13,1 7,3 T2 10,3 6,4 12,5 7,1 T3 10,6 6,2 12,7 7,1 T4 10,3 5,9 13,2 7,1 Jaar 10,5 6,4 12,9 7, T1 10,7 6,7 13,4 7,5 T2 10,3 6,2 12,8 7,5 T3 10,4 6,1 13,2 7,6 T4 10,1 5,9 13,8 7,9 Jaar 10,4 6,2 13,3 7, T.o.v. de bevolking op beroepsleeftijd (15 64 jaar) 2007 T1 7,4 6,6 8,5 5,2 T2 7,1 5,9 8,0 4,9 T3 7,2 5,6 8,0 4,7 T4 6,8 5,3 8,0 4,5 Jaar 7,1 5,8 8,1 4, T1 6,9 5,7 7,9 4,5 T2 6,6 5,2 7,6 4,3 T3 6,8 5,1 7,7 4,2 T4 6,6 4,9 8,1 4,2 Jaar 6,7 5,2 7,8 4, T1 7,1 5,8 8,5 4,4 T2 7,1 5,7 8,4 4,7 T3 7,4 5,6 8,7 5,0 T4 7,2 5,3 9,1 5,2 Jaar 7,2 5,6 8,7 4, T1 7,5 6,0 9,1 5,5 T2 7,2 5,4 8,7 5,5 T3 7,3 5,2 8,9 5,4 T4 7,1 4,9 9,1 5,4 Jaar 7,3 5,3 9,0 5, T1 7,2 5,5 9,2 5,7 T2 6,9 4,9 8,8 5,6 T3 7,1 4,8 9,0 5,5 T4 6,9 4,6 9,3 5,6 Jaar 7,0 4,9 9,1 5, T1 7,1 5,2 9,4 5,9 T2 6,8 4,8 9,1 5,9 T3 7,0 4,7 9,4 6,0 T4 6,8 4,6 9,9 6,2 Jaar 6,9 4,8 9,5 6, MS 14